nl
86
De luchtvochtigheid in de groentelade
kunt u instellen afhankelijk van het soort
en de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen:
■ overwegend fruit en bij hoge belading
– lagere luchtvochtigheid
■ overwegend groente en bij gemengde
belading of geringe belading – hogere
luchtvochtigheid
Aanwijzingen
■ Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
■ Afhankelijk van de soort en de
hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen kan zich
condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater
verwijderen met een droge doek en
de luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de
vochtigheidsregelaar.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt
de koelruimte ca. 15 uur zo koud
mogelijk gekoeld. Hierna wordt
automatisch omgeschakeld naar de vóór
het superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
■ vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
■ om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is
ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
In- en uitschakelen
Afb. "
Toets „super” 2 indrukken.
De toets brandt als
het superkoelsysteem is ingeschakeld.
Waterdispenser
Via de waterdispenser kan men koud
water aftappen uit het apparaat.
Attentie bij ingebruikneming
De waterdispenser werkt alleen wanneer
het apparaat is aangesloten op het
waterleidingnet.
Na het aansluiten bevinden zich
in de leidingen nog luchtbelletjes.
Het drinkwater net zolang aftappen en
weggooien tot het water zonder
luchtbelletjes getapt kan worden.
De eerste 10 glazen (ca. 1,5 liter)
weggooien.
Door temperatuurverschillen kunnen er
waterdruppels uit de dispenser komen
na het opstellen en de ingebruikneming.
Na de ingebruikneming kan het enkele
minuten duren tot er water wordt
afgegeven.