18
20. Raak het werkstuk niet aan onmiddellijk na het
werk; het werkstuk kan gloeiend heet zijn en
brandwonden veroorzaken.
21. Plaats het gereedschap zodanig dat zijn nets-
noer tijdens het gebruik altijd achter het gereed-
schap blijft.
22. Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig is,
of erg verontreinigd is door geleidend stof,
gebruik dan een stroomonderbreker (30 mA) om
de veiligheid van de gebruiker te verzekeren.
23. Gebruik het gereedschap niet op materialen die
asbest bevatten.
24. Gebruik geen water of slijpolie.
25. Zorg dat de ventilatieopeningen niet geblok-
keerd zijn wanneer u in stoffige omgevingen
werkt. Indien stof verwijderd moet worden, trek
dan eerst de stekker uit het stopcontact (gebruik
niet-metalen voorwerpen) en let op dat u geen
interne onderdelen van het gereedschap bescha-
digt.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Monteren van de beschermkap (Fig. 1 en 2)
Belangrijk:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
aansluiting op het stopcontact is verbroken, alvorens de
beschermkap te installeren of te verwijderen.
Maak de schroef los en trek de hendel in de richting van
het pijltje.
Monteer de beschermkap op de kussenblokkast zodanig
dat het bolle gedeelte van de beschermkap past in het
holle gedeelte van de kussenblokkast. Draai de
beschermkap 180 graden rechtsom. Trek de hendel in de
richting van het pijltje en zet dan de beschermkap vast
door middel van de schroef. U kunt de hoek van de
beschermkap met de hendel in de gewenste positie zet-
ten om gemakkelijker te kunnen werken.
Verwijderen van de beschermkap
Om de beschermkap te verwijderen, volgt u de proce-
dure voor het monteren in omgekeerde volgorde.
Monteren van de zijhandgreep
(hulphandgreep) (Fig. 3)
Belangrijk:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
aansluiting op het stopcontact is verbroken, alvorens de
zijhandgreep te installeren of te verwijderen.
Monteer de zijhandgreep altijd vast op het gereedschap
voordat u met het slijpen begint. De zijhandgreep kan
aan beide kanten van het gereedschap worden beves-
tigd; kies de positie die voor u het gemakkelijkst is en die
de beschermkap op de juiste plaats houdt. Houd tijdens
het slijpen de schakelaarhandgreep en de zijhandgreep
altijd stevig vast met beide handen.
Asvergrendeling (Fig. 4)
Wanneer u accessoires installeert of verwijdert, moet u
de asvergrendeling indrukken om te voorkomen dat de
as kan draaien.
LET OP:
Druk de asvergrendeling nooit in terwijl de as nog draait.
Hierdoor kan de machine beschadigd raken.
Installeren en verwijderen van de
afbraamschijf (Fig. 5 en 6)
Belangrijk:
Zorg er altijd voor dat het apparaat uitgeschakeld is en
de aansluiting op de voedingsbron verbroken is, alvorens
de afbraamschijf te installeren of te verwijderen.
Monteer de binnenflens op de as. Plaats de schijf over de
binnenflens en bevestig het geheel stevig door de sluit-
moer op de as vast te draaien.
Voor het vastzetten van de sluitmoer, dient u stevig op de
asvergrendeling te drukken zodat de as niet rond kan
draaien en vervolgens met een nokkensleutel de sluit-
moer stevig naar rechts vast te draaien.
Om de schijf te verwijderen dient u in omgekeerde volg-
orde van installatie te werk te gaan.
Werking van de schakelaar (Fig. 7)
LET OP:
Alvorens het gereedschap op een stopcontact aan te
sluiten, moet u altijd controleren of de schakelaar
behoorlijk werkt en naar de “OFF” positie terugkeert
wanneer u de zijkant van de schakelaar neerdrukt.
Schuif de schakelaar naar de “I” positie om het gereed-
schap te starten.
Voor doorlopend slijpen, drukt u het voorste gedeelte van
de schakelaar neer en dan schuift u de schakelaar naar
de “I” positie zoals hierboven. De schakelaar blijft dan in
deze positie vastgezet voor continuë werking. Om het
gereedschap vanuit de vergrendelde stand te stoppen,
schuift u de schakelhendel naar de “O” positie terwijl u
het achterste gedeelte ervan indrukt.
Toerentalregelknop (Voor modellen 9560CV,
9561CV, 9562CV, 9563CV, 9564CV, 9565CV)
(Fig. 8)
U kunt de draaisnelheid veranderen door de toerentalre-
gelknop te draaien en in te stellen op een cijfer van 1 tot
5.
De snelheid verhoogt wanneer u de draaiknop in de rich-
ting van het cijfer 5 draait. De snelheid verlaagt wanneer
u deze in de richting van het cijfer 1 draait. Zie de onder-
staande tabel voor de verhouding tussen de cijfers op de
draaiknop en de approximatieve draaisnelheid.
Cijfer min
–1
(RPM)
12800
24000
36500
49000
5 11 000