Brugsanvisning
<D
Belysnlngsmâler, ikke koblet, med tid-bla:mderaflœsni
ng
@ Udloser
@ Gevind til trâdudl0ser
@ Blitztllslutnlng
® Tilbagespolingsknap med hândsving
® Lâs
til
âbnlng
af
bagvœggen
0 Blœnderindstllllngsmœrke
® Lukkerring
til
indst
ill
ing af eksponeringstider (r
edt
mœrke sœttes
ud
for
tldsangivelserne).
Ve
d
"B"
er
lukkeren sà lœnge àben, som
man
trykker
pà
udl0seren
2)
® Blœnderring med flnger
greb
Blœndertallet indstilles
ud
for
mœrket 7
@)
lndstillingsmœrke
for
afstand med skarphedsdybdeskala
@ Objektivri
ng
ti
l indstilling
af
afstanden
@ Tilbehorssko
@ Trykknap
for
tilbagespoling
al
film
@ Hurtlgoptrœk
til
spœnding
af
luk
ker
og filmt
ra
nsport
(dre
jes
til
anslag
efter
hver
optagelse)
@ Tandhjul som
griber
ind i filmens perforation
®
Opvik
lerspole med si ids og hage
ti
l fastgorelse
af
fil men
® Flange t
il
at
dreje opvlklerspolen
@>
Billedtœller (pâ undersiden
af
huset)
® Stativgevlnd (pà underslden
at
huset)
Den indbyggede belysningsmâler
Betjenlng:
Skiven med blœndertallene f drejes
ti
l hojre
elier
venstre
indtil den anvendte films
folsomhedstal (f. eks. 18 DIN
elier
50
ASA)
kan
ses i vinduerne e elier g. Nu rettes kameraet mod motlvet.
og
ringen b drejes, indtil de to visere dœkker hinanden i vinduet
a.
Der-
efter vœlger man den til optagelsen enskede tid-bloonder-kombination
pà skalaerne c og d og
overforer
dem
til
kameraets lukker.
Blœnder
og
skarphedsdybde
Skarphedsdybdeomrâdet omfatter ved optagelsen den
del
af
billedrum-
met, som aftegnes skarpt loran
og
bagved den indstiilede afstand.
Det
s
tr
œkker sig fra det metertal, der stâr ud f
or
det
valgte blœndertal
til
venstre pâ skal
aen@
t
il
den afstand, der stàr
ud
for
det samme blrender-
tal
til
hojr
e.
' e
œn
erta 2,8
ëlTëi'
4) = ringe :;karphedsdybde
Stort blœndertal
(1
1
elier
16)
= storre skarphedsdybde.
Lysrammesogeren
viser moti
ve!
i naturlig
sto
r
re
lse.
Ved
optagelser pâ ca. 1 m angiver de
korte stregmarkeringer i lysrammen
billedbegrœnsningen - ved tvœr-
formatet foroven,
ved
hejformatet
Ill
hojre eli
er
venstre.
lndstllllng
at
afstand
Den lyse firkant i mi
dt
en
af
lys
rammesogeren
er
mâ
lefeltet
til
den
koblede afstandsmàler.
Ved at dreje pâ objektivringen @ kan man fâ de
dobbelte konturer i
màl
efeltet
til
at dœkke hinanden. Kameraet
er
nu
indstillet nojagtigt
pâ
den mâlte afstand. som kan aflœses
ud
for
mœrket
@).
Til snap-shotoptagel
ser
tjener de rode mœrker mell
em
tallene pà
afstandsskalaen.
De
betyder: e = portraet; \1 = gruppe; 0 = landskab.
BI
itzoptagelser
Kameraet
er
forsynet med X-synkronisering. Blitztilslutnlngen
sker
over
kontaktnipl
en
@. Korteste lukkertid ved kolbeblitz
er
'ho sek ..
Ved
an·
vendelse
af
elektronfl
ash
kan
man
gà
op
til
1
/loo
sek. Blaenderindstillin-
gGn
kan
afla:u:oo
p&
lampopakningon
ollor
i
brug;:;;~nvig:ningt;m
til
olokt
r
on-
flashen.
lsœtning
af
film
Bagvœggen
âbnes ved at trykke de
to
fjederlâse @ sammen.
og
ul-
bagespolingsknappen @ trœkkes
helt
ud. Filmen fastgores med
et
per-
foratlonshul pâ
opvik
lerspolens hage @. Patronen traekkes hen
over
filmbanen
og
anbringes i filmkammeret, hvorefter tilbagespolingsknappen
trykkes
helt ind.
Opv
ikl
erspolen drejes
ved
hjœlp
af
flangen @ indtil
filmens perforation
gr
i
ber
fat
1 tandhjulet @ 1 begge aider. Bagvaeggen
lukkes. Derefter betjenes hurtigoptrœkket
@ og
ud
leseren @ skiftevis,
in
dt
il tai let 1
er
synligt 1 bllledvinduet. Nu
er
kameraet
klar
til
brug.
Udtagning
af
film
Knappen @ trykkes ned og fastholdes i denne s
ti
lling. Tilbagespolings-
hândsvinget
® klappes
ud
og drej
es
i pilens retning, indtil et
hv
indt
felt
kommer
til
syne 1 billedvlnduet.
Derefte
r slippes trykknappen, bag-
vaeggen êbnes.
tl
lbagespolingsknappen trœkkes ud. og patronen tages
ud
at kameraet.
Ret til oondrinQer pà grund af tekniske fremskridt forbeholdes.
Gebruiksaanwljzing
<D
Bellchtingsmeter
met
aflezlng van
tijd
en diafragma
(niet
gekoppeld)
@ Ontspanknop
@ Schroefdraad
voo
r aansluiten van draadontspanner
@ Contactnlppel
voor
flitscontact
· ® Terugspoelknop met uitklapbare si inger
@ Verende sluiting
voor
het openen van de achterwand
<V
Merkstreep
voor
het instellen van
het
diafragma
®
Sluiterr
lng
voor
het instellen van de belichtingsti
jd
(rood merkteken
tegenover de gewenste sluitertijd
ln laten snappen. Bij de instelling
ob
.B
..
bli
jft
de
slu
iter
net
zo
lang openstaan ais u de ontspanknop
neergedrukt
houdt
® Diafragmarlng met kartelgrepen
voor
het lnstellen
@)
lnstelmerk
voor
afstand met scherptediepte-schaal
® Objectiefrlng
voor
het instellen van
de
opnameafstand
@ Opsteekschoen
voor
toebehoren
@ Drukknop
voor
het terugspoelen van
de
film
@ Sneltransport
voor
het
spannen van
de
slui
t
er
en
transporteren van
de
film
(naar iedere opname t
ot
aan de aanslag
door
dr
aaien)
@ Transportrol met tandkransen
voor
het grljpen in
de
perforatie van
de film
® Opwlkkelspoel met
sle
uf en haakje
voor
het bevestigen van
de
film
® Kartelring
voor
hel
draaien van de opwikkelspoel
@)
Beeldtelwerk (onderkant van de camera)
® Statiefmoer (onderkant van de camera)
De
ingebouwde bellchtlngsmeter
Gebruik: Gegroefd deel f naar
links
of
rechts schuiven
tot
de gewenste
fil
mgevoeligheid (b. v. 18 DIN
of
50
ASA)
in
de vensters e
of
g ]uist
ls
ingesteld.
Nu de camera
op
het mot
ief
richten
en
de ring b draaien
to
t
dat
de twee
wijzers
in het venster a elkaar precies dekken.
Nu
kunt u
op
de schal
en
c
en
d de
voor
de
opname nodige tijd-diafragmacombinatie aflezen
en
deze
op
de camera-slult
er
overbrengen.
Diafragma
en
scherptedlepte
Het
sc
herptedleptebereik omvat
bij
de opname dat gedeel
te
van de
beeldruimte
dat
van
voor
to
t
ac
h
ter
de
lngestelde afstand scherp weer-
gegeven
wor
dt. Het strekt zich op
de
meterschaal
uit
vanaf
het links-
st
aande
en
met
de
""l:mTf~a-
TrrSte!
n
ng
ovl!r
e'èTfk'C:JTTflJI1'<i"è
""
tll"frtrgrTnrgeœ
r
op
schaal 10
tot
aan de afstand tegenover hetzelfde getal rechts.
Klein diafragmagetal (2,8
of
4)
geringe scherptediepte
Groot
diafragmagetal
(11
of
16)
= grotere scherptediepte
De
lljnkaderzoeker
toont u
het
motief in natuurlijke grootte. Bij opnamen
op
± 1
rn
geven
de beide korte kade
rli
jnen
de
beeldbegrenzi
ng
naar boven
of
opzij aan.
lnstellen van de afstand
Hel
heldere vierkant in het midden van de lijnkaderzoeker is het meet-
vee
ld van de gekoppel
de
afstandmeter.
Door
obj
ectlefr
ing ®
te
draaien
brengt u de in khet meetweld zichtbare dubbele contouren
tot
dekking.
Daarmee is de camera precies op
de
juiste afstand lngeste
ld
, die tegen-
over
instelmerk@
afgelezen kan worden.
Voor snapshot-opnamen dienen de rode merktekens tussen
de
getallen
op
de afstandschaal: e = portret; \1 = groep; 0 = landsch
ap
.
Flltsopnamen
De
camera is voorzien van X-synchroni
sat
i
e.
De
aansluiting van het
flitsapparaat gebeurt via de
contactnlppel @.
De
kortste belichtings-
ti
jd
bij
gebru
ik
van flitslampjes
is
1
/Jo
sec. Gebruikt u een electronen-
flitser
dan kan t
ot
'/
"'
sec
. belicht worden. Nadere gegevens
over
de
dlafraoma-instellino
vindt
u
oo
de
veroakkino van
de
flits
lamoen
en
in
de
brochures van
de
fi itsapparaten.
Het
inleggen van de
film
Achterwand openen
door
de
verende
slult
i
ng
@ sarnen
te
drukken en
terugspoelknop
® helemaal uit te trekken.
De
film met een perforatie·
gaatje aan
het
haakje van de
opw
i
kke
lspoel @ bevestigen.
De
patroon
over de filmgeleidebaan trekken, in de kamer leggen en de
terugspoel-
knop helemaal indrukken.
Opwikke
lspoel aan kartelring @ draaien
to
t
de
be
ide
perfo
rati
es
van
de
film
in
de tand
kr
ansen
(15)
van de transport-
r
oi
gr
ijp
en
. Achterwand sluiten.
Vervo
lgens het sneltransport @ en de
ontspanknop
@ afwisselend
zo
vaak
bedienen
tot
het beeldtelwerk
@>
op
• 1" staat.
Nu
is
de
camera
voor
de opname gereed.
Camera ontladen
De
drukknop @
neer
dr
ukken
en
in deze stand vasthouden.
Sl
inger
van de terugspoelknop ® naar buiten klappen en zo lang in
richting van de pijl draaien t
ot
in het beel
dtelwerk
een wit
veld
ver-
schijnt. Dan de drukknop loslaten, achterwand openen, terugspoelknop
uittrekken
en
de
patroon ult de camera nemen.
Veranderingen ln h
et
belang van
de
technische vooruitgang
bli
jven voor-
behouden.