Schwinn AD6 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
Dit product voldoet aan de geldende
CE-eisen.
AD6
2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften - Montage 3
Waarschuwingsklevers / Serienummer 4
Specicaties 5
Voorafgaandaandemontage 5
Onderdelen 6
Montagemateriaal 7
Gereedschap 7
Montage 8
Het toestel verplaatsen 13
Het toestel nivelleren 13
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 14
Kenmerken 15
Consolekenmerken 16
Op afstand bediende hartslagmonitor 17
Bedieningen 18
Afstellingen 18
Het toestel gebruiken 18
Het ventilatorblok vergrendelen / Opberging 19
Opstart/Stand-by-modus 19
Initiële installatie 20
Snelstartprogramma 20
Training met aangepaste tijd 20
Pauzeren of stoppen 20
Resultatenmodus 20
Onderhoudsmodus van de console 21
Onderhoud 22
Batterijen van de console vervangen 23
Onderhoudsonderdelen 24
Problemenoplossen 25
Nautilus, Inc., www.NautilusInc.com - Klantenservice: [email protected] | Gedrukt in China | © 2016 Nautilus, Inc.
INHOUDSOPGAVE
Bewaar het oorspronkelijke bewijs van aankoop en noteer de volgende informatie om de garantieondersteuning te
valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale distributeur om uw productgarantie te registreren.
Als u vragen hebt of problemen ondervindt met uw product, neem dan contact op met uw lokale Schwinn-distributeur.
Uw plaatselijke distributeur kunt u hier vinden: www.nautilusinternational.com
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - MONTAGE
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
Lees aandachtig de montage-instructies.
Houd omstanders en kinderen te allen tijde uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren bent.
Plaats de batterijen pas in het toestel wanneer dit in de montagehandleiding gevraagd wordt.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder blootstelling van omstanders.
Sommige componenten van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp in van een tweede
persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk hanteerbare onderdelen zonder de
hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van het toestel in gevaar
kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u reserveonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserveonderdelen en montagemateriaal dat
door Nautilus geleverd is. Als u geen originele reserveonderdelen gebruikt, dan kan dit een risico inhouden voor de
gebruikers, het toestel verhinderen om correct te functioneren en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet of stel het niet in werking totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte
werking in overeenstemming met de gebruikershandleiding.
Lees voor de eerste ingebruikneming aandachtig de volledige handleiding die bij dit toestel is meegeleverd. Bewaar de
handleiding voor later gebruik.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Onjuiste montage kan leiden tot lichamelijke letsels of
onjuiste werking.
Dit product bevat magneten. Magnetische velden kunnen interfereren met het normale gebruik van bepaalde medische
hulpmiddelen in de directe nabijheid. Gebruikers kunnen in de nabijheid van de magneten komen bij de montage, het
onderhoud en/of het gebruik van het product. Vanwege het voor de hand liggende belang van deze hulpmiddelen,
zoals een pacemaker, is het belangrijk dat u uw arts om advies vraagt in verband met het gebruik van deze apparatuur.
Raadpleeg het deel 'Waarschuwingsklevers en Serienummer' om de locatie van de magneten op dit product te vinden.
4
WAARSCHUWINGSKLEVERS EN SERIENUMMER
Productspecificatie
Serienummer
5
SPECIFICATIES
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren en gebruiken. Voor een veilige werking moet het toestel op een harde en
vlakke ondergrond worden geïnstalleerd. Voorzie een trainingsruimte van minimaal 187,2 x 248,2 cm.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het monteren van uw toestel:
Lees aandachtig de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' voor de montage.
Verzamel alle onderdelen die u nodig hebt bij iedere montagestap.
Met behulp van de aanbevolen moersleutels draait u de bouten en moeren naar rechts (met de klok mee) om aan te
spannen en naar links (tegen de klok in) om los te draaien.
Wanneer u twee onderdelen vastmaakt, heft u de constructie voorzichtig op en kijkt u door de boutgaten. Op die manier
kunt u de bout gemakkelijker door de gaten glijden.
Voor de montage zijn twee personen nodig.
Gewicht van het toestel: 52,2kg
Stroomvoorziening: 2 AA-batterijen (LR6)
Werkspanning: 1,0 - 3,3 V DC
Maximaal gebruikersgewicht: 136 kg
Reglementaire goedkeuringen:
DitproductvoldoetaandegeldendeinternationaleENISO20957-normenvoorvastopgesteldetrainingsapparatuur,
klasse S.
Zet dit toestel NIET bij het afval. Het toestel moet worden gerecycled. Volg de voorgeschreven methoden op een
erkend afvalinzamelpunt om dit product correct te recyclen.
129.2 cm
( 50.9” )
65.2 cm
( 25.7” )
126.3 cm
( 49.7” )
8/6/2014
6
ONDERDELEN
Alle rechtse ('R') en linkse ('L') onderdelen zijn voorzien van een klever om de montage te verge-
makkelijken.
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Frame 10 1 Pedaal, links
2 1 Consolesteun 11 1 Voetsteun, links
3 1 Console 12 1 Stabilisatiesteun, vooraan
4 1 Bidonhouder 13 1 Voetsteun, rechts
5 1 Handgreep, links 14 1 Pedaal, rechts
6 1 Zadel 15 1 Pedaalriem, rechts
7 1 Zadelpen 16 1 Handgreep, rechts
8 1 Stabilisatiesteun, achteraan 17 1 Riem, transport en immobilisatie
9 1 Pedaalriem, rechts
5
7
8
4 6
3
2
16
1
13
14
10
12
11
17
R
15
9
STOP
7
Gereedschap
Meegeleverd
6 mm
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
A 4 Bolkopinbusbout,M8x1.25x20 D 4 Sluitring, M8 Zwart
B 4 Sluitring, M8 Borging E 4 Bolkopinbusbout,M8x1.25x12Zwart
C 4 Sluitring, M8
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
#2
13 mm
15mm
17 mm
2 AA-batterijen (LR6)
A B C D E
8
1. Bevestig de stabilisatiesteunen aan het frame
Opmerking: Het montagemateriaal is vooraf geïnstalleerd en is niet op de montagekaart aanwezig ( * ).
MONTAGE
2. Bevestig de pedalen en vervolgens de pedaalriemen aan de frameconstructie
Opmerking: Het linkerpedaal is uitgerust met een omgekeerde schroefdraad. Zorg dat de pedalen aan de juiste kant van
de fiets worden bevestigd. De richting moet worden bepaald vanuit een zithouding op de fiets. Het linkerpedaal is gemar-
keerd met een 'L'; het rechterpedaal met een 'R'.
14
10
R
15
9
X2
14
10
R
15
9
X2
8
1
12
*
6mm
*
X4
9
2
6mm
X4
D
E
4. Verwijder het montagemateriaal en plaats de batterijen in de console
Opmerking: Zorg dat de batterijen in de richting van de indicatoren +/– in het batterijvak wijzen. Het montagemateriaal is
vooraf geïnstalleerd en is niet op de montagekaart aanwezig ( * ).
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door elkaar.
3. Sluit de kabels aan en bevestig de consolesteun aan de frameconstructie
Opmerking: Krimp de kabels niet. Trek de kabel onderaan aan terwijl u de consolesteun aanbrengt.
Voorkom mogelijke ernstige verwondingen wanneer u de buisuiteinden in de frameconstructie schuift door erop te
letten uw vingers of handen niet te klemmen of knijpen.
3
*
X4
#2
10
*
#2
X4
5. Sluit de kabel aan en bevestig de console
Opmerking: Krimp de consolekabel niet.
6. Bevestig de bidonhouder aan de frameconstructie
Opmerking: Het montagemateriaal is vooraf geïnstalleerd en is niet op de montagekaart aanwezig ( * ).
*
#2
X4
4
*
#2
X2
11
7. Bevestig de voetsteunen en de handgreeparmen aan de frameconstructie
8. Draai en trek de verstelknop van de zadelpen los om de zadelpen in de
frameconstructie te schuiven
5
16
13
11
6mm
X4
A
B
C
7
STOP
12
9. Bevestig het zadel aan de zadelpen
NB: Zorg dat het zadel rechtstaat en zet daarna het montagemateriaal vast.
10. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de componenten correct gemonteerd zijn.
Gebruik het toestel niet of stel het niet in werking totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte
werking in overeenstemming met de gebruikershandleiding.
6
13
VOORDAT U VAN START GAAT
Het toestel verplaatsen
Het toestel kan door één of meerdere personen worden verplaatst, afhankelijk van hun fysieke mogelijkheden en
capaciteiten.Zorgdatuendeanderepersonenallemaalfysiektzijneninstaatzijnomhettoestelveiligtever-
plaatsen. Pas geschikte veiligheidsvoorzieningen en heftechnieken toe.
1. Bevestig de handgreep aan de consolesteun met de
transport- en immobilisatieriem (T).
2. Gebruik de achterste stabilisatiesteun om het toestel
voorzichtig op de transportwielen te tillen.
Opmerking: Zorg dat het ventilatorblok niet over de vloer
sleept.
3. Duw het toestel naar zijn plaats.
4. Laat het toestel voorzichtig op zijn plaats zakken.
NB: Wees voorzichtig wanneer u het toestel verplaatst. Alle
abrupte bewegingen kunnen de werking van de computer
beïnvloeden.
Het toestel nivelleren
Het toestel moet worden genivelleerd als de trainingsruimte oneffen is. Werkwijze voor het afstellen:
1. Plaats het toestel in uw trainingsruimte.
2. Draai de borgmoeren los en verstel de stelpootjes
totdat ze gelijkmatig contact maken met de vloer.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waardoor ze
loskomen of van het toestel worden afgeschroefd.
Dit zou lichamelijk letsel of schade aan het toestel
kunnen veroorzaken.
3. Draai de borgmoeren vast.
Zorg dat het toestel waterpas staat en stabiel is voordat
u begint te trainen.
T
14
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment
niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact op met uw lokale Schwinn-distributeur
om de klevers te vervangen.
Laat geen kinderen toe in de buurt van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere voorzieningen van het toestel
kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 14 jaar.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
Controleer voor elk gebruik of het toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Gebruik het
toestel niet als u een probleem vaststelt. Houd nauw toezicht over de pedalen en de crankarmen. Neem contact op
met uw lokale Schwinn-distributeur voor informatie over een eventuele reparatie.
Maximale gebruikersgewicht: 136 kg. Gebruik het toestel niet wanneer u meer weegt.
Dit toestel is alleen geschikt voor thuisgebruik en commerciële ontspanningsruimten. Een commerciële
ontspanningsruimteiseenomgevingwaarhetgebruikminderdan5uurperdagbedraagtinfaciliteitenwaargeen
lidgeldhoefttewordenbetaald,zoalsprivateatgebouwen,hotelsentnesszaleninbedrijven.
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw vingers of andere
voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van het trainingstoestel.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Stap niet van het toestel totdat de pedalen volledig gestopt zijn.
Maak de pedalen stabiel voordat u erop gaat staan. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van het toestel.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen.
Bewaar aan beide zijden van het toestel een vrije ruimte van ten minste 0,6 m. Dit is de aanbevolen veiligheidsafstand
voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Houd omstanders buiten deze
ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de voorschriften in deze
handleiding.
Voer alle regelmatige en periodieke onderhoudsprocedures uit die in de gebruikershandleiding worden aanbevolen.
Verstel en bevestig alle verstelbare onderdelen op een correcte en veilige manier. Zorg dat de verstelbare onderdelen
de gebruiker niet kunnen raken.
Houd de pedalen schoon en droog.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te voorkomen.
Houd de batterijen uit de buurt van warmtebronnen of hete oppervlakken.
U mag geen voorwerpen in een opening van het toestel steken of laten vallen.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door elkaar.
Om het toestel veilig op te bergen verwijdert u de batterijen en gebruikt u de transport- en immobilisatieriem om de
weerstandsventilator vast te zetten. Bewaar het toestel op een veilige plaats, uit de buurt van kinderen en huisdieren.
Wanneer het toestel in een commerciële ontspanningsruimte wordt geplaatst, mag het alleen worden gebruikt in
ruimtes waar bevoegd personeel toezicht houdt op de toegang tot en de bediening van het toestel. Het beheersniveau
hangtondermeerafvandespeciekeomgevingwaarinhettoestelwordtgebruikt,deveiligheidvandieomgevingen
de vertrouwdheid van de gebruikers met de apparatuur.
Opdezeetskunnendepedalennietlosvandeweerstandsventilatorwordengestopt.Verlaaghettempoomde
weerstandsventilator en de pedalen langzaam tot stilstand te brengen. Stap niet af voordat de pedalen volledig
gestopt zijn.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
15
A Console G Luchtweerstandsventilator M Stabilisatiesteun, achteraan
B Handvat H Transportwiel N Voetensteun
C Handgreep I Stelpootje O Verstelknop van de zadelpen
D Bidonhouder J Stabilisatiesteun, vooraan P Zadel
E Batterijvak K Voetsteun
F Transport- en immobilisatieriem L Pedaal
KENMERKEN
D
E
F
G
K
N
O
P
L
H
I
J
A
C
M
B
Accessoires
Q
AirDyne
®
-leesrek
R
AirDyne
®
-windscherm
S Borstband voor draadloze
hartslagmeting
Om te bestellen
neemt u contact op met uw lokale Schwinn-distributeur
Q
R
S
16
Consolefuncties
De console verstrekt informatie over uw training op het displayscherm.
Lcd-displaygegevens
Op het consoledisplay verschijnt elke trainingswaarde.
Toerental
Het TPM-displayveld toont de pedaalomwentelingen per minuut (TPM).
De maximale weergave bedraagt 100.
Tijd
Het TIJD-displayveld toont de duur van de training. De maximale weer-
gavebedraagt99:59.Alsdetraininglangerduurt,danbegintdetijd
opnieuw vanaf 0:00 op te tellen.
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, toont dit
displayveld de hoogte ('Alt'). De hoogte waarop het toestel zal worden
gebruikt, moet worden ingevoerd.
Snelheid
Het SNELHEID-displayveld toont de snelheid van het toestel in kilometer
per uur ('KM') of mijl per uur ('M'), tot één cijfer achter de komma (bv. 3,4
of10,5).Demaximaleweergavebedraagt99,9.
Afstand
Het AFSTAND-displayveld toont de afgelegde afstand (mijl of km) tijdens
de training, tot twee cijfers achter de komma (bv. 2,07). De maximale
weergave bedraagt 99,99. Als de afstand langer is, dan begint het display
opnieuw vanaf 0:00 te tellen.
Opmerking: Raadpleeg het deel 'Onderhoudsmodus van de console'
in deze handleiding om de meeteenheden te veranderen
naar Engelse of metrische maten.
De kilometerteller ('Odo.') toont de som van alle trainingsafstanden. Deze
Verhogen
Verlagen
START/STOP
waarde wordt weergegeven wanneer een training wordt gepauzeerd, of als een optie in de 'Onderhoudsmodus van de
console'.
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, toont dit displayveld de hoogte totdat die wordt aanvaard.
Wattage
Het WATTS-displayveld geeft het vermogen weer dat u op het huidige weerstandsniveau produceert (1 pk = 746 watt).
Calorieën
Het Calorieën-displayveld toont het aantal calorieën dat u naar schatting tijdens het trainen hebt verbrand. De maximale
weergave bedraagt 9999. Als het aantal calorieën hoger ligt, dan blijft het display op 9999 knipperen.
Hartslag
Het Hartslag-display geeft de hartslag weer in slagen per minuut (BPM) vanaf een telemetrische hartslagsensor. Het pic-
togram knippert wanneer het een signaal ontvangt van een telemetrische hartslagband. Deze displaywaarde is leeg als er
geen hartslagsignaal wordt gedetecteerd.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
17
Toetsenblokfuncties
Verlaagtoets () - Verlaagt een waarde (tijd of hoogte) of beweegt door de opties.
START/STOP-toets - Start een programmatraining, bevestigt een selectie of beëindigt een onderbroken training wanneer
de toets gedurende 3 seconden wordt ingedrukt.
Verhoogtoets () - Verhoogt een waarde (tijd of hoogte) of beweegt door de opties.
Draadloze hartslagmeter
Het volgen van uw hartslag is een van de beste methoden om de intensiteit van uw training te controleren. De console
kantelemetrischehartslagsignalenaezendoormiddelvaneenhartslagborstbandzenderdieuitzendtopeenfrequentie
van4,5-5,5kHz.
Opmerking: De borstband moet een ongecodeerde hartslagborstband van Polar Electro zijn, of een ongecodeerd
POLAR
®
-compatibel model. (Gecodeerde Polar
®
-hartslagbanden zoals POLAR
®
OwnCode
®
-borstbanden
zullen niet werken met deze apparatuur.)
Vraag uw arts om advies voordat u een draadloze borstband of een andere telemetrische hartslagmeter gebruikt als
u een pacemaker of een ander geïmplanteerd elektronisch apparaat draagt.
Hartslagberekeningen
Uw maximale hartslag daalt typisch van 220 slagen per minuut (BPM) als kind tot ongeveer 160 BPM op de leeftijd
van 60. Deze daling van de maximale hartslag verloopt meestal lineair, met ongeveer één BPM per jaar. Er zijn geen
aanwijzingen dat de daling van de maximale hartslag door training kan worden beïnvloed. Mensen van dezelfde leeftijd
kunnen verschillende maximale hartslagen hebben. Om deze waarde nauwkeurig te berekenen legt u dus beter een
stresstest af in plaats van de formule op basis van de leeftijd toe te passen.
Uw hartslag in rusttoestand wordt beïnvloed door duurtraining. De doorsnee volwassene heeft een hartslag in
rusttoestand van ongeveer 72 slagen per minuut, terwijl intensief getrainde lopers 40 slagen per minuut of lager kunnen
halen.
De hartslagtabel is een schatting van welke hartslagzone (HRZ) effectief is om vet te verbranden en uw cardiovasculaire
conditie te verbeteren. Fysieke omstandigheden variëren. Daarom is het mogelijk dat uw individuele HRZ verschillende
slagen hoger of lager ligt dan wat wordt weergegeven.
Demeestefciëntemethodeomvetteverbrandentijdenshettrainenistebeginnenopeenlaagtempoendeintensiteit
geleidelijkteverhogentotdatuwhartslag60-85%vanuwmaximalehartslagbereikt.Gadooropdattempo,waarbijuuw
hartslag in die doelzone houdt gedurende
meer dan 20 minuten. Hoe langer u uw
doelhartslag aanhoudt, hoe meer vet uw
lichaam verbrandt.
Degraekiseenbeknopterichtlijnmetde
doorgaans voorgestelde doelhartslagwaar-
den voor personen van uw leeftijd. Zoals
we hierboven reeds vermeldden, kan uw
optimale doelhartslag hoger of lager lig-
gen. Vraag uw arts om advies in verband
met uw persoonlijke doelhartslagzone.
Opmerking: Zoals met alle trainingen
entnessprogramma'shet
geval is, moet u ook hier
de intensiteit en de duur
van de training naar eigen
goeddunken verhogen.
20-24
Doelhartslag voor vetverbranding
Hartslag BPM (slagen per minuut)
Leeftijd
25-29
0
50
100
150
200
250
30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
196
191
186
181
176
171
166
161
156
151
146
167
162
158
154
150
145
141
137
133
128
126
Maximale Hartslag
Doelhartslagzone
(blijf binnen deze zone voor
een optimale vetverbranding)
118
115
112
109
106
103
100
97
94
91
88
18
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen. Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
3 keer per week gedurende 20 minuten per dag.
Plan trainingen op voorhand en probeer het schema te volgen.
Afstellen van het zadel
Dejuisteafstellingvanhetzadelhelptumaximaletrainingsefciëntieen-comforttegarande-
ren, terwijl het risico op lichamelijk letsel wordt verminderd.
1. Met één pedaal naar voren plaatst u de hiel van uw voet op het laagste deel van het
pedaal. Uw been moet licht gebogen zijn ter hoogte van de knie.
2. Als uw been te recht staat of uw voet het pedaal niet raakt, dan moet u het zadel lager
zetten. Als uw been te ver gebogen is, dan moet u het zadel hoger zetten.
Stap van het toestel af voordat u het zadel verstelt.
3. Draai en trek de verstelknop op de zadelpen los. Stel het zadel op de gewenste hoogte af.
Plaats de zadelpen niet hoger dan de STOP-markering op de zadelpen.
4. Laat de verstelknop los om de borgpen vast te zetten. Controleer of de pen volledig is vastgezet en draai de
verstelknop helemaal aan.
Plaatsing van de voet / afstelling van de pedaalriem
Voetpedalenmetriemenhoudenuwvoetenveiligopdetrainingsets.
1. Draai de pedalen totdat er één kan worden bereikt.
Denk eraan dat de pedalen, de handgrepen en de weerstandsventilator met elkaar zijn
verbonden en dat alle onderdelen bewegen wanneer een van deze onderdelen wordt
bewogen.
2. Plaats de bal van elke voet op de pedalen.
3. Maak de riem over uw schoen vast.
4. Herhaal dit voor de andere voet.
Richt uw tenen en knieën recht naar voren om een maximale trapkracht te garanderen. U kunt
de pedaalriemen verschillende trainingen na elkaar gebruiken zonder ze te verstellen.
Het toestel gebruiken
Denk eraan dat de pedalen, de handgrepen en de weerstandsventilator met elkaar zijn verbonden en dat alle
onderdelen bewegen wanneer een van deze onderdelen wordt bewogen.
Stap voorzichtig op het toestel. Maak daarbij gebruik van de voetensteun, indien nodig. Verstel het zadel en de pedalen
voordat u een training start.
Training voor het onderlichaam: Trap traag met uw armen ontspannen langs uw lichaam of met uw handen op de
handvatten terwijl de handgrepen bewegen.
19
Training voor het volledige lichaam: Grijp de handvatten vast met uw handpalmen naar onderen. Duw en trek aan de
handgrepen terwijl u trapt. Houd daarbij uw ellebogen laag en langs uw lichaam.
Training voor het bovenlichaam: Grijp de handvatten stevig vast met uw handpalmen naar onderen en plaats uw voeten
op de voetsteunen. Kantel de heupen een beetje naar voren, houd de rug recht en de schouders naar beneden. Duw en
trek nu aan de handgrepen.
Opmerking: Mogelijk moet u veilig op een pedaal duwen om de training te helpen starten.
Om de luchtweerstand en de belasting te verhogen moet u zich harder inspannen. Om alle spiergroepen in uw armen te
oefenen grijpt u de handvatten met de handpalmen naar boven vast gedurende een deel van de training.
Wanneer u klaar bent met uw training, vermindert u de snelheid van de weerstandsventilator totdat het toestel volledig
stilstaat.
Opdezeetskunnendepedalennietlosvandeweerstandsventilatorwordengestopt.Verlaaghettempoomde
weerstandsventilator en de pedalen langzaam tot stilstand te brengen. Stap niet af voordat de pedalen volledig
gestopt zijn.
Het ventilatorblok vergrendelen / Opberging
Wanneer het toestel niet in gebruik is, zorg dan dat u het venti-
latorblok vergrendelt met de transport- en immobilisatieriem. Het
ventilatorblok moet worden vergrendeld bij het opbergen van het
toestel.
Om het toestel veilig op te bergen verwijdert u de batterijen
en bevestigt u de transport- en immobilisatieriem om de
weerstandsventilator vast te zetten. Bewaar het toestel op
een veilige plaats, uit de buurt van kinderen en huisdieren.
Denk eraan dat de pedalen, de handgrepen en de weer-
standsventilator met elkaar zijn verbonden en dat alle
onderdelen bewegen wanneer een van deze onderdelen wordt
bewogen.
Het ventilatorblok vergrendelen:
1. Verplaats de handgrepen, zodat één handgreep zich zo dicht
mogelijk bij de consolesteun bevindt.
2. Sla de transport- en immobilisatieriem (T) rond de handgreep
en de consolesteun en steek het uiteinde van de riem door
de metalen ring. Trek de riem aan om beweging van de
handgrepen te voorkomen en maak de riem vast.
Opstart/Stand-by-modus
De console zal in de Opstart/Stand-by-modus worden geplaatst wanneer er een toets wordt ingedrukt of wanneer hij een
signaal ontvangt van de toerentalsensor als gevolg van trapbewegingen op het toestel.
Opmerking: Opdeconsoleverschijnt'Lbatt'wanneerdebatterijenongeveer10%vanhunnominalevermogenbe-
reiken tijdens het opstarten.
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Alsdeconsoleineentijdspannevanongeveer5minutengeenenkeleinputontvangt,danwordthijautomatischuitge-
schakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaapstand staat.
Opmerking: De console heeft geen Aan/Uit-schakelaar.
T
20
Initiële installatie
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, verschijnt er 'Alt' op het scherm en moet de huidige trainings-
hoogte worden ingesteld.
1. Druk op de toetsen Hoger/Lager om de hoogtewaarde te veranderen. Door de juiste waarde in te vullen, maakt u de
telling van het aantal calorieën nauwkeuriger.
2. Druk op de START/STOP-toets om in te stellen.
Opmerking: De hoogtewaarde kan op een later tijdstip worden ingesteld. Voor het aanpassen van de waarde raad-
pleegt u het deel 'Instelmodus van de console'.
Snelstarttraining
Met het snelstartprogramma kunt u een training starten zonder enige informatie in te voeren.
1. Ga op het toestel zitten.
2. Wanneer de console in de stand-bystand staat, drukt u gewoon op de START/STOP-toets om het trainingsprogram-
ma te starten.
3. Wanneer u klaar bent met uw training, stopt u met trappen. Houd de START/STOP-toets vervolgens gedurende 3
seconden ingedrukt om de training te beëindigen.
Training met aangepaste tijd
Op de console kunt u een training met aangepaste tijd kiezen en uw eigen tijdswaarde invoeren. De console zal deze
waarde onthouden totdat deze wordt gewijzigd.
1. Ga op het toestel zitten.
2. Houd de START/STOP-toets gedurende 3 seconden ingedrukt wanneer de console in de stand-bystand staat.
3. De console geeft de standaardwaarde of de laatste aangepaste tijdswaarde weer.
Opmerking: De standaardtijdswaarde is 20 minuten.
4. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om de aangepaste tijdswaarde aan te passen.
5. DrukopdeSTART/STOP-toetsomdetrainingmetaangepastetijdteaccepteren.Uwtrainingmetaangepastdoelzal
nu starten.
Pauzeren of stoppen
Een training pauzeren:
1. Stop met trappen om uw training te onderbreken.
Opmerking: Deconsolewordtautomatischgepauzeerdalsergedurende5secondengeenRPM-signaalwordtont-
vangen.
2. Om uw training te hervatten drukt u op START/STOP of begint u te trappen.
Houd de START/STOP-toets gedurende 3 seconden ingedrukt om de training te stoppen. De console gaat naar de
Resultatenmodus.
Wanneer de console wordt gepauzeerd, knipperen op het display de huidige trainingswaarden van TIJD, GEMIDDELDE
SNELHEID, AFSTAND, TOTALE AFSTAND VAN HET TOESTEL ('Odo.'), WATTAGE, CALORIEËN en GEMIDDELDE
HARTSLAG (indien geactiveerd).
Resultatenmodus
Wanneer u een training afwerkt of beëindigt, toont de console uw trainingswaarde drie keer in de volgorde van TIJD, GE-
MIDDELDE SNELHEID, AFSTAND, WATTAGE, CALORIEËN en GEMIDDELDE HARTSLAG (indien geactiveerd).
Druk op START/STOP om de weergave van de resultaten te stoppen en naar de stand-bystand terug te keren.
21
ONDERHOUDSMODUS VAN DE CONSOLE
In de Onderhoudsmodus van de console kunt u de meeteenheden instellen op Engelse of metrische maten en ziet u de
totale gebruiksduur van het toestel en de afstand die het heeft afgelegd. U kunt er de hoogtewaarde aanpassen voor een
meernauwkeurigecalorieëntellingenuvindterwelkermwareversiegeïnstalleerdis.
1. Houd de toetsen Hoger en Lager gedurende 3 seconden samen ingedrukt terwijl de console in de Stand-bystand
staat om naar de Onderhoudsmodus van de console te gaan.
2. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Units' (Meeteenheden). Druk op START/STOP om de optie 'Units' te
starten. Druk op de toetsen Hoger/Lager om te kiezen tussen 'M' (Engelse maten) en 'KM' (metrische maten).
3. Druk op START/STOP om in te stellen. Druk op de Verhoogtoets voor de volgende optie.
4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Workout Statistics' (Trainingsstatistieken). Druk op START/STOP om
de optie 'Workout Statistics' te starten. Op de console verschijnt de Totale afstand ('Odo') en de Totale tijd.
Opmerking: De bovenste weergegeven waarde is het totale aantal uren gevolgd door de resterende minuten.
5. DrukopSTART/STOPomdeoptieteverlaten.DrukopdeVerhoogtoetsvoordevolgendeoptie.
6. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Firmware Version' ('Fir'). In het displayveld voor de snelheid toont de
consolewelkermwareversiegeïnstalleerdis.
7. Druk op de Verhoogtoets voor de volgende optie.
8. In het displayveld voor de snelheid toont de console de hoogte ('Alt') met de eerder ingevoerde waarde. Druk op
START/STOP om de hoogte aan te passen. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om de waarde te veranderen.
9. Druk op START/STOP om de optie te verlaten. Druk op de Verhoogtoets voor de volgende optie.
10. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'dOnE' (klaar).
11. Druk op START/STOP om de optie te verlaten.
Houd de START/STOP-toets gedurende 3 seconden ingedrukt om de Onderhoudsmodus van de console volledig af te
sluiten.AlsdeconsoleindeOnderhoudsmodusgedurendeongeveer5minutengeenenkeleinputontvangt,danwordthij
automatisch in de slaapstand gezet.
22
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u alleen met de hulp
van een tweede persoon uitvoeren.
Het toestel moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit te voeren. De eige-
naar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud. Versleten of beschadigde onderdelen moeten
onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen. Er mogen uitsluitend door de fabrikant aangeleverde onderdelen
worden gebruikt om het product te onderhouden en te repareren.
Dagelijks:
Inspecteerhettnesstoestelvoorelkgebruikoploszittende,defecte,
beschadigde of versleten onderdelen. Gebruik het toestel niet als u
een probleem vaststelt. Repareer of vervang alle onderdelen bij de
eerste tekenen van slijtage. Veeg na elke training zweet van het toe-
stel en de console met behulp van een vochtige doek.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
Wekelijks:
Maak het toestel schoon om stof of vuil te verwijderen.
Controleer of het zadel vlot kan worden versteld. Desnoods brengt u
een dun laagje siliconensmeermiddel aan om het verstellen te verge-
makkelijken.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer de pedalen, de crankarmen en de handgrepen. Controleer
of alle bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid. Zet ze indien
nodig beter vast.
NB: Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie of met een reinigingsmiddel voor
auto's. Zorg dat de console niet nat wordt.
Wanneer het toestel in een commerciële ontspanningsruimte wordt gebruikt, moeten de pedalen elk jaar worden
vervangen om een maximale veiligheid en prestatie voor de gebruiker te garanderen. Gebruik alleen
reservepedalenvanNautilus.Anderemerkenvanpedalenzijnmisschiennietgeschiktvoorindooretsenenkunnen
een gevaar vormen voor gebruikers en omstanders.
ONDERHOUD
23
De batterijen van de console vervangen
Opdeconsoleverschijnt'Lbatt'gedurendetiensecondenwanneerdebatterijenongeveer10%vanhunnominalevermo-
gen bereiken tijdens het opstarten. Houd bij het vervangen van de batterijen rekening met de plus- en minindicaties in het
batterijvak.
Opmerking: Voor de console hebt u AA-batterijen (LR6) nodig.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door elkaar.
24
Onderhoudsonderdelen
A Voetsteun, rechts N Verstelknop van het zadel AA Connectorarm
B Handgreep, rechts O Frame BB Armas
C Handgreep, links P Stabilisatiesteun, achteraan CC Consolekabel, onderaan
D Voetsteun, links Q Beschermkap, links DD Weerstandsventilatorblok
E Bidonhouder R Crankarm, links EE Afdekking ventilator
F Console S Middenpaneel FF Stelpootje
G Riem, transport/immobilisatie T Pedaal, links GG Stabilisatiesteun, vooraan
H Consolesteun U Poelie, crank HH Transportwiel
I niet gebruikt V Snelheidssensormagneet II Beschermkap, rechts
J Consolekabel, bovenaan W Crankriem JJ Crankarm, rechts
K Zadel X Poelie, aandrijving KK Pedaal, rechts
L Zadelpen Y Aandrijfriem
M Voetensteun Z Snelheidssensorblok
Z
BB
AA
V
DD
U
X
Y
W
CC
K
F
E
H
G
L
D
C
A
B
KK
II
JJ
S
EE
M
N
P
Q
R
S
T
O
J
HH
FF
GG
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
De console wil niet
opstarten
Batterijen Zorg dat de batterijen correct zijn geïnstalleerd. Als de
batterijen correct zijn geïnstalleerd, vervang ze dan door
nieuwe batterijen.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn
ingevoerd en vastklikken.
Controleer of het
consoledisplay niet
beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat het consoledisplay gebarsten
of anderszins beschadigd is. Vervang de console, indien
beschadigd.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale Schwinn-distributeur.
De weergegeven snelheid
is onnauwkeurig
Het display is ingesteld
op de verkeerde
meeteenheid. (Engels/
Metrisch)
Wijzig de weergegeven meeteenheden (raadpleeg hiervoor
'Onderhoudsmodus van de console')
De weergegeven snelheid
is altijd '0'/blijft in de
pauzestand vastzitten
Datakabel Controleer of de datakabel is aangesloten op de achterkant
van de console en op de hoofdframeconstructie.
Snelheidssensor (onder
de beschermkappen)
Controleer of de snelheidssensormagneet en de
snelheidssensor bevestigd zijn.
Geen weergave van snel-
heid/toerental
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aansluitin-
gen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de positie van
de snelheidssensormag-
neet (hiervoor moet de
beschermkap worden
verwijderd)
De magneet moet op de poelie bevestigd zijn.
Controleer het snelheids-
sensorblok (hiervoor moet
de beschermkap worden
verwijderd)
Het snelheidssensorblok moet gelijk worden gezet met de
magneet en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de
sensor indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt
aan de sensor of de aansluitdraad.
Op de console verschijnt
de foutcode 'Lbatt'
Batterijen Vervang de batterijen
Het toestel werkt, maar
de telemetrische hartslag-
meting wordt niet weerge-
geven
Borstband (optioneel) De borstband moet 'POLAR
®
'-compatibel en ongecodeerd zijn.
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Interferentie Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Vervang de borstband Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Vervang de console Als de hartslagmeting nog altijd niet werkt, vervang dan de
console.
26
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de positie van
de snelheidssensormag-
neet (hiervoor moet de
beschermkap worden
verwijderd)
De snelheidssensormagneet moet op de poelie bevestigd zijn.
Controleer het snelheids-
sensorblok
Neem contact op met uw lokale Schwinn-distributeur.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
De stelpootjes kunnen omhoog of omlaag worden gedraaid om
deetsgelijktezetten.
Controleer de vloer onder
het toestel
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende
inhetgevalvaneenextreemoneffenvloer.Verplaatsdeets
naar een effen ruimte.
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Het pedaal moet stevig op de crank zijn gedraaid. Controleer of
de aansluiting niet verkeerd is vastgeschroefd.
Controleer de aansluiting
tussen de crank en de as
De crank moet stevig op de as zijn gedraaid.
Klikgeluid bij het trappen Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Verwijder de pedalen en monteer ze opnieuw volledig.
Bewegen van de zadel-
pen
Controleer de borgpen Controleer of de verstelpen in een van de afstelgaten van de
zadelpen zit.
Controleer de vergrendel-
knop
Zorg dat de knop stevig is aangedraaid.
27
Nautilus® Bowex® Schwinn® Fitness Universal®
8011931.040116.A
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Schwinn AD6 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual