15
DVN 225 D2 F4 30 142173 50 60 1,0 1,7
DVN 250 D2 F4 30 142175 50 60 1,3 2,3
DVN 280 D2 F4 30 142177 50 50 1,3 2,3
DVN 315 D2 F4 30 142179 50 50 2,5 4,3
DVN 315 D4 F4 30 142180 50 80 1,2 2,1
DVN 355 D4 F4 30 142183 50 70 1,6 2,8
DVN 400 D4 F4 30 142185 50 50 1,2 2,1
DVN 450 D4 F4 30 142187 50 55 2,5 4,3
DVN 500 D4 F4 30 142189 50 50 2,9 5
DVN 560 D4 F4 30 142191 50 50 4,9 8,5
DVN 630 D4 F4 30 142192 50 50 8,7 -
DVN 710 D6 F4 30 144600 50 50 7,1 -
NL
Als de ventilatoren binnen de EU op de markt worden gebracht of worden gebruikt, moeten deze over toerentalre-
geling beschikken. Dit is alleen mogelijk door middel van frequentieomvormers. Als andere toerentalregelingen zoals
spanningsregeling worden gebruikt, leidt dit direct tot schade aan de motor.
Wij bieden geteste en goedgekeurde frequentieomvormers als accessoire aan. Deze zijn voorgeprogrammeerd en ex-
act afgestemd op het betreffende motorvermogen en toerental. Bij gebruik van een frequentieomvormer moet de
kabel (max. lengte 50 m) tussen de motor en de frequentieomvormer zijn afgeschermd. Voor rookgasafvoer moet de
‚fire-modus‘ van de frequentieomvormer worden geactiveerd.
11.5. Frequentieomvormer
Als merken van derden worden gebruikt, moeten de volgende parameters correct zijn ingesteld.
Als een aardlekschakelaar wordt gebruikt, zijn alleen AC/DC-gevoelige aardlekbeveiligingen (type B of B+) toegestaan.
Tijdens gebruik worden elektrische motoren warm. Onder bepaalde omstandigheden (te hoge omgevings- of vloeis-
toftemperaturen, zware vervuiling, enz.), kan de motortemperatuur de veiligheidslimiet van de elektrisch geïsoleerde
componenten overschrijden. Om motorschade te voorkomen zijn verschillende vormen van temperatuurbewaking mo-
gelijk, waarvan er ten minste één op de locatie moet worden geïnstalleerd.:
■Bewaking van de thermische motorstroom via een FU
■Motorbeveiligingsschakelaar
Productomschrijving Artikelnummer
Nominale frequentie
fN
Maximale frequentie
fmax
Max. motorstroom Imax
3~400V Y
Max. motorstroom Imax
3~230V D
Hz Hz A A
11.6. Aardlekschakelaar
11.4. ermische motorbeveiliging
Ook als het apparaat is uitgeschakeld staat er spanning op de klemmen en aansluitingen. U mag het apparaat
pas aanraken nadat alle polen gedurende 5 minuten van het netwerk zijn losgekoppeld.
12. INGEBRUIKNAME
De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren als elk risico is uitgesloten. De volgende
tests moeten worden uitgevoerd met inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende
voorschriften:
■Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften.
■Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gecontroleerd worden op
de aanwezigheid van vreemde objecten, die zonodig moeten worden verwijderd (spoelen).
■De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn.
■Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten worden gecontroleerd (bijv. aarding).
■Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het typeplaatje overeenstemmen.
■De ventilator moet op trillingen worden gecontroleerd. Neem zo nodig contact op met de fabrikant.
www.ruck.eu |