BEKNOPTE INSTRUCTIES
NL
KOOKPLAAT
SNELSTART-
GIDS
Laten we beginnen. Gebruik de
onderstaande instructies om de
verschillende functies van uw
apparaat te ontdekken.
Niet iedere kookzone ondersteunt elke
functie. De afbeeldingen aan de linkerkant
laten zien voor welke kookzones de
geautomatiseerde functies geactiveerd
kunnen worden.
60 cm 80 cm
1
2
1
2
5
4
4
3
5
6 7 8 9 10 114
4
3
1
Inductiezone met Kookassistentie
2
Inductiezone met Kookassistentie en
Bakken
3
Bedieningspaneel
4
Inductiekookzone
5
Gedeelte met antenne
6
Meetpunt
7
Minimum aangegeven niveau
8
Aanbevolen onderdompelniveau (voor
vloeistoen), circa 2-5 cm boven het
minimaal aangeven niveau
9
Kalibratiecode
10
Haak voor het plaatsen van de
voedselsensor op de rand.
11
Handgreep met interne antenne
Voedselsensor
SousVide Thermometer Bakken
Hints en tips voor de voedselsensor
De voedselsensor is een temperatuursonde die
draadloos aangesloten is op een antenne die zich
onder de kookplaat bevindt, in een gebied tussen de
twee achterste kookzones.
De antenne van de voedselsensor bevindt zich in de
handgreep. Zorg ervoor dat deze niet door metalen
voorwerpen afgedekt wordt (laat bijv. de voedselsensor
tijdens het koken niet in een pan vallen).
Voor de beste aansluiting tussen de voedselsensor en
de kookplaat plaatst u een pan op één van de linker
kookzones en steekt u de voedselsensor in de pan in
een 1-3 uur stand.
Plaats kookgerei in het midden van de gekozen
kookzone. Zorg ervoor dat de onderste diameter niet
groter is dan de aangegeven kookzone.
Groot kookgerei dat op de kookzone linksachter
gebruikt wordt kan het signaal blokkeren wanneer u de
voedselsensor op de kookzone linksvoor gebruikt. Om
ervoor te zorgen dat er verbinding wordt gemaakt en
deze behouden blijft, moet u om te koken zonder de
in gebruik zijnde voedselsensor de kookzones aan de
rechterkant gebruiken.
Signaalindicatoren::
- sterk / medium / zwak signaal
- geen signaal
Om het signaal te verbeteren, beweegt u de
Voedselsensor in de richting van de antenne of
verplaatst u de pot.
Voor alle functies, bijv.
Kookassistentie en
SousVide, kunt u de
voedselsensor uitsluitend
aan de linkerkant van de
kookplaat gebruiken.
Met de thermometerfunctie
kunt u de voedselsensor ook
aan de rechterkant van de
kookplaat gebruiken.
Plaats de voedselsensor
dichtbij het midden van de
kookplaat in de 9-11 uur
stand.
Hang de voedselsensor aan de rand van de pan; dichtbij
het gedeelte met de antenne, in een 1-3 uur stand (voor
de linkerkant van de kookplaat) of de 9-11 uur stand (voor
de rechterkant van de kookplaat).
SousVide en behouden van temperatuur (Sous Vide & KeepTemperature)
SousVide
Met SousVide kunt u uw gerechten op een lage
temperatuur voorbereiden, waardoor de vitaminen
bewaard kunnen blijven en u de beste smaak
kunt verkrijgen. Uw gerechten zullen met de
geschikte temperaturen en kooktijden altijd heerlijk
smaken. Raadpleeg de bereidingshandleiding in de
gebruikshandleiding om het meeste uit deze functie te
halen.
Ontdooi voedsel voordat u dit klaarmaakt. Plaats
gekruid voedsel in zakken en verpak het vacuüm.
Vul de pan met water en plaats de voedselsensor
erin. Zorg ervoor dat het water tot aan het aanbevolen
onderdompelniveau reikt.
Start het SousVide-programma.
Plaats de zakken in het water zodra de juiste
temperatuur bereikt is. Gebruik een deksel.
U kunt SousVide op twee manieren
beginnen.
Als u het via het menu activeert, dan kunt u uw eigen
temperatuur kiezen (tussen 35 – 85 °C).
Als u SousVide via kookassistentie activeert, dan zijn de
temperaturen voor de gerechten vooraf ingesteld.
Uw kookplaat geeft u duidelijk te volgen instellingen en
instructies.
Zorg ervoor dat u de regels van de bereiding bij
een lage temperatuur in acht houdt. Raadpleeg de
gebruikshandleiding voor meer informatie over het
onderwerp.
Behouden van temperatuur
(KeepTemperature)
De voedselsensor kan ook gebruikt worden om gerechten
voor te bereiden zonder dat deze vacuümverpakt
hoeven te zijn. Op deze manier behoudt u een constante
temperatuur van uw gerecht tijdens de bereiding. Denk
eraan dat het voedsel regelmatig geroerd dient te worden,
zodat dit niet kan aanbranden.
TIP: U zult het beste
resultaat verkrijgen als u
de zakken verticaal plaatst
en deze volledig in water
onderdompelt.
Kerntemperatuurwaarden voor hard voedsel.
867350479-B-082019
U kunt de voedselsensor gebruiken om de temperatuur in het voedsel te meten, de
zogenaamde kerntemperatuur.
Plaats de voedselsensor dusdanig dat het meetpunt in het midden gepositioneerd is, in het
dikste gedeelte van het voedsel, met name voor dunne plakken. Voor dikkere porties vlees
moet de oedselsensor er ten minste tot aan het minimaal aangegeven niveau ingestoken
worden.
Activeer de thermometerfunctie van het menu om de temperatuur van uw gerecht te
controleren.
U kunt de voedselsensor ook met de Kookassistentie / Bakken-functie gebruiken, met
de vooraf ingestelde kookinstellingen voor de verschillende gerechten. Gebruik de
voedselsensor om de kerntemperatuur te controleren.
Als u een dun plakje voedsel wilt voorbereiden met behulp van de bakfunctie, denk er dan
aan om het om te draaien wanneer het halverwege de gewenste temperatuur is.
Dikke stukken voedsel moeten regelmatiger omgedraaid worden.
Wij adviseren dat u de SousVide-methode eerst gebruikt om het beste resultaat te
verkrijgen. Om het af te werken kunt u de voorbereide porties in een voorverhitte pan
plaatsen en deze snel aan beide kanten aanbraden.
Meetpunten
Meetpunten
-
1
-
2
-
3
-
4
