Volvo 2018 Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

QUICK GUIDE
Transpondersleutel
Keyless* vergrendelingssysteem
Motor starten en afzetten
Parkeerrem
Ruitenwissers
Bediening klimaatregeling
Verlichtingsbediening
Instrumentenpaneel
Infotainmentsysteem
Telefoon*
Internet*
Externe geluidsbron
Knoppen op middenconsole
Instellingen in menusysteem
Garage/serviceafspraak*
02 Starten en wegrijden
Stuur instellen
Stoel instellen
Rijstand
Opladen
Preconditioning
Mobiele app
01 Uw hybride
04 Bestuurdersmilieu
Tanken
Autoverzorging
Opbergmogelijkheden
AUX/USB*- en 12V-aansluitingen
05 Functies van uw auto
06 Tips
Voetgangersdetectie*
03 Rijhulp
GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO!
Deze folder bevat slechts een greep uit de meest gebruikelijke autofuncties. In de gebruikershandleiding
en overige handleidingen vindt u alle veiligheidsinstructies en alle teksten onder de kopjes Waarschuwing,
Belangrijk en NB.
De volgende symbolen betekenen:
Verwijst naar onderdelen op overzichtsfiguren.
Stapsgewijze instructies.
Extra belangrijk om de gebruikershandleiding door te nemen.
Op de laatste pagina staan de teksten onder Waarschuwing, Belangrijk en NB die u moet
doornemen.
Opties staan aangegeven met een sterretje *.
De gebruikershandleiding is mogelijk verkrijgbaar in een gedrukte versie en een digitale versie op het beeld-
scherm in de auto, op internet en als mobiele app. De mobiele app bevat de complete gebruikershandleiding
plus instructievideo's en biedt meerdere zoekmethoden met teksten en afbeeldingen. U kunt de mobiele app via
App Store of Google Play downloaden naar mobiele eenheden.
Lees bovendien meer over uw auto op www.volvocars.com.
Uit welke rijstanden kan ik kiezen?
De auto wordt aangedreven met twee motoren – een
elektromotor en een dieselmotor. U hebt de keuze uit
verschillende rijstanden. U kunt geen 'verkeerde' rijstand
kiezen – de auto neemt de HYBRID-stand weer in, als niet
aan alle voorwaarden voor een andere stand is voldaan.
Het lampje in de knop Hybrid gaat dan branden.
HYBRID
Dit is de vooringestelde rijstand. Beide motoren wor-
den gebruikt: apart of allebei tegelijk. Een computer
bepaalt wat in een bepaalde situatie het beste is.
PURE
De auto wordt aangedreven door de elektromotor.
De airconditioning is uitgeschakeld voor de grootst
mogelijke actieradius. De dieselmotor start automa-
tisch, wanneer u meer vermogen nodig hebt dan de
elektrische motor kan leveren. De dieselmotor wordt
zo nodig ook gebruikt om vierwielaandrijving mogelijk
te maken, bijvoorbeeld tijdens het wegrijden en bij
gladheid.
POWER
Levert optimale respons en prestaties doordat de
elektrische motor en de dieselmotor continu allebei
werken. Bij actief rijden worden zoveel mogelijk
lagere versnellingen aangehouden, wat inhoudt dat
er minder snel wordt opgeschakeld.
AWD
Vierwielaandrijving wordt geactiveerd. Voornamelijk
bedoeld voor gebruik op lage snelheden bij gladheid
om de grip en rijeigenschappen te verbeteren. De
rijmodus werkt ook op hoge snelheden stabiliserend.
SAVE
Om de actuele ladingstoestand van de accu in stand
te houden voor later gebruik. Bij een lage ladingstoe-
stand wordt de accu opgeladen tot een niveau waar-
bij u circa 20 km op de elektrische motor kunt rijden.
PURE kiezen, wanneer u op elektriciteit wilt rijden.
01
Hoe open en sluit ik de klep van de
laadaansluiting?
De laadkabel zit in de opbergruimte onder de laadvloer in
de bagageruimte.
Lichtjes tegen de achterkant van de klep duwen en
loslaten.
Klep openen.
Afdekking van de laadaansluiting lostrekken en
ophangen aan de binnenkant van de klep.
Klep van de laadaansluiting in omgekeerde volgorde sluiten.
01
Waar ligt de laadkabel?
01
Brandend symbool: Geeft de ingestelde laadstroom
aan.
Brandend symbool: Kabel aangesloten op 230 V.
Laadstroom verhogen.
Laadstroom verlagen.
Brandend symbool: Kabel aangesloten op de auto.
Hoe werkt de regeleenheid van de laadkabel?
01
Hoe beëindig ik de oplading?
Auto ontgrendelen met de ontgrendelingsknop op
de transpondersleutel.
Laadkabel loskoppelen bij de auto.
Laadkabel loskoppelen bij het 230V-stopcontact.
Laadkabel terugplaatsen in het opbergvak onder de
vloer van de bagageruimte.
Als u de laadkabel na ontgrendeling niet losneemt uit
de laadaansluiting, wordt de laadkabel na enige tijd
automatisch opnieuw vergrendeld. Ontgrendelen met de
ontgrendelingsknop op de transpondersleutel.
Wat geven de lampjes van de laadaansluiting
aan?
01
01
Continu wit: Hulpverlichting
Continu oranje: Stand-bystand
Snelle groene knipperingen: Opladen van slecht
geladen accu
Langzame groene knipperingen: Opladen van goed
geladen accu
Constant groen of gedoofd: Oplading gereed
Blauw: Timer ingeschakeld
Rood: Storing
Hoe start ik de oplading?
Laadkabel aansluiten op het 230 V-stopcontact.
Laadstroom verhogen/verlagen via regeleenheid. Dit
is van invloed op de laadtijd en de preconditioning.
Laadkabel op de auto aansluiten – de kabel in de
laadaansluiting wordt automatisch vergrendeld.
Bij het indrukken van de knop voor Approach-verlichting
op de transpondersleutel verschijnt de resterende laadtijd
op het instrumentenpaneel. De laadstatus is af te lezen
aan de lampjes rond de laadaansluiting op de auto en via
de mobiele app Volvo On Call*.
01
Approach-verlichting moet zijn ingeschakeld in
MY CAR – zie gebruikershandleiding.
Wat kan ik met de app Volvo On Call* doen?
De applicatie Volvo On Call is overal en altijd te gebruiken.
Met één druk op een knop kunt u via de mobiele eenheid
onder meer de auto opsporen en op afstand vergrendelen,
bepaalde meterstanden en de ladingstoestand controle-
ren en de preconditioning instellen.
01
De applicatie wordt continu bijgewerkt. Voor meer infor-
matie – zie Volvo On Call* in de gebruikershandleiding.
Hoe activeer ik de preconditioning?
De preconditioning dient om de passagiersruimte voor
aanvang van de rit te verwarmen/koelen en is rechtstreeks
te activeren via het instrumentenpaneel, de transponder-
sleutel* of via de mobiele app Volvo On Call*. De functie
dient ook om de elektrische aandrijving van de auto voor
aanvang van de rit te optimaliseren.
Activeren via instrumentenpaneel:
Op OK op de linker stuurhendel drukken.
Aan het duimwiel* draaien totdat Voorconditionering
verschijnt en op OK drukken.
Kies uit Directe start, timer, Buiten park. of Binn.
parkeren (alleen te activeren als de auto met de laad-
kabel wordt opgeladen). Bevestig uw keuze met OK.
Activeren via transpondersleutel*:
De Approach-verlichtingsknop
zo'n 2 seconden
indrukken. De richtingaanwijzers van de auto lichten
5 keer kort op om vervolgens continu te blijven
branden, als de preconditioning actief is.
Status controleren via de transpondersleutel* (zie
afbeelding):
De informatieknop
zo'n 2 seconden indrukken. Het
rode controlelampje licht 5 keer kort op om vervolgens
continu te blijven branden, wanneer de preconditioning
actief is. De controle werkt alleen, wanneer u
gsm-bereik hebt of een internetverbinding.
Voor meer informatie over activering via de app –
zie Volvo On Call* in de gebruikershandleiding.
01
02
Hoe werkt de transpondersleutel?
Portieren en achterklep ontgrendelen en alarm
deactiveren. Instellingen zijn te verrichten in MY CAR.
Portieren en achterklep vergrendelen en alarm activeren.
Approach-verlichting.
Ontgrendelt alleen de achterklep en deactiveert de
alarmfunctie voor de achterklep.
Informatie*.
Paniekfunctie.
In de transpondersleutel zijn instellingen op te slaan voor
onder meer de buitenspiegels en de elektrisch bedien-
bare bestuurdersstoel* – zie gebruikershandleiding.
Wat geven de controlelampjes* op de
transpondersleutel aan?
02
Continu groen licht: De auto is vergrendeld.
Continu oranje licht: De auto is onvergrendeld.
Continu rood licht: Het alarm is afgegaan na vergren-
deling van de auto.
De beide rode controlelampjes lichten beurtelings
rood op: Het alarm is minder dan 5 minuten geleden
afgegaan.
Hoe werkt het Keyless* vergrendelingssysteem?
U kunt de transpondersleutel in bijvoorbeeld de binnenzak
laten liggen.
Vergrendelen en alarm inschakelen
Achterkant van een van de buitenste portierhand-
grepen aanraken of lichtjes op de kleinste van de
beide met rubber beklede knoppen op de achterklep
drukken.
Ontgrendelen en alarm uitschakelen
Portierhandgreep beetpakken en het portier op de
gebruikelijke manier openen of lichtjes op de grote van
de beide met rubber beklede knoppen op de
achterklep drukken.
02
Hoe start ik de motor?
Zorg dat u de laadkabel hebt losgekoppeld, voordat u de
auto start.
Transpondersleutel in het contactslot steken (geldt
niet bij Keyless Drive*).
Rempedaal bedienen.
Knop START/STOP ENGINE kort indrukken en
loslaten. De auto is ingeschakeld, wanneer de cijfers
op de snelheidsmeter of toerenteller en de andere
meters oplichten.
02
Hoe zet ik de motor af?
02
Knop START/STOP ENGINE kort indrukken – de
motor slaat af. De auto is afgezet, wanneer de cijfers
op de snelheidsmeter of toerenteller en de andere
meters zijn gedoofd.
Transpondersleutel uit het contactslot nemen (geldt
niet bij Keyless Drive*).
Hoe gebruik ik de parkeerrem?
02
Activeren
Op de handgreep PUSH LOCK/PULL RELEASE
drukken – het symbool op het instrumentenpaneel
gaat knipperen. Wanneer het symbool continu brandt,
is de parkeerrem geactiveerd.
Uitschakelen
Rempedaal bedienen.
Aan de handgreep PUSH/PULL RELEASE trekken.
Automatisch uitschakelen
Wegrijden (bij auto's met automatische versnellingsbak
dient de bestuurder de veiligheidsgordel te dragen).
Hoe schakel ik de ruitenwissers en
regensensor* van de voorruit in?
Hendel omlaaghalen om de ruitenwissers van de voorruit
in te schakelen of omhoog voor één enkele wisslag.
Regensensor Aan/Uit.
Gevoeligheid sensor of duur intervalfunctie instellen.
Wisser achterruit – intervalfunctie/normale functie.
02
Om de wisserbladen te kunnen optillen moeten deze
in de servicestand staan – zie gebruikershandleiding.
Het is belangrijk dat u deze functie begrijpt – zie
gebruikershandleiding.
De auto heeft Collision Warning met Auto-Brake en
fietsers- & voetgangersdetectie dat kan waarschuwen
voor voertuigen, fietsers en voetgangers en ervoor kan
(af-)remmen.
Het systeem is slechts een hulpmiddel en werkt niet in
alle situaties – zo heeft het moeite met fietsers die van
opzij komen en voetgangers die een lengte kleiner dan
80 cm hebben of gedeeltelijk zichtbaar zijn.
Hoe werkt de voetgangersdetectie*?
03
Hoe stel ik het stuur in?
Hef de stuurwielvergrendeling op.
Stuur vooruit/achteruit en omhoog/omlaag.
Vergrendel het stuur.
04
Hoe stel ik de stoel in?
Voorkant zitgedeelte omhoog/omlaag.
Stoel omhoog/omlaag.
Stoel vooruit/achteruit.
Rugleuning kantelen.
Lendensteun aanpassen*.
Instellingen voor elektrisch bedienbare stoel opslaan*.
Geheugentoetsen voor elektrisch bedienbare
bestuurdersstoel*.
Instelling opslaan:
Knop voor vastlegging van de instelling ingedrukt houden,
terwijl u op de geheugenknop van uw keuze drukt. Knop
ingedrukt houden, totdat er een signaal klinkt en een tekst
op het instrumentenpaneel verschijnt. Opgeslagen worden
de standen van zowel de stoel als de buitenspiegels. De
stand van de lendensteun wordt niet opgeslagen.
04
De standen van de buitenspiegels en de geheu-
geninstellingen voor de elektrische bedienbare
stoel (behalve de stand van de lendensteun) zijn
ook op te slaan in de transpondersleutel* – zie
gebruikershandleiding.
Hoe regel ik de temperatuur?
05
Eraan draaien voor onafhankelijke temperatuurin-
stelling links/rechts in passagiersruimte. Op het
beeldscherm verschijnt de gekozen temperatuur.
Op AUTO drukken voor automatische regeling van
de luchtverdeling en de overige functies. Op het
beeldscherm staat AUTO-KLIMAAT.
Tips: Houd voor een zo comfortabel mogelijk klimaat de
AUTO-stand aan. Bij regeling van de ventilatorsnelheid en
de luchtverdeling wordt de AUTO-stand gedeactiveerd.
Hoe ontdooi ik de voorruit?
05
Eenmaal indrukken om lucht naar de ruiten te
sturen – het lampje in de ontwasemingsknop brandt.
Nogmaals indrukken om de functie uit te schakelen –
het lampje brandt niet.
Welke functies worden er op het
instrumentenpaneel weergegeven?
Hybride-accumeter verschijnt bij Hybrid-thema.
Wanneer de elektromotor vermogen genereert voor
de accu, verschijnen er "bellen".
Actuele ladingstoestand.
Actieve rijstand.
Het symbool gaat branden, wanneer de dieselmotor
loopt.
Hybridguide. Geeft de grens aan waarbij de dieselmo-
tor aan- of afslaat. Gaspedaalstand (grote wijzer) in
verhouding tot het beschikbare elektromotorvermo-
gen (kleine wijzer).
05
Hoe werkt de AUTO-stand van de
verlichtingsbediening?
De AUTO-stand biedt de volgende alternatieven:
De rijverlichting schakelt automatisch tussen dagrijlicht
en dimlicht.
Het groot licht wordt mogelijk ingeschakeld, wanneer u
het dimlicht voert.
Automatisch groot licht (AHB)* – dat automatisch
schakelt tussen dimlicht en groot licht of de grootlicht-
bundel aanpast op de verkeersomstandigheden – kan
worden gebruikt.
De tunneldetectie* is geactiveerd.
05
Hoe bedien ik de boordcomputer?
OK drukken om het instrumentenpaneelmenu te
openen en berichten of menu-opties te bevestigen.
Menu-opties of boordcomputeropties doorbladeren
met het duimwiel.
Met RESET gegevens in de actuele boordcomputer-
functie op nul stellen of een stap terug doen binnen
het menusysteem.
05
Hoe is het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aan te passen?
05
Het instrumentenpaneel biedt de mogelijkheid om
verschillende thema's te kiezen, zoals Hybrid of Eco.
Om van thema te wisselen:
Op de knop OK van de linker stuurhendel drukken,
terwijl de auto loopt.
Aan het duimwiel van de hendel draaien om de
menuoptie Thema's te kiezen en vervolgens op OK
drukken.
Aan het duimwiel draaien om een thema te kiezen en
op OK drukken om uw keuze te bevestigen.
Het thema wordt vastgelegd in het transponder-
sleutelgeheugen* – zie gebruikershandleiding.
Hoe zet ik de dagteller op nul?
05
Aan het duimwiel van de linker stuurhendel draaien
om de gewenste dagteller T1 of T2 te tonen.
Lang op de knop RESET drukken om de getoonde
dagteller op nul te stellen.
Hoe kan ik het Infotainmentsysteem in- en
uitschakelen?
Let erop dat u tegelijkertijd het Sensus-systeem (incl.
navigatie-* en telefoonsysteem*) in-/uitschakelt.
Kort indrukken om de installatie in te schakelen.
Lang indrukken (totdat het scherm dooft) om uit te
schakelen.
Om het geluid te onderdrukken: Eenmaal kort indrukken –
tweemaal om het geluid opnieuw in te schakelen.
05
Hoe navigeer ik in het infotainmentsysteem?
Op RADIO, MEDIA, MY CAR, NAV*, TEL* of *
drukken om een hoofdbron te kiezen. In deze stand
verschijnt de normaalweergave van de laatst geacti-
veerde bron.
Op OK/MENU of op het duimwiel* op het stuur
drukken om het hoofdmenu van de gekozen bron te
openen.
Aan TUNE of aan het duimwiel draaien om te navige-
ren binnen de menu's.
Op OK/MENU of op het duimwiel drukken om een
keuze te maken binnen de menu's.
Kort op EXIT drukken om een stap terug te doen
binnen het menusysteem, een functie te annuleren of
ingevoerde tekens te wissen.
Lang op de knop EXIT drukken om terug te gaan
naar de normaalweergave of van de normaalweerga-
ve naar de hoofdbronweergave te gaan.
Tips:
Om vanuit de normaalweergave naar het snelkoppe-
lingsmenu te gaan, kunt u eenmaal op de hoofdbron-
knop drukken. Druk opnieuw om terug te gaan naar de
normaalweergave.
05
Voor meer informatie over de systeemfuncties – zie
gebruikershandleiding.
05
In de normaalweergave van de telefoonbron op OK/
MENU drukken.
Auto herkenbaar maken kiezen en bevestigen met
OK/MENU.
Bluetooth
®
activeren op de mobiele telefoon. Auto
identificeren en deze aan de telefoon koppelen.
Aanwijzingen op de telefoon en het beeldscherm
volgen.
De telefoon is daarmee aangesloten op de auto en via de
auto te bedienen.
Hoe 'pair' ik een Bluetooth
®
-telefoon*?
Bij een mislukte telefoonregistratie – zie
gebruikershandleiding.
Hoe maak ik verbinding met internet*?
05
Voor meer informatie over het aansluiten – zie
gebruikershandleiding.
Mobiele telefoon aansluiten via Bluetooth
®
of
"internet sharing"/"personal hotspot" op de telefoon
activeren voor Wi-Fi-aansluiting. Voor aansluiting via
automodem de simkaart in de simkaartlezer in het
dashboardkastje plaatsen.
Druk in de normaalweergave van de MY CAR-bron op
OK/MENU, kies Instellingen > Internetinstellingen
> Aansluiten via. Kies een aansluitoptie.
Wi-Fi: sluit op een netwerk aan en voer het wacht-
waard in. Automodem: geef de pincode van de
simkaart aan.
Welke diensten biedt Volvo ID*?
05
Voor meer informatie over Volvo ID – zie
gebruikershandleiding.
Volvo ID is een persoonlijke ID die aan de auto gekoppeld
is, waarmee u onder meer toegang kunt krijgen tot de
website My Volvo en een adres vanuit een online kaart-
dienst rechtstreeks naar de auto kunt versturen.
Registreer of bewerk uw Volvo ID als volgt:
Tweemaal op de verbindingsknop drukken.
Apps > Instellingen kiezen en de aanwijzingen op
het scherm volgen.
05
Hoe kan ik apps gebruiken, wanneer de auto
een internetverbinding* heeft?
Wanneer de auto een internetverbinding heeft, kunt u
apps voor onder meer muziekdiensten, internetradio,
navigatiediensten en een vereenvoudigde internetbrowser
gebruiken.
Op de verbindingsknop drukken.
Apps kiezen en op OK/MENU drukken om de
beschikbare apps te zien.
Gewenste app kiezen en uw keuze bevestigen met
OK/MENU.
Voor bepaalde apps moet u mogelijk inloggen via een
aparte account. Gebruik een bestaande account of regis-
treer een nieuwe. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Hoe kan ik bellen*?
05
Gewenste nummer in de normaalweergave van de
telefoonbron invoeren of het duimwiel op het stuur
omlaagdraaien om het telefoonboek te openen en
omhoogdraaien om de gesprekslijst te openen.
Op het duimwiel drukken om te bellen.
Gesprek beëindigen met een druk op EXIT.
Voor meer manieren om met de telefoon te bellen –
zie gebruikershandleiding.
Hoe kan ik de telefoon beantwoorden*?
Op duimwiel drukken om inkomende gesprekken te
beantwoorden.
Gesprek weigeren/beëindigen met een druk op EXIT.
05
Voor meer manieren om de telefoon te beantwoor-
den – zie gebruikershandleiding.
Hoe sla ik radiozenders op in de voorkeurslijst?
05
Externe eenheid aansluiten via de AUX- of USB*-in-
gangen in het opbergvak in de middenconsole.
In de normaalweergave van de mediabron op MEDIA
op de middenconsole drukken.
TUNE naar de gewenste geluidsbron draaien en op
OK/MENU drukken.
Hoe geef ik een gps*-bestemming aan?
Op NAV drukken om het navigatiesysteem* in te
schakelen – er verschijnt een kaart.
Opnieuw op NAV drukken en Adres instellen kiezen
met OK/MENU.
Eén of meer zoekcriteria aangeven met behulp van
het schrijfwiel of via de numerieke toetsenset op de
middenconsole.
Vervolgens kiezen uit Eén bestemming inst. of
Toevoegen als tussenbestemming en op OK/MENU
drukken.
Hoe sluit ik een externe geluidsbron aan?
Voor meer informatie en marktafwijkingen met betrekking
tot navigatie – zie de gebruikershandleiding.
05
Voor andere aansluitingen van een externe eenheid
– zie gebruikershandleiding.
U kunt per frequentieband (bijvoorbeeld FM)
10 voorkeurzenders vastleggen.
Afstemmen op een zender.
Een van de sneltoetsen enkele seconden ingedrukt
houden. Het geluid verdwijnt zolang, maar keert terug
wanneer de zender opgeslagen is.
De sneltoets is vervolgens te gebruiken.
Voor het instellen van radiozenders – zie
gebruikershandleiding.
05
05
In MY CAR zijn tal van autofuncties te regelen, zoals de
instellingen voor het klok, de buitenspiegels en vergrende-
lingen. Rijstatistiek en energiestromen zijn tevens grafisch
weer te geven. In de normaalweergave van de
MY CAR-bron op OK/MENU drukken en Hybride kiezen.
Rijmodi: Hier vindt u een toelichting bij de verschillende
rijmodi van de auto.
Milieutips: Hier vindt u tips, adviezen en een beschrijving
van wat zuinig rijden inhoudt.
Stroomtoevoer: Geeft aan welke motor de auto aandrijft
en de richting van de stroom.
Welke instellingen zijn mogelijk in het
menusysteem?
05
Hoe stel ik de klok in?
In de normaalweergave van de MY CAR-bron op
OK/MENU drukken.
Achtereenvolgens kiezen voor Instellingen >
Systeemopties > Tijdsinstellingen.
Aan TUNE draaien tot Tijd automatisch verschijnt
en op OK/MENU drukken om de automatische
klokinstelling te activeren.
Voor de juiste tijdsaanduiding is het zaak de juiste locatie
te kiezen.
05
Hoe bel ik mijn garage of maak ik een
afspraak voor onderhoud*?
In de normaalweergave van de MY CAR-bron op
OK/MENU drukken en Service & reparatie kiezen.
Onder Service & reparatie vindt u informatie over de
garage die u op de webportal My Volvo hebt gekozen.
Onder Dealerinformatie hebt u de mogelijkheid om
de garage te bellen en een afspraak te maken (ook
beschikbaar via de website My Volvo). Hier kunt u ook de
garage-informatie bijwerken en de garage opgeven als
bestemming.
Geldt alleen voor bepaalde markten.
Hoe moet ik de auto wassen?
Hoe tank ik?
06
Op de knop op het verlichtingspaneel drukken om de
tankvulklep te ontgrendelen – bij het loslaten van de
knop wordt de klep geopend.
De pijl van het symbool op het instrumentenpaneel geeft
de kant aan waar de tankvulklep zit.
Voor de lak is het beter om de auto met de hand te
wassen dan in een automatische wasstraat. Een nieuwe
laklaag is bovendien kwetsbaarder dan een oude laag.
U wordt daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met de hand te
wassen.
Schoon water en een spons gebruiken. Erop letten dat vuil
en zand krassen op de lak kunnen veroorzaken.
06
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
06
Voor het behoud van het uiterlijk van leer is regelmatige
leerverzorging vereist. Daarom is het zaak om leren bekle-
ding één tot vier keer per jaar te behandelen met de Volvo
Leather Care-kit. Neem lichtgekleurde leren bekleding bij
voorkeur eenmaal per week af met een vochtige doek. De
Volvo Leather Care-kit is te verkrijgen bij de Volvo-dealer.
Waar zitten de opbergmogelijkheden?
Hier ziet u enkele van de opbergmogelijkheden van de auto.
In de gebruikershandleiding staan meer
opbergmogelijkheden.
06
Waar zitten de AUX/USB*- en
12V-aansluitingen?
06
De 12V-aansluitingen in de middenconsole zijn alleen te
gebruiken met de transpondersleutel in sleutelstand I of
hoger. Via de 12V-aansluitingen* in de bagageruimte is
altijd stroom af te nemen.
Lees meer over uw auto op www.volvocars.com.
TP 21377 (Dutch) AT 1617, MY17. Printed in Sweden, Göteborg 2016, Copyright © 2000-2016 Volvo Car Corporation
Hoe werkt de regeleenheid van de laadkabel*?
Gebruik nooit een verlengkabel. Laad de auto alleen op aan geaard 230 V-contact. De aardlekschakelaar in de regeleenheid van de
laadkabel zorgt voor beveiliging van de auto, maar er bestaat mogelijk gevaar voor overbelasting op het 230 V-net.
Hoe start ik de oplading?
Controleer of het 230 V-stopcontact zich leent voor het opladen van een elektrisch voertuig. De regeleenheid van de laadkabel past de
laadstroom (6–16 A, afhankelijk van de markt) aan om overbelasting van het 230 V-stopcontact tegen te gaan.
Hoe activeer ik de preconditioning?
Bij Buiten park. produceert de verwarming op brandstof uitlaatgassen, maar niet bij Binn. parkeren, omdat dan de verwarming op stroom
wordt geactiveerd. Volvo adviseert u om voor directe start van de preconditioning dit via de transpondersleutel of de mobiele telefoon te
doen.
Hoe werkt het Keyless* vergrendelingssysteem?
Het Keyless-systeem werkt mogelijk niet, wanneer u de portierhandgrepen met handschoenen aan bedient. Het Keyless-systeem
ondervindt mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen. Leg/bewaar de transpondersleutel niet in de buurt van
een mobiele telefoon of metalen voorwerpen.
Hoe start ik de motor?
Na een koude start is het stationaire toerental verhoogd ongeacht buitentemperatuur. Het is onderdeel van Volvo's effectieve uitlaatgas-
reinigingssysteem. Vanwege de voorgloeifunctie slaan bepaalde dieselmotoren bij een koude start wellicht later aan. Bij motorstart in nor-
male omstandigheden wordt doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt. De dieselmotor blijft uitgeschakeld. In bepaalde gevallen slaat
echter de dieselmotor aan, zoals mogelijk het geval is bij een lage omgevingstemperatuur of als de hybride-accu moet worden opgeladen.
Hoe werkt de voetgangersdetectie*?
Het systeem kan niet altijd alle voetgangers detecteren en heeft bijvoorbeeld moeite met slechts gedeeltelijk zichtbare voetgangers, voet-
gangers die gekleed gaan in kleding die de lichaamscontouren verhult of voetgangers met een lengte tot korter dan 80 cm. Het systeem
detecteert niet alle fietsers en heeft bijvoorbeeld moeite met slechts gedeeltelijk zichtbare fietsers, fietsers die gekleed gaan in kleding
die de lichaamscontouren verhult of fietsers die van de zijkant komen. U bent er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u de auto correct
bestuurt en voldoende afstand houdt, rekening houdend met de rijsnelheid.
Hoe stel ik het stuur in?
Het stuurwiel (na instelling van de bestuurdersstoel) instellen vóórdat u wegrijdt – nooit tijdens het rijden.
Hoe stel ik de stoel in?
Bestuurdersstoel instellen vóórdat u wegrijdt – nooit tijdens het rijden. Controleer of de stoel vergrendeld staat om letsel te voorkomen bij
hard afremmen of een aanrijding.
Hoe maak ik verbinding met internet*?
Bij gebruik van internet vindt gegevensuitwisseling (dataverkeer) plaats, waarvoor mogelijk extra kosten in rekening worden gebracht.
Activering van dataroaming kan extra kosten met zich meebrengen. Informeer bij uw provider naar de kosten voor dataverkeer. Om iedere
keer dat u de auto start niet telkens de pincode te hoeven invoeren kunt u de pincodebeveiliging uitschakelen door onder de optie
Automodem SIM-kaart blokkeren uit te vinken. Verbinden via wifi: Let erop dat sommige telefoons de internetverbinding verbreken,
wanneer de verbinding met de auto is verbroken. In dat geval moet u bij een volgend gebruik van de telefoon de "internet sharing"
opnieuw activeren.
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
Sommige geverfde kledingstukken (zoals spijkerbroeken en suède kleding) kunnen afgeven en voor vlekken op de bekleding zorgen.
Gebruik nooit sterke oplosmiddelen, omdat die de bekleding mogelijk beschadigen.
Waar zitten de AUX/USB*- en 12V-aansluitingen?
U kunt maximaal 10 A (120 W) via de 12V-aansluiting afnemen bij gebruik van één aansluiting in de tunnelconsole tegelijk. Bij gelijktijdig
gebruik van beide aansluitingen in de tunnelconsole geldt een waarde van 7,5 A (90 W) per aansluiting. U kunt maximaal 10 A (120 W)
afnemen via de 12V-aansluiting in de bagageruimte.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Volvo 2018 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor