Hints en tips voor de voedselsensor
De voedselsensor is een temperatuursonde die
draadloos aangesloten is op een antenne die zich
onder de kookplaat bevindt, in een gebied tussen de
twee achterste kookzones.
De antenne van de voedselsensor bevindt zich in de
handgreep. Zorg ervoor dat deze niet door metalen
voorwerpen afgedekt wordt (laat bijv. de voedselsensor
tijdens het koken niet in een pan vallen).
Voor de beste aansluiting tussen de voedselsensor en
de kookplaat plaatst u een pan op één van de linker
kookzones en steekt u de voedselsensor in de pan in
een 1-3 uur stand.
Plaats kookgerei in het midden van de gekozen
kookzone. Zorg ervoor dat de onderste diameter niet
groter is dan de aangegeven kookzone.
Groot kookgerei dat op de kookzone linksachter
gebruikt wordt kan het signaal blokkeren wanneer u de
voedselsensor op de kookzone linksvoor gebruikt. Om
ervoor te zorgen dat er verbinding wordt gemaakt en
deze behouden blijft, moet u om te koken zonder de
in gebruik zijnde voedselsensor de kookzones aan de
rechterkant gebruiken.
Signaalindicatoren::
- sterk / medium / zwak signaal
- geen signaal
Om het signaal te verbeteren, beweegt u de
Voedselsensor in de richting van de antenne of
verplaatst u de pot.
Voor alle functies, bijv.
Kookassistentie en
SousVide, kunt u de
voedselsensor uitsluitend
aan de linkerkant van de
kookplaat gebruiken.
Met de thermometerfunctie
kunt u de voedselsensor ook
aan de rechterkant van de
kookplaat gebruiken.
Plaats de voedselsensor
dichtbij het midden van de
kookplaat in de 9-11 uur
stand.
Hang de voedselsensor aan de rand van de pan; dichtbij
het gedeelte met de antenne, in een 1-3 uur stand (voor
de linkerkant van de kookplaat) of de 9-11 uur stand (voor
de rechterkant van de kookplaat).