Whirlpool LPR 150 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
26
GEBRUIKSAANWIJZING
Pagina
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN 27
MILIEUTIPS 27
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN 28
EN ADVIEZEN
LEER UW APPARAAT KENNEN 29
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN 32
SERVICE 32
27
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog
eens kunt raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar
en draagt het recyclingsymbool. Voor de verwerking
moeten de plaatselijke voorschriften worden
nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een bron van
gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG
inzake Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval wordt verwerkt,
helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het
milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product
niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In
plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een
verzamelpunt voor recycling van elektrische en
elektronische apparaten. Maak het apparaat op het
moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door
de voedingskabel door te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg bij
het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar
een speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het
niet onbewaakt achter, ook niet voor slechts een
paar dagen, aangezien het voor kinderen een bron
van gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie
over de behandeling, terugwinning en recycling van
dit product wordt u verzocht contact op te nemen
met het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat
R134a (HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje
in het apparaat. Voor apparaten met isobutaan
(R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel
ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te
controleren of de leidingen van het koelcircuit niet
beschadigd zijn. Dit product kan een gefluorideerd
broeikasgas bevatten dat onder het Protocol van
Kyoto valt; het koelgas zit in een hermetisch
verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG) nr.
1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de
markt gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de
"Laagspanningsrichtlijn" 2006/95/EG (die de
richtlijn 73/23/EEG en latere verordeningen
vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is
alleen gewaarborgd wanneer
het op de juiste wijze op een
efficiënt werkende installatie
is aangesloten, die volgens de
wettelijke voorschriften is
geaard.
MILIEUTIPS
28
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de installatie
de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te
garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de
koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer die
het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het serienummerplaatje
staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor een
lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters
of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en
niet die van het vorige apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of
vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt
van het apparaat of van andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische, elektrische
of chemische systemen die het ontdooiproces
versnellen dan door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens, of zonder ervaring of
kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens
het gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen
niet worden toegestaan in het product te spelen
of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat
ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een waterleidingnet
aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater
levert (met een waterleidingdruk van tussen de
0,17 en 0,81 MPa (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers
en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op
het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte
want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
EN ADVIEZEN
Klimaatklasse Omg. Temp. (°C) Omg. Temp. (°F)
SN van 10 tot 32 van 50 tot 90
N van 16 tot 32 van 61 tot 90
ST van 16 tot 38 van 61 tot 100
T van 16 tot 43 van 61 tot 110
29
Het apparaat dat u hebt aangeschaft met het , symbool, maakt het mogelijk om op perfecte wijze vers
en gekookt voedsel in te vriezen, ijsblokjes te maken en diepvriesprodukten of ingevroren voedsel te bewaren.
We raden u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen, hierin vindt u de beschrijving van het
apparaat en nuttige wenken om de beste prestaties te verkrijgen bij het invriezen en bewaren van voedsel.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A) Bedieningspaneel
1. Controlelampje voor de werking van het apparaat (groen lampje)
2. Alarmlampje voor de temperatuur met geluidssignaal (rood lampje)
3. Controlelampje voor het snelvriezen (geel lampje)
4. Schakelaar voor het snelvriezen
5. Knop voor het regelen van de temperatuur in de vrieskast (thermostaat)
6. Schakelaar voor geluidssignaal bji open deur (indien aanwezig)
B) Manden voor het invriezen en bewaren van diepvriesprodukten.
C) Mand om alleen produkten te bewaren.
Enkele modellen beschikken over houders met koelvloeistof(eutectica): Haal hen weg van de achterkant van de
korf (C) en plaats hen dicht bij elkaar in de korf zelf.
INSTALLATIE
Controleer of het apparaat niet beschadigd is. Eventuele schade, opgelopen tijdens het transport, moet binnen
24 uur na aflevering van het apparaat aan de leverancier gemeld worden. Het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte installeren, ver weg van warmtebronnen zoals kachels, fornuizen, direct zonlicht, enz.
Indien dit soort installatie niet mogelijk is, houdt u zich dan aan de volgende zij - afstanden:
a) tussen apparaat en gas: minimum 30 cm.
b) of elektrisch fornuis: minimum 3 cm.
Een andere mogelijkheid bestaat uit het aanbrengen van isolatiepanelen (te koop in speciaalzaken) tussen het
apparaat en het fornuis. Het apparaat moet op een vlakke en stevige vloer geïnstalleerd worden, de
aanwijzingen opvolgend die vermeld zijn op de mal die zich binnenin het apparaat bevindt. Laat de vrieskast een
paar uur staan vóór het in gebruik nemen: maak intussen de binnenkant schoon met een vochtige spons
gedrenkt in een oplossing van lauw water en azijn en breng eventuele meegeleverde accessoires aan.
Attentie: De stekker voor het elektrisch aansluiten van het apparaat moet ook na de installatie bereikbaar zijn
om deze indien nodig uit het stopcontact te kunnen nemen. Indien de stekker niet bereikbaar is, het apparaat
met het elektrisch net verbinden door een tweepolige schakelaar met een opening van tenminste 3 mm tussen
de conctacten, deze schakelaar op een bereikbare plaats aanbrengen.
LEER UW APPARAAT KENNEN
30
ELEKTRISCHE AANSLUITING EN IN GEBRUIK NEMEN
Controleer of de netspanning op het typeplaatje dat zich in de vriesruimte
bevindt, overeenkomt met de netspanning van de woning.
Het is wettelijk verplicht het apparaat te aarden. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele schade aan personen of voorwerpen,
welke door het niet opvolgen van dit voorschrift kan ontstaan.
Wanneer het apparaat aangesloten is, en de thermostaatknop niet ingesteld is
op symbool •, gaan het groene en het rode controlelampje 1 en 2 branden
(Fig. 1) en gaat het geluidssignaal van de temperatuur aan.
Het groene controlelampje blijft steeds branden en betekent dat het apparaat in werking is. Het rode
controlelampje blijft branden tot de goede werkingstemperatuur bereikt is.
Did lampje gaat weer branden wanneer de temperatuur in de vrieskast stijgt door het vaak of lang openen
van de deur, en wanneer het apparaat geladen wordt met vers, in te vriezen voedsel. In did geval, de
snelvriesschakelaar aanzetten tot het rode controlelampje uitgaat. Het geluidssignaal betekent het branden
van het rode alarmlampje. Did houdt op wanneer het rode controlelampje uitgaat of wanneer het
snelvriezen ingeschakeld wordt (geel controlelampje brandt).
REGELEN VAN DE TEMPERATUUR
Met de thermostaat (zie Fig. 1) kan de temperatuur geregeld worden. De stand betekent een tijdelijk
onderbroken werking. De ideale temperatuur voor het bewaren op lange termijn van diepvriesprodukten
of ingevroren voedsel is -18°C. Bij normale omstandigheden (omgevingstemperatuur tussen +25° C en
+25°C), wordt aangeraden de thermostaatknop op een middenstand in te stellen. Indien men een lagere
of hogere temperatuur dan -18°C in de vrieskast wenst, de thermostaatknop respectievelijk naar een
hoger nummer of naar de stand "•" draaien. We herinneren u eraan, dat het instellen van de thermostaat
afhankelijk is van de temperatuurwisselingen buiten de vrieskast, van de hoeveelheid te bewaren voedsel,
van de frequentie van het openen van de deur en van de plaats waar het apparaat geïnstalleerd is: na enige
ervaring zult u de regeling vinden die aan uw wensen voldoet.
Om de temperatuur van de diepvriesprodukten te meten, de thermometer (indien meegeleverd) tussen
de voedingswaren leggen; indien bovenop de produkten gelegd zou de thermometer de luchttemperatuur
aangeven, die niet overeenkomt met de temperatuur van het produkt.
GEBRUIK VAN DE VRIESKASTRUIMTE
Dit apparaat is voorzien van een geluidssignaal dat aangaat wanneer de deur per toeval open blijft.
Indien de deur lang open moet blijven, moet men om geluidssignaal af te zetten, schakelaar (6) (zie Fig. 1)
uittrekken.
31
INVRIEZEN (Fig. 6)
De maximum hoeveelheid voedsel, uitgedrukt in kg, die ingevroren kan worden in 24 uur, bij een
omgevingstemperatuur van 25°C, is aangegeven op het typeplaatje.
Indien u de maximum toegelaten hoeveelheid in te vriezen wenst wordt aangeraden de snelvriesschakelaar
4 te gebruiken (geel lampje brandt) 24 uur vóór het laden van de levensmiddelen die meteen op de
roosters gelegd moeten worden zonder gebruik te maken van de manden.
Na het invriezen, moet de vrieskast weer op de normale werking ingesteld worden door de
snelvriesschakelaar uit te schakelen (geel lampje gaat uit).
De invriestijden zijn korter voor lagere hoeveelheden.
Heel kleine hoeveelheden kunnen ingevroren worden zonder de snelvriesschakelaar te gebruiken.
Nooit warme gerechten of gedeeltelijk ontdooid voedsel in de vrieskast opbergen.
De levensmiddelen inpakken in aluminium, plastic folie of daartoe bestemde bakjes. De pakjes voorzien
van een etiket met invriesdatum en inhoud.
In de vrieskast kan de juiste temperatuur voor het bewaren van levensmiddelen behouden blijven, ook in
geval van stroomonderbreking, gedurende ongeveer 15 uur; er wordt wel aangeraden om de
vrieskastdeur tijdens deze periode niet te openen.
N.B. Door de goede hermetische sluiting van de vrieskastdeur is het niet mogelijk deze meteen na het
sluiten weer open te maken; wacht enkele minuten.
MAKEN VAN IJSBLOKJES
De ijsbakjes voor drie-vierde met water vullen en ze in het bovenste vak van de invriesruimte plaatsen.
Indien de ijsbakjes vastvriezen aan de bodem, probeer dan niet om ze met scherpe of puntige voorwerpen
te verwijderen waardoor u het apparaat zou kunnen beschadigen, gebruik liever de steel van een lepel.
Attentie: Geen ijsblokjes of waterijs onmiddellijk nadat het uit de vrieskast komt opeten, door de koude
kunnen deze brandwonden veroorzaken.
Geen vloeistoffen in glas in de vrieskast plaatsen.
BEWAREN VAN DIEPVRIESPRODUKTEN
Bij het inkopen van diepvriesprodukten, nakijken of de verpakking niet beschadigd is, niet bol staat of geen
vochtvlekken vertoont. De diepvriesprodukten zo vlug mogelijk in de vrieskast opbergen om te
voorkomen dat een verhoodge temperatuur tijdens het vervoer de versheid benadeelt. In elk geval
moeten deze produkten verbruikt worden vóór de vervaldatum aangegeven op de verpakking.
ONTDOOIEN
Enkele raadgevingen:
Groente om te koken: niet ontdooien maar direct in kokend water brengen en zoals gebruikelijk
bereiden.
Vlees in het algemeen (grote stukken): ontdooien in de koelkast zonder de oorspronkelijke
verpakking te verwijderen. Het vlees een paar uur bij omgevingstemperatuur laten rusten vóór u het
bereidt.
(Kleine stukken): Ontdooien bij omgevingstemperatuur of meteen bereiden.
Vis: Ontdooien in de koelkast, zonder de verpakking te verwijderen of bereiden wanneer de vis half
ontdooid is.
Voorgekookte gerechten: meteen in de oven bereiden zonder het aluminium bakje te verwijderen.
Fruit: ontdooien in de koelkast.
ONTDOOIEN VAN DE VRIESKAST
De rijp moet minstens twee keer per jaar verwijderd worden of in elk geval wanneer de rijplaag een
bepaalde dikte gekregen heeft. Tussen het ontdooien in, wordt angeraden om regelmatig de rijp van de
diepvriesplaat te verwijderen met een schepje, geen scherpe of puntige voorwerpen gebruiken. Iedere
schade veroorzaakt door het gebruik van deze voorwerpen valt niet onder de garantie.
Indien mogelijk de vrieskast ontdooien wanneer er weinig of geen voedingswaren opgeborgen zijn. Indien
er nog ingevroren voedsel is, zet dan een tijdje vóór u met ontdooien begint, de snelvriesschakelaar aan
zodat het voedsel nog kouder wordt. Het ingevroren voedsel inpakken in krantenpapier (of in een deken)
en het zolang in de koelkast of op een koele plaats bewaren. De thermostaatknop op stand • instellen, de
stekker uit het stopcontact nemen en de deur openlaten. Verwijder de uittrekbare manden door ze aan
de voorkant op te tillen.
Wees voorzichtig met ontdooi- sprays die in speciaalzaken te koop zijn: deze kunnen schadelijke
bestanddelen bevatten. Na het ontdooien de vrieskast zorgvuldig schoonmaken en nadrogen. Het
apparaat weer aansluiten op het lichtnet en de snelvriesschakelaar aanzetten. De ingevroren produkten
weer opbergen. Twee uur na het uitgaan var het rode controlelampje, de snelvriesschakelaar uitzetten.
32
Een foutieve werking van het apparaat is niet altijd te wijten aan een defect, maar wordt vaak veroorzaakt
door een verkeerd gebruik of onjuiste installatie.
Om onnodige service diensten, met de daaraan verbonden kosten te vermijden, raden wij u aan als volgt
te handelen:
1. Indien de temperatuur in het apparaat niet laag genoeg is en het rode alarmlampje flikkert
of continu blijft branden. Controleer of:
De deur perfect sluit
De thermostaat op de juiste stand staat (zie hoofdstuk "Regelen van de temperatuur")
Het apparaat niet te dicht bij warmtebronnen staat
De lucht vrij kan circuleren door de ventilatie - openingen
Er niet te veel rijp op de wanden van de vrieskast is.
Indien het produkt voorzien is van een schuif (zie Fig. 11) geplaatst aan de linker onderkant, wordt
aangeraden deze uit te trekken en schoon te maken met een borstel.
2.Indien de compressor continu werkt kan dit door de volgende redenen komen:
De invriesschakelaar is aangezet
De omgevingstemperatuur is te hoog
Het gebruik van de vrieskast is zeer intensief met vaak openmaken van de deur.
3.Het apparaat maakt teveel lawaai. Controleer of:
Het apparaat goed waterpas staat.
4.Het apparaat werkt niet. Controleer of:
De thermostaatknop niet op stand • staat
Er elektrische stroom is
De stekker goed in het wandcontact is aangebracht
De eventuele aanwezige automatische zekering van de elektrische installatie van de woning niet
uitgeschakeld is en dat de smeltzekeringen bij de meter niet
doorgebrand zijn
De voedingskabel niet gebroken is (zie ook "Opmerking").
Opmerking: Indien de voedingskabel vervangen moet worden,
de stekker uit het stopcontact halen, een nieuwe kabel
aanbrengen ervoor zorgend dat deze op de juiste wijze
verbonden wordt.
Indien, na voorgaande controles te hebben uitgevoerd, het
apparaat niet normaal werkt, kunt u zich wenden tot de Service
Dienst. De adressen zijn vermeld in het garantieboekje en in de
telefoongids; vermeldt het soort storing, het model en het
serienummer van het apparaat.
SERVICE
De goede werking en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van een juist en regelmatig
onderhoud. Haal steeds de stekker uit het stopcontact
vóór dat u aan de werkzaamheden begint.
De binnenkant regelmatig schoonmaken met een oplossing van lauw water en azijn. Spoelen en nadrogen.
Nooit schuurmiddelen of afwasmiddelen gebruiken.
De pakking van de deur regelmatig met water schoonmaken en zorgvuldig nadrogen. Vermijden dat de
pakking bevuild wordt met olie of vet. Na het schoonmaken niet vergeten het apparaat weer aan te
sluiten.
RAADGEVINGEN IN GEVAL VAN AFWEZIGHEID
Indien de afwezigheid van lange duur is, het apparaat uitschakelen door de stekker uit het stopcontact te
nemen; de vrieskast helemaal leeg maken.
Schoonmaken en de deur open laten.
Indien de afwezigheid van korte duur is, het apparaat aangesloten laten.
ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7

Whirlpool LPR 150 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding