Zanussi DWS6706 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
GEBRAUCHSANWEISUNG MODE D’EMPLOI GEBRUIKSAANWIJZING
GESCHIRRSPÜLER
LAVE-VAISSELLE
AFWASMACHINE
DWS 6706
AFMETINGEN Breedte 60 cm
Hoogte met werkblad 85 cm
Hoogte zonder werkblad 82 cm
Maximale diepte 61 cm
Maximale diepte bij open deur 120 cm
LICHTSPANNING / FREQUENTIE 220-230 V /50 Hz
OPGENOMEN MOTORVERMOGEN 200 W
OPGENOMEN VERMOGEN VERWARMINGSELEMENT 2800 W
AANSLUITWAARDE 3000 W
WATERLEIDINGDRUK Minimum 5 N/cm
2
Maximum 80 N/cm
2
AANTAL IEC STANDAARD COUVERTS 12
WATERVERBRUIK 20 l
ENERGIEVERBRUIK 1,5 kWh
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
PID16NL
31
INHOUD
TECHNISCHE GEGEVENS
Waarschuwingen en belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Opstelling, waterpas stellen, instellen van het werkblad, bevestiging onder het aanrecht. . . . . . . . . . . . . . Blz. 33
Waterafvoer, watertoevoer, elektrische aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 34
Het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 35
Het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 35
Waterontharder, vullen van het zoutvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 36
Gebruik van het glansmiddel en van het afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 37
Beladen van de korven, gebruik van de korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 38
Praktische tips voor het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 39
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 40
Volgorde van handelingen bij het afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 41
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 42
Het reinigen van de afvoerzeven en van de bodemzeef, het reinigen van de binnen- en buitenkant
van de machine. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 42
Langere tijd buiten gebruik, tegen vriesgevaar, transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 42
Herstel van eenvoudige storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 43
Garantiebepalingen en Service. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Biz. 44
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat hebt vastgesteld, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, di-
rect aan uw leverancier.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het ge-
bruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinde-
ren het apparaat te laten bedienen of als speelgoed
te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit ap-
paraat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie
van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de water-
toe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoe-
ren door de servicedienst van de fabrikant of door
een door de fabrikant bevoegd verklaarde service-
dienst en laat geen andere dan originele DISTRI-
PARTS onderdelen plaatsen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver-
plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aan-
geeft, het apparaat na gebruik volledig uit en draai
de watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeve-
ling om het apparaat door middel van een tegen
barsten beveiligde toevoerslang op de waterkraan
aan te sluiten. Een stijve polyethyleen slang is
barstbestendig.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt, mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend
worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren,
schakel het apparaat dan voortijds geheel uit, even-
tueel door de steker uit de wandcontactdoos te ne-
men.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het ap-
paraat aan het keukenmeubel moet worden vastge-
schroefd, dan moet u zich daaraan houden om te
voorkomen dat het voorover kiept als de beladen
onderkorf op de deur staat.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur
struikelt.
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkge-
rei. Attributen welke bevuild zijn met verf, chemica-
liën, agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in
de afwasautomaat.
Tenzij de fabrikant van het betreffende artikel uit-
drukkelijk aangeeft dat het afwasmachine-bestendig
is, mogen niet in de afwasautomaat: hout, artikelen
met houten grepen, artikelen met gelijmde delen,
brons, aluminium, kristalglas, gelood glas, gedeco-
reerd porcelein en plastics.
Door chemische reactie kan zilver reageren met be-
stek wat uit ijzer bestaat; u doet er verstandig aan
zilverbestek niet samen met ijzerbestek in de ma-
chine af te wassen, teneinde te voorkomen dat het
zilver lelijk wordt of gaat pitten.
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
Afdanken
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de
deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig ver-
schrot wordt.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
PAV02NL
32
Opstelling
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk
bij de aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
De machine mag met zowel een zijwand als de ach-
terkant tegen een muur staan.
Waterpas stellen
Teneinde het goed en lekvrij sluiten van de deur te ga-
randeren, is het noodzakellijk dat u de machine water-
pas opstelt.
Daartoe draait u één of
meerdere van de verstelba-
re voeten in of uit, tot de
machine in de richtingen
voor achter en links rechts
waterpas staat.
Instellen van het werkblad
Om de voorkant van het werkblad van de machine
met andere apparaten of keukenmeubels in lijn te
brengen, kunt u het werkblad 25 mm naar voren of
naar achteren schuiven.
Daartoe draait u de beide
bevestigingsschroeven
aan de voorkant los. Dan
verschuift u het werkblad
en draait u de schroeven
weer vast.
Bevestiging onder het aanrecht
Afhankelijk van de beschikbare hoogte onder het aan-
recht kunt u het werkblad van de machine al dan niet
verwijderen. Daartoe verwijdert u de beide bevesti-
gingsschroeven aan de voorkant, dan tilt u het blad
iets op en schuift u het uit de achterste vergrendelin-
gen.
Van te voren draait u de vier stelvoeten op de ge-
wenste hoogte en zodanig dat de machine waterpas
staat nadat hij ondergebouwd is.
Nu schuift u de machine in
de nis, zodanig dat de
slangen niet kunnen knik-
ken en het aansluitsnoer
niet beklemd raakt.
Belangrijk. Ten behoeve van eventuele service moet
de machine zonder hak of breekwerk uit de nis ge-
schoven kunnen worden.
INSTALLATIE
PIN01NL
33
IN01
IN03
820
570÷600
600
IN05
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden:
In de afvoer van een spoelbak door middel van een
aangesloten slang.
In een standpijp uit de vloer of uit de muur.
De slang moet belucht zijn. Dat wil zeggen dat de bin-
nendiameter van de pijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de slang. Wij adviseren een binnen-
diameter van 4 cm.
In elk geval mag het uitstroomeind van de slang zich
niet lager dan 30 cm en niet hoger dan 100 cm van de
vloer waarop de machine staat bevinden.
De slang kan vanuit de machine zowel naar links als
naar rechts worden gelegd.
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren. De slang
mag worden verlengd tot een totale lengte van 2 me-
ter. Het verlengstuk moet dezelfde diameter hebben
en de koppeling moet passen.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de
vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
Watertoevoer
Wij adviseren u koud water te gebruiken.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op
een kraan met 3/4” schroefdraad, of op een watertoe-
voer met snelaansluiting (press block).
De slang is voorzien van een veiligheidsinrichting om de
waterstroom te stoppen als de interne slang vanwege
slijtage stuk gaat. Het defect wordt door middel van het
naar buiten komen van het rode of geelgekleurde staaf-
je in het venster (B) aangegeven.
In dit geval moet u de waterkraan sluiten en de slang
uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken
te voorkomen.
Opmerking: alleen voor toevoerslangen met een veilig-
heldshendel ter voorkoming van losschroeven
.
Wanneer u de toevoerslang wilt losmaken, druk dan op
de geelgekleurde velligheidshendel ter voorkoming van
losschroeven (C) en draai de schijfmoer tegen de wij-
zers van de klok in.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de water-
stroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de
technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet tij-
dens het op z’n plaats schuiven van de machine.
De slang mag niet verlengd
worden. U kunt echter wel
een langere, complete en
voor dit doel gemaakte
slang kopen.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 220-230V met een
frequentie van 50Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing
naar dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de
machine met synchroonmotoren uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 3,00 kW, hetgeen een
groepzekering van minimaal 16A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluit-
snoer en een steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact
met (aangesloten en functionerende) aardcontacten.
De aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat
de machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan
de installateur het betreffende stopcontact verplaatsen
of een langer, op de aansluitwaarde van de machine
aangepast, aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
PIN11NL
34
min 30 cm
max 100 cm
max 100 cm
+ 2 m max
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
Ø 18
Ø 21
CS01
B
A
B
A
C
CA13
1
2
CA06
1 Lampje «in bedrijf»
Indien u op de «aan/uit toets» (2) drukt, licht dit lampje
op, wat betekent dat de afwasmachine ingeschakeld is.
2 «Aan/uit» toets
Inschakelen
Na het drukken op deze toets schakelt de machine in
en licht het controlelampje op.
Uitschakelen
Zodra de machine klaar is, stopt hij automatisch. Het
controlelampje gaat uit.
Door opnieuw op deze toets te drukken schakelt u de
machine geheel uit.
3 Bio-programma-toets
Door deze toets in te drukken, kiest u het zogenaam-
de “biologische” programma, dat speciaal voor de
nieuwe gekoncentreerde wasmiddelen met enzymen
ontwikkeld is.
Met het Bio-programma en gekoncentreerde wasmid-
delen bereikt u dezelfde resultaten als wanneer u het
65°C Normaal-programma eneen gewoon wasmiddel
gebruikt. Dit betekent dus minder energieverbruik. De
oorzaak hiervan ligt in de lagere wastemperatuur
(50°C inplaats van 65°C) en in de langere afwastijd
t.o.v. gewone programma’s.
4 Programma-overzicht
Hier vindt u een opgave welke programma's de machine
voor u kan uitvoeren.
5 Handgreep
Om de deur te sluiten drukt u hem eenvoudig goed in
het slot.
Om de deur te openen drukt u de greep iets naar bo-
ven en trekt hem dan naar u toe.
6 Startmarkering
7 Programmaknop
Door middel van deze draaiknop kiest u het gewenste
programma. Draai de knop rechtsom tot de gewenste
programmaletter onder de startmarkering (6) staat.
8 Programma indicator
Tijdens het afwasproces draait de programmaknop,
wijst daarmee aan waar de machine op dat moment
mee bezig is.
De symbolen betekenen:
Voorspoelen
Afwassen
Koud spoelen
Warm spoelen
Drogen met warme lucht
HET GEBRUIK
PPC17NL
35
1
2
3
4
5 6
7
8
A
C
Het bedieningspaneel
PAA01NL
36
Waterontharder
Het leidingwater bevat kalk. Hoe meer kalk, hoe har-
der het water. Kalk zet zich in de vorm van vlekken op
het vaat-en glaswerk af.
Uw nieuwe machine is uitgerust met een automatisch
werkende waterontharder, die gevuld wordt met speci-
aal-zout voor afwasmachines.
De ontharder kan leidingwater tot 50°dH (graden
hardheid op de Duitse schaal) zodanig ontharden dat
het voor de machine geschikt is.
Voor het gemak worden de hardheid-bereiken in vijf
stappen opgedeeld.
Wij adviseren u om bij het waterleidingbedrijf te infor-
meren hoe hard het aan u geleverde water is.
In de hierna volgende tabel leest u hoe u, éénmalig,
de instellingen moet doen:
*
De fabrieksinstelling is stand 2.
**
Bij gebruik van laag-alkalische afwasmiddelen welke enzymen
bevatten, adviseren wij u regenereerzout vanaf een waterhardheid
van 4° dH in de zouthouder te doen.
Stand 1.
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stand 1, dan hoeft u geen zout te gebruiken.
Standen 3 en 5. (Instellen zoutvat)
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stand 3 of stand 5,
dan:
trekt u de onderste korf uit
de machine en draait u de
schroefdop van het zout-
vat, in de bodem van het
machine-interieur, en zet u
de waterontharder (met
een schroevendraaier of
een mes) 180° linksom
van stand op stand +.
Standen 4 en 5. (Instellen machine)
Is de hardheid van het leidingwater binnen het bereik
van stap 4 of stap 5, dan boort u de membraan (A)
die zich linksboven aan de voorkant van uw machine
bevindt door.
Noot. Vanaf stand 2 moet zout gebruikt worden.
Noot. Bij een hardheid volgens stand 5 moet u dus
beide handelingen verrichten.
Vullen van het zoutvat
Het zoutvat mag u uitsluitend met speciaal-zout voor
de afwasmachine vullen.
Andere zoutsoorten bevatten stoffen welke schadelijk
voor de ontharder zijn.
Trek de onderste korf uit de machine en draai de
schroefdop van het zoutvat.
Vul het zoutvat met water. Dit is slechts de eerste keer
nodig.
Vul, door middel van de meegeleverde trechter, het
zoutvat met circa 1,5 - 1,8 kg speciaal-zout.
Verwijder gemorst zout
van de schroefdraad en
draai de dop weer op het
zoutvat.
Bij zout navullen vult u het
zoutvat eenvoudig met
speciaal-zout op tot het
vol is.
Hiertoe is de afwasmachine voorzien van een groene
indicator op de dop van de zouthouder. Als die indicator
niet meer zichtbaar wordt, is het nodig zout bij te vullen.
Het zoutvat bevat altijd water. Het is normaal dat tij-
djens het zout bijvullen het water overloopt.
Noot. Vullen of navullen doet u direct vóór het starten
van een volledig afwasprogramma (met uitzondering
van het voorspoelprogramma).
Daarmee voorkomt u dat op de bodem gemorst zout
en overgelopen zoutwater het materiaal van de ma-
chine aantast.
AA02
A
AA04
SALE
SALT
SALZ
SEL
SR05
Stand
1 0-7 0-14
** NEE NEE NEE
*2 8-21 15-39 JA NEE NEE
3 22-28 40-50 JA JA NEE
4 29-39 51-70 JA NEE JA
5 40-50 71-90 JA JA JA
°dH
Duitse
schaal
°TH
Franse
schaal
Waterhardheid
Zout
gebruiken
Instellen
zoutvat
Instellen
machine
PBR01NL
37
Gebruik van het glansmiddel
Het glansmiddel is een «waterontspanner».
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het
spoelwater toegevoegd.
De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een
inhoud van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de do-
seer-instelling, voldoende voor 16 tot 40 afwasbeur-
ten.
Vullen van de glansmiddelhouder
Draai de dop (A) van de houder linksom.
Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is (tot streepje max).
Draai de dop weer op de houder.
Verwijder eventueel gemorst glansmiddel van de hou-
der of de binnendeur. Glansmiddel veroorzaakt
schuimvorming als het in het afwasproces terecht-
komt.
Wanneer de indicator lichter wordt, dient u glansmid-
del bij te vullen (ca. 70-80 ml), tot aan het streepje
max.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de be-
reikte glans en van het droogresultaat. In de vulope-
ning van de glansmiddelhouder vindt u een zes-stan-
den regelschijfje en de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is
laagste, stand 6 hoogste dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen.
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of
een mes verdraaien.
Verhoog de dosering als
op het serviesgoed drup-
pels of druppelvlekken
achterblijven. Verlaag de
dosering als het servies-
goed witte, kleverige stre-
pen vertoont.
Gebruik van de afwasmiddelhouder
Gebruik uitsluitend poeder-, tablet of gelvormige
afwasmiddelen welke voor het afwassen in de ma-
chine gemaakt zijn.
Met uitzondering van het voorspoelprogramma doet
u, vóór u de machine start, afwasmiddel in het vakje
van de afwasmiddelhouder, dat zich in de vuldeur be-
vindt.
Zou het klepje gesloten zijn, dan opent u dit door aan
het palletje (D) te trekken.
Aan de binnenkant van de
houder staan twee dose-
ringen aangegeven:
- MIN = 15 ml
- MAX = 30ml
De hoeveelheid is afhankelijk van de aard en de mate
van vervuiling van het serviesgoed.
In het programma overzicht geven wij u enkele
adviezen voor de hoeveelheid in grammen.
Nadat u de afwasmiddelhouder gevuld heeft, doet
u het klepje weer dicht.
Voor een programma met
voorspoelen dient u naast
het afwasmiddel in de
houder ook een kleine
hoeveelheid afwasmiddel
op het klepje te strooien
(ca 5 g = 1/2 eetlepel).
Het klepje zal, tijdens het in werking zijn, automatisch
en op het juiste moment openen. Na de afwas staat
het klepje dus open, klaar voor een volgende keer
vullen.
Daar was- en afwasmiddelen regelmatig veranderen,
adviseren wij u ook te lezen wat de fabrikant van het
afwasmiddel op z’n verpakking schrijft.
Te weinig doseren veroorzaakt een slecht afwasresul-
taat.
Fosfaatvrije, geconcentreerde afwasmiddelen
De concentratie en de werkingswijze van de verkrijg-
bare afwasmiddelen zijn verschillend. Lees daarom
aandachtig wat de fabrikant van het afwasmiddel over
de dosering op z’n verpakking schrijft.
Bij het gebruik van fosfaatvrije, geconcentreerde af-
wasmiddelen is het van groot belang dat de automati-
sche waterontharder in uw afwasmachine goed werkt.
AIs de ontharder niet goed werkt ontstaan kalkvlekken
op het serviesgoed.
Daarom moet u bij gebruik van deze afwasmiddelen
ook bij zacht water (water van minder dan 4° dH) re-
genereerzout in de zouthouder doen.
6
5
4
3
2
1
6
5
3
2
1
C
B
BR04
A
D
MIN
MAX
DE07
DE02
Teveel doseren brengt geen beter resultaat, is
slechts een onnodige verspilling en een extra belas-
ting voor het milieu.
PCE02NL
38
Beladen van de korven
Trek de korven naar buiten om ze te beladen.
Vóór het plaatsen in de korven moet het serviesgoed
ontdaan worden van grove resten, zoals botjes, gra-
ten, tandenstokers, groente- en vleesresten en fruit-
schillen.
Daarmee voorkomt u verstoppen van de zeven en be-
vordert u een optimale reiniging.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden
(tot 27 cm diameter), schalen en bestek kwijt. Plaats
ze naar het voorbeeld in de volgende figuren.
Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk aan de
rand van de korf en er op toezien dat de bovenste
sproeiarm niet belemmerd kan worden.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen
naar beneden. Is een greep zo dun dat hij door het
mandje heen steekt, dan dat bestek met de greep
naar boven.
In het betreffende vak,
aan weerskanten van de
korf, legt u lepels, dessert-
lepels, messen en ander
kleinbestek.
Lepels zoveel mogelijk
tussen ander bestek in
plaatsen, om te voorko-
men dat ze aan elkaar kle-
ven.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere meta-
len.
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kopjes,
schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max. 24
cm diameter) en glazen. Glazen met lange steel kun-
nen in het hoge gedeelte opgehangen worden.
Erg kleine voorwerpen welke gemakkeljk door de korf
kunnen vallen, kunt u beter niet in de machine afwas-
sen.
IEC 436 / DIN 44990
UI05
UI19
IEC 436 / DIN 44990
US13
US12
UI03
PCL12NL
39
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met
de opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat
het afwaswater niet langs maar op en in het servies-
goed wordt gesproeid.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst
worden afgespoeld.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in
de bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat, hoe
beter het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, ser-
viesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling
dat de lichte stukken niet van hun plaats kunnen wor-
den gesproeid.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en be-
stek eerst onder de stromende kraan voor te spoelen.
Plaats, na de maaltijd alles meteen in de machine en
kies eventueel het voorspoelen - programma (zie het
programma-overzicht). Dat maar zorgt ervoor dat de
resten alvast wat weggespoeld worden. Zet alleen
een goed gevulde machine in werking.
Kies alleen een economisch programma als de ma-
chine niet vol is en/of het serviesgoed nauwelijks vuil
is. Raadpleeg daarvoor de aanwijzingen in de tabel
(Bio-programma, Snelwas).
Niet alles is geschikt voor machinaal
afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft,
zijn de volgende artikelen in de regel niet voor machi-
naal afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurd aarde-
werk en handbeschilderd porcelein. Decoraties op
porcelein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof.
Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven
is dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het
beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de
machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste
korf en kies een snel programma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen som-
mige glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen
worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwas-
sen niet met andere metalen in aanraking kan komen.
IJzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor an-
dere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt.
Koper, tin en messing kunnen vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed
van porselein of aardewerk kunnen in de machine ge-
wassen worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes
op den duur verbleken.
Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de
machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van
de fabrikant voorzien zijn.
Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat
er geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes,
kommen...).
Belangrijk.
Let u er vooral op dat de
trechter, in het midden
van de korf, niet afgedekt
wordt.
Regeling hoogte bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen (diameter
tussen 27-31 cm.), dan kunt u deze in de onderste
korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger ge-
plaatst heeft.
Ga als volgt te werk:
Open de knippen (A) aan
de voorkant van de boven-
ste korf en haal de korf
eruit. Schuif de korf op gro-
tere hoogte in de machine
en doe de knippen (A)
dicht.
U kunt in de bovenste korf nu geen borden meer
plaatsen die een diameter van meer dan 20 cm. heb-
ben. Het kopjesrekje is tevens onbruikbaar.
PRAKTISCHE TIPS VOOR HET AFWASSEN
US16
US16
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
A
RC01
PTP16NL
40
2
afgestreken
dessert-
lepels
(20 g)
2
dessert-
lepels
(25 g)
2
dessert-
lepels
(25 g)
2
afgestreken
dessert-
lepels
(20 g)
Halve
dessert-
lepel
(circa 5 g)
Halve
dessert-
lepel
(circa 5 g)
/
/
/
/
/
1 volle
dessert
lepel
(15 g)
Programma
Soort
Aard en hoeveelheid
van vervuiling
Programma
knop
Toetsen
indrukken
in
houder
op
houder
Programma-
beschrijving
Koud voorspoelen
65°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
Koud voorspoelen
50°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
65°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
50°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 65°C spoelen
Drogen met hete lucht
50°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x 55°C spoelen
Koud spoelen (om te
voorkomen dat de
voedselresten
opdrogen).
Afwasmiddel
Verbruik
***
Voor
gemengd
serviesgoed
en
pannen
Voor
gemengd
serviesgoed
en
pannen
Dit programma is voor normaal tot aanzienlijk
bevuilde afwas, met name moeilijk verwijder-
bare voedselresten zoals spaghetti, rijst,
griesmeel, aardappelen,
eieren, sauzen en gebraden vlees.
Dit programma is voor normaal tot aanzienlijk
bevuilde afwas, met name moeilijk verwijder-
bare voedselresten zoals spaghetti, rijst,
griesmeel, aardappelen,
eieren, sauzen en gebraden vlees.
Voor een afwas met weinig, ook opgedroogde
en zetmeel bevattende voedselresten (zoals
spaghetti, rijst, griesmeel, aardappelen, eieren,
sauzen en gebraden vlees).
Voor een afwas met weinig, ook opgedroogde
en zetmeel bevattende voedselresten (zoals
spaghetti, rijst, griesmeel, aardappelen, eieren,
sauzen en gebraden vlees).
Dit programma is speciaal bedoeld voor
nauwelijks bevuilde afwas, bijvoorbeeld na
veel visite of feestje. Het is niet bedoeld
voor moeilijk verwijderbare voedselresten.
Er wordt niet heet gedroogd.
De machine is niet vol, waardoor de afwas
pas na een volgende maaltijd gedaan wordt.
U gebruikt geen wasmiddel.
Voor
gemengd
serviesgoed
*
Normaal
Programma 65°
Normaal Programma
zonder
voorspoelen 65°
*
Bio
Programma 5
Bio Programma
zonder
voorspoelen 50°
**
Snelwas
Programma 50°
Koud
Voorspoelen
A
B
A
B
C
D
Programma-overzicht
Dit is het norm-programma volgens IEC 436/DIN 44990.
-
*
Normaal Programma met wasmiddel type A en Bio Programma met
wasmiddel typeB;
- Capaciteit: 12 standaard couverts
- Aanbevolen hoeveelheid reinigingsmiddel: 20 g in houder
5 g op houder
**
Dit is een bijzonder programma bedoeld om binnen korte tijd (ongeveer 40 min.) een volle lading, bestaande uit borden, glazen en nauwelijks bevuild
serviesgoed (met uitzondering van pannen) te spoelen waarna het weer snel opnieuw kan worden gebruikt. Aangezien het om een snel-programma gaat, wordt er niet
gedroogd.
***
Deze gegevens zijn afhankelijk van de druk en temperatuur van het leidingwater en van de spanningsveranderingen, waardoor ze slechts als richtlijn gelden.
Programma-
duur in
minuten
Stroom-
verbruik
in kWh
Water-
verbruik
in liter
20
1,5
70
17
20
17
17
12
1,4
1,4
1,0
0,1
70
64
40
10
1,5
64
BIO
BIO
BIO
PSO15NL
41
Volgorde van handelingen bij het afwassen
1 Controleer of de zeven schoon zijn
(zie het
hoofdstuk «Onderhoud»)
2 Controleer of zout en glansmiddel
aanwezig zijn (zie het betreffende hoofdstuk)
3 Vullen van de korven
Verwijder grove resten uit schalen en borden.
Trek de onderste korf naar voren en plaats daarin
pannen, schalen, grote borden en bestek.
Trek de bovenste korf naar voren en plaats daarin
kleine borden, schoteltjes, kopjes en glazen.
Schuif de korven terug in de machine en controleer of
beide sproei-armen vrij kunnen draaien.
4 Vullen van de afwasmiddelhouder
Strooi of giet de juiste hoeveelheid afwasmiddel (zie
programma-overzicht) in het vakje van de afwasmid-
delhouder en druk het klepje dicht.
Sluit de machinedeur.
5 Programma kiezen
Draai de programmaknop
rechtsom totdat de letter
van het gewenste program-
ma tegenover de start-mar-
kering staat.
6 Temperatuurkeuze
Voor het kiezen van de temperatuur de aanwijzingen in
het programma-overzicht opvolgen (zie «toets indruk-
ken»).
Druk op deze toets indien u
een 50°C Bio-programma
wenst, zodat u de nieuwe ge-
koncentreerde afwasmiddelen
met enzymen kunt gebruiken.
Geen toets indrukken voor
koud voorspoelen en 65°C
afwassen.
7 Starten
Steek de steker in het stopcontact.
Draai de kraan open.
Druk op de aan/uit-toets.
De machine begint het pro-
gramma af te lopen.
Het programma tussentijds onderbreken is principieel
onjuist.
Moet dat door omstandigheden toch, dan drukt u op
de aan/uit-toets om de machine te stoppen.
Door wederom drukken start u de machine weer; hij
gaat dan verder waar hij gebleven was.
8 Machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Schakel de machine uit door op de aan/uit toets
te drukken.
Sluit de kraan.
Open de deur. Wacht een paar minuten met het uit-
nemen, want het serviesgoed is zeer heet. Boven-
dien is het droogresultaat beter als u de deur niet
direct opent.
Om te voorkomen dat, door het bewegen, druppels uit
de bovenste korf op serviesgoed in de onderste korf
vallen, adviseren wij om eerst de onderste korf naar
buiten te trekken en te legen.
Belangrijk
Het is af te raden om de deur te openen als de
machine in werking is. Gebeurt dat toch, dan zal een
veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de machine
direct stopt.
Wij adviseren u om vóór u de deur tussentijds opent,
de machine uit te schakelen door middel van de
aan/uit-toets.
B
A
C
SO109
BIO
SO149
BIO
SO150
Het reinigen van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stromen-
de kraan reinigen. Eventuele voedselresten met een
borsteltje verwijderen.
Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje om-
hoog (het zit licht vastgeklikt).
Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe
om zo het grove filter uit het fijne filter te trekken.
Na het reinigen klikt u het setje weer in de machi-
nebodem terug.
Het reinigen van de bodemzeef
(Elke maand)
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen.
Deze zeef verwijdert u door eerst de onderste
sproeiarm te verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E)
indrukken.
Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de
zeef uit de bodem.
Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terug-
plaatsen.
Belangrijk:
Gebruik de machine nooit zonder de zeven. Zorg
er bovendien voor dat de zeven correct op hun
plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goe-
de werking van de machine te garanderen.
Het reinigen van binnen- en buitenkant
van de machine
(Naar behoefte)
Reinig af en toe de rubberen dichtingen van de deur
en de klepjes van de afwas- en glansmiddelhouder
met een vochtige doek (gebruik geen schoonmaak-
middelen).
Overtuig u er af en toe van dat de gaatjes in de
sproei-armen niet verstopt zijn.
Verwijder de onderste sproei-arm door de twee vleu-
geltjes, die zich aan de zijkanten bevinden, in te druk-
ken. Om de gaatjes van de bovenste sproei-arm te
reinigen, trek de bovenste korf naar buiten; op die
manier kunt u de sproei-arm makkelijk bereiken. Wilt
u hem verwijderen, neem dan de middentrechter uit
door de twee vleugeltjes in te drukken en schroef de
bevestiging los. Reinig de sproeiarm en plaats hem
terug.
De machine nooit zonder sproei-armen laten func-
tioneren!
Doe één of twee keer per jaar een volledige afwas-
beurt zonder afwas in de machine, maar wel met een
beetje afwasmiddel. Er zijn voor het reinigen van de
machine ook speciale reinigingsmiddelen te koop.
De buitenkant van de machine, voor zover bereikbaar,
kunt u naar behoefte reinigen met lauwwarm water en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel dat niet
krast. Geen oplosmiddelen gebruiken.
Langere tijd buiten gebruik
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
Kraan dichtdraaien.
Steker uit het stopcontact nemen.
Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
Binnenkant en accessoires reinigen.
Tegen vriesgevaar
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht
dat toch het geval zijn, maak de machine dan leeg,
draai de kraan dicht, verwijder de waterafvoerslang
en laat deze leeg lopen.
Transport
Gaat u de machine verhuizen, zorgt u er dan voor dat
de machine rechtop wordt vervoerd.
ONDERHOUD
PMA01NL
42
MA13
B
C
D
MA08
MA01
F
A
E
Een storing ligt vaak aan een kleinigheid welke u zelf
kunt opsporen en verhelpen. Wij adviseren u, vóór u
de servicedienst belt, eerst de onderstaande tabel te
raadplegen .
De machine start niet
De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water
De kraan is dichtgedraaid.
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Eén of beide sproei-armen kan (kunnen) niet draaien.
Eén of enkele gaatjes in één of beide sproei-armen
is of zijn verstopt.
Trechter van bovenste sproei-arm was ergens mee
afgedekt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (in
spoelbak) .
Eén of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is te
oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het
serviesgoed
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de
giansmiddelhouder. In beide moet voldoende aan-
wezig zijn.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproei-arm stoot tegen serviesgoed.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het pro-
gramma te lang in de machine gebleven.
De vuldeur is moeilijk te sluiten
De afwasmachine is niet deugdelijk waterpas opge-
steld of niet goed ingebouwd.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen
en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk
en modelnummer van uw machine bij de hand; de
servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en
modelnummer op het typeplaatje van de machine. Zie
de figuur.
Veiligheidsinrichtingen tot bescherming
tegen overstroming
De machine is voorzien van twee supplementaire vei-
ligheidsinrichtingen tot bescherming tegen overstro-
ming van water, met de volgende eigenschappen:
1. Aan de toevoerslang (zie wateraansluiting); deze gaat
werken als de toevoerslang kapot gaat doordat het
de waterstroom blokkeert. Deze inrichting is ook
met afgezette machine werkzaam.
2. Op de bodem van de machine; gaat werken als
er waterlekken binnen de machine zijn. Deze
inrichting is bij functionerende machine werkzaam.
Om de machine te laten repareren moet u de service-
dienst bellen.
HERSTEL VAN EENVOUDIGE STORINGEN
PRA02NL
43
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Mod.
........
RA01
PGA01NL
44
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
(B-NL en L)
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitan-
tie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gere-
kend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van
een materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee
jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie
uitgesloten.
2 De fabrikant verleent één jaar garantie op door haar servicedienst uitgevoerde herstelwerkzaamheden
en het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de hersteldatum. Indien zich binnen deze
periode een storing voordoet, welke het directe gevolg is van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden of
het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
Door de uitvoering van herstelwerkzaamheden wordt de algemene garantieperiode, welke het gehele ap-
paraat omvat, niet verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per
definitie: wasautomaten, droogtrommelautomaten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten,
ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het
apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde we-
gen bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtig-
de plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar service-
werkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestel-
de wijze en voor rekening en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende func-
tionele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen fran-
co aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garan-
tieperiode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene garantieperiode vallend defect aan een apparaat
niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie uitbreidingen
7 Voor koel/vries-motorcompressoren (exclusief startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende ga-
rantieperiode, in gelijke percentages van twintig procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum van het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de
algemene garantieperiode.
Na de algemene garantieperiode worden bezoek-. arbeldsloon- en bijkomende materiaalkosten in reke-
ning gebracht.
PGA02NL
45
Garantie uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffen-
de hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat
blijkt, niet getoond kan worden of meegezonden werd:
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de huishoudelijke doeleinden, waarvoor het apparaat
bestemd is, gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geïnstal-
leerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodig-
de tijd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ont-
stane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbou-
wen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten
tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige re-
paraties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook om
mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door perso-
nen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of controlewerk-
zaamheden door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele
DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
Nederland België Luxembourg/
Luxemburg
Vennootsweg 1
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: 0172-468300
Fax: 0172-468366
Onderdelenverkoop:
Tel.: 0172-468400
Fax: 0172-468376
Telex: 39906 elgrp
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Tuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
ELECTROLUX Luxembourg s.à.r.l.
7, rue de Bitbourg
L-1273 Luxembourg-Hamm
Service aprés-vente
Tel.: 00352- 42 431 1
Fax: 00352- 42 431 460
ELGROEP
SERVICE
ELGROEP
SERVICE
DISTRI
PARTS
ELGROEP
SERVICE
152996 13/1
Total Chlorine free
F NLD
Printed in Italy 1/0597
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19

Zanussi DWS6706 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding