GYS GYSPOT EVOLUTION PTI-s7 (4M) de handleiding

Type
de handleiding
21/08/2017-v8
1
GYSPOT INVERTER EVOLUTION PTI-s7 400V
GEBRUIKSAANWIJZING
V8
INHOUD
1- PRESENTATIE, VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN................................................2
2- BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT.............................................................................................................................. 3-4
3- INSTALLATIE EN OPSTARTEN VAN HET APPARAAT .......................................................................................................5-6
4- WERKING VAN HET APPARAAT......................................................................................................................................7
Gebruik van de toetsen........................................................................................................................................7
Aanbevelingen voor het gebruik van de lasmodules...............................................................................................8
Gebruik van de C-klem (normaal-multi-plaatwerk-handmatig-gysteel-auto-energy-constructeur)............................. 9-12
Gebruik van het pistool ........................................................................................................................................13
Foutmeldingen.....................................................................................................................................................13
Puntenteller.........................................................................................................................................................14
Opslaan (rapport identificatie modus - programma gebruiker)..........................................................................14-17
Geheugenkaart SD...............................................................................................................................................17
Software GYSPOT voor PC ...................................................................................................................................18-21
5- VOORZORGSMAATREGELEN GEBRUIK EN ONDERHOUD..................................................................................................22
Opleiding gebruiker..............................................................................................................................................22
Prepareren van de te assembleren onderdelen......................................................................................................22
Lassen eenpunts-elektrode...................................................................................................................................22
Niveau en werking van de koelvloeistof..................................................................................................................22
Reinigen van de pneumatische filter......................................................................................................................22
Onderhoud van de generator...............................................................................................................................22
Reinigen of vervangen van het lasmateriaal................. .........................................................................................22
Vervangen van caps/elektrodes ..........................................................................................................................22
Installatie en gebruik van het pistool....................................................................................................................23
Vervangen, afstellen en onderhoud van de C-klemmen........................................................................................... 24-27
6 - AFWIJKINGEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN....................................................................................................................28
7 VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING.......................................................................................................................29
8 - GARANTIEVOORWAARDEN...........................................................................................................................................29
9 ELEKTRISCHE SCHEMA'S.............................................................................................................................................30
10 KOELCIRCUIT.............................................................................................................................................................31
11 - AANSLUITING SNOER, KABEL, KLEM............................................................................................................................. 31
12 - TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN..................................................................................................................................32
13 - PICTOGRAMMEN .......................................................................................................................................................32
Andere talen zijn beschikbaar op de SD kaart.
Other languages are available on the SD card.
Weitere auf SD-Karte verfügbare Sprachen.
21/08/2017-v8
2
Hartelijk dank voor uw keuze ! Leest u, voor de installatie, het in werking stellen, en iedere vorm van onderhoud aan deze apparatuur
aandachtig de hierop volgende veiligheidsvoorschriften, om persoonlijke ongelukken en materiële schade aan het lasapparaat te
voorkomen.
GYS kan in geen enkel geval verantwoordelijk worden gehouden voor lichamelijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het gebruik
van dit apparaat in de volgende omstandigheden:
- het wijzigen of buiten werking stellen van veiligheidsonderdelen,
- het niet respecteren van de aanbevelingen zoals vermeld in deze handleiding,
- het wijzigen van de technische eigenschappen van dit apparaat,
- het gebruik van andere onderdelen dan die door GYS geleverd worden, of het gebruik van ongeschikte onderdelen,
- het niet respecteren van de regelgeving en de specifieke bepalingen van het land waar het apparaat gebruikt wordt.
1- PRESENTATIE, VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
Dit apparaat is bestemd voor het uitvoeren van de volgende carrosserie-werkzaamheden:
- puntlassen van plaatwerk met een pneumatische klem,
- het lassen van plaatwerk met pistool,
- het lassen van nagels, klinknagels, ringen, bouten, sierlijsten,
- het wegwerken van deuken en inslag (inslag veroorzaakt door hagel met de optie slagtrekker).
ALGEMEEN
1. Het personeel dat met het lasapparaat werkt moet een adequate opleiding gevolgd hebben.
2. Het onderhoud en de reparaties mogen alleen door goed opgeleid en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
3. De gebruiker van het apparaat is er verantwoordelijk voor dat de aanbevelingen van de autofabrikanten betreffende de veiligheid van de
elektrische en elektronische apparaten gerespecteerd worden(boordcomputers, autoradio, alarm, airbag enz.).
4. Voor de aanvang van iedere onderhoudsbeurt of reparatie moet de toevoer van geperste lucht afgesloten worden en moet het apparaat
drukvrij zijn.
5. De elektroden, armen, en alle andere secondaire geleiders kunnen zeer heet worden, en dit nog lange tijd blijven na het uitschakelen
van het apparaat. Waarschuwing: risico op brandwonden.
6. Het is noodzakelijk om regelmatig een preventieve onderhoudsbeurt uit te voeren.
ELEKTRICITEIT
1. Verzekert u zich ervan dat het apparaat op een geaarde installatie is aangesloten, en dat de verbindingskabel in goede staat is.
2. Verzekert u zich ervan dat de werkeenheid geaard is.
3. Voorkomen moet worden dat de gebruiker van het apparaat de te lassen metalen onderdelen zonder bescherming, of met vochtige
kleding, aanraakt.
4. Voorkom het contact met het te lassen werkstuk.
5. Niet puntlassen in een zeer vochtige omgeving of op een natte ondergrond.
6. Nooit lassen met versleten of doorboorde kabels. Verzekert u zich ervan dat er geen defecten in de isolatie of blootliggende kabels zijn,
dat alle aansluitingen goed vastzitten, en dat er geen lekkage in het koelvloeistof-systeem is.
7. Voordat u een controle uitvoert of onderhoud verricht, moet u het apparaat uitschakelen en van de netspanning afkoppelen.
BESCHERMING VAN OGEN EN LICHAAM
1. Tijdens het lassen moet de lasser zich beschermen tegen eventuele wegspattende gloeiende deeltjes, door het dragen van
veiligheidskleding zoals: lederen handschoenen, een lederen schort, veiligheidsschoenen, en een veiligheidsmasker of -bril. Ook tijdens
schuur- of hamerwerkzaamheden moet de lasser zijn ogen beschermen.
2. De klemkracht van de klem kan 550 daN bereiken. Houdt alle lichaamsdelen verwijderd van bewegende delen, om zo ieder risico op
het afklemmen van lichaamsdelen te voorkomen. Houd vooral de vingers uit de buurt van de uiteinden van de elektroden.
3. Draag geen ringen, horloge of geleidende sieraden, deze kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
4. Alle veiligheidsschermen moeten in goede staat verkeren en correct geplaatst worden. Bescherm de directe omgeving van het apparaat
tegen wegspattende deeltjes.
BRAND
1. Let op dat de wegspattende vonken geen brand kunnen veroorzaken, in het bijzonder in de nabijheid van ontvlambare materialen.
2. Verzekert u zich ervan dat er brandblussers aanwezig zijn in de nabijheid van het apparaat.
3. Plaats het apparaat in een ruimte waar een luchtafzuigsysteem aanwezig is.
4. Las niet op brandstof- of smeermiddel-houdende elementen, zelfs als deze leeg zijn. Las ook niet op containers waarin zich
ontvlambare materialen bevinden.
5. Niet lassen in een atmosfeer waarin zich hoge doses ontvlambaar gas of brandstofdampen bevinden.
ELEKTRO-MAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Tijdens het gebruik van het lasapparaat moet u er zich van verzekeren:
- dat er geen andere voedingskabels, controle-kabels, telefoonkabels, of ontvangstapparatuur (radio of tv), horloges, mobiele telefoons,
magnetische kaarten, computers, of andere elektronische apparatuur aanwezig zijn.
- dat er geen personen in de buurt zijn die drager zijn van medische apparatuur (pacemakers, gehoor-apparatuur...)
Neem extra beveiligingsmaatregelen indien er zich andere werkende apparatuur in dezelfde ruimte bevindt.
- dat de accu van het voertuig afgekoppeld is.
Het wordt aangeraden om de elektronische onderdelen van het voertuig (calculators, board-computers, relais.....) zo ver mogelijk
van het lasapparaat te houden.
21/08/2017-v8
3
2 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Achterzijde
C-klem
Voorzijde PTI
Kaartlezer SD-kaart
Bedieningspaneel
voor de
gebruiker
Schakelaar 32 A D
Hoofdschakelaar 30 mA
Pneumatisch filter,
Aansluiting pneumatisch
netwerk
Drukknop (A) Sluiten
klem/lassen
Vaste deel C-arm
Drukknop (B) :
Afstandsbediening las-
instellingen
Vergrendelingshendel/
ontgrendelen C-arm
Mobiele deel arm
21/08/2017-v8
4
Montage PTI
21/08/2017-v8
5
3- INSTALLATIE EN INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT
Voor het inschakelen
Er moeten meerdere controles uitgevoerd worden voordat het apparaat in werking gesteld mag worden:
- Controleer de spanning van de elektrische aansluiting : dit moet een 400VAC driefasen spanning zijn, met een 32 A
vertraagde stroomonderbreker, curve D (of een zekering type aM) en met een 30 mA hoofdschakelaar.
- Controleer de kabelsectie van de kabel die tot aan de aansluiting gaat: 4x6 mm
². Als de elektrische kabel langer is dan
10m, gebruik dan een sectie van 10mm². Als u gebruik maakt van een verlengsnoer, dan moet de geleidersectie 6mm² zijn
(10mm² als de lengte van de totale elektrische verbinding + verlengsnoer > 10m).
- Bevestig een geaarde drie-fasen stekker (minimum 32A) aan de voedingskabel.
Waarschuwing: Spanningsverlies moet worden voorkomen, omdat dit een slechte kwaliteit van de laspunt kan veroorzaken.
Er mag daarom nooit een kabel overbelast zijn, een te kleine diameter hebben, en de elektrische aansluitingen mogen zich
niet te ver van de hoofdschakelaar bevinden.
- Een apparaat dat niet voldoende elektrische voeding krijgt, kan geen voldoende laskwaliteit leveren.
- Controleer of het geperste luchtcircuit minimaal 7 bars kan leveren (droge lucht), en sluit vervolgens het luchtnet aan op
de achterzijde van het apparaat.
Het apparaat mag niet gebruikt worden met een luchtnetwerk met een druk minder dan 3 bars.
Bevestiging van het handvat en van de luchtaansluiting.
Aansluiting lucht
Sluit de luchtaansluiting aan op het lucht-
filter.
21/08/2017-v8
6
Vullen van het reservoir met koelvloeistof
Gebruik hiervoor de koelvloeistof (of een gelijkwaardig product) aanbevolen door GYS.
(meer informatie kunt u vinden op : http://www.aqua-concept-gmbh.eu )
Het gebruik van andere koelvloeistoffen, en in het bijzonder standaard auto-koelvloeistof, kan elektrolyse veroorzaken en zo
leiden tot opeenhoping van solide deeltjes in het koelcircuit. Dit kan leiden tot verslechtering van het koelproces en
verstopping van het circuit. Iedere vorm van schade aan het apparaat als gevolg van het gebruik van een andere
koelvloeistof dan de aanbevolen koelvloeistof (of een gelijkwaardig product) valt niet binnen de garantievoorwaarden.
De koelvloeistof , puur gebruikt, zorgt voor een anti-vries bescherming tot -20°C. De vloeistof kan verdund gebruikt worden,
maar mag enkel verdund worden met gedemineraliseerd water; gebruik nooit kraanwater om koelvloeistof mee te
verdunnen! Er moet altijd minimaal 1 fles van 10 liter worden gebruikt, voor een minimale bescherming van het
koelsysteem.
30 liter koelvloeistof
anti-vries bescherming tot -20°C
20 liter koelvloeistof + 10 liter gedemineraliseerd
water
anti-vries bescherming tot -13°C
10 liter koelvloeistof + 20 liter gedemineraliseerd
water
anti-vries bescherming tot -5°C
Iedere vorm van schade aan het apparaat als gevolg van vrieskou valt niet onder de garantievoorwaarden.
Voor het vullen van het koelvloeistofreservoir gaat u als volgt te werk:
- Plaats de pneumatische klem op z'n houder.
- Giet 30 liter vloeistof bij, tot halverwege het aangegeven niveau.
Veiligheidsgegevens koelvloeistof:
- in geval van contact met de ogen: verwijder de contactlenzen indien de persoon deze draagt, en spoel de ogen uit met
een ruime hoeveelheid helder water gedurende enkele minuten. Vraag medisch advies indien er complicaties zijn.
- in geval van contact met de huid: was de huid intensief met zeep, en trek onmiddellijk ieder besmet kledingstuk uit.
Raadpleeg, in geval van irritaties (rode vlekken enz.), een arts.
- spoel, wanneer de vloeistof ingeslikt is, de mond met een ruime hoeveelheid helder water. Drink veel water. Raadpleeg
een arts.
Onderhoud:
Aanbevolen wordt om iedere 2 jaar de koelvloeistof te vervangen. Voor het ledigen van het reservoir van het apparaat
handelt u als volgt:
- verzekert u zich ervan dat er een arm op de C-klem gemonteerd is.
- kies in het keuze-menu de module instellen van de klem.
- verwijder de mobile elektrode op de klem.
- plaats de klem zo, dat u de vloeistof op zult kunt vangen, bijvoorbeeld in een emmer.
- kies in het keuze-menu de normale module.
- druk op de lasknop van de klem, om de pomp te activeren.
- de vloeistof zal wegvloeien door het gat van de elektrode.
- wanneer er niet gelast wordt stopt de pomp automatisch iedere 2 minuten. Het is dus nodig meerdere keren
op de knop te drukken om de pomp te activeren en het gehele reservoir leeg te pompen.
- wanneer het gehele reservoir is leeggepompt, gaat u terug naar de instelling klem, en plaatst u de elektrode terug
in de klem.
- vul het reservoir met de nieuwe vloeistof.
Inschakelen van het apparaat
Zet de schakelaar op positie ON. De elektronische kaart start een test-cyclus en de initialisatie van de instellingen, die
ongeveer 10 seconden duurt. Aan het einde van deze cyclus is het apparaat klaar om gebruikt te worden.
Wanneer het apparaat onder spanning staat circuleert de vloeistof door de kabels. Controleer of er geen lekkages zijn.
21/08/2017-v8
7
4- WERKING VAN HET APPARAAT
Gebruik van de toetsen
Toets
_Met een enkele druk op de toets kunt u kiezen
tussen de modules klem, pistool of « instellen van de klem ».
_ Wanneer u 2 seconden de knop drukt kunt u terugkeren
naar de module « normaal » vanuit de andere modules.
_ 2 seconden drukken op de knop brengt het aantal punten
terug tot nul
wanneer deze getoond worden.
_Twee keer kort drukken doet het overzicht verdwijnen dat
op het scherm verschijnt in de module
visualisatie overzicht.
_Een korte druk op de knop in de module geheugen
van de programma's wist het gekozen programma.
Opslaan van een rapport
Deze functie wordt gedetailleerd in het betreffende
hoofdstuk.
Met de toets « on/off » kunt u wel of niet
het schrijven van een rapport activeren.
Met de toets « view » kunt u de serie gerealiseerde
punten visualiseren.
Gebruik van de modules
Met de toets MODULE kunt u 4 categorieën doorlopen:
Normaal, Manual, Multi-plaatwerk, Auto. Eén langere druk op
de module-toets activeert de configuratie-module waarmee de
taal gekozen kan worden, de datum ingesteld kan worden en
het geluidssignaal voor « te zwakke s
troom » of «
onvoldoende druk » geactiveerd kan worden. Met de verticale
pijltjes kunt u de te wijzigen waarde kiezen, en met de + en
toetsen kunt u de waarden verhogen of verlagen.
Opslaan van de instellingen
Met de toets « save » kunt u een instelling opslaan
(instellingen die aangepast zijn
in de manual module:
intensiteit, duur en klemkracht).
Met de toets « recall » kunt u een eerder opgeslagen
instelling met dezelfde naam herstellen. Het apparaat
schakelt automatisch over op de manual module met de
lasinstellingen (intensiteit, duur en klemkracht)
en het
gereedschap (opgeslagen klem of pistool).
Instellen van de dikte van het plaatwerk
- De waarde van deze instelling komt overeen met de dikte
van het plaatwerk dat gelast moet worden. De keuze van de
dikte wordt gedaan met behulp van de toetsen + en -, de
beschikbare diktes zijn 0.6, 0.8, 1.0, 1.2, 1.5, 1.8, 2.0, 3.0
mm.
Instellen van het type plaatwerk
Met deze instelling kunt u het type te lassen plaatwerk
kiezen,
tussen 4 staal-groepen : Gecoat staal, HSLA staal,
UHSLA staal en Borium staal. Deze instelling kan
ook gewijzigd worden met de toetsen + en -.
Instelling van de te gebruiken arm
Tijdens het gebruik van een X-klem moet het apparaat
de lengte van de gebruikte armen en
de gewenste
klemkracht kennen om de luchtdruk te kunnen aanpassen.
1
2
3
4
5
6
7
21/08/2017-v8
8
Aanbevelingen voor het gebruik van de lasmodules :
Op de GYSPOT BP puntlasapparaten zijn verschillende lasmodules beschikbaar.
In de modules NORMAAL, MULTI, en GYSTEEL kunt u het apparaat programmeren door de dikte van
het plaatwerk en het type te lassen staal in te geven.
In de MANUAL module kunt u afzonderlijk elke lasinstelling, volgens de specificaties van de
autofabrikant, ingeven: lasstroom, duur, klemkracht.
De modules AUTO, ENERGY, en CONSTRUCTOR zijn niet beschikbaar op de GYSPOT BP.LC-s7 en
BP.LCX-s7.
Met de module AUTO kan gelast worden zonder lasinstellingen in te geven. Deze module kan gebruikt
worden voor alle laswerkzaamheden die door de autofabrikanten als minder veeleisend worden
gekwalificeerd. Voor alle laswerkzaamheden die door de autofabrikanten als veeleisend worden
gekwalificeerd, dient u zich te refereren aan de reparatie-specificaties van de autofabrikanten, en dient
u te lassen in de MANUAL of de CONSTRUCTOR module. In de MANUAL module kunnen de instellingen
die de autofabrikanten opgeven ingebracht worden. Met de CONSTRUCTOR module kunnen de in het
apparaat opgeslagen en door de fabrikanten gehomologeerde laspunten opnieuw opgehaald worden.
Bij de aanvang van iedere lasklus moeten altijd eerst de lascondities gecontroleerd worden. Er moeten
« test » punten gelast worden op 2 verschillende stukken plaatwerk die representatief zijn voor de
gehele lasklus. Realiseer 2 "proef" laspunten, die zich op dezelfde afstand van elkaar bevinden als de te
realiseren laspunten op het laswerk. Test de kwaliteit van het tweede
laspunt. Een laspunt is correct
gerealiseerd wanneer tijdens het uitscheuren de kern wordt uitgetrokken en het plaatwerk uitscheurt
met een minimale diameter die overeen moet komen met de specificaties van de autofabrikant.
21/08/2017-v8
9
Gebruik van de pneumatische C-klem
- Klem de C-arm door gebruik te maken van de klemhendel en controleer of de schroef die de arm met de klem
verbindt goed aangedraaid is.
- De klemkracht wordt berekend door het apparaat, op basis van de specificaties van de kracht of van de ingegeven
dikte van het te lassen plaatwerk.
AFSTELLING VAN DE KLEM
NORMALE module
Met knop (B) van de klem kan de dikte van het te lassen plaatwerk op afstand ingesteld worden. Met een druk op knop (A) -
sluiten van de klem/lassen - kan een laspunt gerealiseerd worden, dankzij de gedefinieerde instellingen op het scherm. Als de
ingangsdruk niet voldoende is om de gevraagde klemkracht te realiseren, zal het apparaat een piep-geluid ten gehore
brengen en voor het realiseren van de laspunt de volgende foutmelding geven « onvoldoende druk netwerk ». Met een
tweede druk op de trekker kan het uitvoeren van een laspunt « geforceerd » worden. Dit laspunt zal dan uitgevoerd worden
met de beschikbare druk.
Wanneer de verkregen stroom tijdens het realiseren van het laspunt lager is dan de aangeraden waarde (6 %), zal het
apparaat, wanneer het punt gerealiseerd is, de waarschuwing: « zwakke stroom » geven. Dit geeft aan dat het laspunt
gecontroleerd moet worden. Er zal altijd een waarschuwing verschijnen aan het eind van het laspunt, om de intensiteit en de
gemeten druk aan te geven. Deze boodschap blijft op het scherm staan totdat men een willekeurige toets indrukt of een
nieuw laspunt heeft gerealiseerd door op de drukknop sluiten klem/Lassen te drukken.
MANUAL MODULE
Met deze module kunt u instellingen handmatig realiseren, volgens de instructies reparatie-instructies van de autofabrikant
bijvoorbeeld.
Met de toets kunt u de functie "instellen van de klem" kiezen. Met de
functie « instellen van de klem » kunt u de klem sluiten en de klemkracht
toepassen die geprogrammeerd is op de elektroden zonder de stroom te
laten passeren. De klem blijft gesloten zolang de lasser op de trekker drukt.
Met deze functie kan het centreren van de tips gecontroleerd worden.
Met een druk van 2 seconden op de toets keert u terug naar de module
« normaal ».
Deze module wordt getoond bij het opstarten van het apparaat. In deze
module kan eenvoudig een laspunt gerealiseerd worden. De lasser kiest :
- De dikte van het te assembleren plaatwerk, dat kan variëren van
0,60mm tot 3.00mm, met tussenstappen van 0.05mm.
Wanneer 2 platen samengelast worden, moet de dikte van de dunste plaat
ingegeven worden. Wanneer 3 platen samengelast worden, geeft u de totale
dikte van de drie platen gedeeld door 2 in.
- Het type staal (Gecoat staal, HSLA, UHSLA, borium staal of BORON).
Wanneer u verschillende types plaatwerk aan elkaar moet lassen, geeft u het
meest harde type staal in.
- De arm die gemonteerd is op de klem (C-arm ?).
De keuze van de dikte, het type staal, de arm, gebeurt door de pijltjestoetsen
(pijltjes naar beneden en naar boven) te gebruiken. Iedere instelling wordt
bevestigd door een druk op de knoppen + en aan de zijkant.
De voorgestelde standaard-instellingen in de handmatige module komen
overeen met een conversie van de gedane instellingen in de normale
module (conversie van de dikte en het type plaatwerk in intensiteit, in lastijd
en in kracht). De instellingen kunnen worden opgevoerd met behulp van de
+ toets, en worden verlaagd met behulp van de - toets. Met de toetsen
omhoog en omlaag kunt u de te wijzigen instellingen selecteren,
bijvoorbeeld:
- Intensiteit (2000 tot 14 500 A, in stappen van 100 A) in Kilo Ampère.
- Tijdsduur (100 tot 850 ms, in stappen van 10 ms)
- Klemkracht (100 tot 550 daN, in stappen van 5 daN)
- Gebruikte arm op de klem (nummer van de arm en lengte)
21/08/2017-v8
10
Als de ingaande druk onvoldoende is om de gevraagde klemkracht te leveren, zal het apparaat een piep-geluid geven, en voor
het te realiseren laspunt de volgende foutmelding geven: « Druk netwerk onvoldoende ». Met een tweede druk op de trekker
kan de uitvoering van het laspunt « geforceerd » worden. Het laspunt wordt dan gerealiseerd met de beschikbare druk. Als de
verkregen stroom tijdens het laspunt lager is dan de aangeraden stroom (6 %), zal het apparaat, wanneer het punt
gerealiseerd is, de waarschuwing « zwakke stroom » geven, wat betekent dat het gemaakte punt gecontroleerd moet worden.
In ieder geval zal er een waarschuwing verschijnen aan het eind van het laspunt, om de intensiteit en de gemeten druk aan te
geven. Deze melding blijft op het scherm staan totdat men een willekeurige toets op het toetsenbord indrukt, of totdat er op
de drukknop klem/Lassen gedrukt wordt en er een nieuw laspunt gerealiseerd wordt.
Wanneer u twee seconden lang op de toets drukt keert u terug naar de « normale » module.
MULTI PLAATWERK Module
Met deze module kunt u heel precies de dikte en het type van elk van de 2 of 3 platen instellen.
Wanneer de ingaande druk onvoldoende is voor de gewenste klemkracht, zal het apparaat een pieptoon laten horen en voor
het realiseren van het laspunt de volgende foutmelding geven: « Druk netwerk onvoldoende ». Met een tweede druk op de
trekker kan de uitvoering van het laspunt « geforceerd » worden. Het laspunt wordt dan gerealiseerd met de beschikbare
druk. Als de verkregen stroom tijdens het laspunt lager is dan de aangeraden stroom (6 %), zal het apparaat, wanneer het
laspunt gerealiseerd is, de waarschuwing « zwakke stroom » geven, wat betekent dat het gemaakte laspunt gecontroleerd
moet worden. In ieder geval zal er een waarschuwing verschijnen, na het realiseren van het laspunt, om de intensiteit en de
gemeten druk aan te geven. Deze boodschap blijft op het scherm staan zolang u niet op een (willekeurige) toets drukt, of een
nieuwe laspunt realiseert door de drukknop klem/Lassen in te drukken.
Wanneer u twee seconden lang op de toets drukt keert u terug naar de « normale » module.
Module GYSTEEL
De GYSTEEL module is optioneel, deze module kan in het menu « INSTELLINGEN » geconfigureerd worden. Het menu «
INSTELLINGEN » kan worden opgeroepen door 2 seconden lang de module knop (mode auto on/off) ingedrukt te houden.
Het eerste element (dikte van plaatwerk 1) is gekozen. Met de toetsen omhoog
en omlaag kunt u de te wijzigen instelling kiezen, terwijl de toetsen rechts en
links de waarde verlagen en verhogen. Het oplichten van een element toont u
welke instelling u wijzigt. De instellingen die u dient in te geven in deze module
zijn:
- De diktes van elke plaat: van 0.60mm tot 3.00mm, in stappen van 0.05mm.
Wanneer 2 platen samengelast worden, moet de dikte van de dunste plaat
ingegeven worden. Wanneer 3 platen samengelast worden, geeft u de totale
dikte van de drie platen gedeeld door 2 in.
- Type van ieder plaatwerk: Gecoat staal, HSLA, UHSLA staal en
borium staal (BORIUM). Wanneer verschillende types plaatwerk worden gelast,
moet het hardste type gebruikt staal worden gekozen.
- Voor het activeren van plaatwerk 3 drukt u op de pijltjestoetsen: omhoog of
omlaag, om de plaat 3 op te doen lichten. Gebruik vervolgens de toetsen + en
-, om het type en de dikte van het plaatwerk te kiezen.
Deze module is identiek aan de normale module, behalve dat de gebruiker de
elastische limiet
van het plaatwerk ingeeft. Deze elasticiteit kan met behulp van een
hardheidsmeter herkend worden.
Gysteel Vision.
Re : 1-10 komt overeen met zachtere staalsoorten.
Re : 11-18 komt overeen met HSLA staal.
Re : 19-35 komt overeen met UHSLA staalsoorten
Re : 36-99 komt overeen met staalsoorten met Borium.
- De dikte van de te assembleren platen: van 0.60mm tot 3.00mm, in stappen
van 0.05mm.
- Het nummer van de gebruikte arm.
21/08/2017-v8
11
De keuzes wat betreft de dikte, de elastische limiet, en het type arm kunnen worden ingegeven met behulp van de
pijltjestoetsen ( of ). Iedere instelling wordt gedaan met een druk op de + en toetsen. Met behulp van knop (B) van de
klem kunnen de instellingen wat betreft de dikte van het plaatwerk op afstand bediend worden. Met een druk op de drukknop
sluiten klem/lassen kan een laspunt gerealiseerd worden met gebruik van de ingegeven instellingen. Met een druk van 2
seconden op de toets kunt u terugkeren naar de « normale » module.
CONSTRUCTOR Module
De CONSTRUCTOR module is optioneel : deze module is in te stellen in het menu « INSTELLINGEN » dat geactiveerd kan
worden door 2 seconden op de toets module (CONSTRUCTOR MODULE : ON/OFF) te drukken.
Met deze module kunt u een geregistreerde laspunt oproepen, volgens de reparatie-instructies van de fabrikant. Kies de
fabrikant in de linkerkolom, druk vervolgens op de toets (+), en in de rechterkolom zullen de geregistreerde laspunten
verschijnen. Kies het gewenste punt (opgelicht) ; het apparaat is klaar om te lassen.
De door de gebruiker geregistreerde laspunten kunnen weer worden opgeroepen door USER te kiezen in de lijst van
fabrikanten. De laspunten kunnen worden geprogrammeerd met behulp van de GYSPOT software en de instellingsmodule .
AUTO Module
De module AUTO is optioneel ; de module is instelbaar in het menu « INSTELLINGEN » dat geactiveerd kan worden door 2
seconden lang op de toets module (MODULE AUTO : ON/OFF) te drukken.
De module is te gebruiken met de armen C1, C2, C3, C4, C5, C6, C7 en C9. De module kan niet gebruikt worden in
combinatie met de armen C8 en C10. De error code « ARMEN NIET GESCHIKT » zal op het scherm verschijnen wanneer deze
armen gekozen worden. Met deze module kan plaatwerk gelast worden zonder een instelling op het scherm van het apparaat
in te geven. Het apparaat bepaalt zelf de geschikte las-instellingen.
Om deze module te kunnen gebruiken, moet u vooraf een proef-laspunt realiseren (zonder plaatwerk tussen de elektroden),
zoals wordt gevraagd op het scherm. Druk op knop (A) Sluiten klem / lassen. De melding « Realiseer een proeflaspunt »
verschijnt op het scherm. Druk opnieuw op de knop om de ijking te realiseren. Wanneer de ijking gerealiseerd is, toont het
apparaat alle instellingen op nul, en is het klaar om te lassen. Sluit de klem op de te lassen zone aan en las automatisch,
zonder instellingen in het apparaat in te geven. Na iedere 30 laspunten zal een nieuwe proef-ijking gevraagd worden.
21/08/2017-v8
12
ENERGY Module
De ENERGY module is optioneel en in te stellen in het menu « INSTELLINGEN » dat geactiveerd kan worden door 2 seconden
lang op de toets module (ENERGY MODULE: ON/OFF) te drukken.
Met deze module kan de overgedragen energie tijdens het realiseren van een laspunt gecontroleerd worden. Deze module is
niet geschikt voor het uitvoeren van reparaties, maar kan worden gebruikt voor het realiseren van testen door fabrikanten of
controle-instanties.
Voor het gebruik van deze module moet een proef-laspunt gerealiseerd worden. Druk op knop (A) Sluiten klem / lassen. De
melding « Realiseer een proeflaspunt » verschijnt op het scherm. Druk opnieuw op de knop om de ijking te realiseren.
Wanneer de ijking gerealiseerd is, toont het apparaat op het scherm de laatst gebruikte waarden in deze module voor stroom
en energie. De gebruiker kan dan de lasstroom, de energie en de impedantie wijzigen. Het apparaat last de tijd die nodig is
om de benodigde energie te behalen. Als de benodigde lastijd te lang is zal het apparaat een error code tonen : « Maximale
lastijd bereikt ».
MODULE INSTELLINGEN :
Module LIJM :
Op het scherm INSTELLINGEN kan de aanwezigheid van lijm tussen het plaatwerk gepreciseerd worden. Als de Lijm module
is geactiveerd, wordt er een proef-punt gerealiseerd voor het echte laspunt. De duur van dit proef-punt wordt aangegeven in
milliseconden, van 0 tot 400ms, in stappen van 50ms. Wanneer voor de module Lijm is gekozen, verschijnt de vermelding
« LIJM» in de lasmenu's NORMAL, MANUAL, MULTI, GYSTEEL.
De module INSTELLINGEN is toegankelijk door 2 seconden lang
op de toets MODULE te drukken.
De taal van de menu's kan worden gekozen in regel 1.
De datum en de tijd kunnen worden geprogrammeerd in regel 2.
De modules GYSTEEL, CONSTRUCTOR, AUTO, en ENERGY
kunnen worden geactiveerd / gedeactiveerd in dit menu.
21/08/2017-v8
13
Gebruik van het pistool
- Sluit de massa aan op de kabelschoen van de massakabel.
- Bevestig de massa stevig en, zo dicht mogelijk bij het te lassen oppervlak.
Plaats, in geval van enkel-puntslassen met pistool, altijd de massa op het plaatwerk dat niet in contact is met de las-
elektrode (zodat de stroom door alle twee te lassen platen kan passeren).
- Kies het gereedschap PISTOOL met behulp van de toets , of door op de trekker van het pistool te drukken.
- De normale module, het lassen met sterschijven, wordt standaard opgestart.
- Het pistool kan worden gebruikt in de normale of de manual module.
Wanneer u twee seconden lang op de toets drukt keert u terug naar de « normale » module.
Het oplichten van een element toont u welke instelling u wijzigt. Gebruik de toetsen en om de te wijzigen instellingen te
kiezen. De waarden kunnen verhoogd worden met de + toets en verlaagd met de - toets.
Foutmeldingen
Zwakke accu
De melding « Zwakke accu » verschijnt wanneer het apparaat aan wordt geschakeld, en
waarschuwt de gebruiker dat de accu-spanning op de besturingskaart zwak is. Deze accu
verzekert het opslaan van de datum en het uur, wanneer het apparaat uit wordt
geschakeld.
In de module NORMAAL, zal het gebruik van het pistool beperkt zijn tot sterren
van 1.5mm maximum.
Met het pistool heeft de lasser de keuze tussen verschillende gereedschappen
(enkelpunts, ster, inslag, bout, klinknagel, moer....). De lasser kan het type
gereedschap kiezen met behulp van de toetsen + en -.
In de MANUAL module is de maximaal toegestane intensiteit 8 kA, gedurende
een maximale tijdsduur van 500 ms. De instellingen op het scherm zijn dus
beperkt tot deze maximale waarden. Stel de generator af door de dikte van het
plaatwerk met behulp van de + en - toetsen in te geven. Het is mogelijk om de
instellingen wat betreft stroom en lastijd in de manual module te wijzigen.
Er zijn meerdere situaties die een foutmelding kunnen geven. De foutmeldingen kunnen
ingedeeld worden in drie volgende categorieën:
- Meldingen die de gebruiker waarschuwen voor oververhitting, voor onderdruk of te
weinig kracht enz.… Deze meldingen worden getoond op het scherm en blijven zichtbaar
tot de gebruiker op een toets drukt.
- Storingen die veroorzaakt worden door een niet
correcte installatie (luchtdruk,
elektrische voeding).
- Ernstige storingen die het gebruik van het apparaat blokkeren. Neem in dit geval
contact op met de after-sales dienst.
- De thermische beveiliging wordt verzekerd door een thermistor op de diodebrug die
het gebruik van het apparaat blokkeert met de Melding « oververhitting »
21/08/2017-v8
14
Gereedschap niet geschikt
De melding « Gereedschap niet geschikt » verschijnt bij het aanschakelen van het
apparaat en waarschuwt de gebruiker voor het feit dat een knop of een trekker aanstaat,
of dat er een permanente kortsluiting is gesignaleerd. Controleer de trekker van het
pistool en de knoppen op de klem(men), om deze melding te doen verdwijnen.
Stroom te zwak
Onvoldoende druk netwerk.
Wanneer de ingaande druk onvoldoende is om de gevraagde klemkracht te leveren, zal het apparaat een pieptoon laten horen
en voor het laspunt de volgende melding geven: « Druk netwerk onvoldoende ».
Met een tweede druk op de trekker kan een laspunt « geforceerd » worden met de beschikbare druk.
Wanneer de gemeten klemkracht onvoldoende is zal het apparaat « Zwakke druk » melden. « P zwak » wordt tevens
opgeslagen in het actieve rapport.
Teller laspunten
Een teller zal de punten tellen die worden gerealiseerd met identieke caps. Wanneer een punt zonder problemen gerealiseerd
wordt, zal de volgende melding verschijnen:
De waarde van de teller wordt links bovenaan op het scherm getoond. Met een druk van 2 seconden op de toets kunt u
de teller opnieuw op nul zetten nadat u de caps verwisseld heeft. Wanneer er meer dan 200 laspunten met dezelfde caps
gerealiseerd zijn zal er een waarschuwing op het scherm verschijnen, die daar blijft na ieder gerealiseerd punt, zolang de
teller niet weer op nul wordt gezet.
Waarschuwing : Wanneer de melding verschijnt, en de caps niet vervangen worden voordat de teller
op nul wordt gezet, kunnen de caps verslijten en een slechte kwaliteit laspunt veroorzaken.
Als de verkregen stroom tijdens het realiseren van het laspunt lager is dan de
aangeraden stroom (6 %), zal het apparaat, nadat het laspunt gerealiseerd is, de
volgende waarschuwing geven: « zwakke stroom ». Het gemaakte laspunt moet
dan gecontroleerd worden.
In ieder geval zal er een melding verschijnen aan het einde van het laspunt, die
de gemeten intensiteit aangeeft. Deze melding blijft op het scherm staan, totdat
de gebruiker een toets op het toetsenbord indrukt. Als het apparaat niet de
beschikking heeft over de benodigde stroom zal de volgende foutmelding
verschijnen. Het laspunt is niet gerealiseerd en de storing moet verholpen worden
om een laspunt te kunnen realiseren.
21/08/2017-v8
15
Opslaan van gegevens
De identificatie-module is optioneel, deze kan geconfigureerd worden in het menu « INSTELLINGEN », dat geactiveerd kan
worden door 2 seconden lang op de module toets te drukken (module identificatie on/off).
Indien de identificatie-module op « off » staat, kunt u de naam van een rapport ingeven, en dit activeren om zo de
gerealiseerde laspunten op te slaan. In het overzicht kunnen de instellingen van de met de klem gerealiseerde laspunten
opgeslaan worden. Dit is beschikbaar vanuit iedere module, behalve vanuit de ENERGY module, via een druk op de 2 toetsen
onder het icoon « REPORTING ». Het gebruikersprogramma is beschikbaar vanuit iedere module, door een druk op de toetsen
die zich onder het icoon « MEMORY » bevinden.
Rapport (journaal)
Het gecreëerde journaal bevat : een door de gebruiker ingebracht wachtwoord, ieder gebruikt gereedschap voor ieder
gerealiseerd laspunt en de instellingen van het apparaat (intensiteit en druk). Het journaal bevat eveneens de volgende eventuele
foutmeldingen verschenen tijdens het opslaan : I ZWAK, P ZWAK, PB CAPS ; Het ingeven van het gebruikerswachtwoord wordt
gedaan met de 4 toetsen +,-, pijltje omhoog en pijltje omlaag. Tijdens het ingeven van een reeds gebruikt wachtwoord zal het
apparaat de nieuwe laspunten aan het eind opslaan, zonder de voorgaande laspunten te verwijderen.
Met de toets view kan een eerder opgeslagen rapport opgehaald en op het scherm gelezen worden.
De huidige opname moet worden onderbroken door op de toets opslaan (on/off) te drukken, voordat de gebruiker het
document op het scherm kan bekijken. Met de toets « module » kan de gebruiker uit de "view" module geraken.
Om de inhoud van een rapport te kunnen verwijderen
moet het rapport eerst
op het scherm getoond worden, met behulp van de toets
« view
» .
Druk vervolgens op de toets
De volgende melding verschijnt op het scherm :
Wanneer de driehoek verschijnt, zal een tweede druk op de toets de inhoud van het getoonde rapport doen verdwijnen.
De driehoek verdwijnt na 3 seconden automatisch van het scherm.
IDENTIFICATIE MODULE :
Als de identificatie module op « ON » staat moeten alle verplichte velden ingevuld worden. Wanneer dit niet gebeurt zal het
apparaat « identificatie error » aangeven. Om de identificatie module te activeren en te deactiveren moet de gebruiker een SD
identificatie-kaart in de lezer van de PTI inbrengen, in de plaats van de SD-kaart die de programma's bevat. Het hieronder
staande instel-scherm wordt geactiveerd door 2 seconden op de module toets te drukken.
Dankzij het opslaan van een rapport kan de gebruiker de gegevens van een
serie met de klem gerealiseerde laspunten weer opvragen, en deze opslaan op
de geheugenkaart, zodat ze bijvoorbeeld ook op een PC opgeslagen en
opgevraagd kunnen worden. GYS levert GYSPOT software, waarmee de SD
kaart gelezen kan worden en de rapporten op een PC gelezen en bewerkt
kunnen worden. Het software programma GYSPOT is, samen met de
gebruikershandleiding, op de SD kaart opgeslaan.
Deze functie is standaard gedeactiveerd bij het opstarten van het apparaat.
Met een druk op de knop opslaan (on/off) en op de knop
« MODULE » kan het opslaan van het rapport in het gekozen journaal
opgestart worden. Een volgende druk op de toets opslaan (on/off) stopt het
opslaan.
21/08/2017-v8
16
Wanneer de SD « identificatie » kaart wordt ingebracht en de
gebruiker « identificatie ON » kiest zal het scherm hiernaast
worden getoond.
Met dit scherm worden de velden « registratie,
automerk, model, chassisnummer » verplicht tijdens het
inbrengen van de reparatie-order.
Om uit dit scherm te geraken moet de gebruiker 2 secondenlang
op de module toets drukken. Vervolgens moet de SD-kaart die de
programma's bevat in de lezer van de PTI ingebracht worden.
Overzicht van de schermen waarmee een reparatie-order ingebracht kan worden :
Wanneer een reparatie-order eenmaal is gecreëerd kan deze niet meer worden gewijzigd of verwijderd op de PTI. Om deze te
verwijderen moet de software Gyspot op de PC gebruikt worden. Er kunnen maximaal 100 reparatie-orders gecreëerd worden.
Met de toetsen ‘links’ en ‘rechts’ kan de cursor door het veld worden verplaatst. Met de toetsen omhoog en omlaag kunnen de
letters en de cijfers gewijzigd worden. Met een korte druk op de Escape toets kan een veld worden gewist.
Met de Module toets kan de gebruiker door de velden lopen, om deze (opnieuw) door te lezen of tekst te verwijderen of te
wijzigen.
Scherm : 'Reparatie-Order'
Scherm : 'Identificatie gebruiker'
Scherm : ‘Registratie’ (optioneel)
Scherm : ‘Merk van het voertuig’ (optioneel)
Scherm : ‘Model van het voertuig’ (optioneel)
Scherm : Chassisnummer (optioneel)
21/08/2017-v8
17
Catalogus
Met behulp van de View toets kunnen de reparatie-orders geraadpleegd worden , het scherm CATALOGUS verschijnt. Het
paginanummer wordt getoond (13 maxi). Met de toetsen ‘links’ en ‘rechts’ kan van pagina veranderd worden. Met de toetsen
omhoog en omlaag kan de volgende of de vorige klus gekozen worden. Met de Module toets kan de gekozen reparatie-order
getoond worden.
Met de « module » toets kan de gebruiker de view-module verlaten.
- Met de bibliotheek van de SD-kaart kan de gebruiker de SD-kaarten > 2 Go beheren.
- Voor iedere reparatie-order bestaat een gelinkte journaal-file xxx.dat.(met xxx=paswoord van 001 tot 100). In ieder journaal
kan de gebruiker maximaal 500 laspunten opslaan. Tijdens het raadplegen worden de naam van de reparatie-order en die van
de gebruiker getoond.
- Het pagina n° wordt links bovenaan getoond.
- Het geheel van reparatie-orders wordt opgeslagen in het fichier catalog.GYS.
- Dit fichier bevat het totaal aantal reparatie-orders, de naam van elke reparatie-order en de naam van iedere gebruiker. Er
zijn maximaal 100 reparatie-orders.
Gebruikersprogramma's
Dankzij het opslaan van de instellingen kan een gebruikersprogramma gedefinieerd worden, zodat de gebruiker tijdens een
volgend gebruik eenvoudig zijn instellingen terug kan vinden. Er zijn 20 geheugenplaatsen beschikbaar. Iedere
geheugenplaats bevat de volgende instellingen : gereedschap, arm, lasintensiteit, lasduur en klemkracht. Een programma kan
gelinkt worden aan de klem of aan het pistool.
Met de toets opslaan kunnen in gebruik zijnde instellingen opgeslaan worden tijdens de handmatige modules (intensiteit,
tijdsduur en klemkracht). De 20 geheugenplaatsen worden gesignaleerd door hun paswoord (voor de plaatsen die in gebruik
zijn) of door een symbool « --- » voor de plaatsen die nog vrij zijn. Het inloggen gebeurt met behulp van de 4 toetsen +, -,
pijltjes omhoog en omlaag. Tijdens het ingeven van een reeds in gebruik zijnd paswoord zal het apparaat de reeds
opgeslagen instellingen verwijderen.
Met de toets « recall » heeft de gebruiker toegang tot de eerder opgeslagen instellingen. De keus van een lege plaats
heeft geen enkel effect.
Een korte druk op de toets verwijdert het gekozen programma uit de lijst van opgeslagen programma's. Met de « module
» toets kunt u uit de module "programma kiezen" geraken, Het apparaat gaat over op de handmatige module met de in het
programma opgeslagen instellingen en gereedschap. Om een programma te deactiveren hoeft de gebruiker alleen maar de
waarde van een instelling in één van de drie modules handmatig, normaal of multi-plaatwerk te veranderen, of het
gereedschap te veranderen (klem, pistool) door het gebruik van de toets .
Met de view toets kan de gebruiker een eerder opgeslagen rapport bekijken en teruglezen op scherm.
SD geheugenkaart (art. code 050914)
Met deze kaart kan de gebruiker de link maken tussen zijn apparaat en een PC om:
- Rapporten op te vragen en zo z'n werkzaamheden te kunnen herlezen, en om eventueel gegevens door te geven aan een
verzekeringsmaatschappij.
- Las-instellingen te updaten, en nieuwe talen toevoegen.
- Het programma GYSPOT staat op de SD geheugenkaart.
- De gebruikershandleiding is opgeslagen op de SD geheugenkaart.
De geheugenplaats zal voldoende zijn voor het behouden van
een autonomie van meer dan 65 000 punten. Het apparaat kan
alleen functioneren zonder geheugenkaart in de « manual »
module.
Als de geheugenkaart niet in de kaartlezer is ingebracht wordt de
volgende melding getoond. Stop en herstart het apparaat nadat
u de SD-kaart heeft ingebracht.
Belangrijk: Stel altijd de machine buiten werking voordat u de
SD-kaart uit de lezer verwijdert. Herstart het apparaat alleen
nadat u de SD-kaart in de lezer heeft ingebracht, anders kunnen
de gegevens die zijn opgeslagen op de SD-kaart verwijderd
worden.
21/08/2017-v8
18
SOFTWARE GYSPOT voor PC
Dit programma heeft als doel het creëren en het opslaan van rapporten van gerealiseerde laspunten met behulp van een
GYSPOT uitgerust met een SD-kaart lezer. Om dit programma te kunnen gebruiken moet uw PC uitgerust zijn let een SD-
kaart lezer.
Het programma GYSPOT kan worden geïnstalleerd vanuit bestanden op de SD-kaart. In het repertoire\GYSPOT V X.XX ,
dubbelklik op het fichier INSTALL.EXE, en volg de instructies op voor het installeren van het programma op uw PC. Een
GYSPOT icoon wordt automatisch op het bureau van uw PC geïnstalleerd.
1/ Taalkeuze
Het programma bevat verschillende talen. De beschikbare talen zijn:
Frans, Engels, Duits, Spaans, Nederlands, Deens, Fins, Italiaans, Zweeds, Russisch, Turks.
Klik, om een taal te kiezen, op Opties en vervolgens op Talen.
Waarschuwing: wanneer u een taal gekozen heeft, moet u het programma GYSPOT beëindigen en weer opnieuw opstarten,
zodat de door u gekozen taal geactiveerd wordt.
2/ De identiteit van de gebruiker
Om de rapporten te personaliseren en informatie van uw bedrijf toe te voegen, moet u enkele gegevens invullen.
Voor het invullen van deze gegevens klikt u, in het menu, op Opties en dan op Identiteit. Een nieuw scherm verschijnt,
met de volgende informatie:
Bedrijfsnaam
Adres / Postcode / Plaats
Telefoon / Fax / email / Website
Logo
Deze informatie wordt vervolgens getoond op uw documenten.
3/ Traceerbaarheid
Het programma GYSPOT opent standaard in de module « Traceerbaarheid » In de module « Instellingen punten », klik op
« Traceerbaarheid » in het menu « Opties ».
3.1/ Het importeren van rapporten van gerealiseerde laspunten vanaf een SD-kaart.
Voor het importeren op uw PC van rapporten van gerealiseerde punten met een GYSPOT: breng de SD-kaart in in de
kaartlezer van uw PC, en start vervolgens het programma GYSPOT.
Selecteer vervolgens de lezer waarin u uw SD-kaart heeft ingebracht en klik op de knop Importeren
Wanneer het importeren is afgerond, worden de gerealiseerde punten gegroepeerd door de identificatie-code. Deze
identificatie-code komt overeen met de naam van het rapport zoals gespecificeerd in het lasapparaat. Deze identificatie-
code wordt vermeld op het tabblad.
« In uitvoering ».
Wanneer de rapporten geïmporteerd zijn, is het mogelijk ze weer op te zoeken, ze uit te geven of ieder rapport afzonderlijk
te archiveren. Om de gerealiseerde laspunten uit een rapport te visualiseren, kiest u een rapport, en de gerealiseerde
laspunten zullen worden getoond in de tabel.
Om een zoekopdracht uit te voeren, vult u het zoek-veld in en klikt u op de knop .
Voor het uitgeven van een rapport: kies een rapport en klik op de knop .
Voor het archiveren van een rapport, kies een rapport en klik op de knop .
Waarschuwing: de geïmporteerde rapporten kunnen niet verwijderd worden voordat ze zijn gearchiveerd.
3.2/ Raadplegen van de gearchiveerde rapporten
Voor het raadplegen van de gearchiveerde rapporten: klik op het tabblad Archieven. De rapporten zijn gegroepeerd per
jaar en per maand.
Visualiseren van de gerealiseerde punten: kies een rapport, en de gerealiseerde punten worden getoond in de tabel.
Voor de gearchiveerde rapporten is het mogelijk een zoekopdracht te uit te voeren, een rapport uit te geven of te
verwijderen.
Waarschuwing: een gearchiveerd en vervolgens verwijderd rapport zal opnieuw geïmporteerd worden wanneer de
SD kaart niet is opgeschoond.
Voor het uitvoeren van een zoekopdracht vult u het zoekveld in en drukt u op de knop .
Om een rapport in te zien, kiest u een rapport en klikt u op de knop .
Om een rapport te verwijderen, kiest u een rapport en klikt u op de knop .
21/08/2017-v8
19
3.3/ Een SD-kaart wissen
Wanneer u een SD-kaart wist zullen alle rapporten van de gerealiseerde laspunten die op de kaart stonden gewist worden.
Om een kaart te wissen: breng de SD-kaart in in de lezer van de PC, en klik vervolgens op
Opties en SD-kaart wissen.
Waarschuwing: tijdens het wissen van rapporten van gerealiseerde punten die nog niet geïmporteerd zijn, zullen deze
alsnog automatisch geïmporteerd worden.
3.4/ Het completeren van de gegevens van een rapport
Ieder rapport kan worden aangevuld met de volgende elementen:
Technicus,
Type voertuig,
Reparatie Order,
Kentekennummer.,
In omloop gebracht,
Reparatie,
Commentaar.
Om deze gegevens in te vullen, kiest u een rapport en vult u vervolgens de informatie in in de koptekst van het rapport.
3.5/ Het uitprinten van een rapport
Kies, voor het uitprinten van een rapport, een rapport en klik vervolgens op de knop . Een print-overzicht wordt
getoond. Klik op
de knop .
3.6/ De tekst exporteren in PDF-formaat
Voor het exporteren van een tekst in PDF-formaat kiest u een dossier, en klikt u vervolgens op de knop . Een overzicht
van de tekst wordt getoond. Klik op de knop . Een print-voorbeeld van het opslaan van de instellingen met
gebruik van het programma GYSPOT wordt iets verder gegeven.
4/ Instellingen van de laspunten
Om over te gaan op de module « Instellen van laspunten », klik op « Instellen van laspunten » in het menu « Opties ».
In de module « Instellen van laspunten » heeft de gebruiker toegang tot laspunten die reeds door de auto-fabrikanten
voorgeprogrammeerd zijn. Met deze module kan de gebruiker ook zijn eigen las-instellingen ingeven.
Breng de SD-kaart, meegeleverd met uw GYSPOT puntlasapparaat in in de kaartlezer van uw PC, en kies vervolgens de
overeenkomstige kaartlezer in het menu « Keuze kaartlezer ».
De GYSPOT puntlasapparatuur kan tot 16 files verwerken, die ieder tot 48 puntlasinstellingen bevatten.
Het eerste file genoemd « USER » kan niet verwijderd worden. Dankzij dit file kan de gebruiker een puntlasinstelling
toevoegen, wijzigen of verwijderen.
De andere files zijn voorbehouden aan de laspunten, zoals ingesteld door de auto-fabrikanten. Het is mogelijk de
gedownloade files van de constructeurs te importeren vanaf onze Website (http://www.gys.fr). Het is niet mogelijk om aan
deze files een instelling toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen.
21/08/2017-v8
20
4.1/ Importeren van een file met instellingen van de auto-fabrikant
Realiseer een dubbelklik in de eerste kolom en geef de naam van een auto-fabrikant in.
Realiseer vervolgens een dubbelklik in de tweede kolom, om een fabrikant-file te kiezen, dat u op voorhand heeft
gedownload vanaf onze website.
De lijst van door de fabrikant ingestelde laspunten wordt getoond in de tweede lijst. Kies een ingesteld punt, om het
tijdschema en de ingebrachte instellingen te visualiseren.
4.2/Toevoegen van een ingesteld punt in het USERS file
Om een punt toe te voegen in het USERS file : kies USERS file in de file-list, en klik vervolgens op de knop rechts van
de lijst met ingestelde laspunten. Geef de naam van het laspunt in en druk vervolgens op de toets TAB of klik buiten de lijst
van de ingestelde punten om de laspunten in te stellen.
Om een laspunt in te stellen, kan het volgende geconfigureerd worden :
De etappe "voorklemmen"
De etappe "voorverwarmen"
De verschillende pulsen (maximaal 4 pulsen)
En de etappe van het warm en koud smeden.
Klik op de knoppen om de instellingen te wijzigen
Wanneer de gebruiker een instelling wijzigt, wordt het tijdschema van de laspunt geactualiseerd.
21/08/2017-v8
21
Druk op knop om het ingestelde laspunt te bevestigen.
Druk op de knop om het ingestelde laspunt te annuleren .
4.3/ Wijzigen van een ingesteld laspunt in het USERS file.
Om de instellingen van een laspunt te wijzigen, kiest u een laspunt in de lijst, en wijzigt u vervolgens de lasinstellingen.
Voor het bevestigen van de wijzigingen, drukt u op de knop .
Voor het annuleren van de wijzigingen, drukt u op de knop .
4.4/ Verwijder een ingesteld laspunt in het USERS file
Kies een ingesteld laspunt in de lijst en klik vervolgens op de knop rechts van de lijst.
21/08/2017-v8
22
5- VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD
Opleiding van de gebruiker
De gebruikers van dit apparaat moeten een adequate training, toegepast op het gebruik van dit apparaat, hebben gevolgd
en afgerond, om het zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken en om de reparaties conform de eisen te kunnen uitvoeren
(bijvoorbeeld een opleiding tot carrosseriebouwer).
Afstellen van de balansas.
Stel de spanning van de veer af met behulp van de meegeleverde Inbus-sleutel. Laat de klem niet langere tijd aan het
uiteinde van de kabel bungelen, dit kan vroegtijdige slijtage van de balansas veroorzaken. Laat de klem niet herhaaldelijk
vallen, dit kan de balansas beschadigen.
Preparatie van de onderdelen :
Het is zeer belangrijk om de te lassen zone te schuren.
Wanneer u een beschermingsapplicatie uitvoert, moet u zich ervan verzekeren dat deze geleidt, door eerst een test uit te
voeren op een proefstuk.
Lassen met een eenpunts-elektrode
Verifieer, tijdens het repareren van een voertuig, of de fabrikant deze las-techniek toestaat.
Niveau en werking van de koelvloeistof
Het niveau van de koelvloeistof is zeer belangrijk voor het correct functioneren van het apparaat. Het niveau moet altijd
liggen tussen het minimum en het maximum niveau, zoals aangegeven op de trolley. Vul indien nodig bij met
gedemineraliseerd water. Vervang de koelvloeistof iedere 2 jaar.
Reinigen van het pneumatische filter
Reinig regelmatig het filter van de ontvochtiger, die zich aan de achterzijde van het apparaat bevindt.
Onderhoud van de generator
Het onderhoud en de reparatie van de stroomgenerator kan alleen door een GYS technicus uitgevoerd worden. Iedere vorm
van onderhoud uitgevoerd door een andere persoon zal de garantie tenietdoen. De firma GYS kan niet aansprakelijk
gehouden worden voor ieder incident of ongeluk dat zich voordoet na dit onderhoud.
Reiniging en onderhoud van lasgereedschap en overige gereedschap
Alle lasgereedschap is onderhevig aan slijtage tijdens gebruik. Het gereedschap moet echter altijd goed schoon zijn, zodat
het apparaat optimaal kan functioneren. Controleer, tijdens het gebruik in de module "pneumatische klem", de correcte
staat van de elektroden/CAPS (plat, rond of schuin afgeslepen). Als dit niet het geval is, reinig ze dan met behulp van (fijn)
schuurpapier of vervang ze (zie art. code op het apparaat).
Bij gebruik in de pistool module moet ook de staat van de verschillende onderdelen gecontroleerd worden : ster, elektrode,
koolstofelektrode… Deze onderdelen moeten indien nodig gereinigd of vervangen worden.
Vervangen van caps/elektroden :
- Om een efficiënt laspunt te garanderen is het noodzakelijk de caps na iedere 200 punten te vervangen met behulp van
een sleutel om caps te demonteren (art. code 050846)
- Caps monteren met vet (art. code : 050440)
- Caps type A (art. code : 049987)
- Caps type F (art. code : 049970)
- Schuin afgesneden caps (art. code :049994)
Waarschuwing : De caps moeten perfect
op één lijn liggen. Als dit niet het geval is moet u de afstemming van
de elektroden controleren (zie vervangen van de armen p. 18 en 19).
21/08/2017-v8
23
Installatie en gebruik van het pistool
Het pistool en de massa-kabel zijn apart bij te bestellen.
Art. code : 051010
- Kies de module « Afstellen klem » in de menu's, om zo de pomp van het koelcircuit te deactiveren.
- Bevestig de massa-kabel op de mobiele elektrode : schuif de ketting en draai de hendel vast.
- Haal de vaste arm uit de klem en bevestig in plaats daarvan de kabel van het pistool.
Sluit de aansluiting van het watercircuit aan op de 2 sluiters. Sluit de besturingskabel aan op de Jack stekker
- Controleer of de schroef die het blokje aan de aansluiting verbindt goed aangedraaid is.
21/08/2017-v8
24
Vervangen van de armen van de C-klem :
Lees aandachtig de volgende aanwijzingen:
Wanneer de armen van de C-klem niet correct afgesteld of aangedraaid zijn kan dit
een oververhitting van de armen en de klem veroorzaken. Dit kan deze elementen blijvend beschadigen.
Schade als gevolg van een verkeerde montage wordt niet door de garantie gedekt.
- Schakel het apparaat uit, door de vermogensschakelaar uit
te schakelen, of kies de module « afstellen van de klem ».
- Draai de schroef
(1) die de arm aan de klem verbindt los.
Laat deze aan de arm, om verlies/kwijtraken te voorkomen.
- Ontkoppel de koelvloeistof-slangen.
- Schroef de schroef
(2) los en draai de hendel (3) aan de
zijkant van de klem los.
- Verwijder de arm uit de klem
- Neem een andere arm, breng contact-vet aan
(art. code 050440) op de delen van de arm en die van het
onderdeel die elkaar raken. Breng de arm in in de houder.
Installatie van de C2 en C8-armen.
Bij deze armen is het noodzakelijk om het verlengstuk te vervangen. Draai het korte verlengstuk los
met een platte sleutel en verwijder het verlengstuk. Vergeet hierbij niet de injector. Vang de
koelvloeistof op uit de as van de klem.
Centreer de lange injector in de as van de klem (Waarschuwing: de schuine kant aan de
buitenkant), breng handmatig in (1).
Plaats het lange verlengstuk en schroef deze op de as van de klem (koppel max.15Nm) (2)
Soort verlengstukken :
Korte verlengstukken : C1, C3, C4, C5, C6, C7, C9, C10
Lange verlengstukken : C2, C8
Lang verlengstuk
Kort verlengstuk
Lange injector
Korte injector
!
60°
21/08/2017-v8
25
Afstellen van de armen van de C-klem :
- Draai de hendel met de hand aan, en controleer of deze niet helemaal tot het eind aangedraaid is.
Als dat wel het geval is, volg dan de aanwijzingen van stap
.
Waarschuwing : Vroegtijdige slijtage van de arm en de klem kan optreden indien de hendel niet goed aangedraaid
is.
- Controleer het koelvloeistofniveau
- Controleer de schroeven en de hendel, bij niet correct aandraaien kan het materiaal beschadigen.
- Schakel het apparaat aan.
- Draai de schroef die de arm op de
klem houdt (4) vast ; deze niet te strak
aandraaien. Als ze te strak
aangedraaid zijn, zal dit problemen
geven bij het openen
van de armen
- Draai de ring (5) aan met de hand,
en draai vervolgens de schroef (6)
met
max
i
OK
NEE
21/08/2017-v8
26
Periodieke controle van de C-klem:
Het aandraaien van de volgende schroeven moet periodiek gecontroleerd worden (iedere
maand):
De schroef waarmee de arm op de klem is bevestigd:
Schroef voor het aandraaien van de koperen kabels op de cilinder:
Deze 4 schroeven garanderen de
bevestiging van de houder van de armen op
de klem; deze elementen moeten goed
aansluiten, om een goede overdracht van de
lasstroom te garanderen. Onvoldoende
klemkracht veroorzaakt een verlies van de
lasstroom, en kan blijvende beschadigingen
veroorzaken aan de armen of de klem.
De schroef hieronder garandeert het
bevestigen van de koperen kabelaansluitingen
op de klem. Controleer
regelmatig of deze
schroef goed aangedraaid is. Wanneer dit niet
het geval is kan er
verlies van stroom
optreden, of kunnen er blijvende
beschadigingen ontstaan op het niveau van de
mechanische onderdelen.
21/08/2017-v8
27
Type armen voor de C-klem :
21/08/2017-v8
28
6 - AFWIJKINGEN / OORZAKEN / OPLOSSINGEN
afwijking
oorzaken
oplossingen
Lassen klem
Het gerealiseerde laspunt
houdt slecht of helemaal
niet
De gebruikte caps zijn
versleten
Vervang de caps
Het plaatwerk is
onvoldoende geschuurd
Controleer de correcte
preparatie van het
plaatwerk
De instelling komt niet
overeen met de
geïnstalleerde arm
Controleer of de juiste
arm ingesteld is
De puntlasmachine
doorboort het plaatwerk
De gebruikte caps zijn
versleten
Vervang de caps
Onvoldoende luchtdruk
Controleer de druk van
het netwerk (min. 7 bar)
Het oppervlak is niet
correct geprepareerd
Bereid het werk-
oppervlak voor
Onvoldoende kracht klem
Probleem elektrische
voeding
Controleer de stabiliteit
van de netspanning
Onvoldoende
klemkracht
Zie hoofdstuk afstellen
van de arm van de klem
Zwarte of beschadigde
caps
Vervang de caps
Snelle oververhitting van
het apparaat / opzwellen
van de voedingskabel
De C-arm wordt niet
gekoeld
Controleer de aansluiting
van de C-arm op de
afkoeling van de klem
Pistool
Abnormale opwarming van
het pistool
Mantel pistool
verschoven
Herplaats de mantel,
zodat de afkoelende lucht
naar het pistool kan
stromen
Slechte aansluiting van
de houder
Controleer het
vastklemmen van de
houder, van de
sterhouder en de staat
van de mantel
De punt houdt niet
Slechte plaatsing van de
massa
Controleer of de massa
wel in contact is met het
juiste plaatwerk
Onvoldoende vermogen
pistool
Slecht contact massa
Controleer het contact
met de massa
De houder of de
accessoires zijn niet
voldoende aangedraaid
Controleer of de houder
en de accessoires goed
vastgeklemd zijn, en
controleer de staat van
de mantel
Verbruiksartikelen
beschadigd
Vervang de
verbruiksartikelen
21/08/2017-v8
29
7 - VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
GYS verklaart dat dit apparaat ontworpen en vervaardigd is in overeenstemming met de eisen van de volgende
Europese richtlijnen :
- Lage Spanningsrichtlijn 2006/95/CE, door het respecteren van de geharmoniseerde norm EN 62135-1.
- De Richtlijn EMC 2004/108/EG, door het respecteren van de geharmoniseerde norm EN62135-2.
- De Machinerichtlijn 2006/42/EG, door het respecteren van de geharmoniseerde norm EN 60204-1.
- De richtlijn 2004/40/EG met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van elektro-
magnetische velden, door het respecteren van de geharmoniseerde norm EN 5044 van 2008 .
8 - GARANTIEVOORWAARDEN
1) De garantie is alleen geldig als het garantiebewijs correct is ingevuld door de verkoper.
2) De garantie dekt fabricage-fouten gedurende 1 jaar vanaf de aankoopdatum (onderdelen en
arbeidsloon).
3) DE GARANTIE DEKT NIET : SPANNINGSFOUTEN, het gebruik van een andere vloeistof als
aanbevolen koelmiddel, incidenten als gevolg van verkeerd gebruik van het apparaat, vallen, demonteren van
onderdelen oftransportaverij.
4) De garantie dekt niet : problemen als gevolg van het niet uitvoeren van onderhoud aan de generator of de
klem.
5) De garantie dekt niet : normale slijtage van de onderdelen (Bijvoorbeeld : kabels, klemmen enz.).
Stuur, wanneer er een defect optreedt, het apparaat terug naar GYS, samen met :
Dit door uw verkoper getekende garantie-bewijs en
een beschrijving van het defect.
Na afloop van de garantieperiode kan onze after-sales dienst defecte apparaten repareren, na acceptatie door
de klant van onze prijsopgave van de reparatie.
WAARSCHUWING
We herinneren u eraan dat onze after-sales dienst enkel gefrankeerde verzendingen accepteert.
SOCIETE GYS « S.A.V » : 134 Bd des Loges - BP 4159
53941 SAINT-BERTHEVIN cedex
FAX After-sales dienst: 02 43 01 23 75
27/11/2012 Nicolas BOUYGUES
GYS Chief Executive Officer
134 BD des Loges
53941 Saint Berthevin
GARANTIE CERTIFICAAT
Stempel van de verkoper :
Referentie van het apparaat : ......................
Aankoopdatum : ....................................
Naam koper : .............................................
1 jaar geldig, vanaf de aankoopdatum.
21/08/2017-v8
30
9 - ELEKTRISCH SCHEMA
21/08/2017-v8
31
10KOELCIRCUIT
11 AANSLUITING KABEL SNOER KLEM
21/08/2017-v8
32
12 - TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
ELEKTRISCHE EIGENSCHAPPEN
Nominale voedingsspanning : U1N
400v, driefasig + aarde 50/60hz
Primaire stroom : I1N
25A
Vermogen bij 50% van de inschakelduur : S50
20 kVA
Permanent vermogen : Sp
14 kVA
Maximaal onmiddellijk elektrisch vermogen : Smax
80 kVA
Secondaire spanning : U2d
7 VDC
Secondaire stroom in kortsluiting : I2cc
14 500 A
Permanente secondaire stroom : I2P
1 800A
Maximale gereguleerde lasstroom
13 000A
Schakelaar
25 A curve D
Hoofdschakelaar
30 mA
Inschakelduur
2%
THERMISCHE EIGENSCHAPPEN
Gebruikstemperatuur
+5°C / +45°C
Opslag- en transporttemperatuur
-20°C / +70°C
Hygrometrie
80%
Hoogte
2 000m
Thermische beveiliging per thermistor op de diodenbrug
70°C
MECHANISCHE EIGENSCHAPPEN
Beveiligingsindex
IP21
Breedte
610 mm
Diepte
720 mm
Hoogte
2260 mm
Gewicht
100 kg
Lengte netwerkkabel
8 000 mm
Lengte kabel klem art. code 019614
4 000 mm
Lengte kabel klem art. code 020320
6 000 mm
PNEUMATISCHE EIGENSCHAPPEN
Maximale druk P1
10 bars
Waterstroom
1L/min
Gereguleerde minimale inspanning : F min
100 daN
Gereguleerde maximale inspanning met de C-klem : F max
550 daN
13PICTOGRAMMEN
V
Volt
A
Ampères
3 ~
Driefasen voeding
U 1n
Nominale voedingsspanning
S p
Continu vermogen
S max
Maximaal onmiddellijk vermogen
U 20
Nominale nullast wisselspanning
I 2 cc
Secundaire stroom in kortsluiting
IP 21
Beveiligd tegen de toegang tot gevaarlijke delen met een vinger, en tegen verticaal vallende waterdruppels
Waarschuwing ! Lees voor gebruik de handleiding
Gescheiden inzameling. Niet weggooien met het huishoudelijk afval
Apparaat niet buiten gebruiken. Apparaat niet blootstellen aan waterspatten. IP 21.
Dragers van een pacemaker mogen niet in de buurt van het apparaat komen. Risico op
verstoring van het functioneren van pacemakers in de buurt van dit apparaat.
Waarschuwing ! Groot magnetisch veld.
Personen die drager zijn van actieve of passieve implantaten moeten geïnformeerd worden.
Gebruik oogbescherming of een veiligheidsbril. Het is verplicht om een
lichaamsbescherming te dragen. Het is verplicht om een handbescherming te dragen.
Waarschuwing : risico op brandwonden.
21/08/2017-v8
33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33

GYS GYSPOT EVOLUTION PTI-s7 (4M) de handleiding

Type
de handleiding