36
afb. 7
Montage - afb. 7-8-9-10
Luchtgeleider monteren (drie delen alleen bij gebruik als recirculatiekap):
De drie delen moeten met twee schroeven aan elkaar
bevestigd worden, de maat van de luchtgeleider is
regelbaar en moet overeenkomen met de breedte van de
montagesteun waaraan hij wordt bevestigd. Afb. 7.
De kap is voorzien van bevestigingspluggen die geschikt
zijn voor de meeste plafonds. Toch moet contact
opgenomen worden met een erkend installateur om er
zeker van te zijn dat de materialen geschikt zijn voor uw
type plafond. Het plafond moet bovendien stevig genoeg
zijn om het gewicht van de kap te houden.
Tijdens de montage van het apparaat mag het niet aan het
stroomnet aangesloten zijn.
De gewenste lengte van het draaggeraamte van de kap
instellen. Van deze instelling hangt de definitieve hoogte
van de kap af. Let er daarbij op dat de kap na de
installatie bij elektrische fornuizen minstens 50 cm en bij
gasfornuizen minstens 65 cm van de bovenkant van het
fornuis verwijderd moet zijn.
De twee delen van het geraamte met in totaal acht
schroeven vastzetten (2).
Loodrecht op de kookplaat het boorsjabloon op het
plafond aanbrengen (3 - het midden van het sjabloon moet overeenkomen met het
midden van de kookplaat en de zijkanten moeten parallel lopen met de zijkanten van
de kookplaat; de kant van het sjabloon met het opschrift FRONT komt overeen met de
kant van de bedieningselementen). De elektrische aansluiting maken.
De aangegeven gaten boren (zes gaten voor zes wandpluggen - vier pluggen voor
het ophangen) en vier schroeven zodanig in de buitenste gaten draaien, dat tussen
schroefkop en plafond een afstand van ca. 1 cm overblijft (4).
Een afvoerbuis in het geraamte schuiven (5) en met de flens van de ventilatoruitlaat
verbinden (afvoerbuis en bevestigingsringen niet meegeleverd).
Het draaggeraamte aan de vier plafondschroeven hangen (6 - zie ook 4).
ATTENTIE! De geraamtekant met de aansluitbus komt overeen met de bedieningskant
van de gemonteerde kap.
De vier schroeven (7) stevig vastdraaien.
In de vrij gebleven gaten (8) als extra beveiliging nog twee schroeven aanbrengen
en stevig vastdraaien.
De kap aansluiten (9), maar het stroomnet pas na de montage inschakelen.
De kap aan het draaggeraamte (10) hangen en controleren of hij goed op zn plek zit:
- om de kap op te hangen vier schroeven iets indraaien (zie 10 en 12).
De kap aan het geraamte bevestigen met twee schroeven (11) die later ook voor het
centreren van de beide delen nodig zijn.
De vier schroeven waarmee de kap aan het draaggeraamte bevestigd is (12) stevig
vastdraaien.