Schwinn 570R Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
Dit product voldoet aan de
geldende CE-eisen.
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 3
Waarschuwingsklevers / serienummer 5
Specicaties 6
Voorafgaandaandemontage 6
Onderdelen 7
Montagemateriaal 8
Gereedschap 8
Montage 9
Het toestel verplaatsen 18
Het toestel nivelleren 19
Kenmerken 20
Consolekenmerken 21
Bluetooth
®
-connectiviteit 24
Virtualreality-ervaringopuwtnesstoestel 25
Draadlozehartslagmeter 26
Bedieningen 28
Afstellingen 28
Opstart/Stand-by-modus 28
Initiële installatie 29
Snelstartprogramma 29
Gebruikersproelen 29
Proelprogramma’s 31
Pauzeren of stoppen 34
Resultaten/Afkoel-modus 35
GOAL TRACK-statistieken 35
Instelmodus van de console 37
Onderhoud 38
Onderhoudsonderdelen 39
Problemen oplossen 41
INHOUDSOPGAVE
Nautilus,Inc.,www.nautilusinternational.com|Nautilus,Inc.,18225NERiversideParkway,Portland,OR97230USA|©2016Nautilus,
Inc. | ® wijst op handelsmerken die in de Verenigde Staten zijn geregistreerd. Deze merken mogen in andere landen worden geregistreerd
ofanderszinswordenbeschermddoorhetgemeenrecht.Schwinn,hetSchwinnQuality-logo,Schwinn570R,SchwinnConnect,Bowex,
Nautilus, en Universal zijn handelsmerken in eigendom van of in licentie gegeven aan Nautilus, Inc. Polar
®
, OwnCode
®
, iTunes
®
, Google
Play
TM
, Under Armour
®
, MyFitnessPal
®
, iOS
®
en Android
zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Het Bluetooth
®
-woordmerk
endelogo’szijngeregistreerdehandelsmerkenvanBluetoothSIG,Inc.,enelkgebruikvandezemerkendoorNautilus,Inc.gebeurtonder
licentie.
ORIGINELE HANDLEIDING - ENGELSE VERSIE ALLEEN
Bewaar het oorspronkelijke bewijs van aankoop en noteer de volgende informatie om de
garantieondersteuning te valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale verdeler om uw productgarantie te registreren.
Als u vragen hebt of problemen ondervindt met uw product, neem dan contact op met uw lokale
Schwinn
®
-verdeler.
Ga naar om uw plaatselijke verdeler te vinden: www.nautilusinternational.com
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
Lees aandachtig de montage-instructies.
Houd omstanders en kinderen te allen tijde uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren bent.
Sluit het toestel niet op het elektriciteitsnet aan totdat u dit gevraagd wordt.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder blootstelling van
omstanders.
Sommige componenten van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp in van een
tweede persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk hanteerbare onderdelen
zonder de hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van het toestel in
gevaar kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u vervangingsonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele vervangingsonderdelen en
montagemateriaal van Nautilus. Als u geen originele vervangingsonderdelen gebruikt, dan kan dit een risico
inhouden voor de gebruikers, het toestel verhinderen om correct te functioneren en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking in
overeenstemming met de handleiding.
Lees voor de eerste ingebruikneming aandachtig de volledige handleiding die bij dit toestel is meegeleverd.
Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Onjuiste montage kan leiden tot lichamelijke letsels of
onjuiste werking.
Dit product bevat magneten. Magnetische velden kunnen interfereren met het normale gebruik van bepaalde
medische hulpmiddelen in de directe nabijheid. Gebruikers kunnen in de nabijheid van de magneten komen bij
de montage, het onderhoud en/of het gebruik van het product. Vanwege het voor de hand liggende belang van
deze hulpmiddelen, zoals een pacemaker, is het belangrijk dat u uw arts om advies vraagt in verband met het
gebruik van deze apparatuur. Raadpleeg de sectie 'Waarschuwingsklevers en Serienummer' om de locatie van de
magneten op dit product te bepalen.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een
gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact op met uw
lokale verdeler om de klevers te vervangen.
Laat kinderen niet alleen op of in de buurt van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere voorzieningen van
het toestel kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 13 jaar.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma begint. Staak de training als u pijn of benauwdheid
opdeborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuw
begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten
uitsluitend ter informatie.
Controleer voor elk gebruik of het toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Gebruik
het toestel niet als u een probleem vaststelt. Controleer het zadel, de pedalen en de crankarmen grondig. Neem
contact op met uw lokale verdeler voor informatie over een eventuele reparatie.
4
• Maximalegebruikersgewicht:136kg.Gebruikhettoestelnietwanneerumeerweegt.
Dit toestel is alleen geschikt voor thuisgebruik.
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw vingers of andere
voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van de trainingsapparatuur.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Maak de pedalen stabiel voordat u erop gaat staan. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van het toestel.
Bij onderhoud zorgt u ervoor dat het toestel niet meer op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen. Houd de voetpedalen schoon en droog.
• Bewaaraanbeidezijdenvanhettoesteleenvrijeruimtevantenminste0,6m.Ditisdeaanbevolenveiligheidsafstand
voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Houd omstanders buiten deze
ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de voorschriften in deze
handleiding.
Verstel en bevestig alle verstelbare onderdelen op een correcte en veilige manier. Zorg dat de verstelbare onderdelen
de gebruiker niet kunnen raken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te voorkomen.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met een verminderd lichamelijk, gevoels- of
mentaal vermogen, of personen zonder kennis over en ervaring met dit toestel, tenzij dit gebruik plaatsvindt onder het
toezicht van, of nadat men is geïnstrueerd over het gebruik van het toestel door, iemand die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
5
WAARSCHUWINGSKLEVERS
EN SERIENUMMER
Productspecicaties
Serienummer
6
SPECIFICATIES
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren en gebruiken. Voor een veilige werking moet het toestel op een harde en
vlakkeondergrondwordengeïnstalleerd.Voorzieeentrainingsruimtevanminimaal189,5x280,5cm.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het monteren van uw toestel:
Lees aandachtig de 'Belangrijke
veiligheidsvoorschriften' voor de
montage.
Verzamel alle onderdelen die u no-
dig hebt bij iedere montagestap.
Met behulp van de aanbevolen
moersleutels draait u de bouten en
moeren naar rechts (met de klok
mee) om aan te spannen en naar
links (tegen de klok in) om los te
draaien.
Wanneer u twee onderdelen vast-
maakt, heft u de constructie voor-
zichtig op en kijkt u door de boutga-
ten. Op die manier kunt u de bout
gemakkelijker door de gaten glijden.
Voor de montage zijn mogelijk twee
mensen nodig.
Zet dit toestel NIET bij het afval. Dit product moet worden gerecycled. Volg de voorgeschreven methoden op een
erkend afvalinzamelpunt om dit product correct te recyclen.
Maximaal gebruikersgewicht: 136kg
Gewicht van het toestel: 39,3 kg
Totale benodigde ruimte (voetafdruk) van de apparatuur: 11 424 cm
2
Stroomvoorziening:
Ingangsspanning: 100-240VAC,50/60Hz,0,4A
Uitgangsspanning: 9 V DC, 1,5 A
Voldoet aan de volgende norm:
ISO 20957.
Connectiviteit:
2.81m ( 110.5” )
1.9m
( 74.6” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
126.8 cm
(49.9”)
162.5 cm
(64”)
70.3 cm
(27.7”)
7
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Console 10 1 Wisselstroomadapter
2 1 Bidonhouder 11 1 Linkerpedaal
3 1 Rugleuning 12 1 Voorste stabilisatiesteun
4 1 Kap voor de stoel 13 1 Rechterpedaal
5 1 Gemonteerd stoelframe 14 1 Bovenste beschermkap
6 1 Zitvlak 15 1 Dop beschermkap
7 1 Hendel voor het verstellen van de stoel 16 1 Consolemast
8 1 Achterste stabilisatiesteun 17 1 Mp3-snoer
9 1 Frame
ONDERDELEN
4
1
2
5
16
6
14
15
9
7
13
12
11
8
3
10
17
8
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
A 8 Bolkopinbusbout,M8x20 F 2 Kruiskopschroevendraaier,M5x12
B 10 Bolkopinbusbout,M6x12 G 14 Borgring,M6
C 4 Vlakke sluitring, M8 H 4 Verende sluitring,M6
D 8 Borgring, M8 I 4 Kruiskopschroevendraaier,M6x25
E 10 Vlakkesluitring,M6 J 4 Verende sluitring, M8
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
Gereedschap
Meegeleverd
4 mm
6mm
A B C D E F
G H
I J
9
MONTAGE
1. Bevestig de stabilisatiesteunen op het frame
Opmerking: Het montagemateriaal is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart. *
*
6mm
12
8
9
*
*
X2
*
6mm
*
*
X2
10
2. Bevestig het gemonteerde stoelframe op de stoelrail
NB: Krimp de hartslagkabel niet. Vergeet het montagemateriaal niet vast te draaien zodra het allemaal is aange-
bracht.
A
C
D
6mm
X4
B
E
G
4mm
X2
5
11
3. Bevestig de stoelkussens aan het gemonteerde stoelframe
3
6
X8
4mm
B
E
G
H
X4
#2
G
I
12
4. Bevestig de kap op het gemonteerde frame
5. Bevestig de hendel voor het verstellen van de stoel aan het gemonteerde frame
4
7
13
6. Sluit de kabels aan en bevestig de consolemast aan het gemonteerde frame
NB: Krimp de consolekabels niet.
15
16
14
A
J
6mm
X4
D
14
7. Schroef het montagemateriaal uit de console
NB: Krimp de kabel niet.
Opmerking: Het montagemateriaal is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart. *
8. Sluit de kabels aan en bevestig de console aan het gemonteerde frame
NB: Plaats de clips tegenover de kabelconnectoren en zorg dat de connectoren vastklikken. Krimp de kabels
niet.
*
X4
1
1
*
X4
#2
15
9. Bevestig de pedalen op het gemonteerde frame
NB: Het linkerpedaal is uitgerust met een omgekeerde schroefdraad. Zorg dat de pedalen aan de juiste
kant van de fiets worden bevestigd. De richting moet worden bepaald vanuit een zithouding op de fiets. Het
linkerpedaal is gemarkeerd met een 'L'; het rechterpedaal met een 'R'.
13 (R)
11 (L)
16
10. Bevestig de bidonhouder aan het gemonteerde frame
X2
F
#2
2
17
11. Sluit de wisselstroomadapter op het gemonteerde frame aan
12. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de componenten correct gemonteerd zijn.
Noteer het serienummer in het daarvoor bedoelde veld vooraan in deze handleiding.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking, in overeen-
stemming met de gebruikershandleiding.
10
18
Het toestel verplaatsen
Het toestel kan door één of meerdere personen worden verplaatst, afhankelijk van hun fysieke mogelijkhe-
den en capaciteiten. Zorg dat u en de andere personen allemaal fysiek t zijn en in staat zijn om het toestel
veilig te verplaatsen.
1. Verwijder het stroomsnoer.
2. Gebruik de transportgreep om het toestel voorzichtig op de transportwielen te tillen.
3. Duw het toestel naar zijn plaats.
4. Laat het toestel voorzichtig op zijn plaats zakken.
NB: Wees voorzichtig wanneer u de ets verplaatst. Alle abrupte bewegingen kunnen de werking van de computer
beïnvloeden.
VOORDAT U VAN START GAAT
19
Het toestel nivelleren
Aan weerszijden van de achterste stabilisatiesteun en op het framerail bevinden zich stelpootjes. Draai aan de knop op de
achterste stabilisatiesteun om de stabilisatievoet te verstellen.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waardoor ze loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou
lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
Het stelpootje op de framerail verstellen:
1. Maak de bovenste borgmoer los.
2. Draai aan het stelpootje om de hoogte te verstellen.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waardoor ze loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou
lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
3. Draai de bovenste borgmoer aan om het stelpootje vast te zetten.
Zorgdatdeetswaterpasstaatenstabielisvoordatubeginttetrainen.
X2
20
KENMERKEN
A Console L Volledig overkapt vliegwiel
B Mp3-ingang M Pedaal
C USB-poort N Verstelbare stoel
D Bidonhouder O Hendel voor het verstellen van de stoel
E Transportgreep P Handvat,verticaalsteunproel
F Stabilisatiesteun Q Luidsprekers
G Stelpootje R Ventilator
H Handvat, zijkant S Mediadraagblad
I Contactsensoren voor hartslagmeting (CHR) T Telemetrische hartslagontvanger (HR)
J Stroomaansluiting U Bluetooth
®
-connectiviteit (niet afgebeeld)
K Transportwiel V Mediakabel
B
C
A
D
F
E
G
T
G
H
I
J
K
F
L
M
N
O
P
S
Q
R
V
WAARSCHUWING! Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een
benadering en mag alleen ter referentie worden gebruikt. Overmatig trainen kan
ernstig letsel of de dood veroorzaken. Staak de training onmiddellijk als u zich zwak
voelt.
21
Consolekenmerken
De console verstrekt belangrijke informatie over uw training en verleent u controle over de weerstandsniveaus tijdens
het trainen. De console is voorzien van het Schwinn Dual Track
-display met aanraaktoetsen waarmee u door de
trainingsprogramma's kunt navigeren.
Toetsenblokfuncties
Toets weerstandsverhoging () - Verhoogt het weerstandsniveau van de training
Toets weerstandsverlaging () - Verlaagt het weerstandsniveau van de training
QUICK START-toets - Start een Quick Start-training
USER-toets-Drukopdezetoetsomhetgewenstegebruikersproelteselecteren.
PROGRAMS-toets - Selecteert een categorie en een trainingsprogramma
PAUSE/END-toets - Pauzeert een actieve training, beëindigt een onderbroken training of gaat terug naar het vorige
scherm
GOALTRACK-toets-Geeftdetrainingsresultatenenprestatiesvoorhetgeselecteerdegebruikersproelweer
Verhoogtoets () - Verhoogt een waarde (leeftijd, tijd, afstand of calorieën) of beweegt door de opties
Toets Links () - Geeft de verschillende trainingswaarden tijdens een training weer en beweegt door de opties
OK-toets - Start een programmatraining, bevestigt informatie of hervat een onderbroken training.
Toets Rechts () - Geeft de verschillende trainingswaarden tijdens een training weer en beweegt door de opties
Verlaagtoets () - Verlaagt een waarde (leeftijd, tijd, afstand of calorieën) of beweegt door de opties
10%
40%
70%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hr
Hr
Bovenste display
Onderste display
Sneltoetsen weerstandsniveau
Sneltoetsen weerstandsniveau
Prestatie-indicatielampjes
Ventilator
22
FAN-toets - Bedient de ventilator met drie snelheden
Sneltoetsen weerstandsniveaus - Verschuift de weerstandsniveaus snel tijdens een training naar de instelling
Prestatie-indicatielampen - wanneer een prestatieniveau wordt bereikt of een trainingsresultaat wordt bekeken, gaat de
prestatie-indicatielamp aan.
Schwinn Dual Track™-display
Gegevens van het bovenste display
Programmadisplay
Hetprogrammadisplaygeeftinformatievoordegebruikerweerenhetrasterdisplaygebiedgeefthettrajectproelvanhet
programmaweer.Elkekolominhetproelgeeftéénintervalweer(trainingssegment).Hoehogerdekolom,hoehogerde
weerstand. De knipperende kolom geeft uw huidige interval weer.
Intensiteitsdisplay
Het intensiteitsdisplay toont het intensiteitsniveau op dat moment op basis van de huidige weerstand.
Hartslagzonedisplay
Het hartslagzonedisplay toont in welke zone de huidige hartslagwaarde valt voor de huidige gebruiker. Deze
hartslagzones kunnen worden gebruikt als een trainingsrichtlijn voor een bepaalde doelzone (anaeroob, aeroob of
vetverbranding).
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter referentie worden gebruikt.
Opmerking: Als er geen hartslag wordt gedetecteerd, dan is het display leeg.
NB: Plaats geen persoonlijke elektronische apparaten aan de linkerkant van het mediadraagblad om interferentie met
de telemetrische hartslagontvanger te voorkomen.
Doeldisplay
Het Doeldisplay geeft het geselecteerde type doel (Afstand, Tijd of Calorieën) weer, de huidige waarde voor het bereiken
van het doel en het voltooide percentage van het te bereiken doel.
Gebruikersdisplay
HetGebruikersdisplaytoontwelkgebruikersproelmomenteelisgeselecteerd.
1
5
9
15
21
3
7
12
18
25
OK
PAUSE/
END
QUICK
START
PROGRAMS
GOAL TRACK
LONGEST WORKOUT
CALORIE RECORD
LAST 30 DAYS
CURRENT WORKOUT
LAST WORKOUT
LAS T 7 DAYS
10%
40%
70%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hr
10%
40%
70%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hr
Gebruikersdisplay
Prestatiedisplay
Programmadisplay
23
Prestatiedisplay
Het Prestatiedisplay wordt geactiveerd wanneer een trainingsdoel is bereikt of wanneer een trainingsmijlpaal wordt
overtroentenopzichtevanvorigetrainingen.Hetconsoledisplayzaldegebruikerfeliciterenenheminformerenvanzijn
prestatie. Dit gaat gepaard met een feestelijk geluidje.
Gegevens van het onderste display
Het onderste display toont de trainingswaarden en kan voor iedere gebruiker worden aangepast. (Raadpleeg de sectie
‘Gebruikersproelbewerken’indezehandleiding).
Snelheid
Het Snelheidsdisplay toont de snelheid van het toestel in mijl per uur (mph) of kilometer per uur (km/u).
Tijd
HetTijdsdisplaytoontdetotaleduurvandetraining,degemiddeldeduurvoorhetgebruikersproelofdetotalewerkings-
tijd van het toestel.
Opmerking: In geval van een Quick Start-training van meer dan 99 minuten en 59 seconden (99:59) verspringen de
tijdseenheden naar uren en minuten (1 uur, 40 minuten).
Afstand
Het Afstandsdisplay toont de afgelegde afstand (mijl of km) tijdens de training.
Opmerking:Raadpleegdesectie‘Instelmodusvandeconsole’vandezehandleidingomdemeeteenhedenteverande-
ren naar Engelse of metrische maten.
Niveau
Het Niveaudisplay toont het huidige weerstandsniveau tijdens de training.
TPM
Het TPM-display toont de pedaalomwentelingen per minuut (TPM).
Hartslag (pols)
Het Hartslagdisplay toont het aantal slagen per minuut (BPM) van de hartslagmeter. Wanneer de console een hartslagsig-
naal opvangt, begint het pictogram te knipperen.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter referentie worden gebruikt.
Calorieën
Het Calorieëndisplay toont het aantal calorieën dat u naar schatting tijdens het trainen hebt verbrand.
1
5
9
15
21
3
7
12
18
25
OK
PAUSE/
END
QUICK
START
PROGRAMS
GOAL TRACK
LONGEST WORKOUT
CALORIE RECORD
LAST 30 DAYS
CURRENT WORKOUT
LAST WORKOUT
LAS T 7 DAYS
10%
40%
70%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hr
10%
40%
70%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hr
24
Bluetooth
®
-connectiviteit met de ‘Schwinn Trainer™’-tness-app
DittnesstoestelisuitgerustmetBluetooth
®
-connectiviteitenkandraadloossynchroniserenmetdetness-app‘Schwinn
Trainer™’opondersteundeapparaten.Deappsynchroniseertmetuwtnesstoestelvoorhetvolgenvanhettotaleaantal
verbruikte calorieën, de duur, de afstand en nog veel meer. Elke training wordt geregistreerd en opgeslagen voor snelle
consultatie. Bovendien synchroniseert de app uw trainingsgegevens automatisch met Schwinn Connect™, MyFitnessPal
®
en Under Armour
®
Connected Fitness, waardoor het bereiken van uw dagelijkse doelen gemakkelijker wordt dan ooit
tevoren! Volg uw resultaten en deel ze met vrienden en familie.
1. Download de gratis software-app met de naam ‘Schwinn Trainer
FitnessApp’.DeappisbeschikbaaropiTunes
®
en
Google Play™.
Opmerking: Raadpleeg de software-app op iTunes
®
of Google Play™ voor een volledige lijst van ondersteunde
apparaten.
2. Volgdeinstructiesopdesoftware-appomuwapparaatmetuwtnesstoesteltesynchroniseren.
Om uw trainingsbestand naar de Schwinn Connect™-website te uploaden en vervolgens naar MyFitnessPal
®
en Under
Armour
®
Connected Fitness:
1. Klik op het pictogram voor lijstweergave in de linkerbovenhoek van de software-app (iOS
®
-apparaat) of beweeg over
hetpictogramvoorlijstweergaveinderechterbovenhoek(Android™-apparaat).Klikop‘Instellingen’.
2.Klikopdeoptie‘SchwinnConnect’envervolgensopdetoets‘OK’opdepagina‘SynchroniserenmetSchwinn
Connect’.
Opmerking:De‘SchwinnTrainer™’-tness-appzaluwtrainingenautomatischsynchroniserennadeeerste
synchronisatie.
3. Log in op uw account of maak een nieuwe account aan. Om een nieuwe account aan te maken klikt u op de optie
‘Nieuweaccountaanmaken’envolgtudeinstructies.
4. Om uw trainingsgegevens vanaf uw Schwinn Connect™-account te synchroniseren met MyFitnessPal
®
of Under
Armour
®
ConnectedFitnesskliktuop‘Verbondenservices’.Kieshetgewensteprogrammaenmelduaanmetuw
logingegevens.
Opmerking: De ‘Schwinn Trainer
’-tness-appzaluwtrainingenautomatischsynchroniserennadeeerste
synchronisatie.
Volg uw resultaten op www.schwinnconnect.com met een USB-stick
DitfitnesstoestelisuitgerustmeteenUSB-poortenkanuwtrainingsresultatennaareenUSB-stickexporteren,zodatze
op de Schwinn Connect™-website kunnen worden geüpload, en vervolgens ook naar MyFitnessPal
®
en Under Armour
®
ConnectedFitness.SluitdeUSB-sticknahetexporterenvandetrainingenopeencomputeraanenuploadhetbestand
naar uw Schwinn Connect™-account.
Opmerking:USB-sticksmoetenkleinerzijndan16GBingrootteengeformatteerdzijninFAT32.Gebruikgeen
micro-USB-stick.
DeGOALTRACK-statistiekenvaneengebruikersproelexporteren:
1. Druk vanaf het opstartscherm op de USER-toets om een gebruikersprofiel te kiezen.
2. Druk op de GOAL TRACK-toets. Op de console worden de meest recente trainingswaarden weergegeven en wordt
het overeenkomstige prestatielampje geactiveerd.
3. Druk op de toets Lager ()omnaardeboodschap‘CLEARWORKOUTDATA-OK?’(Trainingsgegevenswissen-
OK?) te gaan.
4. Druk op de toets Lager ()omnaardeboodschap‘SAVETOUSB-OK?’(OpslaanopUSB-OK?)tegaan.Druk
opOK.Nuverschijntdeboodschap‘AREYOUSURE?-NO’(Bentuzeker?-Nee’).DrukopdetoetsHoger() om
‘Ja’teselecteren,endrukopOK.DeconsolezaluvragenomdeUSB-stickintevoeren(‘INSERTUSB’).Steekeen
USB-stick in de USB-poort. De console zal de statistieken op de USB-stick opslaan.
Opdeconsoleverschijnteerst‘SAVING’(Bezigmetopslaan),envervolgens‘REMOVEUSB’(VerwijderUSB-stick)
wanneer het veilig is om de USB-stick te verwijderen.
25
Opmerking:DrukopdePAUSE/END-toetsomdeboodschap‘SAVING’testoppen.
5. De console geeft het opstartscherm weer.
Om uw trainingsbestand van de USB-stick naar de Schwinn Connect™-website te uploaden en vervolgens naar MyFit-
nessPal
®
en Under Armour
®
Connected Fitness:
1. Steek de USB-stick met uw trainingsgegevens in een apparaat dat is aangesloten op het internet.
2. Meld u aan op de Schwinn Connect™-website op www.schwinnconnect.com of maak een nieuwe account aan. Om
eennieuweaccountaantemakenkliktuopdetoets‘Nieuweaccountaanmaken’.
3. Klikophetpictogramvoorlijstweergaveindebovenhoekvandewebpaginaenkies‘Traininguploaden’.
4. Klikop‘Gegevensbestandkiezen’enganaaruwUSB-stick.
5. Kies het bestand met de trainingsgegevens en klik op de Open-toets.
6. Kliknuopdetoets‘Gegevensbestanduploaden’.Uwtrainingsgegevenswordennaaruwaccountgeüpload.
7. Klikophetpictogramvoorlijstweergaveenkies‘Home’omuwtrainingtebekijken.
8.Omuwtrainingsgegevensmetdeprogramma’sMyFitnessPal
®
of Under Armour
®
Connected Fitness te synchronise-
renkliktuophetpictogramvoorlijstweergaveenkiestudeoptie‘Verbondenservices’.
9. Klik op de gewenste programmaoptie en meld u aan met uw logingegevens.
Opmerking: De Schwinn Connect™-website zal uw trainingen automatisch synchroniseren na de eerste
synchronisatie.
Virtual reality-ervaring op uw tnesstoestel
Dittnesstoestelondersteuntvirtualreality(VR)opondersteundeapparaten.
Lees aandachtig en volg alle waarschuwingen en instructies voor correcte werking die zijn meegeleverd
met uw virtual reality-apparatuur.
Kinderen onder 13 jaar mogen dit tnesstoestel of de virtual reality-ervaring niet gebruiken.
Voordat u een training met virtual reality-ervaring start, zorgt u ervoor dat de trainingszone gedurende de
hele training vrij is en vrij blijft. Houd ook alle omstanders of huisdieren uit de trainingszone. Schakel indien
nodig de hulp van een tweede persoon in om de zone vrij te houden.
De VR-ervaring produceert een immersieve virtual reality-ervaring die de gebruiker aeidt van de
werkelijke omgeving en hem het zicht daarop onttrekt. Gebruik de VR-ervaring alleen wanneer u op het
tnesstoestel neerzit. Dat is het veiligst. Start de VR-ervaring niet totdat u neerzit en klaar bent om een
training te beginnen. Zorg dat het trainingsgebied beveiligd is, zodat niemand zich kan verwonden en er
geen voorwerpen kunnen worden geraakt. Tijdens een VR-training kan lichamelijk letsel of schade aan
voorwerpen in het trainingsgebied voorkomen. Blijf op het tnesstoestel zitten totdat u de VR-uitrusting
hebt verwijderd en de werkelijke omgeving opnieuw zichtbaar is.
Indien u zich duizelig of misselijk voelt door de bewegingen van de virtual reality-ervaring, probeer dan
op een veilige manier uw evenwicht te vinden en onderbreek de virtual reality-ervaring zo snel mogelijk.
Coördinatie en evenwicht zijn vereist bij het gebruik van de VR-ervaring met het tnesstoestel.
Vraag uw arts vooraf om advies als u klachten of ongemakken hebt die kunnen worden versterkt door een
immersieve virtual reality-ervaring, zoals epilepsie, zwangerschap, ouderdom, psychotische stoornissen,
gebrekkig zicht, hartaandoeningen of gelijk welke andere medische aandoening.
26
Draadloze hartslagmeter
Het volgen van uw hartslag is een van de beste procedures om de intensiteit van uw training te beheersen. De aanwezige
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De console kan ook telemetrische
hartslagsignalenaezendoormiddelvaneenhartslagborstbanddieuitzendtopeenfrequentievan4,5-5,5kHz.
Opmerking: De borstband moet een ongecodeerde hartslagborstband van
Polar Electro zijn, of een ongecodeerd POLAR
®
-compatibel
model. (Gecodeerde Polar
®
-hartslagbanden zoals POLAR
®
OwnCode
®
-borstbanden zullen niet werken met deze
apparatuur.)
Vraag uw arts om advies voordat u een draadloze borstband of
een andere telemetrische hartslagmeter gebruikt als u een
pacemaker of een ander geïmplanteerd elektronisch apparaat
draagt.
NB: Plaats geen persoonlijke elektronische apparaten aan de linkerkant
van het mediadraagblad om interferentie met de telemetrische hart-
slagontvanger te voorkomen.
Contactsensoren voor hartslagmeting
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De CHR-sensoren zijn de roestvrij-
stalen onderdelen van de handgrepen. Om deze te gebruiken plaatst u uw handen comfortabel rond de sensoren. Zorg
dat uw handen de boven- en de onderkant van de sensoren aanraken. Houd de handgrepen stevig vast, maar niet te vast
of te los. Beide handen moeten contact maken met de sensoren, opdat de console een hartslag zou kunnen detecteren.
Zodra de console vier stabiele pulssignalen detecteert, wordt uw initiële hartslag weergegeven.
Zodra de console uw initiële hartslag heeft, blijft u gedurende 10 tot 15 seconden stilzitten zonder uw handen te bewegen.
De console gaat de hartslag nu valideren. Heel wat factoren hebben een invloed op het vermogen van de sensoren om
uw hartslag te detecteren:
Beweging van de spieren van het bovenlichaam (met inbegrip van de armen) produceert een elektrisch signaal (spier-
artefact) dat de pulsdetectie kan verstoren. Lichte beweging van de handen tijdens het contact met de sensoren kan
ook storingen veroorzaken.
Eelt op de handen en handlotion vormen een isolatielaag en verminderen de signaalsterkte.
Sommige personen wekken een onvoldoende sterk ECG-signaal op, dat niet kan worden gedetecteerd door de senso-
ren.
De nabijheid van andere elektronische apparaten kan storing veroorzaken.
Als uw hartslagsignaal op enig moment verstoord lijkt te zijn na validatie, maakt u uw handen en de sensoren schoon en
probeert u het opnieuw.
Hartslagberekeningen
Uwmaximalehartslagdaalttypischvan220slagenperminuut(BPM)alskindtotongeveer160BPMopdeleeftijd
van60.Dezedalingvandemaximalehartslagverlooptmeestallineair,metongeveeréénBPMperjaar.Erzijngeen
aanwijzingendatdedalingvandemaximalehartslagdoortrainingkanwordenbeïnvloed.Mensenvandezelfdeleeftijd
kunnenverschillendemaximalehartslagenhebben.Omdezewaardenauwkeurigteberekenenlegtudusbetereen
stresstest af in plaats van de formule op basis van de leeftijd toe te passen.
Uw hartslag in rusttoestand wordt beïnvloed door duurtraining. De doorsnee volwassene heeft een hartslag in
rusttoestand van ongeveer 72 slagen per minuut, terwijl intensief getrainde lopers 40 slagen per minuut of lager kunnen
halen.
27
Dehartslagtabeliseenschattingvanwelkehartslagzone(HRZ)eectiefisomvetteverbrandenenuwcardiovasculaire
systeem te verbeteren. Fysieke omstandigheden variëren. Daarom is het mogelijk dat uw individuele HRZ verschillende
slagen hoger of lager ligt dan wat wordt weergegeven.
Demeesteciënteprocedureomvetteverbrandentijdenshettrainenistebeginnenopeenlaagtempoendeintensiteit
geleidelijkteverhogentotdatuwhartslag60-85%vanuwmaximalehartslagbereikt.Gadooropdattempo,waarbijuuw
hartslag in die doelzone houdt gedurende meer dan 20 minuten. Hoe langer u uw doelhartslag aanhoudt, hoe meer vet
uw lichaam verbrandt.
Degraekiseenbeknopterichtlijnmetdedoorgaansvoorgesteldedoelhartslagwaardenvoorpersonenvanuwleeftijd.
Zoals we hierboven reeds vermeldden, kan uw optimale doelhartslag hoger of lager liggen. Vraag uw arts om advies in
verband met uw persoonlijke doelhartslagzone.
Opmerking:Zoalsmetalletrainingenentnessprogramma'shetgevalis,moetuookhierdeintensiteitendeduurvan
de training naar eigen goeddunken verhogen.
20-24
Doelhartslag voor vetverbranding
Hartslag BPM (slagen per minuut)
Leeftijd
25-29
0
50
100
150
200
250
30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
196
191
186
181
176
171
166
161
156
151
146
167
162
158
154
150
145
141
137
133
128
126
Maximale Hartslag
Doelhartslagzone
(blijf binnen deze zone voor
een optimale vetverbranding)
118
115
112
109
106
103
100
97
94
91
88
28
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
3 keer per week gedurende 30 minuten per dag.
Plan trainingen op voorhand en probeer het schema te volgen.
Afstellen van de stoel
Dejuisteafstellingvandestoelhelptumaximaletrainingseciëntieen-comforttegaranderen,
terwijl het risico op lichamelijk letsel wordt verminderd.
1. Metéénpedaalnaarvorenplaatstudebalvanuwvoetinhetmiddenvanhetpedaal.Uw
been moet licht gebogen zijn ter hoogte van de knie.
2. Als uw been te recht staat of uw voet het pedaal niet raakt, dan moet u de stoel meer naar
voren zetten. Als uw been te veel gebogen is, zet de stoel dan wat meer naar achteren.
Stap van de ets af voordat u de stoel verstelt.
3. Duw de hendel voor het verstellen van de stoel omlaag en verstel de stoel tot op de
gewenste hoogte.
4. Trek de hendel voor het verstellen van de stoel weer omhoog om het vergendelmechanisme
te activeren. Zorg dat de hendel volledig omhoog staat.
Positionering van de voet / afstelling van de pedaalriem
Voetpedalen met riemen zorgen voor veiligheid tijdens het trainen.
1. Draaidepedalentotdateréénkanwordenbereikt.
2. Plaats de bal van elke voet op de pedalen.
3. Maak de riem over uw schoen vast.
4. Herhaal dit voor de andere voet.
Richtuwtenenenknieënrechtnaarvorenombijhettrappenmaximaalrendementte
garanderen. U kunt de pedaalriemen verschillende trainingen na elkaar gebruiken zonder ze te
verstellen.
Opstart/Stand-by-modus
De console zal in de Opstart/Stand-by-modus worden geplaatst wanneer hij op een stroombron wordt aangesloten, wan-
neer er een toets wordt ingedrukt of wanneer hij een signaal ontvangt van de toerentalsensor als gevolg van trapbewegin-
gen op het toestel.
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Als de console in een tijdspanne van ongeveer 5 minuten geen enkele input ontvangt, dan wordt hij automatisch uitge-
schakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaapstand staat.
Opmerking: De console heeft geen Aan/Uit-schakelaar.
29
Initiële installatie
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, moeten de datum, de tijd en uw voorkeur van de meeteenhe-
den worden ingesteld.
1. Datum: Druk op de toetsen Hoger/Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toet-
sen Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
2. Druk op OK om in te stellen.
3. Tijd: Druk op de toetsen Hoger/Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen
Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (uur/minuten/AM of PM) te veranderen.
4. Druk op OK om in te stellen.
5. Meeteenheden: Druk op de toetsen Hoger/Lager om te kiezen tussen 'MILES' (Engelse maten) of 'KM' (metrische
maten).
6. DrukopOKomintestellen.DeconsolekeertterugnaarhetOpstart/Stand-by-scherm.
Opmerking: Om deze instellingen aan te passen gaat u naar de sectie 'Instelmodus van de console'.
Snelstartprogramma (handmatig)
Met het handmatige snelstartprogramma kunt u een training starten zonder enige informatie in te voeren.
Bij een handmatige training staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom zal om de 2 minuten
verder over het scherm verschuiven. Als de training langer duurt dan 30 minuten, dan wordt de actieve kolom vastgezet
op de verste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het display geduwd.
1. Ga op het toestel zitten.
2. DrukopdeUSER-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.Alsunoggeengebruikersproelhebtingesteld,dan
kuntueenproelzonderaangepastegegevenskiezen(alleenstandaardwaarden).
3. Druk op de QUICK START-knop om het handmatige programma te starten.
4. Om de weerstand te veranderen drukt u op de toetsen voor het verhogen of verlagen van de weerstand. Het huidige
interval en de daaropvolgende intervallen worden ingesteld op het nieuwe niveau. De standaardwaarde van de
weerstand voor het handmatige programma is 4. De klok telt op vanaf 0:00.
Opmerking: In geval van een handmatige training van meer dan 99 minuten en 59 seconden (99:59) verspringen de
tijdseenheden naar uren en minuten (1 uur, 40 minuten).
5. Stop met trappen en druk op PAUSE/END om de training te pauzeren wanneer u klaar bent. Druk nogmaals op PAU-
SE/END om de training te beëindigen.
Opmerking: De trainingsresultaten worden in het huidige gebruikersprofiel opgeslagen.
Gebruikersprofielen
Op de console kunt u 4 gebruikersprofielen opslaan en gebruiken. De resultaten van iedere training worden automatisch
in de gebruikersprofielen opgeslagen, waar ze kunnen worden bekeken.
De volgende gegevens worden in het gebruikersprofiel opgeslagen:
Naam-maximaal10tekens
Leeftijd
Gewicht
Lengte
Geslacht
Gewenste trainingswaarden
Een gebruikersprofiel kiezen
Iederetrainingwordtopgeslagenineengebruikersproel.Zorgdatuhetjuistegebruikersproelkiestvoordatueentrai-
ning start. De laatste gebruiker die een training heeft voltooid, wordt standaard geselecteerd.
30
Gebruikersproelenzijningesteldopdestandaardwaardentotdatzewordenaangepast.Vergeetuwgebruikersproeldus
niet te bewerken voor meer accurate informatie over calorieverbruik en hartslagwaarden.
KiesophetOpstartschermeenvandegebruikersproelenmetbehulpvandeUSER-toets.Opdeconsolewordtdenaam
enhetpictogramvanhetgebruikersproelweergegeven.
Gebruikersprofiel bewerken
1. Kies op het Opstartscherm een van degebruikersproelenmetbehulpvandedeUSER-toets.
2. Druk op de OK-toets om het gebruikersprofiel te kiezen.
3. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'EDIT' (Bewerken) en de naam van het huidige gebruikersprofiel.
Druk op OK om de optie 'Gebruikersprofiel bewerken' te starten.
DrukopdetoetsPAUSE/ENDomdeoptie'Gebruikersproelbewerken'teverlaten.Deconsolezalnaarhet
Opstartscherm terugkeren.
4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'NAME' (Naam) en de naam van het huidige gebruikersprofiel.
Opmerking: Het veld voor de naam van de gebruiker is leeg als dit de eerste bewerking is. De naam van een gebrui-
kersprofiel is beperkt tot 10 tekens.
Het huidige actieve segment knippert. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om door het alfabet en een spatie (te vinden
tussen A en Z) te navigeren. Voor het instellen van elk segment gebruikt u de toetsen Links () of Rechts () om van
het ene segment naar het andere te gaan.
Druk op OK om de weergegeven gebruikersnaam te accepteren.
5. Voor het bewerken van de andere gebruikersgegevens (EDIT AGE, EDIT WEIGHT, EDIT HEIGHT, EDIT GENDER)
gebruikt u de toetsen Hoger/Lager om de waarden aan te passen en drukt u op OK om iedere invoer vast te leggen.
6. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SCAN'(Scannen).Metdezeoptiecontroleertuhoede
trainingswaarden tijdens een training op het onderste display worden weergegeven. Wanneer deze optie is
uitgeschakeld, kan de gebruiker met behulp van de toetsen RECHTS of LINKS de andere trainingswaarden
bekijkenwanneerhijdatwenst.Wanneerdeoptieisingeschakeld,geeftdeconsoleomde6secondeneenandere
trainingswaarde weer.
De optie is standaard uitgeschakeld.
Druk op de OK-toets om de manier waarop de trainingswaarden worden weergegeven, vast te leggen.
7. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'WIRELESS HR' (Draadloze hartslagmeting). Als u de luidsprekers
van de console gebruikt met hoge instellingen en/of een groter persoonlijk elektronisch apparaat gebruikt, dan
wordt de hartslagmeting op de console mogelijk verstoord door interferentie. Met deze optie kunt u de telemetrische
hartslagontvanger uitschakelen om de interferentie te blokkeren.
Op het bovenste display ziet u de huidige waarde-instelling: 'ON' of 'OFF'. Druk op de toetsen Hoger () of Lager ()
om de waarde te veranderen.
De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de telemetrische hartslagontvanger te activeren.
8. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'EDIT LOWER DISPLAY' (Onderste display bewerken). Met deze
optie bepaalt u welke trainingswaarden worden weergegeven tijdens een training.
Op het onderste display verschijnen alle trainingswaarden, waarbij de actieve trainingswaarde knippert. Op het
bovenste display ziet u de actieve waarde-instelling: 'ON' of 'OFF'. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de
actieve trainingswaarde te verbergen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de actieve trainingswaarde te
veranderen.
OPMERKING: Om een verborgen trainingswaarde zichtbaar te maken herhaalt u de procedure en verandert u de instel-
ling voor die waarde op het bovenste display naar 'ON'.
Wanneer u klaar bent met het bewerken van het onderste display, drukt u op OK om de instellingen vast te leggen.
Hr
31
9. De console keert terug naar het Opstartscherm met de geselecteerde gebruiker.
Een gebruikersprofiel resetten
1. Kies op het Opstartscherm een van degebruikersproelenmetbehulpvandeUSER-toets.
2. Druk op de OK-toets om het gebruikersprofiel te kiezen.
3. Op het consoledisplay verschijnt de naam van het huidige gebruikersprofiel en de boodschap 'EDIT' (Bewerken).
Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de boodschap te veranderen.
Opmerking: DrukopdetoetsPAUSE/ENDomdeoptie'Gebruikersproelbewerken'teverlaten.Deconsolezalnaar
het Opstartscherm terugkeren.
4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'RESET' (Resetten) en de naam van het huidige gebruikersprofiel.
Druk op OK om de optie 'Gebruikersprofiel resetten' te starten.
5. De console zal nu vragen om het verzoek voor het resetten van het gebruikersprofiel te bevestigen (de
standaardkeuze is 'NO'). Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de keuze aan te passen.
6. Druk op OK om uw keuze te maken.
7. De console keert terug naar het Opstartscherm.
De weerstand aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van het weerstandsniveau om de weerstand op ieder
gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen. Om de weerstand snel aan te passen drukt u op de gewenste
weerstandssneltoets. De console zal de weerstand aanpassen tot het ingestelde weerstandsniveau van de sneltoets.
Proelprogramma's
Dezeprogramma'sautomatiserenverschillendeweerstands-entrainingsniveaus.Deproelprogramma'szijngeorgani-
seerd in categorieën (Fun Rides, Mountains en Challenges).
Opmerking: Zodra een gebruiker alle categorieën ziet, worden ze uitgevouwen zodat de programma's binnen elke
categorie worden weergegeven.
FUN RIDES
Rolling Hills Ride in the Park
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Easy Tour Stream Crossing
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
MOUNTAINS
Pike’sPeak MountHood
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
32
Pyramids Summit Pass
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
CHALLENGES
Uphill Finish Cross-Training
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Interval Stairs
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Trainingsproel en doelprogramma
Opdeconsolekuntuhetproelprogrammaenhettypedoelvooruwtrainingkiezen(Afstand,DuurofCalorieën).Ukunt
ook de doelwaarde instellen.
1. Ga op het toestel zitten.
2. DrukopdeUSER-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
3. Druk op de toets Programs.
4. Druk op de toetsen Links () of Rechts () om een trainingscategorie te kiezen.
5. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om een profieltraining te kiezen, en druk op OK.
6. Gebruikde toetsen Hoger () of Lager () om een doeltype (Afstand, Duur of Calorieën) te kiezen, en druk op OK.
7. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om de trainingswaarde aan te passen.
8. Druk op OK om de doelgerichte training te starten. De GOAL-waarde neemt af naarmate de waarde voor voltooid
percentage toeneemt.
Opmerking: Bij een caloriedoel staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom zal om de 2
minuten verder over het scherm verschuiven. Als de training langer duurt dan 30 minuten, dan wordt de
actieve kolom vastgezet op de laatste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het
display geduwd.
Conditietestprogramma
De Fitness Test meet de verbeteringen van uw fysieke conditie. De test vergelijkt uw afgeleverde vermogen (in watt) met
uw hartslag. Als uw conditie verbetert, dan zal uw afgeleverde vermogen bij een bepaalde hartslag stijgen.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
U kunt de Fitness Test starten vanuit de categorie FEEDBACK. Het Fitness Test-programma vraagt u eerst om uw condi-
tieniveautekiezen-Beginner(‘BEG’)ofAdvanced(‘ADV’).Deconsolezalopbasisvandeleeftijds-engewichtwaarden
vanhetgeselecteerdegebruikersproeluwconditiescoreberekenen.
Start de training en houd de hartslagsensoren vast. Wanneer de test start, wordt de intensiteit van de training langzaam
opgevoerd. Dit betekent dat u harder moet werken en uw hartslag zal toenemen. De intensiteit blijft automatisch
toenementotdatuwhartslagde‘TestZone’bereikt.Dezezoneisindividueelberekendopongeveer75procentvande
maximalehartslagvanuwgebruikersproel.Wanneerude‘TestZone’bereikt,houdthettoesteldeintensiteitconstant
33
gedurende 3 minuten. Hierdoor kunt u een stabiele toestand bereiken (waarin uw hartslag constant wordt). Na deze 3
minuten meet de console uw hartslag en het afgeleverde vermogen. De computer gebruikt deze waarden, samen met uw
leeftijd en gewicht, om een conditiescore te berekenen.
Opmerking: Fitness Test-scores mogen alleen worden vergeleken met uw vorige scores en niet met andere
gebruikersprofielen.
Vergelijk uw conditiescores om uw vooruitgang te zien.
Hersteltestprogramma
De 'Recovery Test' geeft aan hoe snel uw hart zich vanuit een trainingstoestand herstelt naar een meer rustige toestand.
Een hoger herstel is een indicator van toenemende conditie.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
Kiesbijeenverhoogdehartslaghethersteltestprogramma.Opdeconsoleverschijnt‘STOPEXERCISING’(Stopmet
trainen), waarbij de doelwaarde begint af te tellen. Stop met trainen, maar blijf de hartslagsensoren vasthouden. Na 5
secondenverschijnter‘RELAX’(Ontspan)ophetdisplayenwordterafgeteldtot00:00.Gedurendedeheleminuutwordt
ook uw hartslag op de console weergegeven. U moet de hartslagsensoren gedurende de hele test vasthouden als u geen
draadloze hartslagmeter gebruikt.
Ophetdisplayblijftdeboodschap‘RELAX’enuwhartslagtezientotdathetdoel00:00bereikt.Deconsolezalvervolgens
uw herstelscore berekenen.
Herstelscore = uw hartslag bij 1:00 (het begin van de test) minus uw hartslag bij 00:00 (het einde van de test).
Hoehogerde‘RecoveryTest’-score,destesnelleruwhartslagterugvaltnaareenmeerrustigetoestand,wateenindica-
tie is van een verbeterende conditie. Wanneer u deze waarden registreert over een langere periode, kunt u een tendens
zien naar een betere gezondheid.
Wanneeruhet‘RecoveryTest’-programmakiestenergeenhartslagsignaalof-weergaveis,verschijnteropdeconsole
‘NEEDHEARTRATE’(Hartslagnodig).Dezeboodschapwordtgedurende5secondenweergegeven.Alsergeensignaal
wordt gedetecteerd, wordt het programma beëindigd.
Praktische tip: Voor een meer relevante score probeert u gedurende 3 minuten een stabiele hartslag te verkrijgen voordat
u het herstelprogramma start. Dit is gemakkelijker in het handmatige programma, waar u de beste resultaten verkrijgt,
omdat u er het weerstandsniveau kunt regelen.
Trainingsprogramma's met hartslagcontrole (HRC)
In de programma's met hartslagcontrole (HRC) kunt u een hartslagdoel voor uw training instellen. Het programma be-
waakt uw hartslag in slagen per minuut (BPM) door middel van de CHR-sensoren op het toestel of een hartslagborstband,
en past de training zo aan dat uw hartslag in de geselecteerde zone blijft.
Opmerking: Voor een goede werking van het HRC-programma moet de console de hartslaggegevens van de CHR-
sensoren of de HRM-borstband kunnen aflezen.
De programma's met doelhartslag gebruiken uw leeftijd en andere gebruikersinformatie om de hartslagzonewaarden voor
uw training in te stellen. Op het consoledisplay verschijnen vervolgens boodschappen voor het instellen van uw training:
1. Kies het niveau van de Heart Rate Control-training: BEGINNER ('BEG') of ADVANCED ('ADV'), en druk op OK.
2. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () omhetpercentagevandemaximalehartslagteselecteren:50–60%,
60–70%,70–80%,80–90%.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter referentie worden gebruikt.
34
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de doelwaarde voor de training in te stellen.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone.
5. Druk op OK om de training te starten.
Een gebruiker kan een hartslagzone instellen in plaats van een waarde door het 'Heart Rate Control - User'-programma te
kiezen. De console zal de training aanpassen om de gebruiker in de gewenste hartslagzone te houden.
1. Kies HEART RATE CONTROL - USER en druk op OK.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de hartslagzone voor de training in te stellen, en druk op OK. Op de
console verschijnen links de hartslagzone (procent) en rechts het hartslagbereik voor de gebruiker.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde voor de training in te stellen.
5. Druk op OK om de training te starten.
Van trainingsprogramma veranderen tijdens een training
Via de console kunt u vanuit een actieve training een ander trainingsprogramma starten.
1. Druk tijdens een actieve training op PROGRAMS.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het gewenste trainingsprogramma te kiezen, en druk op OK.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde voor de training in te stellen.
5. Druk op OK om de actieve training te stoppen en de nieuwe training te starten.
Devorigetrainingswaardenwordenopgeslageninhetgebruikersproel.
Pauzeren of stoppen
De console wordt in de pauzestand gezet als de gebruiker tijdens een training stopt met trappen en op PAUSE/END drukt,
of wanneer er gedurende 5 seconden geen toerentalsignaal meer is (gebruiker trapt niet). De console doorloopt een reeks
berichten die om de 4 seconden veranderen:
- WORKOUT PAUSED (Training op pauze gezet)
-PEDALTOCONTINUE(Trapomverdertegaan-indieneenets)/STRIDETOCONTINUE(Stapomverderte
gaan - indien een crosstrainer)
- PUSH END TO STOP (Druk op END om te stoppen)
Tijdens een onderbroken training kunt u de toetsen Hoger/Lager gebruiken om handmatig door de resultaten te navige-
ren.
1. Stop met trappen en druk op de toets PAUSE/END om uw training te onderbreken.
2. Om uw training voort te zetten drukt u op OK of begint u te trappen.
Om de training te stoppen drukt u op de PAUSE/END-toets. De console wordt in de Resultaten/Afkoel-modus ge-
plaatst.
35
Resultaten/Afkoel-modus
Na een training wordt op het GOAL-display de resterende tijd van de afkoelperiode weergegeven, waarbij er wordt afge-
teld vanaf 03:00. Tijdens deze afkoelperiode verschijnen de trainingsresultaten op de console. Alle trainingen, behalve
Quick Start, hebben een afkoelperiode van 3 minuten.
Op het lcd-scherm worden de huidige trainingswaarden weergegeven in drie kanalen:
a.) TIJD (totaal), AFSTAND (totaal) en CALORIEËN (totaal)
b.) SNELHEID (gemiddeld), TPM (gemiddeld) en HARTSLAG (gemiddeld)
c.) TIJD (gemiddeld), NIVEAU (gemiddeld) en CALORIEËN (gemiddeld).
Druk op de toetsen Links () of Rechts () om handmatig door de resultaten te navigeren.
Tijdens de afkoelperiode wordt de weerstand aangepast naar een derde van het gemiddelde niveau van de training. De
weerstand in de afkoelperiode kan met behulp van de toetsen voor het verhogen en verlagen van de weerstand worden
aangepast. De console zal de waarde echter niet weergeven.
Met de PAUSE/END-toets kunt u de afkoelperiode onderbreken en naar de opstartmodus terugkeren. Zonder toerental- of
hartslagsignaal wordt de console automatisch in slaapstand gezet.
GOAL TRACK-statistieken (en prestaties)
Destatistiekenvanelketrainingwordenopgeslagenineengebruikersproel.
De Schwinn Dual Track™-console geeft de Goal Track-trainingsstatistieken weer op het onderste display in drie kanalen:
a.) TIJD (totaal), AFSTAND (totaal) en CALORIEËN (totaal)
b.) SNELHEID (gemiddeld), TPM (gemiddeld) en HARTSLAG (gemiddeld)
c.) TIJD (gemiddeld), AFSTAND (gemiddeld) of NIVEAU (gemiddeld) * en CALORIEËN (gemiddeld)
* Als de Goal Track-statistiek een enkele training betreft, dan wordt NIVEAU (gemiddeld) weergegeven. Als
de Goal Track-statistiek een combinatie van meerdere trainingen betreft, dan wordt AFSTAND (gemiddeld)
weergegeven in plaats van NIVEAU (gemiddeld).
DeGOALTRACK-statistiekenvaneengebruikersproelbekijken:
1. Druk vanaf het opstartscherm op de USER-toets om een gebruikersprofiel te kiezen.
2. Druk op de GOAL TRACK-toets. Op de console worden de meest recente trainingswaarden weergegeven en wordt
het overeenkomstige prestatielampje geactiveerd.
Opmerking: Goal Track-statistieken kunnen zelfs tijdens een training worden bekeken. Druk op GOAL TRACK om
de meest recente trainingswaarden weer te geven. De trainingswaarden voor de huidige training zullen
worden verborgen, behalve voor het GOAL-display. Druk nogmaals op GOAL TRACK om terug te keren
naar het opstartscherm.
3. Druk op de toets Hoger ()omnaardevolgendeGOALTRACK-statistiektegaan,‘LAST7DAYS’(afgelopen7
dagen). Op de console worden de verbruikte calorieën weergegeven (50 calorieën per segment) voor de afgelopen
zeven dagen, samen met de totalen van de trainingswaarden. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door
alle trainingsstatistieken te navigeren.
4. Druk op de toets Hoger ()omnaar‘LAST30DAYS’(afgelopen30dagen)tegaan.Opdeconsoleverschijnende
totale waarden van de afgelopen dertig dagen. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainingssta-
tistieken te navigeren.
5. Druk op de toets Hoger ()omnaar‘LONGESTWORKOUT’(Langstetraining)tegaan.Opdeconsoleverschijnen
de trainingswaarden met de hoogste Tijd-waarde. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainings-
statistieken te navigeren.
6. Drukopdetoets Hoger () om naar 'CALORIE RECORD' (Calorierecord) te gaan. Op de console verschijnen de
trainingswaarden met de hoogste Calorie-waarde. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainings-
statistieken te navigeren.
36
7. Druk op de toets Hoger () om naar 'BMI', of BodyMassIndex, te gaan. Op de console wordt de BMI-waarde weer-
gegeven op basis van de gebruikersinstellingen. Zorg ervoor dat uw lengte correct is ingevoerd in uw gebruikerspro-
el,endatuwgewichtactueelis.
De BMI-meting is een nuttig hulpmiddel dat de verhouding tussen gewicht en lengte aantoont, die verband houdt met
lichaamsvet en gezondheidsrisico. In de onderstaande tabel vindt u een algemene beoordeling van de BMI-score:
Ondergewicht Onder 18,5
Normaal 18,5–24,9
Overgewicht 25,0–29,9
Zwaarlijvigheid 30,0 en hoger
Opmerking: De beoordeling overschat mogelijk het lichaamsvet bij atleten en andere personen die atletisch gebouwd
zijn. De beoordeling kan het lichaamsvet echter ook onderschatten, onder andere bij oudere mensen en
andere personen die spiermassa hebben verloren.
Raadpleeg uw arts voor meer informatie over de 'Body Mass Index' (BMI) en het gewicht dat voor u ideaal is.
Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
8. Druk op de toets Hoger () om naar de boodschap 'SAVE TO USB - OK?' (Opslaan op USB - OK?) te gaan. Druk
op OK. Nu verschijnt de boodschap 'ARE YOU SURE? - NO' (Bent u zeker? - Nee'). Druk op de toets Hoger () om
'Ja' te selecteren, en druk op OK. De console zal u vragen om de USB-stick in te voeren ('INSERT USB'). Steek een
USB-stick in de USB-poort. De console zal de statistieken op de USB-stick opslaan.
Op de console verschijnt eerst 'SAVING' (Bezig met opslaan), en vervolgens 'REMOVE USB' (Verwijder USB-stick)
wanneer het veilig is om de USB-stick te verwijderen.
Opmerking: Druk op de PAUSE/END-toets om de boodschap 'SAVING' te stoppen.
9. Druk op de toets Hoger () om naar de boodschap 'CLEAR WORKOUT DATA - OK?' (Trainingsgegevens wissen -
OK?) te gaan. Druk op OK. Nu verschijnt de boodschap 'ARE YOU SURE? - NO' (Bent u zeker? - Nee'). Druk op de
toets Hoger () om 'ARE YOU SURE? - YES' (Bent u zeker? - Ja) te selecteren, en druk op OK. De trainingen van
de gebruiker werden gereset.
10. Druk op GOAL TRACK om terug te keren naar het opstartscherm.
Wanneer een gebruiker tijdens een training de waarden 'LONGEST WORKOUT' of 'CALORIE RECORD' van de vorige
trainingen overtreft, zal de console de gebruiker feliciteren met een hoorbaar geluid en hem informeren van de nieuwe
prestatie. Het overeenkomstige prestatie-indicatielampje zal ook gaan branden.
37
INSTELMODUS VAN DE CONSOLE
In de Instelmodus van de console kunt u de datum en de tijd invoeren, de meeteenheden instellen op Engelse of
metrische maten, het toesteltype wijzigen, de geluidsinstellingen regelen (aan/uit) of onderhoudsstatistieken bekijken
(foutenlogenwerkuren–alleenvoordeonderhoudsmonteur).
1. Houd de PAUSE/END-toets en de toets Rechts gedurende 3 seconden samen ingedrukt terwijl u in de Opstartmodus
bent om naar de Instelmodus van de console te gaan.
Opmerking: Druk op PAUSE/END om de Instelmodus van de console te verlaten en naar het Opstartscherm terug te
keren.
2. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Date' (Datum) met de huidige instelling. Druk op de toetsen Hoger/
Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de selectie
van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
3. Druk op OK om in te stellen.
4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Time' (Tijd) met de huidige instelling. Druk op de toetsen Hoger/Lager
om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de selectie van de
huidige actieve waarde (uur/minuten/AM of PM) te veranderen.
5. Druk op OK om in te stellen.
6. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Units'(Eenheden)metdehuidigeinstelling.Omdezeinstellingte
wijzigen drukt u op OK om de optie 'Units' te starten. Druk op de toetsen Hoger/Lager om te kiezen tussen 'MILES'
(Engelse maten) of 'KM' (metrische maten).
Opmerking: Als de eenheden worden gewijzigd wanneer er in de gebruikersstatistieken gegevens aanwezig zijn, dan
worden de statistieken omgezet naar de nieuwe eenheden.
7. Druk op OK om in te stellen.
8. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Sound Settings' (Geluidsinstellingen) met de huidige instelling. Druk
op de toetsen Hoger/Lager om te kiezen tussen 'ON' (Aan) en 'OFF' (Uit).
9. Druk op OK om in te stellen.
10. Op de console verschijnen de totale werkuren ('TOTAL RUN HOURS') van het toestel.
11. Druk op OK voor de volgende boodschap.
12. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Software Version'.
13. Druk op OK voor de volgende boodschap.
14. De console keert terug naar het Opstartscherm.
38
ONDERHOUD
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u alleen met de hulp
van een tweede persoon uitvoeren.
!
De apparatuur moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit te voeren.
De eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud. Versleten, beschadigde of
losse onderdelen moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen. Er mogen uitsluitend door de
fabrikant aangeleverde onderdelen worden gebruikt om het product te onderhouden en te repareren.
Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of
loskomen, neem dan contact op met uw lokale verdeler om de klevers te vervangen.
Schakel de stroomtoevoer naar het toestel volledig uit voordat u onderhoud uitvoert.
Dagelijks:
Inspecteerhettnesstoestelvoorelkgebruikoploszittende,defecte,beschadigdeofversleten
onderdelen.
Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Repareer of vervang alle onderdelen bij
de eerste tekenen van slijtage. Veeg na elke training zweet van het toestel en de console met
behulp van een vochtige doek.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
NB: Gebruik zo nodig alleen een mild afwasmiddel met een zachte doek om de console
schoon te maken. Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie
of met een product dat ammoniak bevat. Maak de console niet schoon in direct zonlicht of
bij hoge temperaturen. Zorg ervoor dat de console niet vochtig wordt.
Wekelijks:
Maak het toestel schoon om eventueel stof of vuil te verwijderen. Controleer of het schuifme-
chanisme van het zadel nog vlot werkt. Desnoods brengt u een zeer dun laagje siliconensmeer-
middel aan om de werking soepeler te maken.
!
Smeermiddel op basis van siliconen is niet bedoeld voor consumptie door de
mens. Buiten het bereik van kinderen houden. Opbergen op een veilige plaats.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer de pedalen en crankarmen en draai ze eventueel aan. Controleer of alle bouten en
schroeven zijn aangedraaid. Zet ze indien nodig beter vast.
NB: Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie of met een reinigingsmiddel voor
auto’s.Zorgdatdeconsolenietnatwordt.
39
Onderhoudsonderdelen
CC
BB
A
AA
Z
Y
D
F
B
C
E
H
I
J
K
L
M
W
X
N
V
P
O
Q
R
T
S
U
G
A
AA
BB
40
A Console K Beschermkap, links U Snelheidssensormagneet (8)
B Rugleuning L Transportwiel V Consolekabel, onderaan
C Kap voor de stoel M Stabilisatiesteun, vooraan W Beschermkap, rechts
D Bidonhouder N Hartslagkabel, onderaan X Pedaal, rechts
E Handvat, zijkant O Snelheidssensor Y Beschermkap, bovenaan
F Zitvlak P Crankarm Z Dop beschermkap
G Hendel voor het verstellen
van de stoel
Q Servomotor AA Consolekabel, bovenaan
H Gemonteerd frame R Reminrichting BB Hartslagkabel, bovenaan
I Achterste stabilisatiesteun S Vliegwiel CC Consolemast
J Pedaal, links T Aandrijfriem
41
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Geen weergave/gedeelte-
lijke weergave/toestel wil
niet opstarten
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de
adapter of aansluiting van een toestel als een van beide be-
schadigd is.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer of het console-
display niet beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat het consoledisplay gebar-
sten of anderszins beschadigd is. Vervang de console, indien
beschadigd.
Consoledisplay Als alle aansluitingen prima zijn en de console toch niet alles
behoorlijk weergeeft, dan moet u hem vervangen.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale
verdeler voor verdere hulp.
Het toestel werkt, maar
de contactsensoren voor
hartslagmeting worden
niet weergegeven
Hartslagkabel aangeslo-
ten op console
Zorg dat de kabel veilig op de console is aangesloten.
Aansluiting aftakdoos van
hartslagkabel
Zorg dat de kabels van het handvat en de kabel naar de con-
sole veilig en onbeschadigd zijn.
Sensorgreep Zorg dat uw handen goed op de hartslagsensoren geplaatst
zijn. U moet uw handen stil houden met een relatief gelijke
drukuitoefening aan beide kanten.
Droge of eeltige handen Sensoren kunnen moeite hebben met uitgedroogde of eeltige
handen. Een geleidende elektrodecrème (hartslaggel) kan de
geleiding beter maken. Deze crèmes zijn verkrijgbaar op het
internet,inmedischewinkelsofinenkelegroteretnesscentra.
Vast handvat Als uit tests blijkt dat er geen andere problemen zijn, dan moet
het handvat worden vervangen.
Het toestel werkt, maar
de telemetrische hartslag-
meting wordt niet weerge-
geven
Borstband (optioneel) De borstband moet 'POLAR
®
'-compatibel en ongecodeerd zijn.
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Batterijen borstband Als de band is voorzien van vervangbare batterijen, plaats dan
nieuwe batterijen.
Gebruikersproel
controleren
Selecteerdeoptie'EditUserProle'(Gebruikersproelbewer-
ken)voorhetgebruikersproel.Ganaardeinstelling'WIRE-
LESS HR' (Draadloze hartslagmeting) en zorg ervoor dat de
huidige waarde is ingesteld op 'ON'.
Interferentie Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Vervang de borstband Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Vervang de console Als de hartslagmeting nog altijd niet werkt, vervang dan de
console.
PROBLEMEN OPLOSSEN
42
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Het toestel werkt, maar
de telemetrische hartslag-
meting wordt verkeerd
weergegeven.
Interferentie Zorg dat de HR-ontvanger niet wordt verstoord door een
persoonlijk elektronisch apparaat aan de linkerkant van het
mediadraagblad.
Op de console verschijnt
de foutcode 'E2'
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Elektronica van de con-
sole
Als uit tests blijkt dat er geen andere problemen zijn, neem dan
contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
Geen weergave van snel-
heid/toerental, console
geeft foutmelding 'Gelieve
te trappen' weer
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De magneet moet op de katrol bevestigd zijn.
Controleer de snelheids-
sensor (hiervoor moet
de beschermkap worden
verwijderd)
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de magneet
en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de sensor
indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt aan de
sensor of de aansluitdraad.
Weerstand verandert
niet (toestel kan worden
ingeschakeld en werkt)
Batterijen (indien
aanwezig)
Vervang de batterijen en controleer op correcte werking.
Controleer de console Zoek naar zichtbare tekenen dat de console beschadigd is.
Vervang de console, indien beschadigd.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. Herinstalleer alle aansluitingen. De kleine kabelsluiting op
de connector moet juist zijn ingevoerd en vastklikken.
Controleer de servomotor
(hiervoor moet de
beschermkap worden
verwijderd)
Indien de magneten bewegen, verplaats ze totdat ze zich
binnen het juiste bereik bevinden. Vervang de servomotor als
deze niet correct werkt.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale distributeur voor verdere
hulp.
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de
adapter of aansluiting van een toestel als een van beide be-
schadigd is.
43
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De magneet moet op de katrol bevestigd zijn.
Controleer de snelheids-
sensor (hiervoor moet
de beschermkap worden
verwijderd)
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de magneet
en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de sensor
indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt aan de
sensor of de aansluitdraad.
De ventilator start of stopt
niet
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aanslui-
tingen/oriëntatie van de
datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
De ventilator start niet,
maar de console werkt
Controleer of de ventilator
niet geblokkeerd is
Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 5 minuten.
Verwijder materiaal van de ventilator. Maak de console indien
nodig los om dit te vergemakkelijken. Vervang de console als u
niet in staat bent om de blokkering te verhelpen.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Verstel de stelpootjes totdat het toestel waterpas staat.
Controleer de vloer onder
het toestel
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende in
hetgevalvaneenextreemoneenvloer.Verplaatshettoestel
naareeneenruimte.
De gemonteerde stoel
verschuift/piept wanneer
hij wordt gebruikt
Montagemateriaal Controleer het montagemateriaal waarmee de gemonteerde
stoel is vastgemaakt, en draai al het bevestigingsmateriaal
aan.
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Het pedaal moet stevig op de crank zijn gedraaid. Controleer of
de aansluiting niet verkeerd is vastgeschroefd.
Controleer de aansluiting
tussen de crank en de as
De crank moet stevig op de as zijn gedraaid. Zorg dat de
cranks in een hoek van 180 graden van elkaar zijn aangeslo-
ten.
Klikgeluid bij het trappen Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crankarm
Verwijder de pedalen. Controleer of de schroefdraad niet vuil is
en monteer de pedalen opnieuw.
Nautilus® Bowex® Schwinn® Universal®
8013264.030117.B
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Schwinn 570R Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual