DeWalt dcd 925 l2 qw de handleiding

Categorie
Boormachines
Type
de handleiding
2
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 4
Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen) 18
English (original instructions) 33
Español (traducido de las instrucciones originales) 46
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 61
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 76
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 91
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 106
Português (traduzido das instruções originais) 119
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 135
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 148
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 162
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 177
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
91
13 mm (1/2") DRAADLOZE BOOR/DRIL
DCD920, DCD930, DCD940
13 mm (1/2") DRAADLOZE KLOPBOOR/DRIL
DCD925, DCD935, DCD945
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en
innovatie maken D
EWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel
gereedschap.
Technische gegevens
DCD925 DCD920 DCD935 DCD930 DCD945 DCD940
Voltage V
DC
18 18 14,4 14,4 12 12
Types 10 10 10 10 10 10
Batterijtype NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion NiMH NiMH
Uitgangsvermogen W 450 450 325 325 285 285
Snelheid zonder weerstand
1e versnelling min
-1
0–500 0–500 0–425 0–425 0–425 0–425
2e versnelling min
-1
0–1 250 0–1 250 0–1 200 0–1 200 0–1 200 0–1 200
3e versnelling min
-1
0–2 000 0–2 000 0–1 800 0–1 800 0–1 800 0–1 800
Impactratio
1e versnelling min
-1
0–8 500 0–7 225 0–7 225
2e versnelling min
-1
0–21 250 0–20 400 0–20 400
3e versnelling min
-1
0–34 000 0–30 600 0–30 600
Max. torsie Nm 55 55 50 50 44 44
Boorhouder capaciteit mm 1,5–13 1,5–13 1,5–13 1,5–13 1,5–13 1,5–13
Maximale boorcapaciteit
Hout mm 50 50 45 45 38 38
Metaal mm 13 13 13 13 13 13
Metselwerk mm 16 16 14 14 13 13
Gewicht (zonder accu) kg 1,82 1,7 1,79 1,68 1,79 1,68
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 88 77 88 77 88 77
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A) 3 3 3 3 3 3
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A) 99 88 99 88 99 88
K
WA
(onzekerheid akoestisch verm.) dB(A) 3 3 3 3 3 3
Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 60745:
Vibratie-emissiewaarde a
h
Boren in metaal
a
h,D
= m/s
2
< 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5
Onzekerheid K = m/s
2
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
Vibratie-emissiewaarde a
h
Boorinslag
a
h,ID
= m/s
2
10,5 10,5 10,5
Onzekerheid K = m/s
2
1,8 1,8 1,8
NEDERLANDS
92
Vibratie-emissiewaarde a
h
Schroef indraaien
a
h,D
=
m/s²
< 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5
Onzekerheid
K = m/s²
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
Het in dit informatieblad gegeven
trillingsuitstootniveau werd gemeten in
overeenstemming met een in EN 60745 gegeven
gestandaardiseerde test en kan worden gebruikt om
een stuk gereedschap met een ander te vergelijken.
Het kan worden gebruikt voor een voorlopige
beoordeling van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het aangegeven
trillingsemissieniveau vertegenwoordigt
de belangrijkste toepassingen van
het gereedschap. Maar als het
gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met verschillende
accessoires of als het niet goed
wordt onderhouden, dan kan de
trillingsemissie verschillend zijn. Dit
kan het blootstellingsniveau aanzienlijk
verhogen over de hele werkperiode.
Accuset DE9180 DE9503 DE9140 DE9502 DE9501
Accutype Li-Ion NiMH Li-Ion NiMH NiMH
Spanning V
DC
18 18 14,4 14,4 12
Capaciteit A
h
2,0 2,6 2,0 2,6 2,6
Gewicht kg 0,68 1,0 0,58 0,86 0,69
Lader DE9135 DE9116
Netspanning V
AC
230 230
Accutype NiCd/NiMH/Li-Ion NiCd/NiMH
Geschatte laadtijd min 40 60
(2,0 Ah accusets) (2,0 Ah accusets)
Gewicht kg 0,52 0,4
Zekeringen:
Europa 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De definities hieronder beschrijven de ernstgraad
voor elk signaalwoord. Gelieve de handleiding te
lezen en op deze symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op een dreigende
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, zal leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie die, indien
niet vermeden, zou kunnen leiden tot
de dood of ernstige letsels.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, kan leiden tot kleine of
matige letsels.
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op risico van een elektrische
schok.
Wijst op brandgevaar.
Een schatting van het
blootstellingsniveau voor trilling moet
ook rekening houden met hoe vaak
het gereedschap uitgeschakeld is of
wanneer het gereedschap wel aan
staat maar niet daadwerkelijk gebruikt
wordt. Dit kan het blootstellingsniveau
aanzienlijk verlagen over de hele
werkperiode.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen
om de gebruiker te beschermen tegen
trillingseffecten zoals: onderhoud het
gereedschap en de accessoires, houd
de handen warm, organisatie van
werkpatronen.
NEDERLANDS
93
EG-conformiteitsverklaring
RICHTLIJN VOOR MACHINES
DCD925, DCD920, DCD935, DCD930, DCD945, DCD940
D
EWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder “technische gegevens” in
overeenstemming zijn met:
98/37/EG (tot en met 28 december 2009);
2006/42/EG (vanaf 29 december 2009);
EN 60745-1; EN 60745-2-1; EN 60745-2-2.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/
EG. Neem voor meer informatie contact op met
DEWALT via het volgende adres of kijk op de
achterzijde van de gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice-president Techniek en productontwikkeling
DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
30.07.2009
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene veiligheidswaarschuwingen
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en
instructies. Indien geen gevolg aan
deze aanwijzingen wordt gegeven, kan
dit leiden tot elektrische schok, brand of
ernstig letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN
De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle
onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw
elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer)
of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap.
1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED
a) Houd het werkgebied schoon en zorg
voor goede verlichting. Rommelige of
donkere plekken vragen om ongevallen.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap in
een explosief-gevoelige omgeving, zoals
in de buurt van brandbare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrisch gereedschap
creëert vonken waardoor stof of dampen
vlam kunnen vatten.
c) Houd kinderen en omstanders uit de
buurt tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot
verlies van controle over het gereedschap.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrische werktuigen
mogen alleen worden gebruikt in een
geschikt stopcontact. Pas de stekker
op geen enkele manier aan. Gebruik
geen adapterstekkers met een geaard
elektrisch werktuig. Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico van elektrische
schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakten zoals leidingen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico voor elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrische werktuigen niet bloot aan
regen of water. Als er water in elektrische
werktuigen terechtkomt, neemt het risico van
een elektrische schok toe.
d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om een elektrisch
werktuig te verplaatsen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
olie, scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico van een elektrische schok.
e) Als u een elektrisch werktuig buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in de open lucht.
Het gebruik van een snoer dat geschikt is
voor gebruik in de open lucht, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f) Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat). Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrische
werktuigen gebruikt. Gebruik geen
elektrische werktuigen als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
NEDERLANDS
94
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van een
elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig
letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming. Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand ‘uit’ is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap. Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
werktuig aanzet. Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische werktuig, kan
tot letsels leiden.
e) Reik niet te ver. Sta stevig op de
grond en behoud voortdurend uw
evenwicht. Hierdoor hebt u in onverwachte
omstandigheden een betere controle over
het elektrische werktuig.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg
dan ervoor dat ze aangesloten zijn en
op de juiste manier worden gebruikt.
Stofverzameling kan aan stof gerelateerde
gevaren beperken.
4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE
WERKTUIGEN
a) Forceer het elektrische werktuig niet.
Gebruik het juiste elektrische werktuig
voor uw toepassing. Het gereedschap zal
zijn werk beter en veiliger doen tegen de
snelheid waarvoor het is bedoeld.
b) Gebruik het elektrische werktuig niet als
de schakelaar het niet in- en uitschakelt.
Elk werktuig dat niet met de schakelaar
kan worden bediend, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c) Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische
gereedschap voordat u aanpassingen
aanbrengt, accessoires verwisselt
of elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
d) Bewaar elektrische werktuigen die
niet worden gebruikt buiten het bereik
van kinderen en laat mensen die niet
vertrouwd zijn met het elektrische
werktuig of met deze instructies het
elektrische werktuig niet gebruiken.
Elektrische werktuigen zijn gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud elektrische werktuigen.
Controleer op foutieve uitlijning of
vastlopen van beweegbare delen,
gebroken onderdelen of een andere
omstandigheid die de werking van het
elektrische werktuig kan beïnvloeden.
Als het elektrische werktuig beschadigd
is, laat dit dan repareren voordat u
het gebruikt. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrische werktuigen.
f) Houd zaagwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden zaagwerktuigen met
scherpe zaagkanten zullen minder snel
vastlopen en zijn makkelijker te gebruiken.
g) Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies en houd daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk. Het gebruik van het elektrische
werktuig voor handelingen die afwijken van
die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou
een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen
hebben.
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP ACCU
a) Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant. Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset
kan leiden tot een brandrisico als deze lader
wordt gebruikt met een andere accuset.
b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico op verwondingen en brand tot gevolg
hebben.
c) Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere.Het kortsluiten
NEDERLANDS
95
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d) Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
af met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a) Laat uw elektrische werktuig onderhouden
door een erkende onderhoudsmonteur die
alleen identieke vervangingsonderdelen
gebruikt. Hiermee wordt de veiligheid van
het elektrische werktuig gewaarborgd.
Aanvullende specifi eke
veiligheidsrichtlijnen voor boren/
drilboren/klopboren
Draag gehoorbescherming tijdens het
boren. Blootstelling aan geluid kan leiden tot
gehoorverlies.
Gebruik aanvullende handgrepen indien
meegeleverd bij het gereedschap. Als u de
controle over het apparaat verliest, kan dit tot
persoonlijk letsel leiden.
Houd gereedschap vast aan geïsoleerde
handgrepen als u een handeling uitvoert
waarbij het gereedschap in contact kan
komen met verborgen bedrading of het
eigen stroomsnoer. Snijdaccessoires die
in contact komen met bedrading die onder
stroom staat kunnen ijzeren onderdelen van
het gereedschap onder stroom zetten en de
operator een elektrische schok geven.
Gebruik klemmen of een andere praktische
oplossing om het werkstuk vast te zetten en
het op een stabiele plaats te ondersteunen.
Als u het werkstuk tegen uw lichaam houdt, is
dat onstabiel en kan het leiden tot het verlies
van de controle.
Draag gehoorbescherming als u gedurende
langere tijd met de boor werkt. Langdurige
blootstelling aan intense geluiden kan
gehoorverlies veroorzaken. Tijdelijk gehoorverlies
of ernstige schade aan het trommelvlies kan
optreden door hoge geluiden tijdens het
klopboren.
Draag een veiligheidsbril of een andere
oogbescherming. Klopboren en boren zorgen
ervoor dat splinters rondvliegen. Rondvliegende
deeltjes kunnen leiden tot permanente
beschadiging van uw ogen.
Klopboor onderdelen en het gereedschap
worden heet tijdens het gebruik. Draag
handschoenen als u ze aanraakt.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van
klopboormachines:
Letsel als gevolg van het aanraken van
ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen
van het gereedschap.
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorbeschadiging.
Het risico om uw vingers te beknellen als u
accessoires verwisselt.
Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het
inademen van stof dat vrijkomt als u met hout
werkt.
Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
Risico op persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
Markeringen op gereedschap
De volgende pictogrammen worden afgebeeld op
het gereedschap:
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
POSITIE DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage
bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het
verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu
vormt.
Voorbeeld:
2009 XX XX
Jaar van fabricage
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies
voor de acculaders DE9135/DE9116.
Lees voor gebruik van de accu en lader eerst
alle instructies en waarschuwingen op de
lader, de accuset en op het product waarin de
accuset wordt gebruikt.
NEDERLANDS
96
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt
is aanwezig op de laadterminals. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken
of elektrocutie.
WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar.
Zorg dat er geen vloeistof in de
werklamp/lader binnendringt. Dit kan
leiden tot elektrische schokken.
VOORZICHTIG: Risico op
brandwonden. Laad, om het risico
op letsel te beperken, uitsluitend
oplaadbare batterijen van DEWALT op.
Andere typen accu’s kunnen barsten.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade.
VOORZICHTIG: Als de lader is
aangesloten op de voedingsbron,
kunnen de blootliggende contactpunten
in de lader onder bepaalde
omstandigheden kortsluiten onder
invloed van vreemd materiaal. Vreemde
geleidende materialen, waaronder,
maar niet beperkt tot, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalhoudende deeltjes, moeten uit de
buurt van openingen in de lader worden
gehouden. Koppel de lader altijd los van
de voedingsbron als er geen accuset in
zit. Ontkoppel de lader voordat u deze
reinigt.
Probeer de accuset NIET op te laden
met andere laders dan de laders in deze
handleiding. De lader en de accuset zijn
specifiek op elkaar afgestemd.
Deze laders zijn niet bedoeld voor ander
gebruik dan het opladen van DEWALT
herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen
bestaat risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
Trek de stekker niet los aan het snoer
wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u
het risico op beschadiging aan stekker en snoer.
Plaats het snoer zo dat niemand erop kan
stappen of erover kan struikelen, of het
snoer op een andere andere manier kan
beschadigen.
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt
noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd
verlengsnoer kan leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
Plaats geen voorwerpen op de lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak.
Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen
geblokkeerd raken, wat kan leiden tot
extreem hoge interne temperaturen. Houd de
lader verwijderd van warmtebronnen. De lader
wordt geventileerd via groeven aan de boven-
en onderkant van de behuizing.
Gebruik de lader niet als het snoer of de
stekker beschadigd is — vervang deze in dat
geval direct.
Gebruik de lader niet als er hard tegenaan
is gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei
wijze is beschadigd. Ga ermee naar een
erkend reparatiepunt.
Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee
naar een erkend reparatiepunt wanneer
onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader
verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden
tot risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u deze reinigt. Zo
beperkt u het risico op elektrische schokken.
U vermindert dit risico niet door de accuset te
verwijderen.
• NOOIT proberen twee laders samen te
verbinden.
De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet
te gebruiken met een andere spanning. Dit
geldt niet voor de lader van het apparaat.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Opladers
De DE9116 oplader werkt op 7,2–18V NiCd en
NiMH batterijen.
De DE9135 oplader werkt op 7,2–18V NiCd, NiMH
of Li-Ion batterijen.
Deze opladers hebben geen aanpassingen nodig en
zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening.
Laadprocedure (fi g. 1)
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is
230 volt aanwezig op laadstations. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Risico van elektrische schok of
elektrocutie.
1. Sluit de lader (l) aan op een geschikt
stopcontact voordat u de accuset erin plaatst.
NEDERLANDS
97
2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-)
lampje zal doorlopend knipperen om aan te
geven dat het oplaadproces begonnen is.
3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden,
is het opladen voltooid. De accu is volledig
opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt
of in de lader blijven.
OPMERKING: Om maximale prestaties en
levensduur van de NiCd, NiMH en Li-Ion batterijen te
garanderen laadt u de accu tenminste 10 uur voor
het eerste gebruik op.
Oplaadproces
In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de
oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van
het opladen de accu zich bevindt.
Stadium van opladen
bezig met opladen – – – – – –
volledig opgeladen –––––––––––
hete/koude accuvertraging ––– – ––– –
accuset vervangen •••••••••••
probleem •• •• •• ••
Automatisch verversen
De automatische verversingsmodus maakt de
individuele cellen in de accu op de piekcapaciteit
gelijk of balanceert ze. Accu’s dienen wekelijks te
worden opgeladen of telkens als de accu niet meer
dezelfde hoeveelheid werk levert.
Om uw accu te verversen plaatst u de accu zoals
gebruikelijk in de acculader. Laat de accu tenminste
10 uur in de acculader.
Hete/koude accuvertraging
Als de oplader detecteert dat een accu te heet of
te koud is, begint deze automatisch met een hete/
koude accuvertraging, waarbij het opladen wordt
uitgesteld totdat de accu een geschikte temperatuur
heeft bereikt. De oplader schakelt vervolgens
automatisch naar de oplaadmodus voor de accu.
Deze functionaliteit verzekert u van maximale
levensduur van de accu.
UITSLUITEND LI-ION ACCU’S
Li-Ion accu’s zijn ontworpen met een elektronisch
beschermingssysteem dat de accu beschermt tegen
te lang opladen, oververhitting en bijna volledige
ontlading.
Het gereedschap schakelt automatisch uit als het
elektronische beschermingssysteem in werking
treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de
lader totdat deze volledig is opgeladen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accusets
Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg
er dan voor dat u het catalogusnummer en de
spanning vermeldt.
De accuset is niet volledig opgeladen wanneer
die uit de verpakking komt. Vooraleer u de
accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende
veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de
beschreven oplaadprocedure.
LEES ALLE INSTRUCTIES
Gebruik geen elektrisch werktuig in een
explosieve omgeving, zoals in de buurt van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door
de batterij in de lader te plaatsen of eruit te
halen kunnen stof of dampen ontvlammen.
Laad de accusets enkel in DEWALT laders.
• GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen
te besprenkelen of hierin onder te dompelen.
Het werktuig en de accuset niet opbergen of
gebruiken in ruimtes waar de temperatuur
40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden
(zoals buitenloodsen of metalen gebouwen
in de zomer).
GEVAAR: Probeer nooit de accu te
openen om welke reden dan ook. Plaats
de accu niet in de acculader wanneer
deze gebroken of beschadigd is Oefen
geen kracht op de accu uit, laat deze
niet vallen en beschadig ze niet. Gebruik
een accu of acculader niet wanneer
deze een zware klap heeft gekregen, is
laten vallen, er overheen is gereden of
op enigerlei wijze is beschadigd (d.w.z.
doorboord met een spijker, geslagen
met een hamer, erop getrapt is). Dit
kan leiden tot een elektrische schok of
elektrocutie. Beschadigde accu’s dienen
naar het servicecentrum te worden
gebracht voor recycling.
VOORZICHTIG: Wanneer het
werktuig niet gebruikt wordt,
plaats het dan op zijn zijkant op
een stabiele ondergrond waar
niemand er kan over struikelen of
vallen. Sommige werktuigen met grote
accusets staan rechtop op de accuset,
waardoor deze makkelijk omver kan
vallen.
NEDERLANDS
98
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL
CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH)
Verbrand de accuset niet, ook al is deze
ernstig beschadigd of totaal versleten. De
accuset kan ontploffen in vuur.
Er kan een klein vloeistoflek optreden uit
de accuset bij extreem gebruik of extreme
temperaturen. Dit wijst niet op een probleem.
Als de buitenste zegel echter gebroken is:
a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was
deze dan onmiddellijk met zeep en water
gedurende verschillende minuten.
b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen
terecht, spoel deze dan met schoon water
gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek
onmiddellijk medische hulp. (Medische
opmerking: de vloeistof is 25–35%
oplossing van kaliumhydroxide.)
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION
(Li-Ion)
Verbrand de accuset niet, ook als deze
ernstig beschadigd is of volledig versleten.
De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan
giftige dampen en materialen wanneer lithium-
ion accusets verbrand worden.
Als de batterij-inhoud in contact komt met
de huid, was deze onmiddellijk met milde
zeep en water. Als de batterij-inhoud in de
ogen terecht komt, spoel water over het open
oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie
stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de
elektrolyt is samengesteld uit een mengeling
van vloeibare organische carbonaten en
lithiumzouten.
De inhoud van geopende batterijcellen kan
irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg
voor frisse lucht. Als de symptomen blijven
aanhouden, schakelt u het beste medische
hulp in.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Batterijvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze blootgesteld
wordt aan vonken of vlammen.
Accudop (fi g. 3)
Een beschermende accudop wordt meegeleverd
om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu
te bedekken. Zonder de beschermdop zouden
losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen
kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade
aan de accu veroorzaakt.
1. Verwijder de beschermende accudop voordat
u de accuset in de lader of het apparaat plaatst
(fig. 3A).
2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de
aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of
het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B).
WAARSCHUWING: Zorg dat de
beschermende accudop op zijn plaats
zit voordat u een losgekoppelde accu
oppakt of opbergt.
Accu
ACCUTYPE
De DCD925 en DCD920 werken op 18 volt accu’s.
De DCD935 en DCD930 werken op 14,4 volt
accu’s.
De DCD945 en DCD940 werken op 12 volt accu’s.
Aanbevelingen voor opslag
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen
is koel en droog, uit direct zonlicht en niet
in overmatige hitte of koude. Voor optimale
accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op
bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik
zijn.
OPMERKING: Li-Ion accu’s dienen volledig te
zijn opgeladen als ze worden opgeborgen.
2. Langdurige opslag zal de accu of de
acculader niet beschadigen. Onder de juiste
omstandigheden kunnen ze tot maximaal 5 jaar
worden opgeslagen.
Labels op lader en accu
Naast de pictogrammen die in deze handleiding
worden gebruikt, tonen de labels op de lader en de
accu de volgende pictogrammen:
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
Accu opladen.
Accu opgeladen.
Accu beschadigd.
Hete/koude accuvertraging.
Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.
NEDERLANDS
99
Beschadigde accusets niet opladen.
Uitsluitend gebruiken in combinatie met
accusets van DEWALT, andere kunnen
openbarsten en tot lichamelijk letsel en
schade lijden.
Niet blootstellen aan water.
Zorg dat beschadigde snoeren meteen
vervangen worden.
Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C.
Denk aan het milieu wanneer u de
accuset weggooit.
Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion
accusets niet.
Laadt NiMH en NiCd accu’s op.
Laadt Li-Ion accusets op.
Raadpleeg de technische informatie voor
de oplaadtijd.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 draadloze klopboormachine
(DCD945, DCD935, DCD925 modellen)
1 draadloze middengreep boordril
(DCD940, DCD930, DCD920 modellen)
1 Li-Ion accu (L1 modellen)
2 Li-Ion accu’s (L2 modellen)
2 NiMH accu’s (B2 modellen)
3 NiMH accu’s (B3 modellen)
1 gereedschapskit
1 oplader
1 zijgreep
1 gebruiksaanwijzing
1 uitvergrote tekening
OPMERKING: Accu’s en opladers zijn niet
inbegrepen bij N-modellen.
Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
Beschrijving (fi g. 1, 2)
WAARSCHUWING: Pas het
gereedschap of een onderdeel ervan
nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
a. Variabele snelheidsschakelaar
b. Knop vooruit/achteruit
c. LED-lampje
d. Boorklauw
e. Stelring om torsie aan te passen
f. Kraag modusbeheer
g. Versnellingschakelaar
h. Zijgreep
i. Hoofdgreep
j. Accu
k. Knoppen accuvrijgave
l. Oplader
GEBRUIKSDOEL
Deze boren/drillen/klopboren zijn ontworpen voor
toepassingen van professioneel boren, klopboren, en
schroeven draaien.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze boren/drillen/klopboren zijn professionele
gereedschapsmachines.
LAAT GEEN kinderen in contact met het
gereedschap komen. Toezicht is vereist als
onervaren operators dit gereedschap bedienen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor werd voor slechts één
spanning ontworpen. Controleer altijd of de spanning
van de accuset overeenstemt met de spanning op
de kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader
overeenkomt met die van uw netspanning.
Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335; er is
daarom geen aardingsdraad nodig.
Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door een speciaal vervaardigd
snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling
van D
EWALT.
NEDERLANDS
100
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut
noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomtoevoer
van uw lader (zie technische gegevens). De
minimumafmeting van de geleider is 1 mm
2
; de
maximumlengte is 30 m.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: vóór montage
en aanpassing moet u altijd de accu
verwijderen. Schakel het werktuig altijd
uit voordat u de accu aanbrengt of
verwijdert.
WAARSCHUWING: gebruik alleen de
accusets en laders van DEWALT.
De accu in het gereedschap plaatsen
of eruit verwijderen (fi g. 2)
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
OPMERKING: Zorg ervoor dat uw accu (j) volledig
is opgeladen.
DE ACCU IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP
PLAATSEN
1. Richt de onderkant van het gereedschap op de
inkeping in de handgreep van het gereedschap
(fig. 2).
2. Schuif de accu stevig in de handgreep totdat u
het slot hoort dicht klikken.
DE ACCU UIT HET GEREEDSCHAP VERWIJDEREN
1. Druk op de vrijgaveknoppen (k) en trek de accu
stevig uit de handgreep van het gereedschap.
2. Plaats de accu in de acculader zoals
beschreven in de paragraaf over de acculader in
deze gebruiksaanwijzing.
Schakelaar variabele snelheid (fi g. 1)
Om het gereedschap aan te schakelen knijpt u
de trekkerschakelaar (a) in. Om het gereedschap
uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los.
Uw gereedschap is voorzien van een rem. De
boorhouder stops zodra de trekkerschakelaar
volledig wordt losgelaten.
OPMERKING: Het continue gebruik op variabele
snelheden wordt niet aanbevolen. Dit kan de
schakelaar beschadigen en dient te worden
voorkomen.
Zijgreep (fi g. 1)
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op persoonlijk letsel te verminderen
bedient u het gereedschap ALTIJD als
de zijgreep correct is geïnstalleerd. Als
u dit nalaat kan het ertoe leiden dat de
zijgreep wegglijdt tijdens de bediening
van het gereedschap en u de controle
erover verliest. Houd het gereedschap
met beide handen vast om zoveel
controle te houden.
De zijgreep (h) klemt vast aan de voorzijde van de
versnellingsbehuizing en kan 360º worden gedraaid
voor zowel rechtshandig als linkshandig gebruik.
De zijgreep moet voldoende stevig zijn bevestigd
om weerstand te bieden aan het wegdraaien van
de boor als het accessoire vastzit of vastloopt. Zorg
ervoor dat u de zijgreep aan het uiteinde vastpakt
om het gereedschap tijdens vastlopen onder
controle te houden.
Als het model niet is uitgerust met een zijgreep
houdt u de boor met één hand aan de handgreep
vast en met de andere hand aan de accu.
OPMERKING: Zijgrepen worden bij alle modellen
geleverd.
Knop vooruit/achteruit (fi g. 1)
De knop vooruit/achteruit (b) bepaalt de richting
waarin het gereedschap draait en dient ook als
vergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de
trekkerschakelaar los en drukt u de vooruit/achteruit
knop aan de rechterkant van het gereedschap in.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de
trekkerschakelaar los en drukt u de vooruit/achteruit
knop aan de linkerkant van het gereedschap in.
De middenpositie van de controleknop vergrendelt
het gereedschap in de ‘uit’ stand. Zorg ervoor
dat u de trekker loslaat als u de stand van de
controleknop wijzigt.
OPMERKING: De eerste keer als het gereedschap
draait nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u
misschien een klik bij het opstarten. Dit is normaal
en betekent niet dat er een probleem is.
NEDERLANDS
101
Werklicht (fi g. 1)
Er bevindt zich een werklicht (c) net boven
de trekkerschakelaar (a). Het werklicht wordt
geactiveerd als de trekkerschakelaar wordt
ingedrukt.
OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het
bijlichten van het directe werkoppervlak en is niet
bedoeld om als zaklantaarn te worden gebruikt.
Kraag modusbeheer (fi g. 4–6)
Uw boor is voorzien van een aparte kraag
modusbeheer (f) om te schakelen tussen de modi
boren, schroeven draaien en klopboren.
BOREN (FIG. 4)
VOORZICHTIG: Als de moduskraag
zich in de modus boren/klopboren
bevindt, kunt u de versnelling niet
gebruik, onafhankelijk van de stand van
de stelring torsieaanpassing (e).
Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
boorpictogram op één lijn met de pijl staat.
OPMERKING: De stelring torsieaanpassing (e) kan
op ieder getal worden ingesteld.
SCHROEVEN DRAAIEN (FIG. 5)
Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
schroefpictogram op één lijn met de pijl staat.
OPMERKING: De stelring torsieaanpassing kan
te allen tijde op ieder getal worden ingesteld. De
stelring torsieaanpassing werkt echter alleen tijdens
de modus schroevendraaien en niet in de modi
boren en klopboren.
KLOPBOREN (FIG. 6)
VOORZICHTIG: Als de moduskraag
zich in de modus boren/klopboren
bevindt, kunt u de versnelling niet
gebruik, onafhankelijk van de stand van
de stelring torsieaanpassing (e).
Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
klopboorpictogram op één lijn met de pijl staat.
Stelring torsieaanpassing (fi g. 4–6)
Uw gereedschap is voorzien van een instelbaar
torsiemechanisme om schroeven te draaien voor
het inschroeven en verwijderen van een breed scala
vormen en afmetingen van schroeven. Rondom de
stelring torsieaanpassing (e) bevinden zich getallen.
Deze getallen worden gebruikt om de versnelling in
te stellen om een torsiebereik te leveren. Hoe hoger
het getal op de stelring, hoe hoger de torsie en hoe
groter de bevestiging die kan worden aangedreven.
Om een getal te kiezen draait u net zolang totdat het
gewenste getal op één lijn met de pijl staat.
Schakelen op drie snelheden
(fi g. 4–5)
De functionaliteit schakelen op drie snelheden
van uw gereedschap stelt u in staat te schakelen
tussen versnellingen om meer mogelijkheden te
hebben. Om snelheid 1 te kiezen (hoogste torsie-
instelling) zet u het gereedschap uit en laat u het
tot stilstand komen. Schuif de versnellingschuif (g)
geheel naar voren. Snelheid 2 (middelste torsie en
snelheidsinstelling) bevindt zich in de middelste
stand. Snelheid 3 (hoogste snelheidsinstellingen)
bevindt zich achteraan.
OPMERKING: Verander niet van versnelling als
het gereedschap aan staat. Zorg altijd dat de boor
volledig tot stilstand is gekomen voordat u van
versnelling wisselt. Als u problemen ondervindt
bij het wisselen van versnellingen, zorg dan dat
de versnellingsschakelaar zich in één van de drie
snelheidsinstellingen bevindt.
Boorhouders
WAARSCHUWING: Probeer niet om
boren (of andere accessoires) vast
te draaien door de voorkant van de
boorhouder vast te pakken en het
gereedschap te draaien. Dit kan schade
aan de boorhouder en persoonlijk letsel
veroorzaken. Zet de trekkerschakelaar
altijd uit en sluit het gereedschap van
de stroombron af voordat u accessoires
verwisselt.
WAARSCHUWING: Zorg er altijd
voor dat het boorstuk stevig vast zit
voordat u het gereedschap opstart. Een
los boorstuk kan uit het gereedschap
schieten en op die manier mogelijk
persoonlijk letsel veroorzaken.
SLEUTELLOZE ENKELVOUDIGE HULS BOORHOUDER
(FIG. 7–9) DCD940, DCD930, DCD920
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze
boorhouder met een roterende huls voor bediening
met één hand van de boorhouder. Om een boorstuik
of een ander accessoire te plaatsen, volgt u de
onderstaande stappen op.
1. Vergrendel de trekker in de positie OFF. Zet
het gereedschap uit en sluit het af van de
stroombron.
2. Pak de zwarte huls van de boorhouder (d) met
één hand vast en gebruik uw andere hand om
het gereedschap vast te zetten zoals afgebeeld
in figuur 7. Draai de huls tegen de klok in
(gezien vanaf de voorzijde), net zover totdat het
gewenste accessoire erin past.
NEDERLANDS
102
3. Steek het accessoire ongeveer 19 mm (3/4") in
de boorhouder en draai het stevig vast door de
huls van de boorhouder met één hand met de
klok mee te draaien terwijl u het gereedschap
met de andere hand vasthoudt. Ga verder met
het draaien van de huls van de boorhouder
totdat u meerdere ratelklikjes hoort, om ervoor
te zorgen dat deze volledig vast zit.
Om het accessoire weer los te maken herhaalt u
stappen 1 en 2 hierboven.
Zorg ervoor dat u de boorhouder met één hand op
de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximale
stevigheid.
ZELF VASTMAKENDE BEDIENING BOORHOUDER
(FIG. 10–12)
DCD945, DCD935, DCD925
Om een boorstuk of ander accessoire in te
brengen:
1. Vergrendel de trekker in de positie OFF. Zet
het gereedschap uit en sluit het af van de
stroombron.
2. Pak de huls van de boorhouder (m) met één
hand vast en gebruik uw andere hand om het
gereedschap vast te zetten zoals afgebeeld
in figuur 10. Draai de huls tegen de klok in
(gezien vanaf de voorzijde), net zover totdat het
gewenste boorstuk of accessoire erin past.
3. Steek het boorstuk of andere accessoire
ongeveer 19 mm (3/4") in de boorhouder zoals
afgebeeld in figuur 11. Pak de huls van de
boorhouder (m) stevig vast en draai de huls
met de klok mee (gezien vanaf de voorzijde)
met één hand terwijl u de andere hand gebruikt
om het gereedschap vast te houden. Draai de
huls met de klok mee totdat de huls niet verder
kan worden gedraaid, zoals weergegeven in
figuur 12. Als de boor in de stand vooruit wordt
gebruikt, maakt de boorhouder de grepen van
de boorhouder zelf steeds vast om het boorstuk
of accessoire, om maximale bevestiging te
verzekeren.
Om het accessoire weer los te maken herhaalt u
stappen 1 en 2.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
Juiste positie van de handen (fi g. 13)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld in
figuur 13.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de hoofdgreep (i), terwijl u met de andere hand
de zijhandgreep (h) vasthoudt.
Boren
1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de
versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie
aan de geplande actie voldoen. Stel de kraag
modusbeheer op het boorpictogram in.
2. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren, steekboren,
grondboren of zaagboren. Voor METAAL
gebruikt u hoge snelheid spiraalboren of
zaagboren. Gebruik een smeermiddel als u
metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn
gietijzer en koper, die droog dienen te worden
geboord.
3. Oefen altijd druk uit in een rechte lijn met de
boor. Gebruik voldoende druk om de boor
verder te laten boren, maar druk niet zo hard
dat de motor vastloopt of de boor doorbuigt.
4. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om het wegdraaien van de boor te
voorkomen.
5. ALS DE BOOR VASTLOOPT komt dit
meestal omdat hij overbelast wordt. LAAT DE
TREKKER ONMIDDELLIJK LOS, verwijder
de boor uit het werkstuk en stel de reden van
het vastlopen vast. KLIK DE TREKKER NIET
UIT EN AAN IN EEN POGING OM EEN
VASTGELOPEN BOOR OP TE STARTEN –
DIT KAN DE BOOR BESCHADIGEN.
6. Houd de motor draaiende als u de boor uit
een geboord gat trekt. Dit helpt vastzitten te
voorkomen.
NEDERLANDS
103
Bediening schroevendraaien
(fi g. 4–6)
1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik
met behulp van de versnellingschakelaar
drie snelheden (g) aan de bovenkant van
het gereedschap om de gewenste snelheid
en torsie voor de gewenste toepassing te
verkrijgen. Stel de stelring torsieaanpassing
(e) eerst op een lagere stand in om ervoor te
zorgen dat de bevestiging naar uw specificaties
kan worden ingesteld.
OPMERKING: Gebruik de laagste torsie-
instelling die vereist is om de bevestiging bij
de gewenste diepte te plaatsen. Hoe lager het
getal, des te lager de torsie-uitgang.
2. Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
schroefpictogram op één lijn met de pijl staat.
3. Stel de stelring torsieaanpassing (e) opnieuw in
op de juiste getalsinstelling voor de gewenste
torsie. Voer een paar tests uit in afval of
onzichtbare gebieden om de juiste positie van
de stelring torsieaanpassing te bepalen.
OPMERKING: De stelring torsieaanpassing kan
te allen tijde op ieder getal worden ingesteld. De
stelring torsieaanpassing werkt echter alleen tijdens
de modus schroevendraaien en niet in de modi
boren en klopboren.
Bediening klopboren
1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de
versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie
aan de geplande actie voldoen. Stel de kraag
modusbeheer op het klopboorpictogram in.
1. Oefen bij het boren precies voldoende kracht
op de klopboor uit om te voorkomen dat hij
excessief heen en weer trilt. Teveel druk zorgt
voor lagere boorsnelheden, oververhitting en
een lagere boorratio.
2. Boor recht, houd het boorstuk in een rechte
hoek ten opzichte van het werkstuk. Oefen
geen zijdelingse druk op het boorstuk uit tijdens
het boren, omdat dit ervoor zorgt dat de boor
vastloopt en een lagere boorsnelheid wordt
verkregen.
3. Als u diepe gaten boort en de klopboorsnelheid
afneemt, haalt u de boor gedeeltelijk uit het gat
terwijl het gereedschap nog aan staat om puin
uit het gat te verwijderen.
4. Bij metselwerk gebruikt u hardmetalen
boorstukken of boorstukken voor metselwerk.
Een gelijkmatige hoeveelheid stof die vrijkomt,
geeft aan dat u de juiste boorsnelheid gebruikt.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is
ontworpen om gedurende een lange periode te
werken met een minimum aan onderhoud. Een
blijvend goede werking is afhankelijk van goede
verzorging en regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING: om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
De lader kan niet worden onderhouden. Er zijn geen
onderdelen in de lader die door de gebruiker kunnen
worden onderhouden.
Smering
Uw elektrisch gereedschap behoeft geen extra
smering.
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en
stof met droge lucht uit de behuizing
als vuil zich zichtbaar opstapelt in en
rond de ventilatieopeningen. Draag
goedgekeurde oogbescherming
en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere ruwe
chemicaliën voor het reinigen van
de niet-metalen onderdelen van het
werktuig. Deze chemicaliën kunnen
de materialen die in deze onderdelen
gebruikt worden, verzwakken. Gebruik
een doek enkel bevochtigd met water
en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in
vloeistof.
NEDERLANDS
104
SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER
WAARSCHUWING: Schokgevaar.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Verwijder vuil en vet met
een doek of zachte, niet-metalen
borstel van de buitenkant van de
werklamp/lader. Gebruik geen water of
schoonmaakmiddel.
Optionele hulpstukken
WAARSCHUWING: Omdat
hulpstukken, behalve die van DEWALT,
niet zijn getest in combinatie met dit
product, kan het gebruik van dergelijke
hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico
van letsel te beperken, mogen bij dit
product uitsluitend accessoires worden
gebruikt die zijn aanbevolen door
DEWALT.
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de
geschikte hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet
bij het normale huishoudafval worden
gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw D
EWALT product
vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt
gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte
producten en verpakkingen maakt
recycling en hergebruik van materialen
mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde
materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een
aparte inzameling voor elektrische producten, in
containerparken of bij de verkoper wanneer u een
nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de
verzameling en recyclage van DEWALT producten
die het einde van hun levensduur hebben bereikt.
Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw
product terugbrengen naar elke erkende reparateur
die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden
door contact op te nemen met uw plaatselijke
D
EWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende
DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze
herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze
vervolgens uit het werktuig.
Li-Ion, NiCd en NiMH cellen zijn recycleerbaar.
Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk
recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s
worden gerecycleerd of op de correcte manier
weggegooid.
NEDERLANDS
105
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn
producten en biedt een uitstekende garantie aan
voor professionele gebruikers van het product.
Deze garantieverklaring komt in aanvulling op, en
beïnvloedt op geen enkele wijze uw contractuele
rechten als een professioneel gebruiker of uw
wettelijke rechten als een privé, niet-professioneel
gebruiker. De garantie is geldig binnen het
grondgebied van de Lidstaten van de Europese
Unie en de Europese Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE
Als u niet volkomen tevreden bent over de
prestaties van uw D
EWALT gereedschap, kunt
u dit gewoon binnen 30 dagen terugbrengen,
compleet met de originele onderdelen zoals
u het aankocht, bij het verkooppunt. U krijgt
uw geld volledig vergoed. Het product moet
blootgesteld zijn geweest aan redelijke slijtage en
u dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT
Als u onderhoud aan uw D
EWALT gereedschap
nodig hebt gedurende de 12 maanden volgend
op uw aankoop, wordt dit gratis uitgevoerd
door een erkende D
EWALT reparateur. U dient
een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en
onder de garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw D
EWALT product defect raakt als gevolg
van verkeerd materiaal of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van aankoop,
garandeert D
EWALT alle defecte onderdelen
gratis te vervangen of – naar onze beoordeling –
het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde
dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product is blootgesteld aan redelijke
slijtage;
Er geen reparaties zijn ondernomen door
niet-geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt overleggen;
Het product compleet met alle originele
onderdelen wordt geretourneerd.
Als u een schadeclaim wilt indienen, neem dan
contact op met uw verkoper of zoek de locatie
op van de dichtstbijzijnde erkende D
EWALT
reparateur in de D
EWALT catalogus, of neem
contact op met uw D
EWALT kantoor via het
adres dat in deze handleiding staat vermeld.
Een lijst van erkende D
EWALT reparateurs en
volledige details over onze after sales service
zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.
com.

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 4 Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen) 18 English (original instructions) 33 Español (traducido de las instrucciones originales) 46 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 61 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 76 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 91 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 106 Português (traduzido das instruções originais) 119 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 135 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 148 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 162 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 177 Copyright DEWALT 2 NEDERLANDS 13 mm (1/2") DRAADLOZE BOOR/DRIL DCD920, DCD930, DCD940 13 mm (1/2") DRAADLOZE KLOPBOOR/DRIL DCD925, DCD935, DCD945 Hartelijk gefeliciteerd! U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel gereedschap. Technische gegevens Voltage Types Batterijtype Uitgangsvermogen Snelheid zonder weerstand 1e versnelling 2e versnelling 3e versnelling Impactratio 1e versnelling 2e versnelling 3e versnelling Max. torsie Boorhouder capaciteit Maximale boorcapaciteit Hout Metaal Metselwerk Gewicht (zonder accu) LPA KPA LWA KWA (geluidsdruk) (onzekerheidsfactor geluidsdruk) (akoestisch vermogen) (onzekerheid akoestisch verm.) W DCD925 18 10 NiMH/Li-Ion 450 DCD920 18 10 NiMH/Li-Ion 450 min-1 min-1 min-1 0–500 0–1 250 0–2 000 0–500 0–1 250 0–2 000 0–425 0–1 200 0–1 800 min-1 min-1 min-1 Nm mm 0–8 500 0–21 250 0–34 000 55 1,5–13 – – – 55 1,5–13 mm mm mm kg 50 13 16 1,82 dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 88 3 99 3 VDC DCD935 DCD930 14,4 14,4 10 10 NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion 325 325 DCD945 12 10 NiMH 285 DCD940 12 10 NiMH 285 0–425 0–1 200 0–1 800 0–425 0–1 200 0–1 800 0–425 0–1 200 0–1 800 0–7 225 0–20 400 0–30 600 50 1,5–13 – – – 50 1,5–13 0–7 225 0–20 400 0–30 600 44 1,5–13 – – – 44 1,5–13 50 13 16 1,7 45 13 14 1,79 45 13 14 1,68 38 13 13 1,79 38 13 13 1,68 77 3 88 3 88 3 99 3 77 3 88 3 88 3 99 3 77 3 88 3 < 2,5 1,5 < 2,5 1,5 < 2,5 1,5 – – 10,5 1,8 – – Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 60745: Vibratie-emissiewaarde ah Boren in metaal ah,D = m/s2 < 2,5 < 2,5 < 2,5 Onzekerheid K = m/s2 1,5 1,5 1,5 Vibratie-emissiewaarde ah Boorinslag ah,ID = m/s2 10,5 – 10,5 Onzekerheid K = m/s2 1,8 – 1,8 91 NEDERLANDS Vibratie-emissiewaarde ah Schroef indraaien ah,D = Onzekerheid K = m/s² m/s² < 2,5 1,5 < 2,5 1,5 WAARSCHUWING: Het aangegeven trillingsemissieniveau vertegenwoordigt de belangrijkste toepassingen van het gereedschap. Maar als het gereedschap wordt gebruikt voor andere toepassingen, met verschillende accessoires of als het niet goed wordt onderhouden, dan kan de trillingsemissie verschillend zijn. Dit kan het blootstellingsniveau aanzienlijk verhogen over de hele werkperiode. VDC Ah kg Lader Netspanning Accutype Geschatte laadtijd min Gewicht kg Zekeringen: Europa VAC DE9180 Li-Ion 18 2,0 0,68 DE9135 230 NiCd/NiMH/Li-Ion 40 (2,0 Ah accusets) 0,52 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet Definities: Veiligheidsrichtlijnen De definities hieronder beschrijven de ernstgraad voor elk signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te letten. GEVAAR: Wijst op een dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, zal leiden tot de dood of ernstige verwondingen. WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, zou kunnen leiden tot de dood of ernstige letsels. 92 < 2,5 1,5 < 2,5 1,5 < 2,5 1,5 Een schatting van het blootstellingsniveau voor trilling moet ook rekening houden met hoe vaak het gereedschap uitgeschakeld is of wanneer het gereedschap wel aan staat maar niet daadwerkelijk gebruikt wordt. Dit kan het blootstellingsniveau aanzienlijk verlagen over de hele werkperiode. Het in dit informatieblad gegeven trillingsuitstootniveau werd gemeten in overeenstemming met een in EN 60745 gegeven gestandaardiseerde test en kan worden gebruikt om een stuk gereedschap met een ander te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een voorlopige beoordeling van blootstelling. Accuset Accutype Spanning Capaciteit Gewicht < 2,5 1,5 Bepaal extra veiligheidsmaatregelen om de gebruiker te beschermen tegen trillingseffecten zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werkpatronen. DE9503 NiMH 18 2,6 1,0 DE9140 Li-Ion 14,4 2,0 0,58 DE9502 NiMH 14,4 2,6 0,86 DE9501 NiMH 12 2,6 0,69 DE9116 230 NiCd/NiMH 60 (2,0 Ah accusets) 0,4 VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan leiden tot kleine of matige letsels. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Wijst op risico van een elektrische schok. Wijst op brandgevaar. NEDERLANDS EG-conformiteitsverklaring b) RICHTLIJN VOOR MACHINES DCD925, DCD920, DCD935, DCD930, DCD945, DCD940 DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder “technische gegevens” in overeenstemming zijn met: 98/37/EG (tot en met 28 december 2009); 2006/42/EG (vanaf 29 december 2009); EN 60745-1; EN 60745-2-1; EN 60745-2-2. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/ EG. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice-president Techniek en productontwikkeling DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11, D-65510, Idstein, Duitsland 30.07.2009 WAARSCHUWING: Lees de instructiehandleiding om het risico op letsel te verminderen. Algemene veiligheidswaarschuwingen elektrisch gereedschap WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en instructies. Indien geen gevolg aan deze aanwijzingen wordt gegeven, kan dit leiden tot elektrische schok, brand of ernstig letsel. BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer) of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap. 1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED a) Houd het werkgebied schoon en zorg voor goede verlichting. Rommelige of donkere plekken vragen om ongevallen. c) Gebruik geen elektrisch gereedschap in een explosief-gevoelige omgeving, zoals in de buurt van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap creëert vonken waardoor stof of dampen vlam kunnen vatten. Houd kinderen en omstanders uit de buurt tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot verlies van controle over het gereedschap. 2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID a) Stekkers van elektrische werktuigen mogen alleen worden gebruikt in een geschikt stopcontact. Pas de stekker op geen enkele manier aan. Gebruik geen adapterstekkers met een geaard elektrisch werktuig. Ongemodificeerde stekkers en bijpassende stopcontacten verminderen het risico van elektrische schokken. b) Vermijd lichaamscontact met geaarde oppervlakten zoals leidingen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico voor elektrische schokken als uw lichaam geaard is. c) Stel elektrische werktuigen niet bloot aan regen of water. Als er water in elektrische werktuigen terechtkomt, neemt het risico van een elektrische schok toe. d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik het snoer nooit om een elektrisch werktuig te verplaatsen, te slepen of de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe kanten of bewegende delen. Beschadigde of verwarde snoeren verhogen het risico van een elektrische schok. e) Als u een elektrisch werktuig buiten bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik in de open lucht. Het gebruik van een snoer dat geschikt is voor gebruik in de open lucht, vermindert het risico van een elektrische schok. f) Indien het bedienen van een elektrisch gereedschap in een vochtige plaats niet kan worden vermeden, gebruik dan een voeding beschermd door een RCD (residustroomapparaat). Het gebruik van een RCD verlaagt het risico van elektrische schokken. 3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik uw gezond verstand als u elektrische werktuigen gebruikt. Gebruik geen elektrische werktuigen als u moe of onder de invloed van drugs, alcohol 93 NEDERLANDS b) c) d) e) f) g) of medicijnen bent. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van een elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig letsel. Gebruik een beschermende uitrusting. Draag altijd oogbescherming. Het gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een helm of gehoorbescherming, vermindert de kans op letsels. Vermijd dat het werktuig onopzettelijk start. Zorg ervoor dat de schakelaar in de stand ‘uit’ is voordat u aansluit op de stroombron en/of accu bij het opnemen of verdragen van het gereedschap. Als u elektrische werktuigen met uw vinger op de schakelaar verplaatst, of een elektrisch werktuig aansluit met de schakelaar al aan, kan dit ongevallen tot gevolg hebben. Verwijder alle afstelsleutels of moersleutels voordat u het elektrische werktuig aanzet. Een moersleutel of afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend onderdeel van het elektrische werktuig, kan tot letsels leiden. Reik niet te ver. Sta stevig op de grond en behoud voortdurend uw evenwicht. Hierdoor hebt u in onverwachte omstandigheden een betere controle over het elektrische werktuig. Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen. Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen vastraken in bewegende onderdelen. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de verbinding van voorzieningen voor stofafvoer en stofverzameling, zorg dan ervoor dat ze aangesloten zijn en op de juiste manier worden gebruikt. Stofverzameling kan aan stof gerelateerde gevaren beperken. 4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE WERKTUIGEN a) Forceer het elektrische werktuig niet. Gebruik het juiste elektrische werktuig voor uw toepassing. Het gereedschap zal zijn werk beter en veiliger doen tegen de snelheid waarvoor het is bedoeld. b) Gebruik het elektrische werktuig niet als de schakelaar het niet in- en uitschakelt. Elk werktuig dat niet met de schakelaar kan worden bediend, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Koppel de stekker los van de stroombron en/of accu van het elektrische 94 d) e) f) g) gereedschap voordat u aanpassingen aanbrengt, accessoires verwisselt of elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrische werktuig toevallig wordt geactiveerd. Bewaar elektrische werktuigen die niet worden gebruikt buiten het bereik van kinderen en laat mensen die niet vertrouwd zijn met het elektrische werktuig of met deze instructies het elektrische werktuig niet gebruiken. Elektrische werktuigen zijn gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers. Onderhoud elektrische werktuigen. Controleer op foutieve uitlijning of vastlopen van beweegbare delen, gebroken onderdelen of een andere omstandigheid die de werking van het elektrische werktuig kan beïnvloeden. Als het elektrische werktuig beschadigd is, laat dit dan repareren voordat u het gebruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrische werktuigen. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon. Goed onderhouden zaagwerktuigen met scherpe zaagkanten zullen minder snel vastlopen en zijn makkelijker te gebruiken. Gebruik het elektrische werktuig, hulpstukken e.d. overeenkomstig deze instructies en houd daarbij rekening met de werkomstandigheden en het uit te voeren werk. Het gebruik van het elektrische werktuig voor handelingen die afwijken van die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen hebben. 5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP ACCU a) Herlaad alleen met de lader die wordt vermeld door de fabrikant. Een lader die geschikt is voor een bepaalde soort accuset kan leiden tot een brandrisico als deze lader wordt gebruikt met een andere accuset. b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met speciaal daarvoor bestemde accusets. Gebruik van een andere accuset kan een risico op verwondingen en brand tot gevolg hebben. c) Wanneer de accu niet wordt gebruikt, houd die dan uit de buurt van andere metalen voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding kunnen maken van de ene pool naar de andere.Het kortsluiten NEDERLANDS d) van de polen van de batterij kan leiden tot brandwonden of brand. Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt, kan vloeistof uit de accu weglekken. Vermijd contact met deze vloeistof. Als er per ongeluk contact ontstaat, spoel dan af met water. Raadpleeg een arts wanneer de vloeistof in contact komt met de ogen. Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of brandwonden veroorzaken. 6) SERVICE a) Laat uw elektrische werktuig onderhouden door een erkende onderhoudsmonteur die alleen identieke vervangingsonderdelen gebruikt. Hiermee wordt de veiligheid van het elektrische werktuig gewaarborgd. Aanvullende specifieke veiligheidsrichtlijnen voor boren/ drilboren/klopboren • Draag gehoorbescherming tijdens het boren. Blootstelling aan geluid kan leiden tot gehoorverlies. • Gebruik aanvullende handgrepen indien meegeleverd bij het gereedschap. Als u de controle over het apparaat verliest, kan dit tot persoonlijk letsel leiden. • Houd gereedschap vast aan geïsoleerde handgrepen als u een handeling uitvoert waarbij het gereedschap in contact kan komen met verborgen bedrading of het eigen stroomsnoer. Snijdaccessoires die in contact komen met bedrading die onder stroom staat kunnen ijzeren onderdelen van het gereedschap onder stroom zetten en de operator een elektrische schok geven. • Gebruik klemmen of een andere praktische oplossing om het werkstuk vast te zetten en het op een stabiele plaats te ondersteunen. Als u het werkstuk tegen uw lichaam houdt, is dat onstabiel en kan het leiden tot het verlies van de controle. • Draag gehoorbescherming als u gedurende langere tijd met de boor werkt. Langdurige blootstelling aan intense geluiden kan gehoorverlies veroorzaken. Tijdelijk gehoorverlies of ernstige schade aan het trommelvlies kan optreden door hoge geluiden tijdens het klopboren. • Draag een veiligheidsbril of een andere oogbescherming. Klopboren en boren zorgen ervoor dat splinters rondvliegen. Rondvliegende deeltjes kunnen leiden tot permanente beschadiging van uw ogen. • Klopboor onderdelen en het gereedschap worden heet tijdens het gebruik. Draag handschoenen als u ze aanraakt. Overige risico’s De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van klopboormachines: – Letsel als gevolg van het aanraken van ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen van het gereedschap. Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het toepassen van veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Gehoorbeschadiging. – Het risico om uw vingers te beknellen als u accessoires verwisselt. – Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt als u met hout werkt. – Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende deeltjes. – Risico op persoonlijk letsel als gevolg van langdurig gebruik. Markeringen op gereedschap De volgende pictogrammen worden afgebeeld op het gereedschap: Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing. POSITIE DATUMCODE De datumcode, die ook het jaar van fabricage bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu vormt. Voorbeeld: 2009 XX XX Jaar van fabricage Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle acculaders BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies voor de acculaders DE9135/DE9116. • Lees voor gebruik van de accu en lader eerst alle instructies en waarschuwingen op de lader, de accuset en op het product waarin de accuset wordt gebruikt. 95 NEDERLANDS GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt is aanwezig op de laadterminals. Niet sonderen met geleidende voorwerpen. Dit kan leiden tot elektrische schokken of elektrocutie. WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar. Zorg dat er geen vloeistof in de werklamp/lader binnendringt. Dit kan leiden tot elektrische schokken. VOORZICHTIG: Risico op brandwonden. Laad, om het risico op letsel te beperken, uitsluitend oplaadbare batterijen van DEWALT op. Andere typen accu’s kunnen barsten. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en schade. VOORZICHTIG: Als de lader is aangesloten op de voedingsbron, kunnen de blootliggende contactpunten in de lader onder bepaalde omstandigheden kortsluiten onder invloed van vreemd materiaal. Vreemde geleidende materialen, waaronder, maar niet beperkt tot, staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping van metaalhoudende deeltjes, moeten uit de buurt van openingen in de lader worden gehouden. Koppel de lader altijd los van de voedingsbron als er geen accuset in zit. Ontkoppel de lader voordat u deze reinigt. • Probeer de accuset NIET op te laden met andere laders dan de laders in deze handleiding. De lader en de accuset zijn specifiek op elkaar afgestemd. • Deze laders zijn niet bedoeld voor ander gebruik dan het opladen van DEWALT herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen bestaat risico op brand, elektrische schokken of elektrocutie. • Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw. • Trek de stekker niet los aan het snoer wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u het risico op beschadiging aan stekker en snoer. • Plaats het snoer zo dat niemand erop kan stappen of erover kan struikelen, of het snoer op een andere andere manier kan beschadigen. • Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot risico op brand, elektrische schokken of elektrocutie. • Plaats geen voorwerpen op de lader en plaats de lader niet op een zacht oppervlak. 96 Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen geblokkeerd raken, wat kan leiden tot extreem hoge interne temperaturen. Houd de lader verwijderd van warmtebronnen. De lader wordt geventileerd via groeven aan de bovenen onderkant van de behuizing. • Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is — vervang deze in dat geval direct. • Gebruik de lader niet als er hard tegenaan is gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei wijze is beschadigd. Ga ermee naar een erkend reparatiepunt. • Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee naar een erkend reparatiepunt wanneer onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden tot risico op brand, elektrische schokken of elektrocutie. • Haal de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u deze reinigt. Zo beperkt u het risico op elektrische schokken. U vermindert dit risico niet door de accuset te verwijderen. • NOOIT proberen twee laders samen te verbinden. • De lader is ontworpen om te functioneren met de standaard 230V huishoudelijke stroomvoorziening. Probeer het toestel niet te gebruiken met een andere spanning. Dit geldt niet voor de lader van het apparaat. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Opladers De DE9116 oplader werkt op 7,2–18V NiCd en NiMH batterijen. De DE9135 oplader werkt op 7,2–18V NiCd, NiMH of Li-Ion batterijen. Deze opladers hebben geen aanpassingen nodig en zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening. Laadprocedure (fig. 1) GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is 230 volt aanwezig op laadstations. Niet sonderen met geleidende voorwerpen. Risico van elektrische schok of elektrocutie. 1. Sluit de lader (l) aan op een geschikt stopcontact voordat u de accuset erin plaatst. NEDERLANDS 2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-) lampje zal doorlopend knipperen om aan te geven dat het oplaadproces begonnen is. Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle accusets 3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden, is het opladen voltooid. De accu is volledig opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt of in de lader blijven. Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg er dan voor dat u het catalogusnummer en de spanning vermeldt. OPMERKING: Om maximale prestaties en levensduur van de NiCd, NiMH en Li-Ion batterijen te garanderen laadt u de accu tenminste 10 uur voor het eerste gebruik op. LEES ALLE INSTRUCTIES Oplaadproces In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van het opladen de accu zich bevindt. Stadium van opladen bezig met opladen volledig opgeladen hete/koude accuvertraging accuset vervangen probleem De accuset is niet volledig opgeladen wanneer die uit de verpakking komt. Vooraleer u de accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de beschreven oplaadprocedure. – – – – – – ––––––––––– ––– – ––– – ••••••••••• •• •• •• •• Automatisch verversen De automatische verversingsmodus maakt de individuele cellen in de accu op de piekcapaciteit gelijk of balanceert ze. Accu’s dienen wekelijks te worden opgeladen of telkens als de accu niet meer dezelfde hoeveelheid werk levert. Om uw accu te verversen plaatst u de accu zoals gebruikelijk in de acculader. Laat de accu tenminste 10 uur in de acculader. Hete/koude accuvertraging Als de oplader detecteert dat een accu te heet of te koud is, begint deze automatisch met een hete/ koude accuvertraging, waarbij het opladen wordt uitgesteld totdat de accu een geschikte temperatuur heeft bereikt. De oplader schakelt vervolgens automatisch naar de oplaadmodus voor de accu. Deze functionaliteit verzekert u van maximale levensduur van de accu. UITSLUITEND LI-ION ACCU’S Li-Ion accu’s zijn ontworpen met een elektronisch beschermingssysteem dat de accu beschermt tegen te lang opladen, oververhitting en bijna volledige ontlading. Het gereedschap schakelt automatisch uit als het elektronische beschermingssysteem in werking treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de lader totdat deze volledig is opgeladen. • Gebruik geen elektrisch werktuig in een explosieve omgeving, zoals in de buurt van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door de batterij in de lader te plaatsen of eruit te halen kunnen stof of dampen ontvlammen. • Laad de accusets enkel in DEWALT laders. • GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen te besprenkelen of hierin onder te dompelen. • Het werktuig en de accuset niet opbergen of gebruiken in ruimtes waar de temperatuur 40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden (zoals buitenloodsen of metalen gebouwen in de zomer). GEVAAR: Probeer nooit de accu te openen om welke reden dan ook. Plaats de accu niet in de acculader wanneer deze gebroken of beschadigd is Oefen geen kracht op de accu uit, laat deze niet vallen en beschadig ze niet. Gebruik een accu of acculader niet wanneer deze een zware klap heeft gekregen, is laten vallen, er overheen is gereden of op enigerlei wijze is beschadigd (d.w.z. doorboord met een spijker, geslagen met een hamer, erop getrapt is). Dit kan leiden tot een elektrische schok of elektrocutie. Beschadigde accu’s dienen naar het servicecentrum te worden gebracht voor recycling. VOORZICHTIG: Wanneer het werktuig niet gebruikt wordt, plaats het dan op zijn zijkant op een stabiele ondergrond waar niemand er kan over struikelen of vallen. Sommige werktuigen met grote accusets staan rechtop op de accuset, waardoor deze makkelijk omver kan vallen. 97 NEDERLANDS SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH) • Verbrand de accuset niet, ook al is deze ernstig beschadigd of totaal versleten. De accuset kan ontploffen in vuur. • Er kan een klein vloeistoflek optreden uit de accuset bij extreem gebruik of extreme temperaturen. Dit wijst niet op een probleem. Als de buitenste zegel echter gebroken is: a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was deze dan onmiddellijk met zeep en water gedurende verschillende minuten. b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen terecht, spoel deze dan met schoon water gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek onmiddellijk medische hulp. (Medische opmerking: de vloeistof is 25–35% oplossing van kaliumhydroxide.) SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION (Li-Ion) • Verbrand de accuset niet, ook als deze ernstig beschadigd is of volledig versleten. De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan giftige dampen en materialen wanneer lithiumion accusets verbrand worden. • Als de batterij-inhoud in contact komt met de huid, was deze onmiddellijk met milde zeep en water. Als de batterij-inhoud in de ogen terecht komt, spoel water over het open oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de elektrolyt is samengesteld uit een mengeling van vloeibare organische carbonaten en lithiumzouten. • De inhoud van geopende batterijcellen kan irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg voor frisse lucht. Als de symptomen blijven aanhouden, schakelt u het beste medische hulp in. WAARSCHUWING: Risico op brandwonden. Batterijvloeistof kan ontvlambaar zijn als deze blootgesteld wordt aan vonken of vlammen. 1. Verwijder de beschermende accudop voordat u de accuset in de lader of het apparaat plaatst (fig. 3A). 2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B). WAARSCHUWING: Zorg dat de beschermende accudop op zijn plaats zit voordat u een losgekoppelde accu oppakt of opbergt. Accu ACCUTYPE De DCD925 en DCD920 werken op 18 volt accu’s. De DCD935 en DCD930 werken op 14,4 volt accu’s. De DCD945 en DCD940 werken op 12 volt accu’s. Aanbevelingen voor opslag 1. De beste plaats om het apparaat op te bergen is koel en droog, uit direct zonlicht en niet in overmatige hitte of koude. Voor optimale accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik zijn. OPMERKING: Li-Ion accu’s dienen volledig te zijn opgeladen als ze worden opgeborgen. 2. Langdurige opslag zal de accu of de acculader niet beschadigen. Onder de juiste omstandigheden kunnen ze tot maximaal 5 jaar worden opgeslagen. Labels op lader en accu Naast de pictogrammen die in deze handleiding worden gebruikt, tonen de labels op de lader en de accu de volgende pictogrammen: Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing. Accu opladen. Accu opgeladen. Accudop (fig. 3) Een beschermende accudop wordt meegeleverd om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu te bedekken. Zonder de beschermdop zouden losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade aan de accu veroorzaakt. 98 Accu beschadigd. Hete/koude accuvertraging. Niet sonderen met geleidende voorwerpen. NEDERLANDS Beschadigde accusets niet opladen. Uitsluitend gebruiken in combinatie met accusets van DEWALT, andere kunnen openbarsten en tot lichamelijk letsel en schade lijden. • Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt. Beschrijving (fig. 1, 2) WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. Niet blootstellen aan water. a. Variabele snelheidsschakelaar Zorg dat beschadigde snoeren meteen vervangen worden. b. Knop vooruit/achteruit Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C. d. Boorklauw c. LED-lampje e. Stelring om torsie aan te passen Denk aan het milieu wanneer u de accuset weggooit. f. Kraag modusbeheer g. Versnellingschakelaar h. Zijgreep Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion accusets niet. Laadt NiMH en NiCd accu’s op. Laadt Li-Ion accusets op. Raadpleeg de technische informatie voor de oplaadtijd. Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 draadloze klopboormachine (DCD945, DCD935, DCD925 modellen) 1 draadloze middengreep boordril (DCD940, DCD930, DCD920 modellen) 1 Li-Ion accu (L1 modellen) 2 Li-Ion accu’s (L2 modellen) 2 NiMH accu’s (B2 modellen) 3 NiMH accu’s (B3 modellen) 1 gereedschapskit 1 oplader 1 zijgreep 1 gebruiksaanwijzing 1 uitvergrote tekening OPMERKING: Accu’s en opladers zijn niet inbegrepen bij N-modellen. • Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport. i. Hoofdgreep j. Accu k. Knoppen accuvrijgave l. Oplader GEBRUIKSDOEL Deze boren/drillen/klopboren zijn ontworpen voor toepassingen van professioneel boren, klopboren, en schroeven draaien. GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. Deze boren/drillen/klopboren zijn professionele gereedschapsmachines. LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren operators dit gereedschap bedienen. Elektrische veiligheid De elektrische motor werd voor slechts één spanning ontworpen. Controleer altijd of de spanning van de accuset overeenstemt met de spanning op de kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader overeenkomt met die van uw netspanning. Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 60335; er is daarom geen aardingsdraad nodig. Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door een speciaal vervaardigd snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling van DEWALT. 99 NEDERLANDS Een verlengsnoer gebruiken Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomtoevoer van uw lader (zie technische gegevens). De minimumafmeting van de geleider is 1 mm2; de maximumlengte is 30 m. Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af. MONTAGE EN AANPASSINGEN WAARSCHUWING: vóór montage en aanpassing moet u altijd de accu verwijderen. Schakel het werktuig altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. WAARSCHUWING: gebruik alleen de accusets en laders van DEWALT. De accu in het gereedschap plaatsen of eruit verwijderen (fig. 2) WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. OPMERKING: Zorg ervoor dat uw accu (j) volledig is opgeladen. DE ACCU IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP PLAATSEN 1. Richt de onderkant van het gereedschap op de inkeping in de handgreep van het gereedschap (fig. 2). 2. Schuif de accu stevig in de handgreep totdat u het slot hoort dicht klikken. DE ACCU UIT HET GEREEDSCHAP VERWIJDEREN 1. Druk op de vrijgaveknoppen (k) en trek de accu stevig uit de handgreep van het gereedschap. 2. Plaats de accu in de acculader zoals beschreven in de paragraaf over de acculader in deze gebruiksaanwijzing. Schakelaar variabele snelheid (fig. 1) Om het gereedschap aan te schakelen knijpt u de trekkerschakelaar (a) in. Om het gereedschap uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los. 100 Uw gereedschap is voorzien van een rem. De boorhouder stops zodra de trekkerschakelaar volledig wordt losgelaten. OPMERKING: Het continue gebruik op variabele snelheden wordt niet aanbevolen. Dit kan de schakelaar beschadigen en dient te worden voorkomen. Zijgreep (fig. 1) WAARSCHUWING: Om het gevaar op persoonlijk letsel te verminderen bedient u het gereedschap ALTIJD als de zijgreep correct is geïnstalleerd. Als u dit nalaat kan het ertoe leiden dat de zijgreep wegglijdt tijdens de bediening van het gereedschap en u de controle erover verliest. Houd het gereedschap met beide handen vast om zoveel controle te houden. De zijgreep (h) klemt vast aan de voorzijde van de versnellingsbehuizing en kan 360º worden gedraaid voor zowel rechtshandig als linkshandig gebruik. De zijgreep moet voldoende stevig zijn bevestigd om weerstand te bieden aan het wegdraaien van de boor als het accessoire vastzit of vastloopt. Zorg ervoor dat u de zijgreep aan het uiteinde vastpakt om het gereedschap tijdens vastlopen onder controle te houden. Als het model niet is uitgerust met een zijgreep houdt u de boor met één hand aan de handgreep vast en met de andere hand aan de accu. OPMERKING: Zijgrepen worden bij alle modellen geleverd. Knop vooruit/achteruit (fig. 1) De knop vooruit/achteruit (b) bepaalt de richting waarin het gereedschap draait en dient ook als vergrendelingknop. Om vooruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de rechterkant van het gereedschap in. Om achteruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de linkerkant van het gereedschap in. De middenpositie van de controleknop vergrendelt het gereedschap in de ‘uit’ stand. Zorg ervoor dat u de trekker loslaat als u de stand van de controleknop wijzigt. OPMERKING: De eerste keer als het gereedschap draait nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u misschien een klik bij het opstarten. Dit is normaal en betekent niet dat er een probleem is. NEDERLANDS Werklicht (fig. 1) Er bevindt zich een werklicht (c) net boven de trekkerschakelaar (a). Het werklicht wordt geactiveerd als de trekkerschakelaar wordt ingedrukt. OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het bijlichten van het directe werkoppervlak en is niet bedoeld om als zaklantaarn te worden gebruikt. Kraag modusbeheer (fig. 4–6) Uw boor is voorzien van een aparte kraag modusbeheer (f) om te schakelen tussen de modi boren, schroeven draaien en klopboren. BOREN (FIG. 4) VOORZICHTIG: Als de moduskraag zich in de modus boren/klopboren bevindt, kunt u de versnelling niet gebruik, onafhankelijk van de stand van de stelring torsieaanpassing (e). Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het boorpictogram op één lijn met de pijl staat. OPMERKING: De stelring torsieaanpassing (e) kan op ieder getal worden ingesteld. SCHROEVEN DRAAIEN (FIG. 5) Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het schroefpictogram op één lijn met de pijl staat. OPMERKING: De stelring torsieaanpassing kan te allen tijde op ieder getal worden ingesteld. De stelring torsieaanpassing werkt echter alleen tijdens de modus schroevendraaien en niet in de modi boren en klopboren. KLOPBOREN (FIG. 6) VOORZICHTIG: Als de moduskraag zich in de modus boren/klopboren bevindt, kunt u de versnelling niet gebruik, onafhankelijk van de stand van de stelring torsieaanpassing (e). Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het klopboorpictogram op één lijn met de pijl staat. Stelring torsieaanpassing (fig. 4–6) Uw gereedschap is voorzien van een instelbaar torsiemechanisme om schroeven te draaien voor het inschroeven en verwijderen van een breed scala vormen en afmetingen van schroeven. Rondom de stelring torsieaanpassing (e) bevinden zich getallen. Deze getallen worden gebruikt om de versnelling in te stellen om een torsiebereik te leveren. Hoe hoger het getal op de stelring, hoe hoger de torsie en hoe groter de bevestiging die kan worden aangedreven. Om een getal te kiezen draait u net zolang totdat het gewenste getal op één lijn met de pijl staat. Schakelen op drie snelheden (fig. 4–5) De functionaliteit schakelen op drie snelheden van uw gereedschap stelt u in staat te schakelen tussen versnellingen om meer mogelijkheden te hebben. Om snelheid 1 te kiezen (hoogste torsieinstelling) zet u het gereedschap uit en laat u het tot stilstand komen. Schuif de versnellingschuif (g) geheel naar voren. Snelheid 2 (middelste torsie en snelheidsinstelling) bevindt zich in de middelste stand. Snelheid 3 (hoogste snelheidsinstellingen) bevindt zich achteraan. OPMERKING: Verander niet van versnelling als het gereedschap aan staat. Zorg altijd dat de boor volledig tot stilstand is gekomen voordat u van versnelling wisselt. Als u problemen ondervindt bij het wisselen van versnellingen, zorg dan dat de versnellingsschakelaar zich in één van de drie snelheidsinstellingen bevindt. Boorhouders WAARSCHUWING: Probeer niet om boren (of andere accessoires) vast te draaien door de voorkant van de boorhouder vast te pakken en het gereedschap te draaien. Dit kan schade aan de boorhouder en persoonlijk letsel veroorzaken. Zet de trekkerschakelaar altijd uit en sluit het gereedschap van de stroombron af voordat u accessoires verwisselt. WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat het boorstuk stevig vast zit voordat u het gereedschap opstart. Een los boorstuk kan uit het gereedschap schieten en op die manier mogelijk persoonlijk letsel veroorzaken. SLEUTELLOZE ENKELVOUDIGE HULS BOORHOUDER (FIG. 7–9) DCD940, DCD930, DCD920 Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorhouder met een roterende huls voor bediening met één hand van de boorhouder. Om een boorstuik of een ander accessoire te plaatsen, volgt u de onderstaande stappen op. 1. Vergrendel de trekker in de positie OFF. Zet het gereedschap uit en sluit het af van de stroombron. 2. Pak de zwarte huls van de boorhouder (d) met één hand vast en gebruik uw andere hand om het gereedschap vast te zetten zoals afgebeeld in figuur 7. Draai de huls tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover totdat het gewenste accessoire erin past. 101 NEDERLANDS 3. Steek het accessoire ongeveer 19 mm (3/4") in de boorhouder en draai het stevig vast door de huls van de boorhouder met één hand met de klok mee te draaien terwijl u het gereedschap met de andere hand vasthoudt. Ga verder met het draaien van de huls van de boorhouder totdat u meerdere ratelklikjes hoort, om ervoor te zorgen dat deze volledig vast zit. Om het accessoire weer los te maken herhaalt u stappen 1 en 2 hierboven. WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Juiste positie van de handen (fig. 13) WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de juiste positie te hebben, zoals afgebeeld in figuur 13. Zorg ervoor dat u de boorhouder met één hand op de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één hand het gereedschap vasthoudt voor maximale stevigheid. WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast, anticiperend op een plotseling reactie. ZELF VASTMAKENDE BEDIENING BOORHOUDER (FIG. 10–12) DCD945, DCD935, DCD925 Om een boorstuk of ander accessoire in te brengen: 1. Vergrendel de trekker in de positie OFF. Zet het gereedschap uit en sluit het af van de stroombron. 2. Pak de huls van de boorhouder (m) met één hand vast en gebruik uw andere hand om het gereedschap vast te zetten zoals afgebeeld in figuur 10. Draai de huls tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover totdat het gewenste boorstuk of accessoire erin past. 3. Steek het boorstuk of andere accessoire ongeveer 19 mm (3/4") in de boorhouder zoals afgebeeld in figuur 11. Pak de huls van de boorhouder (m) stevig vast en draai de huls met de klok mee (gezien vanaf de voorzijde) met één hand terwijl u de andere hand gebruikt om het gereedschap vast te houden. Draai de huls met de klok mee totdat de huls niet verder kan worden gedraaid, zoals weergegeven in figuur 12. Als de boor in de stand vooruit wordt gebruikt, maakt de boorhouder de grepen van de boorhouder zelf steeds vast om het boorstuk of accessoire, om maximale bevestiging te verzekeren. Om het accessoire weer los te maken herhaalt u stappen 1 en 2. BEDIENING Instructies voor gebruik WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften. 102 De juiste positie van de handen betekent één hand aan de hoofdgreep (i), terwijl u met de andere hand de zijhandgreep (h) vasthoudt. Boren 1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie aan de geplande actie voldoen. Stel de kraag modusbeheer op het boorpictogram in. 2. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren, steekboren, grondboren of zaagboren. Voor METAAL gebruikt u hoge snelheid spiraalboren of zaagboren. Gebruik een smeermiddel als u metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn gietijzer en koper, die droog dienen te worden geboord. 3. Oefen altijd druk uit in een rechte lijn met de boor. Gebruik voldoende druk om de boor verder te laten boren, maar druk niet zo hard dat de motor vastloopt of de boor doorbuigt. 4. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast om het wegdraaien van de boor te voorkomen. 5. ALS DE BOOR VASTLOOPT komt dit meestal omdat hij overbelast wordt. LAAT DE TREKKER ONMIDDELLIJK LOS, verwijder de boor uit het werkstuk en stel de reden van het vastlopen vast. KLIK DE TREKKER NIET UIT EN AAN IN EEN POGING OM EEN VASTGELOPEN BOOR OP TE STARTEN – DIT KAN DE BOOR BESCHADIGEN. 6. Houd de motor draaiende als u de boor uit een geboord gat trekt. Dit helpt vastzitten te voorkomen. NEDERLANDS Bediening schroevendraaien (fig. 4–6) 1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met behulp van de versnellingschakelaar drie snelheden (g) aan de bovenkant van het gereedschap om de gewenste snelheid en torsie voor de gewenste toepassing te verkrijgen. Stel de stelring torsieaanpassing (e) eerst op een lagere stand in om ervoor te zorgen dat de bevestiging naar uw specificaties kan worden ingesteld. OPMERKING: Gebruik de laagste torsieinstelling die vereist is om de bevestiging bij de gewenste diepte te plaatsen. Hoe lager het getal, des te lager de torsie-uitgang. 2. Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het schroefpictogram op één lijn met de pijl staat. 3. Stel de stelring torsieaanpassing (e) opnieuw in op de juiste getalsinstelling voor de gewenste torsie. Voer een paar tests uit in afval of onzichtbare gebieden om de juiste positie van de stelring torsieaanpassing te bepalen. OPMERKING: De stelring torsieaanpassing kan te allen tijde op ieder getal worden ingesteld. De stelring torsieaanpassing werkt echter alleen tijdens de modus schroevendraaien en niet in de modi boren en klopboren. Bediening klopboren 1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie aan de geplande actie voldoen. Stel de kraag modusbeheer op het klopboorpictogram in. 1. Oefen bij het boren precies voldoende kracht op de klopboor uit om te voorkomen dat hij excessief heen en weer trilt. Teveel druk zorgt voor lagere boorsnelheden, oververhitting en een lagere boorratio. 2. Boor recht, houd het boorstuk in een rechte hoek ten opzichte van het werkstuk. Oefen geen zijdelingse druk op het boorstuk uit tijdens het boren, omdat dit ervoor zorgt dat de boor vastloopt en een lagere boorsnelheid wordt verkregen. 3. Als u diepe gaten boort en de klopboorsnelheid afneemt, haalt u de boor gedeeltelijk uit het gat terwijl het gereedschap nog aan staat om puin uit het gat te verwijderen. ONDERHOUD Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen om gedurende een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een blijvend goede werking is afhankelijk van goede verzorging en regelmatig reinigen. WAARSCHUWING: om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u het gereedschap uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of accessoires aan- of afkoppelt. Een toevallige activering kan letsel toebrengen. De lader kan niet worden onderhouden. Er zijn geen onderdelen in de lader die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Smering Uw elektrisch gereedschap behoeft geen extra smering. Reinigen WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing als vuil zich zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek enkel bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. 4. Bij metselwerk gebruikt u hardmetalen boorstukken of boorstukken voor metselwerk. Een gelijkmatige hoeveelheid stof die vrijkomt, geeft aan dat u de juiste boorsnelheid gebruikt. 103 NEDERLANDS SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER WAARSCHUWING: Schokgevaar. Haal de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Verwijder vuil en vet met een doek of zachte, niet-metalen borstel van de buitenkant van de werklamp/lader. Gebruik geen water of schoonmaakmiddel. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. Optionele hulpstukken WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte hulpstukken en accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. 104 Herlaadbare accu Deze duurzame accu moet herladen worden als hij niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde van zijn technische levensduur dient u dit werktuig weg te gooien met respect voor het milieu: • Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze vervolgens uit het werktuig. • Li-Ion, NiCd en NiMH cellen zijn recycleerbaar. Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s worden gerecycleerd of op de correcte manier weggegooid. NEDERLANDS GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt een uitstekende garantie aan voor professionele gebruikers van het product. Deze garantieverklaring komt in aanvulling op, en beïnvloedt op geen enkele wijze uw contractuele rechten als een professioneel gebruiker of uw wettelijke rechten als een privé, niet-professioneel gebruiker. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet volkomen tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT gereedschap, kunt u dit gewoon binnen 30 dagen terugbrengen, compleet met de originele onderdelen zoals u het aankocht, bij het verkooppunt. U krijgt uw geld volledig vergoed. Het product moet blootgesteld zijn geweest aan redelijke slijtage en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als u onderhoud aan uw DEWALT gereedschap nodig hebt gedurende de 12 maanden volgend op uw aankoop, wordt dit gratis uitgevoerd door een erkende DEWALT reparateur. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT product defect raakt als gevolg van verkeerd materiaal of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product is blootgesteld aan redelijke slijtage; • Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-geautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u een schadeclaim wilt indienen, neem dan contact op met uw verkoper of zoek de locatie op van de dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur in de DEWALT catalogus, of neem contact op met uw DEWALT kantoor via het adres dat in deze handleiding staat vermeld. Een lijst van erkende DEWALT reparateurs en volledige details over onze after sales service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU. com. 105
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200

DeWalt dcd 925 l2 qw de handleiding

Categorie
Boormachines
Type
de handleiding