Neff KI2523F30 de handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
de handleiding
de Gebrauchsanleitung
en User manual
fr Notice d'utilisation
it Istruzioni per l’uso
nl Gebruiksaanwijzing
KÜHL- UND GEFRIERKOMBINATION
FRIDGE-FREEZER
RÉFRIGÉRATEUR / CONGÉLATEUR
COMBINÉ
COMBINAZIONE FRIGORIFERO /
CONGELATORE
KOEL-/DIEPVRIESCOMBINATIE
KI25.. / KI24.. / KI23.. / KI22..
nl
78
nl Inhoud
nl Gebruiksaanwijzing
( Veiligheidsvoorschriften . . . . . 79
Over deze gebruiksaanwijzing . . . . . .79
Kans op explosie. . . . . . . . . . . . . . . .79
Risico van een elektrische schok . . .79
Verbrandingsgevaar door kou . . . . . .79
Risico op letsel . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Gevaren door of van het
koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare personen . . .80
Materiële schade . . . . . . . . . . . . . . . .81
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
8 Correct gebruik van
het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 81
7 Milieubescherming . . . . . . . . . . 81
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
Oude apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . .82
5 Installeren en aansluiten . . . . . 82
Inhoud van de verpakking . . . . . . . . .82
Technische gegevens . . . . . . . . . . . .82
Apparaat installeren. . . . . . . . . . . . . .83
Nisdiepte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . .84
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . .85
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . .85
* Het apparaat leren kennen. . . . 86
Apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . .86
Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 87
Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . .87
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen . . . . . . . . . . . .87
Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . .88
Super-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
M Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
Deuralarm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
U Koelvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
In acht nemen bij het bewaren . . . . . 89
Let op de koudezones in
het koelvak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Groentelade met vochtigheids-
regelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
W Vriesvak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
Deur van het vriesvak. . . . . . . . . . . . 90
Maximale invriescapaciteit . . . . . . . . 91
Inkopen van diepvriesproducten . . . 91
Attentie bij het inruimen . . . . . . . . . . 91
Verse levensmiddelen invriezen . . . . 91
Ontdooien van diepvrieswaren . . . . . 92
= Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Koelvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Vriesvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
D Schoonmaken. . . . . . . . . . . . . . .93
Schoonmaken van het interieur . . . . 94
l Luchtjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94
9 Verlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . .94
> Geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94
Normale geluiden. . . . . . . . . . . . . . . 94
Voorkomen van geluiden . . . . . . . . . 94
3 Storingen, wat te doen?. . . . . . .95
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . .96
Zelftest apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 96
Verzoek om reparatie en
advies bij storingen . . . . . . . . . . . . . 96
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Veiligheidsvoorschriften nl
79
(
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat voldoet aan de
geldende veiligheidsbepalingen
voor elektrische apparatuur en
het is radio-ontstoord.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Over deze gebruiksaanwijzing
Lees de gebruiksaanwijzing
en de montagehandleiding
en neem deze in acht. U
vindt daarin belangrijke
informatie over plaatsing,
gebruik en onderhoud van
het apparaat.
De fabrikant is niet
aansprakelijk wanneer
u de aanwijzingen en
waarschuwingen in
de gebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding negeert.
Bewaar alle documenten
voor later gebruik en voor
eventuele volgende
eigenaars.
Kans op explosie
Gebruik nooit elektrische
apparaten in het apparaat
(bijv. verwarmingsapparaten
of elektrische ijsbereiders).
Geen producten met
brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het
apparaat opslaan.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd
goed afgesloten en staand
bewaren.
Risico van een elektrische
schok
Onvakkundige installatie en
reparaties kunnen groot gevaar
opleveren voor de gebruiker
van het apparaat.
Bij een beschadigd
aansluitsnoer: Apparaat
direct losmaken van het
stroomnet.
Het apparaat uitsluitend laten
repareren door de fabrikant,
de klantenservice of een
andere gekwalificeerde
persoon.
Alleen originele onderdelen
van de fabrikant gebruiken.
De fabrikant garandeert dat
deze onderdelen voldoen
aan de veiligheidseisen.
Een verlengsnoer voor de
aansluitkabel mag uitsluitend
via de klantenservice worden
aangeschaft.
Verbrandingsgevaar door kou
Diepvrieswaren nadat u ze
uit het vriesvak hebt gehaald,
nooit onmiddellijk in de
mond nemen.
Voorkom dat de huid
langdurig in contact komt
met diepvrieswaren, ijs en de
buizen in het vriesvak.
nl Veiligheidsvoorschriften
80
Risico op letsel
Flessen of blikjes met
koolzuurhoudende drank
kunnen barsten.
Geen flessen of blikjes met
koolzuurhoudende drank in het
vriesvak bewaren.
Gevaren door of van het
koelmiddel
De leidingen van het koelcircuit
bevatten een kleine
hoeveelheid van het
milieuvriendelijke, maar
brandbare koelmiddel R600a.
Dit is niet schadelijk voor de
ozonlaag en verhoogt het
broeikaseffect niet. Vrijkomend
koelmiddel kan echter
oogletsel veroorzaken of vlam
vatten.
Leidingen niet beschadigen.
Bij beschadiging van de
leidingen:
Vuur en ontstekingsbronnen
uit de buurt van het apparaat
houden.
De ruimte ventileren.
Het apparaat uitschakelen en
de stekker uit het
stopcontact trekken.
Contact opnemen met de
servicedienst.
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen
Er bestaat gevaar voor:
kinderen;
personen met lichamelijke,
geestelijke of zintuiglijke
beperkingen;
personen die onvoldoende
kennis hebben over de
veilige bediening van het
apparaat.
Maatregelen:
Zorg dat kinderen en
kwetsbare personen
begrijpen wat de gevaren
zijn.
Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon
moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare
personen bij het apparaat of
hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar
het apparaat laten
gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud
toezicht houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
Bestemming van het apparaat nl
81
Kans op stikken
Bij een apparaat met
deurslot: Sleutel buiten
bereik van kinderen
opbergen.
Verpakkingsmateriaal en
onderdelen van het apparaat
zijn geen speelgoed voor
kinderen.
Materiële schade
Om materiële schade te
voorkomen:
Niet op de sokkel,
uitschuifdelen of deuren
staan of leunen.
Kunststof onderdelen en
deurafdichtingen olie- en
vetvrij houden.
Aan de stekker trekken –
niet aan de aansluitkabel.
Gewicht
Houd er bij plaatsing en
transport van het apparaat
rekening mee dat het apparaat
erg zwaar kan zijn.
~ "De juiste opstelplaats"
op pagina 83
8 Correct gebruik van
het apparaat
Bestemming van het apparaat
Gebruik dit apparaat
uitsluitend voor het koelen en
invriezen van levensmiddelen en
voor ijsbereiding.
uitsluitend voor privégebruik en
huishoudelijk gebruik.
uitsluitend volgens deze
gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot
op hoogten van maximaal 2.000 meter
boven zeeniveau.
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Verpakking
Alle materialen zijn onschadelijk voor
het milieu en kunnen hergebruikt
worden.
Zorg dat de verpakking
milieuvriendelijk wordt afgevoerd.
Informatie over het afvoeren van
afval en het oude apparaat kunt
u opvragen bij uw speciaalzaak of bij
de gemeente.
nl Installeren en aansluiten
82
Oude apparaten
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen
worden teruggewonnen.
:Waarschuwing
Kinderen kunnen zichzelf in het
apparaat opsluiten en stikken!
Legplateaus en lades niet uit het
apparaat nemen, om te voorkomen
dat kinderen in het apparaat kruipen.
Kinderen uit de buurt van een
afgedankt apparaat houden.
Attentie!
Er kan koelmiddel en schadelijk gas
vrijkomen.
Buizen van de koelmiddelkringloop en
isolatie niet beschadigen.
1. Stekker uit het stopcontact halen.
2. Aansluitsnoer doorknippen.
3. Apparaat op deskundige wijze laten
afvoeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic
equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de
in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
5 Installeren en
aansluiten
Installeren en aansluiten
Inhoud van de verpakking
Controleer na het uitpakken alle
onderdelen op eventuele
transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de
winkel waar u het apparaat hebt
aangeschaft of bij onze servicedienst.
~ "Servicedienst" op pagina 96
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Inbouwapparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Installatievoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
Technische gegevens
Koelmiddel, netto inhoud van het
apparaat en andere technische
gegevens vindt u op het typeplaatje.
Installeren en aansluiten nl
83
Apparaat installeren
De juiste opstelplaats
Hoe meer koelmiddel het apparaat
bevat, des te groter moet de ruimte zijn
waarin het apparaat wordt opgesteld. In
een te kleine ruimte kan bij een lek een
ontvlambaar mengsel van gas en lucht
ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m³ groot zijn. De
hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat
vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
Het gewicht van het apparaat kan
afhankelijk van het model tot 65 kg
bedragen.
Toegestane omgevingstemperatuur
De toegestane binnentemperatuur is
afhankelijk van de klimaatklasse van het
apparaat.
Informatie over de klimaatklasse vindt u
op het typeplaatje.
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de toegestane
binnentemperatuur.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een
binnentemperatuur van +5 °C.
Nisdiepte
Voor het apparaat wordt een nisdiepte
van 56 cm aanbevolen. Bij een kleinere
nisdiepte – minstens 55 cm – wordt het
energieverbruik iets hoger.
Klimaatklasse Toegestane omgevings-
temperatuur
SN +10 °C ... 32 °C
N +16 °C ... 32 °C
ST +16 °C ... 38 °C
T +16 °C ... 43 °C
nl Installeren en aansluiten
84
Energie besparen
Wanneer u de volgende aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat minder stroom.
Aanwijzing: De plaatsing van de uitrustingsonderdelen heeft geen invloed op het
energieverbruik van het apparaat.
Apparaat installeren
Apparaat niet blootstellen aan direct zonlicht. Bij een lage omgevingstemperatuur hoeft het appa-
raat minder vaak te koelen en verbruikt daardoor
minder stroom.
Het apparaat zo ver mogelijk van radiatoren, fornuis
en andere warmtebronnen plaatsen:
Naast elektrische of gasfornuizen: 3 cm.
Naast een cv-installatie: 30 cm.
Aanwijzing: Als dat niet mogelijk is een isolatie-
plaat aanbrengen tussen het apparaat en de warmte-
bron.
Een opstelplaats met een binnentemperatuur van
ca. 20 °C kiezen.
Een nisdiepte van 56 cm aanhouden.
Attentie!
Gevaar voor verbranding!
Sommige onderdelen van het apparaat worden tij-
dens het gebruik heet. Aanraking van deze onderde-
len kan brandwonden veroorzaken.
De lucht bij de achterwand van het apparaat wordt
niet zo warm. Het apparaat verbruikt minder stroom
wanneer de warme lucht kan wegtrekken.
Ventilatieopeningen niet afdekken of versperren.
De ruimte dagelijks luchten.
Gebruik van het apparaat
Deur van het apparaat slechts kort openen. De lucht in het apparaat wordt niet veel warmer. Het
apparaat hoeft minder vaak te koelen en verbruikt
daardoor minder stroom.
Gekochte levensmiddelen in een koeltas transporte-
ren en snel in het apparaat leggen.
Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
afkoelen en daarna in het apparaat leggen.
Diepvrieswaren ter ontdooiing in het koelvak leggen,
om de koude van de diepvrieswaren te benutten.
Altijd wat ruimte openlaten tussen de levensmidde-
len en de achterwand.
De lucht kan circuleren en de luchtvochtigheid blijft
constant. Het apparaat hoeft minder vaak te koelen
en verbruikt daardoor minder stroom.
Levensmiddelen luchtdicht verpakken.
Achterkant van het apparaat eenmaal per jaar
schoon zuigen.
De lucht bij de achterwand van het apparaat wordt
niet zo warm. Het apparaat verbruikt minder stroom
wanneer de warme lucht kan wegtrekken.
Ventilatieopeningen niet afdekken of versperren.
Installeren en aansluiten nl
85
--------
Voor het eerste gebruik
1. Infomateriaal eruit nemen en zowel
plakband als beschermfolie
verwijderen.
2. Apparaat schoonmaken.
~ "Schoonmaken" op pagina 93
Elektrische aansluiting
Attentie!
Het apparaat niet aansluiten op een
elektronische electronische
energiebesparende stekker.
Aanwijzing: U kunt het apparaat
aansluiten op netvoedingsinverters en
sinusinverters.
Netvoedingsinverters worden gebruikt
bij fotovoltaïsche installaties met
rechtstreekse aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet. Bij
losstaande systemen dient u
sinusinverters gebruiken. Losstaande
systemen, bijv. op schepen of in
berghutten, hebben geen rechtstreekse
aansluiting op het openbare
elektriciteitsnet.
1. Na plaatsing van het apparaat
minstens 1 uur wachten met
aansluiten, om beschadiging van
de compressor te voorkomen.
2. Het apparaat aansluiten op een
volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact.
Het stopcontact moet voldoen aan
de volgende voorwaarden:
Buiten Europa: controleren of de
vermelde stroomsoort van het
apparaat overeenkomt met de
waarden van uw elektriciteitsnet. De
gegevens van het apparaat staan op
het typeplaatje.
3. Het apparaat aansluiten op een
stopcontact in de buurt van het
apparaat.
Het stopcontact moet vrij
toegankelijk zijn na de plaatsing van
het apparaat.
Vriesvak regelmatig ontdooien. Een laag rijp of ijs in het vriesvak vermindert de
afgifte van koude aan de diepvrieswaren en ver-
hoogt het energieverbruik.
Deur van het vriesvak zorgvuldig sluiten. Er treedt sterke ijsvorming in het vriesvak op. Het
apparaat moet vaker koelen en verbruikt meer
stroom.
Gebruik van het apparaat
Stopcontact met 220 V ... 240 V
Aardleiding 50 Hz
Zekering 10A ... 16 A
nl Installeren en aansluiten
86
* Het apparaat leren
kennen
Klap het laatste blad met afbeeldingen
open. Afhankelijk van de uitrusting
kunnen er verschillen zijn tussen uw
apparaat en de afbeeldingen.
Apparaat
~ Afb. !
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
~ Afb. "
Uitrusting
(niet bij alle modellen)
Legplateau
~ Afb. #
U kunt het legplateau variëren:
Legplateau eruit trekken en
verwijderen.
Varioplateau
~ Afb. $
U kunt hoge voorwerpen koelen (bijv.
kannen of flessen):
Het voorste deel van het legplateau
verwijderen en onder het achterste
deel schuiven.
Uittrekbaar legplateau
~ Afb. %
U kunt zorgen voor een beter overzicht:
Legplateau eruit trekken.
U kunt het legplateau geheel
verwijderen:
1. Beide knoppen onder het legplateau
indrukken en ingedrukt houden.
2. Legplateau eruit trekken, laten
zakken en zijwaarts naar buiten
draaien.
Reservoir
~ Afb. &
U kunt de lade verwijderen:
Reservoir tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen.
# Vriesvak
+ Koelvak
(...H Bedieningselementen
P Verlichting
X* Uittrekbaar legplateau
` Groentelade met
vochtigheidsregelaar
h Typeplaatje
)" Boter- en kaasvak
)** Flessenrek Vario
)2 Vak voor grote flessen
( Toets %
Schakelt het apparaat in of uit.
0 Toets super
Schakelt de super-functie in of
uit.
8 Toets K/J
Stelt de temperatuur in.
@ Temperatuurindicatie
Toont de ingestelde temperatuur
in °C.
H Toets alarm
Schakelt het alarmsignaal uit.
Apparaat bedienen nl
87
Botervak en kaasvak
~ Afb. '
U kunt het vak op simpele wijze openen:
Onderaan in het midden van de klep
licht indrukken.
Het vak wordt naar onderen
geopend. De klep schuift onder het
vak.
Voorraadvakken
~ Afb. (
U kunt het flessenrek verwijderen:
Flessenrek optillen en verwijderen.
Flessenrek Vario
~ Afb. )
U kunt grote flessen bewaren in het
onderste flessenrek:
Flessenrek naar rechts of links
schuiven.
Flessenhouder
~ Afb. *
Wanneer u de deur opent en sluit:
Het flessenrek voorkomt dat de
flessen kantelen.
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Apparaat inschakelen
1. Toets % indrukken.
Het apparaat begint te koelen.
2. De gewenste temperatuur instellen.
~ "Temperatuur instellen"
op pagina 88
Opmerkingen bij/voor het gebruik
Na het inschakelen kan het een
aantal uren duren voordat de
ingestelde temperatuur is bereikt.
Geen levensmiddelen inruimen
voordat de ingestelde temperatuur is
bereikt.
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Apparaat uitschakelen
Toets % indrukken.
Het apparaat koelt niet meer.
Apparaat buiten werking stellen
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Toets % indrukken.
Het apparaat koelt niet meer.
2. De stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen.
3. Apparaat schoonmaken.
4. Apparat open laten.
nl Alarm
88
Temperatuur instellen
Aanbevolen temperatuur
Koelvak
Toets K/J meermaals indrukken tot
de gewenste temperatuur verschijnt
op de display.
Vriesvak
De temperatuur in de koelruimte
beïnvloedt de temperatuur in het
vriesvak. Verander de temperatuur in de
koelruimte om de temperatuur in het
vriesvak te veranderen. Hoger
ingestelde koelruimtetemperaturen
zorgen voor hogere
vriesvaktemperaturen.
Sticker OK
(niet bij alle modellen)
Met de sticker OK kunt u controleren of
de temperatuur in het koelvak +4 °C
of kouder wordt.
Als de sticker niet OK aangeeft, moet
de temperatuur stapsgewijs worden
verlaagd.
Na ingebruikneming van het apparaat
kan het 12 uur duren voordat de
ingestelde temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
Super-functie
Als de super-functie ingeschakeld is,
wordt het kouder in het koelvak en het
vriesvak.
Super-functie inschakelen bijv.:
om levensmiddelen snel tot in de
kern in te vriezen:
4 ... 6 uur vóór opslag van een
levensmiddelhoeveelheid vanaf 2 kg
om het max. vriesvermogen te
benutten
~ "Maximale invriescapaciteit"
op pagina 91
Aanwijzing: Als de super-functie
ingeschakeld is, wordt het apparaat iets
luider.
Na ca. 1 ^ dag schakelt het apparaat
over op het normale werking.
Super-functie in-/uitschakelen:
Toets super indrukken.
Als de super-functie ingeschakeld is,
wordt de toets verlicht.
M Alarm
Alarm
Deuralarm
Als de deur van het apparaat langer
dan twee minuten open staat, wordt het
deuralarm (aanhoudend geluidssignaal)
ingeschakeld.
Deur sluiten of toets alarm
indrukken.
Het alarmsignaal wordt
uitgeschakeld.
Koelvak: +4 °C
Koelvak nl
89
U Koelvak
Koelvak
Het koelvak is geschikt voor het
bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, bereide
gerechten en bakproducten.
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C ... +8 °C.
Door de koelopslag kunt u ook zeer
bederfelijke levensmiddelen op korte
of middellange termijn bewaren. Hoe
lager de temperatuur, hoe langzamer
de gistingsprocessen, de chemische
processen en het bederf door
micro-organismen verloopt. Een
temperatuur van +4 °C of lager
waarborgt een optimale versheid en
veiligheid van de levensmiddelen.
In acht nemen bij het bewaren
Verse, onbeschadigde
levensmiddelen inruimen.
Zo blijft de kwaliteit en de versheid
langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en
gebottelde producten de door de
fabrikant vermelde
houdbaarheidsdatum of
gebruiksdatum niet overschrijden.
De levensmiddelen goed verpakt
of afgedekt inruimen, om
aroma/smaak, kleur en versheid te
bewaren.
Zo voorkomt u smaakvermenging en
verkleuring van de kunststof
onderdelen.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, dan in het koelvak
zetten.
Let op de koudezones
in het koelvak
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
ontstaan verschillende koudezones.
De koudste zone
De koudste zone is tussen de op de
zijkant gestempelde pijl en het eronder
liggende legplateau.
~ Afb. +
Aanwijzing: Bewaar in de koudste
zone gevoelige levensmiddelen (bijv.
vis, worst en vlees).
De warmste zone
De warmste zone bevindt zich helemaal
bovenaan in de deur.
Aanwijzing: Bewaar in de warmste
zone bijv. harde kaas en boter. Kaas
kan zijn aroma/smaak verder
ontwikkelen en boter blijft goed
smeerbaar.
nl Vriesvak
90
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
~ Afb. ,
De groentelade is de optimale plaats
voor het bewaren van vers fruit en verse
groente. Met de vochtigheidsregelaar
en een speciale afdichting kunt u de
luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen. Hierdoor kunt u vers fruit en
verse groente tot tweemaal zo lang
bewaren als bij een conventionele
bewaarmethode.
De luchtvochtigheid in de groentelade
kunt u instellen afhankelijk van het soort
en de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen:
Overwegend fruit en bij hoge
belading – lagere luchtvochtigheid
instellen.
Overwegend groente en bij
gemengde belading of geringe
belading – hogere luchtvochtigheid
instellen.
Aanwijzingen
Voor een optimaal behoud van
kwaliteit en aroma/smaak dient u
koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja's en citrusvruchten)
en groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika's,
tomaten en aardappels) buiten de
koelkast te bewaren op een
temperatuur tussen circa +8 °C en
+12 °C.
Afhankelijk van de soort
levensmiddelen en de hoeveelheid
kan zich condenswater vormen in de
groentelade.
Condenswater verwijderen met een
droge doek en de luchtvochtigheid
in de groentelade aanpassen met
behulp van de vochtigheidsregelaar.
W Vriesvak
Vriesvak
Het vriesvak is geschikt voor:
bewaren van diepvriesproducten;
maken van ijsblokjes;
om levensmiddelen in te vriezen.
De temperatuur in het vriesvak is
afhankelijk van de temperatuur in de
koelruimte.
Door diepvriesopslag kunt
u bederfelijke levensmiddelen vrijwel
zonder kwaliteitsafname langdurig
bewaren, omdat de lage temperatuur
het bederf sterk vertraagt of stopzet. Het
uiterlijk, het aroma en alle belangrijke
inhoudsstoffen blijven grotendeels
behouden.
De tijd die nodig is om verse
levensmiddelen volledig diep te vriezen
is afhankelijk van de volgende factoren:
ingestelde temperatuur
soort levensmiddel
vulling van het vriesvak
bewaarde hoeveelheid en soort
levensmiddelen
Deur van het vriesvak
~ Afb. -
Neem de volgende punten in acht:
De stand van de handgreep geeft
aan of het vriesvak goed gesloten is.
De deur van het vriesvak sluit met
een hoorbare klik.
Als de deur van het vriesvak open
staat, ontdooien de opgeslagen
diepvrieswaren. Er treedt sterke
ijsvorming in het vriesvak op.
Vriesvak nl
91
Maximale invriescapaciteit
Het maximum vriesvermogen geeft de
hoeveelheid levensmiddelen aan die in
24 uur tot in de kern kunnen worden
ingevroren.
Gegevens over de maximale
invriescapaciteit vindt u op het
typeplaatje.
Voorwaarden voor max.
invriesvermogen
1. Bij het inruimen van verse waren:
super-functie inschakelen.
~ "Super-functie" op pagina 88
2. Verse levensmiddelen zo dicht
mogelijk bij de zijwanden invriezen.
Inkopen van
diepvriesproducten
Op onbeschadigde verpakking
letten.
Houdbaarheidsdatum niet
overschrijden.
De temperatuur in de
supermarktvriezer moet –18 °C
of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een
koeltas transporteren en snel in het
vriesvak leggen.
Attentie bij het inruimen
Levensmiddelen over een groot
oppervlak van het vriesvak verdelen.
In te vriezen levensmiddelen niet in
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
De ingevroren levensmiddelen zo
nodig anders opstapelen in het
vriesvak.
Verse levensmiddelen
invriezen
Uitsluitend verse en onberispelijke
levenmiddelen invriezen.
Levensmiddelen die gekookt, gebraden
of gebakken worden geconsumeerd,
zijn geschikter voor invriezen dan
levensmiddelen die rauw worden
gegeten.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo
goed mogelijk te behouden, dienen de
levensmiddelen voorbereid te worden:
Groente: wassen, kleiner maken,
blancheren.
Fruit: wassen, ontpitten en eventueel
schillen, eventueel suiker of
ascorbinezuuroplossing toevoegen.
Aanwijzingen daarover vindt u in de
desbetreffende literatuur.
Geschikt voor invriezen
brood en banket;
vis en zeevruchten;
vlees;
wild en gevogelte;
groente, fruit en kruiden;
eieren zonder schaal;
melkproducten, bijv. kaas, boter en
kwark;
bereide gerechten en kliekjes, zoals
soep, stoofschotels, gaar vlees en
gare vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen
groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes;
ongepelde of hardgekookte eieren;
wijndruiven/druiven;
hele appels, peren en perziken;
yoghurt, dikke zure melk, zure room,
crème fraîche en mayonaise.
nl Ontdooien
92
Diepvrieswaren verpakken
De juiste verpakking en materiaalkeuze
bepalen in belangrijke mate het behoud
van de productkwaliteit en het
voorkomen van vriesbrand.
1. Levensmiddelen in de verpakking
leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Verpakking luchtdicht afsluiten om te
voorkomen dat de levensmiddelen
hun smaak verliezen of uitdrogen.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en
invriesdatum.
Als verpakking geschikt:
kunststoffolie;
wrapfolie van polyethyleen (PE);
aluminiumfolie;
diepvriesdozen.
Geschikte afsluitingen:
rubber ringen;
kunststofclips;
koudebestendig plakband.
Ongeschikte verpakking:
(in)pakpapier;
perkamentpapier;
cellofaan;
vuilniszakken en plastic zakken.
Houdbaarheid van de diepvrieswaren
bij –18 °C
Ontdooien van diepvrieswaren
De ontdooimethode dient te worden
aangepast aan het levensmiddel en het
gebruiksdoel, om de productkwaliteit zo
goed mogelijk te behouden.
Ontdooimethoden:
in het koelvak (vooral geschikt voor
dierlijke levensmiddelen zoals vis,
vlees, kaas, kwark)
op kamertemperatuur (brood)
magnetron (levensmiddelen voor
directe consumptie of directe
toebereiding)
oven/fornuis (levensmiddelen voor
directe consumptie of directe
toebereiding)
Attentie!
Half of geheel ontdooide
diepvrieswaren niet opnieuw invriezen.
Pas nadat het is verwerkt tot een
panklaar gerecht (gekookt of
gebraden), kunt u het opnieuw
invriezen.
De maximale opslagtijd van het
diepvrieswaren niet meer volledig
benutten.
= Ontdooien
Ontdooien
Koelvak
Wanneer de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of rijp op de
achterwand. Dit is normaal. U hoeft de
dooiwaterdruppels of de rijp niet af te
vegen. De achterwand wordt
automatisch ontdooid. Het dooiwater
loopt via het dooiwatergootje.
~ Afb. .
Vanuit de dooiwatergoot stroomt het
dooiwater naar de verdampingsbak,
waar het verdampt.
Vis, worst, klaargemaakte
gerechten, brood en banket:
tot 6 maanden
Vlees, gevogelte: tot 8 maanden
Groente, fruit: tot 12 maanden
Schoonmaken nl
93
Aanwijzing: De dooiwatergoot en het
afvoergat schoonhouden, zodat het
dooiwater kan weglopen en
geurvorming wordt voorkomen.
Vriesvak
Omdat de diepvrieswaren niet mogen
ontdooien, wordt het vriesvak niet
automatisch ontdooid. Een laag rijp of
ijs in het vriesvak vermindert de afgifte
van koude aan de diepvrieswaren en
verhoogt het energieverbruik.
De laag rijp of ijs regelmatig
verwijderen.
Attentie!
Schade aan de leidingen van het
koelcircuit voorkomen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel
veroorzaken of vlam vatten.
Een laag rijp of ijs niet met een mes
of een scherp voorwerp afschrapen.
Ga als volgt te werk:
1. Ca. 4 uur voor het ontdooien de
super-functie inschakelen.
De levensmiddelen worden daardoor
tot zeer lage temperaturen
afgekoeld, zodat u deze langer op
kamertemperatuur kunt bewaren.
2. Diepvrieswaren verwijderen en
tussentijds op een koele plaats
bewaren.
3. Apparaat uitschakelen.
4. De stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen.
5. Om het ontdooiproces te versnellen:
een pan met heet water op een
onderzetter in het vriesvak zetten.
6. Met een doek of spons het
smeltwater opnemen.
7. Vriesvak droog wrijven.
8. Apparaat inschakelen.
9. Diepvrieswaren in het diepvriesvak
leggen.
D Schoonmaken
Schoonmaken
Attentie!
Beschadiging van het apparaat en de
uitrustingsonderdelen vermijden.
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schurende of krassende
sponsjes gebruiken.
Op de metalen oppervlakken kan
corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasautomaat
gereinigd worden.
Ze kunnen vervormen.
Ga als volgt te werk:
1. Apparaat uitschakelen.
2. De stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen.
3. Levensmiddelen verwijderen en op
een koele plaats bewaren.
De koude-accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Indien aanwezig: Wachten tot de
rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met
een zachte doek en lauw water
met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel.
Attentie!
Het afwaswater mag niet in de
verlichting of via het afvoergat in het
verdampingsgedeelte terechtkomen.
6. Deurafdichting afvegen met schoon
water en goed afdrogen.
7. Apparaat weer aansluiten,
inschakelen en levensmiddelen
inruimen.
nl Luchtjes
94
Schoonmaken van het
interieur
De variabele onderdelen uit het
apparaat nemen.
~ "Uitrusting" op pagina 86
Dooiwatergoot
~ Afb. .
De dooiwatergoot en het afvoergat
regelmatig reinigen met wattenstaafjes
o.i.d., zodat het dooiwater goed kan
weglopen.
Legplateau boven de groentelade
~ Afb. /
1. Groentelade uittrekken.
2. Legplateau verwijderen en ter
reiniging uit elkaar nemen.
l Luchtjes
Luchtjes
Als u onaangename luchtjes ruikt:
1. Apparaat uitschakelen met
de Aan/Uit-toets %.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat
halen.
3. De binnenruimte
reinigen.~ "Schoonmaken"
op pagina 93
4. Alle verpakkingen reinigen.
5. Sterk ruikende levensmiddelen
luchtdicht verpakken om luchtjes te
voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen inruimen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw
luchtjes zijn ontstaan.
9 Verlichting
Verlichting
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Alleen de klantenservice of een
geautoriseerde vakman mag de
verlichting repareren.
> Geluiden
Geluiden
Normale geluiden
Brommen: Er loopt een motor, bijv.
koelaggregaat, ventilator.
Borrelen, zoemen of gorgelen:
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden: Motor, schakelaar of
magneetventielen schakelen in/uit.
Gekraak: automatische ontdooiing
wordt uitgevoerd.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas: Het
apparaat met behulp van een waterpas
stellen. Indien nodig er iets
onderleggen.
Lades, legplateaus of flessenrekken
wiebelen of klemmen: Uitneembare
uitrustingsonderdelen controleren en
eventueel opnieuw aanbrengen.
Flessen of serviesgoed raken elkaar:
Flessen of schalen uit elkaar zetten.
Storingen, wat te doen? nl
95
3 Storingen, wat te doen?
Storingen, wat te doen?
Controleer aan de hand van deze tabel of u de storing zelf kunt verhelpen, voordat
u de klantenservice belt.
--------
De temperatuur wijkt erg af van de instelling.
Apparaat 5 minuten uitschakelen.
~ "Apparaat uitschakelen en buiten werking
stellen" op pagina 87
Wanneer de temperatuur te hoog is, de temperatuur
na een paar uur opnieuw controleren.
Wanneer de temperatuur te laag is, de temperatuur
de volgende dag opnieuw controleren.
Geen enkele indicatie brandt.
De stekker zit niet goed in het stopcontact. Stekker in het stopcontact steken.
De zekering is geactiveerd. Zekeringen controleren.
De stroom is uitgevallen. Controleren of er stroom is.
De indicatie geeft E... aan.
De elektronica heeft een fout geconstateerd. Contact opnemen met de klantenservice.
~ "Servicedienst" op pagina 96
Het apparaat koelt niet, de indicatie en verlichting branden.
Presentatielicht ingeschakeld. Zelftest starten.
~ "Servicedienst" op pagina 96
Na afloop van het programma schakelt het apparaat
weer over op het normale gebruik.
nl Servicedienst
96
4 Servicedienst
Servicedienst
Als het u niet lukt om de storing zelf te
verhelpen, kunt u contact opnemen met
onze klantenservice. Wij vinden altijd
een passende oplossing, ook om een
onnodig bezoek van de monteur te
voorkomen.
De contactgegevens van de
dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u
hier of in de lijst met
Servicedienstadressen.
Vermeld bij het telefoongesprek a.u.b.
het fabrikaatnummer (E-Nr.) en het
productnummer (FD), die u op het
typeplaatje vindt.
Vertrouw op de competentie van de
fabrikant. U bent er dan van verzekerd
dat de reparatie door ervaren technici
wordt uitgevoerd die gebruik maken van
de originele reserveonderdelen voor uw
apparaat.
Zelftest apparaat
Uw apparaat beschikt over een
zelftestprogramma dat fouten aangeeft,
die uw klantenservice kan verhelpen.
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen.
3. Binnen de eerste 10 seconden na
het inschakelen de toets super
3 ... 5 seconden indrukken en
ingedrukt houden.
Het zelftestprogramma start. Terwijl
de zelftest wordt uitgevoerd, klinkt
ondertussen een lang
geluidssignaal.
Als na afloop van de zelftest
2 geluidssignalen klinken en de
ingestelde temperatuur wordt
weergegeven: uw apparaat is in
orde.
Als na afloop van de zelftest
5 geluidssignalen klinken en de
toets super 10 seconden knippert:
contact opnemen met de Service.
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
Verzoek om reparatie en
advies bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
--------
Garantie
Meer informatie over de garantieperiode
en de garantievoorwaarden in uw land
zijn verkrijgbaar bij uw klantenservice,
uw speciaalzaak en op onze website.
NL 088 424 4040
B 070 222 143
!
"
&KHHVH
&KHHVH
+
3
;
C
K



&
$ODUP
6XSHU



#
+
6XSHU$ODUP
#$
%&
'(
)*
+,
-.
/
1
2
3
4
5
6
*9001066495*
9001066495
(9901)
de, en, fr, it, nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103

Neff KI2523F30 de handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
de handleiding

Gerelateerde papieren