Bauknecht BFO 3T333 DLM X Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide
NL
1
SNELLE REFERENTIEGIDS
HANDLEIDING
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
BEDIENINGSPANEEL
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets met controlelampje
3. Multizone toets met controlelampje
4. Turbo toets met controlelampje / Toetsenvergrendeling
5. Controlelampje Eco-programma
6. Controlelampje toetsenvergrendeling
7. Display
8. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
9. Controlelampje tablet (tab)
10. Controlelampje gesloten waterkraan
11. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
12. Controlelampje zout bijvullen
13. Power Clean® toets met controlelampje
14. Tablet (tab) toets met controlelampje
15. Uitsteltoets met controlelampje
16. Start/Pauze-toets met controlelampje / Waterafvoer
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid.
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN
BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op:
www.bauknecht.eu/register
U kunt de Veiligheidsinstructies en de Gids voor Gebruik
en Onderhoud downloaden van onze website
docs.bauknecht.eu en de instructies aan de achterzijde
van dit boekje opvolgen.
1. Bovenste rek
2. Besteklade
3. Opvouwbare kleppen
4. Afsteller hoogte bovenste rek
5. Bovenste sproeierarm
6. Onderste rek
7. Lege ruimte
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
0000 000 00000
Service:
1
4
5
6
11
13
7
12
10
8
9
2
3
4
1
3
2
9 16
14
15
65 7 8 11 12 1310
2
EERSTE GEBRUIK
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
MHet gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op
het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
• Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
• Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de
afwasmachine (zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) en moet worden
gevuld wanneer het controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het
bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop
van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het
zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1
kg); het is niet ongebruikelijk dat er een be-
etje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten
weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid-
del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de
waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat
de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke
waterhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale
waterleverancier worden opgevraagd.
De fabrieksinstelling is voor gemiddelde (3) waterhardheid.
•HetapparaatinschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
•HetapparaatuitschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
•DetoetsSTART/PAUZE 5 seconden ingedrukt houden totdat u
een piep hoort.
•HetapparaatinschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
•Hethuidigeniveaunummervandeselectieenhetcontrolelampje
van het zout knipperen allebei.
•DetoetsP indrukken om het gewenste hardheidsniveau te
selecteren (zie TABEL WATERHARDHEID).
•HetapparaatuitschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
Instellen is voltooid!
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als de zoutcontainer niet gevuld is kunnen de waterontharder en
het verwarmingselement daardoor beschadigd raken.
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het
glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het
controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display
brandt.
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog
te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml)
insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het
gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de
gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
•DeafwasmachineinschakelenmetdetoetsAAN/UIT.
•UitschakelenmetdetoetsAAN/UIT.
•DriemaalopdetoetsSTART/PAUZE drukken - er klinkt een pieptoon.
•InschakelenmetdetoetsAAN/UIT.
•Hethuidigeniveaunummervandeselectieenhetcontrolelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
•DetoetsP indrukken om het niveau van het te leveren
glansspoelmiddel te selecteren.
•UitschakelenmetdetoetsAAN/UIT
Instellen is voltooid!
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 (ECO) zal geen
glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANS-
SPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het
model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het model.
Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook voor
uw machine geldt.
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in
(2-3).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (4-5).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
A
B
Gebruik de opening apparaat A om
het vaatwasmiddeldoseerbakje te
openen. Het vaatwasmiddel alleen
in het droge doseerbakje B invo-
eren. Plaats de hoeveelheid
vaatwasmiddel voor voorspoelen
direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje B vindt u de aanwijzingen voor het
doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog te
trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment,
volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen
is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat het program-
ma dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten
worden bereikt.
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
M
A
X
A
B
35
25
NL
3
PROGRAMMATABEL
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogramma, het meest eci-
ënt met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
SENSOR
Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Meet
de mate van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma
dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling meet,
verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur aangepast.
1 UUR WASSEN EN DROGEN
Licht tot normaal vervuild serviesgoed. Dagelijks programma, geschikt
voor niet-opgedroogde en verse vervuiling, voor schoon en droog va-
atwerk in slechts 60 minuten tijd.
INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name
geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden
voor kwetsbare stukken).
DAGELIJKS
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale
reinigende werking in kortere tijd garandeert.
STIL
Geschikt voor werking van het apparaat in de nacht. Optimale prestaties
gewaarborgd.
BESCHRIJVING PROGRAMMAS
SNEL 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor licht vervuilde vaat zonder
opgedroogde etensresten.
GLASWERK
Cyclus voor kwetsbare stukken, die gevoeliger zijn voor hoge
temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
VOORSPOELEN
Servies dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er
geen vaatwasmiddel gebruikt.
HYGIËNE
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra antibacteriële spoeling.
ZELFREINIGEND
Cyclus voor het uitvoeren van onderhoud aan de machine. Reinigt de
binnenkant van het apparaat met warm water.
Opmerkingen:
Merk op dat programmas zoals 1 uur Wassen en Drogen of Snel het meest
eectief zijn voor licht verontreinigd vaatwerk.
Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen
laten draaien wanneer deze vol is.
Programma
Drogen
fase
Beschikbare
functies
*)
Vaatwasmid-
delbakje
Duur van
waspro-
gramma
(h:min)
**)
Waterver-
bruik
(liter/cyclus)
Energiever-
bruik
(kWh/cyclus)
Kuip
B
1. Eco 50°
4:00 9,5 0,83
2. Sensor
50-
60°
1:25 - 3:00 7 - 14 0,90 - 1,40
3. 1 uur Wassen
en Drogen
55°
-
1:00 10,5 1,20
4. Intensief 65°
-
2:50 16,0 1,60
5. Dagelijks 50°
- 1:35 13,0 1,15
6. Stil 50°
- 3:30 15,0 1,15
7. Snel 30’ 50°
-
- 0:30 9,0 0,55
8. Glaswerk 45°
-
1:40 11,5 1,20
9. Voorspoelen
- -
- -
0:12 4,5 0,01
10. Hygiëne 65°
-
1:40 10,0 1,30
11. Zelfreinigend 65°
-
- -
0:50 8,0 0,85
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242.
Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met:
dw_test_support@whirlpool.com
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programmas is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid
en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma
met max. 20 min. verlengen. Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 5 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
4
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de bijbehorende LED 3
keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld
UITSTEL
De start van het programma kan worden uitgesteld voor
een periode tussen 0:30 en 24 uur.
1. Selecteer het programma en eventuele gewenste
opties. Druk (meerdere keren) op de UITSTEL-toets om
de start van het programma uit te stellen. Instelbaar van
0:30 tot 24 uur. Bij elke druk op de toets wordt de
uitgestelde start vooruitgezet met: 0:30 indien de
selectie korter is dan 4 uur, 1:00 indien de selectie korter
is dan 12 uur, 4 uur als de selectie langer is dan 12 uur.
Als 24 uur bereikt is en de toets wordt ingedrukt, wordt
de uitgestelde start uitgeschakeld.
2. Druk op de toets START/PAUZE; de timer begint met
aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is wordt het
controlelampje uitgeschakeld en begint het programma
automatisch.
Als op het moment van het aftellen de START/PAUZEtoets
opnieuw wordt ingedrukt wordt de UITSTEL-optie
gewist en wordt het geselecteerde programma
automatisch gestart.
Zodra er een programma is gestart kan de
UITSTELfunctie niet worden ingesteld.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve
lading» worden gebruikt, om water, elektriciteit en
vaatwasmiddel te besparen.
Selecteer het programma en druk daarna op de
MULTIZONE-toets: het controlelampje boven de toets
brandt en het symbool van het gekozen rek verschijnt op
het display. Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle
rekken.
Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een
bepaald rek af te wassen:
verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
verschijnt op het display (alleen bestekmandje)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het
apparaat wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste
rek te laden en de hoeveelheid vaatwasmiddel
dienovereenkomstig te verlagen.
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de
waterkraan gesloten is.
TURBO
Deze optie kan worden gebruikt om de duur van de
hoofdprogrammas te verlagen, met behoud van
dezelfde was- en droogprestaties.
Druk na het selecteren van het programma op de
TURBO toets en het controlelampje wordt ingescha-
keld. Druk dezelfde toets opnieuw in om de optie uit
te schakelen.
POWER CLEAN®
Dankzij de extra krachtige stralen biedt deze functie een
intensievere en krachtigere afwasprogramma op de
betreende plek in het onderste rek. Deze functie wordt
aanbevolen voor het afwassen van pannen en
ovenschalen. Druk op deze toets om Power Clean te
activeren (het controlelampje gaat branden).
TABLET (TAB)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma
geoptimaliseerd worden, aan de hand van het
afwasmiddel dat gebruikt wordt.
Druk de toets TABLET (het controlelampje gaat branden,
het bijbehorende symbool gaat branden) als u
gecombineerde vaatwasmiddelen in tabletvorm
gebruikt (glansspoelmiddel, zout en wasmiddel in 1
dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt
moet deze optie worden uitgeschakeld.
TOETSVERGRENDELING
Door een lange druk (3 seconden) op de TURBO
toets wordt de TOETSVERGRENDELING-functie
ingeschakeld. Met de TOETSVERGRENDELING-functie
wordt het bedieningspaneel geblokkeerd, behalve de
AAN/UIT-toets. Opnieuw lang indrukken, om de
TOETSVERGRENDELING uit te schakelen.
WATERAFVOER
Voor het stoppen en wissen van de actieve cyclus kan de
Waterafvoer-functie worden gebruikt.
Met een lange druk op de START/PAUZE-toets wordt de
WATERAFVOER-functie ingeschakeld. Het actieve
programma wordt stopgezet en het water in de
afwasmachine wordt afgetapt.
NL
5
DAGELIJKS GEBRUIK
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het
serviesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevo-
ren onder stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en
niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden
gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het
water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en
koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden
geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en
hogere wasprestaties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij
kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de
afwasmachine moet u ten minste één per maand een programma met
hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel
en laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek
serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen
wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas
(bv. kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen
ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garan-
deert dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor
serviesgoed
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het
wasprogramma afgelopen is.
ADVIEZEN EN TIPS
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding
en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
(zie PROGRAMMATABEL).
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie
BESCHRIJVING PROGRAMMA)door de P-toets in te drukken.
Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het wasprogramma door de START/PAUZE toets . Wanneer
het programma start is er een pieptoon te horen.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door
pieptonen en op het display wordt END knippert. Het apparaat uit-
schakelen door op de toets AAN/UIT te drukken en de deur openen.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt
verwijderd - om brandwonden te voorkomen.
De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
Na het voltooien van het programma kan er nog 30 min. een extra
droogfase worden uitgevoerd. Nadat het programma is voltooid
kunt u op elk gewenst moment de afwasmachine uitladen. Voor een
beter droogeect is het raadzaam om het 30 min te laten draaien.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van
inactiviteit automatisch uitgeschakeld, om het
elektriciteitsverbruik te minimaliseren. Als het serviesgoed
slechts licht bevuild is of als het voordat het inde afwasmachi-
ne wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoeveelhe-
id vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden
gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: houd de AAN/UIT toets
ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het
nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het
wasprogramma door en de START/PAUZE-toets in te drukken.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor
HETE stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe
de deur dicht en druk op de START/PAUZE-toets, het programma
begint vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Zodra de deur is
gesloten of de stroomvoorziening is hersteld de START/PAUZE-toets
indrukken, om het wasprogramma opnieuw te starten op het punt
waar het werd onderbroken.
Voor meer informatie over de functies kunt u een Gids voor Gebruik en
Verzorging downloaden van de WEBSITE, volgens de instructies op de
laatste pagina.
6
REKKEN VULLEN
BESTEKLADE
Het derde rek werd ontworpen om het bestek te herbergen. Rang-
schik het bestek zoals op de afbeelding. Een aparte rangschikking
voor het bestek maakt het oppakken na de afwas eenvoudiger en
verbetert de was- en droogprestaties.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen
moeten worden geplaatst met de punten naar beneden gericht. Het
mag alleen aan de voorkant van het onderste rek worden geplaatst.
De geometrie van het rek maakt
het mogelijk om kleine items als
koekopjes in het midden te
plaatsen.
De bestekmand is uitgerust met
twee schuifbladen, om optimaal
gebruik te maken van de hoogte
van de ruimte eronder en om
het laden van hoge items in het
bovenste rek mogelijk te maken.
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: glazen, kopjes,
schoteltjes, lage saladekommen.
(laadvoorbeeld voor het bovenste
rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand
voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om optima-
al gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren van
meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste
rek zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een
hoogteversteller bovenste rek (zie afbeelding
, zonder op de hefbomen te hoeven drukken,
opheen door gewoon de zijkanten van het rek
vast te houden, zodra het rek stabiel in de bo-
venste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de he-
fbomen A aan de zijkanten van het rek drukken
en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer
het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
A
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant
kunnen op drie verschillende hoogtes worden
geplaatst, voor een optimale rangschikking van
het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare
kleppen worden geplaatst door de steel van
elk glas in de overeenkomstige sleuven in te
voeren.
Voor optimale droogresultaten de
opvouwbare kleppen meer laten kantelen.
Voor het wijzigen van de hellingshoek de
opvouwbare klep optillen lichtjes schuiven
en plaats deze zoals u wenst.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen
en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om
aanraking met de sproeierarmen te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie
kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een
horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
POWER CLEAN®
Power Clean® maakt gebruik van
speciale waterstralen aan de achterzijde
van de ruimte voor een intensievere
reiniging van zeer vuile items.
Activeer POWER CLEAN op het paneel
tijdens het plaatsen van de pannen/
ovenschalen tegenover het Power Clean® component. Het onderste
rek heeft een lege ruimte, een speciale uittrekbare steun aan de
achterzijde van het rek, die kan worden gebruikt ter ondersteuning van
koekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder
ruimte in beslag nemen.
Power Clean® gebruiken:
1. Pas het Power Clean
gebied (G) aan door de
achterste bordenhouders
omlaag te klappen om
potten en pannen te
laden.
2. Laad potten, pannen en
schalen verticaal
gekanteld in het Power
Clean gebied. Potten en
pannen moeten naar de
krachtige waterstralen toe
gekanteld worden.
NL
7
REINIGING EN ONDERHOUD
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en
het afvalwater correct weg stroomt.
Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten
circuleren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als
het lter is losgeraakt.
Controleer het ltersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het
eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen
borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJDER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma
(zwart detail) (Afb. 4).
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is
daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met
een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof
borgring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden
vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar
boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te
trekken.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn
gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden
uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij
van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen
kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine
beschadigd raken.
A
A
B
C
21
43
8
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed. Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande
lijst na te lopen voordat u contact opneemt met het servicecenter.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasmachi-
ne start niet of
reageert niet op
opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval. De afwasmachine start automatisch wanneer er weer stroom is.
De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het reageert niet op opdrachten.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na
ongeveer een minuut weer inschakelen en het programma resetten.
De afwasmachine
pompt niet af.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIE-
GIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN) . De afwasmachine re-
setten door op de toets AFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES)
en een nieuw programma zonder vaatwasmiddel laten lopen.
Het vaatwerk is
niet schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze
worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt
voor gebruik in afwasmachines.
De dop op het glansspoelmiddelcomparti-
ment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt.
Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout.
Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
PROBLEMEN OPLOSSEN
ONDERHOUD EN HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Zie voor informatie, onderhoudsprocedures en proble-
emoplossing de Gids voor Gebruik en Verzorging.
De Gids voor Gebruik en Verzorging kan worden verkregen bij:
• Consumentenservice; kijk voor het telefoonnummer in het
garantieboekje.
• downloaden van website: docs.bauknecht.eu
• gebruik QRcode:
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de
consumentenservice moet u de codes
vermelden die staan aangegeven op het
typeplaatje aan de linker- of rechterkant
in de deur van de afwasmachine. Het
telefoonnummer dat wordt
vermeld in het Garantieboekje of op
de website:
www.bauknecht.eu
TECHNISCH GEGEVENSBLAD
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden
gedownload van de website:
docs.bauknecht.eu
IEC 436
:
400011285038B
09/2018 jk - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Bauknecht BFO 3T333 DLM X Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide