5019 100 93600
(Recht op technische wijzigingen voorbehouden)
PROGRAMMATABEL
GCF 4772 / GCI 4775
NL
*) Referentie programma voor verschillende soorten afwasmiddel type A (IEC 436).
****) Referentie programma voor verschillende soorten afwasmiddel type B (EN 50242).
**) Voor het voorspoelen.
***) Deze waarden zijn indicatief en hebben betrekking op normale omstandigheden. De gegevens kunnen verschillen al naar gelang, bijvoorbeeld: een verschillende lading, een
verschillende temperatuur of hardheid van het water en een andere voedingsspanning.
Regenereerzout
Voeg regenereerzout toe.
Start/Stop toets
Druk nadat u het programma
en de extra functies heeft
geselecteerd, op deze knop.
Delicaat
Druk op deze knop nadat u het
programma Snel, Delicaat of het
Spaarprogramma heeft ingesteld.
Intensief
Druk nadat u het gewenste
intensieve programma heeft
ingesteld, op deze knop.
Spoelglansmiddel
Voeg spoelglansmiddel toe.
Programma
nummer en symbool
Laden
van vaat en bestek
Druk voor intensieve of
spaarprogramma's, of voor
het programma Snel of
Delicaat op de volgende
knop:
Doseerbakje afwasmiddel:
+) met voorspoelen
-) zonder voorspoelen
Verbruik ***
Normale lading
** Klein vakje Groot vakje
Water
(Liter)
Energie
(kWh)
Tijd
(Min.)
1
Voorspoelen
Vaat die later gewassen moet worden.
- - - 4 0,01 6,5
2
Normaal 65° C *)
Matig vervuilde vaat met opgedroogde voedselresten .
- - + 16,5 1,30 100
2
Intensief 65° C
Sterk vervuilde vaat, met opgedroogde resten.
+ + 20,5 1,40 103
2
Bio Normaal 55° C
Matig vervuild, met opgedroogde resten.
- + 16,5 115 93
3
Bio Spaarprogramma 55° C ****)
Matig vervuild.
- + 13,0 1,09 88
4
Snel 55° C
Matig vervuilde vaat.
- + 12158
4
Delicaat 45° C
Matig vervuild, zonder opgedroogde resten.
--+120,9555
Dagelijks controles:
1. De waterkraan opendraaien.
2. Zet de vaat zo in de korven; dat het
elkaar niet raakt.
3. Controleer of de waterstraal al het
vaatwerk bereikt en of de sproeiarmen
ongehinderd kunnen draaien.
4. Voeg afwasmiddel toe en controleer
het niveau van het zout en het
spoelglansmiddel.
5. Sluit de deur goed.
Adviezen:
Vaatwerk:
• Zet het vaatwerk op zijn kop.
Bestek:
• Om ruimte te winnen, kan de bestekkorf worden weggehaald.
• Zet het bestek zonder het naar soort te scheiden en met het handvat omlaag in de korf.
• Zet bestek waaraan u zich zou kunnen verwonden met het handvat omhoog.
Kopjes:
• Zet de kopjes schuin, zodat het water kan wegvloeien.
Zilveren bestek:
• Was zilveren bestek met de hand af, onmiddellijk na het gebruik. Volg de adviezen op de verpakking van
het afwasmiddel op.
Belangrijk:
•
Zet
alleen vaat en keukengerei dat in de
vaatwasmachine gewassen mag worden in de
machine.
• Hout en aluminium kunnen van kleur veranderen.
• Plastic of vastgelijmd keukengerei is misschien
niet bestand tegen de hitte.
• Tin kan mat worden.
• Gedecoreerd servies (niet geëmailleerd) kan
verbleken.
• Glazen mat kunnen worden.