Documenttranscriptie
Nederlands
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg, ten
behoeve van voldoende ventilatie, minimaal voor de volgende
vrije ruimte.
Boven: 30 cm
Achter: 20 cm
Zijkanten: 20 cm
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst.
Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade als gevolg van blikseminslag te voorkomen, dient
u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
i Nl
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “Foutopsporing” in de handleiding over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u A naar beneden te
drukken om dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker
uit het stopcontact dient te halen.
18 Er zal zich condens vormen wanneer de
omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de stekker
uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19 Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt wordt,
kan het warm worden. Schakel het toestel uit en laat het
afkoelen.
20 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. Gooi de batterijen
weg volgens de in uw regio geldende regelgeving.
22 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de
stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld
met A. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het
toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN
GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Gebruik dit toestel niet binnen een afstand van 22 cm van personen
met geïmplanteerde hartpacemaker of defibrillator.
Dit etiket moet op het product worden aangebracht wanneer de
bovenkant heet kan worden tijdens gebruik.
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
■ Opmerkingen over de
afstandsbediening en batterijen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op
de volgende plaatsen:
– zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een bad
– zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis
– zeer koude plaatsen
– stoffige plaatsen
Plaats de batterijen in overeenstemming met de
polariteitsmarkeringen (+ en -).
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van
de afstandsbediening kleiner wordt.
Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de
afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te
voorkomen.
Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan
onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte
materiaal niet aanraakt. Als het weggelekte materiaal in
contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het
dan onmiddellijk weg en raadpleeg een arts. Maak het
batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor
kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of
kunnen de oude batterijen gaan lekken.
Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals
alkaline- en mangaanbatterijen). Lees de verpakking
aandachtig omdat deze verschillende types batterijen dezelfde
vorm en kleur kunnen hebben.
Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak
schoon te vegen.
Bewaar de batterijen op een locatie buiten bereik van
kinderen. Batterijen kunnen gevaarlijk zijn als een kind ze in
zijn of haar mond stopt.
Als de batterijen verouderen, zal het effectieve werkbereik
van de afstandsbediening aanzienlijk verminderen. Als dit
gebeurt, dient u de batterijen zo spoedig mogelijk door
nieuwe vervangen.
Als u van plan bent het toestel niet te gebruiken gedurende
een lange periode, dient u de batterijen uit het toestel te
verwijderen. Anders zullen de batterijen verslijten wat
mogelijk resulteert in lekkage van batterijvloeistof waardoor
het toestel beschadigd kan raken.
De batterijen niet met algemeen huishoudelijk afval
wegwerpen. Werp ze juist weg, volgens de lokale
reguleringen.
Informatie voor gebruikers over inzameling en
verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of
bijgaande documenten betekenen dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet
mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk
afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling,
herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde
verzamelpunten, in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en
2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te
verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te
beschermen en voorkomt u mogelijke negatieve
effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving,
die zich zouden kunnen voordoen door ongepaste
afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en
hergebruik van oude producten en batterijen kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het
verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in andere
landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie.
Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke
overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste
manier van verwijderen.
Opmerking bij het batterijteken (onderste
twee voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met
een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het
aan de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het
betreffende chemisch product.
Wij, Yamaha Music Europe GmbH, verklaren hierbij dat dit toestel
voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen
van Richtlijn 1999/5/EC.
Yamaha Music Europe GmbH
Siemensstr. 22-34 25462 Rellingen, Germany
Tel: +49-4101-303-0
Bluetooth
• Bluetooth is een technologie voor draadloze communicatie
tussen apparaten binnen een gebied van 10 meter. Deze maakt
gebruik van de 2,4 GHz-frequentieband, een band die zonder
licentie kan worden gebruikt.
ii Nl
Nederlands
Bluetooth-communicatiebeheer
• De 2,4 GHz-band die door Bluetooth-apparaten wordt
gebruikt, is een radioband die met vele soorten apparatuur
wordt gedeeld. Hoewel Bluetooth-apparaten een technologie
gebruiken die de invloed van andere componenten op dezelfde
radioband minimaliseert, kan die invloed de snelheid of de
afstand van de communicatie beïnvloeden en in sommige
gevallen de communicatie verbreken.
• De snelheid van de signaaloverdracht en de afstand
waarbinnen communicatie mogelijk is, verschillen in functie
van de afstand tussen de communicatieapparaten, de
aanwezigheid van obstakels, de toestand van de radiogolven
en het soort apparatuur.
• Yamaha biedt geen garantie voor alle draadloze verbindingen
tussen dit toestel en apparaten die compatibel zijn met de
Bluetooth-functie.
Inhoud
INLEIDING
Bronnen die op dit toestel afgespeeld kunnen worden ... 2
Handige apps bedienen (MusicCast CONTROLLER)... 3
Bijgeleverde accessoires ............................................. 4
Bedieningselementen en functies............................... 5
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen ............................................................ 11
Op een netwerk aansluiten ...................................... 15
De iOS-apparaatinstelling delen .................................. 16
De WPS-drukknopconfiguratie gebruiken .................. 17
De draadloze netwerkverbinding handmatig instellen ... 18
Een mobiel apparaat direct met het toestel verbinden
(Wireless Direct) ..................................................... 19
De netwerkverbindingsstatus controleren.................... 20
iPod-muziek weergeven ............................................39
Een iPod aansluiten ..................................................... 39
iPod-inhoud afspelen ................................................... 39
Informatie wisselen op de display van het
voorpaneel..............................................................41
Het huidige nummer/de huidige zender
registreren (voorkeuzefunctie) .............................42
Een voorkeuze registreren ........................................... 42
Een voorkeuze terugroepen ......................................... 42
GEAVANCEERDE BEDIENING
Afspeelinstellingen configureren voor
verschillende afspeelbronnen (menu Option).....43
Onderdelen van het menu Option ................................ 43
Verschillende functies configureren
(menu Setup)..........................................................44
Een bron afspelen ........................................................ 21
De slaaptimer gebruiken .............................................. 23
De systeeminstellingen configureren
(menu ADVANCED SETUP)...............................48
BASISBEDIENING
Luisteren naar FM/AM-radio ................................. 24
Muziek weergeven via Bluetooth ............................. 28
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
(koppelen)................................................................ 28
Inhoud van het Bluetooth-apparaat weergeven............ 28
Verbreken van een Bluetooth-verbinding.................... 29
Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)...... 30
Het delen van muziekbestanden via media instellen ... 30
Afspelen pc-muziekinhoud.......................................... 31
Luisteren naar internetradio ................................... 33
Favoriete internetradiostations registreren
(bookmarks)............................................................. 34
Onderdelen van het menu ADVANCED SETUP ....... 48
De instelling van de luidsprekerimpedantie (SP IMP.)
wijzigen ................................................................... 48
De afstandsbedienings-ID selecteren
(REMOTE ID)......................................................... 48
De standaardinstellingen herstellen (INIT) ................. 48
De firmware bijwerken (UPDATE)............................. 49
De versie van de firmware controleren (VERSION)... 49
De firmware van het toestel bijwerken via het
netwerk...................................................................50
AANVULLENDE
INFORMATIE
FM/AM afstemmen ..................................................... 24
Automatische voorkeuze-afstemming
(alleen FM-stations) ................................................ 24
Handmatige voorkeuze voor afstemming.................... 25
Een voorkeuzestation terugroepen............................... 26
Een voorkeuzestation wissen....................................... 26
Radio Data System afstemmen.................................... 27
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Afspelen ..................................................................... 21
Onderdelen van het menu Setup .................................. 44
Network ....................................................................... 45
Bluetooth ..................................................................... 46
Max Volume ................................................................ 47
Initial Volume.............................................................. 47
AutoPowerStdby (Auto Power Standby)..................... 47
ECO Mode ................................................................... 47
BASISBEDIENING
De luidsprekers aansluiten........................................... 12
De FM- en AM-antennes aansluiten............................ 13
De netwerkkabel aansluiten......................................... 14
Een draadloze antenne voorbereiden ........................... 14
Het netsnoer aansluiten................................................ 14
Een USB-opslagapparaat aansluiten............................ 37
Weergeven van de inhoud van een
USB-opslagapparaat ................................................ 37
VOORBEREIDINGEN
Voorpaneel..................................................................... 5
Display voorpaneel ........................................................ 7
Achterpaneel .................................................................. 8
Afstandsbediening ......................................................... 9
iPod/iTunes-muziekinhoud afspelen ........................... 35
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat ......37
INLEIDING
Wat u kunt doen met dit toestel ................................ 2
Afspelen van iPod/iTunes-muziek via een netwerk
(AirPlay).................................................................35
AANVULLENDE INFORMATIE
Foutopsporing............................................................51
Foutindicaties op display voorpaneel ......................57
Handelsmerken..........................................................58
Technische gegevens..................................................59
Index ...........................................................................60
1 Nl
Nederlands
• “Opmerking” wijst op voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van het product en op functiebeperkingen. y wijst op aanvullende
uitleg voor een beter gebruik.
• In deze handleiding wordt de bediening met de meegeleverde afstandsbediening uitgelegd.
• In deze handleiding worden de “iPod” en “iPhone” allemaal aangeduid met “iPod”. “iPod” verwijst naar “iPod” als naar “iPhone”,
tenzij anderszins wordt aangegeven.
• In deze handleiding worden mobiele iOS- en Android-apparaten collectief aangeduid als “mobiele apparaten”. Het specifieke type
mobiel apparaat wordt waar nodig vermeld in de uitleg.
INLEIDING
Wat u kunt doen met dit toestel
Dit toestel is een netwerkontanger die compatibel is met een netwerkbron, zoals een mediaserver en een mobiel apparaat.
Het toestel ondersteunt niet alleen afspelen van analoge bronnen zoals een cd-speler, maar ook Bluetooth-apparaten en
netwerkdevices and netwerk streamingservices.
Bronnen die op dit toestel afgespeeld kunnen worden
0
FM/AM
1 Internet
2 Streamingservice
Modem
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
Router*
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
3 Pc
5 AirPlay (iTunes)
Dit toestel
Mobiel
apparaat
4 NAS
5 AirPlay (iPod)
6 Bluetooth
*
7 iPod
8 USB-
9 Cd-speler, enz.
apparaat
U hebt een in de handel verkrijgbare draadloze router (toegangspunt) nodig als u een mobiel apparaat gebruikt.
1 Internetradio afspelen (p. 33)
2 De streamingservice afspelen
(zie de aanvulling voor elke service.)
3 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
pc afspelen (p. 30)
4 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
NAS afspelen (p. 30)
5 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
iPod/iTunes afspelen met AirPlay (p. 35)
6 Audio-inhoud van Bluetooth-apparaten
afspelen (p. 28)
7 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
iPoad afspelen (p. 39)
8 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
USB-apparaat afspelen (p. 37)
9 Uw externe component afspelen (p. 11)
0 Luisteren naar FM/AM-radio (p. 24)
y
Raadpleeg “Aansluitingen” (p. 11) voor meer informatie over het aansluiten van externe apparaten.
2 Nl
Wat u kunt doen met dit toestel
Handige apps bedienen (MusicCast CONTROLLER)
■ Mogelijkheden van MusicCast CONTROLLER
•
•
•
•
•
•
De standaardwerking van het toestel (aanzetten/stand-by, volume aanpassen en ingang selecteren)
Nummers die zijn opgeslagen op computers (servers) afspelen
Een internet-radiozender selecteren
Muziek afspelen op mobiele apparaten
Muziek afspelen op een streamingservice
Audio verspreiden en ontvangen tussen het toestel en andere apparaten die Yamaha MusicCast ondersteunen
INLEIDING
U kunt het toestel bedienen en programmeren, of streamingservices afspelen via dit toestel. U doet dit middels de
installatie van de gratis MusicCast CONTROLLER-app op een mobiel apparaat. Zoek voor details naar “MusicCast
CONTROLLER” in de App Store of op Google Play.
Raadpleeg MusicCast Installatiehandleiding voor de details.
Nederlands
3 Nl
Bijgeleverde accessoires
Controleer of de volgende accessoires bij het product zijn geleverd.
Afstandsbediening
AM-antenne
SPEAKERS
A
B
PHONO
SLEEP
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
OPT 1
OPT 2
CD
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
BAND
TUNING
MEMORY
MusicCast Installatiehandleiding
PRESET
ENTER
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
VOLUME
4 Nl
NOW PLAYING
MUTE
REPEAT
SHUFFLE
FM-antenne
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
Bedieningselementen en functies
Bedieningselementen en functies
12
3
4 5 6 7 8 9 : A
B
INLEIDING
Voorpaneel
C
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
1 A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
2 STANDBY/ON-lampje
Brandt als volgt:
Helder brandend: toestel staat aan
Gedempt: stand-bymodus
Opmerking
In de stand-bymodus verbruikt dit toestel een kleine hoeveelheid
voeding om van de afstandsbediening infraroodsignalen te
ontvangen.
3 Afstandsbedieningssensor
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
4 DIMMER
Wijzigt het helderheidsniveau van het voorpaneelscherm.
Kies de helderheid uit 5 niveaus door herhaaldelijk op
deze toets te drukken.
5 DISPLAY
Selecteert de informatie die wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel (p. 41).
6 MODE
Stelt de FM-bandontvangstmodus in op automatische
stereo of mono-ontvangst (p. 24).
Schakelt tussen de iPod-bedieningsmodi (p. 40).
R
7 MEMORY
Registreert het huidige FM/AM-station als voorkeuze op
als TUNER als signaalbron wordt geselecteerd (p. 25).
Registreert het huidige nummer dat wordt afgespeeld of
de streamingzender als een voorkeuze wanneer NET, USB
(met uitzondering van iPod) zijn geselecteerd als
signaalbron (p. 42).
8 CLEAR
Wist een FM/AM-voorkeuzestation als TUNER als de
signaalbron is geselecteerd (p. 26).
9 BAND
Schakelt tussen FM en AM (p. 24).
0 Display voorpaneel
Geeft informatie weer over de bedrijfsstatus van het
toestel.
A PRESET j / i
Roept een vooraf ingestelde FM/AM-zender (p. 26) of
nummer/streamingzender op (p. 42).
B TUNING jj / ii
Selecteert de afstemmingsfrequentie als TUNER als de
signaalbron is geselecteerd (p. 24).
5 Nl
Nederlands
C PURE DIRECT en indicator
Hiermee kunt u naar een bron luisteren met het zuiverst
mogelijke geluid (p. 21). De indicator erboven licht op en
de display op het voorpaneel wordt uitgeschakeld als deze
functie is ingeschakeld.
Bedieningselementen en functies
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
D
E
F
G
H
I
D PHONES-aansluiting
Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé kunt
luisteren.
E SPEAKERS A/B
Schakelt, elke keer dat de overeenkomende toets wordt
ingedrukt, de luidsprekerset in of uit die is aangesloten op
de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het achterpaneel.
F USB-aansluiting
Voor het aansluiten van een USB-opslagapparaat (p. 37)
of een iPod (p. 39).
G INPUT-selector
Hiermee kiest u de signaalbron waar u naar wilt luisteren.
H BASS +/–-bediening
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. De
middelste stand levert een vlakke klank op (p. 22).
I TREBLE +/–-bediening
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. De
middelste stand levert een vlakke klank op (p. 22).
J BALANCE-bediening
Stelt de geluidsbalans van de linker- en
rechterluidsprekers af om onevenwichtig geluid te
compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van
de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar
er wordt geluisterd (p. 22).
6 Nl
R
J
K
L
M
N
K LOUDNESS-bediening
Behoudt de volledige toonreeks op alle volumeniveaus om
te compenseren voor het verminderd menselijk gehoor op
het gebied van hoge en lage frequentiereeksen op een laag
volume (p. 22).
L SELECT/ENTER (stapsgewijze keuzeknop)
Draai de keuzeknop om een numerieke waarde of
instelling te selecteren en druk vervolgens op de
keuzeknop om te bevestigen.
M RETURN
Keert terug naar de vorige indicatie op het
voorpaneelscherm.
CONNECT
Gebruiken om het toestel te bedienen via de MusicCast
CONTROLLER-app voor mobiele apparaten. Raadpleeg
MusicCast Installatiehandleiding voor de details.
N VOLUME-bediening
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Bedieningselementen en functies
Display voorpaneel
2
1
3 45 6 7
8
9
INLEIDING
SLEEP MUTE
STEREO TUNED
A
B
VOL.
:
:
y
Indien er geen netwerkverbinding is ingesteld, zet u het toestel AAN om “WAC” (Wireless Accessory Configuration - configuratie
draadloos accessoire) op het voorpaneel weer te geven en het toestel automatisch te laten zoeken naar een iOS-apparaat. Zie “De iOSapparaatinstelling delen” (p. 16) voor informatie over het verbinden met een iOS-apparaat en netwerk.
1 Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang).
U kunt de weergegeven informatie wisselen als u op
DISPLAY drukt op het voorpaneel (p. 41).
7 SLEEP
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld.
8 MUTE
Knippert als de audio is gedempt.
2 STEREO
Gaat branden als het toestel een stereo FM-radiosignaal
ontvangt.
9 Volume-indicator
Geeft het huidige volume aan.
3 TUNED
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/AMstation ontvangt.
0 Cursorindicators
Geeft aan welke cursortoetsen op de afstandsbediening
momenteel bediend worden.
4 Signaalsterkte-indicator
Brandt als het toestel verbinding maakt met een draadloos
netwerk of als toegangspunt werkt. De sterkte van het
draadloze signaal kan worden geverifieerd aan de hand
van de indicatorstatus.
y
U kunt het helderheidsniveau van de display op het voorpaneel
wijzigen door op het voorpaneel op DIMMER te drukken (p. 5).
5 Bluetooth-indicator
Gaat branden als het toestel verbinding maakt met een
Bluetooth-apparaat.
6 Luidsprekerindicators
“A” gaat branden als de SPEAKERS A-uitgang is
ingeschakeld en “B” brandt als de SPEAKERS B-uitgang
is ingeschakeld.
Nederlands
7 Nl
Bedieningselementen en functies
Achterpaneel
1
2 3
4
5 6
7
8
NETWORK
PHONO
SIGNAL
GND
ANTENNA
IN
FM
AM
1
1
OPTICAL
SPEAKERS
IN
2
75Ω
2
A
1
OUT
COAXIAL
IN
SUBWOOFER
PRE OUT
2
3
B
CD
OUT
LINE
9
:
A
1 PHONO-aansluitingen
Voor het aansluiten op een draaitafel (p. 11).
8 Netsnoer
Voor de aansluiting op een stopcontact (p. 14).
2 OPTICAL 1/2 aansluitingen
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van
optische digitale uitgangen zijn voorzien (p. 11).
9 LINE 1-3 aansluitingen
Voor de aansluiting op analoge audiocomponenten (p. 11).
3 ANTENNA-aansluitingen
Voor de aansluiting op FM- en AM-antennes (p. 13).
4 COAXIAL 1/2 aansluitingen
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van
coaxiale digitale uitgangen zijn voorzien (p. 11).
5 SPEAKERS-aansluitingen
Gebruikt om luidsprekers aan te sluiten (p. 12).
6 NETWORK-aansluiting
Voor de aansluiting op een netwerk met een netwerkkabel
(p. 14).
7 Draadloze antenne
Voor het draadloos verbinding maken met een
netwerkapparaat (p. 14).
8 Nl
0 CD-aansluitingen
Voor de aansluiting op een cd-speler (p. 11).
A SUBWOOFER PRE OUT-aansluiting
Voor de aansluiting op een subwoofer met ingebouwde
versterker (p. 11).
Bedieningselementen en functies
Afstandsbediening
1 Infraroodsignaalzender
1
Verzendt infrarode signalen.
2
A
B
PHONO
SLEEP
COAX 1 COAX 2
Schakelt de luidsprekers in en uit die zijn aangesloten op de
aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het
achterpaneel van het toestel wanneer u op de betreffende toets
drukt.
INLEIDING
2 SPEAKERS A/B
SPEAKERS
BLUETOOTH
3 Signaalkeuzetoetsen
3
OPT 1
OPT 2
CD
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
4
BAND
5
MEMORY
TUNING
PRESET
Hiermee selecteert u een signaalbron voor weergave.
PHONO
PHONO-aansluitingen
COAX 1/2
COAXIAAL 1/2-aansluitingen
BLUETOOTH Bluetooth-aansluiting
OPT 1/2
OPTISCHE 1/2-aansluitingen
CD
Cd-aansluitingen
LINE 1-3
LINE 1-3-aansluitingen
TUNER
FM/AM-tuner
NET
Netwerkbronn (druk hier herhaaldelijk op om
de gewenste netwerkbron te selecteren)
USB
USB-aansluiting (op het voorpaneel)
4 Radiotoetsen
6
7
8
9
De FM/AM-radio bedienen (p. 24).
BAND
Schakelt tussen FM en AM.
TUNING jj/ii Selecteert de radiofrequentie.
ENTER
HOME
RETURN
5 Voorkeuzetoetsen
MEMORY
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
REPEAT
SHUFFLE
0
A
PRESET j/i
Registreert het huidige FM/AM-station als
voorkeuze als TUNER is geselecteerd als de
signaalbron (p. 25).
Registreert het huidige nummer dat wordt
afgespeeld of de streamingzender als een
voorkeuze wanneer NET, USB (met
uitzondering van iPod) zijn geselecteerd als
signaalbron (p. 42).
Roept een vooraf ingestelde FM/AM-zender
(p. 26) of nummer/streamingzender op (p. 42).
6 Menutoetsen
Cursortoetsen
(B/C/D/E)
ENTER
RETURN
Hiermee selecteert u een menu of parameter.
Hiermee bevestigt u een geselecteerd item.
Keert terug naar de vorige status.
7 HOME
Keert terug naar het bovenste niveau bij het selecteren van
muziekbestanden, mappen, etc.
8 SETUP
Geeft het menu “Setup” weer (p. 44).
9 NOW PLAYING
Geeft muziekgegevens weer bij het selecteren van
muziekbestanden, mappen, etc.
0 VOLUME +/Nederlands
Hiermee past u het volume aan.
A Afspeeltoetsen
Laten u afspelen en andere handelingen uitvoeren voor
netwerkbronnen, Bluetooth- en USB-apparaten.
9 Nl
Bedieningselementen en functies
B A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
C SLEEP
SPEAKERS
A
B
B
PHONO
SLEEP
COAX 1 COAX 2
C
Stelt de slaaptimer in (p. 23).
D OPTION
Geeft het menu “Option” weer (p. 43).
BLUETOOTH
E MUTE
OPT 1
OPT 2
CD
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
BAND
Dempt de audioweergave.
■ Batterijen plaatsen
1 3
TUNING
MEMORY
PRESET
2
ENTER
HOME
Opmerkingen
RETURN
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
REPEAT
• Verander alle batterijen indien het operatiebereik van de
afstandsbediening verkleint.
• Voordat u nieuwe batterijen plaatst, veeg het compartiment
schoon.
MUTE
SHUFFLE
D
E
■ Werkingsbereik
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
Zorg dat u de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van dit toestel
richt.
Ongeveer
6m
30°
30°
Afstandsbediening
10 Nl
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen
LET OP
Dvd-speler, enz.
Draaitafel
O
Audiouitgang
Cd-speler, enz.
Audio-uitgang
(digitaal optisch)
C
Audio-uitgang
(digitaal coaxiaal)
VOORBEREIDINGEN
• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten zijn
voltooid.
• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) naar L, R (rechts) naar R, “+” naar “+” en “–” naar “–”. Als de
aansluitingen niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidsprekeraansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van elk van uw componenten.
• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoor
kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Zorg ervoor dat u RCA-kabels, optische kabels, gebruikt om audiocomponenten aan te sluiten.
GND
NETWORK
PHONO
SIGNAL
GND
ANTENNA
IN
FM
AM
1
1
OPTICAL
SPEAKERS
IN
2
75Ω
2
A
1
OUT
COAXIAL
IN
SUBWOOFER
PRE OUT
2
3
B
CD
OUT
LINE
Audiouitgang
Audioingang
Cd-recorder, enz.
Audiouitgang
Cd-speler
Subwoofer
Luidsprekers A
Luidsprekers B
Alleen PCM-signalen kunnen naar de digitale (OPTICAL/COAXIAL)-aansluitingen van dit toestel worden verzonden.
y
• De PHONO-aansluitingen zijn ontworpen voor het verbinden van een draaitafel met een MM-cartridge.
• Sluit uw draaitafel aan op de GND-aansluiting van het toestel om de ruis in het signaal te verminderen. Bij bepaalde draaitafels hoort
u echter minder ruis zonder de GND-aansluiting.
Opmerkingen
11 Nl
Nederlands
• Om te voorkomen dat het audiosignaal in een lus terechtkomt wanneer een audio-opnameapparaat wordt aangesloten, komt er geen
geluid via de LINE 2 (OUT)-aansluitingen als LINE 2 is geselecteerd. Op een vergelijkbare manier komt er geen geluid uit de LINE 3
(OUT)-aansluitingen wanneer LINE 3 is geselecteerd.
• Bundel de audiokabels en luidsprekerkabels niet samen met de voedingskabel. Dit kan ruis veroorzaken.
Aansluitingen
De luidsprekers aansluiten
■ De luidsprekerkabels aansluiten
Luidsprekerkabels zijn voorzien van twee draadjes. Het
ene draadje dient voor de verbinding met de negatieve (–)aansluiting van het toestel en de luidspreker, het andere
dient voor de positieve (+)-aansluiting. Als de draden zijn
voorzien van kleurmarkering om verwarring te
voorkomen, verbindt u het zwarte draden met de negatieve
aansluiting en het andere draden met de positieve
aansluiting.
a Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van de uiteinden van de
luidsprekerkabel en draai de blootliggende draden van de kabel stevig
in elkaar.
■ Dubbel bedrade aansuiting
Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer
(lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor de
middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers). Een
luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier
klemaansluitingen. Door twee sets van aansluitingen is de
luidsprekerkast in twee onafhankelijke delen gesplitst. Met
deze verbindingen wordt de reproductie van de midden- en
hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid en die van de
lage tonen via een andere set aansluitingen.
Dit toestel
SPEAK
Luidspreker
A
b Maak de luidsprekeraansluiting los.
c Steek de blootliggende draadjes van de kabel in de opening aan de
zijkant (bovenaan rechts of onderaan links) van de aansluiting.
B
d Maak de aansluiting vast.
10 mm
a
b
c
d
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de
andere set aansluitingen.
Opmerking
Bij het maken van dubbel bedrade aansluitingen dient u de
kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen.
Raadpleeg de handleidingen van de luidsprekers voor meer
informatie.
y
Om dubbel bedrade aansluitingen te gebruiken, drukt u op
SPEAKERS A en SPEAKERS B op het voorpaneel of op de
afstandsbediening zodat beide luidsprekerindicators (“A” en “B”)
branden op de display op het voorpaneel.
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
SPEAKERS A/B
SPEAKERS A/B
SPEAKERS
A
B
PHONO
SLEEP
COAX 1 COAX 2
OPT 1
12 Nl
OPT 2
BLUETOOTH
CD
Aansluitingen
De FM- en AM-antennes aansluiten
Bij dit toestel zijn antennes meegeleverd voor FM- en AM-uitzendingen. Over het algemeen zouden deze antennes
voldoende signaalsterkte moeten leveren. Sluit de antennes aan op de daarvoor bedoelde aansluitingen.
Opmerking
Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-verkoper
of -servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
FM-antenne
of
(meegeleverd)
FMbuitenantenne
AM-buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd
draad dat u uit een raam naar buiten spant.
VOORBEREIDINGEN
AM-antenne (meegeleverd)
• De AM-antenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een
AM-buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• De AM-antenne meot van dit toestel af worden geplaatst.
PHONO
SIGNAL
GND
ANTENNA
IN
FM
AM
1
1
OPTICAL
IN
2
75Ω
2
1
OUT
COAXIAL
IN
SUBWOOFER
PRE OUT
2
3
CD
OUT
LINE
■ De meegeleverde AM-antenne monteren
■ De draden van de AM-antenne
aansluiten
2 Inbrengen
1 Omlaag houden
Nederlands
13 Nl
Aansluitingen
De netwerkkabel aansluiten
Sluit het toestel aan op de router met een in de handel verkrijgbare STP-netwerkkabel (rechte kabel van CAT-5 of hoger).
Network Attached Storage
(NAS)
Internet
WAN
LAN
Modem
PC
Router
Netwerkkabel
Mobiel apparaat
(zoals iPhone)
NETWORK
PHONO
SIGNAL
GND
ANTENNA
IN
FM
AM
1
1
OPTICAL
SPEAKERS
IN
2
75Ω
2
A
1
OUT
COAXIAL
IN
SUBWOOFER
PRE OUT
2
3
B
CD
OUT
LINE
Dit toestel (achterzijde)
Een draadloze antenne
voorbereiden
Als u het toestel draadloos aansluit, dient u de draadloze
antenne uit te klappen. Voor informatie over het aansluiten
van het toestel op een draadloos netwerk, raadpleegt u
“Op een netwerk aansluiten” (p. 15).
LESS
WIRE
WORK
Opmerking
Oefen niet te veel kracht uit op de draadloze antenne. Daarmee
beschadigt u mogelijk de antenne.
14 Nl
Het netsnoer aansluiten
Als u alle aansluitingen hebt uitgevoerd, sluit u het
netsnoer aan.
Op een
wandstopcontact
Op een netwerk aansluiten
Op een netwerk aansluiten
Er zijn verschillende methoden om het toestel verbinding te laten maken met een netwerk. Selecteer een
verbindingsmethode in overeenstemming met uw omgeving.
Opmerkingen
• Bepaalde beveiligingssoftware die op uw pc is geïnstalleerd of de firewallinstellingen van netwerkapparaten (bijvoorbeeld een router)
kunnen de toegang van het toestel tot de netwerkapparaten of internet blokkeren. In deze gevallen dient u de instellingen van de
beveiligingssoftware of firewall op de juiste wijze te configureren.
• Elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnetwerk als het toestel.
• Als u de service via internet wilt gebruiken, wordt een breedbandverbinding ten zeerste aanbevolen.
■ Met de MusicCast CONTROLLER-app verbinding maken
Raadpleeg MusicCast Installatiehandleiding voor de details.
VOORBEREIDINGEN
Als u een audiosingaal met hoge resolutie afspeelt via het netwerk, raden we u aan verbinding te maken met een bekabelde router
voor stabiele weergave.
■ Met de bekabelde router verbinding maken
Met de DHCP-serverfunctie van de router
verbinding maken
U kunt verbinding maken met het
netwerk door een bekabelde
verbinding te maken (p. 14)
■ Met een draadloze router (toegangspunt) verbinding maken
Maak verbinding met het netwerk met de hieronder genoemde methode die overeenkomt met uw omgeving.
Met de Wi-Fi-instelling van het iOS-apparaat
(iPhone / iPod touch) verbinding maken
De Wi-Fi-instelling van het iOSapparaat delen (p. 16)
Met de WPS drukknopconfiguratie op de
draadloze router (of toegangspunt) verbinding
maken
De WPS-drukknopconfiguratie
gebruiken (p. 17)
Met een draadloze router (toegangspunt) zonder
WPS-drukknopconfiguratie verbinding maken
De netwerkverbinding handmatig
instellen (p. 18)
■ Zonder een bekabelde router of draadloze router (toegangspunt) verbinding maken
Draadloos verbinding maken met een mobiel
apparaat (Wireless Direct)
Draadloos verbinding maken met
Wireless Direct (p. 19)
Als het toestel met Wireless Direct op het netwerk is aangesloten, kan het geen verbinding maken met een andere draadloze router
(toegangspunt). Om inhoud van het internet af te spelen, sluit u dit toestel met een bekabelde of draadloze router (toegangspunt) aan op
een netwerk.
15 Nl
Nederlands
Opmerking
Op een netwerk aansluiten
De iOS-apparaatinstelling delen
6
U kunt simpel een draadloze verbinding configureren door
de verbindingsinstellingen op iOS-apparaten (iPhone/iPod
touch) toe te passen.
Voordat u verder gaat, bevestigt u dat uw iOS-apparaat is
verbonden met een draadloze router (toegangspunt).
Indien er geen netwerkverbinding is ingesteld, wordt
“WAC” (Wireless Accessory Configuration configuratie draadloos accessoire) op de display op het
voorpaneel weergeven als u het toestel aan zet en
wordt er automatisch gezocht naar een iOS-apparaat.
U kunt de netwerkinstellingen automatisch delen.
WAC
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om “Share
Setting” te selecteren en druk op ENTER.
SHARE
Wireless(WAC)
7
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om de
gewenste verbindingsmethode te selecteren
en druk op ENTER.
De volgende verbindingsmethoden zijn beschikbaar.
Wireless
(WAC)
U kunt de verbindingsinstellingen op het iOSapparaat toepassen op het toestel met een draadloze
verbinding. Raadpleeg voor de details “De instelling
van het iOS-apparaat draadloos delen”. (U hebt een
iOS-apparaat met iOS 7 of hoger nodig.)
USB
Cable
U kunt de verbindingsinstellingen op het iOS-apparaat
toepassen op het toestel met een USB-kabel.
Raadpleeg voor de details “De instelling van het iOSapparaat draadloos delen met een USB-kabel”. (U
hebt een iOS-apparaat met iOS 5 of hoger nodig.)
R-N602 XXXXXX
Als het toestel al verbonden is via een kabel en ook
met een draadloos netwerk via een andere methode,
worden de instellingen niet automatisch gedeeld. Om
de netwerkinstellingen van het iOS-apparaat
automatisch te delen, doet u het volgende.
MEMORY
Als u “Wireless (WAC)” selecteert als de verbindingsmthode,
worden alle netwerkinstellingen geïnitialiseerd.
PRESET
Cursortoetsen B / C
ENTER
■ De instelling van het iOS-apparaat
draadloos delen
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
SETUP
SETUP
Opmerking
OPTION
Als u “Wireless (WAC)” selecteert als de
verbindingsmethode, voer dan de bewerking om de
netwerkinstelling te delen op uw iOS-apparaat uit. (De
volgende procedure is een instelvoorbeeld voor iOS 8.)
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
1
1
Druk op A om dit toestel in te schakelen.
2
Druk op SETUP.
3
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
y
De naam van dit toestel
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
4
5
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
WIRELESS
WPS
16 Nl
Selecteer op het iOS-apparaat het toestel als
de AirPlay-luidspreker op het Wi-Fi-scherm.
2
Controleer het momenteel geselecteerde
netwerk en tik op “Next”.
Tik hierop om het
instellen te starten
Het momenteel
geselecteerde netwerk
Op een netwerk aansluiten
Als het deelproces is afgerond, wordt het toestel
automatisch verbonden met het geselecteerde
netwerk (toegangspunt).
Als het instellen is afgerond, dient u te controleren of
het toestel is verbonden met een draadloos netwerk
(p. 20).
MEMORY
Cursortoetsen B / C
ENTER
■ De instelling van het iOS-apparaat delen
via een USB-kabel
Als u “USB Cable” selecteert als de verbindingsmethode,
volgt u de onderstaande procedure om de instelling van
het iOS-apparaat te delen met het toestel.
Sluit het iOS-apparaat aan op de USBaansluiting en schakel de
schermvergrendeling uit op het iOSapparaat.
DIMMER
INPUT
DISPLAY
BASS
MODE
MEMORY
CLEAR
TREBLE
SPEAKERS
A
RETURN
OPTION
SETUP
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
1
Druk op A om dit toestel in te schakelen.
2
Druk op SETUP.
3
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
y
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
B
5V
1A
2
Druk op ENTER.
3
Tik op “Allow” in het bericht dat is
verschenen op het iOS-apparaat.
Als het verbindingsproces is afgerond, verschijnt
“Completed” op de display van het voorpaneel.
Als het instellen is afgerond, dient u te controleren of
het toestel is verbonden met een draadloos netwerk
(p. 20).
4
HOME
SETUP
RETURN
Dit toestel (voorzijde)
PHONES
ENTER
VOORBEREIDINGEN
1
PRESET
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
4
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
5
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
WIRELESS
WPS
6
Druk tweemaal op ENTER.
“Connecting” verschijnt op de display van het
voorpaneel.
7
Druk op de WPS-knop op de draadloze router
(toegangspunt).
Als het verbindingsproces is afgerond, verschijnt
“Completed” op de display van het voorpaneel. Als het
instellen is afgerond, dient u te controleren of het
toestel is verbonden met een draadloos netwerk (p. 20).
Als “Not connected” verschijnt, herhaalt u de
procedure vanaf Stap 1 of probeert u een andere
verbindingsmethode.
8
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
De WPS-drukknopconfiguratie
gebruiken
U kunt heel simpel een draadloze verbinding configureren
met één druk op de WPS-knop.
Opmerking
Deze configuratie werkt niet als de beveiligingsmethode van uw
draadloze router (toegangspunt) WEP is. Gebruik in dat geval een
andere verbindingsmethode.
Info over WPS
17 Nl
Nederlands
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard die is
ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance, waarmee een draadloos
thuisnetwerk makkelijk te maken is.
Op een netwerk aansluiten
De draadloze netwerkverbinding
handmatig instellen
9
Voordat u de volgende procedure uitvoert, controleert u de
beveiligingsmethod en de beveiligingssleutel op de
draadloze router (toegangspunt).
MEMORY
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
PRESET
SECURITY
WPA2-PSK(AES)
10
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
SETUP
SETUP
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om de
gewenste beveiligingsmethode te selecteren
en druk op RETURN.
Instellingen
None, WEP, WPA2-PSK (AES), Mixed Mode
OPTION
Opmerking
VOLUME
NOW PLAYING
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Security” te selecteren en druk op ENTER.
MUTE
1
Druk op A om dit toestel in te schakelen.
2
Druk op SETUP.
3
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Als u “None” selecteert, kan de verbinding onveilig zijn omdat de
communicatie niet versleuteld is.
11
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Security Key” te selecteren en druk op
ENTER.
KEY
y
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
4
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
5
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
6
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om “Manual
Setting” te selecteren en druk op ENTER.
MANUAL
12
Gebruik de cursortoetsen om de
beveiligingssleutel op de draadloze router
(toegangspunt) in te voeren en druk op
RETURN voor het vorige scherm.
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de cursortoetsen
(B/C) om een teken te selecteren.
U kunt een teken invoeren/verwijderen door te
drukken op PRESET i (invoeren) of PRESET j
(verwijderen).
13
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Connect[ENTER]” te selecteren en druk op
ENTER om de instelling op te slaan.
Als “ERROR” wordt weergegeven, controleert u de
SSID en beveiligingssleutel op de draadloze router
(toegangspunt) en herhaalt u vanaf stap 7.
Als “ERROR” niet wordt weergegeven, is de
verbinding gemaakt. Controleer of het toestel is
verbonden met een draadloos netwerk (p. 20).
14
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
SSID
7
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om “SSID”
te selecteren en druk op ENTER.
SSID
8
Gebruik de cursortoetsen om de SSID op de
draadloze router (toegangspunt) in te voeren
en druk op RETURN voor het vorige scherm.
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de cursortoetsen
(B/C) om een teken te selecteren.
18 Nl
Op een netwerk aansluiten
Een mobiel apparaat direct met
het toestel verbinden (Wireless
Direct)
7
W DIRECT
Door Wireless Direct te gebruiken, kan dit toestel als een
draadloos toeganspunt voor het netwerk fungeren waar
mobiele toestellen rechtstreeks kunnen aansluiten.
WPA2-PSK(AES)
8
MEMORY
PRESET
Instellingen
None, WPA2-PSK (AES)
ENTER
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
RETURN
SETUP
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
Opmerking
Opmerking
Als u “None” selecteert, kan de verbinding onveilig zijn omdat de
communicatie niet versleuteld is.
9
Als het toestel met Wireless Direct op het netwerk is aangesloten,
kan het geen verbinding maken met een andere draadloze router
(toegangspunt). Om inhoud van het internet af te spelen, sluit u
dit toestel met een bekabelde of draadloze router (toegangspunt)
aan op een netwerk.
1
Druk op A om dit toestel in te schakelen.
2
Druk op SETUP.
3
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
10
Gebruik de cursortoetsen om de
beveiligingssleutel op dit toestel in te voeren
en druk op RETURN voor het vorige scherm.
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de cursortoetsen
(B/C) om een teken te selecteren.
U kunt een teken invoeren/verwijderen door te
drukken op PRESET i (invoeren) of PRESET j
(verwijderen).
11
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Connect[Enter]” te selecteren en druk op
ENTER om de instelling op te slaan.
De informatie over SSID en beveiligingssleutel is
vereist voor configuratie van een mobiel apparaat.
Als u de “SSID” selecteert bij stap 6, kunt u de
geconfigureerde SSID op dit toestel controleren. U
kunt de SSID van dit toestel wijzigen met de
cursortoetsen (B / C / D / E).
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
5
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“WirelesDirect” te selecteren en druk op
ENTER.
W DIRECT
SSID
6
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Security Key” te selecteren en druk op
ENTER.
KEY
y
4
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om de
gewenste beveiligingsmethode te selecteren
en druk op RETURN.
VOORBEREIDINGEN
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Security” te selecteren en druk op ENTER.
Nederlands
Druk op ENTER om de SSID op dit toestel te
controleren en druk op RETURN voor het
vorige scherm.
19 Nl
Op een netwerk aansluiten
12
Configureer de Wi-Fi-instellingen van een
mobiel apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het mobiele apparaat
voor meer informatie over instellingen van uw
mobiele apparaat.
(1) Schakel de Wi-Fi-functie in op het mobiele
apparaat.
(2) Selecteer de SSID van dit toestel in de lijst van
beschikbare toegangspunten.
(3) Voer de beveiligingssleutel die werd
weergegeven tijdens Stap 10 in als u wordt
gevraagd om een wachtwoord.
13
De netwerkverbindingsstatus
controleren
Voer de volgende procedure uit om de verbinding van het
toestel met een netwerk te controleren.
MEMORY
Cursortoetsen B / C
ENTER
PRESET
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
Als “ERROR” verschijnt, controleert u de
beveiligingssleutel op dit toestel en herhaalt u stap 12.
Als “ERROR” niet wordt weergegeven, is de
verbinding gemaakt. Controleer of het toestel is
verbonden met een draadloos netwerk (p. 20).
1
Druk op SETUP.
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
SETUP
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
y
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Information” te selecteren en druk op
ENTER.
4
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“STATUS” te selecteren.
STATUS
Connect
Als “Connect” wordt weergegeven, is het toestel
verbonden met een netwerk. Als “Disconnect” wordt
weergegeven, moet u de verbinding resetten.
5
20 Nl
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
BASISBEDIENING
Afspelen
Een bron afspelen
A (aan/uit)
4
Speel de bron af.
5
Draai aan de VOLUME-regelaar op het
voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het
geluidsuitvoerniveau te regelen.
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
SPEAKERS A/B
VOLUME-bediening
y
U kunt de geluidskwaliteit aanpassen met de regelaars BASS,
TREBLE, BALANCE en LOUDNESS of via de PURE DIRECTschakelaar op het voorpaneel.
INPUT-selector
6
SPEAKERS A/B
SPEAKERS
A
A (aan/uit)
B
SLEEP
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
OPT 1
OPT 2
CD
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
BAND
TUNING
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
Signaalkeuzetoetsen
VOLUME
MUTE
1
Druk op A (aan/uit) om dit toestel in te
schakelen.
2
Draai aan de INPUT -keuzeknop op het
voorpaneel (of druk op een van de
signaalkeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron te
kiezen waarnaar u wilt luisteren.
3
■ Genieten van high-fidelity
geluidsweergave (Pure Direct)
Als de PURE DIRECT-schakelaar is ingeschakeld, wordt
de invoer van uw signaalbronnen zo doorgevoerd, dat de
signalen BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
omzeilen. U elimineert daarmee alle aanpassingen aan
geluidssignalen en kunt genieten van het zuiverst
mogelijke geluid.
De PURE DIRECT-indicator licht op en de display op het
voorpaneel wordt na een paar seconden uitgeschakeld.
BASISBEDIENING
PHONO
Als u klaar bent met het gebruik, drukt u op A
(aan/uit) op het voorpaneel om het toestel uit
te schakelen.
Als u op A (aan/uit) op de afstandsbediening drukt,
wordt dit toestel in stand-by gezet.
PURE DIRECT-schakelaar
PURE DIRECT
Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het voorpaneel of op de afstandsbediening
om luidsprekers A en/of B te kiezen.
Als luidsprekerset A of luidsprekerset B is
ingeschakeld, wordt overeenkomstig op de display
van het voorpaneel “A” of “B” weergegeven (p. 7).
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
Opmerkingen
• Als de PURE DIRECT-schakelaar is ingeschakeld, wordt de
display op het voorpaneel uitgeschakeld.
• BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS-bedieningen
controls werken niet als de PURE DIRECT-schakelaar is
ingeschakeld.
Opmerkingen
Nederlands
• Als één luidsprekerset met dubbel bedrade verbindingen is
aangesloten, of als gelijktijdig twee luidsprekersets (A en B)
worden gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat op de display van
het voorpaneel “A” en “B” worden weergegeven.
• Wanneer u luistert met een hoofdtelefoon, zet dan de
luidsprekers uit.
21 Nl
Afspelen
■ De regelaars voor BASS en TREBLE
afstellen
■ De LOUDNESS-bediening aanpassen
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
PURE DIRECT
VOLUME
INPUT
PHONES
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
TUNING
-30dB
A
B
RETURN
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
5V
1A
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
CONNECT
L
-30dB
A
B
R
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
LOUDNESS
BASS
VOLUME
TREBLE
HOME
De regelaarsBASS en TREBLE stellen de hoge en lage
frequentieresponses af.
De middelste stand levert een vlakke klank op.
BASS-bediening
Wanneer u vindt dat er niet genoeg bas (geluid met lage
frequenties) is, draait u met de klok mee om te boosten.
Wanneer u vindt dat er teveel bas is, draait u tegen de klok
in om te onderdrukken.
Bedieningsbereik: –10 dB to +10 dB (20 Hz)
TREBLE-bediening
Wanneer u vindt dat er niet genoeg treble (geluid met hoge
frequenties) is, draait u met de klok mee om te boosten.
Wanneer u vindt dat er teveel treble is, draait u tegen de
klok in om te onderdrukken.
Bedieningsbereik: –10 dB to +10 dB (20 kHz)
RETURN
SETUP
OPTION
VOLUME +/–
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
Behoud de volledige toonreeks op alle volumeniveaus om
te compenseren voor het verminderd menselijk gehoor op
het gebied van hoge en lage frequentiereeksen op een laag
volume.
LET OP
Als de PURE DIRECT-schakelaar is ingeschakeld en
LOUDNESS op een bepaald niveau is ingesteld, omzeilen
de invoersignalen LOUDNESS en krijgt u de maken met
een plotselingen toename in het geluidsuitvoerniveau. Om
te voorkomen dat uw oren of de luidsprekers beschadigd
raken, drukt u op de PURE DIRECT-schakelaar nadat u
het geluidsuitvoerniveau hebt verlaagd of nadat u hebt
gecontroleerd dat LOUDNESS goed is ingesteld.
1
Stel LOUDNESS in op FLAT.
2
Draai aan de VOLUME-knop op het
voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het
geluidsuitvoerniveau in te stellen op het
hoogste luisterniveau waarnaar u wilt
luisteren.
3
Draai aan de LOUDNESS-knop tot het
gewenste volume.
■ De BALANCE-bediening aanpassen
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
BALANCE
De regelaar voor BALANCE stelt de linker- en
rechterluidsprekers af om onevenwichtig geluid te
compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van
de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar
er wordt geluisterd.
y
Nadat u de LOUDNESS-knop hebt ingesteld, kunt u genieten van
muziek op het door u gewenste volume. Als het effect van de
instelling van de LOUDNESS-knop te sterk of te zwak is, kunt u
LOUDNESS bijstellen.
22 Nl
Afspelen
De slaaptimer gebruiken
Gebruik deze functie om het toestel na een bepaalde
tijdsduur automatisch in stand-bymodus te zetten. De
slaaptimer is nuttig als u gaat slapen terwijl het toestel een
bron afspeelt of opneemt.
SPEAKERS
A
A (aan/uit)
B
PHONO
SLEEP
SLEEP
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
OPT 1
OPT 2
CD
LINE 1
LINE 2
LINE 3
Opmerking
De slaaptimer kan alleen met de afstandsbediening worden
ingesteld.
BASISBEDIENING
1
Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijdsduur
in te stellen voordat het toestel in standbymodus gaat.
Elke keer dat u op SLEEP drukt, wijzigt de display op
het voorpaneel zoals hieronder wordt getoond.
De SLEEP-indicator knippert terwijl u de tijdsduur
voor de slaaptimer instelt.
SLEEP
A
VOL.
Sleep 120min.
Als de slaaptimer is ingesteld, zal de SLEEPindicator op de display op het voorpaneel branden.
y
• Selecteer “Sleep Off” om de slaaptimer uit te schakelen.
• De instelling van de slaaptimer kan ook worden geannuleerd
door op A (aan/uit) te drukken om dit toestel in stand-bymodus
in te stellen.
Nederlands
23 Nl
Luisteren naar FM/AM-radio
■ FM-ontvangst verbeteren (FM Mode)
FM/AM afstemmen
Als het signaal van het station zwak is en de
geluidskwaliteit is niet goed, stel dan de FM-radioontvangstmodus in op mono om de ontvangst te
verbeteren.
SPEAKERS
B
A
PHONO
SLEEP
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
PURE DIRECT
DIMMER
OPT 1
OPT 2
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
CD
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
CONNECT
1A
L
R
TUNER
BAND
BAND
MEMORY
MODE
TUNING jj / ii
TUNING
PRESET
1
1
Druk op TUNER om “TUNER” als de
signaalbron te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op BAND om de
ontvangstband (FM of AM) te selecteren.
3
Houd TUNING jj / ii langer dan 1 seconde
ingedrukt om afstemmen te starten.
Druk op ii om naar een hogere frequentie af te
stemmen.
Druk op jj om naar een lagere frequentie af te
stemmen.
De frequentie van de ontvangen zender wordt op het
voorpaneel getoond.
Als een uitzending wordt ontvangen, brandt de
“TUNED”-indicator op de display op het voorpaneel.
Als een stereo-uitzending wordt ontvangen, brandt
ook de “STEREO”-lamp.
STEREO TUNED
A
Opmerking
De STEREO-indiator gaat branden op het voorpaneel als u naar
een station in stereomodus luistert.
Automatische voorkeuzeafstemming (alleen FM-stations)
U kunt de automatische voorkeuze-afstemfunctie
gebruiken om automatisch FM-stations als
voorkeuzestations te registreren. Met deze functie kan het
toestel automatisch afstemmen op FM-stations met een
sterk signaal en 40 van dergelijke stations in volgorde
registreren. U kunt dan gemakkelijk zo’n
voorkeuzestation terugroepen door het voorkeuzenummer
te selecteren.
VOL.
FM 98.50MHz
Frequentie
y
• Als de zendersignalen zwak zijn, stop de afstemmende
zoekopdracht niet bij de gewenste zender.
• Als de signaalontvangst voor een FM-radiozender niet stabiel
is, kan het helpen om over te schakelen naar Mono.
24 Nl
Druk herhaaldelijk op MODE om “Stereo”
(automatische stereomodus) of “Mono”
(mono-modus) te selecteren als dit toestel op
een FM-radiostation is afgestemd.
Wanneer u Mono selecteert, worden FMuitzendingen weergegeven in mono.
Opmerkingen
• Als u een station naar een voorkeuzenummer registreert waarop
al een station is geregistreerd, wordt het eerder geregistreerde
station overgeschreven.
• Als het station dat u wilt opslaan een zwak signaal heeft,
probeer dan de handmatige voorkeuze-afstemmethode.
y
• FM-stations die met de automatische voorkeuzeregistratie als
voorkeuzestations zijn geregistreerd, klinken in stereo.
• Alleen stations die met het Radio Data System worden
uitgezonden, worden automatisch door de functie Auto Preset
(automatische voorkeuze) geregistreerd.
Luisteren naar FM/AM-radio
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
Handmatige voorkeuze voor
afstemming
TUNER
BAND
TUNING
BAND
MEMORY
Cursortoetsen B / C
ENTER
PRESET j / i
PRESET
Selecteer handmatig een radiostation en registreer deze als
een voorkeuzenummer. U kunt dan gemakkelijk zo’n
voorkeuzestation terugroepen door het voorkeuzenummer
te selecteren.
ENTER
TUNER
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
NET
BAND
TUNING
RETURN
MEMORY
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
USB
PRESET j / i
PRESET
MEMORY
MUTE
ENTER
Druk op TUNER om “TUNER” als de
signaalbron te selecteren.
2
Druk op de afstandsbediening op OPTION.
Het menu “Option” wordt weergegeven (p. 43).
3
Druk op B / C om “Auto Preset” te selecteren
en druk daarna op ENTER.
OPTION
A
VOL.
A
VOL.
1
Volg “FM/AM afstemmen” (p. 24) om op het
gewenste radiostation af te stemmen.
2
Houd MEMORY langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Wanneer u voor het eerst een station registreert, wordt
het geselecteerde radiostation geregistreerd met het
voorkeuzenummer “01”. Daarna wordt elk
geregistreerd radiostation geregistreerd onder het
volgende lege voorkeuzenummer na het laatst
geregistreerde nummer.
Auto Preset
READY
01:FM 87.50MHz
Voorkeuzenummer
MEMORY
y
• Voor dat het scannen start, kunt u het eerste voorkeuzenummer
aangeven dat moet worden gebruikt. Hiervoor drukt u op
PRESET j / i of op de cursortoets (B/C) op de
afstandsbediening.
• Om het scannen te annuleren, drukt u op BAND of RETURN.
Als het scannen is voltooid, wordt “FINISH”
weergegeven en daarna keert de display terug naar de
oorspronkelijke status.
STEREO TUNED
A
VOL.
01:FM 98.50MHz
Frequentie
Het toestel zoekt ongeveer 5 seconden later de FMband af vanaf de laagste frequentie omhoog.
Om het scannen onmiddellijk te starten, houdt u de
toets ENTER ingedrukt.
BASISBEDIENING
1
Voorkeuzenummer
y
Om voor registratie een voorkeuzenummer te selecteren, drukt u
één keer op MEMORY nadat u op het gewenste radiostation hebt
afgestemd. Druk op PRESET j / i om een voorkeuzenummer te
selecteren en druk dan opnieuw op MEMORY.
9850
STEREO TUNED
A
VOL.
02:Empty
“Empty” (niet in gebruik) of de huidig geregistreerde
frequentie
Nederlands
25 Nl
Luisteren naar FM/AM-radio
Een voorkeuzestation terugroepen
3
U kunt voorkeuzestations terugroepen die zijn
geregistreerd met de automatische of de handmatige
voorkeuzemethode.
Gebruik de cursortoetsen om “Clear Preset”
te selecteren en druk op ENTER.
OPTION
VOL.
Clear Preset
SPEAKERS
A
B
PHONO
4
SLEEP
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
OPT 1
OPT 2
CD
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
CLEAR
TUNING
MEMORY
1
2
STEREO TUNED
A
VOL.
01:FM 98.50MHz
TUNER
BAND
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
voorkeuzestation te selecteren dat moet
worden gewist en druk op ENTER.
Voorkeuzestation dat u wilt wissen
PRESET
PRESET j / i
Als de voorkeurzender is gewist, wordt “Cleared”
weergegeven en wordt het volgende gebruikte
voorkeuzenummer weergegeven.
Druk op TUNER om “TUNER” als de
signaalbron te selecteren.
Druk op PRESET j / i om een
voorkeuzenummer te selecteren.
CLEAR
VOL.
01:Cleard
5
Herhaal stap 4 tot alle gewenste
voorkeuzestations zijn gewist.
6
Druk op OPTION om het menu “Option” af te
sluiten.
y
• Voorkeuzenummers waarvoor geen stations zijn geregistreerd,
worden overgeslagen.
• “No Presets” wordt weergegeven als geen stations zijn
geregistreerd.
A
y
Een voorkeuzestation wissen
Wis radiostations die naar de voorkeuzenummers zijn
geregistreerd.
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
TUNER
BAND
TUNING
MEMORY
Cursortoetsen B / C
ENTER
PRESET
ENTER
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
1
Druk op TUNER om “TUNER” als de
signaalbron te selecteren.
2
Druk op OPTION.
26 Nl
U kunt een voorkeuzezender wissen via het voorpaneel.
(1) Druk op CLEAR op het voorpaneel.
(2) Druk op PRESET D/E om het voorkeuzestation dat u wilt
wissen te selecteren.
(3) Druk op SELECT/ENTER of CLEAR om het
voorkeuzestation te wissen.
Luisteren naar FM/AM-radio
Radio Data System afstemmen
Radio Data System is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM-stations in een groot
aantal landen wordt gebruikt. Het toestel kan diverse
soorten Radio Data System-gegevens ontvangen, zoals
“Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en
“Clock Time” wanneer het toestel is afgestemd op een
Radio Data System-zender.
■ Automatisch verkeersinformatie
ontvangen
Als “TUNER” als signaalbron is geselecteerd, ontvangt
het toestel automatisch verkeersinformatie. Als u deze
functie wilt inschakelen, volgt u de procedure hieronder
om het station met verkeersinformatie in te stellen.
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
LINE 3
NET
USB
BAND
TUNING
MEMORY
PURE DIRECT
DISPLAY
LINE 2
TUNER
■ De Radio Data System-informatie
weergeven
DIMMER
LINE 1
TUNER
TUNING
Cursortoetsen B / C
ENTER
PRESET
ENTER
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
RETURN
CONNECT
1A
L
R
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systemzender.
y
Wij raden u aan om “Auto Preset” te gebruiken om af te stemmen
op de Radio Data System-zenders (p. 24).
2
1
Als “TUNER” als de signaalbron is
geselecteerd, drukt u op OPTION.
2
Gebruik de cursortoetsen om
“TrafficProgram” te selecteren en druk op
ENTER.
Het zoeken naar het station met verkeersinformatie
begint na ongeveer 5 seconden. Druk nogmaals op
ENTER als u direct met zoeken wilt beginnen.
Druk op DISPLAY.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt een ander
onderdeel weergegeven.
BASISBEDIENING
DISPLAY
y
INFO
STEREO TUNED
A
VOL.
Program Type
Naam onderdeel
Na 3 seconden wordt de bijbehorende informatie
voor het weergegeven onderdeel weergegeven.
,9850
• Als u omhoog/omlaag wilt zoeken vanaf de huidige frequentie
drukt u op de cursortoetsen (q/w) terwijl “READY wordt
weergegeven.
• Druk op RETURN als u het zoeken wilt annuleren.
• Met tekst tussen haakjes worden indicators op de display op het
voorpaneel aangegeven.
Het volgende scherm wordt ongeveer 3 seconden
weergegeven als het zoeken is voltooid.
STEREO TUNED
A
VOL.
CLASSICS
Informatie
FINISH
STEREO TUNED
A
VOL.
TP FM101.30MHz
Station met verkeersinformatie (frequentie)
Program Service
Naam programmaservice
Program Type
Type van het huidige programma
Radio Text
Informatie over het huidige programma
Clock Time
Huidige tijd
Frequency
Frequentie
Opmerking
“TP Not Found” wordt gedurende ongeveer 3 seconden
weergegeven als er geen stations met verkeersinformatie zijn
gevonden.
Nederlands
Opmerking
“Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock
Time” worden niet weergegeven als het radiostation de Radio
Data System-service niet verstrekt.
27 Nl
Muziek weergeven via Bluetooth
U kunt muziekbestanden die zijn opgeslagen op een
Bluetooth-apparaat (zoals een mobiel apparaat) weergeven
op het toestel.
Raadpleeg ook de gebruikershandleiding van uw
Bluetooth-apparaat.
Dit toestel
3
BLUETOOTH
Bluetooth-apparaat
(zoals een mobiel apparaat)
A
VOL.
Connected
Opmerkingen
• Als u de Bluetooth-functie wilt gebruiken, stelt u “Bluetooth”
(p. 46) in het menu “Setup” in op “On”.
• Een Bluetooth-apparaat wordt, afhankelijk van het model,
mogelijk niet gedetecteerd door het toestel of een functie is
mogelijk niet compatibel.
Selecteer op het Bluetooth-apparaat het
toestel in de lijst met beschikbare apparaten.
Nadat het koppelen is voltooid en het toestel is
verbonden met het Bluetooth-apparaat, zal de
melding “Connected” op de display op het
voorpaneel verschijnen en de Bluetooth-indicator
gaan branden.
y
• Als de wachtwoordsleutel vereist is, voert u het nummer “0000” in.
• U moet de koppelprocedure binnen 5 minuten voltooien.
• Als er geen Bluetooth apparaten worden gevonden, zal de
melding “Not found” verschijnen.
y
U kunt audio verzenden naar Bluetooth-luidsprekers of een
hoofdtelefoon met de MusicCast CONTROLLER-app. Om audio
te verzenden, stelt u “Audio Send” (p. 46) in het menu “Setup” in
op “On”. U kunt de audio-uitvoer alleen selecteren via de
MusicCast CONTROLLER-app.
Verbinding maken met een
Bluetooth-apparaat (koppelen)
Inhoud van het Bluetooth-apparaat
weergeven
Maak verbinding met een gekoppeld Bluetooth-apparaat
en begin het afspelen. Controleer het volgende van
tevoren:
• Het koppelen is voltooid.
• De Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat is
ingeschakeld.
Wanneer een Bluetooth-apparaat voor het eerst verbonden
wordt met het toestel, moeten de toestellen aan elkaar
gekoppeld worden (pairing). Bij het koppelen worden de
Bluetooth-apparaten voor gebruik in elkaars geheugen
geregistreerd. Wanneer het koppelen voltooid is, kunnen de
toestellen in het vervolg gemakkelijk met elkaar worden
verbonden, ook wanneer de Bluetooth-verbinding is verbroken.
SPEAKERS
A
SLEEP
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
BLUETOOTH
OPT 1
SPEAKERS
A
B
PHONO
REPEAT
OPT 2
CD
SHUFFLE
B
PHONO
SLEEP
Afspeeltoetsen
COAX 1 COAX 2
BLUETOOTH
BLUETOOTH
OPT 1
1
2
OPT 2
CD
Druk op BLUETOOTH om “Bluetooth” als de
signaalbron te selecteren.
Als er al een ander Bluetooth-apparaat met het toestel
is verbonden, moet u de bestaande Bluetoothverbinding verbreken voor u het nieuwe apparaat gaat
koppelen.
Schakel de Bluetooth functie van het
Bluetooth-apparaat in.
28 Nl
1
Druk op BLUETOOTH om “Bluetooth” als de
signaalbron te selecteren.
y
Als het toestel het Bluetooth-apparaat dat eerder werd verbonden
detecteert, maakt het toestel automatisch verbinding met het
Bluetooth-apparaat na Stap 1. Om een andere Bluetoothverbinding tot stand te brengen, moet u eerst de huidige
Bluetooth-verbinding beëindigen.
Muziek weergeven via Bluetooth
2
Bedien het Bluetooth-apparaat en breng de
Bluetooth-verbinding tot stand.
Selecteer de modelnaam van het toestel in de lijst met
Bluetooth-apparaten op uw apparaat.
Zodra een verbinding tot stand is gebracht, gaat de
Bluetooth-indicator op de display op het voorpaneel
branden.
y
Als u geen verbinding kunt krijgen met het Bluetooth-apparaat,
moet u het koppelen opnieuw uitvoeren.
3
Bedien het Bluetooth-apparaat om muziek
weer te geven.
y
U kunt de toetten op de afstandsbediening gebruiken om het
afspelen te bedienen.
BASISBEDIENING
Verbreken van een Bluetoothverbinding
Volg een van de procedures hieronder om een Bluetoothverbinding te verbreken.
• Schakel de Bluetooth-functie van het Bluetoothapparaat uit.
• Houd BLUETOOTH op de afstandsbediening ten
minste 3 seconden ingedrukt.
• Selecteer “Disconnect” in “Audio Receive” (p. 46) in
het menu “Setup” en druk vervolgens op ENTER.
• Selecteer op het toestel een andere signaalbron dan
“Bluetooth”.
Nederlands
29 Nl
Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)
U kunt muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw pc of met DLNA compatibele NAS afspelen op het toestel.
NAS
Dit toestel
PC
Opmerkingen
• Om deze functie te gebruiken, moeten het toestel en uw PC/NAS op dezelfde router zijn aangesloten (p. 14). In “Information” (p. 45)
in het menu “Setup” kunt u controleren of de netwerkparameters (zoals het IP-adres) goed aan het toestel zijn toegewezen.
• Het toestel ondersteunt het afspelen van WAV- (alleen PCM-indeling), AIFF, MP3-, WMA-, MPEG-4 AAC-, FLAC, ALAC- en DSDbestanden.
• Het toestel is compatibel met samplefrequenties tot 192 kHz voor WAV-, AIFF- en FLAC-bestanden, 96 kHz voor ALAC-bestanden
en 48 kHz voor andere bestanden.
• Het toestel is compatibel met 2,8 MHz/5,6 MHz (1 bits) DSD-bestanden.
• Digital Rights Management-inhoud (DRM) kan niet worden afgespeeld.
• Om muziekbestanden af te spelen, moet de server-software op de PC/NAS de indelingen van de muziekbestanden ondersteunen die u
wilt afspelen.
y
Je kunt maximaal 16 mediaservers aansluiten op dit toestel.
Het delen van muziekbestanden
via media instellen
Om met dit toestel muziekbestanden in uw computer af te
spelen, moet u tussen het toestel en de computer delen van
media instellen (Windows Media Player 11 of later). Hier
wordt het instellen van Windows Media Player in
Windows 7 as voorbeeld genomen.
■ Bij gebruik van Windows Media Player 12
1
Start Windows Media Player 12 op uw pc.
2
Selecteer “Stream” en vervolgens “Turn on
media streaming...”.
Het venster van configuratiescherm van uw pc wordt
weergegeven.
(Voorbeeld van Engelse versie)
30 Nl
3
Klik op “Turn on media streaming”.
Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)
4
Selecteer “Allowed” in de vervolgkeuzelijst
naast de modelnaam van het toestel.
Afspelen pc-muziekinhoud
Volg de procedure hieronder om de muziek inhoud van de
pc te bedienen en het afspelen te starten.
Opmerking
“_” (onderstreepteken) wordt weergegeven voor tekens die het
toestel niet ondersteunt.
TUNER
NET
BAND
NET
TUNING
MEMORY
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
USB
PRESET
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
HOME
Klik op “OK” om af te sluiten.
Start Windows Media Player 11 op uw pc.
2
Selecteer eerst “Library” en vervolgens
“Media Sharing”.
3
4
■ Bij gebruik van een pc of een NAS
waarop andere DLNA-serversoftware is
geïnstalleerd
Raadpleeg de handleiding voor het apparaat of de
software en configureer de instellingen voor het delen van
media.
MUTE
REPEAT
SHUFFLE
Afspeeltoetsen
1
Selecteer het vakje “Share my media to”,
selecteer het pictogram van het toestel en
klik op “Allow”.
Klik op “OK” om af te sluiten.
OPTION
NOW PLAYING
NOW PLAYING
■ Bij gebruik van Windows Media Player 11
1
OPTION
VOLUME
BASISBEDIENING
5
SETUP
Druk herhaaldelijk op NET om “Server” als
signaalbron te selecteren.
SERVER
A
NAS A
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
muziekserver te selecteren en druk op ENTER.
3
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een nummer is geselecteerd, wordt het afspelen
gestart en wordt de afspeelinformatie weergegeven.
SERVER
A
Song A
y
• Als er op uw pc een muziekbestand wordt afgespeeld dat vanaf het
toestel is geselecteerd, wordt de afspeelinformatie weergegeven.
• U kunt het nummer dat wordt weergegeven registreren als een
voorkeuze (p. 42).
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt op het voorpaneel, kunt u
op de display op het voorpaneel afspeelinformatie wisselen (p. 41).
Nederlands
31 Nl
Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
het afspelen te besturen.
Toetsen
Functie
Cursortoetsen
Selecteer een muziekbestand of
map.
ENTER
Start het afspelen wanneer
ingedrukt terwijl de inhoud is
geselecteerd. Gaat één niveau
lager wanneer ingedrukt terwijl
een map is geselecteerd.
RETURN
Gaat één niveau omhoog.
p/ e
Afspeeltoetsen
s
Stopt/hervat het afspelen.
Stopt het afspelen.
b / w Gaat vooruit/terug.
(indien ingedrukt) Zoekt vooruit/
f / a achteruit.
HOME
Geeft de hoofdmap van de
muziekserver weer.
NOW PLAYING
Geeft informatie weer of het
nummer dat wordt afgespeeld.
y
U kunt ook een DLNA-compatibele Digital Media Controller
(DMC) gebruiken voor het bedienen van het afspelen. Zie “DMC
Control” (p. 45) voor details.
■ Instellingen voor herhalen/shuffle
U kunt de instellingen voor herhalen/shuffle voor het
afspelen van de muziekinhoud van de pc configureren.
1
Als de signaalbron “Server” is, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT of op SHUFFLE om
de afspeelmethode te selecteren.
Afspeeltoetsen
REPEAT
Instelling
Off
Zet de functie herhalen uit.
One
Speelt het huidige nummer
herhaaldelijk af.
All
Speelt alle nummers in het huidige
album (map) herhaaldelijk af.
Off
Zet de functie afspelen in willekeurige
volgorde uit.
On
Speelt nummers in het huidige album
(map) in willekeurige volgorde af.
SHUFFLE
32 Nl
Functie
Luisteren naar internetradio
U kunt luisteren naar internetradiostations uit de hele wereld.
Opmerkingen
• Om deze functie te gebruiken, moet het toestel verbinding
hebben met internet (p. 14). In “Information” (p. 45) in het
menu “Setup” kunt u controleren of de netwerkparameters
(zoals het IP-adres) goed aan het toestel zijn toegewezen.
• U kunt sommige internetradiostations mogelijk niet ontvangen.
• Het toestel gebruikt de vTuner-databaseservice voor
internetradiostations.
• Deze service kan zonder kennisgeving worden gestopt.
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
BAND
2
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een internetradiostation is geselecteerd, wordt
het afspelen gestart en wordt de afspeelinformatie
weergegeven.
NET RADIO
JazzST
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening
om het afspelen te besturen.
NET
TUNING
Toetsen
MEMORY
Functie
PRESET
Cursortoetsen
Selecteer het internet-radiostation
of de categorie, zoals het genre.
ENTER
Start het afspelen wanneer
ingedrukt terwijl een internetradiostation is geselecteerd. Gaat
één niveau lager wanneer
ingedrukt terwijl een categorie is
geselecteerd.
RETURN
Gaat één niveau omhoog.
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
HOME
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
NOW PLAYING
1
Druk herhaaldelijk op NET om “Net Radio”
als signaalbron te selecteren.
De stationlijst verschijnt op de display op het
voorpaneel.
NET RADIO
Bookmarks
Afspeeltoetse
n
s
BASISBEDIENING
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
A
Stopt het afspelen.
HOME
Geeft de topcategorieën weer
wanneer tijdens het afspelen
ingedrukt.
NOW PLAYING
Geeft de afspeelgegevens weer
voor het internet-radiostation.
A
y
• U kunt het huidige station registreren als een voorkeuze (p. 42).
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt op het voorpaneel, kunt
u op de display op het voorpaneel afspeelinformatie wisselen
(p. 41).
• Sommige informatie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijke
van het station.
Nederlands
33 Nl
Luisteren naar internetradio
Favoriete internetradiostations
registreren (bookmarks)
Door uw favoriete internetradiostations te registreren in
“Bookmarks”, kunt u snel toegang tot ze verkrijgen vanuit
de map “Bookmarks” op de display op het voorpaneel.
1
Selecteer een van de internetradiostations
op het toestel.
Deze handeling is nodig om het radiostation voor de
eerste keer te registreren.
2
Controleer de vTuner-id van het toestel.
U kunt de vTuner-id (MAC-adres van het toestel)
vinden in “Information” (p. 45) in het menu “Setup”.
3
Ga naar de vTuner-website
(http://yradio.vtuner.com/) met de
webbrowser op uw pc en voer de vTuner-ID
in.
U kunt de taal wijzigen.
Voer hier de vTuner-id in.
y
Om deze functie te gebruiken, moet u een persoonlijk account
aanmaken. Maak uw account aan met uw e-mailadres.
4
Registreer uw favoriete radiostations.
Klik op het pictogram “Add” (❤+) naast de naam van
het radiostation.
y
Om het radiostation uit de map “Bookmarks” te verwijderen,
selecteert u “Bookmarks” in het beginscherm en klikt u
vervolgens op het pictogram “Remove” (❤–) naast de naam van
het station.
34 Nl
Afspelen van iPod/iTunes-muziek via een netwerk (AirPlay)
Met de functie AirPlay kunt u iPod/iTunes-muziek via het
netwerk weergeven op het toestel.
2
PC
iTunes
Dit toestel
Klik (tik) op de iPod/iTunes op het pictogram
AirPlay en selecteer het toestel
(netwerknaam van het toestel) als het
audioweergaveapparaat.
iTunes (voorbeeld)
iPod (voorbeeld)
Start afspelen op
iTunes of iPod
Router
Het afspelen wordt
gestart
Netwerknaam van het toestel
iPod
Opmerking
AirPlay werkt met iPhone, iPad en iPod touch met iOS 4.3.3
of later, Mac met OS X Mountain Lion of later, en Mac en pc
met iTunes 10.2.2 of later.
(vanaf augustus 2015)
iPod/iTunes-muziekinhoud afspelen
Volg de procedure hieronder om iPod/iTunesmuziekinhoud weer te geven op het toestel.
1
Schakel het toestel in en start iTunes op de pc
of geef het afspeelscherm weer op de iPod.
Als de iPod/iTunes het toestel herkent, wordt het
pictogram AirPlay (
) weergegeven.
y
y
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt op het voorpaneel, kunt
u op de display op het voorpaneel afspeelinformatie wisselen
(p. 41).
• U kunt het toestel automatisch inschakelen bij het starten van
het afspelen op iTunes of iPod door “Standby (Network
Standby)” (p. 45) in het menu “Setup” in te stellen op “On”.
• U kunt de netwerknaam (de naam van het toestel op het
netwerk) die op iPod/iTunes wordt weergegeven bewerken in
“Network Name” (p. 46) in het menu “Setup”.
• U kunt het volume van het toestel tijdens het afspelen aanpassen
vanaf de iPod/iTunes.
BASISBEDIENING
Om deze functie te gebruiken, moeten het toestel en uw pc of
iPod op dezelfde router zijn aangesloten (p. 14). In “Information”
(p. 45) in het menu “Setup” kunt u controleren of de
netwerkparameters (zoals het IP-adres) goed aan het toestel zijn
toegewezen.
3 Selecteer een nummer en start het afspelen
Het toestel selecteert automatisch “AirPlay” als de
signaalbron en start het afspelen. De afspeelinformatie
wordt op het voorpaneel weergegeven.
LET OP
Als u de iPod/iTunes-bediening gebruikt om het volume te
regelen, kan het volume onverwachts hard klinken.
Hierdoor kunnen het toestel of de luidsprekers beschadigd
raken. Als het volume plotseling toeneemt tijdens het
afspelen, stopt u onmiddellijk het afspelen op de iPod/
iTunes.
Voor iPods met iOS 7/8 wordt AirPlay weergegeven in het
Control Center. Ga naar het Control Center door omhoog te vegen
vanaf de onderkant van het scherm.
iTunes (voorbeeld)
iPod iOS6 (voorbeeld)
iPod iOS7/iOS8 (voorbeeld)
Nederlands
Opmerking
Als het pictogram niet wordt weergegeven, controleert u of het
toestel en pc/iPod goed op de router zijn aangesloten.
35 Nl
Afspelen van iPod/iTunes-muziek via een netwerk (AirPlay)
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
het afspelen te besturen.
Toetsen
Functies
p/ e
s
b/w
Afspeeltoetsen
f/a
Stopt/hervat het afspelen.
Stopt het afspelen.
Gaat vooruit/terug.
REPEAT
Wijzigt de instellingen voor
Herhalen.
SHUFFLE
Wijzigt de instellingen voor
Shuffle.
Opmerking
Als u het iTunes-afspelen wilt bedienen met de afstandsbediening
van het toestel, moet u vooraf de iTunes-voorkeuren zodanig
configureren dat iTunes-besturing vanaf externe luidsprekers is
ingeschakeld.
iTunes (voorbeeld van Engelse versie)
Schakel dit
vakje in
36 Nl
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
U kunt muziekbestanden die zijn opgeslagen op een USB-opslagapparaat weergeven op het toestel. Raadpleeg de
bedieningsinstructies voor het USB-opslagapparaat voor meer informatie.
Opmerkingen
• Het toestel ondersteunt USB-apparaten voor massaopslag (bijv. flashgeheugens of draagbare audiospelers) die de FAT16- of FAT32indeling gebruiken.
• Het toestel ondersteunt WAV- (alleen PCM-indeling), AIFF, MP3-, WMA-, MPEG-4 AAC-, FLAC, ALAC- en DSD-bestanden.
• Het toestel is compatibel met samplefrequenties tot 192 kHz voor WAV-, AIFF- en FLAC-bestanden, 96 kHz voor ALAC-bestanden
en 48 kHz voor andere bestanden.
• Het toestel is compatibel met 2,8 MHz/5,6 MHz (1 bits) DSD-bestanden.
• Sluit alleen USB-apparaten voor massaopslag (zoals USB-acculaders of USB-hubs), pc's, kaartlezers en externe HDD enz. aan en
geen andere apparaten.
• USB-apparaten met versleuteling kunnen niet worden gebruikt.
• Digital Rights Management-inhoud (DRM) kan niet worden afgespeeld.
• Afhankelijk van het model of de fabrikant van het USB-opslagapparaat is het mogelijk dat sommige functies niet compatibel zijn.
1
Weergeven van de inhoud van een
USB-opslagapparaat
Sluit het USB-opslagapparaat aan op de
USB-aansluiting.
Dit toestel (voorzijde)
INPUT
PHONES
BASS
SPEAKERS
A
Volg de procedure hieronder om de inhoud van het USBopslagapparaat te bedienen en het afspelen te starten.
Opmerking
“_” (onderstreepteken) wordt weergegeven voor tekens die het
toestel niet ondersteunt.
BASISBEDIENING
Een USB-opslagapparaat
aansluiten
B
5V
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
1A
USB
BAND
TUNING
MEMORY
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
USB-opslagapparaat
PRESET
ENTER
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
RETURN
HOME
VOLUME
USB
A
VOL.
NOW PLAYING
MUTE
REPEAT
SHUFFLE
NOW PLAYING
Connected
y
Afspeeltoetsen
Als een USB-opslagapparaat veel gegevensbestanden bevat, kan
het laden ervan lang duren. In dit geval wordt “Loading...” op de
display op het voorpaneel weergegeven.
Opmerkingen
1
Druk op USB om “USB” als de signaalbron te
selecteren.
USB
A
VOL.
Bluse
Nederlands
• Koppel het USB-opslagapparaat los van de USB-aansluiting
wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Stop het afspelen van het USB-opslagapparaat voordat u het
loskoppelt van de USB-aansluiting.
• U kunt de pc niet aansluiten op de USB-aansluiting van het
toestel.
37 Nl
Muziek afspelen van een USB-opslagapparaat
2
■ Instellingen voor herhalen/shuffle
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een nummer is geselecteerd, wordt het afspelen
gestart en wordt de afspeelinformatie weergegeven.
USB
A
Track #3
y
• U kunt het nummer dat wordt weergegeven registreren als een
voorkeuze (p. 42).
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt op het voorpaneel, kunt
u op de display op het voorpaneel afspeelinformatie wisselen
(p. 41).
U kunt de instellingen voor herhalen/shuffle voor afspelen
van de inhoud van een USB-opslagapparaat configureren.
1
Als de signaalbron “USB” is, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT of op SHUFFLE op
de toetsen voor het afspelen om de
afspeelmethode te selecteren.
Afspeeltoetsen
REPEAT
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
het afspelen te besturen.
Toetsen
Functie
Cursortoetsen
Selecteer een muziekbestand of
map.
ENTER
Start het afspelen wanneer
ingedrukt terwijl een
muziekbestand is geselecteerd. Gaat
één niveau lager wanneer ingedrukt
terwijl een map is geselecteerd.
RETURN
Gaat één niveau omhoog.
p/ e
Afspeeltoetsen
s
b/w
f/a
Stopt/hervat het afspelen.
Stopt het afspelen.
Gaat vooruit/terug.
HOME
Geeft de hoofdmap weer van het
USB-apparaat.
NOW PLAYING
Geeft informatie weer of het
nummer dat wordt afgespeeld.
38 Nl
Instelling
Functie
Off
Zet de functie herhalen uit.
One
Speelt het huidige nummer
herhaaldelijk af.
All
Speelt alle nummers in het huidige
album (map) herhaaldelijk af.
Off
Zet de functie afspelen in
willekeurige volgorde uit.
On
Speelt nummers in het huidige album
(map) in willekeurige volgorde af.
SHUFFLE
iPod-muziek weergeven
U kunt iPod-muziek op het toestel weergeven met een USB-kabel die bij de iPod is geleverd.
Opmerking
Afhankelijk van het model of de softwareversie van de iPod is het
mogelijk dat een iPod door het toestel niet wordt gedetecteerd of
dat sommige functies niet compatibel zijn.
iPod-inhoud afspelen
Volg de procedure hieronder om de inhoud van de iPod te
bedienen en het afspelen te starten.
Made for
Opmerking
• iPod touch (2nd, 3rd, 4th and 5th generation)
• iPod nano (2nd, 3rd, 4th, 5th, 6th and 7th generation)
• iPhone 6, iPhone 6 Plus, iPhone 5s, iPhone 5c, iPhone 5,
iPhone 4S, iPhone 4, iPhone 3GS, iPhone 3G
(vanaf augustus 2015)
“_” (onderstreepteken) wordt weergegeven voor tekens die het
toestel niet ondersteunt.
LINE 1
LINE 2
LINE 3
TUNER
NET
USB
USB
BAND
Een iPod aansluiten
MEMORY
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
Sluit de USB-kabel aan op de iPod.
PRESET
ENTER
HOME
RETURN
SETUP
OPTION
RETURN
HOME
2
Sluit de USB-kabel aan op de USBaansluiting.
BASISBEDIENING
Sluit uw iPod op het toestel aan met de USB-kabel die bij
de iPod is geleverd.
1
TUNING
VOLUME
NOW PLAYING
MUTE
REPEAT
SHUFFLE
NOW PLAYING
Dit toestel (voorzijde)
DIMMER
DISPLAY
MO
Afspeeltoetsen
INPUT
PHONES
BASS
SPEAKERS
A
B
5V
1A
1
Druk op USB om “USB” als de signaalbron te
selecteren.
USB
USB
A
VOL.
Music
A
VOL.
Connected
2
y
Als “Standby (Network Standby)” (p. 45) in het menu “Setup” is
ingesteld op “On” of “Auto”, blijft de iPod opladen tot maximaal
4 uur zodra het toestel in stand-by gaat terwijl de iPod oplaadt.
USB
Opmerking
Koppel de iPod los van de USB-aansluiting wanneer de iPod niet
wordt gebruikt.
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
Als er een nummer is geselecteerd, wordt het afspelen
gestart en wordt de afspeelinformatie weergegeven.
A
VOL.
Track #1
y
39 Nl
Nederlands
• Als u herhaaldelijk op DISPLAY drukt op het voorpaneel, kunt
u op de display op het voorpaneel afspeelinformatie wisselen
(p. 41).
• Als u de iPod handmatig wilt bedienen om inhoud te selecteren
of het weergeven te bedienen, schakelt u naar de modus voor
eenvoudig afspelen (p. 40).
iPod-muziek weergeven
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening om
het afspelen te besturen.
Toetsen
Functie
Cursortoetsen
Selecteer een muziekbestand,
album of genre.
ENTER
Start het afspelen wanneer
ingedrukt terwijl een
muziekbestand is geselecteerd. Gaat
één niveau lager wanneer ingedrukt
terwijl een album of genre is
geselecteerd.
p/ e
s
b/w
f/a
Stopt/hervat het afspelen.
NOW PLAYING
y
Als u de modus voor eenvoudig afspelen wilt verlaten, drukt u
nogmaals op MODE.
Bedien de iPod zelf of de afstandsbediening
om het afspelen te starten.
Gebruik de volgende toetsen op de afstandsbediening
om het afspelen van de modus voor eenvoudig
afspelen te besturen.
Werkende toetsen op
de afstandsbediening
Functie
Cursortoetsen
Selecteer een item.
ENTER
Bevestig de selectie.
RETURN
Keert terug naar de vorige status.
p/ e
s
b/w
f/a
40 Nl
Afspeeltoetsen
REPEAT
SHUFFLE
Geeft informatie weer of het
nummer dat wordt afgespeeld.
Druk op MODE op het voorpanee om naar de
modus voor eenvoudig afspelen te
schakelen.
In de modus voor eenvoudig afspelen wordt alleen de
naam van de ingang weergegeven op het voorpaneel.
Als u de afspeelgegevens bevestigt, ziet u het iPodscherm.
Afspeeltoetsen
Als de signaalbron “USB” is, drukt u
herhaaldelijk op REPEAT of op SHUFFLE op
de toetsen voor het afspelen om de
afspeelmethode te selecteren.
Gaat vooruit/terug.
(indien ingedrukt) Zoekt vooruit/
achteruit.
■ De iPod zelf of de afstandsbediening
bedienen (eenvoudig afspelen)
2
1
Stopt het afspelen.
Geeft het bovenste menu van de
iPod weer.
HOME
1
U kunt de instellingen voor herhalen/shuffle van uw iPod
configureren.
Gaat één niveau omhoog.
RETURN
Afspeeltoetsen
■ Instellingen voor herhalen/shuffle
Start of stopt tijdelijk het afspelen.
Stopt het afspelen.
Gaat vooruit/terug.
(indien ingedrukt) Zoekt vooruit/
achteruit.
Instelling
Functie
Off
Zet de functie herhalen uit.
One
Speelt het huidige nummer
herhaaldelijk af.
All
Speelt alle nummers herhaaldelijk af.
Off
Zet de functie afspelen in
willekeurige volgorde uit.
Songs
Albums
Speelt nummers in willekeurige
volgorde af.
Speelt albums in willekeurige
volgorde af.
y
De werking of weergave van herhalen/shuffle kan afwijken,
afhankelijk van het type of de softwareversie van de gebruikte
iPod.
Informatie wisselen op de display van het voorpaneel
Als u een netwerkbron of USB als de signaalbron selecteert, kunt u op de display op het voorpaneel ook
afspeelinformatie wisselen.
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
DISPLAY
1
Druk op DISPLAY.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt een ander
onderdeel weergegeven.
INFO
A
BASISBEDIENING
Track
Na 3 seconden wordt de bijbehorende informatie
voor het weergegeven onderdeel weergegeven.
SERVER
A
Track #1
Signaalbron
Item
Bluetooth
Server
AirPlay
USB
(inclusief iPod)
Track (titel van nummer), Artist (naam
artiest), Album (naam album), Time
Net Radio
Track (titel van nummer), Album (naam
album), Time, Station (naam zender)
Nederlands
41 Nl
Het huidige nummer/de huidige zender registreren
(voorkeuzefunctie)
Als u netwerkbronnen en USB als signaalbron selecteert, kunt u het huidige nummer of de streamingzender registreren
als een voorkeuze, tot maximaal 40.
U kunt dan gemakkelijk zo’n voorkeuzenummer/-station terugroepen door het voorkeuzenummer te selecteren.
U kunt de volgende signaalbronnen instellen als voorkeuze.
Server, Net Radio, USB (met uitzondering van iPod) en streamingservices.
TUNER
NET
BAND
TUNING
MEMORY
PRESET
MEMORY
ENTER
Een voorkeuze terugroepen
USB
PRESET j / i
1
Geef een nummer of een streamingzender
die u wilt registreren weer.
2
Houd MEMORY langer dan 3 seconden
ingedrukt.
Wanneer u voor het eerst een nummer/zender
registreert, wordt het geselecteerde nummer/de
zender geregistreerd met het voorkeuzenummer “01”.
Daarna wordt elk nummer/elke zender die u
selecteert geregistreerd onder het volgende lege
voorkeuzenummer na het laatst geregistreerde
nummer.
A
01:Empty
Voorkeuzenummer
y
Om een vooraf ingesteld nummer te selecteren voor registratie,
drukt u op PRESET j / i of de cursortoetsen (D/E).
3
Druk nogmaals op MEMORY om de
voorkeuze te registreren.
42 Nl
Selecteer de signaalbron waarvoor u de
voorkeuze wilt terugroepen.
2
Druk op PRESET j / i om een
voorkeuzenummer te selecteren.
3
Druk op ENTER om de voorkeuze terug te
roepen.
ENTER
Een voorkeuze registreren
MEMORY
1
GEAVANCEERDE BEDIENING
Afspeelinstellingen configureren voor verschillende
afspeelbronnen (menu Option)
U kunt afzonderlijke afspeelinstellingen configureren voor verschillende afspeelbronnen. Met dit menu kunt u tijdens het
afspelen gemakkelijk instellingen configureren.
MEMORY
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
■ Volume Trim
PRESET
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als
u hinder ondervindt van volumeverschillen bij het
schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze functie
om dat te corrigeren.
ENTER
HOME
SETUP
1
RETURN
Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
OPTION
Instelbereik
-10,0 dB tot 0,0 dB tot +10,0 dB (stappen van 0,5 dB)
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
y
RETURN
MUTE
Standaard
0,0 dB
Druk op OPTION.
OPTION
A
■ Signal Info
VOL.
Geeft informatie weer over audiosignalen.
Volume Trim
2
Keuzes
Gebruik de cursortoetsen om een onderdeel
te selecteren en druk op ENTER.
FORMAT
De audio-indeling van het ingangssignaal.
SAMPL
Het aantal samples per seconde van het digitale
ingangssignaal.
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren
naar de vorige status.
3
4
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om een
instelling te selecteren.
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf iTunes/iPod via
AirPlay.
Onderdelen van het menu Option
y
Welke onderdelen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
geselecteerde signaalbron.
Functie
Pagina
43
Signal Info
Geeft informatie weer over het
audiosignaal.
43
Auto Preset
Registreert automatisch FMradiostations met sterke signalen als
voorkeuzestations.
24
Clear Preset
Wist radiostations die naar
voorkeuzenummers zijn geregistreerd.
26
TrafficProgram
Zoekt automatisch naar een station met
verkeersinformatie.
27
Instellingen
Off
Schakelt volumeknoppen uit vanaf iTunes/iPod.
Ltd
(standaard)
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf iTunes/iPod
binnen het beperkte bereik (-80,0 dB tot -20,0 dB
en gedempt).
Full
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf iTunes/iPod
binnen het volledige bereik (-80,0 dB tot +16,5 dB
en gedempt).
Nederlands
Volume Trim
Corrigeert volumeverschillen tussen
signaalbronnen.
Vol.Interlock
Schakelt volumeknoppen in/uit vanaf
(Volume interlock) iTunes/iPod via AirPlay.
Druk herhaaldelijk op de cursortoetsen (B / C) om de informatie
op het display op het voorpaneel te wisselen.
■ Vol.Interlock (Volume interlock)
Druk op OPTION om het menu af te sluiten.
Item
y
GEAVANCEERDE
BEDIENING
y
43
43 Nl
Verschillende functies configureren (menu Setup)
U kunt de verschillende functies van het toestel configureren.
MEMORY
Onderdelen van het menu Setup
PRESET
Menu-item
Cursortoetsen
B/C/D/E
ENTER
Functie
Pagina
Connection
Selecteert de
netwerkverbindingsmethode.
45
Information
Geeft de netwerkinformatie
van het toestel weer.
45
IP Address
Configureert de
netwerkparameters (zoals IPadres).
45
DMC
Control
Bepaalt of een DLNAcompatibele Digital Media
Controller (DMC) het
afspelen mag besturen.
45
Standby
(Network
Standby)
Bepaalt of de functie die het
toestel inschakelt vanaf
andere netwerkapparaten
moet worden ingeschakeld/
uitgeschakeld.
45
Network
Name
Bewerkt de netwerknaam (de
naam van het toestel op het
netwerk) die andere
netwerkapparaten wordt
weergegeven.
46
Update
(Network
Update)
Werkt de firmware bij via het
netwerk.
46
On/Off
Schakelt de Bluetoothfuncties in/uit.
46
Standby
(Bluetooth
Standby)
Bepaalt of de functie die het
toestel inschakelt vanaf
andere Bluetooth-apparaten,
moet worden ingeschakeld/
uitgeschakeld (Bluetoothstand-by).
46
Audio
Receive
Ontvangt audioinstellingen
van het Bluetooth-apparaat.
46
Audio Send
Verzend audio van het toestel
naar Bluetooth-luidsprekers
of een hoofdtelefoon.
46
Max Volume
Stelt het maximale volume in
om een extreem
geluidsvolume te voorkomen.
47
Initial Volume
Stelt het eerste volume in op
het moment dat het toestel
wordt ingeschakeld.
47
AutoPowerStdby
(Auto Power Standby)
Stelt de hoeveelheid tijd in
voor de automatische standbyfunctie.
47
ECO Mode
Schakelt de eco-modus
(energiebesparingsmodus) in
of uit.
47
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
SETUP
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
1
MUTE
Druk op SETUP.
SETUP
A
Network
2
Network
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
menu te selecteren.
SETUP
A
Max Volume
3
Druk op ENTER.
MAX VOL
A
+16.5dB
4
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om een
instelling te selecteren en druk op ENTER.
y
Bluetooth
Druk tijdens menuhandelingen op RETURN als u wilt terugkeren
naar de vorige status.
5
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
44 Nl
Verschillende functies configureren (menu Setup)
Handmatige netwerkinstellingen
Network
Configureert de netwerkinstellingen.
1
Stel “DHCP” in op “Off”.
■ Connection
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
parametertype te selecteren.
Selecteert de netwerkverbindingsmethode.
Selecteer deze optie als u het toestel wilt
aansluiten op een netwerk met een in de
handel verkrijgbare netwerkkabel (p. 15).
Wired
Selecteer deze optie als u het toestel wilt
aansluiten op een netwerk via de draadloze
router of het toegangspunt (p. 16, 17, 18).
Wireless
WirelessDirect
Selecteer deze optie als u een mobiel apparaat
direct op het toestel aan wilt sluiten. Voor
details over de instellingen, raadpleegt u “Een
mobiel apparaat rechtstreeks aansluiten op het
toestel (Wireless Direct)” (p. 19).
Extend
Geeft de verbindingsmethode weer van het
MusicCast-netwerk.
IP
Hierin kunt u een IP-adres opgeven.
SUBNET
Hierin kunt u een subnetmasker opgeven.
GATEWAY
Geeft het IP-adres aan van de standaardgateway.
DNS P
Hierin kunt u het IP-adres van de primaire DNSserver opgeven.
DNS S
Hierin kunt u het IP-adres van de secundaire
DNS-server opgeven.
3
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om de
bewerkingspositie te selecteren.
■ Information
NETWORK
Geeft de netwerkinformatie van het toestel weer.
Verschijnt als voor de firmware van dit toestel
een update beschikbaar is (p. 50).
STATUS
De verbindingsstatus van het netwerk.
MC NET
Status van het MusicCast-netwerk. Als
“Ready” verschijnt, kunt u de MusicCast
CONTROLLER-app gebruiken.
MAC
Geeft het MAC-adres weer van het toestel.
Afhankelijk van de verbindingsmethode
(bekabelde LAN-verbinding of draadloze
LAN / Wireless Direct -verbinding), kan het
MAC-adres verschillen.
Address1•••192
(Voorbeeld: IP-adresinstelling)
Gebruik de cursortoetsen (D / E) om tussen
segmenten (Address1, Address2...) van het adres te
schakelen.
4
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om een
waarde te wijzigen.
5
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
SSID
(Bij gebruik van een draadloze LANverbinding of Wireless Direct) De SSID van
dit toestel op het draadloze netwerk.
IP
IP address (IP-adres)
SUBNET
Subnet mask (subnetmasker)
Disable
Weergave kan niet worden bediend met DMC’s.
GATEWAY
Het IP-adres van de standaardgateway
Het IP-adres van de primaire DNS-server
Enable
(standaard)
Weergave kan worden bediend met DMC’s.
DNS P
DNS S
Het IP-adres van de secundaire DNS-server
VTUNER
Het id van de internetradio (vTuner)
■ IP Address
Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres).
DHCP
Bepaalt of een DHCP-server wordt gebruikt.
Off
Er wordt een DHCP-server gebruikt om de
netwerkparameters (zoals IP-adres) van het toestel
automatisch te bepalen.
Bepaalt of een DLNA-compatibele Digital Media
Controller (DMC) het afspelen mag besturen.
y
Een Digital Media Controller (DMC) is een apparaat dat via het
netwerk andere netwerkapparaten kan bedienen. Als deze functie
is ingeschakeld, kunt u het afspelen van het toestel bedienen met
DMC’s (zoals Windiow Media Player 12) op hetzelfde netwerk.
■ Standby (Network Standby)
Bepaalt of het toestel kan worden ingeschakeld vanaf
andere apparaten in het netwerk (netwerk stand-by).
Off
Schakelt de netwerk stand-byfunctie uit.
On
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in. (Het
toestel verbruikt meer stroom dan wanneer “Off”
is geselecteerd.)
Auto
(standaard)
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in. Als de
eenheid van het netwerk is verwijderd, wordt de
eenheid ingesteld op de stroombesparingsmodus.
45 Nl
Nederlands
On
(standaard)
Er wordt geen DHCP-server gebruikt. U moet de
netwerkparameters handmatig configureren. Zie
“Handmatige netwerkinstellingen” voor meer
informatie.
■ DMC Control
GEAVANCEERDE
BEDIENING
NewFwAvailable
A
Verschillende functies configureren (menu Setup)
■ Network Name
Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het
netwerk) die andere netwerkapparaten wordt
weergegeven.
1
Schakelt de Bluetooth-functie in/uit (p. 28).
Druk tweemaal op ENTER om de weergave
voor naambewerking te openen.
NAME
A
R-N602 XXXXXX
Gebruik de cursortoetsen (D/E) om de
bewerkingspositie te verplaatsen en de
cursortoetsen (B/C) om een teken te
selecteren.
NAME
Off
Schakelt de Bluetooth-functie uit.
On
(standaard)
Schakelt de Bluetooth-functie in. Onmiddellijk
na het selecteren van de “On”, wordt de uitvoer
van de netwerkbron gepauzeerd.
A
Network Name
3
Configureert de Bluetooth-instellingen.
■ On/Off
Selecteer “Network Name”.
NETWORK
2
Bluetooth
A
R-N602 XXXXXX
U kunt een teken invoeren/verwijderen door te
drukken op PRESET i (invoeren) of PRESET j
(verwijderen).
■ Standby (Bluetooth Standby)
Bepaalt of de functie die het toestel inschakelt vanaf
andere Bluetooth-apparaten, moet worden ingeschakeld/
uitgeschakeld (Bluetooth-stand-by). Als deze functie is
ingesteld op “On”, wordt het toestel automatisch
ingeschakeld als een verbindingsbewerking wordt
uitgevoerd op het Bluetooth-apparaat.
Off
Schakelt de Bluetooth-stand-byfunctie uit.
On
(standaard)
Schakelt de Bluetooth-stand-byfunctie in. (Het
toestel verbruikt meer stroom dan wanneer “Off”
is geselecteerd.)
y
Deze instelling is niet beschikbaar als “Standby (Network
Standby)” (p. 45) is ingesteld op “Off”.
■ Audio Receive
Ontvangt audioinstellingen van het Bluetooth-apparaat.
Disconnect
4
Druk op ENTER om de nieuwe naam te
bevestigen.
5
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Verbreekt de verbinding met het aangesloten
Bluetooth-apparaat. Om het Bluetooth-apparaat
te ontkoppelen, drukt u op ENTER op de
afstandsbediening.
■ Audio Send
■ Update (Network Update)
Werkt de firmware bij via het netwerk.
Perform
Update
Start het proces voor het bijwerken van de
firmware van het toestel. Zie “De firmware van
het toestel bijwerken via het netwerk” (p. 50)
voor details.
Version
Geeft de versie weer van de firmware die op het
toestel is geïnstalleerd.
ID
Geeft het systeem-id-nummer weer.
46 Nl
Verzend audio van het toestel naar Bluetooth-luidsprekers
of een hoofdtelefoon.
Off
(standaard)
Audio kan niet worden verzonden.
On
Audiotransmissie wordt ingeschakeld.
Specificeer de instellingen voor audiotransmissie
die worden gebruikt voor de MusicCast
CONTROLLER-app voor mobiele apparaten.
Verschillende functies configureren (menu Setup)
Max Volume
Stelt het maximale volume in om een extreem
geluidsvolume te voorkomen.
Instelbereik
-30 dB tot +15,0 dB / +16,5 dB (stappen van 5 dB)
Standaard
+16,5 dB
Initial Volume
Stelt het eerste volume in wanneer de ontvanger wordt
ingeschakeld.
Instelbereik
Off, Mute, -80,0 dB tot +16,5 dB (stappen van 0,5 dB)
ECO Mode
Schakelt de eco-modus (energiebesparing) in of uit. Als de
eco-modus is ingeschakeld, kunt u het stroomverbruik van
het toestel verminderen.
De nieuwe instelling wordt van kracht nadat het toestel
opnieuw is gestart. Zorg dat u op ENTER drukt om het
toestel opnieuw te starten nadat u een instelling hebt
geselecteerd.
Off
(standaard)
Schakelt de eco-modus uit.
On
Schakelt de eco-modus in.
Opmerking
Als “ECO Mode” is ingesteld op “On”, kan de display van het
voorpaneel donker worden.
Standaard
Off
AutoPowerStdby
(Auto Power Standby)
Off
Het toestel wordt niet automatisch in de standbymodus gezet.
On
(standaard)
Zet het toestel automatisch in de stand-bymodus.
Als NET, BLUETOOTH of USB als signaalbron
is geselecteerd, schakelt het toestel over naar de
stand-bymodus van de geselecteerde bron als u
niet binnen 20 minuten begint met afspelen.
Alle signaalbronnen schakelen naar de standbymodus wanneer gedurende 8 uur niet gebruikt.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Schakelt de auto-stand-by-functie in/uit. Als u het toestel
niet gebruikt gedurende een opgegeven tijd, wordt het
toestel automatisch in de stand-bymodus gezet.
y
Net voordat de stand-bymodus op het toestel wordt geactiveerd,
wordt “AutoPowerStdby” weergegeven en begint het aftellen op
de display op het voorpaneel.
Nederlands
47 Nl
De systeeminstellingen configureren (menu ADVANCED SETUP)
Configureer de systeeminstellingen van het toestel via het display op het voorpaneel.
1
Schakel het toestel uit.
2
Houd RETURN op het voorpaneel ingedrukt en
druk op A (aan/uit).
A (aan/uit)
De instelling van de
luidsprekerimpedantie wijzigen
(SP IMP.)
RETURN
SP IMP.••8¬MIN
Wijzig de instellingen van de luidsprekerimpedantie van
het toestel overeenkomstig de impedantie van de
aangesloten luidsprekers.
PURE DIRECT
DIMMER
DISPLAY
MODE
MEMORY
CLEAR
BAND
PRESET
TUNING
VOLUME
INPUT
PHONES
BASS
BALANCE
TREBLE
LOUDNESS
SELECT
PUSH - ENTER
FLAT
SPEAKERS
-30dB
A
B
RETURN
5V
CONNECT
1A
L
R
Instellingen
DISPLAY
SELECT/ENTER
4 MIN
Selecteer deze optie als u luidsprekers van 4 - 8 ohm
wilt aansluiten op het toestel.
Selecteer deze optie als u luidsprekers van 8 ohm
of meer wilt aansluiten op het toestel.
3
Draai SELECT/ENTER om een onderdeel te
selecteren.
8 MIN
(Standaard)
4
Druk op SELECT/ENTER om een instelling te
selecteren.
De afstandsbedienings-ID
selecteren (REMOTE ID)
5
Druk op A (aan/uit) om het toestel uit te
schakelen en daarna weer in te schakelen.
De nieuwe instellingen worden van kracht.
Wanneer meerdere ontvangers in dezelfde ruimte worden
gebruikt, kan het instellen van het ID van de
afstandsbediening van dit toestel op ID1 (en de andere
ontvanger ingesteld naar een andere dan ID1) storing
vermijden van andere afstandsbedieningen.
Onderdelen van het menu
ADVANCED SETUP
Item
Functie
REMOTE ID•AUTO
Pagina
SP IMP.
Wijzigt de instelling van de
luidsprekerimpedantie.
48
REMOTE ID
Selecteert de afstandsbedienings-ID
van het toestel.
48
INIT
Herstelt de standaardinstellingen.
48
UPDATE
Werkt de firmware bij.
49
VERSION
Controleert de versie van de firmware
die momenteel is geïnstalleerd op het
toestel.
49
Instellingen
ID1, AUTO (standaard)
De standaardinstellingen
herstellen (INIT)
INIT••••CANCEL
Herstelt de standaardinstellingen van het toestel.
Keuzes
48 Nl
ALL
Herstelt de standaardinstellingen van het toestel.
NETWORK
Alle netwerk- Bluetooth- en USB-instellingen
starten Bij het uitvoeren van de initialisatie wordt
de voorkeuze (p. 42) die is geregistreerd voor
NET/USB gewist.
CANCEL
Er wordt geen initialisatie uitgevoerd.
De systeeminstellingen configureren (menu ADVANCED SETUP)
De firmware bijwerken (UPDATE)
De versie van de firmware
controleren (VERSION)
UPDATE•NETWORK
Wanneer dit nodig, is verschijnt er nieuwe firmware die
extra eigenschappen of productverbeteringen bevat. Als
het toestel is aangesloten op het internet, kunt u de
firmware bijwerken via het netwerk. Raadpleeg de
bijbehorende informatie bij de updates voor details.
■ Firmware updateprocedure
Voer deze procedure niet uit tenzij een update van de
firmware noodzakelijk is. Lees de bijbehorende informatie
bij de updates voordat u de firmware bijwerkt.
1
VERSION••xx.xx
Controleer de versie van de firmware die momenteel is
geïnstalleerd op het toestel.
y
• U kunt de versie van de firmware eveneens controleren in
“Update (Network Update)” (p. 46) in het menu “Setup”.
• Het kan enige tijd duren voordat de firmwareversie wordt
weergegeven.
Druk herhaaldelijk op SELECT/ENTER om
“USB” of “NETWORK” te selecteren en druk
op DISPLAY om de update van de firmware te
starten.
Keuzes
USB
De firmware bijwerken met een USBgeheugenapparaat.
NETWORK
De firmware bijwerken via het netwerk.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
y
Als het toestel via het netwerk nieuwere firmware detecteert,
verschijnt “NewFwAvailable” als het “Information”-menu-item
in “Network”. In dit geval kunt u ook de firmware van het toestel
bijwerken door de procedure te volgen in “De firmware van het
toestel bijwerken via het netwerk” (p. 50).
Nederlands
49 Nl
De firmware van het toestel bijwerken via het netwerk
Wanneer dit nodig, is verschijnt er nieuwe firmware die extra eigenschappen of productverbeteringen bevat. Als het
toestel is aangesloten op het internet, kunt u de firmware downloaden en bijwerken via het netwerk.
Opmerkingen
• Gebruik het toestel niet en koppel het netsnoer en de netwerkkabel niet los wanneer de firmware wordt bijgewerkt. Het bijwerken
van de firmware duurt ongeveer 20 minuten of meer (afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding).
• Als het toestel is aangesloten op het draadloze netwerk via een draadloze netwerkadapter, kunnen netwerkupdates mogelijk niet
worden uitgevoerd, afhankelijk van de kwaliteit van de draadloze verbinding. Werk de firmware in dat geval bij met het USBgeheugenapparaat (p. 49).
y
U kunt de firmware eveneens bijwerken met behulp van een
USB-geheugenapparaat via het menu “ADVANCED SETUP”
(p. 49).
MEMORY
6
PRESET
Druk op ENTER om de update van de
firmware te starten.
Het toestel start opnieuw en de update van de
firmware start.
y
Cursortoetsen
B/C
ENTER
Als u de bewerking wilt annuleren zonder de firmware bij te
werken, drukt u op SETUP.
ENTER
HOME
RETURN
RETURN
SETUP
SETUP
OPTION
VOLUME
NOW PLAYING
7
Als “UPDATE SUCCESS” wordt weergegeven
op de display op het voorpaneel, drukt u op
A (aan/uit) op het voorpaneel.
MUTE
De update van de firmware is voltooid.
1
Druk op SETUP.
2
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
3
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Information” te selecteren en druk op
ENTER.
Als nieuwe firmware beschikbaar is, verschijnt
“NewFwAvailable” op de display van het voorpaneel.
NEW FW
Available
4
Druk op RETURN om naar de vorige status
terug te keren.
5
Gebruik de cursortoetsen (B / C) om
“Update” te selecteren en druk op ENTER.
UPDATE
Perform Update
50 Nl
AANVULLENDE INFORMATIE
Foutopsporing
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem dat u ervaart, niet
hieronder in de lijst voorkomt, of als de instructies hieronder niet helpen, stelt u dit toestel in op de stand-bymodus,
verwijdert u het netsnoer en neemt u contact op met de dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
De stroom gaat niet
aan.
De stroom gaat niet
uit.
Geen geluid.
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
Het veiligheidscircuit werd 3 keer achter
elkaar geactiveerd. Als het toestel zich in
deze toestand bevindt, knippert de standbyindicator op het toestel als u probeert
het toestel in te schakelen.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de stroom van dit
toestel niet worden ingeschakeld. Neem contact op
met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of servicecentrum om een reparatie aan te vragen.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer stevig aan.
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
De interne microcomputer blijft hangen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag en ontlading
van statische elektriciteit) of door een
daling van het voltage van de
stroomvoorziening.
Schakel de A (stroom) uit op het voorpaneel en zet
weer AAN na ten minste 15 seconden. (Als het
probleem zich blijft voordoen, koppelt u het netsnoer
los van het stopcontact en sluit u het netsnoer
opnieuw aan.)
De interne microcomputer blijft hangen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag en ontlading
van statische elektriciteit) of door een
daling van het voltage van de
stroomvoorziening.
Schakel de A (stroom) uit op het voorpaneel en zet
weer AAN na ten minste 15 seconden. (Als het
probleem zich blijft voordoen, koppelt u het netsnoer
los van het stopcontact en sluit u het netsnoer
opnieuw aan.)
Invoer- of uitvoerkabels verkeerd
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
11
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de INPUTselector op het voorpaneel (of een van de
signaalkeuzetoetsen op de afstandbediening).
21
De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet
correct ingesteld.
Zet de overeenkomende SPEAKERS A of
SPEAKERS B aan.
21
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Zet de aansluitingen goed vast.
Uitvoer is uitgeschakeld.
Schakel de dempen uit.
9
De Max volume- of Initial volumeinstelling is te laag.
Controleer de instellingen voor “Max Volume” en
“Initial Volume” in het menu “Setup”.
47
Het component die overeenkomt met de
geselecteerde signaalbron is
uitgeschakeldof speelt niet af.
Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt.
De audio-uitgang van een apparaat dat op
een digitale audio-ingang (COAXIAL/
OPTICAL-aansluitingen) is aangesloten,
is op iets anders dan PCM ingesteld.
Stel de audio-uitgang van het aangesloten apparaat in
op PCM,
—
—
12
—
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
11
—
—
Nederlands
51 Nl
Foutopsporing
Oplossing
Zie
pagina
Stel de luidsprekerimpedantie in in overeenstemming
met de luidsprekers.
48
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
12
Het toestel is te warm geworden.
Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet
worden geblokkeerd.
—
De functie voor automatische stand-by
heeft dit toestel uitgeschakeld.
Wijzig de automatische stand-by (“AutoPowerStdby”
in het menu “Setup”), naar uit.
47
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
11
Onjuiste instelling voor de
luidsprekerbalans.
Stel BALANCE in op de betreffende positie.
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is
sfeerloos.
De +- en –-kabels zijn verkeerd om
aangesloten op de versterker of de
luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste fase + en –.
Er wordt een
“zoemend” geluid
gehoord.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekkers stevig aan. Als het probleem
aanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
11
De platenspeler is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Verbind de platenspeler met de GND-aansluiting van
dit toestel.
11
Het volumeniveau is
laag bij afspelen van
een langspeelplaat.
De langspeelplaat wordt weergegeven op
een draaitafel met een MC-cartridge.
De draaitafel dient aangesloten te zijn op dit toestel
via een MC-hoofdversterker.
Het geluid is van
mindere kwaliteit
wanneer u luistert
met een
hoofdtelefoon
verbonden met de cdspeler of het
cassettedeck die op
dit toestel zijn
aangesloten.
De stroom van het toestel is uitgeschakeld
of het toestel is in de stand-bymodus
ingesteld.
Schakel het toestel in.
Het geluidsniveau is
laag.
De Loudness-functie is actief.
Probleem
Het geluid valt
plotseling weg.
Er komt slechts aan
één kant geluid uit de
luidspreker.
52 Nl
Oorzaak
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
22
12
—
—
Draai het volume omlaag, stel LOUDNESS in op
FLAT en pas vervolgens het volume weer aan.
22
Foutopsporing
■ Tuner
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
De bijzondere eigenschppen van de
ontvangen FM-stereo-uitzendingen kan
dit probleem veroorzaken als het station te
ver af staat of het ontvangstsignaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM-antenne te gebruiken.
13
Er is vervorming en
ook een betere FMantenne zorgt niet
voor een betere
ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren wordt ontvangen.
Verander de opstelling van de antenne zodat u
van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet
automatisch worden
afgestemd op het
gewenste station.
Het signaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM-antenne te gebruiken.
13
Stem handmatig af.
24
NO PRESETS wordt
weergegeven.
Er zijn geen voorkeuzestations
geregistreerd.
Registreer stations waarnaar u wilt luisteren als
voorkeuzestations.
24
Er kan niet
automatisch worden
afgestemd op het
gewenste station.
Het signaal is te zwak of de antenneaansluitingen zitten los.
Zet de AM-antenne-aansluitingen vast en richt
het zodat het de beste ontvangst levert.
—
Stem handmatig af.
24
Automatische
voorkeuzestation
werkt niet.
Automatische voorkeuzestations zijn niet
beschikbaar voor AM.
Gebruik handmatige voorkeuzestations.
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van
bliksem, tl-verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Probeer een buitenantenne en een goede
aarding te gebruiken.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het
blijft moeilijk om alle storingsbronnen te
elimineren.
Er wordt in de buurt van het toestel een tv
gebruikt.
Zet het toestel verder bij de tv vandaan.
Probleem
Er is veel ruis in de
FM stereo-ontvangst.
FM
FM/
AM
AM
U hoort gezoem en
gefluit.
Schakel over op mono.
24
—
25
—
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
53 Nl
Foutopsporing
■ Bluetooth
Probleem
Een Bluetoothverbinding kan niet
tot stand worden
gebracht.
Er wordt geen geluid
geproduceerd of het
geluid wordt
onderbroken tijdens
het afspelen.
54 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
De Bluetooth-functie van het toestel is
uitgeschakeld.
Schakel de Bluetooth-functie in via het menu
“Setup”.
46
Een ander Bluetooth-apparaat is al
verbonden met het toestel.
Beëindig de huidige Bluetooth-verbinding en breng
dan een nieuwe verbinding tot stand.
46
Het toestel en het Bluetooth-apparaat zijn
te ver van elkaar verwijderd.
Plaats het Bluetooth-apparaat dichter bij het toestel.
Er is in de buurt een apparaat (zoals een
magnetronoven en draadloze LAN) dat
signalen uitzendt in de 2,4GHzfrequentieband.
Zet het toestel uit de buurt van het apparaat.
Het Bluetooth-apparaat ondersteunt A2DP
niet.
Gebruik een Bluetooth-apparaat dat A2DP
ondersteunt.
—
Aangezien dit toestel met meer dan 20
Bluetooth-apparaten is gekoppeld, zijn de
koppelingsgegevens verwijderd.
Probeer opnieuw te koppelen.
U kunt dit toestel koppelen met maximaal 20
Bluetooth-apparaten voor ontvangst en verzending.
Zodra het 21e apparaat wordt geregistreerd, worden
de laatst gebruikte koppelingsgegevens verwijderd.
28
Het volume van het Bluetooth-apparaat is
te laag ingesteld.
Zet het volume van het Bluetooth-apparaat hoger.
Het Bluetooth-apparaat is niet ingesteld
om audiosignalen naar het toestel te
verzenden.
Wijzig de audio-uitvoer van het Bluetooth-apparaat
naar het toestel.
De Bluetooth-verbinding is beëindigd.
Breng opnieuw een Bluetooth-verbinding tot stand
tussen het Bluetooth-apparaat en het toestel.
Het toestel en het Bluetooth-apparaat zijn
te ver van elkaar verwijderd.
Plaats het Bluetooth-apparaat dichter bij het toestel.
Er is in de buurt een apparaat (zoals een
magnetronoven en draadloze LAN) dat
signalen uitzendt in de 2,4GHzfrequentieband.
Zet het toestel uit de buurt van het apparaat.
—
—
—
—
28
—
—
Foutopsporing
■ USB en netwerk
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
Het USB-apparaat is niet goed
aangesloten op de USB-aansluiting.
Zet het toestel uit, sluit het USB-apparaat opnieuw
aan en zet het toestel weer aan.
—
Het bestandssysteem van het USBapparaat is niet FAT16 of FAT32.
Gebruik een USB-apparaat met de FAT16- of FAT32indeling.
—
Mappen en bestanden
op het USB-apparaat
kunnen niet worden
weergegeven.
De gegevens op het USB-apparaat zijn
beveiligd met de codering.
Gebruik een USB-apparaat zonder coderingsfunctie.
De netwerkfunctie
werkt niet.
De netwerkparameters (IP-adres) zijn niet
correct verkregen.
Schakel de DHCP-serverfunctie in op uw router en
stel “DHCP” in het menu “Setup” in op “On” op het
toestel. Als u de netwerkparameters handmatig wilt
configureren, dient u na te gaan of u een IP-adres
gebruikt dat niet door andere netwerkapparaten in het
netwerk wordt gebruikt.
Het toestel detecteert
het USB-apparaat
niet.
—
45
De draadloze router (toegangspunt) is
uitgeschakeld.
Schakel de draadloze router (toegangspunt) in.
Het toestel en de draadloze router
(toegangspunt) staan te ver uit elkaar.
Plaats het toestel en de draadloze router
(toegangspunt) dichter bij elkaar.
—
Er is een obstakel tussen het toestel en de
draadloze router (toegangspunt).
Verplaats het toestel en de draadloze router
(toegangspunt) naar een locatie waar er geen
obstakels tussen ze zijn.
—
Magnetronovens of andere draadloze
apparaten in uw omgeving kunnen de
draadloze communicatie verstoren.
Zet deze apparaten uit.
De toegang tot het netwerk wordt beperkt
door de firewallinstellingen van de
draadloze router (toegangspunt).
Controleer de firewallinstelling van de draadloze
router (toegangspunt).
De instelling voor het delen van media is
onjuist.
Configureer de instelling voor delen en selecteer het
toestel als een apparaat waarmee muziekinhoud
wordt gedeeld.
Bepaalde beveiligingssoftware op uw pc
blokkeert de toegang van het toestel tot de
pc.
Controleer de instellingen van de
beveiligingssoftware op uw pc.
Het toestel en de pc bevinden zich niet in
hetzelfde netwerk.
Controleer de netwerkverbindingen en de instellingen
van uw router en verbind vervolgens het toestel en de
pc met hetzelfde netwerk.
14
De bestanden op de
mediaserver (PC’s/
NAS) kunnen niet
worden weergegeven
of geopend.
De bestanden worden niet ondersteund
door het toestel of de mediaserver.
Gebruik een bestandsindeling die wordt ondersteund
door het toestel en de mediaserver. Raadpleeg
“Muziek afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)”
voor meer informatie over de bestandsindelingen die
door het toestel worden ondersteund.
30
De internetradio kan
niet worden
afgespeeld.
Het geselecteerde internetradiostation is
momenteel niet beschikbaar.
Mogelijk is er een probleem met het radiostation of is
de dienst afgeschaft. Probeer het station later of
selecteer een andere.
—
Het geselecteerde internetradiostation
zendt momenteel stilte uit.
Sommige internetradiostations zenden op bepaalde
tijdstippen van de dag stilte uit. Probeer het station
later of selecteer een andere.
—
De toegang tot het netwerk wordt
verhinderd door de firewallinstellingen
van uw netwerkapparaten (zoals de
router).
Controleer de firewallinstellingen van de
netwerkapparaten. De internetradio kan alleen
afgespeeld worden via de poort die toegewezen wordt
door elk radiostation. Het poortnummer varieert
afhankelijk van het radiostation.
—
Het toestel kan geen
verbinding maken
met het internet via
een draadloze router
(toegangspunt).
Draadloze netwerk is
niet gevonden.
Het toestel detecteert
de pc niet.
—
—
—
30
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
55 Nl
Foutopsporing
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
pagina
—
De iPod herkent het
toestel niet als
AirPlay wordt
gebruikt.
Het toestel is aangesloten op een
meervoudige-SSID-router.
Toegang tot de router kan zijn beperkt door de
netwerkscheidingsfunctie op de router. Sluit de iPod
aan op de SSID die toegang kan verkrijgen tot het
toestel.
De update van de
firmware via het
netwerk is mislukt.
Afhankelijk van de toestand van het
netwerk, is het misschien niet mogelijk.
Probeer de firmware opnieuw bij te werken via het
netwerk of gebruik een USB-geheugenapparaat.
49
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet correct.
56 Nl
Oorzaak
Verkeerde afstand of hoek.
Oplossing
Zie
pagina
De afstandbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van het voorpaneel.
10
Direct zonlicht of sterke verlichting (van
fluorescentielampen met een
voorschakelapparaat, enz.) valt op de
afstandsbedieningssensor van dit toestel.
Verplaats het toestel.
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
—
—
Foutindicaties op display voorpaneel
Bericht
Oorzaak
Oplossing
Access denied
Toegang tot de pc is niet toegestaan.
Configureer de instelling voor delen en selecteer het toestel als een
apparaat waarmee muziekinhoud wordt gedeeld (p. 30).
Access error
Het toestel heeft geen toegang tot het
USB-apparaat.
Zet het toestel uit en sluit het USB-apparaat opnieuw aan. Als dit
het probleem niet verhelpt, probeer dan een ander USB-apparaat.
Het toestel heeft geen toegang tot de iPod.
Schakel de iPod uit en opnieuw in.
De aangesloten iPod wordt niet
ondersteund door het toestel.
Gebruik een iPod die door het toestel wordt ondersteund (p. 39).
Er is een probleem met het signaalpad van
het netwerk naar het toestel.
Controleer of de router en modem zijn ingeschakeld.
Check SP Wires
De luidsprekerkabels geven kortsluiting.
Draai de blootliggende draden van de kabels stevig in elkaar en
sluit ze correct aan op het toestel en de luidsprekers.
No content
De geselecteerde map bevat geen
afspeelbare bestanden.
Selecteer een map met bestanden die door het toestel worden
ondersteund.
Please wait
Het toestel bereidt zich voor op
verbinding met het netwerk.
Wacht tot het bericht verdwijnt. Als het bericht langer dan 3
minuten blijft, schakelt u het toestel uit en weer in.
Unable to play
Het toestel kan om onbekende reden de op
uw iPod opgeslagen nummers niet
weergeven.
Controleer de nummergegevens. Als de nummergegevens niet
kunnen worden weergegeven op de iPod, is het mogelijk dat de
nummergegevens of de opslagplaats defect zijn.
Het toestel kan om bepaalde redenen de
nummers die op de pc zijn opgeslagen niet
afspelen.
Controleer of de bestandsindeling van de bestanden die u probeert
af te spelen door het toestel wordt ondersteund. Zie “Muziek
afspelen van mediaservers (pc´s/NAS)” (p. 30) voor informatie
over de indelingen die door het toestel worden ondersteund. Als
het toestel de bestandsindeling ondersteunt maar er toch helemaal
geen bestanden kunnen worden afgespeeld, is het mogelijk dat het
netwerk overbelast is door zwaar verkeer.
Update firmware is mislukt.
Werk de firmware opnieuw bij.
Version error
Controleer de verbinding tussen het toestel en de router (of hub)
(p. 14).
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
57 Nl
Handelsmerken
“Made for iPod” en “Made for iPhone” betekenen dat een
elektronisch accessoire specifiek is ontwikkeld voor
aansluiting op respectievelijk iPod of iPhone en door de
ontwikkelaar is gecertificeerd en voldoet aan de
prestatienormen van Apple.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit
apparaat of voor het voldoen aan veiligheidseisen en
wettelijke normen.
Het gebruik van dit accessoire met iPod of iPhone kan de
prestatie van draadloze functies beïnvloeden.
AirPlay, iPhone, iPod, iPod nano, iPod touch en iTunes
zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
DLNA™ en DLNA CERTIFIED™ zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Digital Living Network
Alliance. Alle rechten voorbehouden. Ongeautoriseerd
gebruik is streng verboden.
Windows™
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation in de V.S. en andere landen.
Internet Explorer, Windows Media Audio en Windows
Media Player zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Android™
Android en Google Play zijn handelsmerken van Google
Inc.
58 Nl
Het Wi-Fi CERTIFIED Logo is een keurmerk van Wi-Fi
Alliance.
Het Wi-Fi Protected Setup Identifier Mark is een merl van
de Wi-Fi Alliance.
Wi-Fi, Wi-Fi Alliance, Wi-Fi CERTIFIED, Wi-Fi
Protected Setup, WPA en WPA2 zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance.
Het Bluetooth® woordmerk en logo’s zijn gedeponeerde
handelsmerken die eigendom zijn van Bluetooth, Inc. en
worden door Yamaha Corporation onder licentie gebruikt.
Bluetooth protocol stack (Blue SDK)
Copyright 1999-2014 OpenSynergy GmbH
Alle rechten voorbehouden. Alle ongepubliceerde rechten
voorbehouden.
Uitleg over GPL
Dit product gebruikt in sommige gedeelten GPL-/LGPLopensourcesoftware. U hebt alleen het recht om deze
opensourcecode te bemachtigen, dupliceren, wijzigen en
opnieuw te verdelen. Raadpleeg voor informatie over
GPL-/LGPL-opensourcesoftware, over hoe deze te
bemachtigen is en over de GPL/LGPL-licentie de Yamaha
Corporation-website
(http://download.yamaha.com/sourcecodes/musiccast/).
MusicCast is een handelsmerk of geregistreerd
handelsmerk van Yamaha Corporation.
Technische gegevens
Netwerk
•
•
•
•
•
•
•
Ingang: NETWORK x 1 (100Base-TX/10Base-T)
PC Client Function
Compatibel met DLNA ver. 1.5
AirPlay ondersteund
Internetradio
Streamingservice
Wi-Fi-functie
Geschikt voor WPS
Geschikt voor delen met iOS-apparaten door draadloze verbinding
en USB-verbinding
Geschikt voor directe verbinding met mobiel apparaat
Beschikbare beveiligingsmethode: WEP, WPA2-PSK (AES),
Mixed Mode
Radiofrequentieband: 2,4 GHz
Draadloosnetwerkstandaard: IEEE 802.11 b/g/n
Bluetooth
• Bronfunctie
Dit toestel naar sink-apparaat (bijv. Bluetooth-hoofdtelefoon)
Ondersteunde codec.................................................................... SBC
• Sink-functie
Bronapparaat naar dit toestel (bijv. smartphone/tablet)
Ondersteunede codec ........................................................SBC, AAC
• Mogelijkheid tot afspelen/stoppen vanaf sink-apparaat
• Bluetooth-versie........................................................... Ver. 2.1+EDR
• Ondersteund profiel ................................................... A2DP, AVRCP
• Draadloos uitgangssignaal .................................. Bluetooth klasse 2
• Maximale communicatieafstand.........................10 m zonder storing
USB
• Ingang: USB x 1 (USB2.0)
• Geschikt voor iPod, Mass Storage Class USB Memory
• Huidige opslagcapaciteit: 1,0 A
Audio
FM
• Afstembereik
[Modellen voor de VS en Canada] ..................87,5 tot 107,9 MHz
[Model voor Azië en algemeen model]
.................................................87,5/87,50 tot 108,0/108,00 MHz
[Modellen voor VK, Europa, Korea, Australië]
...................................................................87,50 tot 108,00 MHz
• 50 dB dempingsgevoeligheid (IHF, 1 kHz, 100% MOD.)
Mono ................................................................. 3,0 µV (20,8 dBf)
• Signaal-ruisverhouding (IHF)
Mono/stereo ................................................................65 dB/64 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/stereo .................................................................. 0,5%/0,6%
• Antenne-aansluiting ..........................................75 W onevenwichtig
AM
• Afstembereik
[Modellen voor de VS en Canada] ..................... 530 tot 1710 kHz
[Model voor Azië en algemeen model]
.......................................................... 530/531 tot 1710/1611 kHz
[Modellen voor VK, Europa, Korea, Australië] .... 531 tot 1611 kHz
Algemeen
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
59 Nl
Nederlands
• Voeding
[Modellen voor de VS en Canada]....... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemeen model]..... 110-120/220-240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea]......................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Model voor Australië]......................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het VK en Europa] .... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Model voor Azië]................... 220-240 V, 50/60 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik ....................................................................... 190 W
• Uit-modus................................................................................. 0,1 W
• Stand-by-stroomverbruik (referentiegegevens)........................ 0,1 W
• Network Standby aan
Bekabeld................................................................................ 1,7 W
Draadloos (Wi-Fi/Wireless Direct/Bluetooth).... 1,8 W/1,9 W/1,6 W
• Maximaal stroomverbruik (1 kHz, 8 Ω, 10% THD)
[Modellen voor VK, Australië, Azië en algemene modellen]
........................................................................................... 380 W
• Afmetingen (B H D) ...................................435 151 392 mm
• Gewicht .................................................................................... 9,8 kg
AANVULLENDE
INFORMATIE
• Minimaal RMS-uitvoervermogen
(20 Hz tot 20 kHz, 0,04% THD, 8 ) ......................80 W + 80 W
• Dynamisch vermogen per kanaal (IHF) (8/6/4/2 )
............................................................................105/125/150/178 W
• Maximaal vermogen per kanaal (1 kHz, 0,7% THD, 4 Ω)
[Modellen uit V.K. en Europa] .............................................105 W
• IEC-vermogen (1 kHz, 0,04% THD, 8 Ω)
[Modellen uit V.K. en Europa] ...............................................84 W
• Stroombandbreedte (main L/R)
(0,06 % THD 40,0 W, 8Ω)................................... 10 Hz tot 50 kHz
• Dempfactor (SPEAKERS A)
1 kHz, 8 .................................................................... 150 of meer
• Maximaal effectief uitgangsvermogen (JEITA)
(1 kHz, 10% THD, 8 )
[Modellen voor Azië en algemene modellen] ...................... 115 W
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO (MM)..........................................................3,5 mV/47 kΩ
CD, etc. .................................................................. 200 mV/47 k
• Maximaal ingangssignaal
PHONO (MM) (1 kHz, 0,003% THD)................... 60 mV of meer
CD, etc. (1 kHz, 0,5% THD) .................................... 2,2 V of meer
• Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
CD, etc. (ingang 1 kHz, 200 mV)
OUT .................................................................... 200 mV/1,1 k
SUBWOOFER PRE OUT .....................................4,0 V / 1,2 kΩ
(cut-off frequency) ............................................................. 90 Hz
PHONES (8 load) ............................................ 410 mV/470
• Frequentierespons
CD, etc. (20 Hz tot 20 kHz) ...........................................0 ± 0,5 dB
CD, etc. (10 Hz tot 100 kHz, PURE DIRECT on) ........0 ± 1,0 dB
• RIAA equalizatie-afwijking
PHONO (MM)...................................................................± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO (MM) naar OUT
(20 Hz tot 20 kHz, 3 V)................................... 0,025% of minder
CD, etc. tot SPEAKERS
(20 Hz toT 20 kHz, 40,0 W, 8 ) ................... 0,015% of minder
• Signaal-ruis-verhouding (IHF-A-netwerk)
PHONO (MM) (ingang kortgesloten, 5 mV)........... 87 dB of meer
CD, etc. (ingang kortgesloten, 200 mV) ................ 100 dB of meer
• Overblijvende ruis (IHF-A-netwerk) ...................................... 30 µV
• Kanaalscheiding
Cd, enz. (5,1 k ingang kortgesloten, 1/10 kHz)
.......................................................................... 65/50 dB of meer
• Toonregelingskarakteristieken
BASS
Boost/cut (20 Hz) ........................................................... ± 10 dB
Turnover frequency ...........................................................350 Hz
TREBLE
Boost/cut (20 kHz) ......................................................... ± 10 dB
Turnover frequency ..........................................................3,5 kHz
• Continuous loudness-bediening
Attenuation 1 kHz ................................................................ -30 dB
• Gain tracking error (+16,5 tot -80 dB) ....................0,5 dB of minder
• Digitale ingang (OPTICAL/COAXIAL)
Ondersteunde audio samplerate..... 32/44,1/48/88,2/96/176,4/192 kHz
Index
Index
A
Aansluiting audioapparaten ........................................... 11
Aansluiting luidsprekerkabel......................................... 12
Aansluiting luidsprekers................................................ 12
Aansluiting netsnoer...................................................... 14
Achterpaneel (bediening en functies).............................. 8
Afspelen (AirPlay)......................................................... 35
Afspelen (FM/AM-radio) .............................................. 24
Afspelen (iPod).............................................................. 39
Afspelen (pc/NAS) ........................................................ 30
Afspelen (USB) ............................................................. 37
Afspelen herhalen (iPod)............................................... 40
Afspelen herhalen (pc/NAS) ......................................... 32
Afspelen herhalen (USB) .............................................. 38
Afstandsbediening (bediening en functies) ..................... 9
Afstandsbediening-ID.................................................... 48
AirPlay........................................................................... 35
AM-antenne-aansluiting ................................................ 13
AM-radio luisteren ........................................................ 24
ANTENNA-aansluitingen ............................................. 13
Audio Receive (Bluetooth, menu Setup)....................... 46
Audio Send (Bluetooth, menu Setup)............................ 46
Audiobestandsindeling (pc/NAS).................................. 30
Audiobestandsindeling (USB)....................................... 37
Audio-ontvangst (Bluetooth)......................................... 46
Audioverzending (Bluetooth)........................................ 46
Auto Power Standby...................................................... 47
Auto Preset (FM-radio) ................................................. 24
Auto Preset (menu Option)............................................ 24
AutoPowerStdby (menu Setup)..................................... 47
B
BALANCE-bediening ................................................... 22
Basisafspeling................................................................ 21
BASS-bediening ............................................................ 22
Batterijen ....................................................................... 10
Bekabelde aansluiting (netwerk) ................................... 14
Bluetooth ....................................................................... 28
Bluetooth (menu Setup)................................................. 46
Bluetooth Standby ......................................................... 46
Bluetooth-indicator.......................................................... 7
Bookmark (internetradio) .............................................. 34
C
CD-aansluitingen........................................................... 11
CD-ingangen.................................................................... 8
Clear Preset (menu Option) ........................................... 26
Clock Time (Radio Data System).................................. 27
COAXIAL-aansluitingen .......................................... 8, 11
Connection (Network, menu Setup) .............................. 45
D
DHCP (Network, menu Setup)...................................... 45
Digital Media Controller ............................................... 45
DIMMER......................................................................... 5
DISPLAY ...................................................................... 41
60 Nl
DLNA ............................................................................ 30
DMC Control (Network, menu Setup) .......................... 45
Draadloze accessoireconfiguratie .................................. 16
Draadloze antenne............................................................ 8
Draadloze antenne (Wi-Fi) ............................................ 14
Draadloze verbinding (Buetooth) .................................. 28
Draadloze verbinding (netwerk) .................. 16, 17, 18, 19
Draadloze Wi-Fi-verbindinginstelling delen
(iOS-apparaat)................................................................ 16
Dubbel bedrade .............................................................. 12
E
ECO Mode (menu Setup) .............................................. 47
Energiebesparende modus ............................................. 47
F
Firmware bijwerken........................................... 46, 49, 50
Firmware-versie ....................................................... 46, 49
FM Mode ....................................................................... 24
FM-antenne-aansluiting ................................................. 13
FM-radio luisteren ......................................................... 24
Foutindicatie56 .............................................................. 57
H
Handmatige netwerkinstelling ....................................... 18
hoofdtelefoon ................................................................... 6
I
Informatiewisseling (display voorpaneel) .....................
Information (Network, menu Setup)..............................
INIT (menu ADVANCED SETUP) ..............................
Initial Volume (menu Setup) .........................................
Initial volume-instelling.................................................
Initialiseren ....................................................................
INPUT-selector..............................................................
Instelling media delen....................................................
Internetradio (vTuner)....................................................
IP Address (Network, menu Setup) ...............................
IP-adresinstelling ...........................................................
iPod-inhoud weergeven (AirPlay) .................................
iPod-inhoud weergeven (USB)......................................
iTunes-inhoud weergeven (AirPlay)..............................
41
45
48
47
47
48
21
30
33
45
45
35
39
35
K
Koppelen (Bluetooth) .................................................... 28
L
LINE-aansluitingen.................................................... 8, 11
LOUDNESS-bediening ................................................. 22
Luidsprekerbalans.......................................................... 22
Luidsprekerimpedantie .................................................. 48
Luidsprekerindicators7 .................................................... 7
Luidsprekerselectie ........................................................ 21
M
MANUAL (Wireless, menu Setup) ............................... 18
Max Volume (menu Setup)............................................ 47