Smeg S3F072P Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Montage 5
Bediening 6
Dagelijks gebruik 7
Aanwijzingen en tips 8
Onderhoud en reiniging 9
Probleemoplossing 11
Technische gegevens 13
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de
3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
2
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij
van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in
de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden
aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
3
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op als
u hem wilt verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Het apparaat bevat een zakje
droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit
is geen levensmiddel. Gooi het
onmiddellijk weg.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij
het plaatsen van het apparaat
voor dat het stroomsnoer niet
klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik
geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een elektricien
om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan
het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij
uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
4
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien nodig.
Indien de afvoer verstopt is, zal er
water op de bodem van het apparaat
liggen.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen
van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
MONTAGE
Locatie
Raadpleeg de montage-
instructies voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te
garanderen, het apparaat van
hittebronnen vandaan, zoals radiatoren,
boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
dat lucht vrij aan de achterkant van het
apparaat kan circuleren.
Plaatsing
Installeer het apparaat op een droge,
goed geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met
de klimaatklasse die vermeld is op het
typeplaatje van het apparaat.
Kli‐
maat‐
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
5
Bij bepaalde modeltypes
kunnen er functionele
problemen ontstaan als deze
temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste
werking van het apparaat kan
enkel gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels
hebt over waar het apparaat te
installeren, raadpleeg dan de
verkoper, de klantenservice of
de dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact. De
netsnoerstekker is voorzien van een
contact voor dit doel Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het
apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de
geldende regels, raadpleeg hiervoor
een gekwalificeerd elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP! Raadpleeg de
montage-instructies voor de
installatie.
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 2 3 4 5
1
Stroomaanduidinglampje
2
Temperatuurregelaar
3
Normaal verlichting
4
Normaal schakelaar knop en
alarmreset
5
Alarmlampje
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact
Draai de temperatuurknop naar rechts
op een gemiddelde stand.
6
Als de temperatuur in het apparaat te
hoog is, gaat het alarmlampje knipperen.
Activeer de Normaal-functie.
Uitschakelen
Draai de thermostaatknop naar de
stand "O".
Het vermogensindicatielampje gaat uit.
Temperatuurregelaar
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
1. Draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude te
verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude
te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het meest
geschikt.
De exacte instelling moet
echter worden gekozen
rekening houdend met het feit
dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur
hoe vaak de deur geopend
wordt
de hoeveelheid voedsel die
wordt bewaard
de plaats van het apparaat
Normaal-functie
U kunt de Normaal-functie activeren door
op de Normaal-schakelaar te drukken.
Het Normaal lampje gaat branden.
Deze functie stopt automatisch
na 52 uur.
Het is mogelijk de functie te
allen tijde te deactiveren door
op de Normaal schakelaar te
drukken.
Het Normaal-lampje gaat uit.
Alarm bij hoge temperatuur
Een toename van de temperatuur in een
ruimte (bijvoorbeeld door stroomuitval)
wordt aangegeven door het knipperen van
het alarmlampje
Als de normale omstandigheden hersteld
worden gaat het alarmlampje automatisch
uit.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en de
interne accessoires met lauwwarm water
en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product weg
te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en om diepvriesvoedsel
langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie Normaal minimaal 24 uur voordat u
deze in het vriesvak legt.
7
Plaats het verse in te vriezen voedsel het
onderste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden is vermeld
op het typeplaatje, een etiket dat aan de
binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: vries
tijdens deze periode geen ander voedsel
in.
Als het invriesproces is voltooid, kunt u de
eerder ingestelde temperatuur in ere
herstellen (zie 'Normaal'-functie).
Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is
inschakelt, dient u het apparaat minstens
2 uur te laten werken met de Normaal
functie ingeschakeld.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen
dan de duur die op de kaart
met technische kenmerken
onder "tijdsduur" is vermeld,
moet het ontdooide voedsel
snel geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden en
dan weer worden ingevroren
(nadat het afgekoeld is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt
u, voordat het gebruikt wordt, in het
koelvak of op kamertemperatuur laten
ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid
tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de
bereiding iets langer duren.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden uit
de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
Kalender ingevroren
etenswaren
De symbolen geven verschillende soorten
ingevroren etenswaren aan.
De cijfers geven de bewaartijd in
maanden aan voor de bijbehorende
ingevroren etenswaren. Of de hoogste of
laagste waarde van de aangegeven
bewaartijd van toepassing is, hangt af van
de kwaliteit van de etenswaren en
eventuele bereiding voordat deze werden
ingevroren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door leidingen
wordt gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
8
Tips voor energiebesparing
De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
Tips voor het invriezen
Vries alleen verse en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in.
Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine porties.
Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic. Zorg ervoor dat de verpakking
luchtdicht is.
Om te voorkomen dat de temperatuur
van al ingevroren voedsel toeneemt,
dient u vers voedsel hier niet direct
naast te plaatsen.
Smalle pakjes zijn makkelijker te
bewaren dan dikke. Zout maakt
voedsel minder lang houdbaar.
IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit de
vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar
voor bevriezing.
Het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op
geschikte wijze door de winkelier
werden bewaard.
Zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van
de winkel naar uw vriezer gebracht
worden.
Als voedsel eenmaal ontdooid is,
bederft het snel en kan het niet
opnieuw worden ingevroren.
Bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Algemene waarschuwingen
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen
van het apparaat zijn niet
geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
Periodieke reiniging
LET OP! Trek niet aan
leidingen en/of kabels aan de
binnenkant van het apparaat
en verplaats of beschadig ze
niet.
LET OP! Let op dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water en
wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te
verzekeren dat ze schoon en vrij van
resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor
en de compressor aan de achterkant
van het apparaat schoon met een
borstel.
9
Dit zal de prestatie van het apparaat
verbeteren en het elektriciteitsverbruik
reduceren.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou beschadigd
kunnen raken. Gebruik geen
mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces
te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant
zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien een lagere
temperatuur in om voldoende
koudereserve op te bouwen
voor de onderbreking tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een koele
plaats.
WAARSCHUWING! Raak
diepvriesproducten nooit
aan met natte handen. Uw
handen kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan en steek de
kunststof schraper in de daarvoor
bedoelde opening in het midden van
de bodem, plaats er een opvangbak
onder om het dooiwater op te vangen.
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de
binnenkant grondig droog maken en
de schraper bewaren voor toekomstig
gebruik.
5. Zet het apparaat aan.
Wacht minstens 3 uur voordat u het
voedsel terugplaatst in het diepvriesvak.
Periodes dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
LET OP! Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en
dan te controleren, om te
voorkomen dat het bewaarde
voedsel bederft, als de stroom
uitvalt.
10
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐
keld.
○Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap‐
paraat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een ge‐
kwalificeerd elektricien.
Het alarmlampje knippert De temperatuur in de vrie‐
zer is te hoog.
Zie 'Alarm hoge temperatuur'.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta‐
biel staat.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De kist is kortgeleden aan‐
gezet of de temperatuur is
nog steeds te hoog.
Zie "Alarm hoge temperatuur".
De temperatuur in het ap‐
paraat is te hoog.
Zie 'Alarm hoge temperatuur'.
Stroomindicatielampje knip‐
pert.
Er is een fout opgetreden
in de temperatuurmeting.
Neem contact op met een er‐
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Het apparaat functioneert
niet goed.
Neem contact op met een er‐
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
De temperatuur in het ap‐
paraat is te hoog.
Neem contact op met een er‐
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
De compressor werkt conti‐
nu.
De temperatuur is goed in‐
gesteld.
Zie 'Bediening'.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en contro‐
leer dan nogmaals de tempe‐
ratuur.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli‐
maatklasse.
11
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het voedsel dat in het ap‐
paraat werd geplaatst,
was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
De deur is niet goed ge‐
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De "Normaal" is ingescha‐
keld.
Zie "Normaal functie".
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge‐
sloten of de deurpakking
is vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de wateraf‐
voer bevindt zich niet op
de juiste plaats.
Plaats de dop voor de wateraf‐
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed in‐
gesteld.
Zie 'Bediening'.
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
"Normaal" of na het veran‐
deren van de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De compressor start na enige
tijd.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De "Normaal functie"
wordt ingeschakeld.
Schakel de "Normaal functie"
handmatig uit of wacht tot de
automatisch reset om de tem‐
peratuur in te stellen. Zie "Nor‐
maal functie".
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempe‐
ratuur in.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
De dikte van de rijp is
meer dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geo‐
pend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
De "Normaal functie"
wordt ingeschakeld.
Zie "Normaal functie".
Er is geen koude luchtcir‐
culatie in het apparaat
aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
12
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde klantenservice
voor dit merk.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg de montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de erkende servicedienst.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen van de inbouw
In hoogte mm 702
Breedte mm 560
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 20
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnen- of buitenkant
van het apparaat en op het energielabel.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
13

Documenttranscriptie

2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Montage Bediening Dagelijks gebruik 2 3 5 6 7 Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Technische gegevens 8 9 11 13 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Algemene veiligheid • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: 3 Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – • • • • • • • • VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder de verpakking en de transportbouten. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het 4 • • • • • • • apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel. Gooi het onmiddellijk weg. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. 5 • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Onderhoud en reiniging Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. MONTAGE Locatie Raadpleeg de montageinstructies voor de installatie. Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat kan circuleren. Plaatsing Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat. Kli‐ maat‐ klasse Omgevingstemperatuur SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C 6 geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen. Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Ventilatievereisten De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 5 cm min. 200 cm2 Aansluiting op het elektriciteitsnet • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de min. 200 cm2 LET OP! Raadpleeg de montage-instructies voor de installatie. BEDIENING Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 1 Stroomaanduidinglampje 2 Temperatuurregelaar 3 Normaal verlichting 4 Normaal schakelaar knop en alarmreset 5 Alarmlampje Inschakelen • Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand. • Steek de stekker in het stopcontact 7 Als de temperatuur in het apparaat te hoog is, gaat het alarmlampje knipperen. Activeer de Normaal-functie. Uitschakelen • Draai de thermostaatknop naar de stand "O". Het vermogensindicatielampje gaat uit. Temperatuurregelaar De temperatuur wordt automatisch geregeld. 1. Draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen. 2. Draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • de kamertemperatuur • hoe vaak de deur geopend wordt • de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard • de plaats van het apparaat Normaal-functie U kunt de Normaal-functie activeren door op de Normaal-schakelaar te drukken. Het Normaal lampje gaat branden. Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Het is mogelijk de functie te allen tijde te deactiveren door op de Normaal schakelaar te drukken. Het Normaal-lampje gaat uit. Alarm bij hoge temperatuur Een toename van de temperatuur in een ruimte (bijvoorbeeld door stroomuitval) wordt aangegeven door het knipperen van het alarmlampje Als de normale omstandigheden hersteld worden gaat het alarmlampje automatisch uit. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie Normaal minimaal 24 uur voordat u deze in het vriesvak legt. 8 Plaats het verse in te vriezen voedsel het onderste vak. De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit. Het invriesproces duurt 24 uur: vries tijdens deze periode geen ander voedsel in. Als het invriesproces is voltooid, kunt u de eerder ingestelde temperatuur in ere herstellen (zie 'Normaal'-functie). Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur te laten werken met de Normaal functie ingeschakeld. In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). Ontdooien koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. Het maken van ijsblokjes Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen 1. Vul de bakjes met water. 2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak. Kalender ingevroren etenswaren De symbolen geven verschillende soorten ingevroren etenswaren aan. De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren etenswaren. Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing is, hangt af van de kwaliteit van de etenswaren en eventuele bereiding voordat deze werden ingevroren. Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het AANWIJZINGEN EN TIPS Normale bedrijfsgeluiden: De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking: • Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. • Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). • Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat. 9 Tips voor energiebesparing • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. Tips voor het invriezen • Vries alleen verse en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in. • Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. • Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic. Zorg ervoor dat de verpakking luchtdicht is. • Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. • Smalle pakjes zijn makkelijker te bewaren dan dikke. Zout maakt voedsel minder lang houdbaar. • IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. • Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel • Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de winkelier werden bewaard. • Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden. • Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren. • Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Algemene waarschuwingen LET OP! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. Periodieke reiniging LET OP! Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van het apparaat en verplaats of beschadig ze niet. LET OP! Let op dat u het koelsysteem niet beschadigt. Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Spoel ze af en maak ze grondig droog. 4. Maak indien toegankelijk de condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. 10 Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik reduceren. De vriezer ontdooien LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking. Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. WAARSCHUWING! Raak diepvriesproducten nooit aan met natte handen. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen. 3. Laat de deur open staan en steek de kunststof schraper in de daarvoor bedoelde opening in het midden van de bodem, plaats er een opvangbak onder om het dooiwater op te vangen. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. 4. Na afloop van het ontdooien de binnenkant grondig droog maken en de schraper bewaren voor toekomstig gebruik. 5. Zet het apparaat aan. Wacht minstens 3 uur voordat u het voedsel terugplaatst in het diepvriesvak. Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel. 3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien nodig) en maak alles schoon. 4. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. LET OP! Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt. 11 PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Problemen oplossen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐ keld. ○Zet het apparaat aan. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch ap‐ paraat op het stopcontact aan. Neem contact op met een ge‐ kwalificeerd elektricien. Het alarmlampje knippert De temperatuur in de vrie‐ zer is te hoog. Zie 'Alarm hoge temperatuur'. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat sta‐ biel staat. Er is een hoorbaar of zicht‐ baar alarm. De kist is kortgeleden aan‐ gezet of de temperatuur is nog steeds te hoog. Zie "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur in het ap‐ paraat is te hoog. Zie 'Alarm hoge temperatuur'. Er is een fout opgetreden in de temperatuurmeting. Neem contact op met een er‐ kend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservice. Het apparaat functioneert niet goed. Neem contact op met een er‐ kend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservice. De temperatuur in het ap‐ paraat is te hoog. Neem contact op met een er‐ kend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservice. De temperatuur is goed in‐ gesteld. Zie 'Bediening'. Er worden veel producten tegelijk geplaatst. Wacht een paar uur en contro‐ leer dan nogmaals de tempe‐ ratuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie het typeplaatje voor de kli‐ maatklasse. Stroomindicatielampje knip‐ pert. De compressor werkt conti‐ nu. 12 Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Het voedsel dat in het ap‐ paraat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot ka‐ mertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet goed ge‐ sloten. Zie 'De deur sluiten'. De "Normaal" is ingescha‐ keld. Zie "Normaal functie". De deur is niet correct ge‐ sloten of de deurpakking is vervormd/vies. Zie 'De deur sluiten'. De dop van de wateraf‐ voer bevindt zich niet op de juiste plaats. Plaats de dop voor de wateraf‐ voer op de juiste manier. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is goed in‐ gesteld. Zie 'Bediening'. De compressor start niet on‐ middellijk na het drukken op "Normaal" of na het veran‐ deren van de temperatuur. Dit is normaal, er is geen storing. De compressor start na enige tijd. De temperatuur kan niet worden ingesteld. De "Normaal functie" wordt ingeschakeld. Schakel de "Normaal functie" handmatig uit of wacht tot de automatisch reset om de tem‐ peratuur in te stellen. Zie "Nor‐ maal functie". De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere tempe‐ ratuur in. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur is te vaak geo‐ pend. Open de deur alleen als het nodig is. De "Normaal functie" wordt ingeschakeld. Zie "Normaal functie". Er is geen koude luchtcir‐ culatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. Er is te veel rijp en ijs. 13 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de montageaanwijzingen. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de erkende servicedienst. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen van de inbouw In hoogte mm 702 Breedte mm 560 Diepte mm 550 Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 20 Spanning Volt 230 - 240 Frequentie Hz 50 De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Smeg S3F072P Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding