Liebherr CUel 2331 Handleiding

Type
Handleiding
Gebruikshandleiding
Koel-vriescombinatie
20230512 7082970 - 00
CU(el)(ef)(no)(kw)(fb)(b) 2331/2831/3331
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaat- en uitrustingsoverzicht............................ 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.................................................................. 3
1.4 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 3
1.5 EPREL-database........................................................... 3
1.6 Opstelmaten................................................................. 3
1.7 Energie sparen.............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 4
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controle-elementen......................... 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren.............................................. 5
4.2 Apparaat opstellen...................................................... 5
4.3 Draairichting deur veranderen................................... 7
4.4 In het keukenblok schuiven........................................ 8
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 8
4.6 Apparaat aansluiten.................................................... 8
4.7 Apparaat inschakelen.................................................. 9
5 Bediening............................................................... 9
5.1 Koelgedeelte ................................................................ 9
5.2 Vriesgedeelte................................................................ 9
6 Onderhoud............................................................. 10
6.1 Handmatig ontdooien.................................................. 10
6.2 Apparaat reinigen......................................................... 11
6.3 Binnenverlichting vervangen..................................... 11
6.4 Technische Dienst........................................................ 12
6.5 Energie-efficiëntieklasse verlichting........................ 12
7 Storingen............................................................... 12
8 Uitzetten................................................................ 14
8.1 Apparaat uitschakelen................................................ 14
8.2 Buiten werking stellen................................................ 14
9 Afvalverwijdering.................................................. 14
9.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 14
9.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 14
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikke‐
ling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw
begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en
techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen,
de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen
a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen
zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten
van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Handelingsinstructies zijn gemarkeerd met een , hande‐
lingsresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaat- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
uLevensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
uPlateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Schappen, verstelbaar (7) De koudste zone van de
koelruimte, voor gevoe‐
lige en licht bederfelijke
levensmiddelen
(2) Eiervakje (8) Laden voor groenten, sla,
fruit
(3) Deurvak, verstelbaar (9) Typeplaatje
(4) Aan-/uit- en tempe‐
ratuurregelaar en
binnenverlichting
(10) Hoge diepvriesladen
(5) Dooiwaterafvoer (11) Stelvoeten voor
(6) Flessenrooster (12) IJsblokjesbakje
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik als
inbouwapparaat.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften
en de desbetreffende richtlijnen.
Voor EU-
markt:
het apparaat voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU.
Voor GB-
markt:
het apparaat voldoet aan de Radio Equi‐
pment Regulations 2017 SI 2017 No. 1206.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
1.4 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.5 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
1.6 Opstelmaten
Fig. 2
H
CU(el) 2331 1372
CU(el)(no)(fb)(kw)(b) 2831 1612
CU(el)(ef) 3331/ CU 3301 1812
KGw 1855 2E 1812
x Bij apparaten waarbij wandafstandhouders worden meege‐
leverd, ligt de maat 35 mm hoger (zie 4.2 Apparaat
opstellen) .
1.7 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
-Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is:
Apparaat ontdooien.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Stof verhoogt het energieverbruik:
-De koelmachine met warmtewisselaar
- metalen roosters aan de achterkant
van het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat en
het vervangen van de netaansluiting mag
alleen worden uitgevoerd door de klanten‐
service of ander vakpersoneel dat hiervoor
is opgeleid.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding monteren, aansluiten
en afvoeren.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Temperatuurregelaar (2) Schakelaar Cool-Plus
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
uHet apparaat verpakt transporteren.
uHet apparaat rechtop transporteren.
uHet apparaat niet in uw eentje transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
uHet apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omge‐
ving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door verkeerd opstellen!
Als een stroomkabel of stekker de achterkant van het appa‐
raat raakt, kunnen de trillingen van het apparaat de stroom‐
kabel of stekker beschadigen en kortsluiting veroorzaken.
uVoorkom bij het opstellen van het apparaat dat onder het
apparaat stroomkabels klem komen te zitten.
uApparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen
het apparaat liggen.
uOp contactdozen in het apparaatacchterpaneel geen
apparaten aansluiten.
uMeervoudige contactdozen of verdeeldozen en andere
elektronische apparaten (bijv. halogeen-transformatoren)
mogen niet aan het achterpaneel van apparaten worden
aangebracht en gebruikt.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
Bedienings- en controle-elementen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
uPlaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magne‐
tron, toaster enz. op het apparaat!
LET OP
Afgedekte ventilatieopeningen!
Beschadigingen. Het apparaat kan oververhit raken, wat
de levensduur van diverse onderdelen van het toestel kan
verminderen en kan leiden tot functiebeperkingen.
uLet altijd op de be- en ontluchting.
uVentilatieopeningen of - roosters in de apparaatbehuizing
en in het keukenmeubel (inbouwapparaat) moeten altijd
vrij worden gehouden.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
uhet apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesappa‐
raat zetten.
Aanwijzing
Als meerdere apparaten naast elkaar staan, een afstand van
100 mm tussen de apparaten laten. Wordt deze afstand
niet aangehouden, vormt zich condenswater tussen de
zijwanden van de apparaten.
Fig. 4
qBij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het
aansluiten contact met de leverancier opnemen.
qDe vloer op de standplaats moet horizontaal en vlak zijn.
qPlaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
qHet apparaat met de achterkant en het gebruik van
de meegeleverde wandafstandhouders (zie onder) altijd
direct tegen de wand plaatsen.
qHet apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verplaatst.
qDe ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
hebben als de omgeven bodem.
qHet apparaat niet zonder hulp plaatsen.
qHoe meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des
te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat.
In te kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de
opstelruimte minstens 1 m3 groot zijn. Gegevens over
het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
uHaal het aansluitsnoer van de achterzijde van het appa‐
raat. Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen
trillingsgeluiden ontstaan!
LET OP
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige
oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde
reinigingsmiddel worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
uDe gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
zachte schone doek worden afgeveegd.
uBreng alleen op de roestvrijstalen zijwanden een verzor
gingsmiddel gelijkmatig en in slijprichting aan. De reini‐
ging op een later tijdstip wordt daardoor eenvoudiger.
uGelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd.
uTrek de beschermfolie van de sierlijsten.
uVerwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om het aangegeven energieverbruik te realiseren, moeten
de afstandhouders worden gebruikt die bij sommige appa‐
raten worden meegeleverd. Hierdoor vergroot de apparaat‐
diepte met ca. 35 mm. Het apparaat is zonder gebruik van
de afstandhouder volledig functioneel, alleen het verbruik is
een beetje hoger.
uBij een apparaat met meege‐
leverde wandafstandhouders
deze links- en rechtsonder aan
de achterzijde van het apparaat
monteren.
uVoer de verpakking af (zie 4.5 Afvalverwerking van de
verpakking) .
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar door kantelen en
eruit vallen van de apparaatdeur!
Wanneer de extra stelvoet aan de onderkant van de
lagerbus niet correct op de vloer rust, kan de deur eruit
vallen of het apparaat kantelen. Dit kan tot materiële
schade en verwondingen leiden.
uDe extra stelvoet op de lagerbus eruit draaien tot deze op
de vloer rust.
uDan 90° verder draaien.
uStel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel
en met behulp van de stel‐
pootjes (A) en een waterpas
stevig en vlak op.
uVervolgens de deur onder
steunen: stelvoet bij
lagerbus (B) uitdraaien tot
deze op de vloer komt,
daarna 90° verder draaien.
Aanwijzing
uApparaat reinigen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan
er condens worden gevormd op de buitenkant van het appa‐
raat.
uZorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaat
singsruimte.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
qTorx® 15
qTorx® 25
qschroevendraaier
qeventueel accuschroevendraaier
qeventueel een tweede persoon voor de montage
4.3.1 Bovenste deur afnemen
Aanwijzing
uVerwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
Fig. 5
uAfdekking Fig. 5 (1) naar voren en boven wegtrekken.
uAfdekking Fig. 5 (2) eraf nemen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
uDeur goed vasthouden.
uDeur voorzichtig neerzetten.
uBovenste lagerbus Fig. 5 (3) losschroeven (2 maal Torx®
25) Fig. 5 (4) en naar boven eraf trekken.
uBovenste deur naar boven optillen en opzij zetten.
4.3.2 Onderste deur afnemen
uOnderste deur openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
uDeur goed vasthouden.
uDeur voorzichtig neerzetten.
uBevestigingsbouten Fig. 6 (11) losschroeven (2 maal Torx®
25) en het middelste scharnierblok uit de onderste deur
trekken.
uKunststof ring Fig. 6 (10) verwijderen.
uDeur naar boven afnemen en opzij leggen.
4.3.3 Middelste lagerdelen omzetten
Fig. 6
uAfdekking Fig. 6 (12) voorzichtig wegtrekken.
uAfdekking Fig. 6 (12) terugplaatsen op de andere zijde.
4.3.4 Onderste lagerdelen omplaatsen
Fig. 7
uBevestigingsbouten Fig. 7 (21) losschroeven.
uLagerbok onder Fig. 7 (23) volledig met lagerbouten
Fig. 7 (24), schijf Fig. 7 (26) en stelvoet Fig. 7 (22), verwij‐
deren.
uLagerbouten Fig. 7 (24) volledig met schijf Fig. 7 (26)
losschroeven, terugplaatsen in het tegenoverliggende
opnamegat van het lagerbok en weer vastschroeven.
uAfdekplaat Fig. 7 (25) voorzichtig verwijderen en terug‐
plaatsen op de andere zijde.
uLagerbok onder Fig. 7 (23) volledig met lagerbouten
Fig. 7 (24), schijf Fig. 7 (26) en stelvoet Fig. 7 (22) weer op
de nieuwe scharnierzijde evt. met behulp van een accu‐
boormachine vastschroeven (met 4 Nm).
4.3.5 Onderste deur monteren
uOnderste deur van bovenaf op scharnierpen Fig. 7 (24)
plaatsen.
uSluit de deur.
uMiddelste scharnierblok Fig. 6 (13) 180° gedraaid in
de onderste deur plaatsen en met bevestigingsbouten
Fig. 6 (11)(2 maal Torx® 25) op de nieuwe scharnierkant
stevig (met 4 Nm) aandraaien.
uKunststof ring Fig. 6 (10) weer aanbrengen.
4.3.6 Bovenste deur monteren
uBovenste deur op het middelste scharnierblok Fig. 6 (13)
plaatsen.
uPlaats de bovenste lagerbus Fig. 5 (3) aan de nieuwe
scharnierkant in de deur.
uBovenste lagerbok vastschroeven (met 4 Nm) (2 keer
Torx® 25) Fig. 5 (4). Eventueel een accuboormachine
gebruiken.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
uAfdekking Fig. 5 (1) aan de andere kant buiten plaatsen en
vastklikken.
uAfdekking Fig. 5 (2) steeds aan de andere kant van
bovenaf plaatsen en vastklikken.
uStelpoot Fig. 7 (22) van onderste scharnierblok Fig. 7 (23)
eruit draaien, tot deze de vloer raakt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan
de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet
goed koelt.
uDe lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
uAlle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.4 In het keukenblok schuiven
Fig. 8
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x Bij apparaten met bijgeleverde wandafstandshouders
wordt de afmeting 35 mm groter (zie 4.2 Apparaat
opstellen) .
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om
het apparaat Fig. 8 (2) aan de hoogte van het keukenblok
aan te passen, kan boven het apparaat een opzetkast
Fig. 8 (1) worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm)
kan het apparaat direct naast de keukenkast Fig. 8 (3)
worden opgesteld. Het apparaat steekt er zijdelings 34 mm
x en in het apparaatmidden 50 mm x ten opzichte van de
keukenkastfront uit.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden bescha‐
digd.
uLet op voldoende ventilatie.
uNeem de ventilatie-eisen in acht.
Ventilatievereisten:
-Aan de achterkant van de opzetkast moet een luchtaf
voerkanaal van minimaal 50 mm diep, over de volledige
breedte van de opzetkast, aanwezig zijn.
-De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet mini‐
maal 300 cm2 bedragen.
-Hoe groter de ontluchtingsdiameter hoe zuiniger het
apparaat werkt.
Als het apparaat met de scharnieren naast een wand
Fig. 8 (4) wordt geplaatst, moet de afstand tussen het
apparaat en de wand minimaal 40 mm bedragen. Dit
komt overeen met de uitsteekmaat van de handgreep bij
geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
uKinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-Golfkarton/karton
-Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-Folies en zakken uit polyetheen
-Spanbanden uit polypropeen
-Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly
ethyleen*
uBreng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inza‐
melpunt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
uSluit het apparaat niet aan op stand-alone-omvormers
zoals zonne-energiesystemen en benzinegenerators.
uGeen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
uGeen verlengkabel gebruiken.
uGeen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje
(zie 1 Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard
en een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom
van de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat
de stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood
snel kan worden onderbroken. Het mag zich niet achter het
apparaat bevinden.
uElektrische aansluiting controleren.
uSteek de stekker in het stopcontact.
In gebruik nemen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
4.7 Apparaat inschakelen
Neem het apparaat ca. 2 uur voor de eerste vulling met
diepvriesproducten in bedrijf.
uTemperatuurregelaar Fig. 3 (1) naar rechts van stand 0
naar stand 3 draaien.
wDe binnenverlichting brandt.
5 Bediening
5.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte
ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct
boven de groentelades en tegen de achterkant is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.1.1 Levensmiddelen koelen
uLicht bederfelijke levensmiddelen zoals klaargemaakte
maaltijden, vleeswaren en worsten in de koudste zone
opslaan. In het bovenste bereik en in de deur boter
en conservenblikken neerzetten. (zie 1 Het apparaat in
vogelvlucht)
uVoor het inpakken herbruikbare kunststof, metalen,
aluminium of glazen bakken en vershoudfolie gebruiken.
uRauw vlees of vis altijd in schone, afgesloten bakjes op
de onderste plank van het koelgedeelte bewaren, zodat
ze niet in contact komen met ander voedsel en er geen
vloeistof van vlees of vis op ander voedsel kan druipen.
uLevensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in
gesloten reservoirs of afgedekt bewaren.
uHet voorste vlak van de koelbodem alleen gebruiken
voor het kort plaatsen van koelproducten, bijv. bij het
verplaatsen of uitsorteren. Koelproducten echter niet
laten staan, anders kan deze bij het sluiten van de deur
naar achter worden geschoven of omvallen.
uLevensmiddelen niet te dicht opslaan, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste tempera‐
tuur, laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur,
hoogste koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diep‐
vriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te
raden de temperatuurregelaar op stand 4” tot 7” in te
stellen. Bij de instelling 7” is het mogelijk in de koudste
zone van het koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te
bereiken.
uTemperatuurregelaar Fig. 3 (1) draaien.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de duur van het openen van de deur
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
-soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid‐
delen
uEventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
5.1.3 Functie CoolPlus
Bij lage kamertemperaturen van 15 °C of minder:
uSchakelaar Cool-Plus Fig. 3 (2) indrukken.
wDe lage temperaturen in het vriesvak worden gegaran‐
deerd.
Als de kamertemperatuur weer hoger is dan 15 °C:
uschakelaar Cool-Plus Fig. 3 (2) handmatig uitschakelen.
Aanwijzing
uBij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 15 °C, is het
inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet
dan uitgeschakeld zijn.
5.1.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 9
uDraagplateau omhoog tillen en een beetje naar voren
trekken.
uDraagplateau qua hoogte instellen. Schuif hiervoor de
uitsparingen langs de steunen.
uOm het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
uDraagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
wDe levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
Draagplateaus demonteren
uDe draagplateaus kunnen
voor het reinigen gedemon‐
teerd worden.
5.1.5 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
uVakken uitnemen volgens de afbeel
ding.
5.2 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levens‐
middelen invriezen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1 Het apparaat
in vogelvlucht) onder Invriescapaciteit ... kg/24h” is aange‐
geven.
De schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriesproducten
worden belast.
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
worden belast.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het
sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakke‐
lijker te openen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
uFlessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u24 uur voor het invriezen de temperatuur op de middelste
of koudste stand instellen.
uCoolPlus inschakelen: Toets CoolPlus Fig. 3 (2) indrukken.
wDe vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt op het
grootst mogelijke koelvermogen.
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door
ingevroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per
verpakking niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg
uLevensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken
kunststof, metalen of aluminium bakjes in porties
verpakken.
uLevensmiddelen verspreidt op de bodem leggen en niet
in contact laten komen met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te ontdooien.
uTemperatuur 24 uur na het erin plaatsen van de levens‐
middelen weer terugzetten.
Als de kamertemperatuur hoger is dan 15 °C:
uCoolPlus uitschakelen: Toets CoolPlus Fig. 3 (2)
indrukken.
5.2.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.2.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
uNeem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
uOntdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzonde‐
ring weer invriezen.
5.2.4 Laden
uOm de diepvriespro‐
ducten direct op de
draagplateaus op te
bergen: Schuiflade
naar voren trekken en
eruit halen.
5.2.5 Plateaus
Plateaus verplaatsen
uPlateau uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
uPlateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
5.2.6 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen
ook de draagplateaus eruit halen.
Zo maakt u plaats voor grotere
levensmiddelen zoals gevogelte,
vlees, groter wild en kunnen
hoge producten van de bakkerij
volledig worden ingevroren en
verder worden klaargemaakt.
uDe schuifladen kunnen met max. 25 kg diepvriespro‐
ducten worden belast.
uDe plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
worden belast.
6 Onderhoud
6.1 Handmatig ontdooien
Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt door de warmte van de compressor. Waterdrup‐
pels maar ook een dunne rijp- of ijslaag op de achterkant
zijn functioneel en derhalve volledig normaal.
uAfvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater
weg kan lopen. (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
Vriesgedeelte:
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een
rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand
gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levens‐
middelen in te leggen. Een dikke ijslaag doet echter het
energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regel‐
matig ontdooien.
Ontdooiprocedure:
Onderhoud
10 * afhankelijk van model en uitvoering
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!
Verwondingen en beschadigingen.
uOm het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
uGebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar
mings- of stoomreinigingsapparaten, open vuur of
ontdooisprays.
uIJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
uApparaat uitschakelen.
uTrek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
uBewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diep‐
vrieslade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een
koele plaats.
uPlaats een pan met heet, niet
kokend water op een plateau in het
midden.
wHet ontdooien wordt versneld.
uLaat de deur van het apparaat open tijdens het
ontdooien.
uLosgeraakte ijsstukken uitnemen.
uIndien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met
een spons of doek.
uHet apparaat reinigen. (zie 6.2 Apparaat reinigen)
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
uGebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
uGebruik geen schurende of krassende sponsjes of
staalwol.
uGeen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
uGebruik geen chemische oplosmiddelen.
uBeschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Techni‐
sche Dienst.
uKabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
uLaat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie‐
roosters en elektrische delen terecht komen.
uGebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
uGebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen
levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhouds‐
producten.
uApparaat uitruimen.
uTrek de stekker uit.
uLuchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
wStof verhoogt het energieverbruik.
uUit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw‐
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
De RVS deuren zijn behandeld met een hoogwaardige opper
vlaktecoating en mogen niet met een onderhoudsmiddel
voor RVS worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
uGecoate deuroppervlakten en gelakte zijwanden uitslui‐
tend met een zachte, schone doek afvegen. Bij sterke
vervuiling een beetje water of een neutraal reinigings‐
middel gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek
worden gebruikt.
uRoestvrijstalen zijwanden bij vervuiling met een gebrui‐
kelijke roestvrijstaalreiniger reinigen. Vervolgens het
meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijp‐
richting aanbrengen.
uAfvoeropening reinigen: afzet
tingen met een dun hulpmiddel,
bijv. een wattenstaafje verwijderen.
uDe meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
uDe laden met lauw water en een beetje afwasmiddel
handmatig reinigen.
uAndere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
uApparaat en onderdelen droogwrijven.
uApparaat weer aansluiten en inschakelen.
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
ude levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Binnenverlichting vervangen
In het apparaat is standaard een LED-lamp aangebracht
voor de verlichting van de binnenruimte.
Bij gebruik van een gloeilamp:
qEen gloeilamp met max. 15 W en fitting E14 gebruiken.
qStroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
opstelling moeten overeenkomen met de informatie op
het typeplaatje (zie 1 Het apparaat in vogelvlucht) .
Bij gebruik van een LED-lamp:
qUitsluitend de originele LED-lamp van de fabrikant mag
worden gebruikt. De lamp kan worden verkregen via
de klantenservice of de vakhandel (zie 6.4 Technische
Dienst) .
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met
risicogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
uNiet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid
direct in de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen
worden beschadigd.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door LED-lamp!
Bij het gebruik van andere LED-lampen bestaat oververhit
tings- resp. brandgevaar.
uGebruik de originele LED van de fabrikant.
Als de lamp defect is, moet deze op de volgende wijze
worden vervangen:
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 11
uSchakel het apparaat uit.
uTrek de stekker uit of schakel
de beveiliging uit.
uAfdekkapje volgens afbeelding,
binnen, aan de voorkant uit
elkaar drukken en zijdelings
wegtrekken.
uDe lamp vervangen.
uSchuif het afdekkapje terug tot
het vastklikt.
6.4 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen
(zie 7 Storingen) . Als dit niet het geval is, dient u contact
op te nemen met de klantenservice. Het adres vindt u in
bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 6 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
uApparaataanduiding
Fig. 10 (1), servi‐
cenr. Fig. 10 (2) en
serienr. Fig. 10 (3)
van het typeplaatje
aflezen. Het type‐
plaatje bevindt zich
aan de linkerkant
binnen in het appa‐
raat.
Fig. 10
uContact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding Fig. 10 (1), servicenr.
Fig. 10 (2) en serienr. Fig. 10 (3) mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uHet apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
wDe levensmiddelen blijven langer koel.
uTrek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
6.5 Energie-efficiëntieklasse verlichting
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een lichtbron met energie-
efficiëntieklasse G
Led
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren
of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In
dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantie‐
periode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf
verhelpen:
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat func‐
tioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stop‐
contact.
uStekker controleren.
De zekering van het stopcontact is
niet in orde.
uZekering controleren.
De compressor
blijft lopen.
De compressor schakelt bij een
verminderde koudebehoefte over
op een lager toerental. Hoewel de
looptijd daardoor langer is, wordt
energie bespaard.
uDat is bij energiebesparende modellen normaal.
Een led aan de
onderachterkant
van het appa‐
raat (bij de
compressor) knip‐
De inverter is met een foutdiag‐
nose led uitgevoerd.
uHet knipperen is normaal.
Storingen
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
pert regelmatig om
de 15 seconden*.
Geluiden zijn te
luid.
Toerentalgeregelde* compressoren
kunnen naar aanleiding van
de verschillende draaisnelheden
verschillende geluiden veroor
zaken.
uHet geluid is normaal.
Een borrelen en
klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel,
dat door het koelcircuit stroomt.
uHet geluid is normaal.
Een zacht klikken Het geluid ontstaat bij het automa‐
tisch in- en uitschakelen van het
koelaggregaat (de motor).
uHet geluid is normaal.
Een brommend
geluid. Kan
voor korte tijd
iets luider zijn,
wanneer het
koelaggregaat (de
motor) inschakelt.
Bij nieuw opgeslagen levensmid‐
delen of na lang geopende deur
wordt het koelvermogen automa‐
tisch verhoogd.
uHet geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uOplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat)
Trilgeluiden Het apparaat staat niet vast op de
vloer. Daardoor gaan voorwerpen
en meubels in de buurt van het
lopende koelaggregaat trillen.
uLijn het apparaat via de stelvoeten uit.
uFlessen en bakken uit elkaar drukken.
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelmiddelcir
cuit wordt gebruikt om condens‐
water te voorkomen.
uDit is normaal.
Temperatuur is
niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten. uDeur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting. uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uOplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Techni‐
sche Dienst (zie 6 Onderhoud) .
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
De binnenverlich‐
ting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
Het lampje (levering met LED-lamp)
is defect. WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met
risicogroep RG 2.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
uNiet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid
direct in de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen
worden beschadigd.
uLampje vervangen (zie 6 Onderhoud) .
Bij omgevingstem‐
peraturen lager
dan 15 °C
wordt het appa‐
raat bij het rechter
zijwandvlak van
de koelruimte
plaatselijk licht
verwarmd.
Dat gebeurt bij deze functie auto‐
matisch.
uDit is normaal.
Storingen
* afhankelijk van model en uitvoering 13
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
uTemperatuurregelaar Fig. 3 (1) op 0 draaien.
8.2 Buiten werking stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen (zie 8 Uitzetten) .
uNetstekker eruit halen.
uApparaat reinigen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
uLaat de deuren een stukje open staan zodat er geen
onaangename geuren kunnen ontstaan.
9 Afvalverwijdering
9.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen. (zie 8.2 Buiten werking
stellen)
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
9.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Uitzetten
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Liebherr CUel 2331 Handleiding

Type
Handleiding