Electrolux EN3400AOW Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

EN3400AOX
EN3400AOW
................................................ .............................................
NL KOEL-VRIESCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3. BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8.
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
9. GELUIDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
10.
TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
11. MILIEUBESCHERMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele
ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd.
Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult
krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.electrolux.com
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
In het belang van uw veiligheid en om een
correct gebruik te kunnen waarborgen is
het van belang dat u, alvorens het appa-
raat te installeren en in gebruik te nemen,
deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips
en waarschuwingen, grondig doorleest.
Om onnodige vergissingen en ongevallen
te voorkomen is het belangrijk ervoor te
zorgen dat alle mensen die het apparaat
gebruiken, volledig bekend zijn met de
werking ervan en de veiligheidsvoorzienin-
gen. Bewaar deze instructies en zorg er-
voor dat zij bij het apparaat blijven als het
wordt verplaatst of verkocht, zodat ieder-
een die het apparaat gedurende zijn hele
levensduur gebruikt, naar behoren is geïn-
formeerd over het gebruik en de veiligheid
van het apparaat.
Voor de veiligheid van mensen en eigen-
dommen dient u zich aan de voorzorgs-
maatregelen uit dit instructieboekje te
houden, de fabrikant is niet verantwoor-
delijk voor schade die door het niet opvol-
gen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
1.1 Veiligheid van kinderen en
kwetsbare mensen
Dit apparaat is niet bedoeld voor ge-
bruik door personen (waaronder begre-
pen kinderen) met verminderde fysieke,
zintuiglijke vermogens of een gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij dit onder
toezicht gebeurt van een voor hun vei-
ligheid verantwoordelijke persoon of
tenzij zij van een dergelijke persoon in-
structie hebben ontvangen over het ge-
bruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voor-
komen dat ze met het apparaat gaan
spelen.
Houd alle verpakkingsmateriaal buiten
het bereik van kinderen. Gevaar voor
verstikking.
Als u het apparaat afdankt trek dan de
stekker uit het stopcontact, snij de voe-
dingskabel door (zo dicht mogelijk bij
het apparaat) en verwijder de deur om
te voorkomen dat kinderen een elektri-
sche schok krijgen of zichzelf in het ap-
paraat opsluiten.
Als dit apparaat, dat voorzien is van een
magnetische deursluiting, een ouder
apparaat vervangt, dat voorzien is van
een veerslot (slot) op de deur of het
deksel, zorg er dan voor dat u het slot
onbruikbaar maakt voordat u het oude
apparaat weggooit. Dit voorkomt dat
kinderen er in opgesloten kunnen ra-
ken.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaan-
de als ingebouwde modellen.
Dit apparaat is bedoeld voor het bewa-
ren van levensmiddelen en/of dranken
in een gewoon huishouden, zoals uitge-
legd in dit instructieboekje.
Gebruik geen mechanische hulpmidde-
len of kunstgrepen om het ontdooipro-
ces te versnellen.
Gebruik geen andere elektrische appa-
raten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koel-
kasten, tenzij ze voor dit doel goedge-
keurd zijn door de fabrikant.
Let op dat u het koelcircuit niet bescha-
digt.
Het koelmiddel isobutaan (R600a) be-
vindt zich in het koelcircuit van het ap-
paraat, dit is een natuurlijk gas dat wel-
iswaar milieuvriendelijk is, maar ook ui-
terst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het
koelcircuit tijdens transport en installatie
van het apparaat niet beschadigd zijn
geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is:
open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
de ruimte waar het apparaat zich be-
vindt grondig ventileren
Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
brengen in de specificaties of dit pro-
duct op enigerlei wijze te modificeren.
Een beschadigd netsnoer kan kortslui-
ting, brand en/of een elektrische schok
veroorzaken.
NEDERLANDS 3
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (net-
snoer, stekker, compressor) mo-
gen om gevaar te voorkomen uit-
sluitend worden vervangen door
een erkende onderhoudsdienst of
gekwalificeerd onderhoudsperso-
neel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd
worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker
niet platgedrukt of beschadigd
wordt door de achterkant van het
apparaat. Een platgedrukte of be-
schadigde stekker kan oververhit
raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker
van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem
dan niet in het stopcontact. Dan
bestaat er een risico op een elektri-
sche schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken
zonder het afdekkapje (indien van
toepassing) van het lampje.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
als u het apparaat verplaatst.
Haal geen artikelen uit het vriesvak en
raak ze niet aan als uw handen vochtig/
nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of
vrieswonden veroorzaken.
Stel het apparaat niet langdurig bloot
aan direct zonlicht.
De eventuele gloeilampen in dit appa-
raat zijn speciaal geselecteerd en uit-
sluitend bedoeld voor gebruik in huis-
houdelijke apparaten. De lampjes zijn
niet geschikt voor de verlichting van
ruimtes.
1.3 Dagelijks gebruik
Zet geen hete potten op de kunststof
onderdelen in het apparaat.
Bewaar geen brandbare gassen of
vloeistoffen in het apparaat, deze kun-
nen ontploffen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen
de luchtopening in de achterwand. (Als
het apparaat rijpvrij is)
Diepgevroren voedsel mag niet op-
nieuw worden ingevroren als het een-
maal ontdooid is.
Bewaar voorverpakte diepvriesproduc-
ten volgens de aanwijzingen van de fa-
brikant.
U dient zich strikt te houden aan de
aanbevelingen van de fabrikant van het
apparaat met betrekking tot het bewa-
ren van voedsel. Raadpleeg de betref-
fende aanwijzingen.
Leg geen koolzuurhoudende of mous-
serende dranken in de vriezer, deze
veroorzaken druk op de fles die daar-
door kan ontploffen, dit kan schade
toebrengen aan het apparaat.
IJslollies kunnen vrieswonden veroorza-
ken als ze rechtstreeks vanuit het appa-
raat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Maak het apparaat niet schoon met
metalen voorwerpen.
Gebruik geen scherpe voorwerpen om
ijs van het apparaat te krabben. Ge-
bruik een kunststof schraper.
Controleer de afvoer in de koelkast re-
gelmatig op dooiwater. Maak de afvoer,
indien nodig, schoon. Als de afvoer ver-
stopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit
dienen de instructies in de desbe-
treffende paragrafen nauwgezet te
worden opgevolgd.
Pak het apparaat uit en controleer of er
beschadigingen zijn. Sluit het apparaat
niet aan als het beschadigd is. Meld
mogelijke beschadigingen onmiddellijk
bij de winkel waar u het apparaat ge-
kocht heeft. Gooi in dat geval de ver-
pakking niet weg.
Wij adviseren u om 4 uur te wachten
voordat u het apparaat aansluit, dan
kan de olie terugvloeien in de compres-
sor.
Rond het apparaat dient adequate
luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot
oververhitting leiden. Om voldoende
ventilatie te verkrijgen de instructies met
betrekking tot de installatie opvolgen.
4
www.electrolux.com
De achterkant dient zo mogelijk tegen
een muur geplaatst te worden, teneinde
te voorkomen dat hete onderdelen
(compressor, condensator) aangeraakt
kunnen worden en brandwonden ver-
oorzaken.
Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren
of kooktoestellen geplaatst worden.
Verzeker u ervan dat de stekker bereik-
baar is nadat het apparaat geïnstalleerd
is.
Aansluiten op de drinkwatervoorziening
(indien voorzien van een wateraanslui-
ting).
1.6 Onderhoud
Alle elektrotechnische werkzaamheden
die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren
van onderhoud aan het apparaat, die-
nen uitgevoerd te worden door een ge-
kwalificeerd elektricien of competent
persoon.
Dit product mag alleen worden onder-
houden door een erkend onderhouds-
centrum en er dient alleen gebruik te
worden gemaakt van originele reser-
veonderdelen.
1.7 Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen
die de ozonlaag kunnen beschadi-
gen, niet in het koelcircuit en
evenmin in de isolatiematerialen.
Het apparaat mag niet worden
weggegooid bij het normale huis-
houdelijke afval. Het isolatie-
schuim bevat ontvlambare gas-
sen: het apparaat moet wegge-
gooid worden conform de van
toepassing zijnde regels die u bij
de lokale overheidsinstanties kunt
verkrijgen. Voorkom beschadiging
aan de koeleenheid, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisse-
laar. De materialen die gebruikt
zijn voor dit apparaat en die voor-
zien zijn van het symbool
zijn
recyclebaar.
NEDERLANDS 5
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3 5 6 741
891011
2
1
Fruitlades
2
Glazen planken
3
Flessenrek
4
Thermostaat
5
Boterschap
6
Deurplateau
7
Flessenrek
8
Vriesmand
9
Vriesmand
10
Vriesmand
11
Typeplaatje
3. BEDIENING
3.1 Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op een gemid-
delde stand.
3.2 Uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand
"O" om het apparaat uit te schakelen.
3.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch gere-
geld.
Ga als volgt te werk om het apparaat in
werking te stellen:
draai de thermostaatknop op een lage-
re stand om de minimale koude te ver-
krijgen.
6
www.electrolux.com
draai de thermostaatknop op een hoge-
re stand om de maximale koude te ver-
krijgen.
Een gemiddelde instelling is over
het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen
worden rekening houdend met het feit dat
de temperatuur in het apparaat afhankelijk
is van:
de omgevingstemperatuur
hoe vaak de deur geopend wordt
de hoeveelheid voedsel die bewaard
wordt
plaatsing van het apparaat.
Als de omgevingstemperatuur
hoog is of als het apparaat volle-
dig gevuld is en de thermostaat-
knop op de koudste instelling
staat, kan het apparaat continu
werken waardoor er ijs op de ach-
terwand gevormd wordt. In dat
geval moet de knop op een hoge-
re temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing mogelijk
te maken en zodoende het ener-
gieverbruik te beperken.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en voor het voor een
lange periode bewaren van ingevroren en
diepgevroren voedsel.
Om vers voedsel in te vriezen moet de ge-
middelde instelling veranderd worden.
Om het invriezen sneller te laten verlopen
moet u de thermostaatknop echter op
een hogere stand instellen om de maxi-
male koude te kunnen verkrijgen.
In deze omstandigheden kan de
temperatuur in de koelkast tot on-
der de 0°C dalen. Als dat gebeurt
de thermostaatknop op een war-
mere stand instellen.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen
op het bovenste vak.
4.2 Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is in-
schakelt, dient u het apparaat minstens 2
uur op een hoge instelling te laten werken
voordat u er producten in plaatst.
IIn het geval van onbedoelde ont-
dooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen dan
de duur die op de kaart met tech-
nische kenmerken onder "tijds-
duur" is vermeld, moet het ont-
dooide voedsel snel geconsu-
meerd worden of onmiddellijk be-
reid worden en dan weer worden
ingevroren (nadat het afgekoeld
is).
4.3 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt,
voordat het gebruikt wordt, in het koelvak
of op kamertemperatuur laten ontdooien,
afhankelijk van de hoeveelheid tijd die
hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de be-
reiding iets langer duren.
NEDERLANDS 7
4.4 Temperatuurweergave
Thermostaat moet bijgesteld worden
Juiste temperatuur
OK
Om u te helpen uw apparaat correct te
bedienen, hebben we uw koelkast uitge-
rust met een temperatuurlampje.
Het symbool aan de zijkant duidt het
koudste deel van de koelkast aan.
Het koudste deel is het deel van de gla-
zen legplank van de fruit- en groentenlade
tot aan het symbool of tot de legplank ter
hoogte van het symbool.
Om ervoor te zorgen dat het voedsel op
de juiste manier bewaard wordt, zorg er-
voor dat het temperatuurlampje het be-
richt "OK" weergeeft.
Indien "OK" niet wordt weergegeven, stel
dan de temperatuur in op een lagere tem-
peratuur en wacht 12 uur alvorens de
temperatuur nogmaals te controleren.
Het is normaal dat het bericht "OK" ver-
dwijnt nadat u voedsel in het apparaat ge-
plaatst hebt of na herhaaldelijk openen
van de deur.
4.5 Het plaatsen van de deurplateaus
1
2
Om het bewaren van voedselpakketten
van verschillende afmetingen mogelijk te
maken, kunnen de schappen op verschil-
lende hoogtes worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren,
gaat u als volgt te werk:
trek het schap geleidelijk in de richting van
de pijlen totdat het los komt en plaats het
schap op een andere gewenste hoogte
terug.
Verwijder het grote onderste deur-
schap niet om een goede luchtcir-
culatie te garanderen.
4.6 Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de le-
grekken op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Sommige schappen moeten aan de ach-
terkant worden opgetild om ze te kunnen
verwijderen.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
8
www.electrolux.com
4.7 Flessenrek
Plaats de flessen (met de openingen naar
voren gericht) in het voorgeplaatste
schap.
Als het schap horizontaal ge-
plaatst is, mogen alleen afgesloten
flessen worden neergezet.
Dit schap voor een flessenhouder kan
worden gekanteld om vooraf geopende
flessen te bewaren. Trek hiervoor de hou-
der omhoog zodat deze omhoog draait
en op het niveau erboven kan worden ge-
plaatst.
4.8 De vriesmanden uit de vriezer halen
2
1
De vriesmandjes hebben een limietstop
om te voorkomen dat ze per ongeluk ver-
schuiven of vallen. Trek de korf naar u toe
om het uit de vriezer te halen, tot het niet
verder kan, verwijder de korf door de
voorkant naar boven te kantelen.
Bij het terugzetten tilt u de voorkant van
de korf een beetje op en schuift u hem
gekanteld in de vriezer. Zodra het mandje
over de eindpunten heen is, kunt u hem
terug op zijn plaats schuiven.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
5.1 Normale bedrijfsgeluiden
U kunt een zwak gorgelend en borre-
lend geluid horen wanneer het koelmid-
del door leidingen wordt gepompt. Dat
is normaal.
Als de compressor aan staat, wordt het
koelmiddel rondgepompt en dan zult u
een zoemend en kloppend geluid van
de compressor horen. Dat is normaal.
De thermische uitzetting kan een plot-
seling krakend geluid veroorzaken. Dit
is een natuurlijk, niet gevaarlijk fysisch
verschijnsel. Dat is normaal.
Als de compressor in- of uitgeschakeld
wordt, zult u een zacht "klikje" van de
thermostaat horen. Dat is normaal.
5.2 Tips voor energiebesparing
De deur niet vaker openen of open la-
ten staan dan strikt noodzakelijk.
Als de omgevingstemperatuur hoog is,
de thermostaatknop op een lage tem-
NEDERLANDS 9
peratuur staat en het apparaat volledig
gevuld is, kan de compressor continu
aan staan waardoor er ijs op de ver-
damper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u
de thermostaatknop naar een warmere
instelling om de koelkast automatisch
te laten ontdooien en zo elektriciteits-
verbruik te besparen.
5.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
Zet geen warm voedsel of verdampen-
de vloeistoffen in de koelkast
dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
5.4 Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten) in plastic zakken ver-
pakken en op het glazen schap leggen,
boven de groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze ma-
nier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz.:
deze moeten afgedekt worden en mogen
op willekeurig welk schap gezet worden.
Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig
schoongemaakt worden en in de speciaal
daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst wor-
den.
Boter en kaas: dit moet in speciale lucht-
dichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie
of plastic zakjes gewikkeld worden om
zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop
hebben en opgeslagen worden in het fles-
senrek in de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook,
indien niet verpakt, mogen niet in de koel-
kast bewaard worden.
5.5 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het in-
vriesproces te maken, volgen hier een
paar belangrijke tips:
de maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden. is ver-
meld op het typeplaatje;
het invriesproces duurt 24 uur. Voeg
gedurende deze periode niet meer in te
vriezen voedsel toe;
vries alleen vers en grondig schoonge-
maakte levensmiddelen van uitstekende
kwaliteit in;
bereid het voedsel in kleine porties
voor, zo kan het snel en volledig wor-
den ingevroren en zo kunt u later alleen
die hoeveelheid laten ontdooien die u
nodig heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel
niet tegen het al ingevroren voedsel, om
te voorkomen dat dit laatste warm
wordt;
smalle pakjes zijn makkelijker op te ber-
gen dan dikke; zout maakt voedsel
minder lang houdbaar;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd wordt, kan
het aan de huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is;
5.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat
te verkrijgen, dient u:
verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op geschik-
te wijze door de detailhandelaar werden
opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren levens-
middelen zo snel mogelijk van de winkel
naar uw vriezer gebracht worden;
de deur niet vaker te openen of open te
laten staan dan strikt noodzakelijk
als voedsel eenmaal ontdooid is, be-
derft het snel en kan het niet opnieuw
worden ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven bewaar-
periode.
10
www.electrolux.com
6. ONDERHOUD EN REINIGING
6.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en de
interne accessoires met lauwwarm water
en een beetje neutrale zeep om de typi-
sche geur van een nieuw product weg te
nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen. Deze beschadi-
gen de lak.
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshan-
deling dan ook verricht, de stekker
uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat
bevat koolwaterstoffen; onder-
houd en herladen mag alleen uit-
gevoerd worden door bevoegde
technici.
6.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te verze-
keren dat ze schoon zijn en vrij van res-
tjes zijn.
spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of ka-
bels aan de binnenkant van de
kast en verplaats of beschadig ze
niet.
Gebruik nooit schoonmaakmidde-
len, schuurpoeders, erg geparfu-
meerde reinigingsproducten en
waspolijstmiddelen om de binnen-
kant schoon te maken, aangezien
deze het oppervlak beschadigen
en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de
compressor op de achterkant van het ap-
paraat schoon met een borstel of stofzui-
ger. Deze handeling zal de prestatie van
het apparaat verbeteren en het elektrici-
teitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem
niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers
bevatten chemicaliën die de kunststoffen
die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen
aantasten/beschadigen. Daarom wordt
het aanbevolen de buitenkant van dit ap-
paraat alleen schoon te maken met warm
water met een beetje afwasmiddel.
Steek, na het schoonmaken van het ap-
paraat, de stekker weer in het stopcon-
tact.
6.3 Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressor-
motor tijdens normale werking stopt, au-
tomatisch van de verdamper van het koel-
vak verwijderd. Het dooiwater loopt via
een afvoergaatje in een speciale opvang-
bak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het
verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het koel-
vak regelmatig schoon te maken om te
voorkomen dat het water overloopt en op
het voedsel in de koelkast gaat druppe-
len.
NEDERLANDS 11
6.4 De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien, de temperatuur-
regelaar op een hogere stand, om
voldoende koudereserve op te
bouwen voor de onderbreking tij-
dens de werking.
Volg onderstaande aanwijzingen om de
rijp te verwijderen:
1.
Het apparaat uitschakelen
2.
Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen kranten-
papier en leg het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met
natte handen aan. Uw handen
kunnen dan aan de producten
vastvriezen.
3.
Laat de deur open staan en steek de
kunststof schraper in de daarvoor be-
doelde opening in het midden van de
bodem, plaats er een opvangbak on-
der om het dooiwater op te vangen.
Om het ontdooiproces te versnel-
len kunt u een bak warm water in
het vriesvak zetten. Verwijder bo-
vendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4.
Na afloop van het ontdooien de bin-
nenkant grondig droog maken en de
schraper bewaren voor toekomstig
gebruik.
5.
Schakel het apparaat in.
6.
Zet het eerder verwijderde voedsel na
twee tot drie uur terug in het vriesvak.
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmid-
delen om de rijp van de verdamper te
krabben, deze zou beschadigd kunnen
raken.
Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te ver-
snellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Een temperatuurstijging tijdens het ont-
dooien van de ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd verkorten.
12
www.electrolux.com
7. PROBLEEMOPLOSSING
LET OP!
Voordat u storingen opspoort, de
stekker uit het stopcontact trek-
ken.
Het opsporen van storingen die
niet in deze handleiding vermeld
zijn, dient te worden verricht door
een gekwalificeerd technicus of
deskundig persoon.
Bij de werking van het apparaat
zijn bepaalde geluiden te horen
die heel normaal zijn (compressor-
en circulatiegeluid).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt
lawaai.
Het apparaat wordt niet
goed ondersteund.
Controleer of het apparaat
stabiel staat (alle vier de
voetjes moeten op de vloer
staan).
De compressor
werkt continu.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak open
gedaan.
Laat de deur niet langer
open staan dan noodzake-
lijk.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur voor-
dat u het opbergt.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Verlaag de kamertempera-
tuur.
Er loopt water over
de achterkant van
de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces ontdooit de
rijp tegen de achterwand.
Dit is normaal.
Er loopt water in de
koelkast.
De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer
schoon.
Producten verhinderen het
water om in de waterop-
vangbak te lopen.
Zorg ervoor dat de produc-
ten de achterwand niet ra-
ken.
Er loopt water over
de vloer.
De dooiwaterafvoer loopt
niet in de verdamperbak
boven de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
Er is te veel rijp en
ijs.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
NEDERLANDS 13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur in
het apparaat is te
laag.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
De temperatuur in
het apparaat is te
hoog.
De thermostaatknop staat
misschien niet goed.
Stel een lagere temperatuur
in.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur voor-
dat u het opbergt.
Er zijn veel producten te-
gelijk opgeborgen.
Berg minder producten te-
gelijk op.
De temperatuur in
de koelkast is te
hoog.
Er is geen koude luchtcir-
culatie in het apparaat.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa-
raat is.
De temperatuur in
het vriesvak is te
hoog.
Producten liggen te dicht
op elkaar.
Berg de producten zodanig
op dat er koude lucht kan
circuleren.
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is uitgescha-
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in
het stopcontact.
Het apparaat krijgt geen
stroom. Er staat geen
spanning op het stopcon-
tact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat aan op het stop-
contact. Neem contact op
met een gekwalificeerd
elektricien.
Het lampje werkt
niet.
Het lampje staat in stand-
by.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
Als het apparaat nog steeds niet naar be-
horen werkt na uitvoeren van de boven-
staande controles, neem dan contact op
met een onderhoudsdienst.
14
www.electrolux.com
7.1 Het lampje vervangen
1
2
Het apparaat is uitgerust met een LED-bin-
nenlampje dat een lange levensduur heeft.
1.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
2.
Druk het beweegbare deel in om de af-
dekking van het lampje (1) los te haken.
3.
Verwijder de afdekking van het lampje
(2).
4.
Vervang de lamp indien nodig door een
lamp met dezelfde eigenschappen en
vermogen. Aangeraden wordt om Os-
ram PARATHOM SPECIAL T26 0.8
Watt te gebruiken.
5.
Plaats de afdekking van het lampje te-
rug.
6.
Het apparaat aansluiten.
7.
Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
7.2 De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad-
pleeg "Montage".
3.
Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de klantenservice.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en
correcte werking van het apparaat
eerst de "veiligheidsinformatie"
aandachtig door, alvorens het ap-
paraat te installeren.
8.1 Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar
de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse die vermeld is op
het typeplaatje van het apparaat:
Kli-
maat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
NEDERLANDS 15
8.2 Locatie
A
B
100 mm
min
20 mm
Het apparaat moet ver van hittebronnen,
zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht
enz., vandaan worden geïnstalleerd. Zorg
er voor dat de lucht vrij kan circuleren aan
de achterkant van de kast. Als het appa-
raat onder een wandkast wordt geplaatst,
moet de minimale afstand tussen de bo-
venkant van de kast en de wandkast ten
minste 100 mm bedragen om optimale
prestaties te garanderen. Voor de beste
prestatie kunt u het apparaat echter beter
niet onder een wandkast zetten. De af-
stelbare voetjes aan de onderkant van het
apparaat garanderen een nauwkeurig ho-
rizontale uitlijning.
WAARSCHUWING!
De stroomtoevoer aan het appa-
raat moet verbroken kunnen wor-
den; de stekker moet daarom na
de installatie gemakkelijk toegan-
kelijk zijn.
8.3 Afstandhouders achterkant
2
4
3
1
U vindt de twee afstandhouders in de zak
van de gebruikershandleiding.
Volg deze stappen om de afstandhouders
te installeren:
1.
Draai de schroef los.
2.
Plaats de afstandhouder onder de
schroef.
3.
Draai de afstandshouder in de juiste
positie.
4.
Draai de schroeven opnieuw aan.
8.4 Nivellering
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas
staat wanneer u het plaatst. Deze stand
kan bereikt worden met de twee afstelba-
re voetjes die aan de voorkant en onder-
kant van het apparaat bevestigd zijn
16
www.electrolux.com
8.5 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het typepla-
tje overeenkomen met de stroomtoevoer
in uw huis.
Het apparaat moet geaard zijn. De net-
snoerstekker is voorzien van een contact
voor dit doel. Als het stopcontact niet ge-
aard is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in overeenstem-
ming met de geldende regels, raadpleeg
hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
De fabrikant neemt geen verantwoorde-
lijkheid op zich als de bovenstaande vei-
ligheidsmaatregelen niet worden nage-
leefd.
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlij-
nen.
8.6 Omkeerbaarheid van de deur
E
F
A
B
DC
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden
uitgevoerd, moet u zich ervan ver-
zekeren dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken.
Om de volgende handelingen uit
te voeren, raden we aan dit te
doen met de hulp van een tweede
persoon die de deuren van het
apparaat tijdens de werkzaamhe-
den stevig vasthoudt.
Om de draairichting van de deur te veran-
deren, gaat u als volgt te werk:
Open de deur. Schroef het middelste
scharnier (B) los. Verwijder het kunst-
stof afstandsstuk (A)
Verwijder de afstandsstukken (F) en
verplaats ze naar de andere kant van
het scharnier (E).
Verwijder de deuren.
Verwijder de linkerpen van het deksel
van het middelste scharnier (C, D) en
verplaats deze naar de andere kant.
Monteer de pen van het middelste
scharnier (E) in het linkergat van de on-
derste deur.
NEDERLANDS 17
Schroef het onderste scharnier los en
monteer het aan de andere kant.
A
C
B
Verwijder de afdekking m.b.v. het ge-
paste gereedschap. (A).
Schroef het onderste scharnier (B) en
het afstandsstuk (C) los en monteer ze
aan de andere kant.
Plaats de afdekking (A) aan de andere
kant.
A
C
B
Verwijder de afdekkingen (B). Verwijder
de afdekpennen (A).
Schroef de handgrepen (C) los en be-
vestig ze aan de tegenovergestelde zij-
de.
Zet de pennen (A) terug aan de andere
zijde.
Voer een eindcontrole uit en verzeker u
ervan dat:
Alle schroeven zijn aangedraaid.
De magnetische afdichtstrip vast zit aan
de kast.
De deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv.
in de winter), kan het zijn dat het deurrub-
ber niet precies op de kast past. Wacht in
dat geval tot de afdichting zich op een na-
tuurlijke wijze zet.
Als u bovenstaande handelingen liever
niet zelf uitvoert, neem dan contact op
met de dichtstbijzijnde klantenservice. Een
vakman van de klantenservice zal de
draairichting van de deuren op uw kosten
veranderen.
18
www.electrolux.com
9. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden
(compressor, koelmiddelcirculatie).
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRRR!
OK
CLICK!
CLICK!
BRRR!
BRRR!
BLUBB!
BLUBB!
NEDERLANDS 19
HISSS!
HISSS!
SSSRRR!
SSSRRR!
CRACK!
CRACK!
20
www.electrolux.com
10. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting
Hoogte 1750 mm
Breedte 595 mm
Diepte 658 mm
maximale bewaartijd bij
stroomuitval
20 h
Voltage 230-240 V
Frequentie 50 Hz
De technische gegevens staan op het ty-
peplaatje aan de linker binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool
niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS 21
22
www.electrolux.com
NEDERLANDS 23
www.electrolux.com/shop
280150724-A-222012
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Electrolux EN3400AOW Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor