Documenttranscriptie
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. U vindt hierin belangrijke informatie
m.b.t. veilig gebruik, opstelling en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het
boekje door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze
aanwijzingen.
1. Dit symbool en de cijfers voeren u stap voor stap door de bediening van
het apparaat.
2. .....
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje aanwijzingen om
kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat is er aan de hand als"....
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze serviceafdeling (adres en telefoonnummer vindt u in hoofdstuk "Klantenservice".
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
36
INHOUD
Veiligheid...................................................................................................................................39
Afvalverwerking.......................................................................................................................41
Informatie over het verpakkingsmateriaal ......................................................................41
Oud apparaat verwijderen ....................................................................................................41
Apparaat vervoeren................................................................................................................41
Transportbeveiliging verwijderen.....................................................................................42
Opstellen ...................................................................................................................................42
Plaats van opstelling ..............................................................................................................42
Het apparaat heeft lucht nodig .........................................................................................43
Apparaat richten....................................................................................................................43
Elektrische aansluiting ..........................................................................................................43
Deurscharnier omzetten......................................................................................................44
Deurscharnier van het vriesvak omzetten.......................................................................46
Beschrijving van het apparaat..........................................................................................47
Frontaanzicht ...........................................................................................................................47
Vóór het in gebruik nemen ...............................................................................................48
In gebruik nemen en temperatuurregeling.................................................................48
Apparaat uitschakelen.........................................................................................................49
Interieur.....................................................................................................................................50
Legvlakken.................................................................................................................................50
Op de juiste wijze indelen ..................................................................................................51
Invriezen en bewaren ...........................................................................................................52
IJsblokjes maken....................................................................................................................53
Ontdooien .................................................................................................................................54
De koelruimte wordt automatisch ontdooid..................................................................54
Vriesvak ontdooien..................................................................................................................54
37
Reiniging en onderhoud......................................................................................................55
Tips voor het besparen van energie................................................................................56
Wat is er aan de hand als ... .............................................................................................57
Hulp bij storingen ...................................................................................................................57
Lamp vervangen.......................................................................................................................59
Bepalingen, normen, richtlijnen ......................................................................................59
Bedrijfsgeluiden .....................................................................................................................60
Vaktermen .................................................................................................................................60
Bewaartijdentabel ..................................................................................................................61
Technische gegevens.............................................................................................................62
Garantievoorwaarden............................................................................................................63
Klantenservice.........................................................................................................................65
38
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Toch zien wij ons genoodzaakt, u op het volgende te
wijzen:
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden. Het is geschikt
om levensmiddelen te koelen, in te vriezen en diepgevroren te bewaren en
om ijs te bereiden. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden wordt
gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de
garantiebepalingen gedekt.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als u dit apparaat gebruikt voor industriële doeleinden of voor andere
doeleinden dan het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen, dient u de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in
acht te nemen.
Voor het in gebruik nemen
Controleer of het apparaat geen transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot uw
leverancier.
Zorg ervoor dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Koelmiddel
Het apparaat bevat in de koelmiddelkringloop het koelmiddel isobutaan
(R 600a), een natuurlijk gas dat milieuvriendelijk, maar brandbaar is.
Waarschuwing - Let er bij vervoeren en opstellen van het apparaat op, dat
er geen onderdelen van de koelmiddelkringloop beschadigd raken.
Bij beschadiging van de koelmiddelkringloop:
- open vuur en ontstekingsbronnen beslist vermijden;
- de ruimte waarin het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen houden.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker
uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snap- of
grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. Daardoor voorkomt u,
dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten
(verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht en
laat kinderen niet met het apparaat spelen.
39
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof kunnen door koudeinwerking ondicht worden. Explosiegevaar! Bewaar geen bussen of flessen
met brandbare stoffen, zoals spuitbussen, navullingen voor aanstekers enz.
in het apparaat.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte worden bewaard. Ze
kunnen springen, als de inhoud bevriest - bij koolzuurhoudende inhoud
zelfs exploderen! Leg nooit limonade, vruchtensap, bier, wijn, champagne
enz. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een hoog
alcoholpercentage mag wel in de vriesruimte worden bewaard.
Consumptie-ijs en ijsblokjes nooit direct vanuit de vriesruimte in uw mond
steken. Zeer koud ijs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen
veroorzaken.
Diepvriesproducten niet met natte handen aanraken. De handen kunnen
eraan vastvriezen.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachine,
mixer enz.) in het apparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te
beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het
inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen
hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het
ontdooiproces te bespoedigen.
Vóór het schoonmaken altijd het apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
De stekker altijd aan de stekker uit het stopcontact trekken, nooit aan het
snoer.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt.
In geval van storing
Mocht er een storing aan het apparaat optreden, kijk dan eerst in deze
gebruiksaanwijzing onder "Wat is er aan de hand als...". Als de
aanwijzingen daar u niet verder helpen, voer dan verder zelf geen
werkzaamheden uit.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor
de gebruiker leiden. Wend u bij reparaties tot uw vakhandelaar of onze
service-afdeling.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door
de achterkant van het koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het
aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
40
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken,
vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok
veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door
onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Afvalverwerking
Informatie over het verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte materialen zijn niet milieu-onvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar bij het afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie
worden verbrand.
Over de materialen: de kunststoffen kunnen ook worden hergebruikt en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de zakjes binnenin;
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfkvrij.
Oud apparaat verwijderen
Om milieuredenen moeten koelapparaten op deskundige wijze worden
verwerkt. Dat geldt voor uw oude apparaat en ook voor uw nieuwe apparaat
als dat aan vervanging toe is.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze
wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken.
Daardoor voorkomt u, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten (verstikkingsgevaar) of in andere levensgevaarlijke
situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
De koelmiddelkringloop, vooral de warmtewisselaar aan de achterkant van
het apparaat, mag niet beschadigd raken.
Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de
gemeentelijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
Apparaat vervoeren
Om het apparaat te vervoeren zijn twee personen nodig.
Het apparaat rechtop en liefst in de originele verpakking vervoeren.
41
Transportbeveiliging verwijderen
Het apparaat en delen van het interieur zijn voor het transport beveiligd.
1. Alle plakband en kunststof delen uit de binnenruimte van het apparaat
nemen.
Eventuele resten van plakband kunt u met wasbenzine verwijderen.
Opstellen
Plaats van opstelling
Zet het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het
functioneren van het apparaat.
Daarom moet het apparaat
- niet direct in de zon staan;
- niet naast een fornuis, kachel of andere warmtebronnen staan;
- alleen op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is uitgevoerd.
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje, dat zich links binnenin het
apparaat bevindt.
In onderstaande tabel ziet u, welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse hoort.
klimaatklasse
voor omgevingstemperatuur van
SN
+10 tot +32 °C
N
+16 tot +32 °C
ST
+18 tot +38 °C
T
+18 tot +43 °C
Als opstelling naast een warmtebron niet te vermijden is, moet aan de zijkant
van het apparaat de volgende minimale afstand worden aangehouden:
- tot een elektrisch fornuis 3 cm;
- tot een olie- of kolenfornuis 30 cm.
Anders is opstelling van een warmte-isolerende plaat tussen fornuis en
koelapparaat noodzakelijk.
42
Het apparaat heeft lucht nodig
De luchttoevoer vindt plaats
onder de deur via de
ventilatiesleuf tussen apparaat en
vloer, de luchtafvoer via het
bovenste ventilatierooster. Let
erop dat deze openingen niet
door sokkelpanelen e.d. worden
afgedekt.
Attentie! Als het apparaat bijv.
onder een bovenkast wordt
opgesteld, moet een afstand van
minimaal 10 cm tussen de
bovenkant van het apparaat en
het daarboven aangebrachte
meubel worden aangehouden (A).
Apparaat richten
1. Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden in de
vloer compenseren door in- of uitdraaien van de stelvoeten voor.
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde noodzakelijk. De elektrische zekering moet
minstens 10 Ampère bedragen.
Als het stopcontact na opstellen van het apparaat niet meer bereikbaar is,
moet in de elektrische installatie een inrichting worden aangebracht die het
mogelijk maakt om het apparaat van het net te scheiden (bijv. zekering,
hoofdschakelaar, aardlekschakelaar met een contactopening van min. 3 mm).
1. Controleer vóór in gebruik nemen op het typeplaatje van het apparaat of
spanning en stroomsoort overeenkomen met spanning en stroomsoort op de
plaats van opstelling.
Bijv.
AC 220...240 V
50 Hz of
220...240 V
50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 volt wisselspanning, 50 Hertz)
Het typeplaatje vindt u links binnenin het apparaat.
43
Deurscharnier omzetten
Het deurscharnier kan van rechts (leveringstoestand) naar links worden
omgezet, als plaats van opstelling of bedieningsgemak dat vereisen.
U kunt het deurscharnier ook tegen betaling door een vakman laten
omzetten. Neem dan contact op met onze service-afdeling.
Waarschuwing! Bij het omzetten van het deurscharnier mag het apparaat
niet aan het stroomnet aangesloten zijn. Eerst de stekker uit het stopcontact
trekken.
1. Apparaat voorzichtig naar
achteren kantelen en op een
deken op de vloer leggen.
Let erop dat de compressor en de
condensor niet in aanraking
komen met de vloer.
2. De twee voorste stelvoeten
losschroeven.
3. Deurscharnier rechts onder
losschroeven door de drie
schroeven los te draaien en het
deurscharnier
met
de
scharnierbout naar beneden
losnemen.
Schroef op de linker kant
uitdraaien en op de rechter kant
weer indraaien.
4. Scharnierbout
volgens
de
afbeelding in het deurscharnier
omzetten.
5. Scharnierbout links onder in de
apparaatdeur
inzetten
en
deurscharnier met de drie
schroeven vastschroeven.
6. De twee voorste stelvoeten
aanbrengen en apparaat rechtop
zetten.
7. Om het bovenste deurscharbier
om te zetten het werkblad
losnemen. Daartoe de twee
schroeven op de achterkant
volgens de afbeelding uitdraaien
en werkblad naar achteren
losnemen.
44
8. Bovenste
deurscharnier
losschroeven en scharnierbout
volgens de afbeelding in het
deurscharnier omzetten.
Scharnierbout links boven in de
apparaatdeur
inzetten
en
deurscharnier met de twee
schroeven vastschroeven.
9. Werkblad terugplaatsen en op de
achterkant met de twee
schroeven bevestigen.
10. Deurgreep van links naar rechts
omzetten en gaten met de
afdekstiften afsluiten.
45
Deurscharnier van het
vriesvak omzetten
Nadat u het deurscharnier aan de
buitenzijde hebt omgezet, moet
dat ook bij het vriesvak gebeuren.
Ga te werk in onderstaande
volgorde
en
volgens
de
afbeeldingen:
Trek de onderste bout los
waarmee de vriesvakdeur vastzit
(1).
Open de deur en neem hem
voorzichtig uit de lijst (2).
Keer de deur om.
Neem de afstandhouder (3) en
de bovenste bout (4) uit de deur
en zet dan de afstandhouder (3)
onder en de bovenste bout (4)
boven.
Draai de schroef uit waarmee
het slot bevestigd is en zet het
m.b.v. deze schroef op de andere
kant weer vast (5).
Zet de deur in en bevestig hem
met de onderste bout (6).
U kunt het deurscharnier ook
tegen betaling door een vakman
laten omzetten. Neem dan contact
op met onze service-afdeling.
46
Beschrijving van het apparaat
Frontaanzicht
14
15
1
8
2
16
9
3
10
4
11
17
12
18
5
6
13
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
vriesvak
legvlakken
dooiwateruitloop
glasplaat
groente-/fruitbakke
typeplaatje
verstelbare voeten
boter-/kaasvak met klepje
temperatuurregelaar en
binnenverlichting
10
11
12
13
14
15
16
17
18
deurvak
deurafdichting
flessenrek
eierrek
luchtafvoer
ventilatierooster
condensor
dooiwateropvangbak
compressor
47
Vóór het in gebruik nemen
Laat het apparaat voordat u het aansluit en in gebruik neemt 2 uur staan,
zodat de olie naar de compressor terug kan stromen. Anders zou de
compressor beschadigd kunnen raken.
1. Reinig vóór het in gebruik nemen de binnenkant en alle accessoires (zie
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
In gebruik nemen en temperatuurregeling
De temperatuurregelaar bevindt zich
rechts boven in de koelruimte en is
tegelijk AAN/UIT-schakelaar.
Stand "0"
Stand "1"
=
=
Stand "5"
=
koeling uit
warmste
binnentemperatuur
koudste
binnentemperatuur
1. Stekker in het stopcontact steken.
2. Gewenste temperatuur instellen door de temperatuurregelaar te draaien.
De binnenverlichting gaat aan. De compressor start en loopt dan
automatisch.
Aanwijzing: Bij instelling van de temperatuurregelaar op stand "3" heerst een
gemiddelde koelruimtetemperatuur van ca. +5 °C. De gemiddelde
temperatuur in het vriesvak bedraagt dan -18 °C of kouder.
Dit geldt voor omgevingstemperaturen van +16 °C tot +32 °C.
3. Als u een hogere of een lagere temperatuur wilt, draait u de
temperatuurregelaar op een warmere resp. koudere stand.
Aanwijzing: Bij wijziging van de instelling start de compressor niet direct, als
er op dat moment juist automatisch wordt ontdooid.
Omdat de bewaartemperatuur in de koelruimte snel wordt bereikt, kunt u
direct na het inschakelen de koelruimte vullen.
Attentie! Wacht met vullen van het vriesvak tot de temperatuur daar -18 °C
heeft bereikt.
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is +5 °C voor de koelruimte en
-18 °C voor het vriesvak koud genoeg als bewaartemperatuur.
48
De volgende factoren hebben invloed op de binnentemperatuur:
- omgevingstemperatuur;
- hoeveelheid en temperatuur van de opgeslagen levensmiddelen;
- vaak of lang openen van de deur;
- een storing aan het apparaat.
Daraom moet de instelling van de temperatuurregelaar eventueel aan de
omstandigheden worden aangepast.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling
van de temperatuurregelaar (stand "5") kunnen ertoe leiden dat de
compressor continu werkt.
Reden: de compressor moet ononderbroken lopen om bij hoge
omgevingstemperatuur de lage temperatuur in het apparaat te handhaven.
Het apparaat wordt dan niet meer ontdooid - want automatisch ontdooien
is alleen mogelijk als de compressor stilstaat (zie ook hoofdstuk "Ontdooien").
Sterke rijpvorming op de achterwand van de koelruimte is het gevolg.
Zet in dit geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand "3" tot
"4"). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en het ontdooiproces
begint weer automatisch.
Apparaat uitschakelen
1. Om het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op stand "0"
draaien.
Als het apparaat voor langere tijd buiten bedrijf moet worden gesteld:
1. Apparaat uitschakelen door de temperatuurregelaar op stand "0" te draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie
uitschakelen.
3. Vriesvak ontdooien en apparaat grondig reinigen (zie hoofdstuk "Reiniging en
onderhoud").
4. Deuren open laten staan om reukvorming te voorkomen.
49
Interieur
Legvlakken
Het glazen legvlak moet in de onderste geleiders boven de groente/fruitbakken liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte
verstelbaar:
1. Legvlak naar voren trekken, tot het
kan worden losgenomen.
2. Abstellfläche in eine andere Höhe
einsetzen.
Legvlak op een andere hoogte
plaatsen.
50
Op de juiste wijze indelen
In de koelruimte heersen verschillende temperaturen. De koudste zone
bevindt zich op het onderste legvlak boven de groente-/fruitbakken. Warmere
zones zijn de bovenste legvlakken en de vakken in de deur. Op welke plek in
de koelruimte geschikte temperaturen voor verschillende soorten
levensmiddelen heersen, ziet u in de afbeelding.
1 diepvriesproducten, ijs, verse levensmiddelen invriezen
2 desserts, gebak, kant-en-klare gerechten
3 afgesloten levensmiddelen
4 open blikjes, conserven
5 melk, zuivelproducten
6 vers vlees, vleeswaren, worst
7 fruit, groente
8 boter, kaas
9 eieren
10 yoghurt e.d.
11 kleine flessen, dranken
12 grote flessen, dranken
Levensmiddelen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte bewaren, om te
voorkomen dat ze uitdrogen en reuk of smaak op andere levensmiddelen
overdragen.
Geschikt om te verpakken zijn:
- vershoudzakjes en -folie van polyethyleen;
- kunststof bakjes met deksel;
- speciale kapjes van kunststof met band van elastiek;
- aluminiumfolie.
51
Invriezen en bewaren
Het vriesvak is bedoeld om levensmiddelen in te vriezen en diepgevroren te
bewaren.
Attentie!
Voordat u levensmiddelen gaat invriezen of diepvriesproducten gaat
bewaren, moet de temperatuur in het vriesvak -18°C of kouder zijn.
Niet te grote hoeveelheden invriezen, max. 2 kg in 24 uur. De kwaliteit
wordt beter als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
Warme levensmiddelen laten afkoelen voordat u ze in het vriesvak legt. De
warmte leidt tot extra ijsvorming en hoger energieverbruik.
Let op de bewaartijd resp. de houdbaarheidsdatum van gekochte
diepvriesproducten.
Alleen verpakte diepvriesproducten bewaren, opdat ze niet uitdrogen, niet
hun smaak verliezen en geen smaakjes aan andere diepvriesproducten
kunnen afgeven.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen in geen geval zonder verdere
verwerking (koken of braden) een tweede keer invriezen.
1. Vóór het invriezen alle levensmiddelen luchtdicht verpakken, opdat ze niet
uitdrogen, niet hun smaak verliezen en geen smaakjes aan andere
diepvriespoducten kunnen afgeven.
Voorzichtig! Raak diepvriesproducten niet met natte handen aan. Uw handen
zouden eraan vast kunnen vriezen.
2. De verpakte levensmiddelen op de bodem van het vriesvak leggen. Let erop
dat nog niet bevroren en reeds ingevroren levensmiddelen van elkaar
gescheiden blijven. De ingevroren producten kunnen anders beginnen te
ontdooien.
Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn:
- diepvrieszakjes en -folie van polyethyleen;
- speciale diepvriesdoosjes;
- extra sterk aluminiumfolie.
Geschikt voor het afsluiten van zakjes en folie zijn:
kunststof klemmetjes of plakband.
Strijk de lucht uit zakjes en folie, want lucht zorgt ervoor dat de
levensmiddelen uitdrogen.
Vorm zo mogelijk platte pakjes. Die bevriezen sneller.
Diepvriesdoosjes niet tot de bovenste rand met vloeistof vullen; vloeistof
zet tijdens het invriezen nog iets uit.
52
IJsblokjes maken
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het vriesvak zetten en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblakjes los te maken het ijsbakje iets verdraaien of even onder
stromend water houden.
Attentie! Als het ijsbakje is vastgevroren, het in geen geval met scherpe of
puntige voorwerpen losmaken. Gebruik de steel van een pollepel of iets
dergelijks.
53
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de compressor
loopt en wordt ontdooid als de compressor stilstaat.
Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de
koelruimte opgevangen, door de afvoeropening naar de opvangbak bij de
compressor gevoerd en daar verdampt.
Controleer regelmatig of het
dooiwaterafvoergootje niet verstopt is.
Als het afvoergootje verstopt is, kan
het dooiwater schade veroorzaken aan
de isolatie van het apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het
meegeleverde krabbertje (zie afb.). Het
krabbertje kunt u weer in het gootje
opbergen.
Vriesvak ontdooien
Tijdens het gebruik en bij het openen van de deur slaat vocht in het vriesvak
als rijp neer, vooral boven in het midden. Verwijder deze rijp van tijd tot tijd
met een zachte kunststof schraper. In geen geval harde of scherpe
voorwerpen gebruiken.
Ontdooien moet u altijd als de rijplaag een dikte van ca. 4 mm heeft bereikt;
maar minstens één maal per jaar. Een geschikt tijdstip om te ontdooien is als
het apparaat leeg of bijna leeg is.
Waarschuwing!
Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen hulpmiddelen
geen elektrische verwarmingsapparaten of andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen om het ontdooiproces te bespoedigen.
Gebruik geen ontdooisprays, die kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid
en/of kunststoffen.
Voorzichtig! Raak diepvriesproducten niet met natte handen aan. Uw handen
zouden eraan vast kunnen vriezen.
1. Diepvriesproducten uit het vriesvak nemen, in verschillende lagen
krantenpapier inpakken en afgedekt op een koele plaats bewaren.
2. Apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in
de huisinstallatie uitschakelen.
U kunt het ontdooiproces bespoedigen door een schaal of pan met heet
water in het vriesvak te zetten. Neem bovendien losse stukken ijs vast uit het
vriesvak.
3. Na het ontdooien het vriesvak en de accessoires grondig reinigen (zie
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
54
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen moet de binnenkant van het apparaat, inclusief de
accessoires, regelmatig worden schoongemaakt.
Waarschuwing!
Het apparaat moet vóór het reinigen beslist spanningloos worden
gemaakt. Kans op elektrische schok! Voordat u gaat reinigen apparaat
uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de
huisinstallatie uitschakelen.
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er zou
vocht in elektrische delen terecht kunnen komen, kans op elektrische
schok! Hete stoom kan tot beschadiging aan kunststof onderdelen leiden.
Het apparaat moet goed droog zijn voordat u het weer in gebruik neemt.
Attentie!
Etherische oliën en organische oplosmiddelen tasten kunnen de kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- sap van citroen- of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- reinigingsmiddelen die azijnzuur bevatten.
- Zulke stoffen niet met onderdelen van het apparaat in aanraking laten
komen.
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken.
1. Vriesvak vóór het reinigen ontdooien (zie hoofdstuk "Ontdooien").
2. Apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in
de huisinstallatie uitschakelen.
3. Binnenruimte en accessoires met een doekje en lauw water schoonmaken.
Eventueel wat handafwasmiddel toevoegen.
4. Daarna met schoon water afnemen en goed droog wrijven.
5. De dooiwaterafvoeropening in de achterwand van de koelruimte regelmatig
controleren. Een verstopte afvoeropening m.b.v. een stukje ijzerdraad
schoonmaken.
Stof op de condensor vermindert het koelvermogen en verhoogt het
energieverbruik. Daarom één maal per jaar de condensor, het metalen rooster
op de achterzijde van het apparaat, met een zachte borstel of met de
stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Als alles goed droog is, het apparaat weer in gebruik nemen.
55
Tips voor het besparen van energie
Zet het apparaat niet in de buurt van een fornuis, kachel of andere
warmtebron. Bij hoge omgevingstemperaturen loopt de compressor vaker
en langer.
Zorg voor een goede ventilatie bij de sokkel en aan de achterkant van het
apparaat. Ventilatie-openingen nooit afdekken.
Geen warme levensmiddelen in het apparaat zetten. Warme
levensmiddelen eerst laten afkoelen.
Deur niet langer dan nodig open laten.
De temperatuur niet kouder dan nodig instellen.
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien. De koude in de
diepvriesproducten wordt dan gebruikt om de koelruimte te koelen.
De condensor aan de achterkant van het apparaat altijd schoon houden.
56
Wat is er aan de hand als...
Hulp bij storingen
Misschien gaat het bij een storing om een klein defect dat u m.b.v.
onderstaande aanwijzingen zelf kunt opheffen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als onderstaande informatie u niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
voor de gebruiker leiden. Wend u bij reparaties tot uw vakhandelaar of onze
service-afdeling.
Storing
Apparaat werkt niet.
De temperatuur in de
koelruimte resp. het
vriesvak is niet laag
genoeg.
Het apparaat koelt te
sterk.
Mogelijke oorzaak
Apparaat
is
niet
ingeschakeld.
Stekker zit niet of niet
goed in het stopcontact.
Zekering in de huisinstallatie
is niet in orde.
Oplossing
Apparaat inschakelen.
Stekker in het
stopcontact steken.
Zekering controleren, evt.
vervangen.
Storingen
aan
het
Stopcontact is defect. stroomnet kan uw elektroinstallateur verhelpen.
Temperatuur is niet goed Zie hoofdstuk "In gebruik
ingesteld.
nemen en
temperatuurregeling".
Deur is lange tijd open Deur niet langer open
geweest.
laten dan nodig is.
U hebt in de afgelopen 24
uur grote hoeveelheden Koudere
warme levensmiddelen in temperatuurinstelling
het apparaat gelegd.
kiezen.
Het apparaat staat naast Zie hoofdstuk "Plaats van
een warmtebron.
opstelling".
Temperatuur is te koud Temperatuurregelaar op
ingesteld.
warmere stand draaien.
57
Storing
Mogelijke oorzaak
Binnenverlichting werkt Lamp is defect.
niet.
Oplossing
Zie hoofdstuk
vervangen".
"Lamp
De ondichte plekken
voorzichtig met een föhn
verwarmen (niet warmer
ca.
50°C).
Sterke rijpvorming in het Deurafdichting is ondicht dan
de
apparaat, evt. ook aan de (evt. na omzetten van het Tegelijkertijd
verwarmde deurafdichting
deurscharnier).
deurafdichting.
met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer goed
aansluit.
Afvoeropening m.b.v. een
stukje
ijzerdraad
Dooiwaterafvoeropening
Water op de bodem van de
schoonmaken
(zie
hoofdstuk
is
verstopt.
koelruimte of op de
"Reiniging
en
onderhoud").
legvlakken.
Apparaat
waterpas.
Ongewone geluiden.
staat
niet Voorste
bijstellen.
stelvoeten
Apparaat heeft contact
met de wand of andere Apparaat iets wegtrekken.
voorwerpen.
Een onderdeel, bijv. een
buis, aan de achterzijde van
onderdeel
evt.
het apparaat komt in Dit
aanraking met een ander voorzichtig iets wegbuigen.
onderdeel van het apparaat
of de wand.
Na wijziging van de
temperatuurinstelling Dat is normaal, er is geen De compressor begint na
enige tijd automatisch
begint de compressor niet sprake van een storing.
weer.
direct.
58
Lamp vervangen
Waarschuwing! Kans op elektrische schok! Voordat u de lamp gaat vervangen
apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken of zekering in
de husinstallatie uitschakelen.
Gegevens van de lamp: 220-240 V, max. 15 W, fitting: E 14
1. Om het apparaat uit te schakelen temperatuurregelaar op stand "0" draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Kruiskopschroef uitdraaien en
lampafdekking volgens de afbeelding
naar achteren losnemen.
4. Defecte lamp vervangen.
5. Lampafdekking weer aanbrengen en
met kruiskopschroef bevestigen.
Attentie! Zonder lampafdekking mag het apparaat niet worden gebruikt.
Bepalingen, normen, richtlijnen
Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en is met inachtneming van de
voor deze apparaten geldende normen gefabriceerd. Bij de fabrikage zijn in
het bijzonder die maatregelen getroffen die worden vereist volgens de Duitse
wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse voorschriften ter
voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen
van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudekringloop is op dichtheid gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23/EG van 19.02.1973 - laagspanningsrichtlijn
- 89/336/EG van 03.05.1989
(incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EG - EMC-richtlijn
59
Bedrijfsgeluiden
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Altijd als de compressor in- of uitschakelt, is een klikken te horen.
Zoemen
Zodra de compressor werkt, kunt u hem horen zoemen.
Borrelen/klotsen
Als koelmiddel in dunne buizen stroomt, kunt u een borrelend resp.
klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit
geluid nog korte tijd hoorbaar.
Vaktermen
Koelmiddel
Vloeistoffen die voor het produceren van koude kunnen worden gebruikt,
noemt men koelmiddelen. Ze hebben een relatief laag kookpunt, zo laag
dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het
koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen.
Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin zich het koelmiddel bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat in hoofdzaak uit verdamper, compressor,
condensor en buizen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Zoals alle vloeistoffen heeft
koelmiddel om te verdampen warmte nodig. Deze warmte wordt
onttrokken aan de binnenruimte van het apparaat, die daardoor afkoelt.
Daarom is de verdamper in de binnenruimte aangebracht.
Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt door een ingebouwde
elektromotor aangedreven en is achter in de sokkel van het apparaat
ondergebracht. Taak van de compressor is het om dampvormig koelmiddel
uit de verdamper te halen, samen te persen en naar de condensor verder
te leiden.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor
wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel gecondenseerd.
Daarbij komt warmte vrij die via de oppervlakte van de condensor aan de
omgevingslucht wordt afgegeven. De condensor is daarom buiten
aangebracht, meestal aan de achterkant van het apparaat.
60
Bewaartijdentabel
Bewaren van verse levensmiddelen in de koelruimte
soort
vlees (rauw)
vlees (gekookt)
vlees (gebraden)
gehakt (rauw)
gehakt (gebraden)
vleeswaren
vis (vers)
vis (gekookt)
vis (gebakken)
vis uit blik, aangebroken
kip (rauw)
kip (gebraden)
kip (gekookt)
eend, gans (rauw)
eend, gans (gebraden)
boter (niet aangebroken)
boter (aangebroken)
melk (pak)
room
zure room
kaas (hard)
kaas (zacht)
kwark
eieren
spinazie
erwten, bonen
paddestoelen
bieten, asperges
groene paprika
tomaten
kool
snel rottend fruit (aardbei,
framboos enz.)
ander fruit
fruit uit blik
desserts, gebak
1
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
bewaartijd in
2
3
4
X
x
x
X
X
x
X
X
x
dagen
5
6
x
x
x
x
X
X
x
X
X
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x
x
x
x
x
x
X
X
x
X
X
X
x
X
x
X
X
X
X
X
x
X
x
X
x
X
X
x
x
x
x
X
X
x
x
x
X
X
X
X
X
x
X
x
X
x
X
X
x
x
x
x
x
X
x
x
X
X
X
X
X
X
X
x
x
X
x
x
x
x
x
7
x
x
x
x
x
x
x
x
x
X
x
x
X
x
x
X
x
x
X
x
X
x
x
X
x
X
x
x
X
x
x
X
x
X
X
x
x
X
X
X
x
X
x
x
x
verpakking
diepvrieszakje, luchtdicht
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
zakje, vershoudfolie
zakje, luchtdicht
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
zakje, luchtdicht
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
zakje, luchtdicht
afgesloten schaaltje
originele verpakking
originele verpakking
originele verpakking
schaaltje
schaaltje
aluminium folie
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
zakje
afgesloten schaaltje
afgesloten schaaltje
X normale bewaartijd
x mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
61
Technische gegevens
Type
bruto-inhoud (liter)
netto-inhoud (liter)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
energieverbruik (kWh/24h)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriescapaciteit (kg/24h)
max. bewaartijd bij storing (uren)
max. opgenomen vermogen (W)
gewicht (kg)
62
SANTO 162-4 TK
vriesruimte: 18
koelruimte: 128
vriesruimte: 18
koelruimte: 122
550
850
600
0,60
219
A
2
11
80
37
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd.
Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal
dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur
van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15
gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de
datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor
tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in
de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden
hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te
voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee
maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander
overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit
die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten
onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage,
verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door
herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
63
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse
kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of
geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30
minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker
in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van
vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar
rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch
aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op
hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan
buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet
wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het
product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik
zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a.
spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in
het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de
gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of
gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden
aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
64
Klantenservice
Als u in geval van storing geen aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
vindt, neemt u contact op met uw vakhandelaar of onze service-afdeling.
Om onnodige vertraging te voorkomen, gelieve u onderstaande gegevens van
het apparaat op te geven:
modelaanduiding
E-nr.
F-nr.
Deze nummers vindt u op het typeplaatje links binnenin het apparaat. Om
deze gegevens snel bij de hand te hebben, kunt u ze het beste hierboven
noteren.
Aanwijzing: Monteursbezoek als gevolg van bedieningsfouten of onjuist
gebruik geschiedt ook tijdens de garantietermijn niet kosteloos.
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel.
fax
0172-468 172
0172-468 470
Storingen/reparaties
(voor bezoek servicetechnicus)
tel.
fax
0172-468 300
0172-468 255
Onderdelenverkoop
tel.
fax
0172-468 400
0172-468 376
www.aeg-huishoudelijk.nl
65
From the Electrolux Group. The worlds No.1 choice.
Die Electrolux-Gruppe ist der weltweit größte Hersteller von gas- und strombetriebenen Geräten für
die Küche, zum Reinigen und für Forst und Garten. Jedes Jahr verkauft die Electrolux-Gruppe in
über 150 Ländern der Erde über 55 Millionen Produkte (Kühlschränke, Herde, Waschmaschinen,
Staubsauger, Motorsägen und Rasenmäher) mit einem Wert von rund 14 Mrd. USD.
From the Electrolux Group. The worlds No.1 choice.
© Copyright by AEG
Technische Änderungen vorbehalten
1325736 01- 0101
Printed by Xerox Hungary Ltd.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
Sie können Ersatzteile, Zubehör und Pflegemittel on-line bestellen unter
http://www.aeg-hausgeraete.de
Rev.:2004. 03. 22.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor
gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan
150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten
(zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers)
verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.