Documenttranscriptie
[en] Instruction manual ........ 3
[nl] Gebruiksaanwijzing ..... 26
HR445213N
Free standing cooker HR445213N
Fornuis HR445213N
é Inhoudsopgave
]nksiGl[eubrznjigaw
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................................... 26
Oorzaken van schade .............................................................. 29
Schade aan de oven ....................................................................... 29
Schade aan de schuiflade ............................................................. 30
Opstelling, gas- en elektrische aansluiting ........................... 30
Gasaansluiting.................................................................................. 30
Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht................................... 30
Apparaat aan de gasleiding of aan de deurgreep verschuiven
............................................................................................................. 30
Elektrische aansluiting .................................................................... 30
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .......................... 31
Bevestiging aan de wand............................................................... 31
Plaatsen van het apparaat ............................................................. 31
Maatregelen tijdens het transport................................................. 31
Uw nieuwe fornuis ................................................................... 32
Algemeen .......................................................................................... 32
Kookplaat .......................................................................................... 32
De oven ............................................................................................. 33
De binnenruimte............................................................................... 33
Ovendeur - aanvullende veiligheidsinstructies ........................... 33
De toebehoren.......................................................................... 34
Inschuiven van het toebehoren..................................................... 34
Extra toebehoren.............................................................................. 34
Klantenserviceartikelen.................................................................. 35
Voor het eerste gebruik........................................................... 35
Tijd van de klok instellen................................................................ 35
De oven opwarmen ......................................................................... 35
Toebehoren reinigen ....................................................................... 35
Reinigen van de branderkelk en het branderdeksel ................ 35
Kookplaat instellen .................................................................. 36
Gasbrander ontsteken .................................................................... 36
Tabel - koken .................................................................................... 36
Oven instellen .......................................................................... 37
Wijze van verwarmen en temperatuur ......................................... 37
Oven automatisch uitschakelen.................................................... 37
Wekker instellen....................................................................... 38
Onderhoud en reiniging ...........................................................38
Bovenste glasafdekking ................................................................. 38
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 38
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 39
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 40
Glazen deurplaten uit- en inbouwen ............................................ 41
Wat te doen bij storingen?.......................................................41
Storingstabel..................................................................................... 41
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 42
Glazen afscherming ........................................................................ 42
Servicedienst ............................................................................42
Enummer en FDnummer.............................................................. 42
Energie en milieutips ..............................................................42
Energie besparen met de oven .................................................... 42
Energie besparen met de gas-kookplaat.................................... 42
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 42
Voor u in onze kookstudio uitgetest. ......................................43
Gebak ................................................................................................ 43
Tips voor het bakken ...................................................................... 44
Vlees, gevogelte, vis ....................................................................... 44
Tips voor het braden en grillen..................................................... 46
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 46
Kant-en-klaar producten ................................................................. 47
Bijzondere gerechten...................................................................... 47
Inmaak ............................................................................................... 47
Acrylamide in levensmiddelen ................................................48
Testgerechten ...........................................................................49
Bakken............................................................................................... 49
Grillen................................................................................................. 49
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed
en veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit voorschrift geldt alleen als het symbool
van het betreffende land op het apparaat is
aangegeven. Als het symbool noet op het
apparaat staat, moet u de
installatiehandleiding raadplegen, waarin de
vereiste voorschriften voor het ombouwen
van het apparaat op de aansluitingseisen
van het land staan.
Apparaatcategorie: Categorie 1
26
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
het apparaat aansluiten en het
omschakelen naar een ander type gas. De
installatie van het toestel (elektrische en
gasaansluiting) dient volgens de
gebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding te worden uitgevoerd.
Een verkeerde aansluiting en onjuiste
instellingen kunnen leiden tot ernstige
ongelukken en schade aan het toestel. De
fabrikant van het apparaat is niet
aansprakelijk voor dergelijke schade. De
garantie van het apparaat komt te vervallen.
Opgelet:Dit apparaat is alleen bestemd
voor kookdoeleinden. Het mag niet
anderszins, bijvoorbeeld voor de
verwarming van de ruimte, worden gebruikt.
Opgelet:Het gebruik van een gasfornuis
zorgt voor warmte en vochtvorming in de
opstellingsruimte. Let vooral als het
apparaat in werking is, op een goede
ventilatie van de ruimte waarin het staat: de
natuurlijke ventilatie-openingen open
houden of een mechanische ventilatieinrichting (bijv. een afzuigkap) installeren.
Bij een intensief en langdurig gebruik van
het apparaat kan extra ventilatie nodig
worden, bijv. door het openen van een
raam of extra ventilatie bijv. door de
afzuigkap op een hoger vermogen te
zetten.
Dit apparaat is niet geschikt voor het
gebruik met een externe wekker of
afstandsbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte bewaren. Nooit de
deur openen wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het toestel. Schakel
het toestel uit en haal de stekker uit het
stopcontact of schakel de zekering in de
meterkast uit. Gastoevoer afsluiten.
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
■ Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten.
Bewaar of gebruik geen brandbare
voorwerpen ( bijv. spuitbussen,
reinigingsmiddelen) onder of in de
nabijheid van de oven. Bewaar geen
brandbare voorwerpen in of op de oven.
■ Wanneer er gas-kookzones ingeschakeld
zijn waar geen kookgerei op staat, wordt
er tijdens het gebruik zeer veel warmte
ontwikkeld. Het toestel en een daarboven
aangebrachte afzuigkap kunnen
beschadigd raken of vlam vatten.
Vetresten in de filter van de stofafzuigkap
kunnen vlam vatten. Gebruik de gaskookzones alleen wanneer er kookgerei
op staat.
■ De achterkant van het toestel wordt zeer
heet. Dit kan leiden tot beschadiging van
de aansluitleidingen. Elektriciteits- en
gasleidingen mogen niet met de
achterkant van het toestel in aanraking
komen.
■
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
Brandgevaar!
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
27
Nooit brandbare voorwerpen op de
kookzones leggen of in de binnenruimte
bewaren. Nooit de deur openen wanneer
er sprake is van rookontwikkeling in het
apparaat. Zet het apparaat uit. Haal de
netstekker uit het stopcontact of schakel
de zekering in de meterkast uit. Sluit de
gastoevoer af.
■ Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
■ Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
■ De kookzones en de omgeving ervan
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
■ Wanneer er leeg kookgerei op
ingeschakelde gas-kookzones staat, wordt
dit zeer heet. Nooit leeg kookgerei
verwarmen.
■ Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
■ Opgelet: Aanraakbare delen kunnen
tijdens het grillen heet worden. Houd
kleine kinderen op een afstand.
■
Ris ico van brand!
Ris ico van verbrand ing!
Ris ico van verbrand ing!
Ris ico van verbrand ing!
V erbranding sgevaar!
Ris ico van verbrand ing!
V erbranding sgevaar!
Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en vervangingen van
beschadigde elektriciteits- en gasleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het toestel defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit,
de gastoevoer sluiten. Contact opnemen
met de klantenservice.
■ Storingen of beschadigingen aan het
apparaat zijn gevaarlijk. Een defect toestel
nooit inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Gastoevoer
afsluiten. Contact opnemen met de
klantenservice.
■ Wanneer de pannen onjuiste afmetingen
hebben, beschadigd of verkeerd geplaatst
zijn, kunnen ze ernstig letsel veroorzaken.
Neem de aanwijzingen voor het kookgerei
in acht
■ Opgelet: De glasafdekking kan door de
hitte barsten. Voor het sluiten van de
afdekking moeten alle branders
uitgeschakeld zijn. Wacht tot de oven
afgekoeld is voordat u de afdekking sluit.
Risico v an v erbrandin g!
Kans op verbrandingen!
Risico v an letsel!
Risico v an letsel!
Risico v an letsel!
Risico v an letsel!
Ris ico van verbrand ing!
Risico v an letsel!
28
Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Kantelgevaar!
■
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
■ De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
■ Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kan s op een elektris che schok !
Kan s op een elektris che schok !!
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een
kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees
de montage-instructies door.
Kan s op een elektris che schok !
Kan s op een elektris che schok !
Oorzaken van schade
Kookplaat
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Attentie!
■
Gebruik de kookzones alleen als er een pan op staat. Verhit
geen lege pannen. De panbodem raakt hierdoor beschadigd.
■
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
■
Zet de pan midden boven de brander. Daardoor wordt de
warmte van de brandervlam optimaal aan de panbodem
doorgegeven. Handvatten of stelen worden niet beschadigd,
en er wordt een hogere energiebesparing gerealiseerd.
■
Let erop dat de gasbranders schoon en droog zijn. Het
branderdeksel moet altijd exact op de branderkelk liggen.
■
Let erop dat de bovenste afdekking niet gesloten is als het
fornuis in bedrijf genomen wordt.
■
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
■
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
■
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
Schade aan de oven
Attentie!
■
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
29
■
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
Opstelling, gas- en elektrische aansluiting
Gasaansluiting
De installatie mag uitsluitend door een erkende installateur of
een door de importeur erkende servicemonteur worden
uitgevoerd volgens de "Instructie voor het aansluiten van het
gas en het wijzigen van de gassoort".
Apparaat aan de gasleiding of aan de
deurgreep verschuiven
Verschuif het apparaat niet door aan de gasleiding te trekken;
de gasleiding kan beschadigd raken. Gevaar voor een gaslek!
Verschuif het apparaat niet door aan de deurgreep te trekken.
Deurscharnieren en deurgreep kunnen beschadigd raken.
Voor de door de importeur erkende installateur of
servicedienst
Elektrische aansluiting
Attentie!
Attentie!
■
De instellingsvoorwaarden voor dit apparaat staan op het
typeplaatje op de achterzijde van het apparaat aangegeven.
De door de fabriek ingestelde gassoort is met een ster (*)
gemarkeerd.
■
Controleer voor de opstelling van het apparaat de
distributievoorwaarden (gassoort en gasdruk) en verzeker u
ervan dat de gasinstelling van het apparaat hierop is
ingesteld. Indien de instellingen van het apparaat gewijzigd
moeten worden, raadpleeg dan de instructies in het
hoofdstuk "Instructie voor het aansluiten van het gas en het
wijzigen van de gassoort".
■
Dit apparaat is niet op een verbrandingsgasafvoer
aangesloten. Het apparaat moet in overeenstemming met de
installatievoorschriften aangesloten en in gebruik genomen
worden. Sluit het apparaat niet op een verbrandingsgasafvoer
aan. Alle ventilatievoorschriften moeten in acht genomen
worden.
■
De gasaansluiting moet via een vaste, niet-flexibele
aansluiting (gasleiding) of via een veiligheidsslang worden
gerealiseerd.
■
Indien een veiligheidsslang wordt gebruikt, moet er beslist op
gelet worden dat de slang niet vastgeklemd of geknikt wordt.
De slang mag niet met hete oppervlakken in aanraking
komen.
■
De gasleiding (gasleiding of veiligheidsslang) kan zowel aan
de linker- als aan de rechterzijde van het apparaat worden
aangesloten. De aansluiting moet over een gemakkelijk
toegankelijke afsluitingsvoorziening beschikken.
Storingen aan de gasinstallatie/ gaslucht
Wanneer u merkt dat het naar gas ruikt of storingen aan de
gasinstallatie vaststelt, dient u het volgende te doen.
■
direct de gastoevoer of het ventiel van de gasfles sluiten
■
direct open vuur en sigaretten doven
■
elektrische apparaten uitschakelen ook lampen
■
ramen openen en de ruimte goed luchten
■
telefonisch contact opnemen met de klantenservice of de
elektriciteitsmaatschappij.
30
■
Laat het apparaat door een servicedienst plaatsen. Voor de
aansluiting is een zekering van 16 A nodig. Het apparaat is
geschikt voor een netspanning van 220-240 V.
■
Wanneer de netspanning afneemt tot minder dan 180 V,
functioneert het elektrische ontstekingssysteem niet meer.
■
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, vervalt bij schade
de garantieclaim.
■
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door de
fabrikant, door de servicedienst of door een erkende monteur
worden vervangen.
Voor de servicedienst
Attentie!
■
Het apparaat moet overeenkomstig de specificaties op het
typeplaatje worden aangesloten.
■
Sluit het toestel alleen op een elektrische aansluiting aan die
voldoet aan de geldende bepalingen. De contactdoos moet
goed toegankelijk zijn om het apparaat indien nodig van het
lichtnet te kunnen scheiden.
■
Er moet een meerpolige scheidingsinrichting aangebracht
zijn.
■
Gebruik nooit een verlengkabel of meervoudige stekker.
■
Om veiligheidsredenen mag dit apparaat alleen op een
geaarde aansluiting worden aangesloten, Wanneer de
randaarde-aansluiting niet aan de voorwaarden voldoet, is de
bescherming tegen elektrische gevaren niet gegarandeerd.
■
Voor de aansluiting van het apparaat moet een kabel van het
type H 05 W-F of gelijkwaardig worden gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Plaatsen van het apparaat
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
0LQ
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
$
%
■
Het apparaat moet volgens de opgegeven maten worden
geplaatst en direct op het vloeroppervlak van uw keuken. Het
apparaat mag niet boven op wat voor object dan ook worden
geplaatst.
■
Voor de afstand tussen de bovenkant van het fornuis en de
onderzijde van de afzuigkap moet u zich houden aan de
instructies van de fabrikant van de afzuigkap.
■
Let erop dat het apparaat na de plaatsing niet meer wordt
verschoven. De afstand tussen de extra krachtige brander of
wokbrander met aangrenzende keukenmeubels resp. de
muur moet minstens 50 mm bedragen.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
Maatregelen tijdens het transport
Bevestig alle beweegbare onderdelen in en op het apparaat
met plakband, dat zonder sporen verwijderd kan worden.
Schuif alle toebehoren (bijv. de bakplaat) met een dunne strook
karton aan beide zijden in de vakken om beschadiging van het
apparaat te voorkomen. Leg karton of iets dergelijks tussen de
voorzijde van de bakplaat en de achterzijde van de deur om te
voorkomen dat de bakplaat tegen de binnenzijde van de glazen
deur stoot. Bevestig de deur en, indien aanwezig, de bovenste
afdekking met plakband aan de zijden van het apparaat.
Bewaar de originele verpakking van het apparaat. Transporteer
het apparaat alleen in de originele verpakking. Let op de
transportpijlen op de verpakking.
Als de originele verpakking niet meer beschikbaar is
Verpak het apparaat in een beschermende verpakking om
voldoende bescherming tegen eventuele transportschade te
garanderen.
Transporteer het apparaat rechtop. Houd het apparaat niet aan
de deurgreep of aan aansluitingen op de achterzijde vast,
omdat deze dan beschadigd kunnen raken. Leg geen zware
voorwerpen op het apparaat.
31
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Algemeen
Kookplaat
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Toelichting
1
Normale brander
2
Spaarbrander
Toelichting
3
Extra krachtige brander
1
Afdekplaat
4
Normale brander
2
Kookplaat
3
Kookzoneschakelaars
Brander
Diameter van de pan
4
Functiekeuzeknoppen, bedieningstoetsen en weergaveveld, temperatuurkeuzeknop
Spaarbrander 1kW
12-18 cm
5
Koeling van het apparaat
Sterke brander 3 kW
6
Ovendeur
7
Schuiflade
32
Normale brander 1,7 kW 18-24 cm
2428 cm
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
Zet de pan midden boven de brander. Daardoor wordt de
warmte van de brandervlam optimaal aan de panbodem
doorgegeven. Handvatten of stelen worden niet beschadigd, en
er wordt een hogere energiebesparing gerealiseerd.
Kookzoneknoppen
Temperatuurkeuzeknop
Met de vier kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in.
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Stand
Instelling
Ú
:
•
–
Functie/Gaskookzones
Functie
De kookzone is uitgeschakeld.
Ú
Ontstekingsstand
Ontstekingsstand
50-270
Instelbereik
Grote vlam = hoogste stand
Spaarvlam = laagste stand
•, ••, ••• Grillstanden
Nulstand
Nulstand
Oven niet heet.
Temperatuurbereik
De temperatuurweergave is in
ºC.
Grillstanden voor de gril, klein
* en groot ( oppervlak.
Aan het einde van het instelbereik bevindt zich een aanslag.
Niet verder draaien.
• = Stand 1, zwak
De oven
••• = Stand 3, sterk
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekiezer
Met de functiekiezer stelt u de wijze van verwarmen van de
oven in. U kunt de functiekiezer naar rechts of naar links
draaien.
•• = Stand 2, gemiddeld
Terwijl de oven opwarmt, brandt het temperatuursymbool [ in
het display. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat het
symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het symbool niet.
Toetsen en display
Wanneer u de functiekiezer inschakelt, brandt de ovenlamp.
Met de toetsen kunnen diverse extra functies worden gekozen.
Op het display kunt u de ingestelde waarde aflezen.
Standen
Toets
ý
%
$
*
(
Functie
Uit
De oven is uitgeschakeld.
Boven-/onderwarmte*
Het bakken en braden is op één
niveau mogelijk. Voor cake en
pizza in een vorm of op de plaat, en
voor magere braadstukken van
rund- en kalfsvlees en wild is deze
instelling goed geschikt. De warmte
komt gelijkmatig van boven en
onder.
Onderwarmte
Vlakgrillen, kleine
vlakken
Vlakgrillen, grote
vlakken
Met onderwarmte kunt u de onderkant van gerechten nabakken en bruinen. De warmte komt van onderen.
De wijze van verwarmen is geschikt
voor het grillen van steaks, worstjes, vis en toasts in kleine hoeveelheden. Het middelste deel van de
grill wordt verwarmd.
U kunt meerdere steaks, worstjes,
vis en toasts grillen. Het gehele
vlak onder de grill wordt verwarmd.
* Wijze van verwarmen volgens energierendementsklasse
EN50304.
Functie
0
Kloktoets
A
Met deze toets kunnen de wekker
en de bereidingstijd x ingesteld
worden.
Toets min
@
Met deze toets kan de instelwaarde na onderen worden bijgesteld.
Toets plus
Met deze toets kan de instelwaarde na boven worden bijgesteld.
De binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Ovendeur - aanvullende veiligheidsinstructies
Bij langere baktijden kan de ovendeur erg heet worden.
Indien u kinderen hebt, is bij het gebruik van de oven extra
voorzichtigheid geboden.
Verder is er een beveiligingsvoorziening (beveiligingsrooster)
beschikbaar waarmee directe aanraking van de ovendeur
wordt verhinderd. Dit beveiligingsrooster is onder nr. 469088
bij de klantenservice verkrijgbaar.
33
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Aanwijzing: Het toebehoren kan door de hitte vervormen.
Zodra het toebehoren afgekoeld is, neemt het zijn
oorspronkelijke vorm weer aan. De functie wordt niet beïnvloed.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en
schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven
bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet
gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak
kan beschadigd raken.
Inschuiven van het toebehoren
Het toebehoren kan in 5 verschillende hoogtes in de oven
worden geschoven. Schuif het toebehoren altijd tot aan de
aanslag erin zodat het niet met de glazen deur van de oven in
aanraking komt.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar
de ovendeur en de welving naar
beneden ¾ inschuiven.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Plaats de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur.
Het toebehoren kan ongeveer tot de helft eruit getrokken
worden zonder dat het kantelt. Zo kunt u de gerechten
gemakkelijk uit de oven nemen.
Bij het inschuiven van het toebehoren moet u op de uitstulping
aan de achterzijde van het toebehoren letten. Alleen zo klikt het
op de juiste manier vast.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de
speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u
diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De
beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om
deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie
hierover vindt u in de verkoopbrochures.
Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij
aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op.
Extra toebehoren
HZ-nummer
Functie
Pizzaplaat
HZ317000
Is zeer geschikt voor pizza, diepvriesgerechten en ronde taarten. U kunt de pizzaplaat in plaats van de braadslede gebruiken. Schuif de plaat boven het rooster erin en houd u aan de
gegevens in de tabellen.
Inzetrooster
HZ324000
Om te braden. Plaats het grillrooster altijd op de braadslede.
Afdruipend vet en vleesvocht worden opgevangen.
Grillplaat
HZ325000
Deze wordt bij het grillen in plaats van het grillrooster of als
spatbeveiliging gebruikt om de oven tegen sterke vervuiling te
beschermen. Gebruik de grillplaat alleen in combinatie met de
braadslede.
Grillstukken op de grillplaat: Alleen de inschuifhoogtes 1, 2 en
3 worden gebruikt.
Grillplaat als spatbeveiliging: De braadslede wordt tezamen
met de grillplaat onder het rooster ingeschoven.
Baksteen
HZ327000
De baksteen is uitstekend geschikt voor het bereiden van zelfgemaakt brood, broodjes en pizza die een knapperige bodem
moeten krijgen. De baksteen moet altijd op de aanbevolen
temperatuur worden voorverwarmd.
Geëmailleerde bakplaat
HZ331003
Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
34
Extra toebehoren
HZ-nummer
Functie
Geëmailleerde bakplaat met anti-aanplaklaag
HZ331011
Gebak en koekjes kunnen goed op de bakplaat worden verdeeld. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
Braadslede
HZ332003
Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Kan ook voor het opvangen van vet of vleesvocht onder het rooster worden gebruikt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Braadslede met anti-aanplaklaag
HZ332011
Vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braadstukken kunnen goed op de braadslede worden verdeeld.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Deksel voor profipan
HZ333001
Met een deksel wordt de profipan een profibraadpan.
Profipan met inzetrooster
HZ333003
Is zeer geschikt voor het bereiden van grote hoeveelheden.
Rooster
HZ334000
Voor ovenschalen, bakvormen, braadstukken, gegrilde stukken en diepvriesgerechten.
Glazen pan
HZ915001
De glazen pan is geschikt voor smoorgerechten en ovenschotels. Is zeer geschikt voor programma's en braadautomaat.
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
Artikelnr. 311134
Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt.
Ovengrillreinigergel
Artikel-nr. 463582
Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur
Artikelnr. 460770
Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil.
Deurbeveiliging
Artikel-nr. 612594
Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven of de gas-kookplaat. Lees
eerst het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften.
Tijd van de klok instellen
Na de eerste keer aansluiten brandt het symbool x in het
display.
1. .Controleer of het symbool x in het display knippert.
2. Toets 0 indrukken.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Reinigen van de branderkelk en het
branderdeksel
Reinig het branderdeksel (1) en het branderdeksel (2) met
water en afwasmiddel. Droog deze onderdelen goed af.
De oven is nu gebruiksklaar.
Plaats de branderkelk en het deksel weer op de branderkom
(5). Let erop dat de ontsteking (3) en de vlambeveiligingspin
(4) niet worden beschadigd.
De oven opwarmen
De sproeier (6) moet droog en schoon zijn. Plaats het
branderdeksel altijd exact op de branderkelk.
Het display wordt donker.
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur met boven- en
onderwarmte % bij 240 °C. Let erop dat zich geen
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Functie- en
temperatuurkeuzeknop op de nulstand draaien.
35
Kookplaat instellen
5. Als de vlam weer uitgaat, herhaalt u de procedure vanaf stap
Uw kookplaat is voorzien van vier gasbranders. Hier kunt u
nalezen hoe u de gasbranders aansteekt en de kookplaat
instelt.
2.
gasbranderschakelaar û naar rechts in de stand Uit.
6. Voor het uitschakelen van de gasbrander: Draai de
Gasbrander ontsteken
De ontsteking mag niet langer dan 15 seconden worden
bediend. Wanneer de brander na 15 seconden nog niet
ontstoken is, moet u minstens 1 minuut wachten. Herhaal dan
de ontstekingsprocedure.
Plaats het branderdeksel altijd exact op de branderkelk. De
openingen op de branderkelk moeten altijd vrij zijn.Alle
branderdelen moeten droog zijn.
1. Open de bovenste afdekking. Deze moet tijdens het gebruik
van het fornuis altijd geopend zijn.
de ontstekingsstand :. Het ontsteken begint.
2. Draai de schakelaar van de gewenste brander naar links in
3. Druk de schakelaar helemaal in en houd deze 1-3 seconden
ingedrukt. De gasbrander wordt ontstoken.
: Let op!
Wanneer u kort na het uitschakelen van een nog warme
gasbrander de schakelaar bedient, stroomt er gas uit. Wanneer
u de schakelaar niet in de ontstekingsstand : zet, wordt de
gastoevoer na 60 seconden onderbroken.
De gasbrander ontsteekt niet.
Bij stroomuitval of bij vochtige bougies kunt u de gasbrander
met een gasaansteker of lucifer ontsteken.
Tabel - koken
Kies voor elke kookzone de juiste pangrootte. De diameter van
de panbodem moet met de grootte van de kookzone
overeenstemmen.
De ontstekingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als de gasvlam
uitgaat, wordt de gastoevoer automatisch door de
ontstekingsbeveiliging onderbroken.
4. Stel de gewenste vlamhoogte in. Tussen de instelling û Uit en
de instelling • is de vlam niet stabiel. U moet daarom altijd
een instelling tussen de hoogste • en de laagste vlam –
kiezen.
De kooktijden zijn afhankelijk van de soort, het gewicht en de
kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen mogelijk.
De optimale kooktijd kunt u op basis van uw eigen ervaring
bepalen.
Mineralen en vitaminen kunnen bij het koken zeer snel hun
voedingswaarde verliezen. Gebruik daarom maar weinig water.
Zo blijven vitaminen en mineralen behouden. Kies korte
kooktijden zodat groentes steviger blijven en meer
voedingswaarde hebben.
Voorbeeld
Gerecht
Kookzone
Kookstand
Smelten
Chocolade, boter, margarine
Spaarbrander
Kleine vlam
Verwarmen
Bouillon, groenteconserven
Normale brander
Kleine vlam
Verwarmen en warm
houden
Soepen
Spaarbrander
Kleine vlam
Stomen*
Vis
Normale brander
Tussen grote en kleine vlam
Stomen*
Aardappels en overige groenten, vlees
Normale brander
Tussen grote en kleine vlam
Koken*
Rijst, groente, vleesgerechten
(met saus)
Normale brander
grote vlamhoogte
Braden
Pannenkoeken, aardappels,
schnitzels, vissticks
Extra krachtige brander
Tussen grote en kleine vlam
* Wanneer u een pan met deksel gebruikt, schakel dan naar een kleinere vlam terug zodra het eten begint te koken.
36
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen.
Zorg ervoor dat de afdekplaat bij het bakken, braden en grillen
altijd open is. De waterdamp die in de oven ontstaat, komt vrij
door de dampopening op de kookplaat.
Wijze van verwarmen en temperatuur
Voorbeeld op de afbeelding: 190 °C, boven-/onderwarmte %.
1. Met de functiekiezer de gewenste wijze van verwarmen
Oven automatisch uitschakelen
Voer de bereidingstijd voor uw Gerecht in.
Voorbeeld in afbeelding: Boven-/onderwarmte %, 200 °C,
bereidingstijd 45 minuten.
1. Met de functiekiezer de gewenste wijze van verwarmen
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. Kloktoets 0 tweemaal indrukken.
Het symbool bereidingstijd x verschijnt.
instellen.
4. Met de toets + of - de bereidingstijd instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur of de
grillstand instellen.
De oven wordt opgewarmd.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Toets + / voorgestelde waarde = 30 minuten
Toets - / voorgestelde waarde = 10 minuten
De oven start na een paar seconden. In het display verschijnt
het symbool bereidingstijd x .
De bereidingstijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven schakelt zichzelf uit. De toets 0
tweemaal indrukken en de functiekeuzeknop uitzetten.
Instelling voortijdig afbreken
Kloktoets 0 tweemaal indrukken. De toets - indrukken tot op
het display een nul verschijnt. De functiekiezer uitschakelen.
Instelling veranderen
Kloktoets 0 tweemaal indrukken en instellen zoals in
hoofdstuk 4 is beschreven.
Aanwijzing: U kunt de instelling veranderen zolang het
symbool knippert. Als het symbool oplicht, is de instelling
overgenomen.
37
Wekker instellen
U kunt de wekker gebruiken als een keukenwekker. De werking
ervan is onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een apart
signaal. Daardoor kunt u horen, of de tijd van de wekker of de
bereidingstijd is afgelopen.
Zo stelt u hem in
1. Kloktoets 0 indrukken.
Het symbool wekker S knippert.
2. Met de toets + of - de wekkertijd instellen.
Toets + / voorgestelde waarde = 10 minuten
Toets - / voorgestelde waarde = 5 minuten
De wekker start na een paar seconden. In het display verschijnt
het symbool S. De verstreken tijd wordt aangegeven.
De tijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. Kloktoets 0 indrukken. De
wekkerindicatie verdwijnt.
Wekkertijd veranderen
Kloktoets indrukken. Met de toets + of - kunt de tijd
veranderen.
Instelling wissen
Kloktoets 0 indrukken. De toets - zo vaak indrukken tot op het
display een nul verschijnt.
Wekker en bereidingstijd lopen gelijktijdig af
De symbolen lichten op. De wekkertijd loopt in het display
zichtbaar af.
Resteredne bereidingstijd x opvragen:
Kloktoets 0tweemaal indrukken.
De opgevraagde waarde verschijnt gedurende een paar
seconden in het display.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Indien de scharnieren van de afdekking losraken, moet u op de
letters op de scharnieren letten. Het scharnier met de letter R
moet rechts, het scharnier met de letter L moet links worden
gemonteerd.
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
Monteer na het reinigen de bovenste afdekking weer in
omgekeerde volgorde.
■
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
■
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Bovenste glasafdekking
Voordat u de bovenste afdekking opent, moet u eerst eventueel
gemorst vuil met een doek verwijderen.
Voor de reiniging kan het beste een glasreiniger worden
gebruikt
Verwijder de bovenste afdekking voor de reiniging. Houd de
afdekking aan weerszijden vast en trek deze naar boven.
Sluit de bovenste afdekking pas als de kookplaat is afgekoeld.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich
aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
■
geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
■
geen schuursponsjes,
■
geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
■
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
■
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■
geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
■
geen schuursponsjes,
■
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
Roestvrijstalen fron- Reinig deze met een vochtige doek en wat afwasmiddel. Veeg bij roestvrijstalen fronten altijd in de slijprichten
ting. Anders kunnen er krassen ontstaan. Droog met een zachte doek af. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken moeten altijd onmiddellijk worden verwijderd. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of grove
reinigingsdoeken. De roestvrijstalen oppervlakken kunnen met speciale onderhoudsmiddelen gepoetst worden. Neem de instructies van de fabrikant in acht. Speciale reinigingsmiddelen voor roestvrij staal zijn bij de
servicedienst of in de speciaalzaak verkrijgbaar.
38
Geëmailleerde en
geglazuurde oppervlakken
Reinig deze met een vochtige doek en wat afwasmiddel. Droog met een zachte doek af.
Gasbranders en
roosters van de
kookzones
Niet in de vaatwasmachine reinigen. Neem het rooster van zijn plaats en reinig het met een spons, afwasmiddel en warm water. Verwijder de branderkelk en het branderdeksel. Maak deze schoon met een spons
met wat warm water en afwasmiddel. Let erop dat de openingen van de branderkelken waar het gas uitstroomt schoon en niet verstopt zijn. Maak de ontstekers schoon met een klein, zacht borsteltje. De gasbranders functioneren alleen als de ontstekers schoon zijn. Verwijder etensresten met een vochtige doek en
wat afwasmiddel uit de branderkommen. Gebruik hierbij weinig water. Er mag geen water in het apparaat
komen. Let erop dat de opening van de sproeier tijdens het schoonmaken niet verstopt of beschadigd
raakt. Droog alle onderdelen na het schoonmaken af en plaats de branderdeksels exact op de branderkelken. Als de onderdelen niet op de juiste wijze worden geplaatst, zal dat het ontsteken van de branders
bemoeilijken. De branderdeksels zijn met een laag zwart email bedekt. Door de grote hitte kan deze kleur
met de tijd veranderen. Dit zal de werking van de branders echter niet beïnvloeden. Leg het rooster weer
op zijn plaats.
Elektrische kookplaat (optie)
Reinig deze met de harde kant van een schuursponsje en met wat vloeibaar schuurmiddel. Schakel na het
reinigen de kookplaat kort in om deze te laten drogen. Vochtige kookplaten gaan op den duur roesten.
Smeer er vervolgens een onderhoudsmiddel op. Overgekookt voedsel en etensresten moeten altijd direct
worden verwijderd.
Metalen ring van de
elektrische kookplaat (optie)
De metalen ring kan op den duur verkleuren. Het is mogelijk om de oorspronkelijke kleur te herstellen.
Maak de ring schoon met de harde kant van een schuurspons en met wat vloeibaar schuurmiddel. Let hierbij op dat de aangrenzende oppervlakken niet afgeschuurd worden. De oppervlakken kunnen anders
beschadigd raken.
Knoppen
Reinig deze met een vochtige doek en wat afwasmiddel. Droog met een zachte doek af.
Deurglas
Dit kan met een glasreiniger worden gereinigd. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of schrapers.
Deze kunnen het glasoppervlak bekrassen en beschadigen.
Dichting
Reinig deze met een vochtige doek. Droog met een zachte doek af.
Binnenruimte van de Reinig deze met warm water of met azijn verdund water. Wanneer de oven erg vuil is: Gebruik een ovenreioven
niger. Deze mag alleen op afgekoelde oppervlakken worden gebruikt.
Glazen kapje op de
ovenlamp
Reinig deze met een vochtige doek en wat afwasmiddel. Droog met een zachte doek af.
Toebehoren
Laat deze in warm zeepsop inweken. Reinig deze met een borstel of spons.
Aluminium bakblik
(optie)
Niet in de vaatwasmachine reinigen. Gebruik in geen geval ovenreiniger. Om krassen te vermijden mogen
de metalen oppervlakken nooit met een mes of soortgelijk scherp voorwerp in aanraking komen. Veeg een
zachte doek voor glas met zeepsop of een pluisvrije microvezeldoek horizontaal en zonder druk over de
oppervlakken. Droog met een zachte doek af. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of grove reinigingsdoeken. Deze maken krassen op het bakblik.
Kinderbeveiliging
(optie)
Indien een kinderbeveiliging op de ovendeur is aangebracht, moet deze voor het reinigen worden verwijderd. Laat alle kunststofonderdelen in warm zeepsop weken en was deze met een spons af. Droog met een
zachte doek af. Bij sterke vervuiling functioneert de kinderbeveiliging niet meer goed.
Ovenlade (optie)
Reinig deze met een vochtige doek en wat afwasmiddel. Droog met een zachte doek af.
Toebehoren
Laat deze in warm zeepsop inweken. Reinig deze met een borstel of spons.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
Ophangen van de rekjes
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
1. Plaats de twee haken voorzichtig in de bovenste gaten.
(afbeelding A-B)
$
Uithangen van de rekjes
%
1. Trek het rekje onderaan eruit en trek het iets naar voren. Trek
de verlengingspinnen onder in het rekje uit de
bevestigingsopeningen (afbeelding A).
2. Klap vervolgens het rekje omhoog en neem het voorzichtig
eruit (afbeelding B).
$
%
Reinig de rekjes met afwasmiddel en een spons. Gebruik bij
hardnekkig vuil een borstel.
39
: Verkeerde montage!
Deur verwijderen
Beweeg het rekje nooit, voordat de twee haken volledig en
stevig in de bovenste gaten zijn bevestigd. Het email kan
beschadigen en breken (afbeelding C.
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
&
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
$
%
2. De twee haken moeten volledig in de bovenste gaten zijn
gehangen. Beweeg het rekje vervolgens langzaam en
voorzichtig naar beneden en hang het in de onderste gaten
(afbeelding D).
3. Hang beide rekjes in de zijwanden van de oven (afbeelding
E).
Wanneer de rekjes op de juiste wijze gemonteerd zijn is de
afstand tussen de twee bovenste inschuifhoogtes groter.
'
(
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
$
%
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendel is dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (Afbeelding B), zijn de
scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
$
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
&
%
: Risico van letsel!
: Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
40
Risico van letsel! Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt
of een scharnier dichtklapt, het scharnier niet met uw hand
aanraken. Neem contact op met de klantenservice.
Glazen deurplaten uit- en inbouwen
Om de glazen platen in de ovendeur beter te kunnen reinigen,
kunnen deze worden uitgebouwd.
Uitbouw
1. Hang de ovendeur uit. Zie de instructies in het hoofdstuk
Ovendeur uithangen. Leg de ovendeur met de greep naar
onderen op een doek (afbeelding A).
2. Draai eerst de onderste twee schroeven en vervolgens de
bovenste twee schroeven linksom (afbeelding B).
$
%
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Inbouw
1. Plaats de afdekking weer (afbeelding A).
2. Draai eerst de onderste twee schroeven en vervolgens de
bovenste twee schroeven weer vast (afbeelding B).
%
$
3. Verwijder de afdekking (afbeelding C).
3. Ovendeur inhangen. Zie de instructies in het hoofdstuk
Ovendeur inhangen.
Gebruik de oven pas weer als de glazen platen correct zijn
ingebouwd.
&
De gedemonteerde onderdelen mogen niet worden gewassen.
Reinig de glazen platen met een glasreiniger en een zachte
doek.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het
hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u
vele tips en aanwijzingen voor het koken.
: Kans op een elektrische schok!
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing/aanwijzing
De gasbrander
ontsteekt niet.
Steek de gasbranders aan
Stroomonderbreking of voch- met een gasaansteker of
tige
een lucifer.
ontstekingskaarsen.
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
Storing
Mogelijke oorzaak
De oven functio- De zekering is
neert niet.
defect.
Oplossing/aanwijzing
Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
De stroom is uit- Controleer of het keukengevallen.
licht of andere keukenapparaten functioneren.
De tijdsindicatie knippert.
De stroom is uit- Stel de tijd opnieuw in.
gevallen.
De oven warmt Er zit stof op de Draai de schakelaars meerniet op.
contacten.
dere keren heen en weer.
41
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te
hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u
hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Enr.
FDnr.
Servicedienst O
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL
088 424 4020
B
070 222 142
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er
zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde
onderhoudstechnici, die beschikken over de originele
onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten.
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen met de gas-kookplaat
■
Kies altijd een pan die de juiste grootte heeft voor uw
gerechten. Een grote, slechts weinig gevulde pan heeft veel
energie nodig.
■
Sluit de pan altijd af met een passend deksel.
■
De gasvlam moet altijd contact met de bodem van de pan
hebben.
Energie besparen met de oven
■
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
■
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
■
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
■
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
42
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat beantwoordt aan de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake gebruikte elektro en elektronicaapparatuur (WEEE - waste electrical and electronic
equipment). De richtlijn biedt het kader voor de
terugname en verwerking van gebruikte apparaten
geldend voor de hele EU.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
■
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
■
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
■
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Gebak in vormen
Vorm
Hoogte
Eenvoudig, droog gebak
2
Springvorm met buisbodem / rechthoekige cakevorm
Eenvoudig, droog gebak, fijn
Springvorm met buisbo2
dem / rechthoekige cakevorm
Taartbodem van roerdeeg
Vruchtentaartbodem
2
Vruchtentaart, eenvoudig deeg
Hoge springvorm met
buisbodem
2
%
Biscuittaart
Springvorm
2
%
Taartbodem van roerdeeg
Springvorm
1
Vruchten- of kwarktaart, zandtaartdeeg* Springvorm
1
Kruidkoek*
1
Springvorm
Wijze van
verwarmen
Temperatuurin- Bereidingsstelling in °C
duur, minuten
%
170-190
50-60
%
150-170
60-70
%
150-170
20-30
160-180
50-60
160-180
30-40
170-190
25-35
170-190
70-90
180-200
50-60
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
170-190
20-30
170-190
40-50
190-210
15-20
160-180
30-40
160-180
60-70
%
%
%
* Gebak ca. 20 minuten in de oven laten afkoelen.
Gebak op de plaat
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
%
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat
2
Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten
Bakplaat
3
%
Biscuitrol (voorverwarmen)
Bakplaat
2
%
Broodvlecht van 500 g bloem
Bakplaat
2
Kerststol van 500 g bloem
Bakplaat
3
Kerststol van 1 kg bloem
Bakplaat
3
Strudel, zoet
Bakplaat
2
Börek
Bakplaat
2
Pizza
Bakplaat
2
Klein gebak
Toebehoren
Hoogte
Koekjes
Bakplaat
3
%
%
%
%
%
%
Wijze van
verwarmen
%
150-170
90-100
180-200
55-65
180-200
40-50
220-240
25-35
Temperatuurin- Bereidingsstelling in °C
duur, minuten
150-170
10-20
43
Klein gebak
Toebehoren
Hoogte
Sprits (voorverwarmen)
Bakplaat
2
Amandelkoekjes
Bakplaat
3
Schuimgebak
Bakplaat
3
Soesjes
Bakplaat
2
Bladerdeeg
Bakplaat
3
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood als er niets anders is aangegeven de
oven voorverwarmen .
Toebehoren
Hoogte
Gistbrood van 1,2 kg bloem
Bakplaat
2
Bakplaat
Broodjes, bijv, roggebroodjes
(niet voorverwarmen)
Bakplaat
%
%
%
%
%
Temperatuurin- Bereidingsstelling in °C
duur, minuten
150-170
20-30
110-120
30-40
80-100
90-180
200-220
30-40
200-220
20-30
Giet nooit water in de hete oven.
Brood en broodjes
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Wijze van
verwarmen
2
4
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
270
8
%
200
35-45
270
8
%
200
40-50
200-220
20-30
%
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Het gebak zakt in.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Het gebak is te droog.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temziet er goed uit, maar is van binnen klef peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
(zacht, doortrokken met waterstrepen). het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor- Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
den.
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
Vlees, gevogelte, vis
Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is de bakplaat geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. De deksel moet op
de braadpan passen en goed sluiten.
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
44
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen:
vorm zonder deksel = open
vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
Schuif daarnaast de bakplaat op hoogte 1 in. Het vleessap
wordt opgevangen en de oven blijft schoner.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Aanwijzingen voor het grillen
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Keer de grillstukken na Z van de bereidingstijd.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Zout de steaks pas na het grillen.
Vlees
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
1,0 kg
gesloten
2
Rundvlees
Gebraden rundvlees
Runderfilet
Rosbief, rosé
1,5 kg
2
2,0 kg
2
1,0 kg
open
2
1,5 kg
2
2,0 kg
2
1,0 kg
Wijze van
verwarmen
%
%
%
%
%
%
%
open
2
Steaks, door
Rooster
5
Steaks, rosé 3 cm
Rooster
5
(
2
%
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees
1,0 kg
open
2,0 kg
2
%
2
%
Varkensvlees
zonder zwoerd (bijv.halsstuk)
met zwoerd (bijv.schouder)
Casselerrib met been
1,0 kg
open
1,5 kg
2
2,0 kg
2
1,0 kg
open
2
1,5 kg
2
2,0 kg
2
%
%
%
%
120
190-210
140
180-200
160
210-230
70
200-220
80
190-210
90
210-230
60
3
20
3
15
190-210
110
170-190
120
210-230
110
200-220
130
190-210
150
210-230
130
200-220
160
190-210
180
210-230
70
2
%
open
2
%
170-190
120
ca. 750 g
open
2
%
200-220
70
ca. 750 g
Rooster
4
(
3
15
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg
Gehakt
Worstjes
Worstjes
%
200-220
gesloten
1,0 kg
Lamsvlees
Gebraden gehakt
(
Temperatuurin Bereidingsstelling in °C, duur, minuten
grillstand
45
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo kan het
vet weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Grilt u direct op het rooster, schuif de bakplaat dan in op
hoogte 1. Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Gevogelte
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Wijze van
verwarmen
Kip, halve
400 g per
stuk
Rooster
2
%
Kip in stukken
250 g per
stuk
Rooster
2
Kip, heel
1,0 kg
Rooster
2
Eend, heel
1,7 kg
Rooster
2
Gans, heel
3,0 kg
Rooster
2
Babykalkoen, heel
3,0 kg
Rooster
2
2 kalkoenbouten
800 g per
stuk
Rooster
2
Temperatuurin- Bereidingsstelling in °C
duur, minuten
210-230
50-60
%
210-230
30-40
%
210-230
60-80
200-220
90-100
190-210
100-120
200-220
80-100
200-220
100-120
%
%
%
%
Vis
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
Grilt u direct op het rooster, schuif dan ook de bakplaat in op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Visstukken keren na Z van de grilltijd.
Vis
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Vis, heel
300 g per stuk
Rooster
3
1,0 kg
Rooster
2
1,5 kg
Rooster
2
300 g per stuk
Rooster
4
Visfilet, 3 cm
Wijze van
verwarmen
(
%
%
(
Temperatuurin Bereidingsstelling in °C, duur, minuten
grillstand
2
20-25
190-210
45-50
180-200
50-60
2
20-25
Tips voor het braden en grillen
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
is?
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
te licht en te waterig.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerwaterdamp.
slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Plaats de vorm altijd op het rooster.
Grilt u direct op het rooster, schuif dan ook de bakplaat in op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Soufflé, zoet
Ovenschaal
2
Noedelsoufflé
Ovenschaal
2
Soufflés
46
Wijze van
verwarmen
Temperatuur
°C, grillstand
Bereidingsduur, minuten
%
180-200
40-50
210-230
30-40
%
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Wijze van
verwarmen
Temperatuur
°C, grillstand
Bereidingsduur, minuten
Ovenschaal
2
%
160-180
50-60
Rooster
4
(
3
5-8
Gratin
Aardappelgratin met rauwe ingrediënten,
Hoogte max. 4 cm
Toast
Toasts van boven geroosterd
12 stuks
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Gerecht
Toebehoren
Hoogte
Strudel, diepvries
Bakplaat
3
Patates frites
Bakplaat
3
Pizza
Rooster
2
Pizza-Baguette
Rooster
3
Bijzondere gerechten
Wijze van
verwarmen
%
%
%
%
Temperatuurin- Bereidingsstelling in °C
duur, minuten
200-220
30-40
190-210
25-30
200-220
15-20
200-220
20-25
3. In kleine afsluitbare yoghurtglazen doen en met folie
afdekken.
Gistdeeg en zelfgemaakte yoghurt kunnen op lage
temperaturen zeer goed bereid worden.
4. De glazen op het rooster zetten en op hoogte 1 inschuiven.
Het toebehoren uit de oven verwijderen.
5. De oventemperatuur op 50 °C instellen en vervolgens
Voorbereiden van de yoghurt
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg zoals gebruikelijk bereiden, in een
laten afkoelen.
2. 150 g yoghurt (uit de koelkast) toevoegen en goed erdoor
hittebestendige vorm van keramiek doen en afdekken.
2. De oven zoals aangegeven voorverwarmen.
roeren.
3. De ovendeur sluiten en het gistdeeg laten rijzen.
Gerecht
Bereidingsvorm
Yoghurt
Afsluitbare yoghurt- 1
glazen
Gistdeeg laten rijzen
De hittebestendige op de bodem van
vorm
de oven plaatsen
Wijze van
verwarmen
Temperatuur
Bereidingstijd
%
50 °C
6-8 uur
%
op 50 °C voorverwarmen
5-10 minuten
Het apparaat uitschakelen en 20-30 minuten
het gistdeeg in de oven plaatsen
Inmaak
Voorbereiden
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
1. De potten vullen, niet te
Attentie!
4. Sluit de potten af met klemmen.
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
2. De glazen randen schoonmaken.
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
Instellen
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
zó dat ze elkaar niet raken.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
47
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Fruit in glazen potten van één liter
Wanneer het borrelen begint
Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien
Uitschakelen
Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen
Uitschakelen
Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen
Uitschakelen
Ca. 35 minuten
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter
Wanneer het borrelen begint
Nawarmen
Augurken
-
Ca. 35 minuten
Rode biet
Ca. 35 minuten
Ca. 30 minuten
Spruitjes
ca. 45 minuten
Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool
Ca. 60 minuten
Ca. 30 minuten
Erwten
Ca. 70 minuten
Ca. 30 minuten
Glazen potten verwijderen
Attentie!
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze
kunnen knappen.
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten
die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bakken
■
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
■
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
■
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Koekjes
Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Frites uit de oven
48
Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bakken
Bij donkere appeltaart de donkerkleurige springvormen
verspringend naast elkaar plaatsen.
Gebak in springvormen van blik:
met boven- en onderwarmte % op 1 niveau bakken. Gebruik
de bakplaat in plaats van het rooster en plaats hier de
springvormen in.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Sprits
Bakplaat
2
Small cakes, 20 stuks
Bakplaat
3
Waterbiscuit
Springvorm op het rooster 2
Donkere appeltaart
Rooster + 2 springvormen Ø 20 cm
1
Verwarmingsmethode
%
%
%
%
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
150-170
20-30
160-180
20-30
160-180
30-40
190-210
70-80
Grillstand
Tijdsduur
in minuten
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Rooster
5
(
3
1-2
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Rooster + bakplaat
4
(
3
25-30
* Na Z van de tijd keren
49