Aeg-Electrolux EP3003011M Handleiding

Type
Handleiding
EP3003011
NL
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot
aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge
kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en
van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
8 Beschrijving van het product
9 Voor het eerste gebruik
10 Dagelijks gebruik
12 Klokfuncties
14 Gebruik van de accessoires
14 Extra functies
16 Nuttige aanwijzingen en tips
26 Onderhoud en reiniging
30 Problemen oplossen
31 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Uit respect voor het milieu
Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie
of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur
openstaat of als het apparaat in gebruik is, omdat deze heet wordt. Gevaar voor letsel of
ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
Alleen een bevoegd elektricien mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact
op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te
voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd
apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de
installatie.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
4 Veiligheidsinformatie
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat vol-
ledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactope-
ning hebben met een minimale breedte van 3mm.
U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie be-
gint.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan-
sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te
gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg ervoor dat de stekker (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd
raken achter het apparaat.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker -
indien van toepassing.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet
voor commerciële of industriële doeleinden.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk
letsel of schade aan eigendommen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er kunnen brandwonden
ontstaan. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik ovenhand-
schoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat.
Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
Plaats geen voorwerpen direct op de vloer van het apparaat en dek het niet af met
aluminiumfolie.
Veiligheidsinformatie
5
Plaats geen water direct op het apparaat.
Haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus
geen defect in de zin van het recht op garantie.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Gebruik een diepe bakplaat voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per-
manente vlekken maakt.
Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het appa-
raat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bij-
tende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra-
per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinte-
ren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te
vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Reinig het katalytisch email niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het ap-
paraat.
Pyrolytische reiniging
Laat het apparaat tijdens het Pyrolytisch reinigen niet onbeheerd achter.
Probeer de deur niet te openen en schakel de stroom niet uit tijdens de pyrolytische rei-
niging.
6 Veiligheidsinformatie
Houd kinderen uit de buurt tijdens de pyrolytische reiniging. Het apparaat wordt zeer
heet Er kunnen brandwonden ontstaan.
Tijdens de pyrolytische reiniging kan hardnekkig vuil het email verkleuren. Verkleuring
van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Ovenlampje
Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is alleen
geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik het niet voor de verlichting in huis.
Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die
specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er
bestaat risico op een elektrische schok.
Service-afdeling
Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het
apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
Veiligheidsinformatie
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
52 4 7 23 6
1
15
9
8
10
11
12
13
14
5
4
3
2
1
1
Bedieningspaneel
2
Lampjes/symbolen van de kookzones
3
Bedieningsknop voor ovenfuncties
4
Power lamp/symbool
5
Elektronische tijdschakelklok
6
Temperatuurregelknop
7
Stroomlampje
8
Bedieningsknoppen voor de kookzones
9
Verwarmingselement
10
Ovenlampje
11
Ventilator
12
Verwarmingselement achterwand
13
Onderwarmte
14
Rekframe, verwijderbaar
15
Rekstanden
8 Beschrijving van het product
Accessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Combischaal
Voor gebak en koekjes. Voor braden en roos-
teren of als schaal om vet op te vangen.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Eerste aansluiting op het elektriciteitsnet
Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display enkele
seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie.
De dagtijd instellen
Nadat de softwareversie is verdwenen, toont het display en "12:00". "12" knippert.
1. Druk op
of op om het huidige uur in te stellen.
2. Druk op
om te bevestigen (alleen bij de eerste instelling, later wordt een nieuwe tijd
automatisch opgeslagen na 5 seconden).
Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert.
3. Druk op
of op om de huidige minuten in te stellen.
Voor het eerste gebruik 9
4. Druk op om te bevestigen (alleen bij de eerste instelling, later wordt een nieuwe tijd
automatisch opgeslagen na 5 seconden).
Het display Temperatuur/Tijd geeft de nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven is uitgeschakeld.
Druk op
. De ingestelde tijd en het symbool knipperen op het display. Voer de proce-
dure "De dagtijd instellen" uit om de nieuwe tijd in te stellen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop
komt naar voren.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de temperatuurknop
/ op de gewenste temperatuur.
3. Zet de functieknop van de oven in de uit-positie ("0") om het toestel uit te schakelen.
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie
apparaatoverzicht):
Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur be-
dient.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Lampje Gebruik deze functie om de binnenkant van de oven te
verlichten.
Multi hetelucht Voor het maximaal bakken op drie ovenniveaus tegelij-
kertijd. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C la-
ger in dan bij Conventioneel (boven-/onderwarmte). En
om voedsel te drogen.
Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten met een
meer intensieve bruinering en een krokante korst. Stel
de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Conventioneel (boven-/onderwarmte).
Boven + onderwarmte Bakken en braden op één ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een krokante of knap-
perige bodem en het bewaren van voedsel.
10 Dagelijks gebruik
Ovenfunctie Toepassing
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grillen Voor het roosteren van plat voedsel in het midden van
het rooster en voor het maken van toast.
Grill intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelhe-
den en voor het maken van toast.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
op één niveau. Ook om te gratineren en te bruineren.
Pyrolytische reiniging Automatische pyrolytische schoonmaakfunctie van de
oven. Hierdoor worden vuilresten in de oven verbrand.
De oven wordt verwarmd tot ca. 500 °C.
Kookzones
De kookplaat is te bedienen met de bedieningsknoppen voor de kookzones. Zie de gebruiks-
handleiding van de kookplaat.
Kookzones van de kookplaat
De indicatielampjes voor de kookzone (ga naar "Algemeen overzicht") tonen welke zone u
hebt ingesteld.
Bedieningsknop Functie
Warmhoudstand
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 = laagste kookstand; negen = hoogste kookstand)
Gebruik van de kookplaat:
1. Draai aan de thermostaatknop om de temperatuur in te stellen.
2. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
Automatisch opwarmen
Deze informatie is alleen van toepassing als u de kookplaat installeert met de functie Auto-
matisch opwarmen!
De functie Automatisch opwarmen verwarmt de kookzone gedurende enige tijd op volledig
vermogen.
Opwarmfunctie activeren:
1. Om deze functie in te schakelen draait u de knop zo ver mogelijk naar rechts (voorbij
de hoogste kookstand).
2. Zet de bedieningsknop op de vereiste temperatuur om het kookproces te vervolgen.
3. Zet de bedieningsknop op de uit-stand om het kookproces te beëindigen.
Dagelijks gebruik
11
Display
1
Timer
2
Opwarmen / Restwarmte-indicatie
3
Waterreservoir (alleen geselecteerde
modellen)
4
Kerntemperatuursensor (alleen gese-
lecteerde modellen)
5
Deurvergrendeling (alleen geselecteer-
de modellen)
6
u / min
7
Klokfuncties
17 2 3
4567
Toetsen
Toets Functie Beschrijving
KLOK De klokfunctie instellen.
,
MINUS, PLUS Een waarde instellen voor de tijd
Opwarmen / Restwarmte-indicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display één voor één branden.
De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt.
KLOKFUNCTIES
SYMBOOL FUNCTIE BESCHRIJVING
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
DAGTIJD Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie 'De dagtijd instel-
len'.
DUUR Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld om in
te stellen hoe lang de oven moet werken.
EINDE Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld om in
te stellen wanneer de oven moet stoppen. Duur en einde kun-
nen gelijktijdig worden gebruikt (tijdvertraging), wanneer het
apparaat op een later tijdstip automatisch wordt in- en uitge-
schakeld.
Druk opnieuw op om tussen de klokfuncties te schakelen.
Gebruik om de instellingen voor de klokfuncties te bevestigen of wacht 5 seconden op
een automatische bevestiging.
12 Klokfuncties
De DUUR of het EINDE instellen
1. Druk herhaaldelijk op tot het display of toont.
of knippert op het display.
2. Druk op
of op om de minuten in te stellen.
3. Druk op
om te bevestigen.
4. Druk op
of op om het gewenste uur in te stellen.
5. Druk op
om te bevestigen.
Nadat de tijd is afgelopen, werkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal. Het sym-
bool
of en de tijdinstelling knipperen op het display. De oven stopt.
6. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen.
Als u op de knop drukt terwijl u het uur instelt voor de DUUR , gaat het toestel naar
de instelling van de functie EINDE
.
De KOOKWEKKER instellen
Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maximaal 23 uur 59 minuten). Deze functie
heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst
moment instellen, ook als het apparaat uit staat.
1. Druk steeds opnieuw op
tot op het display verschijnt en "00" knippert.
2. Druk op
of om de KOOKWEKKER in te stellen. Eerst wordt de tijd berekend in
minuten en seconden. Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten, dan verschijnt
het symbool
op het display. Het apparaat berekent nu de tijd in uren en minuten.
3. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal.
Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende twee minuten een geluids-
signaal. "00:00" en
knipperen op het display.
Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
Als u de KOOKWEKKER instelt als BEREIDINGSDUUR of EINDE lopen, gaat het symbool
aan op het display.
Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang de oven werkt. Deze wordt
onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen.
De timer met optelfunctie resetten: houd
en ingedrukt om de timer opnieuw te
laten tellen.
U kunt de timer met optelfunctie niet gebruiken als Duur of Einde is ingesteld.
Klokfuncties
13
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het bakrooster hebben zijranden.
Deze randen en de vorm van de geleidestangen
bieden kantelbeveiliging voor de ovenaccessoires.
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats de diepe
pan tussen de geleidestangen van een van de
ovenniveaus.
EXTRA FUNCTIES
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld.
Inschakelen/uitschakelen van het kinderslot:
1. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd
en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt.
3. Er klinkt een geluidsignaal. SAFE gaat aan/uit (wanneer u het kinderslot inschakelt/uit-
schakelt) op het display.
Als de oven beschikt over de functie voor pyrolysereiniging, wordt de deur vergrendeld.
SAFE gaat aan op het display als u een schakelaar verdraait of op een knop drukt.
14 Gebruik van de accessoires
Toetsblokkering
Van toepassing op modellen met pyrolysereiniging.
Toetsblokkering voorkomt dat een ovenfunctie per ongeluk wordt ingeschakeld. U kunt de
Toetsblokkering alleen inschakelen als het apparaat in werking is.
Inschakelen/uitschakelen van de Toetsblokkering:
1. Schakel het apparaat in.
2. Schakel een ovenfunctie of instelling in.
3. Houd
en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt.
4. Er klinkt een geluidsignaal. Loc gaat aan/uit (wanneer u de Toetsblokkering inschakelt/
uitschakelt) op het display.
Als de oven beschikt over de functie voor pyrolysereiniging, wordt de deur vergrendeld.
U kunt het apparaat uitschakelen als de Toetsblokkering aan is. Als u het apparaat uit zet,
wordt de Toetsblokkering uitgeschakeld.
Loc gaat aan op het display als u een schakelaar verdraait of op een knop drukt.
Restwarmte-indicatie
Het display toont de restwarmte-indicatie na het einde van elke kooksessie wanneer de
temperatuur in de oven meer dan 40°C bedraagt. Gebruik de temperatuurknop om de oven-
temperatuur op het display weer te geven.
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de op-
pervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de
ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
Automatische uitschakeling
Het toestel schakelt zichzelf na enige tijd uit om veiligheidsredenen:
als een ovenfunctie actief is.
als u de oventemperatuur niet verandert.
Oventemperatuur uitschakeltijd instellen
30 °C -120 °C 12,5 u.
120 °C - 200 °C 8,5 u.
200 °C -250 °C 5,5 u.
250 °C -maximum °C 3,0 u.
Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel opnieuw
te activeren.
De Automatische uitschakeling werkt bij alle ovenfuncties, met uitzondering van Lampje,
Bereidingen op lage temperatuur, Kerntemperatuursensor, Duur, Einde en Tijdvertraging.
Extra functies
15
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Voorbeelden van kooktoepassingen voor de kookplaat
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuurin-
stelling
Gebruik om: Tijdsin-
stelling
Tips
1 Bereide gerechten warmhouden naar be-
hoefte
Afdekken
1-2 Hollandaisesaus, smelten: boter, choco-
lade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren
10-40
min
Met deksel bereiden
2-3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds berei-
de gerechten opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkgerechten
tijdens het bereiden tussendoor
roeren
3-4 Stomen van groenten, vis en vlees 20-45
min
Voeg een paar eetlepels vocht toe
4-5 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen
4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu
van kalfsvlees, koteletten, rissoles, wors-
tjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken,
donuts
naar be-
hoefte
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien
7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken, steaks
5-15
min
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees
(goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
Binnenkant van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het volgende aan de binnenkant van de deur:
de nummers van de rekstanden (geselecteerde modellen)
informatie over de ovenfuncties, aanbevolen rekstanden en temperaturen voor karakte-
ristieke gerechten (geselecteerde modellen).
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn af-
hankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
16 Nuttige aanwijzingen en tips
Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat u
tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de
ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer
zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen
verminderen tijdens het bakproces.
Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmingssoort Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brio-
che
Multi hetelucht 1 150-160 50 - 70
Zandgebak/
vruchtencake
Multi hetelucht 1 140-160 70 - 90
Cake, zacht Multi hetelucht 2 140 - 150 35 - 50
Cake, zacht Boven + onder-
warmte
2 160 35 - 50
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Multi hetelucht 2
170-180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
Multi hetelucht 2 150-170 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
Multi hetelucht 2 160 60 - 90
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
Boven + onder-
warmte
1 180 70 - 90
Kwarktaart Boven + onder-
warmte
1 170-190 60 - 90
1) Oven voorverwarmen
Nuttige aanwijzingen en tips 17
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
Boven + onder-
warmte
3 170-190 30 - 40
Kerststol Boven + onder-
warmte
2
160-180
1)
50 - 70
Brood (rogge-
brood):
1. Eerste deel
van het bak-
proces.
2. Tweede deel
van het bak-
proces.
Boven + onder-
warmte
1
1.
230
1)
2. 160-180
1. 20
2. 30 - 60
Roomsoezen/
tompoezen
Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
20 - 35
Koninginnen-
brood (opgerolde
cake met jam)
Boven + onder-
warmte
3
180-200
1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
Multi hetelucht 3 150-160 20 - 40
Amandelcake/sui-
kertaart
Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
2)
Multi hetelucht 3 150 35 - 55
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
2)
Boven + onder-
warmte
3 170 35 - 55
Vruchtentaart
met kruimeldeeg
Multi hetelucht 3 160-170 40 - 80
Plaatkoek met
kwetsbare garne-
ring (bijvoorbeeld
kwark, room,
puddingvulling)
Boven + onder-
warmte
3
160-180
1)
40 - 80
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmingssoort Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 10 - 20
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
Multi hetelucht 3 140 20 - 35
18 Nuttige aanwijzingen en tips
Verwarmingssoort Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
Boven + onder-
warmte
3
160
1)
20 - 30
Roerdeegkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
Multi hetelucht 3 80-100 120 - 150
Bitterkoekjes Multi hetelucht 3 100-120 30 - 50
Klein gerezen ge-
bak
Multi hetelucht 3 150-160 20 - 40
Bladerdeeg Multi hetelucht 3
170-180
1)
20 - 30
Bolletjes Multi hetelucht 3
160
1)
10 - 25
Bolletjes
Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
10 - 25
Small cakes (20
per plaat)
Multi hetelucht 3
150
1)
20 - 35
Small cakes (20
per plaat)
Boven + onder-
warmte
3
170
1)
20 - 30
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pasteitjes/gebak op bakblik
Verwarmingssoort
Bereiding met hete lucht
Temperatuur in
°C
Tijd in min.Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Roomsoezen/
tompoezen
1/4 -
160-180
1)
25 - 45
Kruimeltaart 1/4 - 150-160 30 - 45
1) Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmingssoort
Bereiding met hete lucht
Temperatuur in
°C
Tijd in min.Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Zandkoekjes 1/4 1/3/5 150-160 20 - 40
Shortbread/ Dee-
greepjes
1/4 1/3/5 140 25 - 50
Roerdeegkoekjes 1/4 - 160-170 25 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
1/4 - 80-100 130 - 170
Bitterkoekjes 1/4 - 100-120 40 - 80
Nuttige aanwijzingen en tips 19
Verwarmingssoort
Bereiding met hete lucht
Temperatuur in
°C
Tijd in min.Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Klein gerezen ge-
bak
1/4 - 160-170 30 - 60
Bladerdeeg 1/4 -
170-180
1)
30 - 50
Bolletjes 1/4 - 180 30 - 55
Small cakes (20
per plaat)
1/4 -
150
1)
25 - 40
1) Oven voorverwarmen
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te
licht van kleur
Verkeerde rekstand Plaats de cake lager
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te hoge oventemperatuur
Stel de oventemperatuur iets
lager in
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te korte baktijd
Baktijd verlengen. Baktijden
kunnen niet worden verkort
door hogere baktemperaturen
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te veel vocht in het deeg.
Minder vocht gebruiken. Let op
de kneedtijden, vooral bij het
gebruik van keukenmachines
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Te hoge oventemperatuur en te
korte baktijd
De oventemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat
Gebak wordt niet gaar binnen
de aangegeven baktijd
Te lage temperatuur.
Oveninstelling iets hoger in-
stellen
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel
Boven + onder-
warmte
1 180-200 45 - 60
Lasagne
Boven + onder-
warmte
1 180-200 25 - 40
Groentegratin
1)
Circulatiegrill of
Multi hetelucht
1 160-170 15 - 30
20 Nuttige aanwijzingen en tips
Schotel Ovenfunctie Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
Circulatiegrill of
Multi hetelucht
1 160-170 15 - 30
Zoete ovenscho-
tels
Boven + onder-
warmte
1 180-200 40 - 60
Visschotels
Boven + onder-
warmte
1 180-200 30 - 60
Gevulde groente
Circulatiegrill of
Multi hetelucht
1 160-170 30 - 60
1) Oven voorverwarmen
Braden
Braadservies
Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwezig) of op
een rooster boven de braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel
braden.
Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand
Temperatuur
°C
Tijd min.
Stoofvlees 1-1,5 kg
Boven + on-
derwarmte
1 230 120-150
Rosbief of osse-
haas: rood
per cm dikte Circulatiegrill 1
190-200
1)
5-6
Rosbief of osse-
haas: medium
per cm dikte Circulatiegrill 1
180-190
1)
6-8
Rosbief of osse-
haas: gaar
per cm dikte Circulatiegrill 1
170-180
1)
8-10
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand
Temperatuur
°C
Tijd min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Kotelet, ribbetje 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 170-180 60-90
Gehaktbrood 750 g-1 kg Circulatiegrill 1 160-170 50-60
Nuttige aanwijzingen en tips 21
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand
Temperatuur
°C
Tijd min.
Varkensschenkel
(voorgekookt)
750 g-1 kg Circulatiegrill 1 150-170 90-120
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand Temperatuur
°C
Tijd min.
Geroosterd
kalfsvlees
1 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand Temperatuur
°C
Tijd min.
Lamsbout, ge-
roosterd lams-
vlees
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 150-170 100-120
Lamsrug 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 40-60
Game
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand Temperatuur
°C
Tijd min.
Hazenrug, ha-
zenbout
tot 1 kg Boven + on-
derwarmte
1
230
1)
30-40
Reerug, her-
tenrug
1,5-2 kg Boven + on-
derwarmte
1 210-220 35-40
Reebout, her-
tenbout
1,5-2 kg Boven + on-
derwarmte
1 180-200 60-90
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand Temperatuur
°C
Tijd min.
Stukken gevo-
gelte
200-250g elk Circulatiegrill 1 200-220 30-50
Halve kip 400-500g elk Circulatiegrill 1 190-210 35-50
Kip, haantje 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 190-210 50-70
Eend 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 180-200 80-100
Gans 3,5-5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-180
Kalkoen 2,5-3,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
Kalkoen 4-6 kg Circulatiegrill 1 140-160 150-240
22 Nuttige aanwijzingen en tips
Vis (gestoomd)
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Rekstand Temperatuur
°C
Tijd min.
Hele vis 1-1,5 kg Boven + on-
derwarmte
1 210-220 40-60
Grill
Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
Rooster op inschuifhoogte plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Eenkrings grill
Gerecht Ovenniveau Temperatuur
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Rosbief 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet 3 230 20 - 30 20 - 30
Varkensrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 25
Hele vissen
(500-1000g)
3/4 210 - 230 15 - 30 15 - 30
Tweekrings grill
Gerecht Ovenniveau
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Burgers 4 8 - 10 6 - 8
Varkenshaas 4 10 - 12 6 - 10
Worstjes 4 10 - 12 6 - 8
Runderfilet, kalfsbief-
stukken
4 7 - 10 6 - 8
Geroosterd brood
1)
5 1 - 3 1 - 3
Brood met iets erop 4 6 - 8 -
1) Oven voorverwarmen
Nuttige aanwijzingen en tips 23
Pizza hetelucht
Verwarmingssoort Rekstand Temperatuur °C Tijd min.
Pizza (dunne korst)
2
200 - 230
1)2)
15 - 20
Pizza (met veel garne-
ring)
2 180 - 200 20 - 30
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, bedekt 1 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd brood
2
230 - 250
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2
160 - 180
1)
45 - 55
Flammekuchen (pizza-
achtig gerecht uit de
Elzas)
2
230 - 250
1)
12 - 20
Piroggen (Russische
variant op calzone)
2
180 - 200
1)
15 - 25
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik diepe pan
Ontdooien
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden
verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de oven. Het inzetniveau onderaan.
Schotel
Ontdooitijd in
min.
Verdere ontdooitijd in
min.
Opmerking
Kip 1.000 g 100-140 20-30
Kip op een omgedraaid scho-
teltje in een groot bord leg-
gen, halverwege de tijd om-
draaien
Vlees, 1000 g 100-140 20-30
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees, 500 g 90-120 20-30
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Forel, 150g 25-35 10-15 -
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 -
Boter, 250g 30-40 10-15 -
24 Nuttige aanwijzingen en tips
Schotel
Ontdooitijd in
min.
Verdere ontdooitijd in
min.
Opmerking
Room, 2 x 200 g 80-100 10-15
Room kan ook met nog licht
bevroren deeltjes goed wor-
den geklopt
Taart, 1.400 g 60 60 -
Inmaken
Let op:
Gebruik alleen weckflessen van dezelfde afmetingen.
Gebruik geen wekglazen met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes wekflessen van één liter op de bakplaat.
Vul de flessen tot hetzelfde niveau en sluit ze af met een klem.
De flessen mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste wekglazen begint te borrelen (na. ca. 35-60 minuten bij 1
liter glazen) de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C (zie tabel).
Bessen
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
Aardbeien, bosbessen,
frambozen, rijpe kruis-
bessen
160-170 35-45 -
Steenvruchten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Door blijven koken bij
100 °C in min.
Peren, kweeperen,
pruimen
160-170 35-45 10-15
Groente
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Door blijven koken bij
100 °C in min.
Wortels
1)
160-170 50-60 5-10
Komkommers 160-170 50-60 -
Gemengde augurken 160-170 50-60 5-10
Koolrabi, erwten, as-
perges
160-170 50-60 15-20
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
Drogen - Multi hetelucht
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Nuttige aanwijzingen en tips
25
Voor de beste resultaten: schakel het apparaat na de eerste helft van de vereiste tijd uit.
Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden.
Groenten
Voedsel om te
drogen
Ovenniveau
Temperatuur in
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 3 1/4 60 - 70 6 - 8
Paprika's 3 1/4 60 - 70 5 - 6
Groente in het
zuur
3 1/4 60 - 70 5 - 6
Paddenstoelen 3 1/4 50 - 60 6 - 8
Kruiden 3 1/4 40 - 50 2 - 3
Fruit
Voedsel om te
drogen
Ovenniveau
Temperatuur in
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 3 1/4 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 3 1/4 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 3 1/4 60 - 70 6 - 8
Peren 3 1/4 60 - 70 6 - 9
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te
bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst
verwijderen en kan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle toebehoren na elk gebruik schoon (met een zachte doek en een warm sopje en
een reinigingsmiddel) en laat ze drogen.
26 Onderhoud en reiniging
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de anti-
aanbaklaag beschadigen.
Pyrolysereiniging
Verwijder alle onderdelen van de oven.
Start de pyrolysereiniging niet als:
Als u de geleiders of de telescopische geleiders (indien aanwezig) niet verwijdert, ver-
schijnt er op de klok van sommige modellen 'C1'.
Als u de ovendeur niet correct sluit, geeft het display van sommige modellen 'C3' weer.
1. Grove vervuilingen dienen handmatig verwijderd te worden.
2. Stel de functie Pyrolysereiniging in (zie de sectie "Ovenfuncties").
3.
knippert.
De procedure start na 2 seconden. De procedure duurt 1 uur en 30 minuten.
U kunt de Einde-functie gebruiken om de start van het reinigingsproces uit te stellen.
De deur wordt vergrendeld, wanneer de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt. Het
symbool
en de balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is
ontgrendeld.
Het lampje brandt niet tijdens de pyrolysereiniging.
Reinigingsherinnering
Het symbool voor de reinigingsherinnering knippert gedurende 10 seconden op het display
PYR telkens als u het toestel hebt in- of uitgeschakeld om u eraan te herinneren dat pyroly-
sereiniging is vereist.
De reinigingsherinnering verdwijnt van het display:
na het einde van de pyrolysereinigingsfunctie;
•als u
of gebruikt wanneer knippert;
Geleiderails
U kunt de geleiderails verwijderen om de zijwanden te reinigen.
Onderhoud en reiniging
27
Verwijderen van de geleiderails
1. Trek de geleiderails bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleiderails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de geleiderails te installeren volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen!
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken.
De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan
het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen:
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de bovenkant.
Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
1
2
28 Onderhoud en reiniging
Deur en glasplaten
Verwijder de deur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
De deur verwijderen
1. Zet de deur helemaal open.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op de
twee scharnieren.
3. Sluit de deur in de eerste openingsstand
(ca. 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met beide
handen vast en trek deze onder een op-
waartse hoek weg.
Om de deur te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde.
Het aantal glasplaten verschilt voor de verschillende modellen.
LET OP!
Plaats de deur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om krassen te
voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de glasplaten
1. Verwijder de deur.
2. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van
de deur aan beide kanten vastpakken en
naar binnen drukken om de klemsluiting
te ontgrendelen.
3. Trek de deur naar voor om deze te ver-
wijderen.
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog
uit de geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde. Plaats de
kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere
glasplaten.
A
A
B
Onderhoud en reiniging 29
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functioneren
niet.
Raadpleeg de bedieningsinstructies voor het ingebouwde fornuis.
De oven wordt niet warm. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. Zie de paragraaf
"De klok instellen".
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn
niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
juist zijn
De oven wordt niet warm. De automatische veiligheids-
uitschakeling is actief.
Zie de paragraaf "Automatische
uitschakeling"
De oven wordt niet warm. De zekering is uitgeschakeld. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekering steeds opnieuw
wordt uitgeschakeld, neem dan
contact op met een erkend
elektricien
Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Het ovenlampje vervangen.
De functie pyrolytisch reinigen
werkt niet (op het klokdisplay
staat "C1")
De inschuifrails/telescopische
geleiders zijn niet verwijderd
Verwijder de inschuifrails/tele-
scopische geleiders
De functie pyrolytisch reinigen
werkt niet (op het tijddisplay
staat "C3")
De deur is niet correct gesloten
of de deurvergrendeling is de-
fect
Sluit de deur correct
Op de display verschijnt F102. De deur is niet goed geslo-
ten.
De deurvergrendeling is de-
fect
Sluit de deur correct
Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
F102 opnieuw wordt weer-
gegeven.
30 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display toont een foutcode
die niet in deze lijst voorkomt
Er is een elektronicafout Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje be-
vindt zich aan de voorkant van de binnenkant van het apparaat.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder-
delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpak-
kingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
Milieubescherming
31
www.aeg.com/shop 892945890-A-282011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Aeg-Electrolux EP3003011M Handleiding

Type
Handleiding