9 / 16
11 Batterijniveau-indicator (basisstation) 12 Tijdsignaal-transmissiesymbool
13 Dag en maand 14 Pre-alarm voor ijs
7 Voor de ingebruikname
INSTRUCTIE
Vermijd aansluitingsfouten!
Om verbindingsproblemen tussen de apparaten te voorkomen, moeten bij de ingebruikname de vol-
gende punten in acht worden genomen.
1. Plaats het basisstation (ontvanger) en de sensor (zender) zo dicht mogelijk bij elkaar.
2. Stel de stroomvoorziening voor het basisstation in en wacht tot de binnentemperatuur wordt weer-
gegeven.
3. Zorg voor de voeding van de sensor.
4. Instellen/bedienen van het basisstation en de sensor binnen het effectieve zendbereik.
5. Zorg ervoor dat het basisstation en de radiosensor op hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Verwijder bij het vervangen van de batterijen altijd de batterijen in zowel het basisstation als de sensor
en plaats deze in de juiste volgorde terug, zodat de radioverbinding weer tot stand kan komen. Als
een van de twee apparaten via een netaansluiting wordt bediend, moet bij het vervangen van de bat-
terijen ook de netaansluiting voor dit apparaat kortstondig worden losgekoppeld. Als bijvoorbeeld al-
leen de batterijen in de sensor worden vervangen, kan het signaal niet of niet meer correct worden
ontvangen.
Opmerking: het werkelijke bereik is afhankelijk van de in het gebouw gebruikte bouwmaterialen en de
positie van de basiseenheid en de buitensensor. Externe invloeden (verschillende radiozenders en an-
dere storingsbronnen) kunnen het mogelijke bereik sterk beperken. In dergelijke gevallen raden wij
aan om andere locaties te vinden voor zowel de basiseenheid als de buitensensor. Soms is een ver-
schuiving van enkele centimeters al voldoende!
Hoewel de sensor weerbestendig is, moet deze uit de buurt van direct zonlicht, regen of sneeuw wor-
den geplaatst.
8 Instellen van de stroomvoorziening
Base station
1. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
2. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
3. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
Remote sensor
4. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
5. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
6. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
9 Automatische tijdinstelling
Nadat de stroomtoevoer tot stand is gebracht, zal de klok automatisch naar het radiosignaal zoeken.
Dit duurt ongeveer 3 tot 8 minuten om dit proces af te ronden.
Als het radiosignaal correct wordt ontvangen, worden de datum en tijd automatisch ingesteld en gaat
het pictogram van het radiosignaal aan.
Als de klok het tijdsignaal niet ontvangt, wordt het tijdsignaal weergegeven, ga dan verder met de vol-
gende stappen: