11
NL
1. De middellijn van het apparaat op de achterwand markeren.
Het midden van de haak voor de kantelbeveiliging op de mid-
dellijn uitlijnen.
WAARSCHUWING!
In het bereik van de haak voor de
kantelbeveiliging mogen zich geen
elektrische leidingen of waterleidingen
bevinden die bij de montage beschadigd
zouden kunnen worden door schroeven of
boren.
2. Met een hardmetalen boor gaten van 10 mm op de in afbeel-
ding 4 getoonde plaatsen boren.
De boorgaten moeten dieper zijn dan de totale lengte van de
ankers.
De boorgaten vervolgens reinigen.
3. De onderlegring op het uiteinde van het anker schuiven en de
zeskantmoer erop schroeven.
Alle drie ankers vastzetten.
Het midden van de kantelbeveiligingshaak nogmaals ten
opzichte van de middellijn op de achterwand uitlijnen.
De ankers vasttrekken door de zeskantmoeren te verdraaien.
4. De haak voor de kantelbeveiliging met 3 schroeven (6 x 60)
aan de achterwand (afbeelding 5) bevestigen.
Afbeelding 4
Achterwand
Montage van de kantelbeveiliging bij betonnen vloe-
ren - Afbeelding 4 - 5
Afbeelding 4
Achterwand De watertoevoer naar het apparaat moet
via een koudwaterleiding gebeuren die de
werkdruk standhoudt en die voldoet aan
de hygiënevoorschriften. Daarvoor de bij-
geleverde rvs slang (lengte 3 m) gebruiken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
wateraansluiting
• De wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd als het ap-
paraat elektrisch is aangesloten.
• Enkel speciaal daarvoor opgeleid vakpersoneel mag de
aansluiting aan het watervoorzieningsnet uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Alleen op de drinkwatervoorziening
aansluiten.
Eisen aan de wateraansluiting
• De watertoevoerleiding en het ingangsmagneetventiel van het
apparaat zijn geschikt voor een waterdruk tot 1 MPa (10 bar).
Voor een veilige en optimale werking (debiet, grootte van
de ijsblokjes, geluidsniveau) moet het drukbereik tussen
0,15 MPa (1,5 bar) en 0,6 MPa (6 bar) liggen bij appa-
raten zonder waterfilter en tussen 0,28 MPa (2,8 bar) en
0,62 MPa (6,2 bar) bij apparaten met waterfilter. Is de druk
hoger dan 0,62 MPa (6,2 bar), dan moet een drukregelaar
worden voorgeschakeld.
Het niet in acht nemen van deze eisen kan leiden tot een
storing van de waterdispenser en waterlekkage, waardoor
de vloerbedekking en het omringende meubilair beschadigd
kan raken.
• Tussen de waterleiding en de watertoevoer moet een afsluitklep
geïnstalleerd worden. Deze moet eenvoudig toegankelijk zijn
om indien nodig de watertoevoer direct te kunnen onderbreken.
BELANGRIJK
De waterafsluitklep niet achter het apparaat plaatsen.
BELANGRIJK
Geen oude of al voorgemonteerde waterleidingen
gebruiken.