Het moederbord terugplaatsen | 49
Het moederbord terugplaatsen
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen
in "Voordat u begint" op pagina 7. Volg de instructies in "Na het uitvoeren van
werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 9 nadat
u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en
regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich op het moederbord.
U moet het serviceplaatje invoeren in de systeeminstellingen als u het moederbord
hebt teruggeplaatst.
Procedure
1 Lijn het schroefgaatje in het moederbord uit met het schroefgaatje in de systeemkast.
2 Plaats de schroef terug waarmee het moederbord aan de systeemkast vastzit.
3 Koppel de kabels van de netadapteraansluiting, luidsprekers en de I/O-kaart los uit
de aansluitingen op het moederbord.
4 Sluit de kabel van het beeldscherm op het moederbord aan.
5 Bevestigd de beeldschermkabel met de tape op het moederbord.
Nazorgmaatregelen
1 Plaats de draadloze minikaart terug. Zie "De draadloze minikaart terugplaatsen"
op pagina 39.
2 Plaats de polssteun terug. Zie "De polssteun terugplaatsen" op pagina 35.
3 Plaats het toetsenbord terug. Zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op pagina 29.
4 Plaats het optische station terug. Zie "Het optische station terugplaatsen" op pagina 21.
5 Plaats de vaste schijf terug. Zie "De vaste schijf terugplaatsen" op pagina 25.
6 Volg de instructies van stap 3 en stap 4 in "De geheugenmodule(s) terugplaatsen"
op pagina 17.
7 Breng de batterij opnieuw aan. Zie "De batterij vervangen" op pagina 13.
8 Volg de instructies in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van
uw computer" op pagina 9.
Het serviceplaatje invoeren in systeeminstellingen
1 Zet de computer aan.
2 Druk tijdens de POST op <F2> om de System Setup te openen.
3 Ga naar het tabblad Main (Algemeen) en noteer het serviceplaatje
in het veld Service Tag Input (Serviceplaatje invoeren).