Bauknecht KGI 11411/A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
28
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het apparaat dat u zojuist gekocht heeft, is
ontworpen voor huishoudelijk gebruik en voor
het gebruik in:
- keukens van werkplekken, winkels en/of
kantoren
- op boerderijen
- in hotels, motels, residences, bed & breakfast
voor het gebruik door de verschillende
klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is
het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog
eens kunt raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar
en draagt het recycling symbool . Voor de
verwerking moeten de plaatselijke voorschriften
worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het
bereik van kinderen worden gehouden, omdat het
een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te
zorgen dat dit product op de juiste manier als afval
wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt
afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door
te snijden en de deuren en schappen te
verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het
apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en
breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar
dagen, aangezien het voor kinderen een bron van
gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over
de behandeling, terugwinning en recycling van dit
product wordt u verzocht contact op te nemen met
het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat
R134a (HFC) of R600a (HC), zie
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is
een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft
op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is
daarom noodzakelijk om te controleren of de
leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas
bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt; het
koelgas zit in een hermetisch verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG) nr.
1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de
markt gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de
"Laagspanningsrichtlijn" 2006/95/EG (die de
richtlijn 73/23/EEG en latere verordeningen
vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen
gewaarborgd wanneer het op de juiste
wijze op een efficiënt werkende
installatie is aangesloten, die volgens de
wettelijke voorschriften is geaard.
MILIEUTIPS
29
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de installatie
de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven
het apparaat om een goede ventilatie te
garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de
koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer die
het gewicht kan dragen en in een ruimte die
geschikt is voor de afmetingen en het gebruik
van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het serienummerplaatje
staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor een
lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters
of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding
de bij het nieuwe apparaat geleverde slang en
niet die van het vorige apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice worden gewijzigd of vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van
het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Voorkom de opslag in het apparaat van sprays of
houders met drijfgassen of brandbare stoffen.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt
van het apparaat of van andere elektrische
huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische, elektrische
of chemische systemen die het ontdooiproces
versnellen dan door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens, of zonder ervaring of
kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens
het gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen
niet worden toegestaan in het product te spelen
of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat
ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers
moeten op een waterleidingnet aangesloten
worden dat uitsluitend drinkwater levert (met
een waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81
MPa (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte
want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
EN ADVIEZEN
Klimaatklasse
Omg. Temp.
(°C)
Omg. Temp.
(°F)
SN van 10 tot 32 van 50 tot 90
N van 16 tot 32 van 61 tot 90
ST van 16 tot 38 van 61 tot 100
T van 16 tot 43 van 61 tot 110
30
Het niet naleven van de instructies m.b.t. desinfectering kan de hygiënische veiligheid van het
afgetapte water in gevaar brengen.
Bij het eerste gebruik van het apparaat wordt geadviseerd om 9-14 liter water of 6/7 minuten (hoeft
niet achter elkaar, maar wel vóór de consumptie) weg te laten stromen en het ijs dat gedurende de
eerste 24 uur geproduceerd wordt weg te gooien.
Zet de uittrekbare watertap (indien aanwezig) alleen aan met hygiënisch schone handen.
Wij adviseren u voor het regelmatig schoonmaken van de tank of de lade van de ijsblokjes alleen
stromend water te gebruiken.
Geadviseerd wordt om de ijs- en waterdispenser om de drie maanden te desinfecteren met een
desinfecterende oplossing die geschikt is voor materiaal dat in aanraking komt met voedsel (op basis van
natriumhypochloriet), die de eigenschappen van het materiaal niet verandert. Afspoelen onder
stromend water voor gebruik.
Onderdelen van de ijs- en waterdispenser mogen uitsluitend worden vervangen door originele, door de
fabrikant geleverde onderdelen.
Technische ingrepen moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice.
REINIGING, DESINFECTERING EN
ONDERHOUD IJS EN/OF WATERDISPENSER
(indien aanwezig)
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Let er tijdens de reiniging op dat u alle sporen van reinigingsmiddelen verwijdert!
Gebruik geen schuurmiddelen om het oppervlak niet te beschadigen.
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met water en vloeibaar reinigingsmiddel. Maak de gelakte
oppervlakken schoon met een zachte doek en met een reinigingsmiddel op basis van alcohol (bijvoorbeeld
een glasreiniger). U kunt ook gebruik maken van zuivere alcohol (ethylalcohol).
Gebruik geen schurende of agressieve reinigingsmiddelen (zoals reinigingsmiddel voor roestvrij staal) voor
het schoonmaken van de gelakte en kunststof delen.
Verwijder de uittrekbare accessoires uit de koelkast en maak ze schoon met water en vloeibaar
reinigingsmiddel. Was de kunststof onderdelen niet af in de afwasmachine.
Let op: de accessoires van de koelkast mogen niet in de afwasmachine worden gewassen.
Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater te garanderen, regelmatig de binnenkant van de
afvoeropening die op de achterwand van het koelvak zit in de buurt van de groente- en fruitlade,
schoonmaken.
ONDERHOUD EN REINIGING
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet. De temperaturen voor de ideale conservering van de
levensmiddelen worden van te voren door de fabriek ingesteld (3-5/MED).
Opmerking: Na de in werking stelling is het noodzakelijk 2/3 uur te wachten voordat de geschikte
conserveringstemperatuur voor een normale lading van het product bereikt is.
EERSTE GEBRUIK
31
Sluit het apparaat van het elektriciteitsnet af, leeg het apparaat, laat hem ontdooien en reinig hem. Laat de
deuren van het apparaat op een kier staan zodat er lucht in de verschillende gedeelten kan circuleren. Op
die manier wordt de vorming van schimmel en luchtjes vermeden.
Laat de deuren van het apparaat dicht. Op die manier blijven de voedingsmiddelen zo lang mogelijk koud.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten mogen niet opnieuw worden ingevroren, maar moeten
binnen 24 uur worden geconsumeerd.
ALS HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
STROOMONDERBREKING
BESCHRIJVING
Koelkast (A)
De koelkast is bedoeld om verse levensmiddelen
enkele dagen te bewaren.
Schap (1)
Het schap is in hoogte afstelbaar dankzij de
geleiders op de zijwanden van de koelkast. Het
schap heeft een beveiliging zodat het niet volledig
naar buiten getrokken worden. Om het schap uit
het apparaat te verwijderen moet u het aan de
achterkant een stukje optillen en dan naar buiten
trekken. De glazen schappen (alleen bij enkele
modellen) zijn voorzien van kunststof
afstandsstukken. Als u het schap wilt verwijderen
moet u eerst de afstandsstukken naar u toe
trekken. U kunt de afstandsstukken ook
verwijderen, maar bewaar deze wel voor
eventueel transport van het apparaat in de
toekomst. Bewaar de kwetsbaarste
32
levensmiddelen op het achterste deel van het
schap, want dat is de koudste zone.
Flessenrek (alleen bij enkele modellen)
Het flessenrek (het aantal hangt af van het model)
is bedoeld voor flessen. Het rek kan op twee
manieren geplaatst worden: horizontale stand of
enigszins naar voren hellend. De flessen kunnen
ook andersom neergelegd worden, met de dop
naar beneden.
Het flessenrek is beveiligd tegen volledig
uittrekken. U kunt het alleen verwijderen als het
leeg is. Til de achterkant op en trek het naar u toe.
Waarschuwing!
Als de binnenkant van de deur voorzien is van
accessoires (deurvakken, houders...), dan moet u
het rek zodanig plaatsen dat het sluiten van de
deur niet belemmerd wordt. Op het flessenrek
kunnen maximaal 9 flessen van 0,75 liter of meer
(totaal gewicht max. 13 kg) worden neergelegd -
zie het etiket onder het thermostaatkastje aan de
binnenkant het apparaat.
Opening voor de afvoer van dooiwater (2)
Onder de koelplaat die dient voor het koelen van
de binnenkant van de koelkast (gemonteerd in de
achterwand) zitten het gootje en het gat voor
afvoer van het dooiwater. Het gootje en het gat
mogen niet afgedekt worden (bijv. met
etensresten). Wij adviseren u deze regelmatig te
controleren en te reinigen (bijv. met een rietje).
Groente- en fruitlade (3)
De lade zit op de bodem van de koelkast onder
het glazen schap. Hier is de luchtvochtigheid hoog
en daarom kunnen groenten en fruit lang bewaard
worden.
Binnenkant van de deur
Aan de binnenkant van de deur zitten doosjes die
bedoeld zijn voor het bewaren van kaas, boter,
eieren, yoghurt, conserven enz.
Aan de onderkant zitten deurvakken voor flessen.
Binnenverlichting
Als u de deur opent, gaat het lampje branden.
Vriesvak (B)
Het vriesvak is bedoeld voor het invriezen van
verse levensmiddelen en het bewaren van
diepvriesproducten.
Invriesvak (4)
Is bedoeld voor het invriezen van verse
levensmiddelen.
Bewaarvak (5)
Is bedoeld voor het bewaren van
diepvriesproducten.
Gootje voor de afvoer van dooiwater (6)
(zie hoofdstuk Ontdooien van het vriesvak)
OPMERKING:
De accessoires kunnen variëren afhankelijk van
het model van het apparaat.
Bij de erkende Klantenservice kunt u doosjes,
deurvakken en schappen aanschaffen.
33
Als het koelvak van uw apparaat is uitgerust met een thermostaatkastje en met
een eventueel buitenpaneel, dan kan de temperatuur van beide vakken ingesteld
worden door aan de knop van de thermostaat te draaien zoals aangegeven in
afbeelding 1. Als u de thermostaatknop op STOP draait, dan wordt het hele
apparaat uitgeschakeld, maar als u de deur opent dan gaat het lampje van de
koelkast, als de stekker in het stopcontact zit, wel branden.
Opmerking: De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt
geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de
binnentemperatuur van de koelkast en het vriesvak. De stand van de
thermostaatknop dient op grond van deze factoren te worden aangepast.
A. Thermostaatknop
B. Lichtknopje
C. Lampje (zie aanwijzingen in de buurt van het lampje)
Thermostaat op 1/MIN: er wordt voor een minimale koeling gezorgd
Thermostaat op 3-5/MED: Gemiddelde koeling
Thermostaat op 7/MAX: zeer intensieve koeling
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het
lampje vervangt.
Druk met uw vingers het dekseltje in (in de richting van pijl 1), om het uit
zijn zitting te halen.
Verwijder vervolgens het dekseltje (in de richting van pijl 2) en vervang het
defecte lampje door een nieuw exemplaar (E14, max. 15 W).
WERKING KOELVAK EN VRIESVAK
Afb. 1
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van de koelkast duidt erop dat
het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening
in een opvangbak geleid, waar het verdampt.
De ventilator (alleen bij enkele modellen)
De ventilator helpt om de temperatuur gelijkmatig te verdelen en vermindert de vorming van condens
op de schappen.
De ventilator werkt niet als de deur van de koelkast open staat.
Wij adviseren u de ventilator in te schakelen als:
- de omgevingstemperatuur hoger is dan 30°C,
- de luchtvochtigheid toeneemt (in de zomer).
In-/uitschakelen van de ventilator
inschakelen =
uitschakelen =
0
Waarschuwing: Tijdens de werking van de ventilator neemt het energieverbruik toe.
KOELVAK
34
VRIESVAK
Dit apparaat is een koelkast met een sterren vriesvak. Diepgevroren levensmiddelen
kunnen bewaard worden gedurende de periode die aangegeven is op de verpakking en verse
levensmiddelen kunnen ingevroren worden. Let er op dat deze niet in contact komen met
reeds ingevroren levensmiddelen. De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan
worden ingevroren staat aangegeven op het typeplaatje. Geadviseerd wordt gedeeltelijk
ontdooide diepvriesproducten niet opnieuw in te vriezen, maar binnen 24 uur te consumeren.
Invriesprocedure
Bij de koelkast zonder schakelaar voor intensieve koeling: 24 uur voordat u levensmiddelen wilt
invriezen draait u de thermostaatknop op stand 4-6. Leg de in te vriezen levensmiddelen vervolgens op
het rooster van het vriesvak. Draai, ongeveer 24 uur nadat u de levensmiddelen in het vak gelegd hebt
(indien nodig), de thermostaatknop op de bedrijfsstand (zie hoofdstuk Temperatuurkeuze) en leg de reeds
ingevroren levensmiddelen in de laden (bewaarvakken).
Bij het model met schakelaar voor intensieve koeling: 24 uur voordat u
een grote hoeveelheid levensmiddelen wilt invriezen, draait u de
thermostaatknop op stand 4-6. Leg de verse levensmiddelen na 24 uur in het
vriesvak, zet 24 uur later de schakelaar uit en draai de thermostaatknop in
de gewenste stand (zie hoofdstuk Temperatuurkeuze).
De schakelaar staat uit als het merkteken (I) of het gekleurde merkteken zichtbaar is en staat uit als
het merkteken (0) op de schakelaar zichtbaar is of als het gekleurde merkteken onzichtbaar is (alleen
bij enkele modellen).
Verwijderen van de laden (afhankelijk van het model)
Trek de laden zo ver mogelijk uit, til ze een stukje op en haal ze weg.
Opmerking: Om een grotere inhoud te verkrijgen, kan het vriesvak ook zonder de bovenste laden
gebruikt worden. Voor de goede werking van het vriesvak moet de onderste lade op zijn plaats blijven
zitten. Controleer, nadat u de levensmiddelen op het rooster hebt gelegd, of de deur van het vriesvak
goed sluit.
IJsblokjes maken (indien aanwezig)
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in het vriesvak. Gebruik in geen geval scherpe of snijdende
voorwerpen om het bakje los te maken.
Wij adviseren u het vriesvak 1 of 2 keer per jaar of als de ijslaag te dik geworden is (3 mm dik)
te ontdooien.
IJsvorming is een normaal verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het ijs
vormt, hangt af van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van de frequentie
waarmee de deur wordt geopend en is over het algemeen groter op de bovenste roosters.
Om te ontdooien, afhankelijk van het model, het vriesvak of het hele apparaat
uitschakelen en alle levensmiddelen verwijderen.
Laat de deur open zodat het ijs kan smelten.
Alleen voor apparaten zoals in afb. 2 het afvoerslangetje voor het dooiwater naar
buiten trekken en een bak onder de afvoer zetten.
Zet het afvoerslangetje, na afloop van de handeling, weer op zijn plaats.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon. Goed afspoelen en zorgvuldig
afdrogen. Het vriesvak of het hele apparaat weer inschakelen en de
levensmiddelen terugleggen.
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK
Afb. 2
35
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
Werken de beveiligingen van de elektrische
installatie van uw woning correct?
Is de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaat op de juiste stand
(Stop)?
2. De temperatuur in de vakken is niet koud
genoeg.
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat in de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie via de ventilatieroosters
op de onderkant van het apparaat belemmerd?
3. De temperatuur in de koelkast is te laag.
Staat de thermostaat in de goede stand?
4. Er ligt water op de bodem van het koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater verstopt? (zie
hoofdstuk Beschrijving)
5. De binnenverlichting werkt niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1, en
vervolgens:
trek de stekker uit het stopcontact. Zie, om bij
het lampje te kunnen komen, hoofdstuk
"Werking koelvak en vriesvak".
Controleer het lampje en vervang het, indien
nodig, door een nieuw exemplaar (zie
aanwijzingen in de buurt van het lampje).
6. Het rode lampje op het bedieningspaneel
van het vriesvak blijft branden / er klinkt een
geluidssignaal. (afhankelijk van het model)
Zijn er kort geleden grote hoeveelheden voedsel
in de koelkast of het vriesvak geplaatst?
Is de deur van het vriesvak niet perfect gesloten?
Opmerkingen:
Het feit dat de rand aan de voorkant van
de koelkast warm is wijst niet op een
defect maar dient om condensvorming te
voorkomen.
Het koelcircuit kan borrelen of
expansiegeluiden maken; dat is normaal.
STORINGEN OPSPOREN
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de
handeling na een uur.
Als uw apparaat na de controles in de gids voor
het opsporen van storingen en nadat u het
apparaat opnieuw gestart hebt nog steeds niet
goed werkt, neem dan contact op met de
klantenservice en leg het probleem duidelijk uit.
Geef het volgende door:
de aard van de storing,
het model,
het type en het serienummer van het apparaat
(deze zijn te vinden op het serienummerplaatje),
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het
apparaat).
Opmerking:
Het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
KLANTENSERVICE
Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden ingepakt dat er geen water, vocht of condens in kan
komen; op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma's van het ene gebied naar het andere in
de koelkast worden overgebracht, en blijven de ingevroren voedingsmiddelen beter geconserveerd.
Zet nooit warme voedingsmiddelen in de vriezer. Door de voedingsmiddelen eerst te laten afkoelen voor
ze in te vriezen is het mogelijk om energie te besparen en de levensduur van het apparaat te verlengen.
HOE DE LEVENSMIDDELEN CONSERVEREN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Bauknecht KGI 11411/A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding