Electrolux ERL6297XX0 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Informatie zoeken
LEES DEZE HANDLEIDING EN BEWAAR VOOR LATER.
Bedankt dat u voor een product van Electrolux hebt gekozen. Deze gebruiks- en
onderhoudshandleiding is een onderdeel van onze inspanningen om klantentevredenheid en
kwaliteit te garanderen over de hele gebruiksduur van uw nieuwe koelkast.
Voor ons betekent uw aankoop het begin van een relatie. Gebruik deze bladzijde om alle
belangrijke productinformatie te noteren. Dit zal ons helpen om u blijvend van dienst te zijn.
DEZE NOTITIES DIENEN OM SNEL INFORMATIE TE KUNNEN
OPZOEKEN.
________________________________________________
Aanschafdatum
________________________________________________
Electrolux-modelnummer
________________________________________________
Electrolux-serienummer (de locatie ziet u op de afbeelding)
©2004 Electrolux Home Products, Inc.
Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in de V.S.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Door uw product bij Electrolux te registreren, geeft u ons de
mogelijkheid om u beter van dienst te zijn. U kunt registreren door uw
productregistratiekaart via de post te verzenden.
Bevestig uw
aankoopbewijs
aan deze pagina
voor later gebruik.
INHOUDSOPGAVE
Informatie zoeken ........................................................... 2
Veiligheid ......................................................................... 3
Installatie ......................................................................... 5
Verwijdering van de deuren ........................................... 6
Aansluiting op de waterleiding ..................................... 8
Overzicht van alle functies ............................................ 9
Regeling en instellingen .............................................. 10
Bewaarfuncties ............................................................. 14
Automatische ijs- en waterdispenser ......................... 18
Vervanging van de filters ............................................. 23
Bewaring van voedsel en energiebesparing ............. 25
Geluiden en uitzicht bij een gewone werking ............ 27
Onderhoud en reiniging............................................... 28
Oplossing van gewone problemen ............................. 31
Seriële plaat
3
Veiligheid
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene veiligheid
Bewaar en gebruik geen benzine of andere brandbare vloeistoffen in de nabijheid van dit
of enig ander toestel. Lees alle productlabels en waarschuwingen over brand- en
andere gevaren.
De koelkast mag niet werken in de nabijheid van ontplofbare dampen.
Raak geen beweegbare onderdelen van de automatische ijsmachine aan.
Verwijder alle nietjes van de kartonnen doos om te vermijden dat iemand wordt
verwond. Nietjes kunnen bij contact eveneens de afwerking van andere toestellen of
meubilair beschadigen.
Veiligheid voor kinderen
Verpakkingsmateriaal:
Kartonnen dozen die met doeken, dekens of plastic bladen worden bedekt, of in
elastisch materiaal worden verpakt, kunnen luchtdicht worden en snel leiden tot
verstikking.
De kartonnen doos, plastic zakken en alle andere buitenverpakking dient u onmiddellijk
nadat de koelkast is uitgepakt, te vernietigen of te recyclen. Kinderen mogen nooit
met deze producten spelen.
Kinderen kunnen opgesloten raken en verstikken:
Deze problemen zijn niet van voorbijgaande aard. Koelkasten en diepvriezers die
worden weggegooid, achtergelaten of tijdelijk opgeslagen (zelfs gedurende enkele uren)
zonder dat iemand in de buurt is, zijn gevaarlijk. Neem altijd de onderstaande
voorzorgen.
ELEKTRISCHE INFORMATIE
Een beschadigde elektriciteitsdraad dient door de fabrikant, een onderhoudstechnicus
of een bevoegde persoon te worden vervangen om alle risico’s te vermijden.
Schakel de koelkast nooit uit door aan de elektriciteitsdraad te trekken. Neem altijd
eerst de stekker stevig vast en trek de steker dan recht uit het contact, om te
vermijden dat u de elektriciteitsdraad beschadigt.
Schakel de koelkast uit alvorens u deze schoonmaakt of een lamp vervangt, om een
elektrische schok te vermijden.
!
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees eerst alle veiligheidsinstructies, alvorens u uw nieuwe Electrolux-koelkast in gebruik neemt.
!
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Volg deze richtlijnen voor een goede werking van de veiligheidsmechanismen in uw koelkast.
4
Veiligheid
Schommelingen van 10% en meer in de spanning kunnen de werking beïnvloeden. De
compressor kan worden beschadigd, indien de koelkast op onvoldoende stroom werkt.
Deze schade wordt niet door de garantie gedekt.
Verbind de koelkast niet met een contact dat u met een schakelaar tegen de muur of
een trekkoord activeert, om te vermijden dat de koelkast ongewild wordt uitgeschakeld.
Installatie
LOCATIE
Kies een locatie dichtbij een geaard elektriciteitscontact. Gebruik geen verlengdraad of
een verdeelstekker.
Indien mogelijk, plaatst u de koelkast buiten direct zonnelicht en op een veilige afstand
van het kookfornuis, de vaatwasmachine of andere warmtebronnen.
De koelkast moet worden geplaatst op een vlakke vloer die sterk genoeg is, zelfs als
de koelkast ten volle is geladen.
Voor modellen die zijn uitgerust met een automatische ijsmachine, dient er
watertoevoer beschikbaar te zijn.
INSTALLATIE
Vrije ruimten vereist voor de installatie
Voor probleemloze installatie, loodgieterij en elektrische aansluitingen hebt u de
onderstaande vrije ruimten nodig:
Zijkanten en bovenkant: 10 mm
Achterkant: 25 mm
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJK
Om de stroom op uw koelkast uit te schakelen, dient u de elektriciteitsdraad uit het stopcontact te
trekken.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Installeer de koelkast niet in een kamer waar de temperatuur lager dan 13°C of hoger dan 43°C zal
worden. De compressor zal dan niet in staat zijn om de aangewezen temperatuur in de koelkast te
behouden. Blokkeer de rooster onderaan de voorkant van uw koelkast niet. Voldoende
luchtcirculatie is van vitaal belang voor de werking van uw koelkast.
5
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Indien uw koelkast met het scharnier van de deur tegen een muur wordt geplaatst, dient u extra vrije
ruimte te voorzien als u de deur verder wenst te openen.
Installatie
Openen van de deuren
Installeer uw koel-/vrieskast dichtbij een tafel of aanrecht waarop u het uitgehaalde voedsel
kunt plaatsen. Om ten volle van de laden in uw koel- en vrieskast gebruik te kunnen maken,
moet de koel-/vrieskast zo worden geplaatst, dat beide deuren helemaal kunnen worden
geopend.
De rooster onderaan verwijderen en
terugplaatsen
De rooster onderaan verwijderen:
1 Open de deuren van het vries- en het koelgedeelte.
2 Maak de schroef aan beide zijden van de rooster onderaan
los.
3 Trek de rooster naar voren en hef omhoog.
Volg deze instructies in omgekeerde volgorde om de rooster terug
te plaatsen.
Waterpas plaatsen
De vier hoeken van uw koel-/vrieskast dienen stevig op een sterke vloer te staan. Verstelbare
wieltjes vooraan helpen om de koel-/vrieskast waterpas te plaatsen. Voor een goede sluiting
van de deuren dient de koel-/vrieskast vooraan 6 mm hoger te staan dan achteraan.
Uw koel-/vrieskast waterpas plaatsen:
1 Verwijder de rooster onderaan (zie de bovenstaande
instructies) om bij de voorste wieltjes te komen.
2 Stel de wieltjes bij door aan de stelbout van elk wieltje met
een sleutel te draaien totdat de koel-/vrieskast recht en
stabiel staat.
3 Controleer of de sluiting aan beide deuren de kast aan de
vier zijden raakt.
4 Plaats de rooster onderaan terug.
Tips:
Indien de deur van de vriezer hoger staat dan de deur van de koelkast, verhoogt u de
rechterhoek en/of verlaagt u de linkerhoek totdat beide deuren bovenaan de kast in
een rechte lijn liggen.
Indien de deur van de koelkast hoger staat dan de deur van de vriezer, verhoogt u de
linkerhoek en/of verlaagt u de rechterhoek totdat beide deuren bovenaan de kast in
een rechte lijn liggen.
Verhogen
Bevestigingsschroeven
losschroeven
6
Verwijdering van de deuren
MET DE KOELKAST DOOR EEN SMALLE RUIMTE GERAKEN
Indien uw koelkast te breed is voor uw ingangsdeur, kunt u de deuren van uw koelkast halen.
Eerst neemt u de maten van uw ingangsdeur.
Benodigde gereedschap
U hebt het volgende gereedschap nodig:
Voorbereidingen treffen om de deuren te verwijderen:
1 Controleer of de elektriciteitsdraad niet meer in het stopcontact steekt.
2 Open beide deuren en haal de rooster uit (zoals wordt uitgelegd in de installatie-
instructies bij uw toestel).
3 Verwijder alle voedsel uit de deur.
4 Sluit de deuren.
Verwijdering van de bedekkingsplaat boven de scharnieren:
1 Haal de drie schroeven uit de bedekkingsplaat
boven de scharnieren.
2 Duw de bedekking ongeveer 1,25 cm naar voren en
til dan de bedekking op.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
In het hoofdstuk “Installatie” vindt u meer informatie over de verwijdering van de rooster onderaan.
Adjustable
Wrench
Socket
Wrench Set
OR
Phillips Head
Tools Necessary:
3/8” Fixed
Wrench
AND
OR
Kruiskopschroevendraaier
dopsleutel bijstelbare
3/8"-vaste
sleutel
OF OFEN
Benodigd gereedschap:
Schroef van
bovenste
scharnier (4)
Schroef van
onderste
scharnier (6)
Afdekkingschroeven
Bedekking
van scharnier
Afdekschroef
van bovenste
scharnier (3)
7
Verwijdering van de deuren
De deur van de koelkast uithalen:
1 Teken met een potlood een lichte lijn rond het bovenste scharnier van de deur.
Dit zal u helpen om de deur terug te plaatsen.
2 Haal de twee schroeven uit het bovenste scharnier. Hef de deur uit het
onderste scharnier en plaats opzij.
3 Verwijder, indien nodig, de onderste drie scharnierschroeven en scharnier.
Volg de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde om de deur terug te
plaatsen.
Nadat beide deuren geplaatst zijn, plaatst u de
bedekkingsplaat over de scharnieren terug.
De deur van de diepvries verwijderen:
1 Maak de aansluitklip voor de meerdraadskabel
bovenaan het bovenste scharnier los. Grijp beide
zijden van de aansluitklip stevig vast en trek
uiteen.
2 Teken met een potlood een lichte lijn rond het
scharnier. Dit zal u helpen om de deur terug te
plaatsen.
3 Maak de waterinlaat van het koppelstuk onder de
deur van de vriezer los. Het koppelstuk komt los
wanneer u de buitenmof naar binnen drukt.
4 Haal de schroeven uit het bovenste scharnier.
Laat de meerdraadskabel in het scharnier
steken. Schroef de aarddraad waardoor de kabel
aan het scharnier is bevestigd, niet los. Hef de
deur uit het onderste scharnier.
5 Verwijder, indien nodig, de onderste drie
scharnierschroeven en scharnier.
6 Plaats de deur op de zijkant, zodat u de
waterbuis die uit het onderste scharnier steekt,
niet beschadigt.
Volg de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde om de deur van de vriezer terug te
plaatsen. Nadat beide deuren geplaatst zijn, plaatst u de bedekkingsplaat over de scharnieren
terug.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Plaats de deuren veilig weg op een plaats waar ze niet
kunnen omvallen en geen letsels kunnen veroorzaken.
Deur
Geheel
rond
onderste
scharnier
Schroeven
Scharnierschroeven
Bovenste
scharnier
Deur
Geheel
rond scharnier
Schroeven
Buizen van
waterleiding
Bovenste
scharnier
Aardschroef
LOSSCHAKELEN
1 Druk de buitenmof naar
het koppelstuk toe.
2 Trek om de buis te
verwijderen.
AANSCHAKELEN
Steek de buis in en duw
totdat het teken de voorkant
van het koppelstuk raakt.
Scharnier-
schroeven
Meerdraadskabel
8
Aansluiting op de waterleiding
INFO OVER DE WATERTOEVOER NAAR DE KOELKAST
Voor de werking van de automatische ijs- en waterdispenser voor uw koelkast is permanente
watertoevoer nodig. Tijdens de installatie zorgt u (of een installateur) voor deze watertoevoer
door een koperen buis aan te sluiten tussen de waterleiding en een klep achteraan de
koelkast.
U hebt het volgende nodig:
Toegang tot een koudwaterleiding met druk tussen 1,4 en 6,9 bar.
Het pakket voor de wateraansluiting dat met uw koelkast wordt geleverd: u vindt in dit
pakket alle stukken die u nodig hebt voor de wateraansluiting, ook een koperen buis
van 7,6 m.
Aansluiting van de watertoevoer aan de
achterzijde van uw koelkast:
1 De koelkast mag niet op de stroom zijn aangeschakeld.
2 Spoel de leiding totdat het water helder is. U doet dit door het
uiteinde van de koperen buis in een gootsteen of emmer te
plaatsen en de afsluitklep te openen.
3 Schroef de plastic dop van de klep aan de waterinlaat
achteraan uw koelkast los. Gooi de dop weg.
4 Schuif eerst de geelkoperen drukmoer en daarna de
beslagring (huls) op de koperen buis.
5 Duw de koperen buis zo ver u kunt (6,5 mm) in de
waterinlaatklep.
6 Schuif de beslagring (huls) in de klep en draai de drukmoer
handmatig op de klep. Draai vervolgens nog een halve draai
vast met een sleutel. Draai niet te vast.
7 Maak de koperen buis met een stalen klem en schroef aan
het achterpaneel van uw koelkast vast (zie afbeelding).
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Voorkomen van materiële schade:
Gebruik koperen buizen voor de watertoevoer (plastic buizen zijn gevoeliger
voor lekkage). De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade, indien
plastic buizen worden gebruikt op de leiding.
Zorg ervoor dat alle waterleidingen voldoen aan de toepasselijke
reglementen inzake loodgieterij.
Voor de werking van de dispenser ligt de aanbevolen druk op de
watertoevoer tussen 1,4 en 6,9 bar. Te hoge druk kan een slechte werking
van de waterfilter veroorzaken.
Plastic waterbuis
naar vulbuis voor
ijsmachine
Stalen klem
Waterkraan
Ingang
van kraan
(Voorzie in een voldoende lengte aan buizen
in de lus om de koel-/vrieskast tijdens het
reinigen te kunnen uittrekken.)
Koperen buis
van waterleiding
Beslagring
(huls)
Beugel aan
waterkraan
Geelkoperen
drukmoer
Koperen
waterleiding
9
Aansluiting op de waterleiding
8 Rol het overtollige gedeelte van de buis (ongeveer 2,5 draaien) op achteraan de
koelkast (zie afbeelding). Plaats de opgerolde buis zodanig dat de buis niet trilt of afslijt
tegen een ander oppervlak.
9 Open de afsluitklep aan de watertoevoer en draai lekkende koppelingen vast.
Overzicht van alle functies
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Na aansluiting van de watertoevoer leest u eerst de informatie in deze handleiding over het
voorbereidende gebruik van een lege waterleiding. Lees ook alle punten in het hoofdstuk
“Automatische ijs- en waterdispenser” betreffende de gewone werking.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Functies kunnen variëren volgens het model.
Roomijsvak
IJsmachine
Vast bakje in deur
IJsbakje
Legplank
Legplank
Kleine bak
Grote
uitschuifbare bak
Grote bak
Uitneembaar
bakje in deur
SpillProof™-zijplank
Waterfilter
OPGELET:
verwijder de magneet
achter het zuivelvak niet.
Zuivelvak
Bakje in deur
SpillProof™-
schuifplank
Houder voor
grote flessen
Rek voor speciale
producten
Vleesvak
en deksel
Blikkenrek
Groentelade
en deksel
Vast bakje
in deur
Rooster onderaan
Regeling van vrieskast en ijskast
Bakje in deur
Bakje in deur
Uitneembaar
bakje in deur
Uitneembaar
bakje in deur
10
Regeling en instellingen
AFKOELINGSTIJD VÓÓR GEBRUIK
Om uw levensmiddelen veilig te bewaren, laat u uw koel-/vrieskast gedurende 8 tot 12 uur
met gesloten deuren draaien alvorens u voedsel in de koel-/vrieskast plaatst. U hoeft tijdens
deze afkoelingstijd de bij productie ingestelde regeling niet te wijzigen.
INSTELLING VAN KOELTEMPERATUUR
Uw koel-/vrieskast wordt geleverd met het allernieuwste digitale systeem voor elektronische
regeling. De regeling van het systeem bevindt zich bovenaan het koelgedeelte. Op de
linkerhelft van het
regelpaneel vindt u de
twee digitale
weergaven met de
actuele temperatuur in
het vries- en in het
koelgedeelte.
Om de temperatuur te verhogen of te verlagen, drukt u op de toets met pijltjes op en neer
die zich het dichtst bij de weergave bevindt. Bij de eerste druk op de knop wordt de laatst
ingevoerde instelling getoond. Bij iedere druk op de knop wijzigt u de instelling met één
graad.
Op de weergave wordt de nieuwe instelling even getoond, alvorens opnieuw de huidige
temperatuur wordt getoond. (U vindt meer details over temperatuurinstellingen op de
volgende pagina’s.)
Keuze tussen graden Celsius of
Fahrenheit
U kunt naar keuze de regeling instellen voor weergave in graden
Celsius of in graden Fahrenheit. Om te wisselen tussen graden
Fahrenheit en graden Celsius, drukt u op de knop Modus
(tussen de twee digitale temperatuurweergaven).
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
De geavanceerde elektronische regeling in uw koelkast bevat extra weergavemodi voor gebruik door
installateurs om snel een probleem bij de werking vast te stellen.
Druk hier om graden Celsius
of graden Fahrenheit te kiezen.
11
Regeling en instellingen
De temperatuur aanpassen
Nadat uw koelkast 24 uur heeft gewerkt, kunt u de temperatuur als nodig aanpassen. Wijzig
de temperatuur geleidelijk en met kleine verschillen en geef uw koelkast de tijd om te
stabiliseren na een temperatuurwijziging. Lees de onderstaande richtlijnen voor
temperatuurinstellingen.
Wat u moet doen wanneer de temperatuurweergaven flikkeren.
Permanent flikkeren van beide temperatuurweergaven kan wijzen op een probleem met de
werking opgemerkt door het besturingssysteem. Bel uw onderhoudstechnicus bij Electrolux
om te weten waarom de weergaven flikkeren.
ALARMEN VAN SYSTEEMCONTROLE
Het elektronische besturingssysteem controleert permanent uw koel-
/vrieskast op stabiele temperatuur, open of gesloten deuren en
stroomonderbrekingen. Verschillen in de gewone werkcondities
worden via bepaalde geluiden en vier statusindicatielampjes gemeld.
Knop Alarmreset
Indicatielampjes
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Iedere instelling op het bedieningspaneel wordt bevestigd via één
hoorbare toon.
Regeling van temperatuurbereik
Vriezer Koelkast
Fahrenheit
Celsius
Fahrenheit
Celsius
Warmst
6
°
-14
°
47
°
8
°
Warmer
Bij productie
ingesteld
Middelpunt
0
°
-18
°
37
°
3
°
Koudst
-10
°
-21
°
33
°
1
°
Kouder
Richtlijnen om de temperatuur bij te stellen
Indien het koelgedeelte te warm is:
Verlaag de temperatuur van de koelkast met één graad
door te drukken op de knop met neerwaartse pijl.
Indien het koelgedeelte te koud is:
Verhoog de temperatuur van de koelkast met één graad
door te drukken op de knop met opwaartse pijl.
Indien het vriesgedeelte te warm is:
Verlaag de temperatuur van de vriezer met één graad
door te drukken op de knop met neerwaartse pijl.
Indien het vriesgedeelte te koud is:
Verhoog de temperatuur van de vriezer met één graad
door te drukken op de knop met opwaartse pijl.
12
Regeling en instellingen
Reactie op een alarm (geluiden en indicatielampjes)
Het besturingssysteem van uw koelkast kan de volgende informatie meedelen met
geluiden en alarmindicatielampjes.
Gebruik van de knop Alarmreset
U kunt het alarmsysteem activeren en deactiveren door de knop Alarmreset gedurende drie
seconden ingedrukt te houden. U gebruikt deze knop dus ook om alarmgeluiden en/of
flikkerende indicatielampjes uit te schakelen.
Nadat u het alarmsysteem hebt gedeactiveerd, dient u de knop Alarmreset opnieuw
gedurende drie seconden ingedrukt te houden om het alarm opnieuw in te stellen (te
activeren). Het Aan-indicatielampje blijft uit, terwijl het koel- en het vriesgedeelte afkoelen tot
de actuele temperatuurinstellingen. Wanneer de temperatuur de ingestelde waarde bereikt,
wordt het Aan-lampje groen en wijst dus op een actief alarmsysteem.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Het alarmsysteem wordt niet automatisch opnieuw ingesteld nadat u de elektriciteitsdraad van de
koelkast hebt uitgetrokken en opnieuw ingestoken. Om het alarm opnieuw te activeren, moet u op de
knop Alarmreset drukken.
Naam van
alarm
Indicatie-
lampje
Hoorbare
geluiden
Toestand
Reactie
Aan
(Lampje is
uit)
Het alarmsysteem is niet
actief, terwijl het koel- en
het vriesgedeelte afkoelen
tot de actuele
temperatuurinstellingen.
Indien de temperatuur in het vries- en
het koelgedeelte na drie uur niet de
ingestelde temperatuur heeft bereikt,
zal het besturingssysteem wellicht op
een andere toestand wijzen.
Ononderbr
oken groen
Alarmsysteem is actief. Geen reactie nodig.
Deur niet
helemaal
gesloten
Flikkerend
groen
9
De deur van het vries- of
van het koelgedeelte staat
meer dan vijf minuten open.
Sluit de deur om het alarm uit te
schakelen en opnieuw in te stellen.
Hoge
temperatuur
Flikkerend
oranje
9
De temperatuur in het vries-
of in het koelgedeelte is al
meer dan een uur te hoog
geweest (7,2
°
C of meer).
Druk op de knop Alarmreset om het
alarm uit te schakelen.
Stroomonder
breking
Flikkerend
oranje
Het systeem vond een
stroomonderbreking.
Druk op de knop Alarmreset om het
alarm uit te schakelen en druk
nogmaals om opnieuw in te stellen.
Controleer of de stroomonderbreking
zo lang heeft geduurd, dat de
temperatuur van bewaarde
levensmiddelen is veranderd.
13
Regeling en instellingen
Controle van de luchtfilterstatus
De luchtfilter in uw koelkast moet nu en dan worden
vervangen. U kunt controleren of een vervanging nodig is
door de knop Aan/uit voor de luchtfilter ingedrukt te
houden gedurende drie seconden.
Controle van de luchtfilterstatus:
1 Druk op de knop Aan/uit van de luchtfilter. Hierdoor
wordt een testcyclus geactiveerd. Een van de drie
lampjes voor de filterstatus zal branden en op een
onderstaande status wijzen:
Filter OK: de luchtfilter moet niet worden vervangen.
Filter bestellen: de luchtfilter is voor ongeveer 80 procent opgebruikt. Bestel een
nieuwe filter.
Filter wijzigen: de luchtfilter is voor 100 procent opgebruikt. Vervang de filter nu.
2 Druk op de knop Aan/uit van de luchtfilter om het statuslampje uit te schakelen.
AAN- EN UITSCHAKELEN VAN HET KOELSYSTEEM
U kunt het koelsysteem in uw koelkast deactiveren door de
drukken op de knop Aan/uit aan de linkerzijde van het paneel
voor de temperatuurregeling.
Opdat u het koelsysteem niet ongewenst zou uitschakelen, zal
de knop uitsluitend werken wanneer u deze gedurende drie
seconden ingedrukt houdt.
Zodra u het koelsysteem hebt gedeactiveerd, wordt alle koeling
voor het vries- en het koelgedeelte onderbroken.
Om het koelsysteem opnieuw in te schakelen, dient u de knop
Aan/uit opnieuw gedurende drie seconden ingedrukt te houden.
Aan-/uitknop van luchtfilter
Indicatielampjes
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Instructies over vervanging van de luchtfilter kunt u lezen in een van de onderstaande
hoofdstukken van deze gebruiks- en onderhoudshandleiding.
Aan-uitknop van koelsysteem
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJK
De aan-uitknop regelt alleen het koelsysteem van uw koelkast. De lampjes en andere elektrische
componenten blijven onder stroom staan, tenzij u de elektriciteitsdraad uit het stopcontact trekt.
14
Bewaarfuncties
VRIJDRAGENDE LEGPLANKEN
De posities van de legplanken in het vries- en het koelgedeelte kunt u zelf probleemloos
aanpassen. De legplanken zijn uitgerust met bevestigingsbeugels voor de sleufsteunen
achteraan ieder vak.
De positie van een legplank wijzigen:
1 Verwijder eerst alle voedsel van de bij te stellen legplank.
2 Til de voorste rand op.
3 Trek de legplank uit.
4 Plaats de bevestigingsbeugels terug in de gewenste
steunsleuven.
5 Laat de legplank zakken en plaats goed vast.
Eigenschappen van de legplanken
Uw koelkast is uitgerust met glazen SpillSafe
TM
-legplanken die zo
zijn gemaakt, dat alle gemorste voedsel of vloeistof wordt
opgehouden. U kunt deze legplanken uitschuiven om voedsel uit te
nemen en om snel schoon te maken.
Wanneer u de schuifplanken zo ver als mogelijk hebt uitgetrokken,
worden ze door een arret geblokkeerd. Schuifplanken kunnen niet
van de bevestigingsbeugels worden gehaald.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Behandel de legplanken in voorgespannen glas altijd uiterst voorzichtig, om geen verwondingen
door gebroken glas op te lopen.
Vrijdragende glazen
legplank
Vrijdragende glazen
schuifplank
Behandeling van
vrijdragende glazen
legplank
OP
NEER
15
Bewaarfuncties
LADEN
Uw koel-/vrieskast heeft diverse bewaarladen. De meeste dergelijke
laden hebben vaste posities onderaan het koelgedeelte.
Groenteladen
Groenteladen dienen voor de bewaring van fruit, groenten en andere
verse producten. Alvorens u producten in een groentelade opbergt:
Was de producten in schoon water en verwijder het overtollige
water.
Verpak producten met een sterke geur of hoge
vochtigheidsgraad.
Regeling van de vochtigheid in de groentelade
De groenteladen zijn uitgerust met een schuifknop voor bijstelling van de vochtigheidsgraad in
de lade. Met deze functie kunt u de vochtigheidsgraad verhogen, waardoor bepaalde verse
producten langer kunnen worden bewaard.
Vleesvak
Sommige modellen zijn met een vleesvak uitgerust waarin u grote
stukken vlees gedurende een korte tijd kunt bewaren. Deze lade is
uitgerust met een schuifknop voor bijstelling van de temperatuur in
de lade.
Vlees dat u langer dan twee dagen wilt bewaren, moet worden
ingevroren. Indien u in deze lade fruit of groenten wenst te
bewaren, moet u de temperatuur hoger instellen, zodat de
producten niet bevriezen.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Bladgroente kan het best worden bewaard als de vochtigheidsgraad op “hoog” is ingesteld, of in
een lade zonder vochtigheidsregeling. De instromende lucht is dan minimaal en de
vochtigheidsgraad wordt zo hoog mogelijk gehouden.
Vleesvak
Kouder
Lagere
vochtigheid
Warmer
Hogere
vochtigheid
Groentelade
16
Bewaarfuncties
DEUREN
Bewaarbakjes
De deuren van de vries- en koelgedeelten zijn uitgerust met handige
bewaarbakjes. U kunt deze bakjes uithalen en gemakkelijk
schoonmaken. Bepaalde bakjes hebben vaste plaatsen, terwijl u andere
als nodig kunt bijstellen.
De bakjes in de deuren zijn ideaal om bokalen, flessen, blikken en
andere grote containers te bewaren. Deze bakjes zijn ook handig om
snel een keuze te maken tussen vaak gebruikte producten.
De positie van een verstelbaar bakje in de deur
wijzigen:
1 Verwijder eerst alle voedsel uit het bij te stellen bakje.
2 Neem het vakje stevig met beide handen vast en hef het
omhoog.
3 Haal het bakje uit.
4 Plaats het bakje direct boven de gewenste positie.
5 Laat het bakje zakken en plaats goed vast.
Bakje in de deur
met ophefbaar
legplankje
Vast bakje in deur
Verstelbare
bakjes in deur
Vast bakje in deur
Uitnemen
17
Bewaarfuncties
ACCESSOIRES
Houder voor grote flessen
In deze houder voor grote flessen worden uw producten tegen omvallen
beschermd wanneer u de deur van uw koelkast opent of sluit. Bij installatie klikt u
de uiteinden van de houder over de rand van de wand (zie de afbeelding).
Rek voor speciale producten
Dankzij het innoverende ontwerp van dit rek voor speciale producten kunt u zes
drankblikken, een wijnfles, een fles frisdrank van twee liter of een doos eieren
opbergen. Het rek voor speciale producten plaatst u door het op de linkerzijde van
een legplank te schuiven (zie de afbeelding).
Zuivelvak
In het zuivelvak bovenaan de deur van uw koelkast kunt u gedurende een korte
periode kaas, smeerboter of gewone boter bewaren. Het zuivelvak heeft een
ophefbaar deksel en is, speciaal voor deze voedingswaren, warmer dan het open
bewaargedeelte.
Blikkenrek
In het blikkenrek kunt u doeltreffend en veilig tot
zes drankblikken bewaren.
Roomijsvak
Het roomijsvak wordt bevestigd bovenaan het ijs
voor de ijsdispenser. In dit vak kunt u ronde en
rechthoekige dozen roomijs bewaren.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Om te vermijden dat in het besturingssysteem van uw koelkast fouten optreden, mag u
de magneet achter het zuivelvak nooit verwijderen.
Blikkenrek
Houder voor
grote flessen
Rek voor
speciale
producten
Zuivelvak
Roomijsvak
18
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Giet nooit overtollig water en ijs in de druiplade. Deze lade heeft geen afvoer.
Automatische ijs- en waterdispenser
GEBRUIK VAN DE DISPENSER
Uw automatische ijs- en waterdispenser is uitgerust met een
bedieningspaneel, een bakje voor een glas en twee drukpeddels voor de ijs-
en watertoevoer.
Gebruik van het bedieningspaneel van de dispenser is noodzakelijk voor de
ijsdispenser, maar niet voor de waterdispenser. Het bedieningspaneel heeft
ook opties voor de verlichting, controle van de filter en verhoogde snelheid bij
de productie van ijs en bij invriezen.
IJsdispenser
Voor de werking van de ijsdispenser,
drukt u eerst op uw keuze, ijsschilfers
of ijsblokjes. Druk een glas tegen de
dispenserpeddel (zo ver mogelijk om
alle ijs op te vangen). Trek het glas weg
van de dispenserpeddel als u voldoende
ijs hebt.
Op de volgende pagina vindt u details
over de regeling van de dispenser.
Waterdispenser
Houd een glas tegen de peddel van de waterdispenser. Trek het glas weg van de
dispenserpeddel als u voldoende water hebt.
Het water van de dispenser is niet koud. Voor kouder water vult u het glas eerst met
ijsblokjes of ijsschilfers.
Druiplade
Een druiplade onderaan de dispenserbak dient om kleine gemorste hoeveelheden op te
vangen en om het water te verdampen. Deze druiplade kan worden verwijderd om te worden
gereinigd.
19
Automatische ijs- en waterdispenser
GEBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL VOOR DE
DISPENSER
Knop en indicatielampje
voor ijsblokjes
Druk op de knop om ijsblokjes te krijgen. Het lampje is blauw.
Druk een glas hoog op tegen de peddel van de dispenser om alle ijs op te vangen.
Knop en indicatielampje
voor ijsschilfers
Druk op de knop om ijsschilfers te krijgen. Het lampje is blauw.
Druk een glas hoog op tegen de peddel van de dispenser om alle ijs op te vangen.
Knop en indicatielampje
voor het licht
Druk op de knop om het licht van de dispenser te doen branden. Het lampje is blauw.
Druk opnieuw op de knop om het licht van de dispenser te doven.
Het licht gaat ook automatisch branden tijdens het dispensen van ijs en/of water.
Knop en indicatielampje
voor filterstatus
Het lampje krijgt een van de drie onderstaande kleuren om op de status van de
waterfilter te wijzen, wanneer u de dispenser gebruikt:
Groen de waterfilter hoeft niet te worden vervangen.
Oranje de waterfilter is voor ongeveer 80 procent opgebruikt; bestel een
nieuwe filter.
Rood de waterfilter is voor 100 procent opgebruikt; vervang de filter zo
spoedig mogelijk.
Na vervanging van de waterfilter, stelt u de filterstatus opnieuw in door de knop
Filterstatus gedurende 10 tot 15 seconden ingedrukt te houden.
Knop en indicatielampje
voor vergrendeling
De dispenser kan worden vergrendeld om ongewenst gebruik te verhinderen.
Houd de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om te vergrendelen. Het lampje
is blauw.
Om te ontsluiten, houdt u de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt en het
lampje wordt gedoofd.
Knop en indicatielampje
voor zeer snel invriezen
Houd de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om de functie voor snel
invriezen te activeren (behoud van de versheid). Het lampje is blauw.
Houd de knop opnieuw gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om de functie te
deactiveren.
Knop en indicatielampje om
zeer snel ijs te krijgen
Houd de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om voor speciale gelegenheden
(feestjes bijvoorbeeld) snel ijs te maken. Het lampje is blauw.
Houd de knop opnieuw gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om de functie te
deactiveren.
20
Automatische ijs- en waterdispenser
VOORBEREIDEND GEBRUIK VAN DE WATERTOEVOER
Het systeem voor watertoevoer naar de koel-/vrieskast bestaat uit diverse buizen, een
geavanceerde waterfilter, een verdeelklepbank en een reservoir, zodat er altijd meer dan
voldoende water beschikbaar is voor uw ijs- en waterdispenser. Dit systeem moet helemaal
met water zijn gevuld, alvorens u de eerste keer op een externe waterleiding aansluit.
Voorbereidend gebruik van de watertoevoer:
1 Begin het reservoir te vullen door een glas ingedrukt te houden tegen de peddel van de
waterdispenser.
2 Blijf het glas zo houden, totdat er water uit de dispenser stroomt. Dat zal ongeveer
1,5 minuten duren.
3 Laat het water gedurende een drietal minuten stromen, zodat het systeem en de
loodgieterij worden gespoeld en alle onzuiverheden worden verwijderd (u hoeft dit niet
ononderbroken te doen; u kunt het glas ondertussen uitgieten).
WERKING EN ONDERHOUD VAN DE IJSDISPENSER
De ijsmachine, de ijsbak en het vulmechanisme voor de dispenser bevinden zich bovenaan
het vriesgedeelte. Nadat de koel-/vrieskast is geïnstalleerd en een aantal uren is gekoeld,
kan de ijsmachine binnen 24 uur ijs produceren. In een tweetal dagen kan de ijsbak geheel
zijn gevuld.
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJK
De ijsmachine is bij productie geactiveerd, zodat deze onmiddellijk kan beginnen te werken zodra u
de koelkast hebt geïnstalleerd. Indien u de koel-/vrieskast niet op de waterleiding kunt aansluiten,
plaatst u de schakelaar voor de ijsmachine op “uit”. Indien u dit niet doet, kan de vulklep van uw
ijsmachine lawaaierig worden. De klep zal immers proberen te werken zonder water.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Voor de werking van de dispenser ligt de aanbevolen druk op de watertoevoer tussen 1,4 en 6,9 bar.
Te hoge druk kan een slechte werking van de waterfilter veroorzaken.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
In de waterdispenser is een mechanisme ingebouwd dat de waterstroom afsluit na 3 minuten
ononderbroken gebruik. Zodra u de peddel van de dispenser loslaat, wordt dit afsluitmechanisme
opnieuw ingesteld.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Door de peddel van de dispenser langer dan 4 minuten ingedrukt te houden, raakt de motor van de
dispenser overbelast en stopt. De bescherming tegen overbelasting wordt automatisch opnieuw
ingesteld na 3 tot 4 minuten.
21
Automatische ijs- en waterdispenser
Gebruik van de ijsdispenser na installatie
Alvorens u de eerste keer ijs maakt, moet u de watertoevoer een eerste keer laten werken op
de wijze die eerder is uitgelegd. Lucht in de leidingen kan resulteren in twee tot drie lege
cycli voor de ijsmachine. Indien het systeem niet eerst wordt gespoeld, kunnen de ijsblokjes
daarenboven verkleurd zijn of een rare smaak hebben.
De ijsdispenser aan- en uitschakelen
De ijsproductie wordt geregeld door de aan-/uit-schakelaar van de
ijsmachine. Druk de schakelaar op “O” (uit) om uit te schakelen en
op “I” (aan) om aan te schakelen.
Tips voor gebruik van de ijsdispenser
IJsblokjes die te lang worden bewaard, kunnen een rare
smaak krijgen. Ledig de ijshouder volgens de instructies op
de volgende pagina.
Schud nu en dan de ijshouder om de ijsblokjes van elkaar
gescheiden te houden.
Indien uw koel-/vrieskast niet op een waterleiding is
aangesloten of de watertoevoer niet is aangesloten, schakelt
u de ijsmachine uit door te drukken op de aan-/uit-
schakelaar.
Wanneer u in één keer een grote hoeveelheid ijs nodig hebt, kunt u de blokjes het best
direct uit de ijshouder halen.
U hoort de volgende, gewone geluiden wanneer de ijsmachine werkt:
draaiende motor;
vallende ijsblokjes in de ijshouder;
het openen en sluiten van de waterklep;
ijs dat van de lade loskomt;
stromend water.
Schakel de ijsmachine uit, wanneer u de vriezer schoonmaakt en gedurende vakanties.
Sluit de kraan voor de watertoevoer, wanneer u de ijsmachine voor een langere periode
uitschakelt.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
De ijsmachine is ook uitgerust met een ingebouwde signaalarm die de
ijsproductie automatisch stopt, zodra de ijsbak vol is. Deze signaalarm
mag u niet gebruiken om de ijsmachine handmatig te stoppen.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
De ijsmachine kan worden beschadigd door de chemische producten van een slecht functionerend
wateronthardingstoestel. Voer het nodige onderhoud uit aan het wateronthardingstoestel dat zorgt
voor het water voor uw koel-/vrieskast.
22
Automatische ijs- en waterdispenser
Reiniging van de ijsdispenser
Maak de ijsmachine en ijsbak regelmatig schoon en in ieder geval
alvorens u met vakantie gaat of verhuist.
Reiniging van de ijsdispenser:
1 Schakel de ijsproductie uit door te drukken op de aan-/uit-schakelaar van de
ijsmachine.
2 Haal de ijsbak uit door deze op te tillen en uit te trekken.
3 Ledig de ijsbak en maak zorgvuldig schoon met een zacht detergens. Spoel met zuiver
water. Gebruik geen harde of schurende middelen.
4 Laat de ijsbak helemaal drogen alvorens in de vriezer terug te plaatsen.
5 Verwijder brokjes ijs en maak de legplank in de ijsbak en de koker in de deur van de
diepvries schoon.
6 Plaats de ijsbak terug. Hervat de ijsproductie door te drukken op de aan-/uit-
schakelaar van de ijsmachine.
Verwijder en ledig de bak waar het ijs wordt bewaard, indien:
door een lange stroomonderbreking (langer dan één uur) de ijsblokjes in de ijsbak
smelten en aan elkaar vriezen, waardoor het mechanisme van de dispenser wordt
geblokkeerd;
u de ijsdispenser niet vaak gebruikt, aangezien de ijsblokjes aan elkaar zullen vriezen
in de bak en het dispensermechanisme zullen blokkeren.
Haal de ijsbak uit en schud om de ijsblokjes los te maken, of om schoon te maken zoals
hierboven werd uitgelegd. Gebruik nooit een ijspriem of een vergelijkbaar scherp voorwerp om
ijs te breken. Hierdoor kunt u de ijsbak en het dispensermechanisme beschadigen.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Wanneer u de ijsbak uithaalt, mag u de ijskoker (vooronder aan de bak) niet als
een hendel grijpen. De oppervlakken van de ijskoker kunnen scherp zijn.
Spiraal
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJK
Draai niet aan de spiraal in de bak, wanneer u de ijsbak uithaalt. De spiraal moet
in lijn blijven met het aandrijfmechanisme, wanneer de bak wordt teruggeplaatst.
Indien u toch ongewild de spiraal verplaatst, brengt u deze met kwartdraaien
opnieuw in lijn, zodat de ijsbak goed kan worden geplaatst.
23
Luchtfilter
Waterfilter
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Het elektronische bedieningspaneel bovenaan het koelgedeelte heeft regelknoppen voor bewaking
van de status van de luchtfilter. In het vorige hoofdstuk vindt u meer informatie over deze
regelknoppen.
Vervanging van de filters
PLAATSING VAN DE FILTERS
Uw koel-/vrieskast is uitgerust met afzonderlijke water- en
luchtfiltering. De waterfilter filtert alle drinkwater voor de dispenser
en het water voor de ijsproductie. De luchtfilter verwijdert geurtjes
en onzuiverheden uit het koelgedeelte.
Waterfilter
De waterfilter bevindt zich bovenaan het koelgedeelte, naast het
paneel voor elektronische regeling. In het vorige hoofdstuk van
deze handleiding vindt u nadere informatie over het tijdstip voor
vervanging van de filter.
Luchtfilter
De luchtfilter bevindt zich in de achterhoek boven in het
koelgedeelte. In het vorige hoofdstuk van deze handleiding vindt u
nadere informatie over het tijdstip voor vervanging van de filter.
VERVANGING VAN DE LUCHTFILTER
In gewone omstandigheden dient u de luchtfilter om de zes maanden te vervangen voor
optimale filtering van geurtjes in de koelkast. Afhankelijk van de soorten en hoeveelheden
levensmiddelen die u gewoonlijk in uw koelkast bewaart, kan deze
periode anders zijn. Vervanging van de luchtfilter:
1 Druk op het plastic bellenlipje aan de zijkant van de ombouw
rond de luchtfilter. De scharnierende onderste helft valt open.
2 Haal de oude filter uit en gooi weg.
3 Haal de nieuwe filter uit de verpakking en plaats deze in de
scharnierende onderste helft van de ombouw.
4 Druk de scharnierende onderste helft omhoog, zodat het lipje
in gesloten positie klikt.
5 Houd de knop Filterreset op het elektronisch regelpaneel
gedurende 3 seconden ingedrukt. De status is opnieuw
ingesteld zodra het lampje Filter OK brandt.
6 Houd de knop Filterreset opnieuw gedurende 3 seconden
ingedrukt om het filterstatussysteem uit te schakelen.
Druk het lipje in om
de filterbedekking
los te maken
Luchtfilter
24
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
De o-ringen op een nieuwe waterfilter zijn gesmeerd. Verwijder dit smeermiddel niet, zodat de ringen
voor een goede dichting kunnen zorgen.
Vervanging van de filters
VERVANGING VAN DE WATERFILTER
In gewone omstandigheden dient u de waterfilter om de zes tot negen maanden te vervangen
om de kwaliteit van het water zo goed mogelijk te houden. Het lampje voor de filterstatus op
het bedieningspaneel van de dispenser waarschuwt u om de filter te vervangen, nadat
1514 liter water door het systeem is gestroomd.
Vervang de filter alvorens de koel-/vrieskast opnieuw te installeren, wanneer u, bijvoorbeeld
vanwege een verhuizing, deze gedurende een langere periode niet hebt gebruikt.
Meer info over uw geavanceerde waterfilter
De ijs- en waterfilter pure advantage
TM
of pure advantage
plus
is getest en
geattesteerd door NSF International, de in de Verenigde Staten erkende
keuringsorganisatie zonder winstgevend doel, voor de openbare gezondheid.
Het filtersysteem is getest en geattesteerd volgens de ANSI/NSF-normen
42 en 53. Op het informatieblad over werking en resultaten dat met uw
product is geleverd, vindt u gedetailleerde specificaties.
Dit systeem mag niet worden gebruikt met microbiologisch onveilig water of met water van
onbekende kwaliteit, zonder het grondig te hebben ontsmet voor- of nadat het door het
filteringssysteem stroomt. Test- en keuringsresultaten van NSF:
Nominale capaciteit - 1514 liter
Nominaal werkingsdebiet - 1,9 liter per minuut
Maximale, nominale druk - 6,9 bar
Maximale bedrijfstemperatuur - 37,8° C
Vervanging van de waterfilter:
U hoeft de watertoevoer niet af te sluiten om de filter te vervangen. Houd een doek klaar om
kleine hoeveelheden water tijdens de vervanging van de filter af te drogen. Onderaan de
ombouw van de filter zitten twee afwateringsgaatjes. U moet daarom alle voedsel van de
bovenste legplank verwijderen.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Het ijs- en watersysteem kan ook zonder filtering werken, mits u een omloop gebruikt in plaats
van het waterfilterelement. Neem contact op met de klantenservice van Electrolux om de omloop te
bestellen (onderdeelnummer 240396701).
25
Vervanging van de filters
1 Plaats de schakelaar voor de ijsmachine op uit (in een vorig
hoofdstuk vindt u meer informatie over het uitschakelen van
de ijsmachine).
2 Druk op de knop om de filter vrij te maken rechts van het
filterelement.
3 Schuif het oude filterelement recht vooruit uit de ombouw en
gooi weg.
4 Haal het nieuwe filterelement uit de verpakking en schuif
voorzichtig in de filterombouw tot aan de klikverbinding
achteraan de ombouw.
5 Druk hard totdat het waterelement vast klikt. Indien het
filterelement goed zit, zal de voorkant in lijn liggen met de
knop om de filter vrij te maken.
6 Plaats de schakelaar voor de ijsmachine op aan (zie
pagina 21 voor meer informatie over het inschakelen van de
ijsmachine).
7 Druk een glas tegen de waterdispenser en controleer op
lekkage in de filterombouw. Gesputter en gepruttel terwijl
het systeem de lucht uit het dispensersysteem drijft, zijn
niet ongewoon.
8 Nadat u één glas water hebt gevuld, blijft u het systeem
gedurende ongeveer drie minuten spoelen.
9 Houd de knop Filterstatus op het regelpaneel van de ijs- en
waterdispenser gedurende 3 seconden ingedrukt. Het
lampje knippert rood, oranje en groen om aan te duiden dat
de filterstatus opnieuw is ingesteld.
Bewaring van voedsel en
energiebesparing
IDEETJES VOOR BEWARING VAN LEVENSMIDDELEN
Bewaring van vers voedsel
Houd het koelgedeelte op een temperatuur tussen 1,1° C en 4,4° C. De optimale
temperatuur is 2,8 °C (in een van de vorige hoofdstukken vindt u meer informatie over
de instelling van de temperatuur).
Bewaar niet te veel levensmiddelen op de legplanken van uw koelkast, aangezien de
luchtcirculatie dan minder wordt en niet alles gelijk wordt gekoeld.
Groenten en fruit
Bewaar groenten en fruit in de groenteladen waar de vochtigheid helpt om de kwaliteit
van uw producten langer te behouden.
Filterelement
Uitschuiven
om te
verwijderen
Indrukken en
klikken voor
plaatsing
Druk op de
knop om
vrij te
maken
26
Bewaring van voedsel en
energiebesparing
Vlees
Verpak zorgvuldig ongekookt vlees en gevogelte, om lekkage en aanraking met ander
voedsel of andere oppervlakten te vermijden.
Gebruik het vleesvak om vlees gedurende een korte tijd te bewaren. Vlees dat u langer
dan twee dagen wilt bewaren, moet worden ingevroren.
Bewaring van bevroren voedsel
Houd het vriesgedeelte op een temperatuur van ten hoogste -18° C (in een van de
vorige hoofdstukken vindt u meer informatie over de instelling van de temperatuur).
De vriezer werkt het best indien ten minste voor 2/3 gevuld.
Voedsel inpakken om in te vriezen
Om uitdroging en verslechtering van de kwaliteit van uw voedsel zo beperkt mogelijk te
houden, gebruikt u aluminiumfolie, diepvriesverpakking, diepvrieszakken of luchtdichte
verpakking. Maak de verpakking zoveel mogelijk luchtdicht en sluit vast. Lucht in de
verpakking kan het voedsel uitdrogen, van kleur doen veranderen of een slechte smaak
geven (vriesbrand).
Verpak vers vlees en gevogelte in de aangewezen diepvriesverpakking alvorens in te
vriezen.
Vries nooit vlees dat geheel was ontdooid, opnieuw in.
De diepvries laden
Vermijd om te veel warm voedsel tegelijkertijd in de diepvries te stoppen. Hierdoor
wordt de diepvries overladen, zal het vriesproces langzamer gebeuren en kan de
temperatuur van ingevroren voedsel stijgen.
Laat ruimte tussen het verpakte voedsel. Op die manier kan de koude lucht vrij
circuleren en zal het voedsel zo snel mogelijk worden bevroren.
Bewaar geen moeilijk in te vriezen voedsel, zoals roomijs en jus d’orange in de
deurvakken van de diepvries.
IDEEËN VOOR ENERGIEBESPARING
Installatie
Plaats de koel-/vrieskast in het koudste gedeelte van de kamer, buiten direct
zonnelicht en verwijderd van verwarmingskanalen of warmeluchtroosters. Plaats de
koel-/vrieskast niet dichtbij warmte producerende toestellen, zoals een kookfornuis,
oven of vaatwasmachine. Indien dit niet mogelijk is, plaatst u een houtplaat of een
extra laag isolatie tussen de twee toestellen. Dit zal helpen om de koelkast efficiënter
te doen werken.
Zorg ervoor dat de koel-/vrieskast waterpas staat, zodat de deuren goed sluiten.
Bewaring van voedsel
Plaats niet te veel levensmiddelen in de koelkast en blokkeer geen
koudeluchtventilatie. Hierdoor zal uw koelkast langer moeten draaien en meer energie
verbruiken.
Verpak uw voedsel en veeg dozen droog, alvorens ze in de koelkast te plaatsen.
Hierdoor wordt er minder vocht in de koelkast opgestapeld.
Richt de koelkast zo in, dat u de deur zo kort mogelijk opent. Haal zo veel producten
als mogelijk tegelijkertijd uit en sluit de deur zo snel mogelijk.
27
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Energie-efficiënt schuim in uw koelkast is geen gezonde isolatie.
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJK
Tijdens een automatisch ontvriescyclus zult u gewoonlijk een rode gloed
zien in de ventilatie achteraan het vriesgedeelte.
Geluiden en uitzicht bij een gewone
werking
BETEKENIS VAN EVENTUELE GELUIDEN
Wellicht zult u in uw nieuwe, zeer efficiënte koel-/vrieskast geluiden horen waarmee u niet
bent vertrouwd. Deze geluiden wijzen meestal op een goede werking van uw koel-/vrieskast.
Bepaalde vloeren, muren en keukenkasten verhevigen deze geluiden.
De onderstaande lijst is een lijst van de belangrijkste componenten in
uw koel-/vrieskast en de geluiden die ze kunnen maken:
A Verdamper De koeling door de verdamper kan een kokend of
klaterend geluid geven.
B Verdampingsventilator Mogelijk hoort u het geluid van de
lucht die door de verdampingsventilator doorheen de koelkast
wordt gedwongen.
C Ontdooier Tijdens ontdooicycli kan het water dat op de
verwarmer drupt, een fluitend of sissend geluid geven. Na het
ontdooien kunt u een ploffend geluid horen.
D Automatische ijsmachine Tijdens de ijsproductie zult u de
ijsblokjes in de ijsbak horen vallen.
E Kouderegeling en automatische ontdooiregeling Deze
onderdelen kunnen een knappend of klikkend geluid geven
wanneer het koelsysteem wordt in- en uitgeschakeld.
F Condensatieventilator Mogelijk hoort u het geluid van de lucht die door de
condensor wordt gedwongen.
G Compressor De moderne, zeer efficiënte compressoren werken veel sneller dan in
het verleden. De compressor kan een hoog zoem- of pulserend geluid geven.
H Waterkraan De klep geeft een zoemend geluid telkens als de kraan wordt geopend
om de ijsmachine te vullen.
I Afvoerschaal (niet verwijderbaar) U kunt tijdens een ontdooicyclus water in de
afvoerschaal horen druppelen.
J Condensor De luchtdoorvoer kan kleine geluiden geven.
K Demper met motor De demper kan een licht zoemend geluid geven tijdens de
werking.
28
Onderhoud en reiniging
BESCHERMING VAN UW INVESTERING
Door uw koelkast schoon te houden wordt het uiterlijk bewaard en ontstaan er geen geurtjes.
Veeg onmiddellijk gemorste levensmiddelen schoon en reinig de vries- en koelgedeelten ten
minste tweemaal per jaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen tijdens het
schoonmaken:
Gebruik nooit en op geen enkel oppervlak metalen sponsjes, schuurborstels,
schurende reinigingsmiddelen of sterke alkalische oplossingen.
Was de verwijderbare onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Trek altijd de elektriciteitsraad uit het stopcontact alvorens u begint schoon te maken.
Verwijder kleeflabels met de hand. Gebruik geen scheermesjes of andere scherpe
voorwerpen die krassen kunnen laten op het oppervlak van uw toestel.
Verwijder het plaatje met het serienummer niet.
Lees de aanwijzingen op de volgende pagina om de specifieke ruimten in uw koelkast te
onderhouden en schoon te maken.
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Wanneer u de temperatuur instelt om de koeling uit te schakelen, blijft er stroom staan op de
lampjes en de elektrische componenten totdat u de stekker uit het stopcontact trekt.
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Trek de koel-/vrieskast recht vooruit uit om te verplaatsen. Uw vloer kan worden beschadigd,
wanneer u de koel-/vrieskast heen en weer verschuift. Let goed op dat u de koel-/vrieskast
niet uit de loodgieterij trekt.
Vochtige voorwerpen kleven op koude metalen oppervlakken. Raak geen gekoelde
oppervlakken met natte of vochtige handen aan.
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJKBELANGRIJK
BELANGRIJK
Draineer de watertoevoer helemaal, indien u de koelkast in vriestemperatuur opslaat of verhuist.
Indien u dit niet doet, kan er waterlekkage ontstaan wanneer u de koelkast opnieuw in gebruik
neemt. Neem contact op met de onderhoudsdienst om dit te doen.
29
Onderhoud en reiniging
TIPS VOOR ONDERHOUD EN REINIGING
TIPS VOOR VAKANTIE EN VERHUIZING
Gelegenheid Tips
Korte vakanties
Laat de koel-/vrieskast gewoon werken gedurende vakanties van 3 weken of korter.
Haal alle bederfbare levensmiddelen uit het koelgedeelte.
Schakel de automatische ijsmachine uit en ledig de ijsemmer, zelfs als u maar enkele dagen afwezig zult zijn.
Lange vakanties
Haal alle levensmiddelen en ijs uit, wanneer u een maand of langer afwezig zult zijn.
Schakel het koelsysteem uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Schakel de automatische ijsmachine uit en draai de kraan voor de watertoevoer dicht.
Maak het binnenste gedeelte grondig schoon.
Laat beide deuren open om geurtjes en schimmel te voorkomen. Blokkeer de openstaande deuren, indien nodig.
Verhuizing
Haal alle levensmiddelen en ijs uit.
Laad de koel-/vrieskast van de zijkant op een eventueel gebruikte handkar.
Plaats de wieltjes helemaal omhoog om deze te beschermen terwijl de koel-/vrieskast wordt verschoven of
verplaatst.
Pak de kast in om krassen op de buitenkant te vermijden.
Onderdeel Reinigingsmiddelen Tips en voorzorgsmaatregelen
Binnen in de koel-/
vrieskast en in de
deuren
Water en zeep
Zuiveringszout en water
Gebruik 2 soeplepels zuiveringszout in 946 ml lauw water.
Wring overtollig water uit de spons of doek alvorens u rond een regelknop,
lamp of een ander elektrisch onderdeel schoonmaakt.
Pakking in de deuren
Water en zeep Wrijf de pakking met een schone, zachte doek af.
Laden en bakjes
Water en zeep Reinig kanalen in laden met een zachte doek.
Was de verwijderbare onderdelen (bakjes, laden etc.) niet in de
vaatwasmachine.
Glazen legplanken
Water en zeep
Glasreinigingsmiddel
Zachte sprays
Laat het glas tot kamertemperatuur opwarmen alvorens in lauw water te
dompelen.
Rooster onderaan
Water en zeep
Zachte sprays
Bevestiging met stofzuiger
Verwijder het stof vooraan de rooster met een stofzuiger.
Haal de rooster uit.
Stofzuig de achterkant en wrijf af met een doek of spons gedrenkt in
zeepsop. Spoel af en droog.
Buitenkant en hendels
Water en zeep
Een niet-schurend
reinigingsmiddel voor glas
Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen, ammoniak of alcohol om de
hendels te reinigen.
Gebruik een zachte doek om gladde hendels schoon te maken.
Gebruik geen droge doek om gladde hendels schoon te maken.
Buitenkant en hendels
(modellen in roestvrij
staal)
Water en zeep
Ammoniak
Reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal
Reinig de roestvrij stalen voorzijde en hendels met niet-schurend
zeepwater en een zachte keukendoek. Spoel af met schoon water en wrijf
schoon met een zachte doek.
Verwijder hardnekkige plekken met in een ammoniak gedrenkte papieren
handdoek en spoel af. Gebruik niet-schurende reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal. Zij zijn verkrijgbaar in de meeste doe-het-zelfzaken of de
belangrijkste grootwarenhuizen. Volg altijd de instructies van de fabrikant.
NB: altijd in de richting van de draad reinigen, vegen en afdrogen om
krassen te voorkomen.
Was de rest van de kast met warm water en een zacht vloeibaar
reinigingsmiddel. Spoel goed af en droog met een schone, zachte doek.
30
!
OPGELET OPGELET
OPGELET OPGELET
OPGELET
Draag handschoenen wanneer u de lampjes vervangt om snijwonden te voorkomen.
Onderhoud en reiniging
VERVANGING VAN DE LAMPEN
In het koel- en het vriesgedeelte van uw koel-/vrieskast zitten lampjes die nu en dan zullen
moeten worden vervangen. Rond sommige lampjes is een bedekking geplaatst die u moet
verwijderen alvorens de lampjes worden vervangen. Gebruik altijd lampjes voor
huishoudapparatuur.
Vervanging van de lampjes:
1 Trek de stekker van de koel-/vrieskast uit het stopcontact.
2 Draag handschoenen ter bescherming tegen eventueel
gebroken glas.
3 Vervang de bedekking rond de lamp, indien nodig.
4 Schroef los en vervang het lampje door een speciaal voor
huishoudapparatuur bestemd lampje van hetzelfde type en
met dezelfde stroomsterkte.
5 Plaats de eventuele bedekking rond de lamp terug.
6 Steek de stekker van de koel-/vrieskast in het stopcontact.
Schroef
Lichtscherm
Koelkastlampjes achter
het regelingspaneel
Bedekking van
het lampje in
de vleeslade
Contactvoetje
van de lamp
achteraan de
vleeslade
Bedekking van
het lampje in de
groentelade
Contactvoetje
van de lamp
achteraan de
groentelade
Lampje
Lampjes
Contactvoetje
van de lamp
achteraan de
bakken
Lampjes
Bedekking van
het lampje in
de diepvries
Lichtscherm
Contactvoetje van
de lamp achteraan
de ijsbak
Lampje
31
Oplossing van gewone problemen
ALVORENS U BELT:
Indien u een probleem met uw koel-/vrieskast ondervindt of een werking of toestand opmerkt
die u niet begrijpt, vindt u meestal een antwoord in dit hoofdstuk. Lees dit eerst alvorens de
onderhoudsdienst te bellen. Vanaf de onderstaande tabel wordt informatie gegeven over vaak
voorkomende problemen, oorzaken en gesuggereerde oplossingen.
Werking van uw koel-/vrieskast
Probleem Oorzaak Oplossing
Compressor werkt
niet.
Koelingsysteem is uitgeschakeld.
De koel-/vrieskast is in een ontdooicyclus.
De stekker steekt niet in het stopcontact.
De zekering of de stroomonderbreker is
uitgeschakeld.
Stroomonderbreking.
Schakel het koelingsysteem in. In een vorig hoofdstuk vindt
u de locatie van de aan-/uit-knop van het koelingsysteem.
Dit is normaal voor een koel-/vrieskast met volledig
automatische ontdooiing. De ontdooicyclus vindt regelmatig
plaats en duurt ongeveer 30 minuten.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Controleer/vervang de zekering. Stel de stroomonderbreker
opnieuw in.
Controleer de lichten in de woning. Bel uw
elektriciteitsmaatschappij.
De koel-/vrieskast
werkt te veel of te
lang.
De kamer is te warm of het is een zeer warme
dag.
De koel-/vrieskast was gedurende een zekere
periode uitgeschakeld.
De automatische ijsmachine werkt.
De deuren zijn te vaak of te lang geopend.
De deur van uw koel-/vrieskast staat op een
kier.
De regelknop voor de diepvries is op een te
lage temperatuur ingesteld (de regeling bevindt
zich in het koelgedeelte).
De pakking van de koel-/vrieskast is vuil,
versleten, gebarsten of slecht geplaatst.
In dergelijke omstandigheden zal uw koel-/vrieskast
gewoonlijk langer werken.
Het duurt 8 tot 12 uur alvorens de koel-/vrieskast helemaal
is afgekoeld.
De ijsmachine doet de koel-/vrieskast iets meer werken.
Door de warme lucht die in de koel-/vrieskast komt, werkt
deze harder. Open de deuren minder vaak.
Controleer of de koel-/vrieskast waterpas staat. Controleer
of de deur niet door producten is geblokkeerd. Zie het
hoofdstuk met problemen bij het openen/sluiten van
deuren/laden.
Stel de regeling van het vriesgedeelte op een hogere
temperatuur in, totdat u tevreden bent over de temperatuur
in het koelgedeelte. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel
te worden.
Reinig of vervang de pakking. Door lekkage in de afdichting
van de deur moet de koel-/vrieskast langer werken om de
gewenste temperatuur te houden.
Compressor werkt
niet.
Het elektronische besturingssysteem houdt de
koel-/vrieskast op een constante temperatuur.
Dat is normaal. De koel-/vrieskast gaat aan en uit om de
temperatuur constant te houden.
Digitale
temperatuurweerg
aven flikkeren.
Het elektronische besturingssysteem heeft een
probleem met de werking ontdekt.
Bel uw onderhoudstechnicus bij Electrolux om te weten wat
de meldingen of nummercodes op de flikkerende
weergaven betekenen.
32
Oplossing van gewone problemen
Temperatuur is te koud
Probleem Oorzaak Oplossing
De temperatuur in het vriesgedeelte
is te koud. De temperatuur in het
koelgedeelte is goed.
De regeling voor het
vriesgedeelte is op een te
lage temperatuur ingesteld.
Stel de regeling voor het vriesgedeelte op een hogere
temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te
worden.
De temperatuur in het koelgedeelte
is te koud. De temperatuur in het
vriesgedeelte is goed.
De regeling voor het
koelgedeelte is op een te
lage temperatuur ingesteld.
Stel de regeling voor het koelgedeelte op een hogere
temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te
worden.
Levensmiddelen bevriezen in de
laden.
De regeling voor het
koelgedeelte is op een te
lage temperatuur ingesteld.
Zie de bovenstaande oplossing.
Het vlees bewaard in het vleesvak
(sommige modellen) bevriest.
De regeling voor het
vleesvak is op een te lage
temperatuur ingesteld.
Stel de regeling voor het vleesvak hoger in. Vlees moet
worden bewaard op een temperatuur net onder het
vriespunt, om zo lang mogelijk te kunnen bewaren.
IJskristallen zullen gewoonlijk worden gevormd vanwege het
vleesnat.
Temperatuur is te warm
Probleem Oorzaak Oplossing
De temperatuur in de koel-/vrieskast
is te warm.
De deuren zijn te vaak of te
lang geopend.
De deur staat op een kier.
Door de warme lucht die in de koel-/vrieskast komt, stijgt de
temperatuur. Open de deuren minder vaak.
Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/ sluiten
van deuren/laden.
De temperatuur in het vriesgedeelte is
te warm. De temperatuur in het
koelgedeelte is goed.
De regeling voor het
vriesgedeelte is op een te
hoge temperatuur ingesteld.
Stel de regeling voor het vriesgedeelte op een lagere
temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te
worden.
De temperatuur in het koelgedeelte is
te warm. De temperatuur in het
vriesgedeelte is goed.
De regeling voor het
koelgedeelte is op een te
hoge temperatuur ingesteld.
Stel de regeling voor het koelgedeelte op een lagere
temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te
worden.
De temperatuur in het vleesvak
(sommige modellen) is te hoog.
De regeling voor het
vleesvak is op een te hoge
temperatuur ingesteld.
Stel de regeling voor het vleesvak lager in.
Water/vocht/ijs in het koelgedeelte
Probleem Oorzaak Oplossing
Vocht stapelt zich op tegen de
binnenwanden van het koelgedeelte.
Zeer warm en vochtig weer.
De deur staat op een kier.
De deur is te vaak of te lang
geopend.
Open dozen.
Er stapelt zich meer ijs en vocht op in het koelgedeelte.
Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/ sluiten
van deuren/laden.
Open de deur minder vaak.
Sluit de dozen.
Onderaan het deksel van de lade
wordt water opgestapeld.
Groenten bevatten vocht en
geeft vocht af.
Vocht onderaan het deksel is niet ongewoon.
Stel de vochtigheidsregeling (sommige modellen) lager in.
Onder in de lade wordt water
opgestapeld.
Water druipt van gewassen
groenten en fruit in de lade.
Droog de producten af, alvorens ze in de lade te plaatsen.
Vocht onder in de lade is gewoon.
33
Oplossing van gewone problemen
Water/vocht/ijs aan de buitenzijde van de koel-/vrieskast
Probleem Oorzaak Oplossing
Vocht stapelt zich op tegen de
buitenkant van de koel-/
vrieskast of tussen de deuren.
Vochtig weer.
Een van de deuren staat op een kier,
waardoor de koude lucht van binnen de
koel-/vrieskast in contact komt met de
warme lucht van buiten.
Dat is gewoon in vochtig weer. Het vocht moet
verdwijnen, zodra het weer minder vochtig wordt.
Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/
sluiten van deuren/laden.
Automatische ijsmachine
Probleem Oorzaak Oplossing
De ijsmachine maakt geen ijs.
De schakelaar voor de ijsmachine staat
op “uit”.
De watertoevoer is niet op de koel-/
vrieskast aangesloten.
De klep voor de waterleiding staat niet
open.
Het vriesgedeelte is niet koud genoeg.
De klep op de koudwaterleiding is geheel
of gedeeltelijk verstopt. Indien de klep
zelfreinigend is, kan het gat te klein zijn
om water door te laten.
Controleer of de waterdispenser water
geeft.
De waterfilter zit niet stevig vast.
Draai de schakelaar aan.
Sluit de watertoevoer aan (zie Installatie-instructies).
Open de klep op de waterleiding.
Zie het hoofdstuk over te hoge temperatuur.
Sluit de klep op de waterleiding. Verwijder de klep.
Verifieer of dit geen zelfreinigende klep is. Maak de
klep schoon. Vervang de klep, indien nodig.
Indien dit niet het geval is, is het ijs- en
waterfilterelement geheel of gedeeltelijk verstopt en
moet het worden vervangen.
Druk hard totdat de waterfilter goed vast klikt.
De ijsmachine maakt
onvoldoende ijs.
De ijsmachine maakt minder ijs dan
verwacht.
Het vriesgedeelte is niet koud genoeg.
De klep voor de waterleiding staat niet
helemaal open.
Controleer of de waterdispenser
langzamer water geeft dan gewoonlijk.
De ijsmachine moet ongeveer 1,8 tot 2,2 kg ijs
produceren op 24 uur. De functie voor snel ijs moet
ongeveer 2,7 kg ijs produceren op 24 uur.
Zie het hoofdstuk over te hoge temperatuur.
Open de klep op de waterleiding.
Indien dit het geval is, vervangt u het ijs- en
waterfilterelement.
De ijsmachine stopt niet met ijs
maken.
De signaalarm van de ijsmachinedraad in
het vriesgedeelte wordt door iets
neergehouden.
Verplaats het product en maak de signaalarmdraad
vrij. Verwijder ijsblokjes die aan elkaar zijn gevroren
over de signaalarmdraad.
De ijsmachine maakt geen
losse ijsblokjes.
De ijsblokjes worden niet vaak genoeg
gebruikt.
De ijsblokjes zijn hol of kleiner dan
gewoonlijk.
Verwijder de ijsbak en schud hem om de ijsblokjes
los te maken.
Het ijs- en waterfilterelement kan verstopt zijn.
Vervang het filterelement.
Het ijs heeft een vieze geur of
smaak.
Het ijs heeft een geur of smaak
opgenomen van levensmiddelen met een
sterke geur of smaak die in het koel- of
het vriesgedeelte worden bewaard.
Het water dat naar de ijsmachine stroomt,
heeft een slechte smaak of geur.
Het ijs wordt niet vaak genoeg gebruikt.
Pak de levensmiddelen goed in. Gooi oud ijs weg.
De ijsmachine zal nieuw ijs maken.
Plaats een filter op de waterleiding. Raadpleeg een
bedrijf voor waterzuivering.
Gooi oud ijs weg.
34
Oplossing van gewone problemen
IJsdispenser
Probleem Oorzaak Oplossing
Dispenser geeft geen ijs.
De watertoevoer is niet aangesloten.
De bak voor het bewaren van het ijs is
leeg.
De temperatuur in het vriesgedeelte is te
hoog ingesteld.
De klep voor de waterleiding staat niet
open.
De deur van het vriesgedeelte is niet
gesloten.
De ijsdispenserarm is gedurende meer
dan 4 tot 5 minuten ingedrukt gehouden.
Sluit de waterleiding aan.
De dispenser zou moeten werken, wanneer het eerste ijs in
de bak valt.
Stel de regeling van het vriesgedeelte lager in, zodat
ijsblokjes kunnen worden gemaakt. De dispenser zou
moeten werken, wanneer het eerste ijs wordt gemaakt.
Open de klep op de waterleiding. Geef voldoende tijd om ijs
te maken. De dispenser zou moeten werken, wanneer er ijs
wordt gemaakt.
Sluit de deur van het vriesgedeelte.
De motor is overbelast. De bescherming tegen
overbelasting van de motor wordt automatisch opnieuw
ingesteld na ongeveer 3 minuten. De ijsdispenser zal dan
werken.
De ijsdispenser is
geblokkeerd.
Rond de spiraal is ijs gesmolten en
aangevroren vanwege te laag gebruik,
temperatuurschommelingen en/of
stroomonderbrekingen.
IJsblokjes zitten geklemd tussen de
ijsmachine en de achterkant van de
ijsbak.
IJsblokjes zijn aaneen gevroren.
De ijsblokjes zijn hol of kleiner dan
gewoonlijk.
Verwijder de ijsbak, laat het ijs dooien en giet de bak uit.
Maak de bak schoon, wrijf droog en plaats opnieuw in de
juiste positie. De dispenser zou moeten werken, wanneer
er ijs wordt gemaakt.
Verwijder de ijsblokjes die de dispenser blokkeren.
Gebruik de dispenser vaak, zodat de ijsblokjes niet aan
elkaar vriezen.
Het ijs- en waterfilterelement kan verstopt zijn. Vervang het
filterelement. Het dispensersysteem werkt het best met een
waterdruk van 1,4 tot 6,9 bar. De druk van putwater moet
binnen deze limieten liggen.
Waterdispenser
Probleem Oorzaak Oplossing
Dispenser geeft geen
water.
De watertoevoer is niet aangesloten.
De klep voor de waterleiding staat niet
open.
De deur van het vriesgedeelte is niet
gesloten.
Het ijs- en waterfilterelement is verstopt.
De eventuele voorste filter is niet
helemaal geplaatst.
Sluit de waterleiding aan.
Open de klep op de waterleiding. Zie het hoofdstuk
“IJsmachine maakt geen ijs”.
Sluit de deur van het vriesgedeelte.
Vervang het filterelement.
Duw de filter in totdat u een “klik” hoort. De filter moet in lijn
met de kast staan.
Het water heeft een
vreemde smaak en/of
geur.
Het water heeft te lang in het reservoir
gestaan.
De koel-/vrieskast is niet goed op de
koudwaterleiding aangesloten.
De buizen van de waterleiding en
installatie kunnen aan het water een
smaakje en geur geven.
Het water heeft een hoog
mineraalgehalte.
Vul 10 tot 12 glazen water en gooi dit water weg, om de
toevoer te verversen en het reservoir helemaal te spoelen.
Sluit de koel-/vrieskast aan op de leiding die water geeft
aan de kraan in de keuken.
Gebruik het best koperen buizen voor de wateraansluiting.
Neem contact op met een waterzuiveringsbedrijf.
De waterdruk is
uitzonderlijk laag.
De druk op de stopkraan (voor putwater)
is te laag.
Het systeem van omgekeerde osmose
is in de recuperatiefase.
Laat iemand de druk op de stopkraan voor de waterpomp
verhogen (voor putwater).
Het is normaal dat de druk op het systeem van
omgekeerde osmose tijdens de recuperatiefase lager dan
1,4 bar is.
35
Oplossing van gewone problemen
Geurtjes in de koel-/vrieskast
Probleem Oorzaak Oplossing
De koel-/vrieskast is vuil
binnenin.
De binnenkant moet worden schoongemaakt.
Levensmiddelen met een sterke geur worden
in het koelgedeelte bewaard.
Zie Tips voor onderhoud en reiniging.
Pak de levensmiddelen goed in.
Openen/sluiten van deuren/laden
Probleem Oorzaak Oplossing
De deur(en) sluiten niet.
Eén deur is te hard gesloten, waardoor de
andere deur iets open is gegaan.
De koel-/vrieskast staat niet waterpas. Bij
verplaatsing schommelt de koel-/vrieskast over
de vloer.
De koel-/vrieskast raakt een muur of kast.
Sluit beide deuren voorzichtig.
De vloer moet waterpas en sterk genoeg zijn om de
koel-/vrieskast te dragen. Neem contact op met een
schrijnwerker om een doorzakkende of hellende
vloer te verhelpen.
De vloer moet waterpas en sterk genoeg zijn om de
koel-/vrieskast te dragen. Neem contact op met een
schrijnwerker om een doorzakkende of hellende
vloer te verhelpen.
De laden zijn moeilijk te
bewegen.
Levensmiddelen in de lade raken de legplank
boven de lade.
Het traject waarover de laden schuiven, is vuil.
Bewaar minder in de lade.
Maak de lade en de kanalen schoon. Zie Tips voor
onderhoud en reiniging.
Een lamp brandt niet
Probleem Oorzaak Oplossing
De lamp brandt niet.
De lamp is gebroken.
De schakelaar voor het lampje in het
vriesgedeelte steekt vast.
De koel-/vrieskast staat niet onder stroom.
Het besturingssysteem heeft de lampjes
uitgeschakeld, omdat de magneet onder het
zuivelvak (in de deur van het koelgedeelte)
werd uitgehaald.
Het besturingssysteem heeft de lampjes
uitgeschakeld, omdat een van beide deuren te
lang open stond.
Zie Vervanging van lampen in het hoofdstuk
“Onderhoud en reiniging”.
Maak de lichtschakelaar in het vriesgedeelte vrij.
Zie het hoofdstuk “Werking van de koel-/vrieskast”.
Plaats de magneet terug.
Sluit en heropen de deur(en) om de lampjes te
activeren.

Documenttranscriptie

2 Informatie zoeken LEES DEZE HANDLEIDING EN BEWAAR VOOR LATER. Bevestig uw aankoopbewijs aan deze pagina voor later gebruik. Bedankt dat u voor een product van Electrolux hebt gekozen. Deze gebruiks- en onderhoudshandleiding is een onderdeel van onze inspanningen om klantentevredenheid en kwaliteit te garanderen over de hele gebruiksduur van uw nieuwe koelkast. Voor ons betekent uw aankoop het begin van een relatie. Gebruik deze bladzijde om alle belangrijke productinformatie te noteren. Dit zal ons helpen om u blijvend van dienst te zijn. DEZE NOTITIES DIENEN OM SNEL INFORMATIE TE KUNNEN OPZOEKEN. ________________________________________________ Aanschafdatum ________________________________________________ Electrolux-modelnummer ________________________________________________ Electrolux-serienummer (de locatie ziet u op de afbeelding) N.B. Seriële plaat Door uw product bij Electrolux te registreren, geeft u ons de mogelijkheid om u beter van dienst te zijn. U kunt registreren door uw productregistratiekaart via de post te verzenden. INHOUDSOPGAVE Informatie zoeken ........................................................... 2 Veiligheid ......................................................................... 3 Installatie ......................................................................... 5 Verwijdering van de deuren ........................................... 6 Aansluiting op de waterleiding ..................................... 8 Overzicht van alle functies ............................................ 9 Regeling en instellingen .............................................. 10 Bewaarfuncties ............................................................. 14 Automatische ijs- en waterdispenser ......................... 18 Vervanging van de filters ............................................. 23 Bewaring van voedsel en energiebesparing ............. 25 Geluiden en uitzicht bij een gewone werking ............ 27 Onderhoud en reiniging ............................................... 28 Oplossing van gewone problemen ............................. 31 ©2004 Electrolux Home Products, Inc. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in de V.S. Veiligheid BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ! WAARSCHUWING Lees eerst alle veiligheidsinstructies, alvorens u uw nieuwe Electrolux-koelkast in gebruik neemt. Algemene veiligheid • Bewaar en gebruik geen benzine of andere brandbare vloeistoffen in de nabijheid van dit of enig ander toestel. Lees alle productlabels en waarschuwingen over brand- en andere gevaren. • De koelkast mag niet werken in de nabijheid van ontplofbare dampen. • Raak geen beweegbare onderdelen van de automatische ijsmachine aan. • Verwijder alle nietjes van de kartonnen doos om te vermijden dat iemand wordt verwond. Nietjes kunnen bij contact eveneens de afwerking van andere toestellen of meubilair beschadigen. Veiligheid voor kinderen Verpakkingsmateriaal: • Kartonnen dozen die met doeken, dekens of plastic bladen worden bedekt, of in elastisch materiaal worden verpakt, kunnen luchtdicht worden en snel leiden tot verstikking. • De kartonnen doos, plastic zakken en alle andere buitenverpakking dient u onmiddellijk nadat de koelkast is uitgepakt, te vernietigen of te recyclen. Kinderen mogen nooit met deze producten spelen. Kinderen kunnen opgesloten raken en verstikken: • Deze problemen zijn niet van voorbijgaande aard. Koelkasten en diepvriezers die worden weggegooid, achtergelaten of tijdelijk opgeslagen (zelfs gedurende enkele uren) zonder dat iemand in de buurt is, zijn gevaarlijk. Neem altijd de onderstaande voorzorgen. ELEKTRISCHE INFORMATIE ! WAARSCHUWING Volg deze richtlijnen voor een goede werking van de veiligheidsmechanismen in uw koelkast. • Een beschadigde elektriciteitsdraad dient door de fabrikant, een onderhoudstechnicus of een bevoegde persoon te worden vervangen om alle risico’s te vermijden. • Schakel de koelkast nooit uit door aan de elektriciteitsdraad te trekken. Neem altijd eerst de stekker stevig vast en trek de steker dan recht uit het contact, om te vermijden dat u de elektriciteitsdraad beschadigt. • Schakel de koelkast uit alvorens u deze schoonmaakt of een lamp vervangt, om een elektrische schok te vermijden. 3 4 Veiligheid • Schommelingen van 10% en meer in de spanning kunnen de werking beïnvloeden. De compressor kan worden beschadigd, indien de koelkast op onvoldoende stroom werkt. Deze schade wordt niet door de garantie gedekt. • Verbind de koelkast niet met een contact dat u met een schakelaar tegen de muur of een trekkoord activeert, om te vermijden dat de koelkast ongewild wordt uitgeschakeld. BELANGRIJK Om de stroom op uw koelkast uit te schakelen, dient u de elektriciteitsdraad uit het stopcontact te trekken. Installatie LOCATIE • Kies een locatie dichtbij een geaard elektriciteitscontact. Gebruik geen verlengdraad of een verdeelstekker. • Indien mogelijk, plaatst u de koelkast buiten direct zonnelicht en op een veilige afstand van het kookfornuis, de vaatwasmachine of andere warmtebronnen. • De koelkast moet worden geplaatst op een vlakke vloer die sterk genoeg is, zelfs als de koelkast ten volle is geladen. • Voor modellen die zijn uitgerust met een automatische ijsmachine, dient er watertoevoer beschikbaar te zijn. INSTALLATIE Vrije ruimten vereist voor de installatie ! OPGELET Installeer de koelkast niet in een kamer waar de temperatuur lager dan 13°C of hoger dan 43°C zal worden. De compressor zal dan niet in staat zijn om de aangewezen temperatuur in de koelkast te behouden. Blokkeer de rooster onderaan de voorkant van uw koelkast niet. Voldoende luchtcirculatie is van vitaal belang voor de werking van uw koelkast. Voor probleemloze installatie, loodgieterij en elektrische aansluitingen hebt u de onderstaande vrije ruimten nodig: Zijkanten en bovenkant: 10 mm Achterkant: 25 mm Installatie 5 Openen van de deuren Installeer uw koel-/vrieskast dichtbij een tafel of aanrecht waarop u het uitgehaalde voedsel kunt plaatsen. Om ten volle van de laden in uw koel- en vrieskast gebruik te kunnen maken, moet de koel-/vrieskast zo worden geplaatst, dat beide deuren helemaal kunnen worden geopend. N.B. Indien uw koelkast met het scharnier van de deur tegen een muur wordt geplaatst, dient u extra vrije ruimte te voorzien als u de deur verder wenst te openen. De rooster onderaan verwijderen en terugplaatsen De rooster onderaan verwijderen: 1 Open de deuren van het vries- en het koelgedeelte. 2 Maak de schroef aan beide zijden van de rooster onderaan los. 3 Trek de rooster naar voren en hef omhoog. Volg deze instructies in omgekeerde volgorde om de rooster terug te plaatsen. Bevestigingsschroeven losschroeven Waterpas plaatsen De vier hoeken van uw koel-/vrieskast dienen stevig op een sterke vloer te staan. Verstelbare wieltjes vooraan helpen om de koel-/vrieskast waterpas te plaatsen. Voor een goede sluiting van de deuren dient de koel-/vrieskast vooraan 6 mm hoger te staan dan achteraan. Uw koel-/vrieskast waterpas plaatsen: 1 Verwijder de rooster onderaan (zie de bovenstaande instructies) om bij de voorste wieltjes te komen. 2 Stel de wieltjes bij door aan de stelbout van elk wieltje met een sleutel te draaien totdat de koel-/vrieskast recht en stabiel staat. 3 Controleer of de sluiting aan beide deuren de kast aan de vier zijden raakt. 4 Plaats de rooster onderaan terug. Tips: • Indien de deur van de vriezer hoger staat dan de deur van de koelkast, verhoogt u de rechterhoek en/of verlaagt u de linkerhoek totdat beide deuren bovenaan de kast in een rechte lijn liggen. • Indien de deur van de koelkast hoger staat dan de deur van de vriezer, verhoogt u de linkerhoek en/of verlaagt u de rechterhoek totdat beide deuren bovenaan de kast in een rechte lijn liggen. Verhogen 6 Verwijdering van de deuren MET DE KOELKAST DOOR EEN SMALLE RUIMTE GERAKEN Indien uw koelkast te breed is voor uw ingangsdeur, kunt u de deuren van uw koelkast halen. Eerst neemt u de maten van uw ingangsdeur. Benodigde gereedschap U hebt het volgende gereedschap nodig: Tools Necessary: Benodigd gereedschap: EN AND ™ Phillips Head Kruiskopschroevendraaier OF OR OF OR Socket Wrench Set dopsleutel Adjustable Wrench 3/8” Fixed 3/8"-vaste Wrench sleutel bijstelbare Voorbereidingen treffen om de deuren te verwijderen: 1 Controleer of de elektriciteitsdraad niet meer in het stopcontact steekt. 2 Open beide deuren en haal de rooster uit (zoals wordt uitgelegd in de installatieinstructies bij uw toestel). 3 Verwijder alle voedsel uit de deur. 4 Sluit de deuren. N.B. In het hoofdstuk “Installatie” vindt u meer informatie over de verwijdering van de rooster onderaan. Verwijdering van de bedekkingsplaat boven de scharnieren: Afdekkingschroeven Bedekking van scharnier 1 Haal de drie schroeven uit de bedekkingsplaat boven de scharnieren. 2 Duw de bedekking ongeveer 1,25 cm naar voren en til dan de bedekking op. Schroef van Schroef van onderste bovenste scharnier (6) scharnier (4) Afdekschroef van bovenste scharnier (3) Verwijdering van de deuren 7 De deur van de koelkast uithalen: 1 Teken met een potlood een lichte lijn rond het bovenste scharnier van de deur. Dit zal u helpen om de deur terug te plaatsen. 2 Haal de twee schroeven uit het bovenste scharnier. Hef de deur uit het onderste scharnier en plaats opzij. 3 Verwijder, indien nodig, de onderste drie scharnierschroeven en scharnier. Volg de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde om de deur terug te plaatsen. Nadat beide deuren geplaatst zijn, plaatst u de bedekkingsplaat over de scharnieren terug. Scharnierschroeven ! OPGELET Deur Geheel rond onderste scharnier Bovenste scharnier Plaats de deuren veilig weg op een plaats waar ze niet kunnen omvallen en geen letsels kunnen veroorzaken. Schroeven De deur van de diepvries verwijderen: LOSSCHAKELEN 1 Druk de buitenmof naar het koppelstuk toe. 1 Maak de aansluitklip voor de meerdraadskabel bovenaan het bovenste scharnier los. Grijp beide zijden van de aansluitklip stevig vast en trek uiteen. 2 Teken met een potlood een lichte lijn rond het scharnier. Dit zal u helpen om de deur terug te plaatsen. 3 Maak de waterinlaat van het koppelstuk onder de deur van de vriezer los. Het koppelstuk komt los wanneer u de buitenmof naar binnen drukt. 4 Haal de schroeven uit het bovenste scharnier. Laat de meerdraadskabel in het scharnier steken. Schroef de aarddraad waardoor de kabel aan het scharnier is bevestigd, niet los. Hef de deur uit het onderste scharnier. 2 Trek om de buis te verwijderen. AANSCHAKELEN Steek de buis in en duw totdat het teken de voorkant van het koppelstuk raakt. Aardschroef Scharnierschroeven Bovenste scharnier Buizen van waterleiding 5 Verwijder, indien nodig, de onderste drie scharnierschroeven en scharnier. 6 Plaats de deur op de zijkant, zodat u de waterbuis die uit het onderste scharnier steekt, niet beschadigt. Deur Meerdraadskabel Geheel rond scharnier Volg de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde om de deur van de vriezer terug te plaatsen. Nadat beide deuren geplaatst zijn, plaatst u de bedekkingsplaat over de scharnieren terug. Schroeven 8 Aansluiting op de waterleiding INFO OVER DE WATERTOEVOER NAAR DE KOELKAST Voor de werking van de automatische ijs- en waterdispenser voor uw koelkast is permanente watertoevoer nodig. Tijdens de installatie zorgt u (of een installateur) voor deze watertoevoer door een koperen buis aan te sluiten tussen de waterleiding en een klep achteraan de koelkast. ! OPGELET Voorkomen van materiële schade: • Gebruik koperen buizen voor de watertoevoer (plastic buizen zijn gevoeliger voor lekkage). De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade, indien plastic buizen worden gebruikt op de leiding. • Zorg ervoor dat alle waterleidingen voldoen aan de toepasselijke reglementen inzake loodgieterij. • Voor de werking van de dispenser ligt de aanbevolen druk op de watertoevoer tussen 1,4 en 6,9 bar. Te hoge druk kan een slechte werking van de waterfilter veroorzaken. U hebt het volgende nodig: • Toegang tot een koudwaterleiding met druk tussen 1,4 en 6,9 bar. • Het pakket voor de wateraansluiting dat met uw koelkast wordt geleverd: u vindt in dit pakket alle stukken die u nodig hebt voor de wateraansluiting, ook een koperen buis van 7,6 m. Stalen klem Plastic waterbuis naar vulbuis voor ijsmachine Geelkoperen drukmoer Beslagring (huls) Koperen waterleiding Beugel aan waterkraan Ingang van kraan Waterkraan Koperen buis van waterleiding (Voorzie in een voldoende lengte aan buizen in de lus om de koel-/vrieskast tijdens het reinigen te kunnen uittrekken.) Aansluiting van de watertoevoer aan de achterzijde van uw koelkast: 1 De koelkast mag niet op de stroom zijn aangeschakeld. 2 Spoel de leiding totdat het water helder is. U doet dit door het uiteinde van de koperen buis in een gootsteen of emmer te plaatsen en de afsluitklep te openen. 3 Schroef de plastic dop van de klep aan de waterinlaat achteraan uw koelkast los. Gooi de dop weg. 4 Schuif eerst de geelkoperen drukmoer en daarna de beslagring (huls) op de koperen buis. 5 Duw de koperen buis zo ver u kunt (6,5 mm) in de waterinlaatklep. 6 Schuif de beslagring (huls) in de klep en draai de drukmoer handmatig op de klep. Draai vervolgens nog een halve draai vast met een sleutel. Draai niet te vast. 7 Maak de koperen buis met een stalen klem en schroef aan het achterpaneel van uw koelkast vast (zie afbeelding). Aansluiting op de waterleiding 9 8 Rol het overtollige gedeelte van de buis (ongeveer 2,5 draaien) op achteraan de koelkast (zie afbeelding). Plaats de opgerolde buis zodanig dat de buis niet trilt of afslijt tegen een ander oppervlak. 9 Open de afsluitklep aan de watertoevoer en draai lekkende koppelingen vast. N.B. Na aansluiting van de watertoevoer leest u eerst de informatie in deze handleiding over het voorbereidende gebruik van een lege waterleiding. Lees ook alle punten in het hoofdstuk “Automatische ijs- en waterdispenser” betreffende de gewone werking. Overzicht van alle functies Regeling van vrieskast en ijskast Roomijsvak IJsmachine SpillProof™-zijplank OPGELET: verwijder de magneet achter het zuivelvak niet. Waterfilter Vast bakje in deur Zuivelvak IJsbakje Bakje in deur Legplank SpillProof™schuifplank Bakje in deur Legplank Houder voor grote flessen Uitneembaar bakje in deur Bakje in deur Rek voor speciale producten Kleine bak Grote uitschuifbare bak Vleesvak en deksel Uitneembaar bakje in deur Blikkenrek Groentelade en deksel Grote bak Vast bakje in deur Uitneembaar bakje in deur Rooster onderaan N.B. Functies kunnen variëren volgens het model. 10 Regeling en instellingen AFKOELINGSTIJD VÓÓR GEBRUIK Om uw levensmiddelen veilig te bewaren, laat u uw koel-/vrieskast gedurende 8 tot 12 uur met gesloten deuren draaien alvorens u voedsel in de koel-/vrieskast plaatst. U hoeft tijdens deze afkoelingstijd de bij productie ingestelde regeling niet te wijzigen. INSTELLING VAN KOELTEMPERATUUR Uw koel-/vrieskast wordt geleverd met het allernieuwste digitale systeem voor elektronische regeling. De regeling van het systeem bevindt zich bovenaan het koelgedeelte. Op de linkerhelft van het regelpaneel vindt u de twee digitale weergaven met de actuele temperatuur in het vries- en in het koelgedeelte. Om de temperatuur te verhogen of te verlagen, drukt u op de toets met pijltjes op en neer die zich het dichtst bij de weergave bevindt. Bij de eerste druk op de knop wordt de laatst ingevoerde instelling getoond. Bij iedere druk op de knop wijzigt u de instelling met één graad. Op de weergave wordt de nieuwe instelling even getoond, alvorens opnieuw de huidige temperatuur wordt getoond. (U vindt meer details over temperatuurinstellingen op de volgende pagina’s.) N.B. De geavanceerde elektronische regeling in uw koelkast bevat extra weergavemodi voor gebruik door installateurs om snel een probleem bij de werking vast te stellen. Keuze tussen graden Celsius of Fahrenheit U kunt naar keuze de regeling instellen voor weergave in graden Celsius of in graden Fahrenheit. Om te wisselen tussen graden Fahrenheit en graden Celsius, drukt u op de knop Modus (tussen de twee digitale temperatuurweergaven). Druk hier om graden Celsius of graden Fahrenheit te kiezen. Regeling en instellingen De temperatuur aanpassen Nadat uw koelkast 24 uur heeft gewerkt, kunt u de temperatuur als nodig aanpassen. Wijzig de temperatuur geleidelijk en met kleine verschillen en geef uw koelkast de tijd om te stabiliseren na een temperatuurwijziging. Lees de onderstaande richtlijnen voor temperatuurinstellingen. Regeling van temperatuurbereik Vriezer Fahrenheit Celsius Koelkast Fahrenheit Celsius Warmst 6° -14° 47° 8° Middelpunt 0° -18° 37° 3° -10° -21° 33° 1° Warmer Bij productie ingesteld Kouder Koudst Richtlijnen om de temperatuur bij te stellen Indien het koelgedeelte te warm is: Indien het koelgedeelte te koud is: Indien het vriesgedeelte te warm is: Indien het vriesgedeelte te koud is: Verlaag de temperatuur van de koelkast met één graad door te drukken op de knop met neerwaartse pijl. Verhoog de temperatuur van de koelkast met één graad door te drukken op de knop met opwaartse pijl. Verlaag de temperatuur van de vriezer met één graad door te drukken op de knop met neerwaartse pijl. Verhoog de temperatuur van de vriezer met één graad door te drukken op de knop met opwaartse pijl. Wat u moet doen wanneer de temperatuurweergaven flikkeren. Permanent flikkeren van beide temperatuurweergaven kan wijzen op een probleem met de werking opgemerkt door het besturingssysteem. Bel uw onderhoudstechnicus bij Electrolux om te weten waarom de weergaven flikkeren. ALARMEN VAN SYSTEEMCONTROLE Het elektronische besturingssysteem controleert permanent uw koel/vrieskast op stabiele temperatuur, open of gesloten deuren en stroomonderbrekingen. Verschillen in de gewone werkcondities worden via bepaalde geluiden en vier statusindicatielampjes gemeld. N.B. Iedere instelling op het bedieningspaneel wordt bevestigd via één hoorbare toon. Indicatielampjes Knop Alarmreset 11 12 Regeling en instellingen Reactie op een alarm (geluiden en indicatielampjes) Het besturingssysteem van uw koelkast kan de volgende informatie meedelen met geluiden en alarmindicatielampjes. Naam van alarm Indicatielampje Hoorbare geluiden Aan (Lampje is uit) Het alarmsysteem is niet actief, terwijl het koel- en het vriesgedeelte afkoelen tot de actuele temperatuurinstellingen. Indien de temperatuur in het vries- en het koelgedeelte na drie uur niet de ingestelde temperatuur heeft bereikt, zal het besturingssysteem wellicht op een andere toestand wijzen. Ononderbr oken groen Alarmsysteem is actief. Geen reactie nodig. Toestand Reactie Deur niet helemaal gesloten Flikkerend groen 9 De deur van het vries- of van het koelgedeelte staat meer dan vijf minuten open. Sluit de deur om het alarm uit te schakelen en opnieuw in te stellen. Hoge temperatuur Flikkerend oranje 9 De temperatuur in het vriesof in het koelgedeelte is al meer dan een uur te hoog geweest (7,2°C of meer). Druk op de knop Alarmreset om het alarm uit te schakelen. Stroomonder breking Flikkerend oranje Het systeem vond een stroomonderbreking. Druk op de knop Alarmreset om het alarm uit te schakelen en druk nogmaals om opnieuw in te stellen. Controleer of de stroomonderbreking zo lang heeft geduurd, dat de temperatuur van bewaarde levensmiddelen is veranderd. Gebruik van de knop Alarmreset U kunt het alarmsysteem activeren en deactiveren door de knop Alarmreset gedurende drie seconden ingedrukt te houden. U gebruikt deze knop dus ook om alarmgeluiden en/of flikkerende indicatielampjes uit te schakelen. ! OPGELET Het alarmsysteem wordt niet automatisch opnieuw ingesteld nadat u de elektriciteitsdraad van de koelkast hebt uitgetrokken en opnieuw ingestoken. Om het alarm opnieuw te activeren, moet u op de knop Alarmreset drukken. Nadat u het alarmsysteem hebt gedeactiveerd, dient u de knop Alarmreset opnieuw gedurende drie seconden ingedrukt te houden om het alarm opnieuw in te stellen (te activeren). Het Aan-indicatielampje blijft uit, terwijl het koel- en het vriesgedeelte afkoelen tot de actuele temperatuurinstellingen. Wanneer de temperatuur de ingestelde waarde bereikt, wordt het Aan-lampje groen en wijst dus op een actief alarmsysteem. Regeling en instellingen 13 Controle van de luchtfilterstatus De luchtfilter in uw koelkast moet nu en dan worden vervangen. U kunt controleren of een vervanging nodig is door de knop Aan/uit voor de luchtfilter ingedrukt te houden gedurende drie seconden. Controle van de luchtfilterstatus: 1 Druk op de knop Aan/uit van de luchtfilter. Hierdoor wordt een testcyclus geactiveerd. Een van de drie lampjes voor de filterstatus zal branden en op een onderstaande status wijzen: Aan-/uitknop van luchtfilter Indicatielampjes Filter OK: de luchtfilter moet niet worden vervangen. Filter bestellen: de luchtfilter is voor ongeveer 80 procent opgebruikt. Bestel een nieuwe filter. Filter wijzigen: de luchtfilter is voor 100 procent opgebruikt. Vervang de filter nu. 2 Druk op de knop Aan/uit van de luchtfilter om het statuslampje uit te schakelen. N.B. Instructies over vervanging van de luchtfilter kunt u lezen in een van de onderstaande hoofdstukken van deze gebruiks- en onderhoudshandleiding. AAN- EN UITSCHAKELEN VAN HET KOELSYSTEEM U kunt het koelsysteem in uw koelkast deactiveren door de drukken op de knop Aan/uit aan de linkerzijde van het paneel voor de temperatuurregeling. Opdat u het koelsysteem niet ongewenst zou uitschakelen, zal de knop uitsluitend werken wanneer u deze gedurende drie seconden ingedrukt houdt. Zodra u het koelsysteem hebt gedeactiveerd, wordt alle koeling voor het vries- en het koelgedeelte onderbroken. Om het koelsysteem opnieuw in te schakelen, dient u de knop Aan/uit opnieuw gedurende drie seconden ingedrukt te houden. Aan-uitknop van koelsysteem BELANGRIJK De aan-uitknop regelt alleen het koelsysteem van uw koelkast. De lampjes en andere elektrische componenten blijven onder stroom staan, tenzij u de elektriciteitsdraad uit het stopcontact trekt. 14 Bewaarfuncties VRIJDRAGENDE LEGPLANKEN ! OPGELET Behandel de legplanken in voorgespannen glas altijd uiterst voorzichtig, om geen verwondingen door gebroken glas op te lopen. De posities van de legplanken in het vries- en het koelgedeelte kunt u zelf probleemloos aanpassen. De legplanken zijn uitgerust met bevestigingsbeugels voor de sleufsteunen achteraan ieder vak. Vrijdragende glazen legplank De positie van een legplank wijzigen: 1 Verwijder eerst alle voedsel van de bij te stellen legplank. 2 Til de voorste rand op. 3 Trek de legplank uit. 4 Plaats de bevestigingsbeugels terug in de gewenste steunsleuven. 5 Laat de legplank zakken en plaats goed vast. Vrijdragende glazen schuifplank Eigenschappen van de legplanken Uw koelkast is uitgerust met glazen SpillSafeTM-legplanken die zo zijn gemaakt, dat alle gemorste voedsel of vloeistof wordt opgehouden. U kunt deze legplanken uitschuiven om voedsel uit te nemen en om snel schoon te maken. Wanneer u de schuifplanken zo ver als mogelijk hebt uitgetrokken, worden ze door een arret geblokkeerd. Schuifplanken kunnen niet van de bevestigingsbeugels worden gehaald. Behandeling van vrijdragende glazen legplank OP NEER Bewaarfuncties 15 LADEN Uw koel-/vrieskast heeft diverse bewaarladen. De meeste dergelijke laden hebben vaste posities onderaan het koelgedeelte. Groenteladen Groenteladen dienen voor de bewaring van fruit, groenten en andere verse producten. Alvorens u producten in een groentelade opbergt: • Was de producten in schoon water en verwijder het overtollige water. Groentelade • Verpak producten met een sterke geur of hoge vochtigheidsgraad. Hogere vochtigheid Regeling van de vochtigheid in de groentelade De groenteladen zijn uitgerust met een schuifknop voor bijstelling van de vochtigheidsgraad in de lade. Met deze functie kunt u de vochtigheidsgraad verhogen, waardoor bepaalde verse producten langer kunnen worden bewaard. N.B. Bladgroente kan het best worden bewaard als de vochtigheidsgraad op “hoog” is ingesteld, of in een lade zonder vochtigheidsregeling. De instromende lucht is dan minimaal en de vochtigheidsgraad wordt zo hoog mogelijk gehouden. Vleesvak Sommige modellen zijn met een vleesvak uitgerust waarin u grote stukken vlees gedurende een korte tijd kunt bewaren. Deze lade is uitgerust met een schuifknop voor bijstelling van de temperatuur in de lade. Vlees dat u langer dan twee dagen wilt bewaren, moet worden ingevroren. Indien u in deze lade fruit of groenten wenst te bewaren, moet u de temperatuur hoger instellen, zodat de producten niet bevriezen. Kouder Vleesvak Warmer Lagere vochtigheid 16 Bewaarfuncties DEUREN Bewaarbakjes De deuren van de vries- en koelgedeelten zijn uitgerust met handige bewaarbakjes. U kunt deze bakjes uithalen en gemakkelijk schoonmaken. Bepaalde bakjes hebben vaste plaatsen, terwijl u andere als nodig kunt bijstellen. De bakjes in de deuren zijn ideaal om bokalen, flessen, blikken en andere grote containers te bewaren. Deze bakjes zijn ook handig om snel een keuze te maken tussen vaak gebruikte producten. Vast bakje in deur De positie van een verstelbaar bakje in de deur wijzigen: 1 Verwijder eerst alle voedsel uit het bij te stellen bakje. 2 Neem het vakje stevig met beide handen vast en hef het omhoog. 3 Haal het bakje uit. 4 Plaats het bakje direct boven de gewenste positie. 5 Laat het bakje zakken en plaats goed vast. Verstelbare bakjes in deur Vast bakje in deur Uitnemen Bakje in de deur met ophefbaar legplankje 17 Bewaarfuncties ACCESSOIRES Houder voor grote flessen In deze houder voor grote flessen worden uw producten tegen omvallen beschermd wanneer u de deur van uw koelkast opent of sluit. Bij installatie klikt u de uiteinden van de houder over de rand van de wand (zie de afbeelding). Houder voor grote flessen Rek voor speciale producten Dankzij het innoverende ontwerp van dit rek voor speciale producten kunt u zes drankblikken, een wijnfles, een fles frisdrank van twee liter of een doos eieren opbergen. Het rek voor speciale producten plaatst u door het op de linkerzijde van een legplank te schuiven (zie de afbeelding). Zuivelvak In het zuivelvak bovenaan de deur van uw koelkast kunt u gedurende een korte periode kaas, smeerboter of gewone boter bewaren. Het zuivelvak heeft een ophefbaar deksel en is, speciaal voor deze voedingswaren, warmer dan het open bewaargedeelte. ! Rek voor speciale producten OPGELET Om te vermijden dat in het besturingssysteem van uw koelkast fouten optreden, mag u de magneet achter het zuivelvak nooit verwijderen. Blikkenrek In het blikkenrek kunt u doeltreffend en veilig tot zes drankblikken bewaren. Roomijsvak Het roomijsvak wordt bevestigd bovenaan het ijs voor de ijsdispenser. In dit vak kunt u ronde en rechthoekige dozen roomijs bewaren. Zuivelvak Blikkenrek Roomijsvak 18 Automatische ijs- en waterdispenser GEBRUIK VAN DE DISPENSER Uw automatische ijs- en waterdispenser is uitgerust met een bedieningspaneel, een bakje voor een glas en twee drukpeddels voor de ijsen watertoevoer. Gebruik van het bedieningspaneel van de dispenser is noodzakelijk voor de ijsdispenser, maar niet voor de waterdispenser. Het bedieningspaneel heeft ook opties voor de verlichting, controle van de filter en verhoogde snelheid bij de productie van ijs en bij invriezen. IJsdispenser Voor de werking van de ijsdispenser, drukt u eerst op uw keuze, ijsschilfers of ijsblokjes. Druk een glas tegen de dispenserpeddel (zo ver mogelijk om alle ijs op te vangen). Trek het glas weg van de dispenserpeddel als u voldoende ijs hebt. Op de volgende pagina vindt u details over de regeling van de dispenser. Waterdispenser Houd een glas tegen de peddel van de waterdispenser. Trek het glas weg van de dispenserpeddel als u voldoende water hebt. Het water van de dispenser is niet koud. Voor kouder water vult u het glas eerst met ijsblokjes of ijsschilfers. Druiplade Een druiplade onderaan de dispenserbak dient om kleine gemorste hoeveelheden op te vangen en om het water te verdampen. Deze druiplade kan worden verwijderd om te worden gereinigd. N.B. Giet nooit overtollig water en ijs in de druiplade. Deze lade heeft geen afvoer. Automatische ijs- en waterdispenser GEBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL VOOR DE DISPENSER Knop en indicatielampje voor ijsblokjes Druk op de knop om ijsblokjes te krijgen. Het lampje is blauw. Druk een glas hoog op tegen de peddel van de dispenser om alle ijs op te vangen. Knop en indicatielampje voor ijsschilfers Druk op de knop om ijsschilfers te krijgen. Het lampje is blauw. Druk een glas hoog op tegen de peddel van de dispenser om alle ijs op te vangen. Knop en indicatielampje voor het licht Druk op de knop om het licht van de dispenser te doen branden. Het lampje is blauw. Druk opnieuw op de knop om het licht van de dispenser te doven. Het licht gaat ook automatisch branden tijdens het dispensen van ijs en/of water. Het lampje krijgt een van de drie onderstaande kleuren om op de status van de waterfilter te wijzen, wanneer u de dispenser gebruikt: Knop en indicatielampje voor filterstatus Groen de waterfilter hoeft niet te worden vervangen. Oranje de waterfilter is voor ongeveer 80 procent opgebruikt; bestel een nieuwe filter. de waterfilter is voor 100 procent opgebruikt; vervang de filter zo spoedig mogelijk. Rood Na vervanging van de waterfilter, stelt u de filterstatus opnieuw in door de knop Filterstatus gedurende 10 tot 15 seconden ingedrukt te houden. Knop en indicatielampje voor vergrendeling De dispenser kan worden vergrendeld om ongewenst gebruik te verhinderen. Houd de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om te vergrendelen. Het lampje is blauw. Om te ontsluiten, houdt u de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt en het lampje wordt gedoofd. Knop en indicatielampje voor zeer snel invriezen Houd de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om de functie voor snel invriezen te activeren (behoud van de versheid). Het lampje is blauw. Houd de knop opnieuw gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om de functie te deactiveren. Knop en indicatielampje om zeer snel ijs te krijgen Houd de knop gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om voor speciale gelegenheden (feestjes bijvoorbeeld) snel ijs te maken. Het lampje is blauw. Houd de knop opnieuw gedurende 3 tot 5 seconden ingedrukt om de functie te deactiveren. 19 20 Automatische ijs- en waterdispenser VOORBEREIDEND GEBRUIK VAN DE WATERTOEVOER Het systeem voor watertoevoer naar de koel-/vrieskast bestaat uit diverse buizen, een geavanceerde waterfilter, een verdeelklepbank en een reservoir, zodat er altijd meer dan voldoende water beschikbaar is voor uw ijs- en waterdispenser. Dit systeem moet helemaal met water zijn gevuld, alvorens u de eerste keer op een externe waterleiding aansluit. ! OPGELET Voor de werking van de dispenser ligt de aanbevolen druk op de watertoevoer tussen 1,4 en 6,9 bar. Te hoge druk kan een slechte werking van de waterfilter veroorzaken. Voorbereidend gebruik van de watertoevoer: 1 Begin het reservoir te vullen door een glas ingedrukt te houden tegen de peddel van de waterdispenser. 2 Blijf het glas zo houden, totdat er water uit de dispenser stroomt. Dat zal ongeveer 1,5 minuten duren. 3 Laat het water gedurende een drietal minuten stromen, zodat het systeem en de loodgieterij worden gespoeld en alle onzuiverheden worden verwijderd (u hoeft dit niet ononderbroken te doen; u kunt het glas ondertussen uitgieten). N.B. In de waterdispenser is een mechanisme ingebouwd dat de waterstroom afsluit na 3 minuten ononderbroken gebruik. Zodra u de peddel van de dispenser loslaat, wordt dit afsluitmechanisme opnieuw ingesteld. ! OPGELET Door de peddel van de dispenser langer dan 4 minuten ingedrukt te houden, raakt de motor van de dispenser overbelast en stopt. De bescherming tegen overbelasting wordt automatisch opnieuw ingesteld na 3 tot 4 minuten. WERKING EN ONDERHOUD VAN DE IJSDISPENSER De ijsmachine, de ijsbak en het vulmechanisme voor de dispenser bevinden zich bovenaan het vriesgedeelte. Nadat de koel-/vrieskast is geïnstalleerd en een aantal uren is gekoeld, kan de ijsmachine binnen 24 uur ijs produceren. In een tweetal dagen kan de ijsbak geheel zijn gevuld. BELANGRIJK De ijsmachine is bij productie geactiveerd, zodat deze onmiddellijk kan beginnen te werken zodra u de koelkast hebt geïnstalleerd. Indien u de koel-/vrieskast niet op de waterleiding kunt aansluiten, plaatst u de schakelaar voor de ijsmachine op “uit”. Indien u dit niet doet, kan de vulklep van uw ijsmachine lawaaierig worden. De klep zal immers proberen te werken zonder water. Automatische ijs- en waterdispenser Gebruik van de ijsdispenser na installatie Alvorens u de eerste keer ijs maakt, moet u de watertoevoer een eerste keer laten werken op de wijze die eerder is uitgelegd. Lucht in de leidingen kan resulteren in twee tot drie lege cycli voor de ijsmachine. Indien het systeem niet eerst wordt gespoeld, kunnen de ijsblokjes daarenboven verkleurd zijn of een rare smaak hebben. De ijsdispenser aan- en uitschakelen De ijsproductie wordt geregeld door de aan-/uit-schakelaar van de ijsmachine. Druk de schakelaar op “O” (uit) om uit te schakelen en op “I” (aan) om aan te schakelen. N.B. De ijsmachine is ook uitgerust met een ingebouwde signaalarm die de ijsproductie automatisch stopt, zodra de ijsbak vol is. Deze signaalarm mag u niet gebruiken om de ijsmachine handmatig te stoppen. Tips voor gebruik van de ijsdispenser • IJsblokjes die te lang worden bewaard, kunnen een rare smaak krijgen. Ledig de ijshouder volgens de instructies op de volgende pagina. • Schud nu en dan de ijshouder om de ijsblokjes van elkaar gescheiden te houden. • Indien uw koel-/vrieskast niet op een waterleiding is aangesloten of de watertoevoer niet is aangesloten, schakelt u de ijsmachine uit door te drukken op de aan-/uitschakelaar. • Wanneer u in één keer een grote hoeveelheid ijs nodig hebt, kunt u de blokjes het best direct uit de ijshouder halen. • U hoort de volgende, gewone geluiden wanneer de ijsmachine werkt: • draaiende motor; • vallende ijsblokjes in de ijshouder; • het openen en sluiten van de waterklep; • ijs dat van de lade loskomt; • stromend water. • Schakel de ijsmachine uit, wanneer u de vriezer schoonmaakt en gedurende vakanties. • Sluit de kraan voor de watertoevoer, wanneer u de ijsmachine voor een langere periode uitschakelt. ! OPGELET De ijsmachine kan worden beschadigd door de chemische producten van een slecht functionerend wateronthardingstoestel. Voer het nodige onderhoud uit aan het wateronthardingstoestel dat zorgt voor het water voor uw koel-/vrieskast. 21 22 Automatische ijs- en waterdispenser Reiniging van de ijsdispenser Maak de ijsmachine en ijsbak regelmatig schoon en in ieder geval alvorens u met vakantie gaat of verhuist. ! OPGELET Wanneer u de ijsbak uithaalt, mag u de ijskoker (vooronder aan de bak) niet als een hendel grijpen. De oppervlakken van de ijskoker kunnen scherp zijn. Reiniging van de ijsdispenser: 1 Schakel de ijsproductie uit door te drukken op de aan-/uit-schakelaar van de ijsmachine. 2 Haal de ijsbak uit door deze op te tillen en uit te trekken. 3 Ledig de ijsbak en maak zorgvuldig schoon met een zacht detergens. Spoel met zuiver water. Gebruik geen harde of schurende middelen. 4 Laat de ijsbak helemaal drogen alvorens in de vriezer terug te plaatsen. 5 Verwijder brokjes ijs en maak de legplank in de ijsbak en de koker in de deur van de diepvries schoon. 6 Plaats de ijsbak terug. Hervat de ijsproductie door te drukken op de aan-/uitschakelaar van de ijsmachine. Verwijder en ledig de bak waar het ijs wordt bewaard, indien: • door een lange stroomonderbreking (langer dan één uur) de ijsblokjes in de ijsbak smelten en aan elkaar vriezen, waardoor het mechanisme van de dispenser wordt geblokkeerd; • u de ijsdispenser niet vaak gebruikt, aangezien de ijsblokjes aan elkaar zullen vriezen in de bak en het dispensermechanisme zullen blokkeren. Haal de ijsbak uit en schud om de ijsblokjes los te maken, of om schoon te maken zoals hierboven werd uitgelegd. Gebruik nooit een ijspriem of een vergelijkbaar scherp voorwerp om ijs te breken. Hierdoor kunt u de ijsbak en het dispensermechanisme beschadigen. BELANGRIJK Draai niet aan de spiraal in de bak, wanneer u de ijsbak uithaalt. De spiraal moet in lijn blijven met het aandrijfmechanisme, wanneer de bak wordt teruggeplaatst. Indien u toch ongewild de spiraal verplaatst, brengt u deze met kwartdraaien opnieuw in lijn, zodat de ijsbak goed kan worden geplaatst. Spiraal Vervanging van de filters PLAATSING VAN DE FILTERS Uw koel-/vrieskast is uitgerust met afzonderlijke water- en luchtfiltering. De waterfilter filtert alle drinkwater voor de dispenser en het water voor de ijsproductie. De luchtfilter verwijdert geurtjes en onzuiverheden uit het koelgedeelte. Waterfilter Waterfilter De waterfilter bevindt zich bovenaan het koelgedeelte, naast het paneel voor elektronische regeling. In het vorige hoofdstuk van deze handleiding vindt u nadere informatie over het tijdstip voor vervanging van de filter. Luchtfilter Luchtfilter De luchtfilter bevindt zich in de achterhoek boven in het koelgedeelte. In het vorige hoofdstuk van deze handleiding vindt u nadere informatie over het tijdstip voor vervanging van de filter. VERVANGING VAN DE LUCHTFILTER In gewone omstandigheden dient u de luchtfilter om de zes maanden te vervangen voor optimale filtering van geurtjes in de koelkast. Afhankelijk van de soorten en hoeveelheden levensmiddelen die u gewoonlijk in uw koelkast bewaart, kan deze periode anders zijn. Vervanging van de luchtfilter: 1 Druk op het plastic bellenlipje aan de zijkant van de ombouw rond de luchtfilter. De scharnierende onderste helft valt open. Druk het lipje in om de filterbedekking los te maken 2 Haal de oude filter uit en gooi weg. 3 Haal de nieuwe filter uit de verpakking en plaats deze in de scharnierende onderste helft van de ombouw. 4 Druk de scharnierende onderste helft omhoog, zodat het lipje in gesloten positie klikt. 5 Houd de knop Filterreset op het elektronisch regelpaneel gedurende 3 seconden ingedrukt. De status is opnieuw ingesteld zodra het lampje Filter OK brandt. 6 Houd de knop Filterreset opnieuw gedurende 3 seconden ingedrukt om het filterstatussysteem uit te schakelen. Luchtfilter N.B. Het elektronische bedieningspaneel bovenaan het koelgedeelte heeft regelknoppen voor bewaking van de status van de luchtfilter. In het vorige hoofdstuk vindt u meer informatie over deze regelknoppen. 23 24 Vervanging van de filters VERVANGING VAN DE WATERFILTER In gewone omstandigheden dient u de waterfilter om de zes tot negen maanden te vervangen om de kwaliteit van het water zo goed mogelijk te houden. Het lampje voor de filterstatus op het bedieningspaneel van de dispenser waarschuwt u om de filter te vervangen, nadat 1514 liter water door het systeem is gestroomd. Vervang de filter alvorens de koel-/vrieskast opnieuw te installeren, wanneer u, bijvoorbeeld vanwege een verhuizing, deze gedurende een langere periode niet hebt gebruikt. N.B. Het ijs- en watersysteem kan ook zonder filtering werken, mits u een omloop gebruikt in plaats van het waterfilterelement. Neem contact op met de klantenservice van Electrolux om de omloop te bestellen (onderdeelnummer 240396701). Meer info over uw geavanceerde waterfilter De ijs- en waterfilter pure advantageTM of pure advantageplus is getest en geattesteerd door NSF International, de in de Verenigde Staten erkende keuringsorganisatie zonder winstgevend doel, voor de openbare gezondheid. Het filtersysteem is getest en geattesteerd volgens de ANSI/NSF-normen 42 en 53. Op het informatieblad over werking en resultaten dat met uw product is geleverd, vindt u gedetailleerde specificaties. Dit systeem mag niet worden gebruikt met microbiologisch onveilig water of met water van onbekende kwaliteit, zonder het grondig te hebben ontsmet voor- of nadat het door het filteringssysteem stroomt. Test- en keuringsresultaten van NSF: • Nominale capaciteit - 1514 liter • Nominaal werkingsdebiet - 1,9 liter per minuut • Maximale, nominale druk - 6,9 bar • Maximale bedrijfstemperatuur - 37,8° C Vervanging van de waterfilter: U hoeft de watertoevoer niet af te sluiten om de filter te vervangen. Houd een doek klaar om kleine hoeveelheden water tijdens de vervanging van de filter af te drogen. Onderaan de ombouw van de filter zitten twee afwateringsgaatjes. U moet daarom alle voedsel van de bovenste legplank verwijderen. N.B. De o-ringen op een nieuwe waterfilter zijn gesmeerd. Verwijder dit smeermiddel niet, zodat de ringen voor een goede dichting kunnen zorgen. Vervanging van de filters 1 Plaats de schakelaar voor de ijsmachine op uit (in een vorig hoofdstuk vindt u meer informatie over het uitschakelen van de ijsmachine). 2 Druk op de knop om de filter vrij te maken rechts van het filterelement. Uitschuiven om te verwijderen 25 Filterelement 3 Schuif het oude filterelement recht vooruit uit de ombouw en gooi weg. 4 Haal het nieuwe filterelement uit de verpakking en schuif voorzichtig in de filterombouw tot aan de klikverbinding achteraan de ombouw. 5 Druk hard totdat het waterelement vast klikt. Indien het filterelement goed zit, zal de voorkant in lijn liggen met de knop om de filter vrij te maken. 6 Plaats de schakelaar voor de ijsmachine op aan (zie pagina 21 voor meer informatie over het inschakelen van de ijsmachine). Druk op de knop om vrij te maken 7 Druk een glas tegen de waterdispenser en controleer op lekkage in de filterombouw. Gesputter en gepruttel terwijl het systeem de lucht uit het dispensersysteem drijft, zijn niet ongewoon. 8 Nadat u één glas water hebt gevuld, blijft u het systeem gedurende ongeveer drie minuten spoelen. 9 Houd de knop Filterstatus op het regelpaneel van de ijs- en waterdispenser gedurende 3 seconden ingedrukt. Het lampje knippert rood, oranje en groen om aan te duiden dat de filterstatus opnieuw is ingesteld. Bewaring van voedsel en energiebesparing IDEETJES VOOR BEWARING VAN LEVENSMIDDELEN Bewaring van vers voedsel • Houd het koelgedeelte op een temperatuur tussen 1,1° C en 4,4° C. De optimale temperatuur is 2,8 °C (in een van de vorige hoofdstukken vindt u meer informatie over de instelling van de temperatuur). • Bewaar niet te veel levensmiddelen op de legplanken van uw koelkast, aangezien de luchtcirculatie dan minder wordt en niet alles gelijk wordt gekoeld. Groenten en fruit • Bewaar groenten en fruit in de groenteladen waar de vochtigheid helpt om de kwaliteit van uw producten langer te behouden. Indrukken en klikken voor plaatsing 26 Bewaring van voedsel en energiebesparing Vlees • Verpak zorgvuldig ongekookt vlees en gevogelte, om lekkage en aanraking met ander voedsel of andere oppervlakten te vermijden. • Gebruik het vleesvak om vlees gedurende een korte tijd te bewaren. Vlees dat u langer dan twee dagen wilt bewaren, moet worden ingevroren. Bewaring van bevroren voedsel • Houd het vriesgedeelte op een temperatuur van ten hoogste -18° C (in een van de vorige hoofdstukken vindt u meer informatie over de instelling van de temperatuur). • De vriezer werkt het best indien ten minste voor 2/3 gevuld. Voedsel inpakken om in te vriezen • Om uitdroging en verslechtering van de kwaliteit van uw voedsel zo beperkt mogelijk te houden, gebruikt u aluminiumfolie, diepvriesverpakking, diepvrieszakken of luchtdichte verpakking. Maak de verpakking zoveel mogelijk luchtdicht en sluit vast. Lucht in de verpakking kan het voedsel uitdrogen, van kleur doen veranderen of een slechte smaak geven (vriesbrand). • Verpak vers vlees en gevogelte in de aangewezen diepvriesverpakking alvorens in te vriezen. • Vries nooit vlees dat geheel was ontdooid, opnieuw in. De diepvries laden • Vermijd om te veel warm voedsel tegelijkertijd in de diepvries te stoppen. Hierdoor wordt de diepvries overladen, zal het vriesproces langzamer gebeuren en kan de temperatuur van ingevroren voedsel stijgen. • Laat ruimte tussen het verpakte voedsel. Op die manier kan de koude lucht vrij circuleren en zal het voedsel zo snel mogelijk worden bevroren. • Bewaar geen moeilijk in te vriezen voedsel, zoals roomijs en jus d’orange in de deurvakken van de diepvries. IDEEËN VOOR ENERGIEBESPARING Installatie • Plaats de koel-/vrieskast in het koudste gedeelte van de kamer, buiten direct zonnelicht en verwijderd van verwarmingskanalen of warmeluchtroosters. Plaats de koel-/vrieskast niet dichtbij warmte producerende toestellen, zoals een kookfornuis, oven of vaatwasmachine. Indien dit niet mogelijk is, plaatst u een houtplaat of een extra laag isolatie tussen de twee toestellen. Dit zal helpen om de koelkast efficiënter te doen werken. • Zorg ervoor dat de koel-/vrieskast waterpas staat, zodat de deuren goed sluiten. Bewaring van voedsel • Plaats niet te veel levensmiddelen in de koelkast en blokkeer geen koudeluchtventilatie. Hierdoor zal uw koelkast langer moeten draaien en meer energie verbruiken. • Verpak uw voedsel en veeg dozen droog, alvorens ze in de koelkast te plaatsen. Hierdoor wordt er minder vocht in de koelkast opgestapeld. • Richt de koelkast zo in, dat u de deur zo kort mogelijk opent. Haal zo veel producten als mogelijk tegelijkertijd uit en sluit de deur zo snel mogelijk. Geluiden en uitzicht bij een gewone werking BETEKENIS VAN EVENTUELE GELUIDEN Wellicht zult u in uw nieuwe, zeer efficiënte koel-/vrieskast geluiden horen waarmee u niet bent vertrouwd. Deze geluiden wijzen meestal op een goede werking van uw koel-/vrieskast. Bepaalde vloeren, muren en keukenkasten verhevigen deze geluiden. N.B. Energie-efficiënt schuim in uw koelkast is geen gezonde isolatie. De onderstaande lijst is een lijst van de belangrijkste componenten in uw koel-/vrieskast en de geluiden die ze kunnen maken: A Verdamper De koeling door de verdamper kan een kokend of klaterend geluid geven. B Verdampingsventilator Mogelijk hoort u het geluid van de lucht die door de verdampingsventilator doorheen de koelkast wordt gedwongen. C Ontdooier Tijdens ontdooicycli kan het water dat op de verwarmer drupt, een fluitend of sissend geluid geven. Na het ontdooien kunt u een ploffend geluid horen. BELANGRIJK Tijdens een automatisch ontvriescyclus zult u gewoonlijk een rode gloed zien in de ventilatie achteraan het vriesgedeelte. D Automatische ijsmachine Tijdens de ijsproductie zult u de ijsblokjes in de ijsbak horen vallen. E Kouderegeling en automatische ontdooiregeling Deze onderdelen kunnen een knappend of klikkend geluid geven wanneer het koelsysteem wordt in- en uitgeschakeld. F Condensatieventilator Mogelijk hoort u het geluid van de lucht die door de condensor wordt gedwongen. G Compressor De moderne, zeer efficiënte compressoren werken veel sneller dan in het verleden. De compressor kan een hoog zoem- of pulserend geluid geven. H Waterkraan De klep geeft een zoemend geluid telkens als de kraan wordt geopend om de ijsmachine te vullen. I Afvoerschaal (niet verwijderbaar) U kunt tijdens een ontdooicyclus water in de afvoerschaal horen druppelen. J Condensor De luchtdoorvoer kan kleine geluiden geven. K Demper met motor De demper kan een licht zoemend geluid geven tijdens de werking. 27 28 Onderhoud en reiniging BESCHERMING VAN UW INVESTERING Door uw koelkast schoon te houden wordt het uiterlijk bewaard en ontstaan er geen geurtjes. Veeg onmiddellijk gemorste levensmiddelen schoon en reinig de vries- en koelgedeelten ten minste tweemaal per jaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen tijdens het schoonmaken: • Gebruik nooit en op geen enkel oppervlak metalen sponsjes, schuurborstels, schurende reinigingsmiddelen of sterke alkalische oplossingen. • Was de verwijderbare onderdelen niet in de vaatwasmachine. • Trek altijd de elektriciteitsraad uit het stopcontact alvorens u begint schoon te maken. N.B. Wanneer u de temperatuur instelt om de koeling uit te schakelen, blijft er stroom staan op de lampjes en de elektrische componenten totdat u de stekker uit het stopcontact trekt. • Verwijder kleeflabels met de hand. Gebruik geen scheermesjes of andere scherpe voorwerpen die krassen kunnen laten op het oppervlak van uw toestel. • Verwijder het plaatje met het serienummer niet. Lees de aanwijzingen op de volgende pagina om de specifieke ruimten in uw koelkast te onderhouden en schoon te maken. ! OPGELET • Trek de koel-/vrieskast recht vooruit uit om te verplaatsen. Uw vloer kan worden beschadigd, wanneer u de koel-/vrieskast heen en weer verschuift. Let goed op dat u de koel-/vrieskast niet uit de loodgieterij trekt. • Vochtige voorwerpen kleven op koude metalen oppervlakken. Raak geen gekoelde oppervlakken met natte of vochtige handen aan. BELANGRIJK Draineer de watertoevoer helemaal, indien u de koelkast in vriestemperatuur opslaat of verhuist. Indien u dit niet doet, kan er waterlekkage ontstaan wanneer u de koelkast opnieuw in gebruik neemt. Neem contact op met de onderhoudsdienst om dit te doen. Onderhoud en reiniging TIPS VOOR ONDERHOUD EN REINIGING Onderdeel Reinigingsmiddelen Tips en voorzorgsmaatregelen Binnen in de koel-/ vrieskast en in de deuren • Water en zeep • Zuiveringszout en water • Gebruik 2 soeplepels zuiveringszout in 946 ml lauw water. • Wring overtollig water uit de spons of doek alvorens u rond een regelknop, lamp of een ander elektrisch onderdeel schoonmaakt. Pakking in de deuren • Water en zeep • Wrijf de pakking met een schone, zachte doek af. Laden en bakjes • Water en zeep • Reinig kanalen in laden met een zachte doek. • Was de verwijderbare onderdelen (bakjes, laden etc.) niet in de vaatwasmachine. Glazen legplanken • Water en zeep • Glasreinigingsmiddel • Zachte sprays • Laat het glas tot kamertemperatuur opwarmen alvorens in lauw water te dompelen. Rooster onderaan • Water en zeep • Zachte sprays • Bevestiging met stofzuiger • Verwijder het stof vooraan de rooster met een stofzuiger. • Haal de rooster uit. • Stofzuig de achterkant en wrijf af met een doek of spons gedrenkt in zeepsop. Spoel af en droog. Buitenkant en hendels • Water en zeep • Een niet-schurend reinigingsmiddel voor glas • Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen, ammoniak of alcohol om de hendels te reinigen. • Gebruik een zachte doek om gladde hendels schoon te maken. • Gebruik geen droge doek om gladde hendels schoon te maken. Buitenkant en hendels (modellen in roestvrij staal) • Water en zeep • Ammoniak • Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal • Reinig de roestvrij stalen voorzijde en hendels met niet-schurend zeepwater en een zachte keukendoek. Spoel af met schoon water en wrijf schoon met een zachte doek. • Verwijder hardnekkige plekken met in een ammoniak gedrenkte papieren handdoek en spoel af. Gebruik niet-schurende reinigingsmiddelen voor roestvrij staal. Zij zijn verkrijgbaar in de meeste doe-het-zelfzaken of de belangrijkste grootwarenhuizen. Volg altijd de instructies van de fabrikant. • NB: altijd in de richting van de draad reinigen, vegen en afdrogen om krassen te voorkomen. • Was de rest van de kast met warm water en een zacht vloeibaar reinigingsmiddel. Spoel goed af en droog met een schone, zachte doek. TIPS VOOR VAKANTIE EN VERHUIZING Gelegenheid Tips Korte vakanties • Laat de koel-/vrieskast gewoon werken gedurende vakanties van 3 weken of korter. • Haal alle bederfbare levensmiddelen uit het koelgedeelte. • Schakel de automatische ijsmachine uit en ledig de ijsemmer, zelfs als u maar enkele dagen afwezig zult zijn. Lange vakanties • • • • • Verhuizing • Haal alle levensmiddelen en ijs uit. • Laad de koel-/vrieskast van de zijkant op een eventueel gebruikte handkar. • Plaats de wieltjes helemaal omhoog om deze te beschermen terwijl de koel-/vrieskast wordt verschoven of verplaatst. • Pak de kast in om krassen op de buitenkant te vermijden. Haal alle levensmiddelen en ijs uit, wanneer u een maand of langer afwezig zult zijn. Schakel het koelsysteem uit en trek de stekker uit het stopcontact. Schakel de automatische ijsmachine uit en draai de kraan voor de watertoevoer dicht. Maak het binnenste gedeelte grondig schoon. Laat beide deuren open om geurtjes en schimmel te voorkomen. Blokkeer de openstaande deuren, indien nodig. 29 30 Onderhoud en reiniging VERVANGING VAN DE LAMPEN In het koel- en het vriesgedeelte van uw koel-/vrieskast zitten lampjes die nu en dan zullen moeten worden vervangen. Rond sommige lampjes is een bedekking geplaatst die u moet verwijderen alvorens de lampjes worden vervangen. Gebruik altijd lampjes voor huishoudapparatuur. Vervanging van de lampjes: ! OPGELET Draag handschoenen wanneer u de lampjes vervangt om snijwonden te voorkomen. 1 Trek de stekker van de koel-/vrieskast uit het stopcontact. Schroef 2 Koelkastlampjes achter het regelingspaneel Draag handschoenen ter bescherming tegen eventueel gebroken glas. 3 Vervang de bedekking rond de lamp, indien nodig. 4 Schroef los en vervang het lampje door een speciaal voor huishoudapparatuur bestemd lampje van hetzelfde type en met dezelfde stroomsterkte. 5 Plaats de eventuele bedekking rond de lamp terug. 6 Steek de stekker van de koel-/vrieskast in het stopcontact. Lichtscherm Bedekking van het lampje in de vleeslade Contactvoetje van de lamp achteraan de vleeslade Lampjes Contactvoetje van de lamp achteraan de groentelade Bedekking van het lampje in de groentelade Lampje Contactvoetje van de lamp achteraan de ijsbak Lichtscherm Lampje Contactvoetje van de lamp achteraan de bakken Lampjes Bedekking van het lampje in de diepvries Oplossing van gewone problemen ALVORENS U BELT: Indien u een probleem met uw koel-/vrieskast ondervindt of een werking of toestand opmerkt die u niet begrijpt, vindt u meestal een antwoord in dit hoofdstuk. Lees dit eerst alvorens de onderhoudsdienst te bellen. Vanaf de onderstaande tabel wordt informatie gegeven over vaak voorkomende problemen, oorzaken en gesuggereerde oplossingen. Werking van uw koel-/vrieskast Probleem Oorzaak Oplossing Compressor werkt niet. • Koelingsysteem is uitgeschakeld. • Schakel het koelingsysteem in. In een vorig hoofdstuk vindt u de locatie van de aan-/uit-knop van het koelingsysteem. • Dit is normaal voor een koel-/vrieskast met volledig automatische ontdooiing. De ontdooicyclus vindt regelmatig plaats en duurt ongeveer 30 minuten. • Steek de stekker goed in het stopcontact. • Controleer/vervang de zekering. Stel de stroomonderbreker opnieuw in. • Controleer de lichten in de woning. Bel uw elektriciteitsmaatschappij. • De koel-/vrieskast is in een ontdooicyclus. • De stekker steekt niet in het stopcontact. • De zekering of de stroomonderbreker is uitgeschakeld. • Stroomonderbreking. De koel-/vrieskast werkt te veel of te lang. • De kamer is te warm of het is een zeer warme dag. • De koel-/vrieskast was gedurende een zekere periode uitgeschakeld. • De automatische ijsmachine werkt. • De deuren zijn te vaak of te lang geopend. • De deur van uw koel-/vrieskast staat op een kier. • De regelknop voor de diepvries is op een te lage temperatuur ingesteld (de regeling bevindt zich in het koelgedeelte). • De pakking van de koel-/vrieskast is vuil, versleten, gebarsten of slecht geplaatst. • In dergelijke omstandigheden zal uw koel-/vrieskast gewoonlijk langer werken. • Het duurt 8 tot 12 uur alvorens de koel-/vrieskast helemaal is afgekoeld. • De ijsmachine doet de koel-/vrieskast iets meer werken. • Door de warme lucht die in de koel-/vrieskast komt, werkt deze harder. Open de deuren minder vaak. • Controleer of de koel-/vrieskast waterpas staat. Controleer of de deur niet door producten is geblokkeerd. Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/sluiten van deuren/laden. • Stel de regeling van het vriesgedeelte op een hogere temperatuur in, totdat u tevreden bent over de temperatuur in het koelgedeelte. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te worden. • Reinig of vervang de pakking. Door lekkage in de afdichting van de deur moet de koel-/vrieskast langer werken om de gewenste temperatuur te houden. Compressor werkt niet. • Het elektronische besturingssysteem houdt de koel-/vrieskast op een constante temperatuur. • Dat is normaal. De koel-/vrieskast gaat aan en uit om de temperatuur constant te houden. Digitale temperatuurweerg aven flikkeren. • Het elektronische besturingssysteem heeft een probleem met de werking ontdekt. • Bel uw onderhoudstechnicus bij Electrolux om te weten wat de meldingen of nummercodes op de flikkerende weergaven betekenen. 31 32 Oplossing van gewone problemen Temperatuur is te koud Probleem Oorzaak Oplossing De temperatuur in het vriesgedeelte is te koud. De temperatuur in het koelgedeelte is goed. • De regeling voor het vriesgedeelte is op een te lage temperatuur ingesteld. • Stel de regeling voor het vriesgedeelte op een hogere temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te worden. De temperatuur in het koelgedeelte is te koud. De temperatuur in het vriesgedeelte is goed. • De regeling voor het koelgedeelte is op een te lage temperatuur ingesteld. • Stel de regeling voor het koelgedeelte op een hogere temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te worden. Levensmiddelen bevriezen in de laden. • De regeling voor het koelgedeelte is op een te lage temperatuur ingesteld. • Zie de bovenstaande oplossing. Het vlees bewaard in het vleesvak (sommige modellen) bevriest. • De regeling voor het vleesvak is op een te lage temperatuur ingesteld. • Stel de regeling voor het vleesvak hoger in. Vlees moet worden bewaard op een temperatuur net onder het vriespunt, om zo lang mogelijk te kunnen bewaren. IJskristallen zullen gewoonlijk worden gevormd vanwege het vleesnat. Temperatuur is te warm Probleem Oorzaak Oplossing De temperatuur in de koel-/vrieskast is te warm. • De deuren zijn te vaak of te lang geopend. • De deur staat op een kier. • Door de warme lucht die in de koel-/vrieskast komt, stijgt de temperatuur. Open de deuren minder vaak. • Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/ sluiten van deuren/laden. De temperatuur in het vriesgedeelte is te warm. De temperatuur in het koelgedeelte is goed. • De regeling voor het vriesgedeelte is op een te hoge temperatuur ingesteld. • Stel de regeling voor het vriesgedeelte op een lagere temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te worden. De temperatuur in het koelgedeelte is te warm. De temperatuur in het vriesgedeelte is goed. • De regeling voor het koelgedeelte is op een te hoge temperatuur ingesteld. • Stel de regeling voor het koelgedeelte op een lagere temperatuur in. Geef de temperatuur 24 uur om stabiel te worden. De temperatuur in het vleesvak (sommige modellen) is te hoog. • De regeling voor het vleesvak is op een te hoge temperatuur ingesteld. • Stel de regeling voor het vleesvak lager in. Water/vocht/ijs in het koelgedeelte Probleem Oorzaak Oplossing Vocht stapelt zich op tegen de binnenwanden van het koelgedeelte. • Zeer warm en vochtig weer. • De deur staat op een kier. • Er stapelt zich meer ijs en vocht op in het koelgedeelte. • Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/ sluiten van deuren/laden. • Open de deur minder vaak. • De deur is te vaak of te lang geopend. • Open dozen. • Sluit de dozen. Onderaan het deksel van de lade wordt water opgestapeld. • Groenten bevatten vocht en geeft vocht af. • Vocht onderaan het deksel is niet ongewoon. • Stel de vochtigheidsregeling (sommige modellen) lager in. Onder in de lade wordt water opgestapeld. • Water druipt van gewassen groenten en fruit in de lade. • Droog de producten af, alvorens ze in de lade te plaatsen. Vocht onder in de lade is gewoon. Oplossing van gewone problemen Water/vocht/ijs aan de buitenzijde van de koel-/vrieskast Probleem Oorzaak Oplossing Vocht stapelt zich op tegen de buitenkant van de koel-/ vrieskast of tussen de deuren. • Vochtig weer. • Dat is gewoon in vochtig weer. Het vocht moet verdwijnen, zodra het weer minder vochtig wordt. • Zie het hoofdstuk met problemen bij het openen/ sluiten van deuren/laden. • Een van de deuren staat op een kier, waardoor de koude lucht van binnen de koel-/vrieskast in contact komt met de warme lucht van buiten. Automatische ijsmachine Probleem Oorzaak Oplossing De ijsmachine maakt geen ijs. • De schakelaar voor de ijsmachine staat op “uit”. • De watertoevoer is niet op de koel-/ vrieskast aangesloten. • De klep voor de waterleiding staat niet open. • Het vriesgedeelte is niet koud genoeg. • De klep op de koudwaterleiding is geheel of gedeeltelijk verstopt. Indien de klep zelfreinigend is, kan het gat te klein zijn om water door te laten. • Controleer of de waterdispenser water geeft. • Draai de schakelaar aan. • De waterfilter zit niet stevig vast. De ijsmachine maakt onvoldoende ijs. • De ijsmachine maakt minder ijs dan verwacht. • Het vriesgedeelte is niet koud genoeg. • De klep voor de waterleiding staat niet helemaal open. • Controleer of de waterdispenser langzamer water geeft dan gewoonlijk. • Sluit de watertoevoer aan (zie Installatie-instructies). • Open de klep op de waterleiding. • Zie het hoofdstuk over te hoge temperatuur. • Sluit de klep op de waterleiding. Verwijder de klep. Verifieer of dit geen zelfreinigende klep is. Maak de klep schoon. Vervang de klep, indien nodig. • Indien dit niet het geval is, is het ijs- en waterfilterelement geheel of gedeeltelijk verstopt en moet het worden vervangen. • Druk hard totdat de waterfilter goed vast klikt. • De ijsmachine moet ongeveer 1,8 tot 2,2 kg ijs produceren op 24 uur. De functie voor snel ijs moet ongeveer 2,7 kg ijs produceren op 24 uur. • Zie het hoofdstuk over te hoge temperatuur. • Open de klep op de waterleiding. • Indien dit het geval is, vervangt u het ijs- en waterfilterelement. De ijsmachine stopt niet met ijs maken. • De signaalarm van de ijsmachinedraad in het vriesgedeelte wordt door iets neergehouden. • Verplaats het product en maak de signaalarmdraad vrij. Verwijder ijsblokjes die aan elkaar zijn gevroren over de signaalarmdraad. De ijsmachine maakt geen losse ijsblokjes. • De ijsblokjes worden niet vaak genoeg gebruikt. • De ijsblokjes zijn hol of kleiner dan gewoonlijk. • Verwijder de ijsbak en schud hem om de ijsblokjes los te maken. • Het ijs- en waterfilterelement kan verstopt zijn. Vervang het filterelement. Het ijs heeft een vieze geur of smaak. • Het ijs heeft een geur of smaak opgenomen van levensmiddelen met een sterke geur of smaak die in het koel- of het vriesgedeelte worden bewaard. • Het water dat naar de ijsmachine stroomt, heeft een slechte smaak of geur. • Het ijs wordt niet vaak genoeg gebruikt. • Pak de levensmiddelen goed in. Gooi oud ijs weg. De ijsmachine zal nieuw ijs maken. • Plaats een filter op de waterleiding. Raadpleeg een bedrijf voor waterzuivering. • Gooi oud ijs weg. 33 34 Oplossing van gewone problemen IJsdispenser Probleem Oorzaak Oplossing Dispenser geeft geen ijs. • De watertoevoer is niet aangesloten. • De bak voor het bewaren van het ijs is leeg. • De temperatuur in het vriesgedeelte is te hoog ingesteld. • Sluit de waterleiding aan. • De dispenser zou moeten werken, wanneer het eerste ijs in de bak valt. • Stel de regeling van het vriesgedeelte lager in, zodat ijsblokjes kunnen worden gemaakt. De dispenser zou moeten werken, wanneer het eerste ijs wordt gemaakt. • Open de klep op de waterleiding. Geef voldoende tijd om ijs te maken. De dispenser zou moeten werken, wanneer er ijs wordt gemaakt. • Sluit de deur van het vriesgedeelte. • De klep voor de waterleiding staat niet open. • De deur van het vriesgedeelte is niet gesloten. • De ijsdispenserarm is gedurende meer dan 4 tot 5 minuten ingedrukt gehouden. De ijsdispenser is geblokkeerd. • Rond de spiraal is ijs gesmolten en aangevroren vanwege te laag gebruik, temperatuurschommelingen en/of stroomonderbrekingen. • IJsblokjes zitten geklemd tussen de ijsmachine en de achterkant van de ijsbak. • IJsblokjes zijn aaneen gevroren. • De ijsblokjes zijn hol of kleiner dan gewoonlijk. • De motor is overbelast. De bescherming tegen overbelasting van de motor wordt automatisch opnieuw ingesteld na ongeveer 3 minuten. De ijsdispenser zal dan werken. • Verwijder de ijsbak, laat het ijs dooien en giet de bak uit. Maak de bak schoon, wrijf droog en plaats opnieuw in de juiste positie. De dispenser zou moeten werken, wanneer er ijs wordt gemaakt. • Verwijder de ijsblokjes die de dispenser blokkeren. • Gebruik de dispenser vaak, zodat de ijsblokjes niet aan elkaar vriezen. • Het ijs- en waterfilterelement kan verstopt zijn. Vervang het filterelement. Het dispensersysteem werkt het best met een waterdruk van 1,4 tot 6,9 bar. De druk van putwater moet binnen deze limieten liggen. Waterdispenser Probleem Oorzaak Oplossing Dispenser geeft geen water. • De watertoevoer is niet aangesloten. • De klep voor de waterleiding staat niet open. • De deur van het vriesgedeelte is niet gesloten. • Het ijs- en waterfilterelement is verstopt. • De eventuele voorste filter is niet helemaal geplaatst. • Sluit de waterleiding aan. • Open de klep op de waterleiding. Zie het hoofdstuk “IJsmachine maakt geen ijs”. • Sluit de deur van het vriesgedeelte. • Het water heeft te lang in het reservoir gestaan. • De koel-/vrieskast is niet goed op de koudwaterleiding aangesloten. • De buizen van de waterleiding en installatie kunnen aan het water een smaakje en geur geven. • Het water heeft een hoog mineraalgehalte. • Vul 10 tot 12 glazen water en gooi dit water weg, om de toevoer te verversen en het reservoir helemaal te spoelen. • Sluit de koel-/vrieskast aan op de leiding die water geeft aan de kraan in de keuken. • Gebruik het best koperen buizen voor de wateraansluiting. • De druk op de stopkraan (voor putwater) is te laag. • Het systeem van omgekeerde osmose is in de recuperatiefase. • Laat iemand de druk op de stopkraan voor de waterpomp verhogen (voor putwater). • Het is normaal dat de druk op het systeem van omgekeerde osmose tijdens de recuperatiefase lager dan 1,4 bar is. Het water heeft een vreemde smaak en/of geur. De waterdruk is uitzonderlijk laag. • Vervang het filterelement. • Duw de filter in totdat u een “klik” hoort. De filter moet in lijn met de kast staan. • Neem contact op met een waterzuiveringsbedrijf. Oplossing van gewone problemen Geurtjes in de koel-/vrieskast Probleem Oorzaak Oplossing De koel-/vrieskast is vuil binnenin. • De binnenkant moet worden schoongemaakt. • Levensmiddelen met een sterke geur worden in het koelgedeelte bewaard. • Zie Tips voor onderhoud en reiniging. • Pak de levensmiddelen goed in. Openen/sluiten van deuren/laden Probleem Oorzaak Oplossing De deur(en) sluiten niet. • Eén deur is te hard gesloten, waardoor de andere deur iets open is gegaan. • De koel-/vrieskast staat niet waterpas. Bij verplaatsing schommelt de koel-/vrieskast over de vloer. • Sluit beide deuren voorzichtig. • De koel-/vrieskast raakt een muur of kast. De laden zijn moeilijk te bewegen. • Levensmiddelen in de lade raken de legplank boven de lade. • Het traject waarover de laden schuiven, is vuil. • De vloer moet waterpas en sterk genoeg zijn om de koel-/vrieskast te dragen. Neem contact op met een schrijnwerker om een doorzakkende of hellende vloer te verhelpen. • De vloer moet waterpas en sterk genoeg zijn om de koel-/vrieskast te dragen. Neem contact op met een schrijnwerker om een doorzakkende of hellende vloer te verhelpen. • Bewaar minder in de lade. • Maak de lade en de kanalen schoon. Zie Tips voor onderhoud en reiniging. Een lamp brandt niet Probleem Oorzaak Oplossing De lamp brandt niet. • De lamp is gebroken. • Zie Vervanging van lampen in het hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”. • Maak de lichtschakelaar in het vriesgedeelte vrij. • De schakelaar voor het lampje in het vriesgedeelte steekt vast. • De koel-/vrieskast staat niet onder stroom. • Het besturingssysteem heeft de lampjes uitgeschakeld, omdat de magneet onder het zuivelvak (in de deur van het koelgedeelte) werd uitgehaald. • Het besturingssysteem heeft de lampjes uitgeschakeld, omdat een van beide deuren te lang open stond. • Zie het hoofdstuk “Werking van de koel-/vrieskast”. • Plaats de magneet terug. • Sluit en heropen de deur(en) om de lampjes te activeren. 35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360

Electrolux ERL6297XX0 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor