PEI6440FBK

Zoppas PEI6440FBK Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Zoppas PEI6440FBK Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
PEI6440FBK
Gebruik‐
saanwijzing
Kookplaat
User Manual
Hob
Notice d'utili‐
sation
Table de
cuisson
Benutzerin‐
formation
Kochfeld
Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 5
Dagelijks gebruik 6
Aanwijzingen en tips 8
Onderhoud en reiniging
10
Probleemoplossing 10
Montage 12
Technische informatie 15
Energiezuinigheid 16
Wijzigingen voorbehouden.
Veiligheidsinformatie
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van
het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade
veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het
apparaat voor toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en
door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het
apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in
werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit
te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen
zonder toezicht.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht.
Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens
gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn
en brandgevaar opleveren.
2
Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan
het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet
op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het
apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veiligheidsvoorschriften
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een erkende
installatietechnicus mag het apparaat
installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere apparaten en
units in acht.
Wees voorzichtig met het verplaatsen van het
apparaat, het is zwaar. Draag altijd
veiligheidshandschoenen.
Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen
dat ze gaan opzetten door vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom
en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een deur of onder
een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het
apparaat valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg
er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van
het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan heet worden.
Wij raden aan om een onbrandbaar
scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat
om te voorkomen dat de onderkant kan worden
aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij
is tussen het werkblad en de voorkant van de
onderste unit. De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar voor brand
en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact
is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan
ook uitvoert.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening.
Zo niet, neem dan contact op met een
elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of
stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor
zorgen dat de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het snoer te
voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien
van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei
3
niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen
contactdozen aansluit
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing)
of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze
service-afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder stroom en
geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan
worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat
bevatten waardoor het apparaat volledig van het
lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat
moet een contactopening hebben met een minimale
breedte van 3 mm.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de
verpakking, labels en beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke
omgeving.
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd
achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
Bedien het apparaat niet met natte handen of als
het contact maakt met water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad
of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als
het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand
van minimaal 30 cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand en
explosie
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp
afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane
ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand
veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die
voor de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op schade
aan het apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat
vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde
bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen
dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
voordat u het schoonmaakt.
Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker
uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel
of verstikking.
4
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Beschrijving van het product
Indeling kookplaat
145 mm
180 mm
210 mm
180 mm
1
1
1 1
2
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel lay-out
1 2
79 6
4
3 5
8
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies
worden gebruikt.
Tip-
toets
-functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / Het kinderslot Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
5
Tip-
toets
-functie Opmerking
3
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
4
- Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
5
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
6
- Kookzone selecteren:
7
/
- De tijd verlengen of verkorten.
8
/
- Het instellen van de kookstand.
9
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
Kookstanddisplays
Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING! Er bestaat
verbrandingsgevaar door restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces
benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de
pannen.
Dagelijks gebruik
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
6
In- en uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te
schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat automatisch uit
als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden
op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan,
doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan
droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn
voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool
gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand
verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt
de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte-instelling en de tijd
waarna de kookplaat uitschakelt:
Temperatuurinstelling De kookplaat schakelt
uit na
, 1 - 2
6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
De kookstand
aanraken om te verhogen. aanraken om te
verlagen. Raak en tegelijkertijd aan om de
kookzone uit te schakelen.
Automatisch opwarmen
Als u deze functie inschakelt, kunt u sneller de
gewenste kookstand krijgen. De functie schakelt even
de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de
gewenste kookstand.
Om de functie in te schakelen moet de
kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te activeren: raak
aan ( gaat branden). Raak direct aan (
gaat branden). Raak direct aan tot de correcte
warmte-instelling gaat branden. Na 3 seconden gaat
branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan.
Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor
de inductiekookzones. De functie kan slechts een
beperkte tijd voor de inductiekookzone worden
ingeschakeld. Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone te activeren: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
of aan.
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang
de kookzone moet werken voor een kooksessie.
Stel eerst de kookzone in en dan de functie. U kunt
de kookstand vóór of na het instellen van de functie
instellen.
Kookzone instellen:raak
meerdere malen aan tot
het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen of de tijd wijzigen: raak of
van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de kookzone gaat
sneller knipperen. Op het display wordt de resterende
tijd weergegeven.
Om de functie uit te schakelen: stel de kookzone in
met en raak aan. De resterende tijd telt terug tot
00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert 00. De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
7
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker
terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones
niet werken (het display van de kookstand toont ).
Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak
of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als
de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
De functie heeft geen invloed op de
werking van de kookzones.
Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de
kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat
gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld
wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan
met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden
aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan
met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden
aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd:
zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4
seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel bedienen. Als u de
kookplaat met uitzet werkt de functie weer.
Vermogensbeheer-functie
De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en
aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van
3700 W.
De functie verdeelt het vermogen tussen de
kookzones aangesloten op dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones aangesloten
op een enkle fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen naar de andere
kookzones aangesloten op dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde
zone verandert tussen twee niveaus.
Aanwijzingen en tips
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Kookgerei
Bij een inductiekookzone zorgt een sterk
elektro-magnetisch veld ervoor dat het
kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij
staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt
voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing, glas,
keramiek, porselein.
8
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water op een zone met de hoogste
kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het
kookgerei.
De bodem van het kookgerei moet zo dik
en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de grootte van de bodem van de pan
aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de
diameter van het kookgerei. Kookgerei met een
diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende
materialen (sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een
hoge kookstand en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-constructie)
Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een
defect van de kookplaat te maken.
Voorbeelden van kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-
instelling en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de
warmte-instelling verhoogt, is dit niet proportioneel met
de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat de kookzone met de medium warmte-
instelling minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhouden. zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter, choc-
olade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds be-
reide gerechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkgerechten
tijdens het bereiden tussendoor roe-
ren.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Een paar eetlepels vocht toevoegen.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
9
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, ris-
soles, worstjes, lever, roux, eieren,
pannenkoeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken,
steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), fritu-
ren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geactiveerd.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat.
De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie
en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil
de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale
schraper schuin op de glazen plaat en verwijder
resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is
afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de
kookplaat met een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
Probleemoplossing
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet inschake-
len of bedienen.
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat goed is
aangesloten op het lichtnet. Raad-
pleeg het aansluitingsschema.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de zeker-
ingen keer op keer doorslaan,
neemt u contact op met een er-
kende elektricien.
10
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 10 secon-
den in.
U hebt twee of meer tiptoetsen te-
gelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets tegelijk
aan.
Er ligt water of vetspatten op het be-
dieningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluidssignaal als
de kookplaat uit staat.
U hebt een of meer tiptoetsen afge-
dekt.
Verwijder het voorwerp van de tip-
toetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op de tiptoets ge-
plaatst.
Verwijder het object van de tiptoets.
Restwarmte-indicatie treedt niet in
werking.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is gebruikt.
Als het lang duurt alvorens de zone
voldoende heet is, neem dan con-
tact op met de klantenservice.
Automatisch opwarmen-functie
werkt niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen.
De hoogste verwarmingsstand is in-
gesteld.
De hoogste kookstand heeft het-
zelfde vermogen als de functie.
De kookstand schakelt tussen twee
kookstanden.
Vermogensbeheer -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik'.
De sensorvelden worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te
dicht bij het bedieningspaneel.
Plaats groter kookgerei op de ach-
terste zones indien mogelijk.
gaat branden.
Automatisch uitschakelen is in werk-
ing.
Schakel de kookplaat uit en weer in.
gaat branden.
Het kinderslot of de Toetsblokker-
ing-functie is in werking.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzin-
gen en tips'.
De diameter aan de bodem van het
kookgerei is te klein voor de zone.
Gebruik kookgerei met de juiste af-
metingen.
Zie het hoofdstuk 'Technische infor-
matie'.
11
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
en een getal gaat branden.
Er is een fout in de kookplaat opge-
treden.
Ontkoppel de kookplaat enige tijd
van de stroomtoevoer. Ontkoppel
de zekering uit het elektrische sys-
teem van het huis. Sluit het appa-
raat opnieuw aan. Als weer gaat
branden, neem dan contact op met
de klantenservice.
gaat branden.
Er is een fout in de kookplaat omdat
kookgerei droog kookt. Automatisch
uitschakelen en de oververhittings-
beveiliging voor de zones werkt.
Schakel de kookplaat uit. Verwijder
het hete kookgerei. Schakel na on-
geveer 30 seconden de zone op-
nieuw in. Als het kookgerei het pro-
bleem was, gaat de foutmelding
weg. Restwarmte-indicatie kan aan
blijven. Laat het kookgerei vol-
doende afkoelen. Controleer of uw
kookgerei geschikt is voor de kook-
plaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzin-
gen en tips'.
Als u het probleem niet kunt oplossen...
Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan
contact op met uw leverancier of met de klantenservice.
Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de
driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op
de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding
die wordt weergegeven. Controleer of u de kookplaat op
de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik van
het apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de klantenservice of de
vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het service center
en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje.
Montage
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren.
Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat
zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of
werkbladen die aan de normen voldoen.
Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer.
Vervang de beschadigde voedingskabel door het
volgende netsnoer (of hoger): H05BB-F Tmax 90°C.
Neem contact op met een klantenservice bij u in de
buurt.
12
Beveiligingsdoos
Als u een beveiligingsdoos (een additioneel toebehoren)
gebruikt, zijn de ruimte van 2 mm op de vloer voor de
luchtstroom en de beschermingsvloer direct onder het
fornuis niet noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als
toebehoren niet in elk land verkrijgbaar. Neem contact
op met uw plaatselijke leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos niet
gebruiken als u de kookplaat boven een
oven installeert.
Technische informatie
Typeplaatje
Model PEI6440FBK PNC 949 594 342 00
Type58 GAD D5 AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 7.4 kW Vervaardigd in Duitsland
Ser.nr. ................. 7.4 kW
ZOPPAS
Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal vermo-
gen (max warmte-
instelling) [W]
Powerfunctie [W] Powerfunctie maxi-
male duur [min]
Diameter van het
kookgerei [mm]
Linksvoor 2300 3700 10 180 - 210
Linksachter 1800 - - 145 - 180
Rechtsvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 1800 - - 145 - 180
Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken
van de gegevens in de tabel. Het verandert met het
materiaal en de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei
met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel.
15
Energiezuinigheid
Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014
Modelidentificatie PEI6440FBK
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaten
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones (Ø) Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
21,0 cm
18,0 cm
14,5 cm
18,0 cm
Energieverbruik per kookzone (ECelectric koken) Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
169,3 Wh / kg
180,0 Wh / kg
185,8 Wh / kg
171,4 Wh / kg
Energieverbruik van de kookplaat (ECelectric kookplaat) 176,6 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten
- Deel 2: Kookplaten - Methodes voor het meten van de
prestatie
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken
door de onderstaande tips te volgen.
Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze
inschakelt.
Zet kleinere pannen op kleinere kookzones.
Plaats de pan precies in het midden van de
kookzone.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig
heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden
of te smelten.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de
verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het
te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd
met het symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het milieustation bij u in
de buurt of neem contact op met de gemeente.
16
1/64