2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
3. Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO STAND-BY-OPTIE
De AUTO Stand-by-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om stroom te besparen als:
• Er een programma is geselecteerd, maar na 5
minuten van de instelling nog niet op de
toets is gedrukt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display.
Draai aan de programmaknop om een nieuwe
cyclus in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
• Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
• Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
• Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
• Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
• Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
13