21/08/2017-v8
Hartelijk dank voor uw keuze ! Leest u, voor de installatie, het in werking stellen, en iedere vorm van onderhoud aan deze apparatuur
aandachtig de hierop volgende veiligheidsvoorschriften, om persoonlijke ongelukken en materiële schade aan het lasapparaat te
voorkomen.
GYS kan in geen enkel geval verantwoordelijk worden gehouden voor lichamelijk letsel of materiële schade, veroorzaakt door het gebruik
van dit apparaat in de volgende omstandigheden:
- het wijzigen of buiten werking stellen van veiligheidsonderdelen,
- het niet respecteren van de aanbevelingen zoals vermeld in deze handleiding,
- het wijzigen van de technische eigenschappen van dit apparaat,
- het gebruik van andere onderdelen dan die door GYS geleverd worden, of het gebruik van ongeschikte onderdelen,
- het niet respecteren van de regelgeving en de specifieke bepalingen van het land waar het apparaat gebruikt wordt.
1- PRESENTATIE, VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
Dit apparaat is bestemd voor het uitvoeren van de volgende carrosserie-werkzaamheden:
- puntlassen van plaatwerk met een pneumatische klem,
- het lassen van plaatwerk met pistool,
- het lassen van nagels, klinknagels, ringen, bouten, sierlijsten,
- het wegwerken van deuken en inslag (inslag veroorzaakt door hagel met de optie slagtrekker).
ALGEMEEN
1. Het personeel dat met het lasapparaat werkt moet een adequate opleiding gevolgd hebben.
2. Het onderhoud en de reparaties mogen alleen door goed opgeleid en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
3. De gebruiker van het apparaat is er verantwoordelijk voor dat de aanbevelingen van de autofabrikanten betreffende de veiligheid van de
elektrische en elektronische apparaten gerespecteerd worden(boordcomputers, autoradio, alarm, airbag enz.).
4. Voor de aanvang van iedere onderhoudsbeurt of reparatie moet de toevoer van geperste lucht afgesloten worden en moet het apparaat
drukvrij zijn.
5. De elektroden, armen, en alle andere secondaire geleiders kunnen zeer heet worden, en dit nog lange tijd blijven na het uitschakelen
van het apparaat. Waarschuwing: risico op brandwonden.
6. Het is noodzakelijk om regelmatig een preventieve onderhoudsbeurt uit te voeren.
ELEKTRICITEIT
1. Verzekert u zich ervan dat het apparaat op een geaarde installatie is aangesloten, en dat de verbindingskabel in goede staat is.
2. Verzekert u zich ervan dat de werkeenheid geaard is.
3. Voorkomen moet worden dat de gebruiker van het apparaat de te lassen metalen onderdelen zonder bescherming, of met vochtige
kleding, aanraakt.
4. Voorkom het contact met het te lassen werkstuk.
5. Niet puntlassen in een zeer vochtige omgeving of op een natte ondergrond.
6. Nooit lassen met versleten of doorboorde kabels. Verzekert u zich ervan dat er geen defecten in de isolatie of blootliggende kabels zijn,
dat alle aansluitingen goed vastzitten, en dat er geen lekkage in het koelvloeistof-systeem is.
7. Voordat u een controle uitvoert of onderhoud verricht, moet u het apparaat uitschakelen en van de netspanning afkoppelen.
BESCHERMING VAN OGEN EN LICHAAM
1. Tijdens het lassen moet de lasser zich beschermen tegen eventuele wegspattende gloeiende deeltjes, door het dragen van
veiligheidskleding zoals: lederen handschoenen, een lederen schort, veiligheidsschoenen, en een veiligheidsmasker of -bril. Ook tijdens
schuur- of hamerwerkzaamheden moet de lasser zijn ogen beschermen.
2. De klemkracht van de klem kan 550 daN bereiken. Houdt alle lichaamsdelen verwijderd van bewegende delen, om zo ieder risico op
het afklemmen van lichaamsdelen te voorkomen. Houd vooral de vingers uit de buurt van de uiteinden van de elektroden.
3. Draag geen ringen, horloge of geleidende sieraden, deze kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
4. Alle veiligheidsschermen moeten in goede staat verkeren en correct geplaatst worden. Bescherm de directe omgeving van het apparaat
tegen wegspattende deeltjes.
BRAND
1. Let op dat de wegspattende vonken geen brand kunnen veroorzaken, in het bijzonder in de nabijheid van ontvlambare materialen.
2. Verzekert u zich ervan dat er brandblussers aanwezig zijn in de nabijheid van het apparaat.
3. Plaats het apparaat in een ruimte waar een luchtafzuigsysteem aanwezig is.
4. Las niet op brandstof- of smeermiddel-houdende elementen, zelfs als deze leeg zijn. Las ook niet op containers waarin zich
ontvlambare materialen bevinden.
5. Niet lassen in een atmosfeer waarin zich hoge doses ontvlambaar gas of brandstofdampen bevinden.
ELEKTRO-MAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Tijdens het gebruik van het lasapparaat moet u er zich van verzekeren:
- dat er geen andere voedingskabels, controle-kabels, telefoonkabels, of ontvangstapparatuur (radio of tv), horloges, mobiele telefoons,
magnetische kaarten, computers, of andere elektronische apparatuur aanwezig zijn.
- dat er geen personen in de buurt zijn die drager zijn van medische apparatuur (pacemakers, gehoor-apparatuur...)
Neem extra beveiligingsmaatregelen indien er zich andere werkende apparatuur in dezelfde ruimte bevindt.
- dat de accu van het voertuig afgekoppeld is.
Het wordt aangeraden om de elektronische onderdelen van het voertuig (calculators, board-computers, relais.....) zo ver mogelijk
van het lasapparaat te houden.