33
NL
Afbeelding 2.
5. Gebruik van de koelkast
Steek de netstekker in het stopcontact en/of
schakel (indien nodig) het stopcontact in om het
apparaat in gebruik te nemen. De lege koelkast
heeft ongeveer 6-7 uur nodig om de juiste
koeltemperatuur te bereiken als hij
omgevingstemperatuur heeft.
5.1. Eerste inbedrijfstelling
Sluit het toestel aan op een geaard stopcontact.
De miniBar start automatisch met een zelftest.
Als de elektronica geen fout vaststelt, begint de
koelkast te koelen. Als er een fout wordt ontdekt,
hoort de koelkast op met koelen. Als dat
gebeurt, neem dan a.u.b. contact op met uw
geautoriseerde klantenservice.
5.2. Temperatuurregeling
De miniBar is uitgerust met een volautomatische,
elektronische temperatuurregeling. Het is niet
meer nodig de temperatuur van de koelruimte
handmatig in te stellen.
5.3. Cool Unit Control (CUC)
De elektronica controleert de werking na iedere
ontdooifase (elke 24 uur) door middel van een
meting van de temperatuurdaling van de
verdamper. Als er een probleem wordt vastgesteld,
stopt de werking van de koelkast. Als dat gebeurt,
controleer dan of de koelkast overbelast is, of de
deur correct afsluit, of de koeleenheid voldoende
geventileerd is en of de koelkast waterpas staat.
Na controle de stekker van de koelkast minstens
voor 10 seconden uit het stopcontact trekken en
weer aansluiten. De koeleenheid wordt gereset en
begint weer te werken. Mocht u merken, dat het
toestel niet koelt, dan is er waarschijnlijk een
probleem en dient u contact op te nemen met de
klantenservice.
3. Reinigen
Reinig de koelkast zorgvuldig voor de eerste
ingebruikname en daarna indien nodig. Maak de
koelkast schoon met handwarm water en een zacht
niet bijtend reinigingsmiddel. Neem daarna af met een
droge zachte doek. Droog de koelkast nooit met
behulp van droge warme lucht. De buitenkant kan
regelmatig worden afgenomen met een vochtige
doek. REINIG HET APPARAAT NOOIT MET
BIJTENDE CHEMICALIEN OF SCHUURMIDDELEN.
4. Plaatsing van de koelkast
Voordat u de koelkast aansluit, dient u met de
volgende punten rekening te houden:
ZORG DAT DE KOELKAST WATERPAS STAAT
BIJ GEBRUIK WORDEN DE LEIDINGEN AAN DE
ACHTERKANT WARM
DE KOELKAST WERKT ZONDER COMPRESSOR
EN MAAKT DAAROM GEEN GELUID
NA DRIE UUR TREEDT WAARNEEMBARE
KOELING OP
Tijdens het koelproces geeft de koelkast via de
condensor (bovenste gedeelte van de
achterplaat) warmte af aan de omgeving. Hoe beter de
ventilatie van de condensor, hoe efficiënter de
koeling.
Een andere voorwaarde voor een efficiënt gebruik
is dat de koelkast op een vlakke ondergrond moet
staan. Om te kunnen zien of de koelkast waterpas
staat, kunt u het beste een glas water op de
koelkast plaatsen.
Stel de koelkast niet bloot aan directe
warmtestraling (zonlicht, radiator, dicht bij een
oven, enz.)
4.1. Installatie
De koelkast is uitgerust met een elektrisch
verwarmde absorberende koelingseenheid, die
nagenoeg geruisloos functioneert.
Binnenin de koelkast vindt u een plastic zak
waarin 4 kleine wieltjes aanwezig zijn. Gelieve de
koelkast voorzichtig op de achterkant te leggen en
de assen van de wieltjes in de in het onderste
gedeelte ingebouwde metalen hulzen te steken
(afbeelding 2.). Op die manier kunt u uw koelkast
steeds naar de plaats bewegen, waar u hem wilt
hebben.
Gebruik de koelkast nooit zonder
gemonteerde wieltjes, omdat er anders
onvoldoende ventilatie is!