Nikon 1960 Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding
74
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWINGEN
Niet demonteren. Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of
objectief kan letsel veroorzaken. In het geval van een defect moet het
product alleen door een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd.
Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk,
verwijder de camerabatterij en/of ontkoppel de lichtnetadapter en breng
het product naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit
. Bemerkt u dat er rook of een
andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan onmiddellijk de
lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de camerabatterij en zorg dat u
geen brandwonden oploopt. Het voortzetten van de werking van het apparaat
kan brand of letsel tot gevolg hebben. Breng na het verwijderen van de batterij
het apparaat voor inspectie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas. Het bedienen van
elektronische apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een
explosie of brand tot gevolg hebben.
Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon. Kijken naar de zon of
andere heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent
visueel letsel veroorzaken.
Houd buiten bereik van kinderen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben.
Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
- Zorg dat het object en de camera droog blijven. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
- Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
- Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen
met tegenlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de
zon zich in of nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken.
- Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet
wordt gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht. Als u het in
direct zonlicht laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op brandbare
objecten scherpstellen en brand veroorzaken.
Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd. U kunt
struikelen of per ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg.
Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het
objectief nadelig beïnvloeden en brand veroorzaken.
75
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Bedankt voor het aanschaffen van een AF-S DX NIKKOR 18-300mm
f/3.5-5.6G ED VR-objectief. Lees voor het gebruik van dit product zowel
deze instructies als de camerahandleiding aandachtig door.
Opmerking:
DX-objectieven kunnen alleen voor digitale reflexcamera's in DX-
formaat worden gebruikt, zoals de D7000 of D300 serie. De beeldhoek van een
objectief op een camera in DX-formaat is gelijkwaardig aan een objectief met een
brandpuntsafstand van 1,5 of langer, gemonteerd op een 35 mm formaat camera.
Onderdelen van het objectief
we r ty ou!0i!1 !2 !3
!4
!5
!6
!7
q
q
Zonnekap ..............................................80
w
Uitlijnmarkering op zonnekap
...80
e
Vergendelmarkering op
zonnekap.........................................80
r
Bevestigingsmarkering voor
zonnekap.........................................80
t
Zoomring...............................................76
y
Schaal brandpuntsafstand..........76
u
Markering brandpuntsafstand
i
Aanduiding voor scherpstelafstand
o
Markering voor scherpstelafstand
!
0
Scherpstelring....................................77
!1
Objectief montagemarkering
!2
Rubberen afdichting voor
objectiefbevestiging................81
!3
CPU-contacten...................................81
!4
Schakelaar voor
scherpstelstand...........................77
!5
Vibratiereductie AAN/UIT-
schakelaar........................................78
!6
Schakelaar
vibratiereductiestand...............78
!7
Zoomvergrendeling.......................76
76
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Zoom en scherptediepte
Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de
brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren. Als de
camera over voorbeeld scherptediepte beschikt (stop omlaag), kan
scherptediepte ook als voorbeeld in de zoeker worden bekeken.
Opmerking: Brandpuntsafstand neemt af als de scherpstelafstand wordt
verkort. Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als leidraad
is bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de afstand tot het
onderwerp te tonen en toont mogelijk niet, door scherptediepte of andere
factoren, wanneer de camera op een ver voorwerp wordt scherpgesteld.
Om de zoomring te vergrendelen, draai deze naar de 18 mm positie
en schuif de zoomvergrendeling naar LOCK. Dit voorkomt dat het
objectief door zijn eigen gewicht verlengt terwijl de camera van de
ene naar de andere plaats wordt meegedragen.
Diafragma
Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast.
Zoom en maximale diafragma
Wijzigt zodat zoom het maximale diafragma tot maximaal 1
1
/
3
LW
aan kan passen. De camera houdt er bij het instellen van de
belichting echter automatisch rekening mee en zijn er geen
modificaties van de camera-instellingen vereist voor de volgende
zoomaanpassingen.
77
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Scherpstellen
Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende tabel
getoond (zie de camerahandleiding voor informatie over de
scherpstelstanden van de camera; zie “Een opmerking over groothoek-
en supergroothoekobjectieven” op pagina 83 voor informatie over het
verkrijgen van goede resultaten met autofocus).
M/A (Autofocus met handcorrectie)
Om scherp te stellen met behulp van autofocus met handcorrectie
(M/A):
Vibratiereductie (VRII)
Vibratiereductie (VRII) vermindert onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling, waardoor sluitertijden tot vier stops langer duren dan
anders het geval zal zijn (Nikon metingen; effecten variëren
afhankelijk van fotograaf en opnameomstandigheden). Dit
vermindert het beschikbare aantal sluitertijden en wordt
handfotografie en statiefvrije fotografie in vele verschillende situaties
toegestaan.
Camerascherpstelstand
Objectiefscherpstelstand
M/A M
AF
Autofocus
met handcorrectie
Handmatige scherpstelling met
elektronische afstandsmeter
MF
Handmatige scherpstelling met elektronische
afstandsmeter
z
Schuif de schakelaar voor scherpstelstand van het objectief
naar M/A.
x
Scherpstellen.
Indien gewenst, kan autofocus worden overgenomen door aan
de scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt (of, als de camera is uitgerust
met een AF-ON-knop, terwijl de AF-ON-knop wordt ingedrukt).
Druk, om opnieuw scherp te stellen met behulp van autofocus,
de ontspanknop half in of druk nogmaals op de AF-ON-knop.
78
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Kies uit NORMAL en ACTIVE vibratiereductie overeenkomstig de
frequentie en amplitude van de vibratie.
Cameratrilling: Kies NORMAL of ACTIVE.
Opname tijdens het pannen: Kies NORMAL.
Sterke cameratrilling: Kies ACTIVE.
De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken
De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken
De schakelaar vibratiereductiestand wordt gebruikt om de
vibratiereductiestand te selecteren terwijl vibratiereductie is
ingeschakeld.
Hoog Frequentie Laag
Laag Amplitude Hoog
: Geschikt voor NORMAL vibratiereductie.
: Geschikt voor ACTIVE vibratiereductie.
Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen.
Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de
effecten van cameratrilling voor verbeterde kadrering
en scherpstelling worden verminderd.
Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.
Selecteer NORMAL om de vibratie te verminderen dat is
veroorzaakt door cameratrilling of tijdens het pannen
van de camera.
Selecteer ACTIVE om de vibratie te verminderen dat is
veroorzaakt door cameratrilling of tijdens opnames
vanuit een rijdende auto, varende boot of ander
onstabiel platform. Panbewegingen worden niet
gedetecteerd.
Sterke
cameratrilling
(bijv. een rijdend
voertuig)
Cameratrilling
Opname tijdens het pannen
79
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen
Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en
wacht totdat de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de
ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt.
Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker
onscherp worden nadat de sluiter wordt vrijgegeven. Dit duidt niet
op een defect.
•Schuif de schakelaar vibratiereductiestand naar NORMAL voor het
pannen van opnames. Wanneer de camera wordt gepand, past
vibratiereductie alleen de beweging toe dat geen deel uitmaakt van
de pan (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand,
wordt alleen vibratiereductie voor verticale trilling toegepast),
waardoor het veel eenvoudiger is de camera gelijkmatig in een
brede boog te pannen.
Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer
vibratiereductie in werking is. Indien de voeding naar het objectief
wordt afgekoppeld wanneer vibratiereductie actief is, kan het
objectief rammelen wanneer deze schudt. Dit duidt niet op een
defect en kan met behulp van het herbevestigen van het objectief
en het inschakelen van de camera worden verholpen.
Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt.
Als de camera is uitgerust met een AF-ON knop, wordt met behulp
van het indrukken van de AF-ON knop vibratiereductie niet
geactiveerd.
Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief
wordt gemonteerd, maar laat de camera ingeschakeld wanneer de
statiefknop niet vastzit of wanneer een monopod wordt gebruikt.
80
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
De zonnekap
De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat
anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt.
Houd, bij het bevestigen of verwijderen van de kap, deze vlakbij het
symbool op de bijbehorende basis om te stevig vastpakken te vermijden.
Vignettering kan zich voordoen als de kap niet juist is bevestigd.
Wanneer niet in gebruik, kan de kap worden omgedraaid en
gemonteerd op het objectief. Als de kap wordt omgedraaid, kan het
door middel van draaien worden bevestigd en verwijderd terwijl het
vlakbij de vergrendelingsmarkering wordt gehouden (
{
).
Ingebouwde flitser
Maak opnames bij een bereik van 0,6 m of meer bij het gebruik van de
ingebouwde flitser op camera’s die zijn uitgerust met een
ingebouwde flitser en verwijder de zonnekap om vignettering te
voorkomen (schaduwen daar waar het uiteinde van de lens de
ingebouwde flitser verduisterd).
Lijn de vergrendelmarkering op de zonnekap
(—{) uit met bevestigingsmarkering voor
de zonnekap () op het objectief (e).
Camera Brandpuntsafstand Gebruik op een afstand van
D800-serie (DX-formaat)
18 mm 3,0 m of meer
28 mm 1,0 m of meer
50 mm of meer Geen beperkingen
D700 (DX-formaat)
18 mm 3,0 m of meer
28 mm of meer Geen beperkingen
D7000/D300-serie/D200
28 mm 1,0 m of meer
50 mm of meer Geen beperkingen
D100
28 mm 1,5 m of meer
50 mm of meer Geen beperkingen
D90/D80/D70-serie
28 mm 2,5 m of meer
50 mm of meer 1,0 m of meer
D5100/D5000/D3100/D3000
/D60/D40-serie
50 mm of meer 1,0 m of meer
D50
28 mm 2,0 m of meer
50 mm of meer 1,0 m of meer
81
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Onderhoud objectief
Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met behulp van
de zonnekap vast.
Houd de CPU-contacten schoon.
Mocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging beschadigt zijn,
staak onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor reparatie naar
een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de
objectiefoppervlakken te verwijderen. Voor het verwijderen van
vlekken en vingerafdrukken moet u een kleine hoeveelheid ethanol of
objectiefreiniger op een zachte, schone katoenen doek of objectief
reinigingsdoekje aanbrengen en reinig met een draaiende beweging
vanuit het midden naar buiten toe. Zorg dat er geen vegen
achterblijven en raak het glas niet met uw vingers aan.
Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische
oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen.
De zonnekap of NC filters kunnen worden gebruikt ter bescherming
van het voorste objectiefelement.
Bevestig de voor- en achterlensdoppen voordat u het objectief in
het flexibele tasje plaatst.
Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet u het op
een koele en droge plaats bewaren. Zo voorkomt u schimmel en
roest. Bewaar niet in direct zonlicht of in combinatie met
mottenballen van nafta of kamfer.
Zorg dat het objectief droog blijft. Het roesten van het interne
mechanisme kan onherstelbare schade veroorzaken.
Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan schade
veroorzaken of onderdelen gemaakt van versterkt plastic kunnen
kromtrekken.
Meegeleverde accessoires
77 mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC-77
Achterste objectiefdop LF-4
•Bajonetkap HB-58
Flexibel objectiefetui CL-1120
Compatibele accessoires
77 mm vastschroefbare filters
82
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Specificaties
Nikon behoudt zich het recht de specificaties van de hardware, zoals beschreven in
deze handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Type Type G AF-S DX-objectief met ingebouwde CPU- en
F-vatting
Brandpuntsafstand
18–300 mm
Maximale diafragma
f/3.5–5.6
Objectiefconstructie 19 elementen in 14 groepen (inclusief 3 asferische
objectiefelementen en 3 ED-objectiefelementen)
Weergavehoek
76 ° –5 ° 20
Schaal
brandpuntsafstand
Gegradeerd in millimeters (18, 28, 50, 105, 200, 300)
Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Zoom
Handmatige zoom met behulp van zoomring
Scherpstellen
Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus
aangestuurd door Silent Wave Motor en afzonderlijke
scherpstelring voor handmatige scherpstelling
Vibratiereductie
Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs)
Aanduiding voor
scherpstelafstand
0,45 m tot oneindig ()
Kortste scherpstelafstand
300 mm brandpuntsafstand: 0,45 m vanaf filmvlak
Diafragmabladen 9 (ronde diafragmaopeningen)
Diafragma Volledig automatisch
Diafragmabereik
18 mm brandpuntsafstand: f/3.5 tot f/22
300 mm brandpuntsafstand: f/5.6 tot f/32
Lichtmeting Volledig diafragma
Maat voor filters/
voorzetlenzen
77 mm (P=0,75 mm)
Afmetingen Ca. 83 mm diameter × 120 mm (afstand vanaf
objectiefbevestigingsvlak van de camera)
Gewicht Ca. 830 g
83
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Een opmerking over groothoek- en
supergroothoekobjectieven
In de volgende situaties kan autofocus mogelijk niet de gewenste
resultaten met groothoek- en supergroothoekobjectieven
verschaffen:
1 Het onderwerp vult niet het gebied dat is omsloten door de scherpstelhaakjes.
Als het scherpstelpunt zowel voorgrond- als
achtergrondvoorwerpen bevat, stelt de camera mogelijk scherp op
de achtergrond en wordt het onderwerp mogelijk onscherp.
2 Het onderwerp bevat veel fijne details.
De camera heeft mogelijk problemen met het scherpstellen op
onderwerpen die veel fijne details of te weinig contrast bevatten.
Gebruik in deze gevallen handmatige scherpstelling, of gebruik
scherpstelvergrendeling om een ander onderwerp op dezelfde
afstand scherp te stellen en stel een nieuwe compositie van de foto
samen. Zie voor meer informatie “Goede resultaten verkrijgen met
autofocus” in de camerahandleiding.
Voorbeeld 1: Een afgelegen
portretonderwerp op enige afstand
van de achtergrond Voorbeeld 2: Een veld met bloemen

Documenttranscriptie

Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 74 Voor uw veiligheid WAARSCHUWINGEN • Niet demonteren. Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of objectief kan letsel veroorzaken. In het geval van een defect moet het product alleen door een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder de camerabatterij en/of ontkoppel de lichtnetadapter en breng het product naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit. Bemerkt u dat er rook of een andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan onmiddellijk de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de camerabatterij en zorg dat u geen brandwonden oploopt. Het voortzetten van de werking van het apparaat kan brand of letsel tot gevolg hebben. Breng na het verwijderen van de batterij het apparaat voor inspectie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas. Het bedienen van elektronische apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een explosie of brand tot gevolg hebben. • Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon. Kijken naar de zon of andere heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent visueel letsel veroorzaken. • Houd buiten bereik van kinderen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben. • Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: - Zorg dat het object en de camera droog blijven. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. - Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben. - Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de zon zich in of nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken. - Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht. Als u het in direct zonlicht laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op brandbare objecten scherpstellen en brand veroorzaken. • Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd. U kunt struikelen of per ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg. • Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het objectief nadelig beïnvloeden en brand veroorzaken. Bedankt voor het aanschaffen van een AF-S DX NIKKOR 18-300mm f/3.5-5.6G ED VR-objectief. Lees voor het gebruik van dit product zowel deze instructies als de camerahandleiding aandachtig door. Opmerking: DX-objectieven kunnen alleen voor digitale reflexcamera's in DXformaat worden gebruikt, zoals de D7000 of D300 serie. De beeldhoek van een objectief op een camera in DX-formaat is gelijkwaardig aan een objectief met een brandpuntsafstand van 1,5 of langer, gemonteerd op een 35 mm formaat camera. ■ Onderdelen van het objectief q w e r t y u i o !0 !1 !2 !3 !4 !7 !5 !6 q Zonnekap ..............................................80 !0 Scherpstelring ....................................77 w Uitlijnmarkering op zonnekap ...80 !1 Objectief montagemarkering e Vergendelmarkering op !2 Rubberen afdichting voor zonnekap.........................................80 objectiefbevestiging ................81 r Bevestigingsmarkering voor !3 CPU-contacten...................................81 zonnekap.........................................80 !4 Schakelaar voor t y u i o Zoomring...............................................76 scherpstelstand ...........................77 Schaal brandpuntsafstand..........76 !5 Vibratiereductie AAN/UITschakelaar........................................78 Markering brandpuntsafstand Aanduiding voor scherpstelafstand !6 Schakelaar vibratiereductiestand...............78 Markering voor scherpstelafstand !7 Zoomvergrendeling .......................76 Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 75 Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 76 ■ Zoom en scherptediepte Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren. Als de camera over voorbeeld scherptediepte beschikt (stop omlaag), kan scherptediepte ook als voorbeeld in de zoeker worden bekeken. Opmerking: Brandpuntsafstand neemt af als de scherpstelafstand wordt verkort. Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als leidraad is bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de afstand tot het onderwerp te tonen en toont mogelijk niet, door scherptediepte of andere factoren, ∞ wanneer de camera op een ver voorwerp wordt scherpgesteld. Om de zoomring te vergrendelen, draai deze naar de 18 mm positie en schuif de zoomvergrendeling naar LOCK. Dit voorkomt dat het objectief door zijn eigen gewicht verlengt terwijl de camera van de ene naar de andere plaats wordt meegedragen. ■ Diafragma Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast. Zoom en maximale diafragma Wijzigt zodat zoom het maximale diafragma tot maximaal 1 1/3 LW aan kan passen. De camera houdt er bij het instellen van de belichting echter automatisch rekening mee en zijn er geen modificaties van de camera-instellingen vereist voor de volgende zoomaanpassingen. ■ Scherpstellen Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende tabel getoond (zie de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelstanden van de camera; zie “Een opmerking over groothoeken supergroothoekobjectieven” op pagina 83 voor informatie over het verkrijgen van goede resultaten met autofocus). Camerascherpstelstand AF MF Objectiefscherpstelstand M/A M Autofocus Handmatige scherpstelling met met handcorrectie elektronische afstandsmeter Handmatige scherpstelling met elektronische afstandsmeter M/A (Autofocus met handcorrectie) Om scherp te stellen met behulp van autofocus met handcorrectie (M/A): z Schuif de schakelaar voor scherpstelstand van het objectief naar M/A. x Scherpstellen. Indien gewenst, kan autofocus worden overgenomen door aan de scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt (of, als de camera is uitgerust met een AF-ON-knop, terwijl de AF-ON-knop wordt ingedrukt). Druk, om opnieuw scherp te stellen met behulp van autofocus, de ontspanknop half in of druk nogmaals op de AF-ON-knop. ■ Vibratiereductie (VRII) Vibratiereductie (VRII) vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, waardoor sluitertijden tot vier stops langer duren dan anders het geval zal zijn (Nikon metingen; effecten variëren afhankelijk van fotograaf en opnameomstandigheden). Dit vermindert het beschikbare aantal sluitertijden en wordt handfotografie en statiefvrije fotografie in vele verschillende situaties toegestaan. Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 77 Frequentie Cameratrilling Sterke cameratrilling (bijv. een rijdend voertuig) Opname tijdens het pannen Laag 78 Kies uit NORMAL en ACTIVE vibratiereductie overeenkomstig de frequentie en amplitude van de vibratie. Hoog Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id Laag Amplitude : Geschikt voor NORMAL vibratiereductie. : Geschikt voor ACTIVE vibratiereductie. Hoog • Cameratrilling: Kies NORMAL of ACTIVE. • Opname tijdens het pannen: Kies NORMAL. • Sterke cameratrilling: Kies ACTIVE. De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen. Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de effecten van cameratrilling voor verbeterde kadrering en scherpstelling worden verminderd. Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen. De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken De schakelaar vibratiereductiestand wordt gebruikt om de vibratiereductiestand te selecteren terwijl vibratiereductie is ingeschakeld. Selecteer NORMAL om de vibratie te verminderen dat is veroorzaakt door cameratrilling of tijdens het pannen van de camera. Selecteer ACTIVE om de vibratie te verminderen dat is veroorzaakt door cameratrilling of tijdens opnames vanuit een rijdende auto, varende boot of ander onstabiel platform. Panbewegingen worden niet gedetecteerd. Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen • Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en wacht totdat de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt. • Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt vrijgegeven. Dit duidt niet op een defect. • Schuif de schakelaar vibratiereductiestand naar NORMAL voor het pannen van opnames. Wanneer de camera wordt gepand, past vibratiereductie alleen de beweging toe dat geen deel uitmaakt van de pan (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, wordt alleen vibratiereductie voor verticale trilling toegepast), waardoor het veel eenvoudiger is de camera gelijkmatig in een brede boog te pannen. • Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer vibratiereductie in werking is. Indien de voeding naar het objectief wordt afgekoppeld wanneer vibratiereductie actief is, kan het objectief rammelen wanneer deze schudt. Dit duidt niet op een defect en kan met behulp van het herbevestigen van het objectief en het inschakelen van de camera worden verholpen. • Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt. • Als de camera is uitgerust met een AF-ON knop, wordt met behulp van het indrukken van de AF-ON knop vibratiereductie niet geactiveerd. • Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief wordt gemonteerd, maar laat de camera ingeschakeld wanneer de statiefknop niet vastzit of wanneer een monopod wordt gebruikt. Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 79 Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 80 ■ De zonnekap De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt. Lijn de vergrendelmarkering op de zonnekap (—{) uit met bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op het objectief (e). Houd, bij het bevestigen of verwijderen van de kap, deze vlakbij het symbool op de bijbehorende basis om te stevig vastpakken te vermijden. Vignettering kan zich voordoen als de kap niet juist is bevestigd. Wanneer niet in gebruik, kan de kap worden omgedraaid en gemonteerd op het objectief. Als de kap wordt omgedraaid, kan het door middel van draaien worden bevestigd en verwijderd terwijl het vlakbij de vergrendelingsmarkering wordt gehouden (—{). ■ Ingebouwde flitser Maak opnames bij een bereik van 0,6 m of meer bij het gebruik van de ingebouwde flitser op camera’s die zijn uitgerust met een ingebouwde flitser en verwijder de zonnekap om vignettering te voorkomen (schaduwen daar waar het uiteinde van de lens de ingebouwde flitser verduisterd). Camera D800-serie (DX-formaat) D700 (DX-formaat) D7000/D300-serie/D200 D100 D90/D80/D70-serie Brandpuntsafstand Gebruik op een afstand van 18 mm 3,0 m of meer 28 mm 1,0 m of meer 50 mm of meer Geen beperkingen 18 mm 3,0 m of meer 28 mm of meer Geen beperkingen 28 mm 1,0 m of meer 50 mm of meer Geen beperkingen 28 mm 1,5 m of meer 50 mm of meer Geen beperkingen 28 mm 2,5 m of meer 50 mm of meer 1,0 m of meer D5100/D5000/D3100/D3000 /D60/D40-serie 50 mm of meer 1,0 m of meer D50 28 mm 50 mm of meer 2,0 m of meer 1,0 m of meer ■ Onderhoud objectief • Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met behulp van de zonnekap vast. • Houd de CPU-contacten schoon. • Mocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging beschadigt zijn, staak onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor reparatie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de objectiefoppervlakken te verwijderen. Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken moet u een kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger op een zachte, schone katoenen doek of objectief reinigingsdoekje aanbrengen en reinig met een draaiende beweging vanuit het midden naar buiten toe. Zorg dat er geen vegen achterblijven en raak het glas niet met uw vingers aan. • Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen. • De zonnekap of NC filters kunnen worden gebruikt ter bescherming van het voorste objectiefelement. • Bevestig de voor- en achterlensdoppen voordat u het objectief in het flexibele tasje plaatst. • Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet u het op een koele en droge plaats bewaren. Zo voorkomt u schimmel en roest. Bewaar niet in direct zonlicht of in combinatie met mottenballen van nafta of kamfer. • Zorg dat het objectief droog blijft. Het roesten van het interne mechanisme kan onherstelbare schade veroorzaken. • Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan schade veroorzaken of onderdelen gemaakt van versterkt plastic kunnen kromtrekken. ■ Meegeleverde accessoires • • • • 77 mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC-77 Achterste objectiefdop LF-4 Bajonetkap HB-58 Flexibel objectiefetui CL-1120 ■ Compatibele accessoires • 77 mm vastschroefbare filters Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 81 Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 82 ■ Specificaties Type Type G AF-S DX-objectief met ingebouwde CPU- en F-vatting Brandpuntsafstand 18–300 mm Maximale diafragma f/3.5–5.6 Objectiefconstructie 19 elementen in 14 groepen (inclusief 3 asferische objectiefelementen en 3 ED-objectiefelementen) Weergavehoek 76 ° –5 ° 20 ′ Schaal brandpuntsafstand Gegradeerd in millimeters (18, 28, 50, 105, 200, 300) Afstandsinformatie Uitvoer naar camera Zoom Handmatige zoom met behulp van zoomring Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus aangestuurd door Silent Wave Motor en afzonderlijke scherpstelring voor handmatige scherpstelling Vibratiereductie Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs) Aanduiding voor scherpstelafstand 0,45 m tot oneindig (∞) Kortste scherpstelafstand 300 mm brandpuntsafstand: 0,45 m vanaf filmvlak Diafragmabladen 9 (ronde diafragmaopeningen) Diafragma Volledig automatisch Diafragmabereik • 18 mm brandpuntsafstand: f/3.5 tot f/22 • 300 mm brandpuntsafstand: f/5.6 tot f/32 Lichtmeting Volledig diafragma Maat voor filters/ voorzetlenzen 77 mm (P=0,75 mm) Afmetingen Ca. 83 mm diameter × 120 mm (afstand vanaf objectiefbevestigingsvlak van de camera) Gewicht Ca. 830 g Nikon behoudt zich het recht de specificaties van de hardware, zoals beschreven in deze handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. ■ Een opmerking over groothoek- en supergroothoekobjectieven In de volgende situaties kan autofocus mogelijk niet de gewenste resultaten met groothoek- en supergroothoekobjectieven verschaffen: Voorbeeld 1: Een afgelegen portretonderwerp op enige afstand van de achtergrond Voorbeeld 2: Een veld met bloemen 1 Het onderwerp vult niet het gebied dat is omsloten door de scherpstelhaakjes. Als het scherpstelpunt zowel voorgrond- als achtergrondvoorwerpen bevat, stelt de camera mogelijk scherp op de achtergrond en wordt het onderwerp mogelijk onscherp. 2 Het onderwerp bevat veel fijne details. De camera heeft mogelijk problemen met het scherpstellen op onderwerpen die veel fijne details of te weinig contrast bevatten. Gebruik in deze gevallen handmatige scherpstelling, of gebruik scherpstelvergrendeling om een ander onderwerp op dezelfde afstand scherp te stellen en stel een nieuwe compositie van de foto samen. Zie voor meer informatie “Goede resultaten verkrijgen met autofocus” in de camerahandleiding. Jp En De Fr Es Sv Ru Nl Pt Pb It Cz Sk Ro Ua Ck Ch Kr Id 83
1 / 1