ZANKER KRG5610W Handleiding

Categorie
Ovens
Type
Handleiding
36
INHOUD
Ter attentie van de gebruiker Ter attentie van de installateur
Belangrijke waarschuwing
Beschrijving van het apparaat
Het gebruiken van uw fornuis
Gebruiksaanwijzing
Bakgids
Onderhoud en reiniging
Storingen
21
23
24
29
30
31
32
Technische kenmerken
Veiligheidseisen
Installatie
Gas wisselen
33
34
34
36
Raadgeving voor het lezen van de gebruiksaanwijzing
De volgende symbolen begeleiden u tijdens het lezen van de
gebruiksaanwijzing.
Veiligheidsaanwijzing
Beschrijving van de operaties stap voor stap
Aanwijzingen en aanbevelingen
Voorlichting over miIieubescherming
36
BELANGRIJKE WAARSCHUWING
Houd de gebruiksaanwijzing samen met uw
apparaat. Als het apparaat aan een andere
persoon verkocht of gegeven zal worden, dient
de gebruiksaanwijzing met het gasfornuis samen
te blijven. Dan zal de nieuwe gebruiker op de
hoogte zijn van de werking ervan en van de
waarschuwing erover. Deze waarschuwingen zijn
opgesteld voor uw veiligheid en voor de
veiligheid van de persoon die uw gasfornuis
mogelijk kan kopen.
Gebruik
Dit apparaat werd ontworpen om uitsluitend
door volwassenen gebruikt te worden. Houd
kinderen uit de buurt van het apparaat. Het
gasfornuis is geen speelgoed!
Na aankoop van het apparaat pak het uit en
controleer zijn buitenkant. De eventuele
klachten moeten op de Ieveringsfactuur
geschreven worden die bewaard dient te
blijven.
Uw apparaat is bestemd voor een normaal
huishoudelijk gebruik. Dit gasfornuis moet niet
gebruikt zijn voor industriële of commerciële
doeleinden waarvoor het niet ontworpen is.
Het wijzigen van de technische kenmerken
van dit apparaat kan gevaarlijke gevolgen
hebben.
Voor het eerste gebruik van het gasfornuis
schakelt u de oven aan ten einde de geur van
het beschermmateriaal en het vet
aangebracht ter bescherming tijdens de
vervaardiging te verwijderen:
- Til het deksel op,
- Verwijder de accessoires uit de oven,
- Verwijder de eventuele plakkers,
advertentieplaatjes, het beschermlaagje van de
deksels van de gasbranders,
- Stok de oven ongeveer 45 minuten.
Tijdens het uitvoeren van deze operatie zal uw
apparaat roken. Lucht de kamer om de geur en
de rook daarvan te verwijderen.
Reinig de accessoires van de oven met een
zacht schoonmaakmiddel. Spoel en droog
zorgvuldig af.
Het gebruik van een gasfornuis veroorzaakt
warmte en vochtigheid in de kamer waarin dit
apparaat geplaatst is. Pas op dat de keuken
gelucht is: houd er de openingen voor de
naturele ventilatie open of installeer een
ventilator.
Plaatst geen voorwerpen ( doeken, aluminium
folies) op de kookplaat wanneer de
gasbranders in werking zijn.
Voor bet optillen van het deksel, moet u het
reinigen.
Wanneer de oven in werking is, dient het
deksel opgetild te zijn.
Voor het sluiten van het deksel, draai alle
gasbranders uit en wacht erop dat de
kookplaat koud wordt om beschadigingen te
voorkomen.
Verander de gastoevoerslang voor de
vermelde datum waarop zijn garantie vervalt.
Gebruik geen propaangascilinder in uw
keuken of in een andere gesloten ruimte.
Houd kinderen uit de buurt van uw gasfornuis
wanneer dit in werking is. Zo voorkomt u dat
ze zich verbranden aan de hete kookplaat of
aan de buitenkant van de oven, of dat ze een
volle pot doen omvallen.
Pas op dat kinderen de bedieningsknoppen
van het appaarat niet verdraaien.
Voor het reinigen van het gasfornuis,
controleer of de aansluiting aan het gasnet
onderbroken is (alle knoppen moet op de
stand "uit" staan) en dat alle wanden genoeg
afgekoeld zijn.
Laat nooit de kookplaat werken zonder een
pan bovenop.
Voor juist koken en werken pas op dat het
gasfornuis altijd scboon blijift; tijdens het
bereiden van sommige gerechten, kunnen de
vetresten onaangename geuren afgeven .
Reinig uw toestel na elk gebruik om een
goede werking ervan te verzekeren
Gebruik geen stoom - of hogedrukreinigers
voor het reinigen van de oven (maatregelen in
verband met de electrische veiligheid)
Voor het intensieve en langdurige gebruik van
uw apparaat is het aan te bevelen een
aanvullende Iuchtverversing te verzekeren
door het openen van de ramen of een
efficiënte Iuchtverversing te bereiken door het
vergroten van het vermogen van de ventilator
als deze geïnstalleerd is.
Als u een electrisch toestel in de nabijheid
van uw gasfornuis gebruikt (bijvoorbeeld een
electrische mixer), pas dan op dat de
aansluitkabel van dit toestel niet in contact
komt met de warme oppervlakte van het
gasfornuis of in de deur van de oven
geblokkeerd wordt.
Pas op waneer u gerechten in olie of vet kookt
(frieten, oliebollen): olie en vetten kunnen
onmiddelijk vlam vatten als ze oververhit
worden.
Gebruik geen potten die ongelijke bodems
hebben of die niet stevig zijn: het voedsel
daarin kan spatten en lichamelijke Ietsels
veroorzaken.
Verplaats nooit uw gasfornuis door aan de
deur van de oven te trekken.
36
Behalve de samen met uw gasfornuis
geleverde accessoires, gebruikt u alleen
hittebestendige pannen,
schalen,.. . (neem de
raadgeving van de fabrikant in acht).
Bewaar geen schoonmaakmiddelen of
ontvlaambare materialen in de lade ( indien
uw gasfornuis van een lade voorzien is) of in
de buurt van uw apparaat.
Op de geopende deur van de oven:
- zet geen zware voorwerpen neer,
- pas op dat kinderen er niet op klimmen of
gaan zitten.
Wanneer u kookgerei binnen of buiten de
oven wilt doen, raakt u geen oververhitte
elementen aan en gebruikt u hittebestendige
handschoenen.
Leg nooit aluminium papier direct op de
bodem van de oven; de opgehoopte warmte
kan het email ervan beschadigen.
Gebruik nooit de druippan als bakplaat.
Laat nooit de deur van het apparaat geopend
wanneer het in werking of nog warm is, ter
bescherming van de bedieningsknoppen .
Een gasbrander moet een regelmatige vlam
hebben. U moet overdreven luchtstroming
vermijden. Als de vlam nog onregelmatig is,
maak de gasbrander schoon. Als de
onregelmatigheid niet verdwijnt, bel de
bevoegde servicedienst.
Pas op dat alle draaiknoppen op de stand "uit"
staan na het gebruik van het gasfomuis .
Installatie
Het installeren van uw apparaat moet door
een bevoegde vakman uitgevoerd zijn.
De storingen van uw gasfornuis dienen
uitsluitend door een erkende servicedienst
hersteld te worden. Een onjuiste herstelling
kan serieuze beschadigingen eraan
veroorzaken.
Lees aandachtig deze opmerkingen door voor
het gebruiken en het opstellen van dit apparaat.
Wij danken u voor het vertrouwen dat u met de
aankoop van uw gasfornuis in ons hebt gesteld.
We zijn niet verantwoordelijk voor een verkeerd
gebruik van dit apparat of indien de gebruiker
geen rekening met de veiligheidsnormen houdt.
Neem de regels voor het onderhouden en het
reinigen van het gasfornuis in acht.
Milieubescherming
De recycleerbare materialen zijn met het
symbool
aangeduid. Plaats ze in ruimten
bestemd voor het ophalen hiervan.
36
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Het bedieningspaneel
3
2
45
1
2
3
5
7
6
1
8
4
1. Draaiknop van de oven/grill.
2. Draaiknop van de gasbrander voor links.
3. Draaiknop van de gasbrander achter links.
4. Draaiknop van de gasbrander achter rechts.
5. Draaiknop van de gasbrander voor rechts.
De kookplaat
2
1
3
4
1. De gasbrander voor links (halfsnel)
2. De gasbrander achter links (halfsnel)
3. De gasbrander achter rechts (hulpbrander)
4. De gasbrander voor rechts (snel)
36
HET GEBRUIK VAN UW GASFORNUIS
1. De oven
In gebruikname
Voor het eerste gebruik van uw oven,
laat hem een keer verwarmen wanneer
deze leeg is. Zorg ervoor dat de kamer
voldoend gelucht is:
GMV (Dc Gecontrolleerde Mechanische
Ventilatie moet in werking zijn of de
ramen dienen geopend te zijn.
Hoe kunt u doen?
1. Til het deksel op.
2. Verwijder de accessoires uit de oven.
3. Verwijder de plakkers, de
advertentieplaatjes, de beschermfilm van de
deksels van de gasbranders.
4. Verwarm de oven omstreeks 45 minuten
door het draaien van de knop de oven naar
de maximale stand.
Reinig de accessoires van de oven met een
zacht schoonmaakmiddel. Spoel en droog
zorgvuldig af.
De deur is warm wanneer de oven in
werking is. Houd kinderen uit de buurt
van het gasfornuis.
Wanneer de oven in werking is, moet
het deksel opgetild zijn om de
oververhitting te vermijden.
Gebruik
De oven kan gebruikt worden om traditioneel te
koken of in Grill mode. Die twee modes kunnen
niet samenlijk gebruik zijn.
De gasbrander van de oven is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging. Indien de vlam toevalig
gedoofd is ( heftige Iuchtstromen, het
overstromen van een vloeistof,..) sluit de
beveiligingthermokoppel de gastoevoer van de
gasbrander van de oven af.
36
U moet de gasbrander van de oven
uitdraaien en de grill aanzetten om van het
traditionele koken naar het koken met
behulp van de grill te overgaan.
Met behulp van de draaiknop van de oven /
grill kunt u de geschikte kooktemperatuur
kiezen en de grill doen werken.
"Uit"-stand
Volle vloed ( maximaal branden).
Vertraagde vloed (minimaal branden).
Dit symbool wijst op de stand "grill".
Het aanzetten van de gasbrander
van de oven
1. Doe de ovendeur open en til het
beschermdeksel van de stookopening
op.
2. Breng een vlam in de nabijheid van de
gasbrander van de oven (tekening 1).
3. Druk op de knop van de oven en draai
hem tegen de richting van de wijzers van
de klok naar de "grote vlam"- stand
(tekening 2).
4. Wanneer de gasbrander aangezet is,
houd de knop omstreeks 10 seconden
ingedrukt om de thermokoppel-
beveiliging van de oven in te stellen. Als
de gasbrander niet brandt, draai de knop
op de stand "uit" en na een minuut
herhaal de operatie door het drukken op
de knop 15 seconden maximum.
5. Sluit de ovendeur.
6. Warm de oven 10 minuten op en draai
de draaiknop naar de gewenste stand.
Voordat u sommige voedingsmiddelen in de
oven doet (bijvoorbeeld rood vlees), dient u
het te doen stoken wanneer dit leeg is. De
instelling van de draaiknop moet dezelfde
zijn als de voor koken gekozen instelling.
Uitdraaien van de gasbrander
Draai de knop in de richting van de wijzers
van de klok naar de stand «
».
tekening 1
tekening 2
36
De grill
De bereikbare delen van het
gasfornuis kunnen verwarmen tijdens
het gebruik van de grill. Houd kinderen
uit de buurt van het apparaat. De grill
moet gebruikt worden met geopende
deur en de draaiplaat "A" geïnstalleerd .
De grillstand is bestemd voor het grillen van
vIees dat zacht blijft (rundvlees,
varkensvlees. ), het bruinen van toast of
gratineren van de bereide schotels die bij
voorkeur warm moeten zijn (het gratineren
van pasta, enz.)
Indien u vlees wil grillen acht er dan op
dat de druippan één niveau lager
ingeschoven wordt ten einde de vetten
en sappen te verzamelen.
A
tekening 3
Het aanzetten van de grill
1. Doe de deur open en trek de "A"-
draaiplaat uit (tekening 3).
2. Druk op de knop van de oven en draai
hem in de richting van de wijzers van de
klok tot de stand
en houd hem
ingedrukt.
3. Breng een vlam in de nabijheid van de
gasbrander ( tekening 4) 2 - 3 seconden
na het drukken op de knop.
4. Zorg ervoor dat de gasbander brandt en
houd de knop ongeveer 10 seconden
ingedrukt alvorens los te laten (voor het
instellen van de thermokoppel-
beveiliging).
Als de gasbrander niet aangestoken kan
worden, draai de knop naar de "uit"- stand en
herhaal de handeling na 1 minuut door
ingedrukt houden van de knop gedurende
max 15 seconden.
Het uitdraaien van de grill
Draai de gehikte draaiknop tegen de richting
van de wijzers van de klok naar de "uit" «
» stand.
tekening 4
Raadgeving voor het grillen
36
1. Uw oven dient 5 - 10 minuten
opgewarmd te worden op de "grill"
-
stand.
2. Als de grill warm is, plaatst de plaat
met het stuk vlees daarin op de
gewenste afstand van de grill. Houd het
stuk vlees daarop zolang het nodig is
om het gegrild te kunnen worden.
3. Schuif de druippan op een lagere trap .
4. Na het bruinen van een zijde van het
stuk vlees, draai het om zonder het
vlees door te boren. Zo voorkomt u
verlies van sappen.
5. Doe de tweede zijde grillen.
6. Strooi zout na het koken.
De kooktijd dient te worden bepaald in
functie van de breedte van het stuk vlees
zonder rekening te houden met het gewicht
ervan.
Raadgeving voor het gratineren
1. Het is aanbevolen uw oven op de
"grill
"-stand te laten verwarmen
(ongeveer 5 minuten).
2. Zet de plaat op het rooster neer en doe
ze samen schuiven tot de gewenste
afstand van de grill.
3. Laat de gerechten een paar minuten
lang rusten opdat de warmte van de grill
zich optimaal verspreiden kan.
36
Het draaispit
De bereikbare kanten van het
gasfornuis kunnen heet worden tijdens
het gebruik van het draaispit. Houd
kinderen uit de buurt van het gasfornuis.
Het draaispit dient gebruikt te worden
met geopend deur en de "A" draaiplaat
geïnstalleerd . Het spit en de steun ervan
worden heet na het koken. Gebruik
hittebestendige keukenhandschoenen.
Het gebruik van het draaispit?
1. Doe de ovendeur open en trek de
draaiplaat "A" uit (tekening 5).
2. Schuif een vork aan het spit alvorens het
vlees er op te schuiven.
3. Steek dan de tweede vork erin.
4. Blokeer de vorken met behulp van de
schroeven.
5. Monteer het handvat van het draaispit.
6. Steek de steun van het draaispit in de
opening van het frame bovenaan
( tekening 6).
7. Duw het draaispit in de opening van de
oven achteraan in het midden. Bevestig
alles aan het frame.
8. Schuif de druippan op een lagere trap.
Het aanzetten van het draaispit
1. Verwijder het handvat.
2. Draai de draaiknop van oven / grill naar
de
- stand.
3. Druk op de
toets (tekening 7).
4. Controleer of het spit draait.
5. Orn het stuk vlees uit de oven te halen,
draai de draaiknop van de oven / grill
naar de "uit" «
» stand.
6. Stop het draaispit door de
toets in
te drukken
.
7.
Plaats het handvat op de juiste stand.
8. Trek zachtjes aan het draaispit en haal
het samen met de druippan uit de oven.
9. Verwijder de haak met hittebestendige
handschoenen.
A
tekening 5
tekening 6
tekening 7
36
Ovenlamp
De oven is voorzien van een lamp bestemd
voor de controle van de spijzen tijdens het
koken.
U kunt deze aanzetten door het drukken op
de toets die op het bedieningspaneel
geplaatst is ( tekening 8).
Let op dat oven / grill draaiknop op de
"uit" «
» stand is na het gebruik van
oven of grill.
2. De gasbranders van de kookplaat
Door het draaien van de knop naar de op het
bedieningspanneel aangeduide standen, kunt
u het volgende bereiken (tekening 9) :
De stand "uit"
Volle vloed (gasbrander op de maximale
stand)
Vertraagde vloed (gasbrander op de
minimale stand)
Het is aan te bevelen de maxirnale vloed te
gebruiken voor het koken van gerechten de
vertraagde vloed voor het stoven ervan .
Kies altijd de standen tussen de volle en
verminderde vloed en nooit tussen de
standen die op volk vloed en "uit" wijzen.
tekening 8
tekening 9
Zorg ervoor dat de kookplaat
afgekoeld is alvorens het deksel te
sluiten ; zoniet kan het het deksel
beschagingen oplopen.
Het aanzetten van de gasbranders
op de kookplaat
1. Druk de knop en draai hem naar links tot
de stand "voIle vlam".
2. Breng een vlam in de nabijheid van de
gasbrander.
3. Stel de vlam in op de gewenste stand .
Het uitdraaien van de gasbranders
Draai de knop in de richting van de wijzers
van de klok naar de "uit" «
» - stand . Zo
wordt de beveiliging geinstalleerd.
Pas op dat geen kinderen in de
nabijheid van het apparaat zijn zolang dit
nog warm is. Zet geen voorwerpen of
voedingsmiddelen op de kookplaat neer,
die kunnen smelten .
Het kiezen van de gasbrander
36
Boven elke knop is er een symbool dat op
de betreffende gasbrander wijst.
Voor efficiënt koken gebruikt u pannen die
met de doorsnede van de gebruikte
gasbrander overeenkomen (tekening 4.)
Het is raadzaam het vermogen van de
gasbrander te verminderen wanneer het
kookpunt bereikt is.
Voor de efficiëntie van de gasbranders
dienen de deksels schoon te zijn; Resten
op de deksels kunnen onregematigheden
veroorzaken.
3. Accessoires
Behalve de met het gasfornuis geleverde
Juist gebruiken
Onjuist gebruiken
(energieverspilling)
fig. 10
36
accessoires, is het aan te bevelen alleen
schalen, keukengerei enz. die
hittebestendig zijn (neem de gebruiks-
aanwijzing van de fabrikant in acht) te
gebruiken.
Uw gasfornuis is voorzien van:
1. een rooster
Daarop kunt u het keukengerei neerzetten.
U moet de schaal in het midden van het
rooster plaatsen.
2. een aluminium blad voor gebakjes
3. een druippan
Deze is gebruikt voor het verzamelen van
het sap van het gegrilde vlees.
De druippan is niet bestemd voor het
gebruiken als bakplaat.
Haal de druippan uit de oven als deze niet
gebruikt is.
4. een bescherm plaat
Deze moet gebruikt zijn tijdens het grillen en
het braden aan het draaispit.
5. een draaispit samengesteld uit:
- twee vorken
- een spit
- een handvat
- een steun voor het draaispit
1
3
4
5
2
36
GEBRUIKSAANWIJZING
Het koken in de oven
Voor een economisch energiegebruik is
het raadzaam 5 minuten voor het einde
van de vastgestelde kooktijd het
gasfornuis uit te draaien. De warmte die
in de oven blijft kan aan de voltooiing van
het koken helpen.
De dichtheid, het geleidingsvermogen,
de kleur van het keukengerei kunnen een
invloed hebben op het koken.
Tijdens het koken zetten sommige
gerechten uit, daarom is het raadzaam
om geschikte pannen te gebruiken
waarvan één derde vrij te blijft.
Voor het vermijden van de vetspatten,
gebruikt u best braadschalen en schotels
met hoge randen, waarvan de randen
afmetingen evenredig zijn met het stuk
vlees dat geroosterd moet worden.
Doorboor het vel van het gevogelte en de
worstjes met een vork voor het koken. Zo
voorkomt u het barsten van het vel
ervan.
Om uw oven schoon te houden, zet een
aluminiumfolie neer tussen de pot en het
rooster. Zo zal de bodem van de oven
bescbermd zijn in geval van spatten.
Deze aluminiumfolie moet niet
volledig de oppervlakte van het
rooster bedekken.
Gebruik hittebestendige glazen borden
voor het gratineren en voor het bereiden
van de soufflés.
Voeg vetstoffen toe vlak voor het einde
van de kooktijd.
Plaatst geen aluminiumfolie direct
op de bodem van de oven ; anders zal
deze het email ervan beschadigen.
Wanneer de oven in werking is moet het
deksel opgetild zijn.
De invloed van het keukengerei op het
koken in de oven
U moet weten:
Aluminium potten en schotel van
aardewerk bewaren de vochtigheid in het
voedsel waardoor de onderkant van het
voedsel kan verbleken. Het is eerder
aangewezen ze te gebruiken voor
patisserie of om het gratineren.
Geëmailleerde schotels, glazen of
porceleienen potten drogen gerechten
eerder uit waardoor ze bruinen. Dit is
ideaal voor taarten, quiches en andere
gerechten met korst.
Het koken op de kookplaat
Kies altijd een pot die evenredig met de
doorsnede van de gebruikte gasbrander is.
Als u potten met een brede bodem wilt
gebruiken ( sterilisatiepot, marmeladepot,
wasketel, couscoussier...), plaatst u ze op
de achterkant van de kookplaat zodat de
bodem van de potten vast erop staat en de
rand van de kookplaat niet overschrijdt. Zo
voorkomt u dat de vlammen te hoog rijzen
en het bedieningspaneel oververhit wordt.
Voordat u het deksel sluit wacht
erop dat de bovenkant van de kookplaat
afkoelt. Zo voorkomt u de beschadiging
van het deksel.
Het braden op grill en aan spit
Laat de ovendeur open tijdens het
gebruik van de grill of het draaispit.
Houd er toezicht op.
36
ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u het fornuis reinigt, pas op
dat alle draaiknoppen op de stand: "uit"
staan
en het apparaat helemaal afgekoeld
is.
Gebruik geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen en
geen schuursponsjes voor het reinigen
van uw apparaat.
De gasbranders
Reinig de deksels van de gasbranders met
warm water en een zacht schoonmiddel en
verwijder alle resten erop. Gebruik nooit
water met azijn voor het reinigen van uw
gasfornuis .
De kronen van de gasbranders moeten
helemaal schoon zijn; verstoppingen kunnen
onregelmatigheden van de vlammen
veroorzaken.
Als u de gasbrander gedemonteerd heeft,
pas dan op dat de kronen en de deksels
juist geplaatst worden alvorens het fornuis
aan te zetten.
De hierbovengenoemde delen moeten
helemaal droog zijn.
Het bedieningspaneel, de draaiknoppen,
het geëmaileerde rooster, het deksel van
de kookplaat, de zijwanden van het
apparaat.
Gebruik een vochtig sponsje en zachte
schoonmiddelen, spoel en droog.
De bovenkant van
de kookplaat
Reinig het gasfornuis na elk gebruik met
behulp van een spons, warm water en een
zacht schoonmaakrniddel; vermijd het lekken
van het vloeistof in de gaatjes van de
kookplaten. Spoel en droog met een zacht
doekje. Laat vetspatten eerst weken in wat
schoonmaakmiddel. Nooit krassen. Gebruik
geen schurende- en agressieve
schoonmaakmiddelen omdat het glansemail
van de oppervlakte hierdoor kan beschadigd
worden. Het is aan te bevelen de
azijnvlekken, de druppels van citroensap en
de zuurtjes van de kookplaat te verwijderen.
Oven
36
De ovendeur is warm tijdens het
reinigen. Houd de kinderen uit de buurt
ervan.
Gebruikt u nooit de gasbranders
van do kookplaat wanneer uw de oven
reinigt.
Principe
De wanden van uw oven ( met uitzondering
van de bodem) zijn bedekt met een speciaal
poreus email dat er mat en grof uit ziet.
Onder invloed van de warmte neemt dit
email het vuil op en breekt het vanzelf af.
Reinig deze nooit met water of
reinigingsmiddelen. De ovenbodem bevat
geen poreus email ten einde deze te
reinigen in geval van overkoken. Deze dient
gereinigd te worden met behulp van een
sponsje en een zacht schoonmaakmiddel
voor de katalytische reiniging. Zo voorkomt
u het inbakken van vetresten.
Katalytische reiniging
Indien er veel vetresten (van gevogelte,
gegrilleerd vlees) ontstaan
,
is de tijd
wanneer de temperatuur hoog is, te kort en
het afbreken van alle resten onrnogelijk. In
dit geval, moeten devolgende handelingen
uitgevoerd worden na het koken:
1. Haal alle accessoires uit de oven ( het
rooster, de druippan),
2. Draai de draaiknop van de oven/grill naar
de maximale stand; laat dan de lege
oven 30 minuten lang verwarmen.
3. Draai dan de draaiknop van de oven/grill
naar de
-stand en laat de lege oven 5
minuten lang verwarmen.
36
In geval van een afgekoelde oven dient de
reiniging 45 minuten te duren.
Druppel geen schoonmaakmiddelen op
de met katalitisch email bedekte
oppervlakten.
Gebruik geen metalen sponsjes,
schurende- en agressieve produkten,
messen, schuursponsen die het email
kunnen beschadigen.
Het panoramavenster kan gedemonteerd
worden voor reiniging. Hiervoor dienen twee
schroeven losgedraait te worden (tekening
11).
Reiniging van de accessoires
Reinig ze met zeepoplossing; spoel en
droog ze zorgvuldig af.
tekening 11
36
STORINGEN
Het is aan te bevelen de volgende testen aan uw gasfornuis uit te voeren voordat u de
servicedienst belt. De storing kan een eenvoudige onregelmatigheid zijn die u kan zelf
herstellen.
Indien na het controleren van deze verschillende onderdelen de onregelmatigheid niet
verdwijnt, neem contact met de servicedienst.
Symptoom
Oplossing
Een gasbrander brandt niet.
Een gasbrander van de kookplaat of de
gasbrander van de oven brandt niet.
U bent ontevreden met de kookresultaten
De oven rookt
Controleer:
of de gastoevoer geopend is,
of de gasleiding juist geplaatst is,
of de gascilinder leeg is.
Controleer:
of de gasbrander juist gemonteerd is,
of de gasbrander niet vochtig is.
Controleer:
of de kooktijd juist ingesteld is,
het rooster juist op het vuur staat,
of geschikt keukengerei gebruikt wordt.
Controleer:
of de oven gereinigd moet zijn,
of de gerechten niet hebben gespat,,
of er vetresten op de wanden van de oven
zijn.
36
TER ATTENTIE VAN DE INSTALLATEUR
Veiligheidseisen
Controleer of het apparaat conform is
aan de normen van de lokale
gasdistributie ( de natuur en de druk van
het gas) voor de installatie ervan.
Dit apparaat moet geplaatst worden
alleen in een ruimte die genoeg gelucht
is.
De instellingseisen van dit apparaat zijn
vermeld op het typeplaatje ervan.
Dit apparaat heeft geen aansluiting aan
een afvoerbuis. Het opstellen en het
aansluiten aan het gasnet dienen
overeenkomstig de geldende normen
hiervoor uitgevoerd te zijn. U moet aan
ventilatiesnormen een bijzondere
aandacht schenken.
Dit gasfornuis is een X apparaat. Dat
betekent dat de meubelstukken die naast
dit gasfornuis staan niet de hoogte ervan
kunnen overschrijden. Deze norm is
bestemd voor het beschermen van de
meubelstukken.
De wanden dicht bij het apparaat moeten
van hittebestendige stoffen vervaardigd
of met dergelijke stoffen bedekt zijn.
Aansluiting aan het gasnet
Controleer doorsnede van de
gasleidingen geschikt zijn voor het
verzekeren van de gastoevoer
(Raadpleeg uw gasbedrijf).
Controleer of alle aansluitingen dicht zijn
Monteer een afsluitingskraan die
bereikbaar en zichtbaar moet zijn.
Indien u over een soepele gasslang
beschikt, dient deze bereikbaar en
zichtbaar te zijn. Hij moet niet achter het
apparaat geplaatst worden.
Vervang de soepele gasslang een beetje
voor het vervallen van de garantie ervan.
Aansluiting aan het electriciteitsnet
Controleer of:
het vermogen van de installatie
voldoende is
de voedingsdraden in goede staat
verkeren
de doornsnede van de voedingsdraden
overeenkomstig de installatienormen zijn
de vaste installatie van een omnipolaire
verbreker voorzien is, met een afstand
van minder dan 3 mm tussen de
contacten.
Het onderhoud en de installatie van het
gasfornuis moeten overeenkomstig de
geldende regelingen en normen door een
bevoegde vakman uitgevoerd zijn.
We zijn niet verantwoordelijk voor
persoonlijke letsels in geval van een
onjuiste aarding.
36
TECHNISCHE KENMERKEN
Vrijstaand apparaat Klas 1
Kookplaat Het deksel van de kookplaat
Het rooster
Gasbrander voor rechts
Gasbrander achter rechts
Gasbrander voor links
Gasbrander achter links
Geëmaileerd
Geëmaileerd
Snelle gasbrander
Bijbehorende gasbrander
Halfsnelle gasbrander
Halfsnelle gasbrander
2,60 Kw
1,00 Kw
2,00 Kw
2,00 Kw
Oven Oven
Vermogen van de oven
Grill
Vermogen van de grill
Reiniging
gas
3,20 kW
gas
2,50 kW
manueel
Toebehoren
Rooster
Verzamelschaal
Draaiplat
Afmetingen Hoogte
Breedte
Diepte
875 mm
500 mm
600 mm
Dit apparaat is in overeensteming met de
volgende Europese richtlijnen vervaardigd:
90 / 396 ( Gasapparaat ); 93/68 ( Algemene
Richtljinen) en de wijzigingen eraan.c
36
INSTALLATIE
Plaatsing
Verwijder de verpakking en de kunststof
bedekking en plaats het gasfornuis in een
droge en geluchte ruimte ( tekening 12).
Plaats het gasfornuis niet in de buurt van
gordijnen, papier of flessen alcohol enz.
Het gasfornuis moet neergezet zijn op een
hittebestendigde vloer
.
Dit gasfornuis behoort tot de klasse "1" die
in verband is met de bescherming tegen de
oververhitting van do oppervlakten in zijn
nabijheid. Houd een afstand van 2 cm
tussen de zijwanden van do meubelstukken
en uw fornuis.( tekening 13).
Deze meubelstukken moet niet hoger dan
de kookplaat zijn.
De ventilatie van de kamer
Het branden van het gas is mogelijk dankzij
de zuurstof die zich in de lucht bevindt
( 2m
3
lucbt / h x kW van het geinstalleerde
vermogen - zie het typeplaatje van uw
apparaat).
Daarom is de luchtverversing en de afvoer
van de gebrande gassen nodig.
De luchtverversing dient te worden
verzekerd door één of meer openingen in
de buitenwanden of deuren met een totale
oppervlakte van ongeveer 100 cm
2
.
De openingen moeten geplaats zijn in de
nabijheid van de vloer en bij voorkeur
tegenover de kant waarop de afvoer van het
gebrand gas zich bevindt, Pas op dat de
openingen niet verstopt zijn .
2 cm
2 cm
59 cm
15432
T
AB
tekening 12
2 cm
59 cm
15432
tekening 13
36
Aansluiting aan het gasnet
Uw gasfornuis is afgesteld op het gasttype
dat vermeld staat op het typeplaatje .
Het veranderen van de afstelling kan
noodzakelijk zijn. In dat geval moet u de
hieronder vermelde handelingen volgen.
Verifieer of de gasdruk in
overeenstemming is met de in de tabel
aangegeven waarden. Deze verzekeren
zowel een juiste en energiebesparende
werking alsmede een langere levensduur
van uw gasfornuis.
Butaangas of propaangas : zorg ervoor dat
de drukregelaar devolgende gasdruk
verzekert : 28 mbar voor butaangas en 37
mbar voor propaangas.
De keuze van de gasslang of de gasbuis
voor een vrijstaand gasfornuis (Klasse 1)
1. Voor het door het net geleverde gas:
Soepele gasslang
Gebruik een soepele rubberen slang met
de maximale lengte van 1,50 m en met
de doorsnede van 15 mm die op het
aansluitstuk gemonteerd moet zijn.
Zorg ervoor dat hij vast door een
spanring bevestigd is .
FlexibeIe leiding
Een flexibele leiding (met een werk-
tuiglijk aansluitstuk) met een maximale
Iengte van 1,50 m.
Het is raadzaam een flexibele leiding met
een minimale Iengte van 1 m te
gebruiken; deze Iengte dient
overeenkomstig de stand van de
afsluitingskraan gekozen te zijn.
Sluit een uiteinde van de flexibele leiding
op de sluitingskraan aan; voordat u het
apparaat tussen meubelstukken plaatst
sluit het andere uiteindje op het uiteindje
van het gasfornuisverlengstuk aan door
het monteren van een verbindingstuk.
Vebindingstuk
Spanring
A
ansluitstuk
Soepele
gasslang
Flexieble
leiding
Flexieble
leiding
Plaatst het apparaat en controleer of de
krul van de flexibele slang in de ruimte
tussen de nabijgelegen meubelstukken
hangt.
Vaste leiding
36
Een vaste leiding met moer.
2. Voor butagas en propaangas in
gascilinders:
Het is raadzaam een flexiebele leiding
met een minimale lengte van 1 m te
gebruiken; deze lengte dient
overeenkomstig de stand van de
aansluiting aan de gastoevoer gekozen
te zijn.
Voor de oude installaties en voor de
installaties met Propaangas kunt u een
soepele rubber slang met een maximale
lengte van 1,50 m en met de doorsnede
van 6 mm gebruiken die gomonteerd
moet zijn op het voor Butaangas
aansluitstuk.
Deze leiding moet vast bevestigd zijn
met behulp van een spanring aan elk
uiteinde.
Het aansluiting aan het electriciteitsnet
Belangrijke opmerking
Pas op dat de aarding van het apparaat juist
uitgevoerd is door middel van een
stopcontact van
2P + T ( 10 / 16 A ),
overeenkomstig de geldende normen en
voorschriften. We zijn niet verantwoordelijk
voor persoonlijke letsels in geval van een
onjuiste aarding.
Verbindingstuk
Spanring
A
ansluitstuk
Butaangas
Soepele slang
Het gasfornuis is voorzien van een soepele
voedingskabel met stekker die een
aansluiting op een stopcontact moet
hebben. Het stroomvoltage moet 230V, 50
Hz zijn .
De zekering: 16 A ( rnaximaal)
Opmerking:
Controleer de waarde van het totale
vermogen om de waarde van de zekering te
kunnen vaststellen.
De aansluiting van een vaste installatie aan
het stroomnet dient uitgevoerd te zijn door
middel van een verbreker met een
omnipolaire verbreking met een afstand
minder dan 3 mm tussen de contacten.
De gele - groene aardleiding moet niet
36
verbroken zijn door middel van een
verbreker.
De voedingskabel moet zo geplaatst
worden dat de temperatuur ervan niet 50
0
C
op de kamertemperatuur overschrijdt.
Voor het aansluiten van het apparaat,
controleer of:
de zekeringen en de huishoudolijke
elektrische installatie de elektrische
lading kunnen verdragen ( zie het
typeplaatje),
het stopcontact en de omnipolaire
verbreking moeten bereikbaar blijven
tijdens de installatie van het apparaat.
De voedingskabel mag alleen door een
erkende elektricien vevangen worden.
Gebruik een voedingskabel met een
doorsnede die met de elektrische lading
overeenkomt.
Ongeacht de modaliteiten van
aansluiting, moet de aarding van het
apparaat uitgevoerd zijn overeenkomstig
de geldende normen
.
36
GAS WISSELEN
Uw gasfornuis is bestemd voor werking met
aardgas, Propaangas en Butagas.
Dit is niet ontworpen voor het werken met
gebutaaneerde of gepropaaneerde lucht.
Voor het veranderen van do gastype moet u:
de injectoren vervangen (kookplaat,oven, grill)
de vorminderde gasvloed instellen (kookplaat,
oven),
de circulatie van de eerste Iucht instellen
(oven, grill),
de gasaansluiting testen.
INJECTOREN TABEL NO.1
(Cat : II 2E + 3+)
Gasbranders
Normaal
vermogen
(Kw)
Verminderd
vermogen
(Kw)
Gastype
Gasdruk
(mbar)
Doorsned
e injector
By-pass
Cons.
(g/h)
SNELLE
2,60 0,72
AARDGAS G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS
G 31
20
25
28-30
37
1,12
1,12
0,86
0,86
0,35
188,8
HALFSNELLE
2,00 0,43
AARDGAS G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS
G 31
20
25
28-30
37
0,96
0,96
0,71
0,71
0,28
145,2
BIJBEHORENDE
1,00 0,35
AARDGAS G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS
G 31
20
25
28-30
37
0,70
0,70
0,50
0,50
0,23
72,6
OVEN
3,20 1,00
AARDGAS G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS
G 31
20
25
28-30
37
1,30
1,30
0,88
0,88
0,45 232,4
GRILL
2,50 -
AARDGAS G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS
G 31
20
25
28-30
37
1,15
1,15
0,80
0,80
-
181,5
Plakken de met het apparaat geleverde
plakker (de zak van de injectoren) voor het
gebruikte gastype.
36
Het vervangen van de inspuitstukken
Elk apparaat is voorzien van een paar
injectoren voor elk gastype. De doorsnede
van de opening van elke injector is in
honderdsten milimeters gekenmerkt..
Het vervangen van de
inspuitstukken
1. Na het Iosdraaien van de twee
schroeven, aan de achterzijde van het
apparaat, tilt u het werkblad op.
2. Draai de "M" schroef los en til de
Iuchtinstellingring "A" ( tekening 14) op
zodat deze op de injector vrij kan
werken.
3. Sleutel 10, draait u de op de gasbrander
gemonteerde injectoren los en vervangt
u ze door de voorgeschreven injectoren
overeenkomstig het gastype(zie Tabel 1)
4. Hermonteer de gasbranders volledig
zonder het werkblad neer te laten, ten
einde de luchtafstelling in te stellen.
Het instellen van de luchtafstelling
gasbranders
Nadat de "M" schroef losgedraaid is,
monteer de ring "A" (tekening 14),
overeenkomstig de aanwijzingen van de
"tabel van injectoren" waarin de opening
van de ring vermeld is, rekening houdend
met de gasbrander en het gastype.
Voor het neerlaten van de werkplaat,
monteer juist de gasbranders en controleer
het aanzien van de vlammen
overeenkomstig de volgende tabel. Zet dan
de ring recht.
opening ring
M
A
fig. 14
Onvoldoende eeste lucht Juiste vIam Overbodige eeste lucht
Lange, gele en huiverende
vlam
Blauwe inwendige kegel
Korte inwendige kegel;
verkleurde vlam
OORZAAK
De instelling ring is te laag De instelling ring is juist
geplaatst
De instelling ring is te hoog.
Het regelen van de minimum vlam
36
(gasbranders kookplaat)
Nadat u van gastype verwisseld heeft, moet
u er op achten dat de minimum stand van
de kraan correct is afgesteld. De ideale
afstelling behelst een vlam van 4mm hoog.
Om dit te testen moet u de bediening van
de maximum stand naar de minimum stand
draaien. De vlam mag niet doven.
Het instellen van de vlam
1. Steek de gasbrander aan
2. Draai de knop naar de "minimale" stand.
3. Verwijder de knop.
4. Draai de instellingschroef (die op de as
van
de kraan Iigt, tekening 15) los of
schroef hem om een korte en
regelmatige vlam te bereiken. Voor het
Butaan- en Propaangas schroef de
instellingschroef in de richting van de
wijzers van de klok.
5. Monteer de draaiknop op zijn plaats.
6. Draai de knop een paar keer van de
stand "maxi" tot de stand "mini" om de
regelmaat van de vlam te keuren.
Het vervangen van de injector van de
gasbrander van de oven
Voor het vervangen van de injector
van de gasbrander van de oven
1.
Raadpleeg de tabel no.1 voor de
doorsnede van de injector die gebruikt
moet worden.
2. Verwijder de bodem van de oven.
3. Verwijder de gasbrander van de oven
door hem naar achter te drukken.
4. Verwijder de injector met behulp van een
sleutel van 10.
5. Monteer de gasbrander en de
ovenbodem op hun plaats.
Het vervangen van de injector van
de gasbrander van de grill
1. Verwijder de gasbrander door het
losdraaien van de schroef.
2. Vervang de injector met behulp van een
sleutel van 10.
3. Zet alles in elkaar.
oven plaat
tekening 15
Instelling van de primaire lucht van de
36
gasbrander van de oven
Met behulp van een schroevendraaier draai
de"M" schroef bestemd voor de instelling
van de "A" Iuchtring los ( tekening 16).
Schuif de ring naar voren of naar achter om
de luchtdoorgang te openen of af te sluiten
overeenkomstig de aanwijzingen van de
tabel met injectoren.
Steek de gasbrander aan om het aanzien
van de vlammen te keuren.
Instelling van de primaire Iucht van de
gasbrander van de grill
Draai, m.b.v.een schroevendraaier de
instellingschroef van de luchtleiding los
(tekening 17), om de luchtdoorgang te
openen of te sluiten overeenkomstig de
tabel van de injectoren.
Steek de gasbrander aan om het aanzien van
de vlammen te keuren.
Het instellen van de gasbrander voor de
verminderde gasvloed.
Alleen voor de gasbrander van do oven (de
grill heeft een regelmatige vloed).
Instelling van de verminderde
gasvloed van de gasbrander van de oven
1. Steek de gasbrander aan.
2. Draai de draaiknop naar de
"
minimale"
stand.
3. Verwijder de draaiknop.
4. Draai de instellingschroef (tekening 15)
los of schroef hem om een korte en
regelmatige vlam te bereiken. Voor het
Butaan- en Propaangas, schroef de
instellingschroef in de richting van de
wijzers van de klok.
5. Monteer de knop op zijn plaats
.
Draai de draaiknop een paar keer van de
"rnaximaIe" stand tot de "minimale" stand
om de regelmaat van de vlammen te
keuren.
M
A
opening ring
tekening 16
leiding voor
instelling
schroef
opening
tekening 17
36
HET VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP
Let op dat alle draaiknoppen in de
«
- uit » positie staan alvorens de
gloeilamp te vervangen.
Deze gloeilamp van 15 W (type: sokkel;
schroef E 14; 230 I 240 V) is een speciale
"warmte" gloeilamp die hittebestendig is
aan een temperatuur van 300
0
C.
De gloeilamp is geplaatst aan de achterkant
van de oven en is bereikbaar via de
binnenkant ervan.
Om toegang tot de gloeilamp te
hebben :
1. Schroef de glazen beschermhoed van de
gloeilamp los.
2. Draai de gloeilamp los.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Schroef vast de glazen gloeilamp.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ZANKER KRG5610W Handleiding

Categorie
Ovens
Type
Handleiding