Shimano SM-BTR2 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
(Dutch)
DM-AL0001-12
ALFINE
SG-S705
SG-S505
SM-S705
MU-UR500
MU-S705
SW-S705
ST-S705-R
BL-S705-L
SC-S705
Nexus
SG-8R60
SG-C6060-8R
SG-C6060-8V
SG-C6060-8C
SG-C6060-8D
SG-C6060-8CD
SG-C6061-8R
SG-C6061-8V
SG-C6061-8C
SG-C6061-8D
SG-C6061-8CD
SC-MT800
SM-BTR1
SM-BTR2
BT-DN110
BT-DN110-A
SM-BMR1 (Ver.2.0.0 of hoger)
SM-BMR2
BM-DN100
SM-JC40
SM-JC41
EW-SD50
EW-SD50-I
SM-EWC2
SM-BCR1
SM-BCR2
SM-BCC1
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
comfort-fiets
STADS-SPOR
T E-BIKE
2
INHOUD
BELANGRIJKE MEDEDELING ................................................................................. 4
VEILIGHEID VOOROP ............................................................................................. 5
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN ................................................... 16
MONTAGE ............................................................................................................ 18
Namen en voorbeeldlocaties van ieder onderdeel ..................................................................................18
Motoreenheid op de naaf aanbrengen (MU-UR500/MU-S705) ..............................................................22
Remschijf aanbrengen ...............................................................................................................................25
Montage van de naaf op het frame .........................................................................................................27
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-S705) .............................................................................30
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-MT800) ..........................................................................31
Dubbele bedieningshendel aanbrengen:
Racestuur (ST-S705-R/BL-S705-L)
................................................................................................................33
Versnellingsschakelaar aanbrengen: Recht stuur (SW-S705) ...................................................................35
Montage van de batterij ............................................................................................................................36
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS ................................................... 40
Algemeen bedradingsschema ...................................................................................................................40
Aansluiting op de Dual Control versteller ................................................................................................46
Aansluiten op de versnellingsschakelaar / het systeeminformatiedisplay ..............................................47
Aftakking aansluiten .................................................................................................................................49
BEDIENING ........................................................................................................... 59
Het systeeminformatiedisplay weergeven en bedienen (SC-MT800) .....................................................59
Foutmelding ...............................................................................................................................................62
Over draadloze functies (SC-MT800) .........................................................................................................63
3
DE ACCU LADEN .................................................................................................. 66
Namen van onderdelen .............................................................................................................................66
De accu laden .............................................................................................................................................68
Als laden niet mogelijk is ...........................................................................................................................70
AANSLUITING OP EN COMMUNICATIE MET APPARATEN ................................ 73
Instelbare instellingen in E-TUBE PROJECT ...............................................................................................73
Op een pc aansluiten .................................................................................................................................74
ONDERHOUD ....................................................................................................... 76
Indicator accuvermogen ............................................................................................................................76
Systeem resetten ........................................................................................................................................76
Problemen oplossen ................................................................................................................................... 76
De motor afstellen (aansluiting op en communicatie met de pc) ..........................................................77
De motor afstellen
(verbinding en communicatie met smartphone of tablet)
...................................................................... 79
Beugel en hendel demonteren .................................................................................................................81
Montage van de schakelaareenheid ......................................................................................................... 82
Beugel en hendel monteren ......................................................................................................................84
Bij 8-speed interne naafversnelling (Olie-onderhoudsset: Y00298010) ..................................................85
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (Olie-onderhoudsset: Y13098023) ...........................87
BELANGRIJKE MEDEDELING
4
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in het monteren van fietsen beschikken, moeten niet proberen de onderdelen zelf aan de hand
van de dealerhandleidingen te installeren.
Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de installatie. Neem in dat geval contact op met de plaats van aankoop
of een plaatselijke fietshandelaar.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle dealerhandleidingen en instructiehandleidingen staan op onze website (http://si.shimano.com).
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op met een SHIMANO-verdeler of een van de SHIMANO-kantoren om
een afgedrukte versie van de gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als dealer werkzaam bent.
Het Bluetooth
®
woordmerk en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en het gebruik van dergelijke merken door
SHIMANO INC. is onder licentie.
Andere handelsmerken en handelsnamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door en volg de aanwijzingen daarin op voor een
correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en beschadigingen aan apparatuur en omgeving
tevoorkomen.
De instructies zijn ingedeeld aan de hand van de mate van gevaar die zij kunnen opleveren of beschadigingen die zij kunnen veroorzaken bij
incorrect gebruik van het product.
GEVAAR
Als de instructies niet worden opgevolgd, heeft dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan apparatuur en omgeving.
VEILIGHEID VOOROP
5
VEILIGHEID VOOROP
GEVAAR
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Neem de volgende aanwijzingen in acht om brandwonden of ander letsel te voorkomen als gevolg van vloeistoflekkages, oververhitting, brand
ofontploffing.
Lithium-ion accu
Gebruik voor het laden van de accu de aangegeven lader. Als niet voorgeschreven onderdelen gebruikt worden, kan dit leiden tot brand,
oververhitting of lekkage.
Stel de accu niet bloot aan hitte of open vuur. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brand of ontploffing.
De accu mag niet worden vervormd, gewijzigd of gedemonteerd; ook mag er geen soldeer op worden aangebracht. Laat de batterij niet liggen op
plaatsen waar de temperatuur tot boven 60°C kan oplopen, zoals op plaatsen die aan direct zonlicht zijn blootgesteld in auto's op warme dagen of in
de buurt van een fornuis. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan, kunnen lekkages, oververhitting of barsten leiden tot brand, brandwonden
of ander letsel.
Verbind de (+) en (-) aansluitpunten niet met metalen voorwerpen. Bewaar de accu niet samen met metalen voorwerpen zoals halskettingen of
haarspelden. Als dit niet in acht wordt genomen, kan kortsluiting, oververhitting, brandwonden of ander letsel ontstaan.
Als er vloeistof uit de accu lekt en in uw ogen terechtkomt, spoel het betreffende gebied dan onmiddellijk met schoon water zonder in uw ogen te
wrijven en roep vervolgens medische hulp in.
Acculader / acculadersnoer
Laat de lader niet nat worden, gebruik de lader niet wanneer deze nat is en houd hem niet met natte handen vast. Als dit niet in acht wordt
genomen, bestaat de kans op defecten of elektrische schokken.
Dek de lader tijdens gebruik niet af met doeken. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op warmteontwikkeling en vervorming van de
behuizing of bestaat de kans op brand of oververhitting.
Demonteer of wijzig de lader niet. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op elektrische schokken of letsel.
Gebruik de lader alleen met de voorgeschreven netspanning. Als een andere dan de voorgeschreven netspanning wordt gebruikt, bestaat de kans op
brand, ontploffing, rookontwikkeling, oververhitting, elektrische schokken of brandwonden.
Raak de metalen delen van de lader of de wisselstroomadapter niet aan als er onweer is. Bij blikseminslag bestaat de kans op elektrische schokken.
SM-BCR2: Acculader voor SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A: Lithium-ionbatterij (ingebouwd type)
Gebruik een wisselstroomadapter met een USB-poort met een spanning van 5,0 V DC en een stroom van minimaal 1,0 A DC. Wordt de poort met een
lagere spanning dan 1,0 A gebruikt, dan kan de wisselstroomadapter opwarmen. Dit kan mogelijk brand, rookontwikkeling, oververhitting,
onherstelbare schade, een elektrische schok of brandwonden veroorzaken.
VEILIGHEID VOOROP
6
WAARSCHUWING
Volg de instructies in de handleidingen tijdens de installatie van het product.
Wij raden aan om uitsluitend originele Shimano-onderdelen te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of beschadigd
raken, kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Bovendien kunnen er, als afstellingen niet correct worden uitgevoerd, problemen ontstaan en kunt u plotseling vallen met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden, zoals het vervangen van onderdelen, een veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen.
Bewaar de dealerhandleiding na het grondig doorlezen zorgvuldig op een veilige plek, zodat u deze later kunt raadplegen.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Onderhoudsintervallen hangen af van het gebruik en de rijomstandigheden. Reinig de ketting regelmatig met een geschikte kettingreiniger.
Gebruiknooit alkalische of zure oplosmiddelen, zoals roestverwijderaars. Worden dergelijke oplosmiddelen wel gebruikt, dan kan de ketting breken
en kan er ernstig letsel ontstaan.
Controleer of de wielen stevig zijn bevestigd, voordat u gaat fietsen. Als de wielen op enigerlei wijze los zitten, kunnen ze van de fiets loskomen met
ernstig letsel tot gevolg.
Controleer de ketting op beschadigingen (vervormingen of barsten), overslaan of andere abnormale omstandigheden, zoals onbedoeld overschakelen.
Neem contact op met een dealer of een agentschap als er sprake is van problemen. De ketting kan breken en u kunt vallen.
Lithium-ion accu
Plaats de accu niet in zoet water of zeewater en laat de aansluitpunten van de accu niet nat worden. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de
kans op brand, ontploffing of oververhitting.
Gebruik de accu niet als deze duidelijk zichtbaar is bekrast of als de buitenzijde andere beschadigingen vertoont. Als dit niet in acht wordt genomen,
bestaat de kans op ontploffing, oververhitting of defecten.
De accu niet gooien of blootstellen aan harde stoten. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op ontploffing, oververhitting of defecten.
Gebruik de batterij niet als er blijk is van lekkages, verkleuring, vervorming of een andere afwijking. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de
kans op ontploffing, oververhitting of defecten.
Als er gelekte vloeistof op uw huid of kleding terechtkomt, deze onmiddellijk met schoon water afspoelen. Gelekte vloeistof kan huidletsel
veroorzaken.
SM-BTR1: Lithium-ionbatterij (extern type)
Stop met laden als de accu na 1,5 uur niet volledig is opgeladen. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brand,
ontploffingofoververhitting.
Het bereik van de gebruikstemperatuur van de accu wordt hieronder aangegeven. Gebruik de accu niet bij temperaturen buiten dit bereik.
Alsdeaccu gebruikt of bewaard wordt bij temperaturen buiten dit bereik, bestaat de kans op brand, letsel of defecten.
1. Tijdens gebruik: –10 °C - 50 °C
2. Tijdens laden: 0 °C - 45 °C
SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A: Lithium-ionbatterij (ingebouwd type)
Als de accu niet volledig is geladen na 4 uur, moet u het laden stoppen. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brand,
ontploffingofoververhitting.
Het bereik van de gebruikstemperatuur van de accu wordt hieronder aangegeven. Gebruik de accu niet bij temperaturen buiten dit bereik.
Alsdeaccu gebruikt of bewaard wordt bij temperaturen buiten dit bereik, bestaat de kans op brand, letsel of defecten.
1. Tijdens gebruik: –10 °C - 50 °C
2. Tijdens laden: 0 °C - 45 °C
VEILIGHEID VOOROP
7
Acculader / acculadersnoer
SM-BCR1: Acculader for SM-BTR1
Houd bij het insteken van de stekker in het stopcontact of het verwijderen ervan het netsnoer bij de stekker vast. Als u dit niet doet, bestaat de kans
op brand of elektrische schokken.
Als het volgende gebeurt, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een dealer raadplegen. Er bestaat kans op brand of elektrische schokken.
*
Als de stekker warm wordt of een brandgeur afgeeft.
*
Er is mogelijk een defect contact in de stekker.
Overbelast het stopcontact niet met apparaten boven de nominale capaciteit ervan en gebruik uitsluitend een 100 – 240 V AC wisselstroom
stopcontact. Als het stopcontact overbelast doordat er te veel apparaten met adapters worden aangesloten, bestaat de kans op oververhitting en
brandgevaar.
Beschadig het netsnoer en de stekker niet. (Deze niet beschadigen, wijzigen, in de nabijheid van hete voorwerpen houden, buigen, verdraaien of
eraan trekken, er zware voorwerpen op plaatsen of ze strak bij elkaar binden.) Bij gebruik in beschadigde toestand bestaat de kans op brand,
elektrische schokken of kortsluiting.
Gebruik de lader niet met in de handel verkrijgbare elektrische transformators bestemd voor overzees gebruik, aangezien deze de lader kunnen
beschadigen.
Steek de stekker steeds zo ver mogelijk naar binnen. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brand.
SM-BCR2: Batterijlader voor SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
Gebruik geen andere USB-kabel dan de USB-kabel die wordt meegeleverd met het pc-verbindingsapparaat. Dit kan een laadfout, brand of defect in
de aansluiting op de pc veroorzaken ten gevolge van oververhitting.
Sluit de lader niet op de pc aan wanneer deze op standby staat. Hierdoor kan de pc defect raken, afhankelijk van de specificaties.
Zorg dat u bij het aansluiten of loskoppelen van de USB-kabel of de lader de stekker van de kabel vasthoudt. Als u dit niet doet, bestaat de kans op
brand of elektrische schokken. Als het volgende gebeurt, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een dealer raadplegen. Er bestaat kans op
brand of elektrische schokken.
*
Als de stekker warm wordt of een brandgeur afgeeft.
*
Er is mogelijk een defect contact in de stekker.
Als het onweert wanneer u aan het laden bent met een wisselstroomadapter met een USB-poort, mag u het apparaat, de fiets of de
wisselstroomadapter niet aanraken. Bij blikseminslag bestaat de kans op elektrische schokken.
Gebruik een wisselstroomadapter met een USB-poort met een spanning van 5,0 V DC en een stroom van minimaal 1,0 A DC. Wordt een poort met een
lagere spanning dan 1,0 A DC gebruikt, dan kan het laden mislukken of de wisselstroomadapter opwarmen. Dit kan mogelijk brand veroorzaken.
Gebruik geen USB-hub bij het aansluiten van de kabel op de USB-poort van een computer. Dit kan een laadfout of brand veroorzaken ten gevolge
van oververhitting.
Wees voorzichtig, zodat u de kabel van de lader niet beschadigt. (Deze niet beschadigen, wijzigen, in de nabijheid van hete voorwerpen houden,
buigen, verdraaien of eraan trekken, er zware voorwerpen op plaatsen of ze strak bij elkaar binden.) Bij gebruik in beschadigde toestand bestaat de
kans op brand, elektrische schokken of kortsluiting.
Rem
Afhankelijk van het model kan iedere fiets iets anders aanvoelen. Zorg daarom dat u de juiste remtechniek (waaronder de druk op de remgreep en
de fietskenmerken) en bediening van uw fiets leert kennen. Als u het remsysteem op een onjuiste wijze gebruikt, kunt u de controle over de fiets
verliezen of vallen met ernstig letsel tot gevolg. Raadpleeg een fietsenmaker of de gebruikershandleiding voor een juiste bediening. Het is ook
belangrijk dat u oefent met fietsen, remmen, etc.
Als u te hard remt met de voorrem, kan het voorwiel blokkeren en de fiets over de kop slaan met ernstig letsel tot gevolg.
Controleer altijd of de voor- en achterremmen correct werken voordat u gaat fietsen.
De benodigde remafstand is langer bij nat weer. Fiets langzamer en bedien de remmen vroeg en gelijkmatig.
Als het wegdek nat is, zullen de wielen sneller slippen. Als de wielen slippen, kunt u van de fiets vallen. Voorkom dit door langzamer te fietsen en de
remmen vroeg en gelijkmatig te bedienen.
VEILIGHEID VOOROP
8
Schijfrem
Houd uw vingers uit de buurt van de draaiende remschijf. De remschijf is scherp genoeg om ernstig letsel aan uw
vingers toe te brengen als deze in de openingen van de remschijf terechtkomen wanneer deze beweegt.
De remklauwen en remschijf worden heet wanneer er wordt geremd. Raak ze tijdens het fietsen of direct na het afstappen dus niet aan. Anders kunt
u brandwonden oplopen.
Laat geen olie of vet op de remschijf en remblokken komen. Anders zullen de remmen mogelijk niet goed werken.
Als er olie of vet op de remblokken terechtkomt, moet u een fietsenmaker of verkooppunt raadplegen. Anders zullen de remmen mogelijk niet
goedwerken.
Als er tijdens het remmen geluiden te horen zijn, is het mogelijk dat de remblokken tot aan de slijtagelimiet
zijnversleten.
Nadat u heeft gecontroleerd dat het remsysteem voldoende is afgekoeld, gaat u na dat elk remblok minimaal
0,5mm dik is. Of neem contact op met een dealer of een agentschap.
0,5mm2mm
Als de remschijf barsten vertoont of vervormd is, gebruik de remmen dan niet meer en neem contact op met een dealer of een agentschap.
Als de remschijf tot op 1,5 mm of minder is versleten of als het aluminium zichtbaar wordt, gebruik de remmen dan niet meer en neem contact op
met een dealer of een agentschap. De remschijf kan breken en u kunt van de fiets vallen.
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Zorg bij het monteren van de naaf op het frame dat u de juiste antislip sluitringen aan de linker- en rechterkant monteert, en draai de naafmoeren
stevig vast tot het opgegeven aanhaalmoment. Als er slechts aan één kant een anti-slip onderlegring wordt aangebracht of als de naafmoer niet
volledig is aangehaald, kan de onderlegring loskomen. Hierdoor gaan de naafas en de motor draaien, waardoor de kabel los kan komen of de motor
beschadigd kan raken.
Monteer het wiel met 3x of 4x spaakpatroon. Zet de spaken niet radiaal.
De spaken kunnen dan beschadigd raken of er kunnen geluiden te horen zijn tijdens het remmen.
SG-S705
Breng bij SG-S705 een afstandstuk aan bij de installatie van de remschijf. Anders kan de remschijf gaan ratelen en kunnen de remmen uitvallen.
Terugtrapremnaaf
Wanneer u een omgekeerd achterpad gebruikt, moet u de ketting spannen met een kettingsteller.
VEILIGHEID VOOROP
9
LET OP
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Lithium-ion accu
Bewaar de accu op een veilige plaats buiten het bereik van kleine kinderen of huisdieren.
SM-BCR1: Batterijlader voor SM-BTR1
Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens de lader te reinigen.
SM-BCR2: Acculader voor SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
Ontkoppel de USB-kabel wanneer u onderhoud uitvoert.
SM-BTR1: Lithium-ionbatterij (extern type)
Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder hem dan en berg hem op een veilige plaats op.
SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A: Lithium-ion accu (ingebouwd type)
Als de eenheid langere tijd niet wordt gebruikt, laad hem dan op en sla hem op een koele plaats (10-20 °C) binnenshuis op, waar de accu niet aan
direct zonlicht of regen wordt blootgesteld.
Schijfrem
Remschijven hebben een inremperiode. De remkracht neemt tijdens het verloop van die inremperiode geleidelijk toe. Houd tijdens deze inremperiode
rekening met deze toenemende remkracht. Hetzelfde gebeurt wanneer de remblokken of de remschijf worden vervangen.
Specificaties terugtraprem
Als u voortdurend remt tijdens lange afdalingen, worden de interne onderdelen van de rem zeer heet. Dit vermindert de remprestaties en kan ook
de hoeveel remvet in de rem verlagen, wat kan zorgen voor problemen zoals abnormaal abrupt remmen.
Draai het wiel en controleer of de remkracht van de terugtraprem correct is.
VEILIGHEID VOOROP
10
N.B.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Draai aan de crank bij het uitvoeren van handelingen die te maken hebben met schakelen.
U moet de kleine waterdichte stekker niet voortdurend aansluiten en loshalen. Dit kan de werking belemmeren.
Laat geen water in de E-TUBE poort komen.
De onderdelen zijn volledig waterdicht, zodat ze in natte weersomstandigheden kunnen worden gebruikt. Dompel ze echter niet onder in water.
Maak de fiets niet schoon in een wasstraat met hogedrukspuit. Als er water in een van de onderdelen komt, kan dit leiden tot bedieningsproblemen
enroestvorming.
Ga voorzichtig om met het product en voorkom dat het aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Gebruik geen verdunningsmiddelen of vergelijkbare stoffen voor het reinigen van de producten. Door dergelijke materialen kan het oppervlak
wordenbeschadigd.
Neem contact op met de plaats van aankoop voor updates van de software. De nieuwste informatie vindt u op de website van Shimano.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
SG-S705/SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/SG-C6060-8D/
SG-C6060-8CD/SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/SG-C6061-8CD
De naaf met interne tandkransen is niet volledig waterdicht. Gebruik de naaf niet op plaatsen waar er water in kan komen. Gebruik ook geen water
onder hoge druk om de naaf te reinigen. Gebeurt dit wel, dan kan het interne mechanisme gaan roesten.
U kunt schakelen terwijl u trapt, maar het kan in zeldzame gevallen voorkomen dat de pallen en ratel in de naaf nadien geluid maken. Dit hoort bij
het schakelen.
De naaf met interne versnellingen heeft een ingebouwd mechanisme dat het schakelen ondersteunt. Als dit mechanisme tijdens het schakelen werkt,
kunnen er geluiden en trillingen optreden. Afhankelijk van de versnelling kan het schakelen anders aanvoelen.
Er kan ook geluid ontstaan bij de 5e t/m 8e versnelling bij SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/SG-C6060-8D/SG-C6060-8CD/
SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/SG-C6061-8CD en de 7e t/m de 11e versnelling bij SG-S705 als de crankarmen naar achteren
worden gedraaid of als de fiets naar achteren wordt geduwd.
Al deze fenomenen kunnen optreden bij een ingebouwd schakelmechanisme en geven niet aan dat de interne onderdelen defect zijn.
Acculader / acculadersnoer
Gebruik dit apparaat op basis van de aanwijzingen van een veiligheidsexpert of de gebruiksaanwijzing. Laat dit product niet gebruiken door personen
met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking, onervaren personen of personen zonder de vereiste kennis, waaronder kinderen.
Laat kinderen niet spelen in de nabijheid van dit product.
Verwijderingsinformatie voor landen buiten de Europese Unie.
Dit symbool is uitsluitend van toepassing binnen de Europese Unie.
Voor informatie over gebruikte batterijen kunt u contact opnemen met de plaats van aankoop
ofeen fietshandelaar.
VEILIGHEID VOOROP
11
Lithium-ion accu
Lithium-ion accu's zijn herbruikbare, waardevolle bronnen.
Voor informatie over gebruikte accu's kunt u contact opnemen met de plaats van aankoop of een fietshandelaar.
U kunt de accu op elk moment opladen, ongeacht hoe vol hij nog is. Gebruik altijd de speciale acculader om de accu volledig op te laden.
Bij aankoop is de accu niet volledig opgeladen. Zorg dat u voordat u gaat fietsen de accu volledig oplaadt.
Laad de accu zo snel mogelijk op als hij volledig leeg is. Als u de accu niet oplaadt, zal deze verslechteren.
De accu is een artikel met een beperkte levensduur. De accu zal geleidelijk zijn vermogen verliezen na herhaaldelijk gebruik.
Als de periode dat de accu kan worden gebruikt, extreem kort wordt, dan heeft deze waarschijnlijk het einde van zijn levensduur bereikt. U zult dan
een nieuwe accu moeten aanschaffen.
De levensduur van de accu is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de opslagmethode, de gebruiksomstandigheden, de omgeving en de
kenmerken van de accu zelf.
Als u de accu gedurende langere tijd opbergt, verwijder hem dan wanneer het accupeil 50% of hoger is of wanneer het groene lampje brandt.
Opdeze manier verlengt u de levensduur van de accu. Ook raden wij u aan om de accu ongeveer eens in de zes maanden op te laden.
Als de bewaartemperatuur hoog is, neemt de prestatie van de accu af en is de gebruiksduur korter. Wanneer u de accu weer gebruikt nadat hij lange
tijd is opgeslagen, leg hem dan binnen, waar hij niet aan rechtstreeks zonlicht of regen wordt blootgesteld.
Als de omgevingstemperatuur laag is, kan de accu minder lang worden gebruikt.
SM-BTR1: Lithium-ionbatterij (extern type)
Als u de accu opslaat, moet u deze van de fiets verwijderen en eerst de afdekking over de polen aanbrengen.
De oplaadtijd is circa 1,5 uur. (De werkelijke tijd is afhankelijk van de resterende accucapaciteit.)
Als de accu moeilijk te plaatsen of verwijderen is, breng dan wat van het aangegeven vet (premium vet) aan op het onderdeel dat de O-ring aan de
zijkant raakt.
SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A: Lithium-ion accu (ingebouwd type)
Nadat u de accu van de fiets hebt verwijderd om hem op te slaan, moet u een blinde plug plaatsen.
De oplaadtijd van een wisselstroomadapter met een USB-poort bedraagt circa 1,5 uur, en die van een adapter met een USB-poorttype voor computers
circa 3uur. (De werkelijke tijd is afhankelijk van de resterende lading in de accu. Afhankelijk van de specificaties van de wisselstroomadapter kan het
laden via de wisselstroomadapter net zo lang duren (circa 3 uur) als het opladen via een pc.)
Acculader / acculadersnoer
Laad de accu binnenshuis op om blootstelling aan regen of wind te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet buitenshuis of in een vochtige omgeving.
Plaats de acculader bij gebruik niet op een stoffige vloer.
Plaats de acculader bij gebruik op een stabiel oppervlak, zoals een tafel.
Plaats geen voorwerpen bovenop de acculader of de kabel ervan.
De kabels niet bundelen.
Houd de acculader niet aan de kabels vast tijdens het dragen.
Zet geen overmatige spanning op de kabels.
Was de acculader niet en veeg hem niet af met schoonmaakmiddelen.
Gebruik dit apparaat op basis van de aanwijzingen van een veiligheidsexpert of de gebruiksaanwijzing. Laat dit product niet gebruiken door personen
met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking, onervaren personen of personen zonder de vereiste kennis, waaronder kinderen.
Laat kinderen niet spelen in de nabijheid van dit product.
VEILIGHEID VOOROP
12
SM-BCR2: Acculader voor SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
pc-verbindingsapparaat
Sluit het pc-verbindingsapparaat rechtstreeks op een computer aan zonder gebruik te maken van tussenapparatuur, zoals een USB-hub.
Ga niet fietsen zolang het pc-verbindingsapparaat en de kabel er nog op zijn aangesloten.
Sluit niet twee of meer van dezelfde eenheden aan op dezelfde aansluiting. Volgt u deze aanwijzingen niet op, dan is het mogelijk dat de eenheden
niet correct werken.
Sluit eenheden niet aan en ontkoppel ze niet terwijl de herkenningsprocedure wordt uitgevoerd of nadat deze is voltooid. Volgt u deze aanwijzingen
niet op, dan is het mogelijk dat de eenheden niet correct werken.
Raadpleeg de procedures die in de gebruikershandleiding worden gegeven voor het E-TUBE PROJECT bij het aansluiten en ontkoppelen van eenheden.
De aansluiting van de pc-verbindingskabel wordt losser nadat de kabel meerdere keren is aangesloten en ontkoppeld. Vervang in dat geval de kabel.
Sluit geen twee of meer pc-verbindingseenheden tegelijkertijd aan. Als twee of meer eenheden zijn aangesloten, werken ze niet naar behoren.
Bovendien kan het nodig zijn om de pc opnieuw op te starten als er bedieningsfouten optreden.
Pc-verbindingsapparaten kunnen niet worden gebruikt terwijl de lader is aangesloten.
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Plaats blinde pluggen op de ongebruikte E-TUBE poort.
Gebruik altijd het originele Shimano-gereedschap TL-EW02 om de elektrische kabels te verwijderen.
De motoren van de motoreenheid kunnen niet worden gerepareerd.
Neem contact op met Shimano voor informatie betreffende de verzending van de acculader naar Zuid-Korea en Maleisië.
U moet de tandwielen periodiek reinigen met een neutraal schoonmaakmiddel. Het reinigen van de ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het
smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn om de levensduur van de tandwielen en de ketting te verlengen.
Als de ketting gaat slippen, moeten de tandkransen en de ketting bij een dealer of agentschap worden vervangen.
Naaf met intern schakelmechanisme
De tandkrans moet worden gebruikt van 18T tot 23T.
Tandkrans
Als er een kettingspanner wordt gebruikt 18, 20
Als er geen kettingspanner wordt gebruikt 18, 19, 20, 21, 22, 23
Aangeraden wordt het kettingblad aan de voorkant af te stellen op een oververbrengingsverhouding van 2 tot 2,25 voor SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/
SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/SG-C6060-8D/SG-C6060-8CD/SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/SG-C6061-8CD en 1,8 tot 2,0 voor SG-S705.
Voorbeeld)
Overbrengingsverhouding Voor Achter
11 versnellingen 1,8 – 2,0
45T 23T
39T 20T
8 versnellingen 2 – 2,25
45T 20T
39T 18T
Voor een blijvend goede prestatie wordt aangeraden dat u onderhoud, zoals het verversen van de olie na de eerste 1000 km en vervolgens iedere
twee jaar (of eenmaal per 5000 km als de fiets veel wordt gebruikt), door de verkooplocatie of de fietsenmaker laat uitvoeren.
VEILIGHEID VOOROP
13
SG-S705
Als u olie ververst, gebruik dan de onderhoudsset SG-S700 OIL of TL-S703.
Volg de handleiding voor TL-S703 bij het verversen van de olie. Gebruik TL-S704 als u de afdichting aan de rechterkant vervangt.
Als SG-S700 OIL niet wordt gebruikt, kunnen er problemen optreden, zoals olielekkage of schakelproblemen.
SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/SG-C6060-8D/
SG-C6060-8CD/SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/SG-C6061-8CD
Wanneer u de olie ververst, gebruikt dan WB-onderhoudsolie of de WB-onderhoudsolieset.
Als er geen WB-onderhoudsolie wordt gebruikt, kunnen er problemen ontstaan, zoals olielekkage of schakelproblemen.
Elektrische kabels / Elektrische kabelafdekkingen
Zet de elektrische kabels vast met een kabelbinder, zodat ze niet tegen de kettingbladen, tandkransen of banden kunnen komen.
Het kleefmiddel is niet al te krachtig om te voorkomen dat de lak van het frame losraakt wanneer de elektrische kabelafdekking verwijderd wordt,
zoals bij het vervangen van de elektrische kabels. Als de elektrische kabelafdekking los is komen te zitten, vervang deze door een nieuwe. Trek niet te
hard aan de kabelafdekking bij het verwijderen. Als dit het geval is, zal de lak op het frame ook loskomen.
De draadhouders die bevestigd zijn aan het type met ingebouwde elektrische kabels (EW-SD50-I) mogen niet worden verwijderd.
De kabelhouders voorkomen dat de elektrische kabels in het frame verschuiven.
Dual Control versteller
Bij verzending vanuit de fabriek zijn blinde pluggen aangebracht. Verwijder deze alleen als dat noodzakelijk is.
Let erop bij het geleiden van de elektrische kabels dat deze de remhendels niet hinderen.
SM-BMR1 / Accuhouder
Deze wordt ondersteund door de firmwareversies 2.0.0 en hoger.
Specificaties terugtraprem
Als de wielen niet soepel ronddraaien, moet u de remblokken vervangen of invetten. Neem contact op met de dealer waar u de aankoop heeft gedaan.
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de procedures voor het
gebruik van het product worden uitgelegd.
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Opmerkingen over het opnieuw plaatsen en vervangen van onderdelen
Wanneer het product opnieuw wordt gemonteerd of vervangen, wordt het automatisch herkend door het systeem zodat het conform de instellingen
kan functioneren.
Als het systeem na hermontage en vervanging niet werkt, volg dan onderstaande herstartprocedure voor het systeem om de werking van het systeem
te controleren.
Als u de onderdelenconfiguratie wijzigt of constateert dat het systeem incorrect functioneert, moet u de E-TUBE PROJECT software gebruiken om de
firmware van elk onderdeel bij te werken tot de nieuwste versie en het systeem opnieuw controleren. Controleer ook of u over de nieuwste versie van
de E-TUBE PROJECT software beschikt. Als u niet de laatste softwareversie hebt, is deze mogelijk niet compatibel met alle onderdelen of zijn niet alle
productfuncties beschikbaar.
Specificaties terugtraprem
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakpatroon. Wielen met een radiaal spaakpatroon mogen niet worden gebruikt. De spaken kunnen dan beschadigd
raken of er kunnen geluiden te horen zijn tijdens het remmen.
Als het wiel stijf en moeilijk draait, moet u de remblokken vervangen of met vet smeren.
Gebruik alleen het speciale vet voor de remblokken. Bij gebruik van een smeermiddelenset moet u de remblokken verwijderen om contact met de olie
te vermijden.
VEILIGHEID VOOROP
14
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Over gebruikte accu's
Lithium-ion accu's zijn herbruikbare, waardevolle bronnen.
Voor informatie over gebruikte accu's kunt u contact opnemen met de plaats van aankoop of een fietshandelaar.
Over het resetten van het systeem
Als het systeem niet werkt, kan het mogelijk worden hersteld door het systeem te resetten.
Nadat de accu is verwijderd, duurt het gewoonlijk ongeveer een minuut voordat het systeem is gereset.
Bij gebruik van SM-BTR1
Verwijder de accu uit de accuhouder. Plaats de accu na ongeveer een minuut terug.
Bij gebruik van de SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
Ontkoppel de stekker van de SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A. Sluit de stekker na ongeveer een minuut weer aan.
Aansluiting op en communicatie met de pc
Een pc-verbindingsapparaat kan worden gebruikt om een pc op de fiets (systeem of onderdelen) aan te sluiten. Een E-TUBE PROJECT kan worden gebruikt
voor het uitvoeren van bijvoorbeeld aanpassingen van individuele onderdelen of het hele systeem aan persoonlijke wensen en het updaten vande firmware.
Als u niet de meest recente versies van E-TUBE PROJECT-software en -firmware voor elk onderdeel gebruikt, kan dit zorgen voor problemen bij het
bedienen van de fiets. Controleer de softwareversie en update deze tot de nieuwste versie.
pc-verbindingsapparaat E-TUBE PROJECT Firmware
SM-BMR2/SM-BTR2
SM-PCE1/SM-BCR2
Versie 2.6.0 of later Versie 3.0.0 of later
BT-DN110/BM-DN100 Versie 3.0.0 of later
Versie 4.0.0 of later
BT-DN110-A Versie 3.3.2 of later
Aansluiting op en communicatie met smartphone of tablet
U kunt enkele componenten of het systeem aanpassen en firmware updaten met behulp van E-TUBE PROJECT voor smartphones/tablets na het
aansluiten van de fiets (systeem of componenten) op een smartphone of tablet via Bluetooth LE.
E-TUBE PROJECT: app voor smartphones/tablets
Firmware: de software in ieder onderdeel
Ontkoppel Bluetooth LE als E-TUBE PROJECT niet wordt gebruikt voor smartphones/tablets.
Als het systeeminformatiedisplay wordt gebruikt zonder ontkoppelen van Bluetooth LE, dan kan dit resulteren in een hoog accuverbruik.
Over compatibiliteit met E-TUBE PROJECT
Ga naar de onderstaande website voor informatie over compatibiliteit met E-TUBE PROJECT.
(http://e-tubeproject.shimano.com/guide/#guide_list)
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
16
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
De volgende gereedschappen zijn nodig voor montage, afstelling en onderhoud van dit product.
Gereedschap Gereedschap Gereedschap
Inbussleutel van 2 mm 15mm moersleutel TL-EW02
Inbussleutel van 2,5 mm 17mm moersleutel TL-LR10
Inbussleutel van 3 mm Torx-sleutel [nr. 5]
TL-SGE1
(Gereedschap voor bevestigen van
motor op naaf)
Inbussleutel van 4 mm Torx-sleutel [nr.25]
Speciaal demontagereedschap E-ring
Y6RT68000
Inbussleutel van 5 mm Instelbare sleutel Plastic hamer
10mm moersleutel Borgringtang
MONTAGE
18
MONTAGE
Namen en voorbeeldlocaties van ieder onderdeel
MONTAGE
Namen en voorbeeldlocaties van ieder onderdeel
Lithium-ionbatterij (extern type) SM-BTR1
Ingebouwd type (SM-JC41)
Gebruik bij de combinatie van eenheden in de afbeelding de combinaties van het
systeeminformatiedisplay, de accu en de acchouder gespecificeerd in de tabel.
Systeeminformatiedisplay Accu Accuhouder
SC-S705 SM-BTR1 SM-BMR2
SC-MT800 SM-BTR1 BM-DN100
(A)
MU-UR500/MU-S705:
Motoreenheid
(B)
SG-S705:
Naaf met 11 interne
versnellingsnaven
(C)
SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/
SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/
SG-C6060-8D/SG-C6060-8CD/
SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/
SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/
SG-C6061-8CD:
Naaf met 8 interne
versnellingsnaaf
(D)
SC-S705/SC-MT800:
Systeeminformatiedisplay
(E)
SW-S705:
Versteller
(F)
BL-S705-L:
Remgreep
(G)
ST-S705-R:
Dual Control versteller
(H)
SM-BMR2/BM-DN100:
Accuhouder
(I)
SM-BTR1:
Lithium-ion accu
(J)
EW-SD50-I:
Elektrische kabel
(K)
SM-JC41:
Junction B
N.B.
Gebruik alleen de combinaties voor
systeeminformatiedisplay, accu en acchouder
gespecificeerd in de tabel.
TECHNISCHE TIPS
Kabellengte (EW-SD50)
[a] + [b] ≤ 1700mm
[c] ≤ 1400mm
(A)(B)(C) (J)(K)
[a]
[b]
(D)
(E)
[c]
(H)
(I)
(F)
(G)
19
MONTAGE
Namen en voorbeeldlocaties van ieder onderdeel
Extern type (SM-JC40)
Gebruik bij de combinatie van eenheden in de afbeelding de combinaties van het
systeeminformatiedisplay, de accu en de acchouder gespecificeerd in de tabel.
Systeeminformatiedisplay Accu Accuhouder
SC-S705 SM-BTR1 SM-BMR2
SC-MT800 SM-BTR1 BM-DN100
(A)
MU-UR500/MU-S705:
Motoreenheid
(B)
SG-S705:
Naaf met 11 interne
versnellingsnaven
(C)
SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/
SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/
SG-C6060-8D/SG-C6060-8CD/
SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/
SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/
SG-C6061-8CD:
Naaf met 8 interne
versnellingsnaven
(D)
SC-S705/SC-MT800:
Systeeminformatiedisplay
(E)
SW-S705:
Versteller
(F)
BL-S705-L:
Remgreep
(G)
ST-S705-R:
Dual Control versteller
(H)
SM-BMR2/BM-DN100:
Accuhouder
(I)
SM-BTR1:
Lithium-ion accu
(J)
EW-SD50:
Elektrische kabel
(K)
SM-JC40:
Junction B
N.B.
Gebruik alleen de combinaties voor
systeeminformatiedisplay, accu en acchouder
gespecificeerd in de tabel.
TECHNISCHE TIPS
Kabellengte (EW-SD50)
[a] + [b] ≤ 1100mm
[c] ≤ 1400mm
(A)(B)(C) (J)(K)
[a]
[b]
(D)
(E)
[c]
(H)
(I)
(F)
(G)
20
MONTAGE
Namen en voorbeeldlocaties van ieder onderdeel
Lithium-ionbatterij (ingebouwd type) SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
Gebruik bij de combinatie van eenheden in de afbeelding de combinaties van het
systeeminformatiedisplay, de accu en de acchouder gespecificeerd in de tabel.
Systeeminformatiedisplay Accu
SC-S705 SM-BTR2
SC-MT800 BT-DN110/BT-DN110-A
(A)
MU-UR500/MU-S705:
Motoreenheid
(B)
SG-S705:
Naaf met 11 interne
versnellingsnaven
(C)
SG-S505/SG-8R60/SG-C6060-8R/
SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/
SG-C6060-8D/SG-C6060-8CD/
SG-C6061-8R/SG-C6061-8V/
SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/
SG-C6061-8CD:
Naaf met 8 interne
versnellingsnaven
(D)
SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A:
Lithium-ion accu
(E)
SC-S705/SC-MT800:
Systeeminformatiedisplay
(F)
SW-S705:
Versnellingsschakelaar
(G)
BL-S705-L:
Remgreep
(H)
ST-S705-R:
Dual Control versteller
(I)
EW-SD50-I:
Elektrische kabel
(J)
SM-JC41:
Junction B
N.B.
Gebruik alleen de combinaties voor
systeeminformatiedisplay, accu en acchouder
gespecificeerd in de tabel.
TECHNISCHE TIPS
Kabellengte (EW-SD50)
[a] + [b] ≤ 1700mm
[c] ≤ 1400mm
(A)(B)(C) (I)(J)
[a]
[c]
[b]
(E)
(F)
(D)
(G)
(H)
21
MONTAGE
Namen en voorbeeldlocaties van ieder onderdeel
Montage van tandkransen op de naaf (SG-S705/SG-505/SG-8R60/SG-C6060-8R/
SG-C6060-8V/SG-C6060-8C/SG-C6060-8D/SG-C6060-8CD/SG-C6061-8R/
SG-C6061-8V/SG-C6061-8C/SG-C6061-8D/SG-C6061-8CD/SM-S705)
(A)
(B)
(C)
(z)
(D)
Plaats de rechter stofkap B op de
aandrijfeenheid aan de rechterkant van
het naafhuis.
Monteer vervolgens de tandkrans en zet
deze vast met de borgring.
(z) Let op de richting
(A)
Borgring
(B)
Tandkrans
(C)
Aandrijfeenheid
(D)
Rechter stofkap B
N.B.
De product mag alleen worden gebruikt met
interne tandkransen met 18T t/m 23T.
22
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Motoreenheid op de naaf aanbrengen (MU-UR500/MU-S705)
Motoreenheid op de naaf aanbrengen (MU-UR500/MU-S705)
Tenzij anders vermeld wordt de MU-UR500 als voorbeeld gebruikt bij deze uitleg.
1
(z)
(y)
(y)
Controleer of de twee rode • markeringen
aan de rechterkant van de naaf in lijn
staan.
(y) • markering (rood)
(z) Moet worden gelijnd
TECHNISCHE TIPS
Als de twee rode markeringen niet in lijn
staan, gebruik dan de TL-SGE1 om de twee
rode markeringen uit te lijnen.
Rechtsom draaien
TL-SGE1
23
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Motoreenheid op de naaf aanbrengen (MU-UR500/MU-S705)
2
Let erop dat de twee uitsteeksels aan de achterkant van de motoreenheid zich op hun
oorspronkelijke posities bevinden.
Kijk voor MU-UR500 goed na of de markering en de uitsteeksels zijn uitgelijnd.
Kijk voor MU-S705 goed na of de uitsteeksels zijn gepositioneerd zoals aangegeven op de
afbeelding.
(A)
Achterkant van de motoreenheid
(B)
Uitstekende deeltjes
(C)
Markering (MU-UR500)
N.B.
Controleer of de rubber afdichting is
aangebracht. Is dat niet het geval, breng de
rubber afdichting dan aan zoals aangegeven
op de afbeelding. Er is geen compatibiliteit
tussen rubber afdichtingen MU-UR500 en
MU-S705.
MU-UR500
Achterkant van de motoreenheid
Rubberen afdichting
Motoreenheid
MU-S705
Achterkant van de motoreenheid
Motoreenheid
Rubberen afdichting
MU-UR500
(A)
(B)
(C)
MU-S705
(B)
(A)
(A)
(A)
Versnellingsschakelaar
N.B.
De motoreenheid wordt in de beginpositie
geplaatst wanneer hij wordt verscheept;
breng hem daarom aan zonder deze positie
teveranderen. Als de motoreenheid niet in
debeginpositie staat, druk de onderstaande
versnellingsschakelaar tien keer of vaker
inom de uitstekende deeltjes op de
motoreenheid rechtsom te draaien (controleer
vanaf de achterzijde van de motoreenheid).
(Controleer de schakelrichting van de
versnellingsschakelaar van te voren, omdat
deze bij het instellen van persoonlijke
voorkeuren kan zijn omgekeerd.) Als de
motor wordt geïnstalleerd zonder dat deze
op de beginpositie staat, zullen sommige
tandkransen niet gebruikt kunnen worden
enkan de naaf of de motoreenheid
beschadigd raken.
24
MONTAGE
Motoreenheid op de naaf aanbrengen (MU-UR500/MU-S705)
3
(y)
(B) (A)
(C) (z)
(A)
(x)
Monteer de motoreenheid zodanig op
de naaf aan dat de markering (x) op de
motoreenheid in lijn staat met de
markering (y) op het vulstuk van de
naafblokkering.
Duw de motoreenheid vervolgens
voorzichtig op zijn plaats terwijl u deze
langzaam draait om hem in de juiste
stand op de naafas te zetten. Blijf
draaien tot de motor stopt.
Zet de motoreenheid vervolgens vast
door borgmoer B aan de rechterkant
aantehalen.
(x) Motoreenheid markering
MU-UR500: Zilver
MU-S705: Geel
(y) Vulstuk naafblokkering
markering (rood)
Markering waarvan de positie
werd uitgelijnd in stap 1.
(z) Buitenzijde
(A)
Rechter borgmoer B
(B)
Rechter borgmoer A
(C)
Motoreenheid
Aanhaalmoment
6 - 10Nm
N.B.
Controleer of de geleider van de rechter
borgmoer A correct in het geleidegat aan de
voorkant van de motoreenheid zit.
Geleidegat voor motoreenheid
(B) Rechter borgmoer
A-geleider
25
MONTAGE
Remschijf aanbrengen
Remschijf aanbrengen
Breng de remschijf aan zoals in de afbeelding aangegeven.
Center lock-type
(A) (B) (C)
(A)
Remschijf
(B)
Montagering remschijf
(C)
TL-LR10
Aanhaalmoment
40 Nm
SG-S705
(A) (B) (C) (D)
(A)
Remschijf
(B)
Afstandsstuk
(C)
Montagering remschijf
(D)
TL-LR10
Aanhaalmoment
40 Nm
26
MONTAGE
Remschijf aanbrengen
5-bouts type (met borgplaatjes)
1
Monteer de remschijf en schijfborgplaatjes op de naaf en draai deze vast met de bouten.
(A)
Borgplaatje
(B)
Montagebout remschijf
Aanhaalmoment
2 - 4 Nm
N.B.
Plaats de borgplaatjes zodanig dat de
markering "TOP" zichtbaar is.
Controleer dat de gehaakte delen van het
borgplaatje goed vastgehaakt zitten in de
inkepingen in de remschijf en draai dan het
borgplaatje vast met de bevestigingsbout
van de remschijf Indien vastgedraaid met
de gehaakte delen tegen het oppervlak
van de remschijf raken het borgplaatje en
de gehaakte delen vervormd.
Gehaakte deel van borgplaatje
Inkeping in remschijf
De borgplaatjes kunnen niet opnieuw
worden gebruikt. Gebruik altijd nieuwe
borgplaatjes bij het (opnieuw) monteren
van de remschijf.
Gebruik de speciale
remschijfbevestigingsbouten.
(B)
(A)
2
Trek handschoenen aan en draai de
remschijf met enige kracht rechtsom.
Draai vervolgens de
remschijfbevestigingsbouten aan in de
volgorde die wordt aangegeven in de
afbeelding.
27
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de naaf op het frame
Montage van de naaf op het frame
De naaf wordt op dezelfde manier op het frame aangebracht of er nu wel of geen kettingspanner wordt gebruikt.
1
Leg de ketting over de tandkrans en plaats vervolgens de naafas in het achterpad.
Als er geen kettingspanner wordt gebruikt
(A)
(B)
(A)
Achterpad
(B)
Naafas
Als er een kettingspanner wordt gebruikt
(C)
(A)
(B)
(A)
Kettingspanner
(B)
Naafas
(C)
Achterpad
TECHNISCHE TIPS
Als er een kettingspanner wordt gebruikt,
moet u de meegeleverde instructiehandleiding
voor de CT-S500 kettingspanner lezen.
28
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de naaf op het frame
2
Plaats antislip sluitringen rechts en links op de naafas.
Draai nu de motoreenheid zodanig dat de uitstekende delen van de asblokkeerringen in de
groeven van de achterpaden vallen.
(A)
Antislip sluitring (voor linkerkant)
(B)
Motoreenheid
(C)
Groef in achterpad
(D)
Antislip sluitring
(voor rechterkant)
(E)
Liggende achtervork
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een asblokkeerring die past bij de
vorm van het achterpad. Links en rechts
worden verschillende asblokkeerringen
gebruikt.
Merkteken
Het uitsteeksel moet zich aan de kant van
het achterpad bevinden.
Monteer de asblokkeerring zodanig dat
het uitsteeksel stevig in de groef van het
achterpad valt aan de voor- en achterzijde
van de naafas.
7R
(A)
(D)
(E)
(B)
(C)
Achterpad
Antislip sluitring
Markering/kleur
Maat
Voor rechts Voor links
Standaard
5R/Geel 5L/Bruin θ≤20°
7R/Zwart 7L/Grijs θ≤38°
Omgekeerd 6R/Zilver 6L/Wit θ=
Omgekeerd
(volledige
kettingbeschermer)
5R/Geel 5L/Bruin θ
=0°
V
erticaal 8R/Blauw 8L/Groen θ=60° - 90°
29
MONTAGE
Montage van de naaf op het frame
3
Span de ketting en zet het wiel vast op het frame met de naafmoer.
(A)
Antislip sluitring
(B)
Naafmoer
Aanhaalmoment
30 - 45 Nm
N.B.
Bij het aanbrengen van onderdelen zoals
een spatbordstang op de naafas, moet u
dit doen in de volgorde die in de
onderstaande afbeelding wordt getoond.
Antislip sluitring
Spatbordstang
Bagagedragerstang
Tussenring
Naafmoer
Wanneer de naaf op het frame wordt
bevestigd, kan de kettingbeschermer
loskomen. Let er daarom op dat de
kettingbeschermer goed is vastgezet.
Als dit niet het geval is, kunnen er geluiden
ontstaan.
Kettingbeschermer
(A)
(B)
30
MONTAGE
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-S705)
Voor terugtrapremmen
(A) (B) (C)
(E)(D)
(A)
Remarm
(B)
Klemmoer
(C)
Klemschroef
(D)
Liggende achtervork
(E)
Armklem
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-S705)
1
(A)
Breng het rubberen afstandsstuk aan op
het systeeminformatiedisplay.
(A)
Rubberen vulstuk
2
(A)
Bevestig het aan het stuur met de
meegeleverde kabelbinder.
Trek met de hand de kabelbinder
helemaal aan.
(A)
Kabelbinder
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een stuur met een diameter tussen
Ø25,6 en 31,8.
31
MONTAGE
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-MT800)
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-MT800)
De klemband vervangen
(A) (B)
Verwijder de bevestigingsbout van
dehouder met een Inbussleutel van
2,5mm en vervang de klemband.
(A)
Bevestigingsbout houder
(B)
Klemband
Aanhaalmoment
0,6 Nm
N.B.
Als u een stuur met een grote diameter
gebruikt, monteer deze dan opnieuw met
demeegeleverde Ø35 mm klemband.
32
MONTAGE
Het systeeminformatiedisplay aanbrengen (SC-MT800)
Op het stuur monteren
1
(A)
(B)
Bevestig de klemband van het
systeeminformatiedisplay op het stuur.
(A)
Klemband
(B)
Systeeminformatiedisplay
2
(A)
Stel de hoek van het
systeeminformatiedisplay zo af dat
hetdisplay gemakkelijk zichtbaar is, en
draai dan de klemband vast met een
Inbussleutel van 3mm.
(A)
Klembout
Aanhaalmoment
0,8Nm
N.B.
Aanbevolen bevestigingshoek van het
informatiedisplay: De hoek van het display
met het horizontale vlak is tussen 15° en 35°.
15°
35°
33
MONTAGE
Dubbele bedieningshendel aanbrengen: Racestuur (ST-S705-R/BL-S705-L)
Dubbele bedieningshendel aanbrengen:
Racestuur (ST-S705-R/BL-S705-L)
(A)
(B)
Duw de beugelafdekking vanaf de
voorkant terug en gebruik een
Inbussleutel van 5mm om de
montagemoer vast te draaien.
(A)
Remgreeprubber
(B)
Inbussleutel van 5mm
Aanhaalmoment
6 - 8 Nm
N.B.
Zelfs als het aanbevolen aanhaalmoment
wordt gebruikt, zou het carbon stuur
beschadigd kunnen raken of de greep
onvoldoende kunnen worden vastgedraaid.
Neem contact op met de fabrikant van de
hele fiets of met de fabrikant van het stuur en
vraag om het juiste aanhaalmoment.
Remkabel monteren
Gebruikte kabel
Binnenkabel SLR buitenkabel
Ø1,6mm
Ø5mm
TECHNISCHE TIPS
Gebruik kabels die lang genoeg zijn om nog
steeds enige speling te bieden als het stuur zo
ver mogelijk naar rechts of naar links wordt
gedraaid.
34
MONTAGE
Dubbele bedieningshendel aanbrengen: Racestuur (ST-S705-R/BL-S705-L)
Montageprocedures
1
Knijp de remhendel voorzichtig samen.
2
(B) (C)
(A)
Duw de binnenkabel aan de voorkant
naar binnen. Zet de binnenkabelnippel
in de kabelhaak en breng vervolgens de
buitenkabel vanaf de andere kant aan.
(A)
Buitenkabel
(B)
Kabelhaak
(C)
Binnenkabelnippel
TECHNISCHE TIPS
De hendelslag kan worden aangepast met de
bout bovenop de steun. Controleer de
werking van de hendel tijdens het afstellen.
35
MONTAGE
Versnellingsschakelaar aanbrengen: Recht stuur (SW-S705)
Versnellingsschakelaar aanbrengen: Recht stuur (SW-S705)
(z)
(A)
Montage als aangegeven in de
illustratie.
(z) Stuurdiameter: 22,2mm
(A)
Inbussleutel van 4mm
Aanhaalmoment
5 - 7 Nm
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een handvat met een buitendiameter
van Ø32mm of minder.
36
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de batterij
Montage van de batterij
Als er een externe accu is
SM-BMR1 en 2 kunnen aan de hand van dezelfde procedure worden aangebracht. De onderbuis (onder de bidonhouder) wordt hier bij de uitleg
gebruikt, maar de bevestigingslocatie kan ook ergens anders zijn.
1
Zet de accuhouder op zijn plaats.
Gebruik de bevestigingsbout van de bidonhouder om de accuhouder tijdelijk te monteren
op de onderzijde van de bidonhouder.
Kort type
Gebruik de meegeleverde M4-bouten
om het korte type vast te zetten.
Aanhaalmoment
1,2 - 1,5Nm
Lang type Gebruik de bij de bidonhouder
meegeleverde bouten om het lange type
vast te zetten.
TECHNISCHE TIPS
Raadpleeg de onderhoudsinstructies voor de
bidonhouder voor details over de
aanhaalmomenten.
2
(z)
Laat minimaal 108 mm ruimte vanaf het
uiteinde van de batterijhouder.
Controleer dat de batterij geplaatst en
verwijderd kan worden terwijl de
bidonhouder is gemonteerd.
(z) 108mm
37
MONTAGE
Montage van de batterij
3
(A)
Draai de bout van de bidonhouder vast
om de accuhouder te zekeren.
Gebruik bij het lange type de
meegeleverde kabelbinder om de
accuhouder op het frame vast tezetten.
(A)
Kabelbinder
TECHNISCHE TIPS
Als er een bevestigingsnok op het frame zit
Als er een bevestigingsnok op het frame zit,
kan de batterijhouder op het frame worden
vastgezet met een bout.
Bevestigingsbout batterijhouder
(M4 x 15 mm)
Aanhaalmoment
1,2 - 1,5Nm
38
MONTAGE
Montage van de batterij
In het geval van een interne batterij
1
(A)
(B)
Steek de zadelpenkraag in de zadelpen.
(A)
zadelpen
(B)
zadelpenkraag
TECHNISCHE TIPS
Afhankelijk van het frametype kan de
manier waarop de lithium-ion accu
(ingebouwd type) wordt gemonteerd
verschillen. Neem voor details contact op
met de fabrikant van compleet
afgemonteerde fietsen.
Prepareer een zadelpen die geschikt is voor
DI2 (SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A).
*
Raadpleeg bij vragen de fabrikant van de
zadelpen.
2
(A)
(B)
Steek de lithium-ion accu (ingebouwd
type) in de zadelpenkraag vanaf de
onderkant van de zadelpen.
(A)
Zadelpenkraag
(B)
Ingebouwde batterij
(SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A)
3
(C)
(D)
(A)
(B)
(A)
Plaats een gegolfde veerring tussen twee
tussenringen in de groef van de
accu-adapter en zet ze vast met een
borgring.
(A)
Tussenring
(B)
Gegolfde veerring
(C)
Borgring
(D)
Accu-adapter
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een borgringtang (met een
klauwdiameter van 2,0 mm of minder) om de
borgring te bevestigen.
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
40
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
Extern accutype: SM-JC40 (Junction B: extern type)
Bij plat stuur
SW-S705
SC-S705
SC-MT800
SM-BTR1
SM-BMR1/SM-BMR2/
BM-DN100
EW-SD50
EW-SD50
SM-JC40
EW-SD50
MU-UR500/MU-S705
(SG-S705)
(SG-S505)
(SG-8R60)
(SG-C6060-8R)
(SG-C6060-8V)
(SG-C6060-8C)
(SG-C6060-8D)
(SG-C6060-8CD)
(SG-C6061-8R)
(SG-C6061-8V)
(SG-C6061-8C)
(SG-C6061-8D)
(SG-C6061-8CD)
41
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
Bij racestuur
BL-S705-L
(y)
EW-SD50
ST-S705-R
(z)
SC-S705
SC-MT800
SM-BTR1
SM-BMR1/SM-BMR2/
BM-DN100
EW-SD50
EW-SD50
SM-JC40
EW-SD50
MU-UR500/MU-S705
(SG-S705)
(SG-S505)
(SG-8R60)
(SG-C6060-8R)
(SG-C6060-8V)
(SG-C6060-8C)
(SG-C6060-8D)
(SG-C6060-8CD)
(SG-C6061-8R)
(SG-C6061-8V)
(SG-C6061-8C)
(SG-C6061-8D)
(SG-C6061-8CD)
(y) Geen E-TUBE poort
(z) E-TUBE poort x 2
42
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
Extern accutype: SM-JC41 (Junction B: ingebouwd type)
Bij plat stuur
(z)
EW-SD50-I
EW-SD50-I
SW-S705
SC-S705
SC-MT800
SM-BTR1
SM-BMR1/SM-BMR2/
BM-DN100
EW-SD50
SM-JC41
MU-UR500/MU-S705
(SG-S705)
(SG-S505)
(SG-8R60)
(SG-C6060-8R)
(SG-C6060-8V)
(SG-C6060-8C)
(SG-C6060-8D)
(SG-C6060-8CD)
(SG-C6061-8R)
(SG-C6061-8V)
(SG-C6061-8C)
(SG-C6061-8D)
(SG-C6061-8CD)
(z) In frame
43
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
Bij racestuur
(z)
EW-SD50-I
EW-SD50-I
SC-S705
SC-MT800
SM-BTR1
SM-BMR1/SM-BMR2/
BM-DN100
EW-SD50
EW-SD50
SM-JC41
BL-S705-L
(x)
ST-S705-R
(y)
MU-UR500/MU-S705
(SG-S705)
(SG-S505)
(SG-8R60)
(SG-C6060-8R)
(SG-C6060-8V)
(SG-C6060-8C)
(SG-C6060-8D)
(SG-C6060-8CD)
(SG-C6061-8R)
(SG-C6061-8V)
(SG-C6061-8C)
(SG-C6061-8D)
(SG-C6061-8CD)
(x) Geen E-TUBE poort
(y) E-TUBE poort x 2
(z) In frame
44
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
Aansluiting ingebouwde accu: SM-JC41 (Junction B: ingebouwd type)
Bij plat stuur
(z)
EW-SD50-I
EW-SD50-I
EW-SD50-I
SC-S705
SC-MT800
SW-S705
SM-BTR2/
BT-DN110/
BT-DN110-A
SM-JC41
MU-UR500/MU-S705
(SG-S705)
(SG-S505)
(SG-8R60)
(SG-C6060-8R)
(SG-C6060-8V)
(SG-C6060-8C)
(SG-C6060-8D)
(SG-C6060-8CD)
(SG-C6061-8R)
(SG-C6061-8V)
(SG-C6061-8C)
(SG-C6061-8D)
(SG-C6061-8CD)
(z) In frame
45
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Algemeen bedradingsschema
Bij racestuur
(z)
EW-SD50-I
EW-SD50-I
SC-S705
SC-MT800
SM-BTR2/
BT-DN110/
BT-DN110-A
EW-SD50
EW-SD50-I
SM-JC41
BL-S705-L
(x)
ST-S705-R
(y)
MU-UR500/MU-S705
(SG-S705)
(SG-S505)
(SG-8R60)
(SG-C6060-8R)
(SG-C6060-8V)
(SG-C6060-8C)
(SG-C6060-8D)
(SG-C6060-8CD)
(SG-C6061-8R)
(SG-C6061-8V)
(SG-C6061-8C)
(SG-C6061-8D)
(SG-C6061-8CD)
(x) Geen E-TUBE poort
(y) E-TUBE poort x 2
(z) In frame
46
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aansluiting op de Dual Control versteller
Aansluiting op de Dual Control versteller
Laat de elektrische kabels bij het leggen los genoeg dat de positie van de dubbele bedieningshendel en de versnellingsschakelaar kan worden gewijzigd
en tevens zodat het stuur helemaal naar links en rechts kan worden gedraaid.
De elektrische kabel voor de dubbele bedieningshendel kan rond het stuur worden gewonden wanneer het stuurlint wordt gewikkeld.
1
(A)
Gebruik het origineel Shimano-
gereedschap TL-EW02 om de producten
vast te zetten.
Zet het gereedschap zodanig dat het
uitsteeksel op de stekker in lijn staat met
de groef in het smalle uiteinde.
(A)
TL-EW02
2
(B)
(z)
(A)
Open de het remgreeprubber en til het
connectordeksel op.
Gebruik de TL-EW02 om de connector
van de elektrische kabel aan te sluiten
op de E-TUBE poort aan de kant van de
hendel.
(z) De resterende E-TUBE poort kan
worden gebruikt voor een extra
satellietschakelaar of de SM-PCE1.
(A)
TL-EW02
(B)
Remgreeprubber
N.B.
Bij het vastgrijpen van het stuur of het
aanbrengen van stuurlint kunnen de
elektrische kabels worden losgetrokken.
Door de kabel voldoende lang te houden,
kan worden voorkomen dat de kabel per
ongeluk los wordt getrokken na het
aanbrengen van het stuurlint.
Deze extra kabellengte is ook nodig om de
het remgreeprubber te openen wanneer
een extra schakelaar en de SM-PCE1
worden aangesloten.
47
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aansluiten op de versnellingsschakelaar / het systeeminformatiedisplay
Aansluiten op de versnellingsschakelaar / het systeeminformatiedisplay
Bij gebruik van SC-S705
(A)
(B)
(C)
(D)
(A)
Sluit de kabel van de
versnellingsschakelaar met TL-EW02 aan
op het systeeminformatiedisplay
(SC-S705).
(A)
Systeeminformatiedisplay (SC-S705)
(B)
Versnellingsschakelaar
(C)
TL-EW02
(D)
E-TUBE poort
N.B.
Zorg dat u hen samendrukt totdat ze met een
klik met elkaar worden verbonden.
48
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aansluiten op de versnellingsschakelaar / het systeeminformatiedisplay
Bij gebruik van SC-MT800
(C)
(D)
(A)
(B)
(A)
Sluit de kabel van de
versnellingsschakelaar met TL-EW02 aan
op het systeeminformatiedisplay
(SC-MT800).
(A)
Systeeminformatiedisplay
(SC-MT800)
(B)
Shifting switch
(C)
TL-EW02
(D)
E-TUBE poort
N.B.
Zorg dat u hen samendrukt totdat ze met
een klik met elkaar worden verbonden.
Plaats blinde pluggen op de ongebruikte
E-TUBE poorten.
49
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
Aftakking aansluiten
Aansluiting externe accu (SM-JC40)
1
(B)
(A)
(z)
(C)
Sluit de kabel aan op de E-TUBE poort
van SC-S705 en junction B.
(z) Breng blinde pluggen
(meegeleverd bij de
motoreenheid) aan in
ongebruikte E-TUBE poort.
(A)
TL-EW02
(B)
Junction B
(C)
E-TUBE poort
N.B.
Zorg dat u hen samendrukt totdat ze met een
klik met elkaar worden verbonden.
2
(A)
Sluit de kabels op de motoreenheid en
de accuhouder aan.
(A)
TL-EW02
50
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
3
Zet de elektrische kabel tijdelijk langs
het frame vast met tape, en sluit hem
aan op junction B.
N.B.
Leg de elektrische kabel naar de
motoreenheid aan de onderzijde van de
liggende achtervork, zodat de kabel en de
ketting elkaar niet kunnen hinderen.
4
Wikkel eventuele extra elektrische bekabeling in junction B om de lengte aan te passen.
Voorbeeld van het aanpassen van de lengte bij junction B
5
(A)
Zet na het geleiden van de elektrische
kabels junction B vast onder het
trapasgat.
(A)
Bevestigingsbout junction B
(10,5mm of 15mm)
Aanhaalmoment
1,5 - 2Nm
51
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
6
Monteer vervolgens het elektrische
kabeldeksel op het frame.
Reinig het frame met alcohol of een
ander reinigingsmiddel om vet of andere
materialen te verwijderen, zodat de
afdekking voor de kabel goed kan
worden vastgezet.
Plaats de afdekking over de kabels en
zet hem aan het frame vast.
7
Na het aansluiten van de elektrische kabels op alle onderdelen moet u de batterij plaatsen
en de werking controleren.
Controleer of er correct met de versnellingsschakelaar correct aan de achterkant kan worden
geschakeld.
52
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
De elektrische kabels loskoppelen
N.B.
U moet de kleine waterdichte stekker niet voortdurend aansluiten en loshalen. Het waterdichte deel van de aansluiting kan slijten of vervormen, wat effect kan
hebben op de werking.
1
MU-UR500/MU-S705 Ontkoppel de kabels met het brede
uiteinde van het originele Shimano-
gereedschap TL-EW02.
N.B.
Ontkoppel de elektrische kabels met het
brede uiteinde van het originele Shimano-
gereedschap TL-EW02. Als u te hard trekt,
kunnen bedieningsproblemen ontstaan.
Plaats met de platte kant naar de
motoreenheid toe en kantel dit vervolgens zo
dat u de connector van de elektrische kabel
naar buiten duwt.
2
Keer de platte kant van het gereedschap naar de hendel toe bij het ontkoppelen van de
kabel bij een hendel.
Als de stekker bij een aftakking wordt losgekoppeld, plaats het originele Shimano-
gereedschap dan zo dat de platte kant ervan naar de aftakking wijst.
(A)
TL-EW02
ST-S705
(A)
SM-JC41
(A)
SM-JC40
(A)
SC-S705
(A)
3
Leid het resterende deel van de draad langs het stuur en zet hem daar met een kabelbinder
of iets vergelijkbaars vast.
53
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
Aansluiting ingebouwd type (SM-JC41)
1
(D)
(B)
(C)
(A)
Steek eerst de kabel voor iedere SC-S705
in de accuhouder en de motoreenheid
via het gat in het frame naar het
trapasgat.
(A)
Elektrische kabel voor
motoreenheid
(B)
Elektrische kabel voor
ingebouwde accu
(C)
Elektrische kabel voor SC-S705
(D)
Trapasgat
N.B.
De kabels moet op een bepaalde manier
worden ingestoken.
Plaats ze in de richting die in de afbeelding
wordt aangegeven.
Kabelhouder
54
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
2
(z)
(A)
Sluit elke elektrische kabel aan op
junction B.
(z) Breng een blinde plug aan in de
ongebruikte E-TUBE poort.
(De blinde plug wordt met
MU-UR500/MU-S705
meegeleverd.)
(A)
TL-EW02
N.B.
Zorg dat u hen samendrukt totdat ze met een
klik met elkaar worden verbonden.
3
Sluit de elektrische kabels op SC-S705, de motoreenheid en de accuhouder aan.
(A)
TL-EW02
SC-S705
(A)
Accuhouder
(A)
Motoreenheid
(A)
55
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
Junction B en de elektrische kabels binnen het frame geleiden
1
Duw de elektrische kabels voor de
Motoreenheid door de liggende
achtervork en dievoor de ingebouwde
accu door de zadelbuis.
2
(B)
(A)
Duw de elektrische kabel voor SC-S705
en junction B door de onderbuis.
Controleer op dit moment dat de
schroeven van het trapasgat geen
onderdelen beschadigen.
(A)
Junction B
(B)
Voor SC-S705
3
Alleen de elektrische kabel voor de
motoreenheid en de ingebouwde accu
mogen in het trapasgat te zien zijn;
duwoverbodige onderdelen, zoals de
kabelhouder in hetframe.
56
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
Montage van het trapasgat
1
(A) (B)
Wanneer de binnenhuls in het trapasgat
wordt geplaatst, moeten de kabels voor
de motoreenheid en de accu hier
overheen worden gelegd.
(A)
Binnenhuls
(B)
Adapter
2
(A)
(B)
Bevestig de binnenhuls aan de bottom
bracket-adapter.
(A)
Binnenhuls
(B)
Adapter
N.B.
Als er bij het frame niet voldoende ruimte is
tussen de binnenkant van het trapasgat en de
binnenshuls om de elektrische kabels door te
leiden, gebruik dan een binnenhuls die los
verkrijgbaar is.
57
AANSLUITING VAN DE ELEKTRISCHE KABELS
Aftakking aansluiten
Montage van de kabeldoorvoeren
Monteer kabeldoorvoeren op de juiste posities voor de elektrische kabels door de onderkant
in de framegaten te steken en dan op de bovenkant te duwen om ze op hun plaats te
zetten.
(y) Sluiten
(z) Open
Bij SC-S705
(y) (z)
Bij motoreenheid
BEDIENING
59
BEDIENING
Het systeeminformatiedisplay weergeven en bedienen (SC-MT800)
BEDIENING
Het systeeminformatiedisplay weergeven en bedienen (SC-MT800)
Namen van onderdelen
(D)
(A) (B)
(C)
(A)
Modusschakelaar
(B)
Poortgedeelte E-TUBE
(C)
Laadpoort
(D)
Klemband
Standaardscherm
(C)
(A) (B)
(A)
Accupeil
(B)
Achterderailleur/Afstelniveau/
modus RD bescherming reset
(C)
Bedieningsmodus
N.B.
De modus RD bescherming reset kan worden
geselecteerd, maar RD bescherming reset kan
niet worden uitgevoerd.
De functie werkt alleen voor achterderailleurs
(DI2).
Zie voor details over RD bescherming de
gebruikershandleiding van een ondersteund
model.
60
BEDIENING
Het systeeminformatiedisplay weergeven en bedienen (SC-MT800)
Accupeil
(A)
(A)
Accupeil
Display
Accupeil
81% – 100%
61% – 80%
41% – 60%
26% – 40%
1% – 25%
0%
*
TECHNISCHE TIPS
*
Als er onvoldoende accukracht is, werkt de
motoreenheid niet meer en blijven de
versnellingsposities staan in de laatste
ingeschakelde posities. De accu-indicator
knippert gedurende 2 seconden bij het
invoeren. U wordt aangeraden om de accu
zo spoedig mogelijk op te laden.
Achterderailleur: Versnellingspositie/Afstelniveau
(B)
(B)
Achterderailleur:
Versnellingspositie/Afstelniveau
Modusinstelling Details
Schakelmodus
De versnellingspositie van de afgesloten versnellingsnaaf wordt
weergegeven.
Afstelmodus Bij het afstellen van de motoreenheid wordt het afstelniveau weergegeven.
TECHNISCHE TIPS
De weergegeven informatie hangt af van de
modusintelling.
61
BEDIENING
Het systeeminformatiedisplay weergeven en bedienen (SC-MT800)
Bedieningsmodus
(C)
(C)
Operation mode
Display Details
De motoreenheid afstellen
In deze modus kan de motoreenheid worden afgesteld.
De afstelling kan worden uitgevoerd in 4 stappen in de + richting en in
4stappen in de – richting; een totaal afstelbereik van 8 waarden.
de afstellingswaarden kunnen worden gewijzigd met behulp van de Dual
Control versteller of de versnellingsschakelaars.
Handmatig schakelen
In deze modus worden versnellingen handmatig geschakeld.
LET OP
Een onjuiste afstelling kan leiden tot het
overslaan van de versnellingsaangrijping,
waardoor de rijder ten val kan komen.
Voer alleen een afstelling uit als u een
ongewoon gevoel ervaart tijdens het
schakelen. Als er geen problemen zijn met
schakelen, kan een onnodige afstelling de
schakelprestaties verslechteren.
Bediening
(x)
(z)
(y)
Enkele klik (2 seconden)
Enkele klik (0,5 seconde)
Ingedrukt houden
(minimaal 5 seconden)
(x)
Schakelmodus
(y)
Afstelmodus
(z)
Modus RD bescherming reset
(RD bescherming reset kan niet
worden gebruikt.)
OPMERKING
De modus RD bescherming reset kan worden
geselecteerd, maar RD bescherming reset kan
niet worden uitgevoerd.
De functie werkt alleen voor
achterderailleurs(DI2).
Zie voor details over RD bescherming de
gebruikershandleiding van een ondersteund
model.
62
BEDIENING
Foutmelding
De bedieningsmodus wijzigen
Bij gebruik van een systeeminformatiedisplay kunt u dit combineren met één van de volgende eenheden.
Extern type: BM-DN100, Ingebouwd type: BT-DN110/BT-DN110-A
U kunt met een enkele klik (2 seconden) tussen bedieningsmodussen schakelen.
Enkele klik (2 seconden)
Enkele klik (0,5 seconde)
Foutmelding
Over de pieptoon
Pieptonen Situatie
Eén korte pieptoon Geeft aan dat de schakellimiet is bereikt.
TECHNISCHE TIPS
Tijdens het bedienen van de versnellingen zijn
in bepaalde gevallen pieptonen te horen.
63
Wordt vervolgd op de volgende pagina
BEDIENING
Over draadloze functies (SC-MT800)
Over draadloze functies (SC-MT800)
Functies
Verbinding fietscomputer
De ANT
+TM
-verbinding stuurt de volgende vier informatietypes door naar fietscomputers of ontvangers
die compatibel zijn met een ANT
+TM
- of een Bluetooth
®
LE-verbinding.
(1) Versnellingspositie (voor, achter)
(2) Informatie DI2-accupeil (extern type: BM-DN100, Ingebouwd type: BT-DN110/BT-DN110-A)
(3) Informatie afstelmodus
(4) Kanaalinformatie D-FLY-schakelaar
Voor informatie over welke van bovenstaand type informatie wordt weergegeven, kunt u terecht in de
handleiding van uw fietscomputer of ontvanger.
TECHNISCHE TIPS
De nieuwste functies kunnen worden
gecontroleerd door de software te updaten
via E-TUBE PROJECT. Neem contact op met het
verkooppunt voor meer informatie.
Verbinding E-TUBE PROJECT
E-TUBE PROJECT voor smartphones/tablets kan worden gebruikt wanneer een Bluetooth LE-verbinding tot stand is gebracht met een smartphone/tablet.
Verbindingen maken
Verbinding fietscomputer
U kunt de fietscomputer alleen verbinden als de verbindingsmodus is ingeschakeld. Voor informatie over het inschakelen van de verbindingsmodus kunt
u terecht in de handleiding van de fietscomputer.
1
Schakel de verbindingsmodus van de fietscomputer in.
2
Voer een schakeling uit.
Als u geen verbinding tot stand kunt brengen nadat u heeft geschakeld, voer dan de
volgende bediening uit.
Bij gebruik van een externe accu
Controleer dat de elektrische kabels zijn aangesloten op het systeeminformatiedisplay.
Verwijder dan de externe accu en plaats hem weer terug.
Bij gebruik van een ingebouwde accu
Controleer dat de elektrische kabels zijn aangesloten op het systeeminformatiedisplay.
Koppel dan de elektrische kabels los van het systeeminformatiedisplay en sluit ze weer aan.
TECHNISCHE TIPS
De verbindingstransmissie gebeurt ongeveer
30 seconden nadat de batterij weer is
geplaatst of de draden weer op de
systeeminformatiedisplay zijn aangesloten.
64
BEDIENING
Over draadloze functies (SC-MT800)
3
Hiermee wordt het verbindingsproces voltooid.
TECHNISCHE TIPS
Controleer op de fietscomputer of het
verbinden is gelukt.
Als het verbinden niet op bovenstaande
manier is gelukt, raadpleeg dan de
handleiding bij de fietscomputer.
Voor informatie over het weergeven van
de versnellingspositie of het DI2-accupeil
kunt u terecht in de handleiding van de
fietscomputer.
Verbinding E-TUBE PROJECT
Schakel Bluetooth LE in op de smartphone/tablet alvorens een verbinding in te stellen.
1
Open E-TUBE PROJECT en stel dit in om Bluetooth LE-signalen op te vangen.
2
Druk op de modusschakelaar tot "C" wordt weergegeven op de display.
De eenheid op de fiets begint met de signaaltransmissie. De naam van de eenheid wordt
weergegeven in E-TUBE PROJECT.
(Laat de modusschakelaar of de knop los wanneer de eenheid op de fiets begint met de
signaaltransmissie. Als de modusschakelaar of de knop langer ingedrukt blijft, wordt een
andere modus geactiveerd.)
3
Selecteer de eenheidnaam die wordt weergegeven op het scherm.
TECHNISCHE TIPS
Wilt u ontkoppelen, annuleer dan de
Bluetooth LE -verbinding van de smartphone/
tablet. (De fietscomputer verlaat de
verbindings modus en keert terug naar de
normale bedienings modus.)
DE ACCU LADEN
66
DE ACCU LADEN
Namen van onderdelen
DE ACCU LADEN
Gebruik de gespecificeerde combinatie van lithium-ion accu's, laders en verbindingseenheden.
Alle andere combinaties kunnen resulteren in het barsten van de accu of brand.
Zorg dat u de voorzorgsmaatregelen voor gebruik aan het begin van de dealerhandleiding volledig begrijpt voordat u de producten gebruikt.
Namen van onderdelen
Extern type (SM-BCR1/SM-BTR1)
Acculader (SM-BCR1)
(A)
(B)
(F)
(D)
(E)
(C)
(A)
Elektrische contactpunten:
Als deze worden gewijzigd of
beschadigd, zullen er problemen
met de werking optreden. Wees
voorzichtig bij de hantering.
(B)
FOUT-indicatorlampje:
Dit knippert wanneer er sprake is
van een storing.
(C)
LAAD-indicatorlampje:
Dit brandt wanneer de batterij
wordt geladen.
(D)
Aansluiting netsnoer
(E)
Netsnoer:
In de aansluiting steken.
Steek hem zover mogelijk naar
binnen.
(F)
Laadsnoer (Afzonderlijk verkocht)
TECHNISCHE TIPS
Dit is een speciale lader voor het opladen van
lithium-ion accu's van Shimano (SM-BTR1).
Speciale batterij (SM-BTR1)
(A)
(A)
Elektrische contactpunten:
Als deze worden gewijzigd of
beschadigd, zullen er problemen
met de werking optreden. Wees
voorzichtig bij de hantering.
TECHNISCHE TIPS
Dit is een lithium-ion accu.
Gebruik de speciale lader (SM-BCR1) om hem
op te laden.
67
DE ACCU LADEN
Namen van onderdelen
Ingebouwd type (SM-BCR2/SM-BTR2, BT-DN110/BT-DN110-A)
USB-kabel
(A) (B)
(A)
Micro USB-plug:
Aansluiten op de batterijlader.
(B)
USB-plug:
Aansluiten op de USB-poort van
een pc of een AC-adapter met een
USB-poort.
Batterijlader (SM-BCR2)
(A) (C) (D)(B)
(A)
Micro USB-aansluiting
(B)
LAAD-indicatorlampje
(C)
FOUT-indicatorlampje
(D)
Plug voor productaansluiting:
Aansluiten op junction A of de
laadaansluiting van het
informatiescherm.
TECHNISCHE TIPS
Dit is een speciale lader voor het opladen
van lithium-ion accu's van Shimano
(SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A).
Als zich water ophoopt in de
productaansluiting, breng dan de stekker
alleen aan nadat u deze hebt afgeveegd.
Speciale batterij (SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A)
TECHNISCHE TIPS
Dit is een lithium-ion accu.
Gebruik de speciale lader (SM-BCR2) om de
batterij op te laden.
68
DE ACCU LADEN
De accu laden
De accu laden
Extern type (SM-BCR1/SM-BTR1)
1
Steek de stekker van de batterijlader in een stopcontact.
2
Steek de accu (SM-BTR1) zover mogelijk
in de acculader (SM-BCR1).
TECHNISCHE TIPS
Het laden duurt ongeveer 1,5 uur.
(Dewerkelijke tijd is afhankelijk van de
resterende accucapaciteit.)
3
(A)
Als het LAAD-indicatorlampje (oranje)
uitgaat, is het laden voltooid.
(A)
LAAD-indicatorlampje
N.B.
Als het FOUT-indicatorlampje knippert, is er
mogelijk een probleem met de batterij.
Zie het onderdeel "Als laden niet mogelijk is"
voor meer informatie.
4
Verwijder de stekker van de batterijlader uit het stopcontact en bewaar de batterijlader op
een geschikte plek, zoals gespecificeerd in de Veiligheidsvoorzorgen.
69
DE ACCU LADEN
De accu laden
Ingebouwd type (SM-BCR2/SM-BTR2, BT-DN110/BT-DN110-A)
Voorbeeld van de aansluiting voor het laden
De positie van de laadpoort verschilt per product.
(z) Naar een AC-adapter met
USB-poort of een pc
(A)
Laadpoort
(z)
(A)
(A)
1
Sluit de accu aan op junction A of het systeeminformatiedisplay.
TECHNISCHE TIPS
De accu kan worden opgeladen door een
AC-adapter met een USB-poort te gebruiken
of door de lader aan te sluiten op de
USB-aansluiting van een pc.
2
Sluit de laadkabel van de acculader aan op junction A of de laadpoort van het
systeeminformatiedisplay.
TECHNISCHE TIPS
De oplaadtijd van een AC-adapter met een
USB-poort bedraag circa 1,5 uur, en die van
een adapter met een USB-poorttype voor
computers circa 3 uur. (De werkelijke tijd is
afhankelijk van de resterende accucapaciteit.)
Afhankelijk van de specificaties van de
AC-adapter kan het laden via de AC-adapter
net zo lang duren (circa3 uur) als het opladen
via een pc.
3
Als het LAAD-indicatorlampje (oranje) uitgaat, is het laden voltooid.
TECHNISCHE TIPS
Als het FOUT-lampje of het LAAD-lampje
knippert, zie dan de informatie onder "Als
laden niet mogelijk is".
4
Koppel de laadkabel of USB-kabel los en bewaar deze op de plek die wordt gespecificeerd in
de voorzorgen.
70
DE ACCU LADEN
Als laden niet mogelijk is
Als laden niet mogelijk is
Extern type (SM-BCR1/SM-BTR1)
(z)
Verwijder de accu uit de acculader, trek
de stekker van de acculader uit het
stopcontact, en herhaal vervolgens de
laadprocedure.
Als het laden nog steeds niet lukt nadat
de bovenstaande stappen zijn
uitgevoerd, is de omgevingstemperatuur
mogelijk te laag of te hoog, of is er
wellicht een probleem met de accu.
(z) Als laden niet mogelijk is,
knippert het FOUT-
indicatorlampje op de
batterijlader.
71
DE ACCU LADEN
Als laden niet mogelijk is
Ingebouwd type (SM-BCR2/SM-BTR2, BT-DN110/BT-DN110-A)
1
Er mag slechts één SM-BCR2 op een pc zijn aangesloten.
2
Als het FOUT-indicatielampje knippert
(A)
Als het FOUT-indicatorlampje knippert,
valt de omgevingstemperatuur tijdens
het laden wellicht buiten de
temperatuurgrenzen voor een goede
werking.
Controleer dat er sprake is van een
geschikte temperatuur.
(A)
FOUT-indicatorlampje
Als het LAAD-indicatielampje knippert
(A)
Doe het volgende als het LAAD-
indicatorlampje knippert.
De huidige capaciteit van uw
AC-adapter met een USB-poort is lager
dan 1,0 A DC.
Gebruik een wisselstroomadapter
met een USB-poort die een huidige
capaciteit heeft van 1,0 A DC of
hoger.
Er wordt een USB-poort gebruikt voor
verbinding met de pc.
Verwijder de USB-hub.
(A)
LAAD-indicatorlampje
3
Als de bovengenoemde punten (1 tot en met 2) geen oplossing bieden, is de batterij of
junction mogelijk defect.
N.B.
Als het LAAD-indicatorlampje niet gaat
branden of snel weer uit gaat, is de batterij
wellicht volledig opgeladen. Controleer het
resterende vermogen van de accu met
junction A of het systeeminformatiedisplay.
Als de accu een lage spanning heeft of leeg is,
moet u contact opnemen met het
verkooppunt of een fietsenmaker.
Als er niet meer kan worden geladen,
knippert het LAAD-indicatorlampje (oranje) of
het FOUT-indicatorlampje van de batterijlader.
AANSLUITING OP EN COMMUNICATIE MET
APPARATEN
73
AANSLUITING OP EN COMMUNICATIE MET APPARATEN
Instelbare instellingen in E-TUBE PROJECT
AANSLUITING OP EN COMMUNICATIE MET APPARATEN
Door de fiets (het systeem of de componenten) aan te sluiten op een apparaat, kunnen bewerkingen zoals updaten van de systeemfirmware en
instellingen worden uitgevoerd.
U hebt E-TUBE PROJECT nodig om het systeem te configureren en de firmware bij te werken.
U kunt E-TUBE PROJECT downloaden op onze supportwebsite (http://e-tubeproject.shimano.com).
Voor informatie over het installeren van E-TUBE PROJECT kunt u terecht op de supportwebsite.
TECHNISCHE TIPS
U hebt SM-PCE1 en SM-JC40/JC41 nodig om
het systeem op een pc aan te sluiten. Deze
zijn niet nodig als er een poort beschikbaar is.
Firmware kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Systeemvereisten
pc-
verbindingsapparaat
E-TUBE PROJECT Firmware
SM-BMR2/
SM-BTR2
SM-PCE1/SM-BCR2
Versie 2.6.0 of later
Versie 3.0.0 of later
BT-DN110/
BM-DN100
Versie 3.0.0 of later
Versie 4.0.0 of later
BT-DN110-A
Versie 3.3.2 of later
N.B.
Als u niet de meest recente versies van
E-TUBEPROJECT-software en -firmware voor
elk onderdeel gebruikt, kan dit zorgen voor
problemen bij het bedienen van de fiets.
Controleer de versies en voer updates uit tot
de nieuwste versies.
Instelbare instellingen in E-TUBE PROJECT
Instellingen display
Instellingen voor de zoemer U kunt de pieptoon inschakelen (ON) of uitschakelen (OFF).
Displaytijd
Instellen na hoeveel tijd de display wordt uitgeschakeld wanneer het
displayscherm niet wordt gebruikt.
Switch setting
De functie-instellingen van de versnellingsschakelaar en veringschakelaar
wijzigen.
Afstelinstelling motoreenheid Afstelling van door de motoreenheid aangedreven schakelen.
Configureer de instellingen van
de multi-schakelmodus
Multishift-modus ON/OFF Kiezen of u multishift wilt gebruiken of niet.
Schakelinterval Het interval instellen waarmee geschakeld wordt in multishift.
Aantal schakelstappen
Het maximum aantal stappen instellen dat wordt geschakeld wanneer
deversnellingsschakelaar ingedrukt blijft.
74
AANSLUITING OP EN COMMUNICATIE MET APPARATEN
Op een pc aansluiten
Op een pc aansluiten
Bij gebruik van SC-MT800
Verwijder de blinde plug uit het systeeminformatiedisplay en sluit SM-PCE1 aan.
(A)
SM-PCE1
(B)
Blinde plug
(B)
(A)
ONDERHOUD
76
ONDERHOUD
Indicator accuvermogen
ONDERHOUD
Indicator accuvermogen
Als de accuspanning laag is, blijft de motoreenheid staan op de laatste versnellingsstand en
stopt deze met werken.
Wanneer de accu-indicator een vermogen aangeeft waarbij opladen nodig is, wordt aangeraden
om de accu spoedig op te laden.
(y) Opladen vereist
(z) Als het accuvermogen NUL is, niet
weergegeven op het scherm.
SC-S705
(y) (z)
0% 100% 0% 100%
SC-MT800
(y) (z)
0% 100% 0% 100%
Systeem resetten
SM-BTR1
Nadat de accu is verwijderd, duurt het gewoonlijk ongeveer een minuut voordat het systeem is gereset.
SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A
Ontkoppel de stekker van de SM-BTR2/BT-DN110/BT-DN110-A. Plaats de stekker terug na ongeveer een minuut.
Problemen oplossen
Symptomen Oplossingen
MU-UR500/MU-S705
Systeeminformatiedisplay geeft de versnellingspositie
niet weer.
Controleer of de motoreenheid is aangesloten.
SC-S705/SC-MT800
De versnellingspositie op het systeeminformatiedisplay
verandert niet.
Controleer of de motoreenheid is aangesloten.
77
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De motor afstellen (aansluiting op en communicatie met de pc)
De motor afstellen (aansluiting op en communicatie met de pc)
LET OP
Een onjuiste afstelling kan leiden tot het overslaan van de versnellingsaangrijping, waardoor de rijder ten val kan komen.
Voer alleen een afstelling uit als u een ongewoon gevoel ervaart tijdens het schakelen. Als er geen problemen zijn met schakelen, kan een onnodige afstelling de
schakelprestaties verslechteren.
[A]
[B]
(y)
(z)
(y) De afstelwaarde instellen
(z) Schakelstand
TECHNISCHE TIPS
Dit scherm is in het Engels, maar er zijn in
totaal 8 talen beschikbaar op het E-TUBE
PROJECT.
(Japans/Engels/Duits/Frans/Italiaans/Chinees/
Nederlands/Spaans)
1
Download de nieuwste versie van de E-TUBE PROJECT software van de website
(http://e-tubeproject.shimano.com)
2
Sluit SM-PCE1 of SM-BCR2 aan.
Sluit de accu aan bij het aansluiten van SM-BCR2.
3
Activeer de afstelmodus in het E-TUBE PROJECT.
4
Controleer of de afstelwaarde is ingesteld op 0 (standaard) in het E-TUBE PROJECT [A].
(1)
De waarde is op 0
ingesteld
Ga naar stap 5
(2)
De waarde is op
hoger dan 0
ingesteld
Stel de waarde in op 0 en schakel door de versnellingen
om te controleren of het abnormale geluid en het
ongewone gevoel zijn opgehouden. Schakel nu met
behulp van het E-TUBE PROJECT [B].
Als het probleem aanhoudt
Ga naar stap 5
Het probleem is verholpen
Ga naar stap 6
78
ONDERHOUD
De motor afstellen (aansluiting op en communicatie met de pc)
5
Verhoog of verlaag de afstelwaarde met één in de + of - richting in het E-TUBE PROJECT (Afbeelding [A] hieronder) en controleer het geluid
of gevoel bij hetschakelen.
*
De afstelling kan worden uitgevoerd in 4 stappen in de + richting en in 4 stappen in de – richting; een totaal afstelbereik van 8 waarden.
Schakel nu met behulp van het E-TUBE PROJECT [B].
(1)
Het probleem is
verholpen
Controleer tijdens het veranderen van de afstelwaarde nogmaals in dezelfde richting één voor één hoe de
versnellingen bij het schakelen klinken of voelen.
Blijf de waarde aanpassen totdat het abnormale geluid of ongewone gevoel is verdwenen.
(2)
Geen teken van
verbetering
Verander de afstelwaarde opnieuw met één in dezelfde
richting en controleer het geluid of het schakelgevoel
opnieuw.
Het probleem is verholpen
Ga naar stap
5 (1)
Als het probleem aanhoudt
Ga naar stap
5 (3)
(3)
De toestand is
verslechterd
V
erander de afstelwaarde opnieuw met twee in de tegenovergestelde richting en controleer het geluid of
het schakelgevoel opnieuw
.
Blijf de waarde in stapjes van één in dezelfde richting aanpassen totdat het abnormale geluid of
ongewone gevoel is verdwenen.
6
Rijd tot slot op de fiets om te controleren of het probleem is verholpen.
79
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De motor afstellen (verbinding en communicatie met smartphone of tablet)
De motor afstellen
(verbinding en communicatie met smartphone of tablet)
LET OP
Een onjuiste afstelling kan leiden tot het overslaan van de versnellingsaangrijping, waardoor de rijder ten val kan komen.
Voer alleen een afstelling uit als u een ongewoon gevoel ervaart tijdens het schakelen. Als er geen problemen zijn met schakelen, kan een onnodige afstelling de
schakelprestaties verslechteren.
(z)
[B]
(y)
[A]
(y) De afstelwaarde instellen
(z) Schakelstand
TECHNISCHE TIPS
Dit scherm is in het Engels, maar er zijn in
totaal 8 talen beschikbaar op het E-TUBE
PROJECT.
(Japans/Engels/Duits/Frans/Italiaans/Chinees/
Nederlands/Spaans)
1
Download E-TUBE PROJECT voor smartphones/tablets.
2
Breng een Bluetooth LE-verbinding tot stand met een smartphone of een tablet en raadpleeg hierbij het gedeelte "Over draadloze functies
(SC-MT800)".
3
Activeer de afstelmodus in het E-TUBE PROJECT.
4
Controleer of de afstelwaarde is ingesteld op 0 (standaard) in het E-TUBE PROJECT [A].
(1)
De waarde is op 0
ingesteld
Ga naar stap 5
(2)
De waarde is op
hoger dan 0
ingesteld
Stel de waarde in op 0 en schakel door de versnellingen
om te controleren of het abnormale geluid en het
ongewone gevoel zijn opgehouden. Schakel nu met
behulp van het E-TUBE PROJECT [B].
Als het probleem aanhoudt
Ga naar stap 5
Het probleem is verholpen
Ga naar stap 6
80
ONDERHOUD
De motor afstellen (verbinding en communicatie met smartphone of tablet)
5
Verhoog of verlaag de afstelwaarde met één in de + of - richting in het E-TUBE PROJECT (Afbeelding [A] hieronder) en controleer het geluid
of gevoel bij hetschakelen.
*
De afstelling kan worden uitgevoerd in 4 stappen in de + richting en in 4 stappen in de – richting; een totaal afstelbereik van 8 waarden.
Schakel nu met behulp van het E-TUBE PROJECT [B].
(1)
Het probleem is
verholpen
Controleer tijdens het veranderen van de afstelwaarde nogmaals in dezelfde richting één voor één hoe
deversnellingen bij het schakelen klinken of voelen.
Blijf de waarde aanpassen totdat het abnormale geluid of ongewone gevoel is verdwenen.
(2)
Geen teken van
verbetering
Verander de afstelwaarde opnieuw met één in dezelfde
richting en controleer het geluid of het schakelgevoel
opnieuw.
Het probleem is verholpen
Ga naar
stap5(1)
Als het probleem aanhoudt
Ga naar
stap5(3)
(3)
De toestand is
verslechterd
Verander de afstelwaarde opnieuw met twee in de tegenovergestelde richting en controleer het geluid
ofhet schakelgevoel opnieuw.
Blijf de waarde in stapjes van één in dezelfde richting aanpassen totdat het abnormale geluid of
ongewone gevoel is verdwenen.
6
Rijd tot slot op de fiets om te controleren of het probleem is verholpen.
81
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Beugel en hendel demonteren
Beugel en hendel demonteren
1
(z)
(A)
[1]
[2]
Gebruik het originele Shimano-
gereedschap, dat afzonderlijk wordt
verkocht, om de E-ring te verwijderen.
Lijn gedeelte [2] van het originele
Shimano-gereedschap uit met de
verwijderingsrichting van de E-ring.
Plaats vervolgens gedeelte [1] tegen de
E-ring en verwijder de E-ring.
(z) Richting verwijdering E-ring
(A)
Speciaal demontagereedschap
E-ring Y6RT68000
N.B.
De kans bestaat dat de E-ring tijdens het
verwijderen wegschiet; draag hierbij dus een
veiligheidsbril. Controleer voordat u met het
verwijderen begint of er zich geen personen
of voorwerpen in de buurt bevinden.
2
(A)
(B)
Steek een binnenzeskantsleutel of
vergelijkbaar gereedschap in het gat van
de hendelas en tik er voorzichtig op met
een plastic hamer om de hendelas naar
buiten te duwen.
(A)
Binnenzeskantsleutel
(B)
Hendelas
3
(A)
Verwijder de terugtrekveer.
(A)
Terugtrekveer
82
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Montage van de schakelaareenheid
4
Na het verwijderen van de twee bevestigingsschroeven van de schakelaareenheid,
deschakelaars en de schakelaarveren, kan de schakelaareenheid worden gedemonteerd in
de steun en de hendel.
(A)
Bevestigingsschroef
schakelaareenheid (Torx-sleutel
[nr.5])
(A)
Montage van de schakelaareenheid
1
(A)
(z)
Controleer dat de knoppen zijn
bevestigd aan de veren en steek
vervolgens de schakelaarveren in de
gaten in de bevestigingsplaat voor
deschakelaareenheid.
(z) Vet aanbrengen
Premium vet (Y-04110000)
(A)
Schakelaarveer
2
Plaats de schakelaareenheid op het
montagevlak van de bevestigingsplaat.
83
ONDERHOUD
Montage van de schakelaareenheid
3
(A)
(B)
Druk de schakelaareenheid met de hand
aan zodat de schakelaarveren in de
groeven van de knoppen komen te
zitten en duw vervolgens de
versnellingsschakelaars [X/Y] zo ver
mogelijk naar binnen.
(A)
Schakelaareenheid
(B)
Versnellingsschakelaars [X/Y]
4
Maak ruimte tussen de
schakelaareenheid en de
bevestigingsplaat en controleer dat het
uiteinde van het rubber op de
schakelaareenheid op de knop zit.
5
Zet de schakelaareenheid terug in de
afstelstand voor de bevestigingsplaat
van de schakelaareenheid. Druk er
metuw hand op en bedien de
versnellingsschakelaars [X/Y] opnieuw.
Controleer of de schakelaars worden
ingeschakeld.
Zet de schakelaar vast met de
bevestigingsschroeven.
Aanhaalmoment
0,18Nm
84
ONDERHOUD
Beugel en hendel monteren
Beugel en hendel monteren
1
(A)
Monteer de steun en de hendel en
bevestig vervolgens de terugtrekveer.
(A)
Terugtrekveer
2
(A)
Lijn deze uit met de opening in de as
enperspas vervolgens de hendelas op
zijn plaats.
(A)
Groef E-ring
TECHNISCHE TIPS
De juiste richting voor de hendelas is met
de groef voor de E-ring aan de bovenzijde.
Controleer of het oppervlak van de steun
op gelijke hoogte zit met de bovenkant
van het hendelas zodat de E-ring in de
groef zal passen.
3
(A)
[1]
Gebruik gedeelte [1] van het originele
Shimano-gereedschap om de E-ring aan
tebrengen.
(A)
Speciaal demontagereedschap
E-ring Y6RT68000
TECHNISCHE TIPS
Bedien de versnellingsschakelaars [X/Y] en
controleer dat deze kunnen worden
ingeschakeld en dat de hendel soepel
beweegt.
85
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Bij 8-speed interne naafversnelling (Olie-onderhoudsset: Y00298010)
Bij 8-speed interne naafversnelling (Olie-onderhoudsset: Y00298010)
(A)
Voor een goede werking van het product
raden wij u aan om onderhoud uit te
laten voeren door een fietsenhandelaar
of het dichtstbijzijnde verkooppunt,
zoals het elke twee jaar invetten van de
interne naaf vanaf het moment dat u de
fiets voor het eerst gebruikt (of iedere
5000 km als u de fiets heel vaak
gebruikt).
Ook raden wij u aan om voor
onderhoudswerkzaamheden naafvet van
Shimano voor interne versnellingsnaven
of een smeerkit te gebruiken.
Als u geen Shimano-vet of een smeerkit
van Shimano gebruikt kan dit tot
problemen leiden, zoals een foutieve
schakelwerking.
(A)
WB onderhoudsolieset
(Y00298010)
1
(z)
Vul de houder met onderhoudsolie tot
een hoogte van 95 mm.
(z) 95mm
2
(z)
Dompel de interne eenheid in de olie
vanaf de linkerzijde totdat de olie tot
aan ringwiel 1 komt, zoals in de
afbeelding.
(z) Ringwiel 1
3
Houd de interne eenheid ongeveer
90seconden ondergedompeld.
86
ONDERHOUD
Bij 8-speed interne naafversnelling (Olie-onderhoudsset: Y00298010)
4
Haal de interne eenheid uit de olie.
5
Laat overtollige olie gedurende
ongeveer 60 seconden afdruipen.
6
Zet de naaf weer in elkaar.
87
ONDERHOUD
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (Olie-onderhoudsset: Y13098023)
Gereedschappen in de set: spuit, buis, ontluchtingsnippel, o-ring, blik
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Let er bij het verversen van de olie op dat er geen olie druppelt op de remschijf, de remblokken, de velg als er velgremmen worden gebruikt, etc.
Als hier wel olie op komt, kan de remwerking verminderen.
Verhelp dit probleem volgens de procedures in de remhandleiding.
Aangezien er gevaar bestaat voor ontploffingen of brand, mag er tijdens het gebruik van deze olie niet worden gerookt, gegeten of gedronken. Blijf
bovendien uit de buurt van ontstekingsbronnen, zoals hitte, vonken, open vuur of hoge temperaturen. Voorkom ook dat de olie in brand vliegt door
statische elektriciteit of andere vonken.
Werk alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte. Als nevel of damp van een olie wordt ingeademd, kan dit tot misselijkheid leiden. Zorg voor
voldoende ventilatie en gebruik een ademhalingsmasker.
Als u per ongeluk nevel of damp van een olie inademt, ga dan onmiddellijk naar een gebied met frisse lucht. Zorg dat u warm en stabiel blijft,
enneem contact op met een arts, indien nodig. Als het ademen stopt, zorg dan voor beademing. Als er ademhalingsproblemen zijn, dien dan
zuurstoftoe.
Waarschuwingen met betrekking tot SG-S700 olie:
Contact met de ogen kan tot irritatie leiden. Gebruik een veiligheidsbril en vermijd contact met de ogen.
Spoel de ogen bij contact met de olie met schoon water uit en neem direct contact op met een arts.
Contact met de huid kan leiden tot uitslag en ongemak. Draag handschoenen. Spoel de huid bij contact met de olie goed af met water en zeep.
Als de toestand van de huid abnormaal wordt, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
Niet drinken. Als het wel wordt gedronken, mag er geen braken worden opgewekt. Laat de betroffen persoon 1 tot 2 bekers water drinken en roep
onmiddellijk medische hulp in.
Als de betroffen persoon bewusteloos raakt, geef ze dan niets via de mond. Als er spontaan wordt gebraakt, houd de persoon dan zo dat hij het niet
kan inademen.
Was uw handen grondig.
Sluit blik goed om te voorkomen dat er water of vuil in komt. Buiten bereik van kinderen houden. Bewaar het blik niet waar het is blootgesteld aan
direct zonlicht, temperaturen boven 40 °C, water of een hoge vochtigheidsgraad waar waarschijnlijk roest zal optreden, of waar bevriezingsgevaar
bestaat.
Gooi gebruikte olie, oude olie of olie die voor reinigingsdoeleinden is gebruikt volgens de plaatselijk geldende wetten en bepalingen.
Zodat het product goed blijft werken, moet de olie na de eerste afgelegde 1000 km worden vervangen en vervolgens iedere twee jaar (of na iedere
5000 km als eer veel wordt gefietst).
Gebruik alleen SG-S700 OIL van Shimano voor onderhoudsdoeleinden.
Als SG-S700 OIL niet wordt gebruikt, kunnen er problemen optreden, zoals olielekkage of schakelproblemen.
Als er een literblik olie wordt gebruikt, dan kan het onmogelijk zijn de olie met een spuit weg te zuigen als er nog maar een klein beetje olie over is.
Breng de olie eerst over in een ander blik.
Lees deze instructies zorgvuldig door en bewaar ze op een veilige plek, zodat u ze later kunt raadplegen.
88
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Naaf met interne versnellingsnaaf: Olie verversen
Zet het achterwiel op een standaard, zodat het
tijdens de werkzaamheden kan worden
gedraaid.
Oude olie verwijderen
1
(A)
Draai het wiel langzaam tot het oliegat
naar boven wijst.
(A)
Oliegat
2
(A)
(B)
(C)
Verwijder de bout en de o-ring van het
oliegat.
(A)
Inbussleutel van 3mm
(B)
Oliegatbout
(C)
O-ring
N.B.
Het oliegat moet naar boven wijzen. Als de
bout wordt losgedraaid wanneer het oliegat
niet naar boven wijst, kan de olie weglekken.
89
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (olie-onderhoudsset: Y13098023)
3
(A) (B)
(C) (D)
Sluit de ontluchtingsnippel met de buis
eraan op de behuizing naaf aan.
(A)
Behuizing naaf
(B)
Buis
(C)
10mm moersleutel
(D)
Ontluchtingsnippel
Aanhaalmoment
1 - 3Nm
TECHNISCHE TIPS
Controleer of de o-ring correct op de
ontluchtingsnippel is aangesloten.
4
(A)
(B)
Houd de zuiger van de spuit stevig
ingedrukt en sluit de spuit goed aan
opde buis.
(A)
Buis
(B)
Spuit
5
(z)
Steek de spuit tussen de spaken en draai
het viel langzaam naar voren tot het
oliegat naar beneden wijst.
(z) Naar voren draaien
6
Wacht ongeveer 5 minuten terwijl de naaf niet draait, zodat de olie naar beneden zakt.
90
ONDERHOUD
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (olie-onderhoudsset: Y13098023)
7
(A)
Trek de zuiger langzaam naar buiten om
de olie uit de naaf te zuigen.
(A)
Zuiger
N.B.
Als de zuiger snel naar buiten wordt getrokken,
is het waarschijnlijk dat er lucht bij komt.
8
Draai het wiel langzaam tot het oliegat
naar boven wijst.
N.B.
Om te zorgen dat de spuit niet door de
kettingkast of een ander onderdeel wordt
gegrepen, moet de spuit tussen de spaken
worden gehouden wanneer het wiel wordt
gedraaid.
9
(A)
(B)
Let erop dat de buis niet van de spuit
loskomt. Verwijder de ontluchtingsnippel.
(A)
Ontluchtingsnippel
(B)
10mm moersleutel
10
Spuit de oude olie uit de spuit.
91
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Binnenzijde reinigen
1
Sluit de ontluchtingsnippel op de behuizing naaf aan.
Aanhaalmoment
1 - 3Nm
2
Zuig 25 ml nieuwe olie in de spuit en bevestig de spuit stevig aan de buis.
TECHNISCHE TIPS
Als de spuit of buis vuil wordt bij het
verwijderen van oude olie of het reinigen van
de binnenzijde van de naaf, reinig de buis en
spuit dan met een onderdeelreinigingsmiddel
of iets dergelijks.
3
(A)
Spuit de nieuwe olie in de naaf.
(A)
Zuiger
TECHNISCHE TIPS
Als de olie naar binnen wordt gespoten,
neemt de interne druk toe en kan de zuiger
naar achteren duwen. Als de zuiger
regelmatig terug wordt getrokken om de
druk in de naaf te verminderen, kan de olie
makkelijker worden ingespoten.
4
Trek de zuiger terug om de druk te verminderen en verwijder de ontluchtingsnippel.
TECHNISCHE TIPS
Als de ontluchtingsnippel wordt verwijderd,
zonder dat de zuiger is terug getrokken, kan
de olie (samen lucht vanuit de buis) terug de
zuiger in stromen en naar buiten komen.
5
(A)
(B)
(C)
Breng de o-ring en de bout van het
oliegat aan.
(A)
Inbussleutel van 3mm
(B)
Oliegatbout
(C)
O-ring
Aanhaalmoment
2 - 3Nm
92
ONDERHOUD
Bij naven met 11-speed interne versnellingsnaaf (olie-onderhoudsset: Y13098023)
6
Schakel de verschillende versnellingen in en draai tegelijkertijd circa 1 minuut aan de
pedalen om het wiel te draaien.
7
Houd het wiel vervolgens 1 minuut stil.
8
Verwijder de olie door de procedure Oude olie verwijderen hierboven te volgen.
Nieuwe olie inspuiten
1
Spuit 25 ml nieuwe olie in de naaf door Binnenzijde reinigen, stap 1 t/m 5 hierboven uit
tevoeren.
2
Verwijder alle olie die op de naaf of andere onderdelen kan zijn gekomen.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93

Shimano SM-BTR2 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual

Andere documenten