Liebherr UIK 1514 Comfort Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikshandleiding
Onderbouwkoelkast
20230503 7086642 - 01
UIK 1510/14
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht.......................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.................................................................. 3
1.4 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening*..... 3
1.5 EPREL-database*......................................................... 3
1.6 Energie sparen.............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controle-elementen......................... 5
3.2 Temperatuurweergave................................................ 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren.............................................. 5
4.2 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 5
4.3 Apparaat inschakelen.................................................. 6
5 Bediening............................................................... 6
5.1 Kinderbeveiliging......................................................... 6
5.2 Deuralarm...................................................................... 6
5.3 Koelgedeelte ................................................................ 6
5.4 Vriesvak*....................................................................... 7
6 Onderhoud............................................................. 8
6.1 Ontdooien...................................................................... 8
6.2 Apparaat reinigen......................................................... 9
6.3 Technische Dienst........................................................ 9
6.4 Energie-efficiëntieklasse verlichting*...................... 9
7 Storingen............................................................... 9
8 Uitzetten................................................................ 11
8.1 Apparaat uitschakelen................................................ 11
8.2 Buiten werking stellen................................................ 11
9 Afvalverwijdering.................................................. 11
9.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 11
9.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 12
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikke‐
ling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw
begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en
techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen,
de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen
a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen
zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten
van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Handelingsinstructies zijn gemarkeerd met een , hande‐
lingsresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
uLevensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
uPlateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedieningspaneel (7) LED-binnenverlichting*
(2) Vriesvak* (8) Groentebak in de uitspa‐
ring van de bodem
(3) Boter- en kaasvak (9) Stelpootjes voor- en
achteraan
(4) Flessenrek (10) Afvoer voor dooiwater
(5) Flessenhouder (11) Typeplaatje in de uitspa‐
ring van de bodem
(6) Plateaus, verplaats‐
baar
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet geschikt voor het
invriezen van levensmiddelen.*
Het apparaat is geschikt voor geïntegreerde
onderbouw.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet in ingebouwde toestand aan de geldende
veiligheidsvoorschriften en de desbetreffende richtlijnen.
Voor EU-
markt:
het apparaat voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU.
Voor GB-
markt:
het apparaat voldoet aan de Radio Equi‐
pment Regulations 2017 SI 2017 No. 1206.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
1.4 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening*
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.5 EPREL-database*
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.*
1.6 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
-Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.*
-Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is:
Apparaat ontdooien.*
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en over
handig hem aan een eventuele volgende eige‐
naar.*
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.*
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.*
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 3
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Als de voedingskabel beschadigd is, moet
deze door de fabrikant, zijn klantenservice
of een soortgelijk gekwalificeerd persoon
worden vervangen om gevaar als gevolg
van beschadiging te voorkomen.*
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat en
het vervangen van de netaansluiting mag
alleen worden uitgevoerd door de klanten‐
service of ander vakpersoneel dat hiervoor
is opgeleid.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding inbouwen,
aansluiten en afvoeren.
-Het apparaat alleen in ingebouwde
toestand in gebruik nemen.
-Speciale lichtbronnen, bijvoorbeeld leds op
het apparaat, zijn bedoeld als verlichting
van de binnenzijde van het apparaat en niet
als verlichting van de ruimte eromheen.*
Brandgevaar:
-Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk
maar ontvlambaar koelmiddel. Uitgelekt
koelmiddel kan ontbranden. Dit apparaat
mag alleen door geautoriseerde medewer
kers van de klantenservice worden onder
houden, anders kunnen gevaren ontstaan.
In Queensland MOET de geautoriseerde
servicemedewerker beschikken over een
werkvergunning voor gaswerkzaamheden
met koelmiddelen op koolwaterstofbasis
om onderhouds- of reparatiewerkzaam‐
heden uit te voeren waarbij het gassysteem
wordt geopend of gevuld.*
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-WAARSCHUWING: ventilatieopeningen in
het apparaathuis of in het inbouwhuis niet
afsluiten.*
-WAARSCHUWING: voor het versnellen van
het ontdooiproces mogen geen andere
mechanische hulpmiddelen of andere
middelen worden gebruikt dan door de
fabrikant aanbevolen.*
-WAARSCHUWING: koudemiddelcircuit niet
beschadigen.*
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
-IJs, waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk
en niet te koud eten.*
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 2
(1) Toets On/Off (6) Symbool Menu
(2) Toets SuperCool (7) Symbool SuperCool
(3) Insteltoets (8) Symbool Alarm
(4) Toets Alarm (9) Symbool Kinderbeveili‐
ging
(5) Temperatuurdisplay
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
-en de ingestelde koeltemperatuur weergegeven
De temperatuurweergave knippert:
-de temperatuurinstelling wordt veranderd;
De volgende weergaven wijzen op een storing. De
mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen:
(zie 7 Storingen) .
-F0 tot F9
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
uHet apparaat verpakt transporteren.
uHet apparaat rechtop transporteren.
uHet apparaat niet in uw eentje transporteren.
4.2 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
uKinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-Golfkarton/karton
-Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-Folies en zakken uit polyetheen
-Spanbanden uit polypropeen
-Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly
ethyleen*
Bedienings- en controle-elementen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
uBreng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inza‐
melpunt.
4.3 Apparaat inschakelen
uOpen de deur.
uAan/uit-toets Fig. 2 (1) indrukken.
wHet temperatuurdisplay licht op. Het apparaat
is ingeschakeld.
wWanneer op het display „DEMO” wordt aange‐
geven, is de demonstratiemodus geactiveerd.
U kunt contact opnemen met de Technische
Dienst.
5 Bediening
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat
kinderen bij het spelen het apparaat niet onbe‐
doeld uitschakelen.
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
Instelmodus activeren:
uToets SuperCool Fig. 2 (2) ca. 5 seconden indrukken.
wOp de display wordt het symbool Menu Fig. 2 (6) weerge‐
geven.
wOp de display knippert c.
Moet de functie worden ingeschakeld:
uMet de toets SuperCool Fig. 2 (2) kort beves‐
tigen.
wOp het display wordt c1 weergegeven.
uMet de toets SuperCool Fig. 2 (2) kort beves‐
tigen.
wHet symbool Kinderbeveiliging Fig. 2 (9) op de
display gaat branden.
wOp de display knippert c.
wDe functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Wanneer de functie moet worden uitgeschakeld:
uMet de toets SuperCool Fig. 2 (2) kort beves‐
tigen.
wOp het display wordt c0 weergegeven.
uMet de toets SuperCool Fig. 2 (2) kort beves‐
tigen.
wOp het display knippert c .
wDe functie Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Instelmodus beëindigen:
uDe toets On/Off Fig. 2 (1) kort indrukken.
wOp de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
weergegeven.
5.2 Deuralarm
Voor koelgedeelte
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de
deur wordt gesloten.
5.2.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitge‐
schakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
uToets Alarm Fig. 2 (4) indrukken.
wHet akoestisch alarm gaat uit.
5.3 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte
ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct
boven de groentelades en tegen de achterkant is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.3.1 Levensmiddelen koelen
Vlak boven de groenteschuifladen en aan de achterwand is
het het koudste. In de bovenste voorste zone en in de deur
is de temperatuur het hoogst.*
uLicht bederfelijke levensmiddelen zoals klaargemaakte
maaltijden, vleeswaren en worsten in de koudste zone
opslaan. In het bovenste bereik en in de deur boter
en conservenblikken neerzetten. (zie 1 Het apparaat in
vogelvlucht)
uVoor het inpakken herbruikbare kunststof, metalen,
aluminium of glazen bakken en vershoudfolie gebruiken.
uRauw vlees of vis altijd in schone, afgesloten bakjes op
de onderste plank van het koelgedeelte bewaren, zodat
ze niet in contact komen met ander voedsel en er geen
vloeistof van vlees of vis op ander voedsel kan druipen.
uLevensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in
gesloten reservoirs of afgedekt bewaren.
uLevensmiddelen niet te dicht opslaan, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.3.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-hoe vaak de deur wordt geopend
-de duur van het openen van de deur
-de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C*
In het vriesvak ontstaat dan een gemiddelde temperatuur
van ca. -18 °C .*
De Temperatuur kan doorlopend gewijzigd worden. Is de
instelling 2 °C bereikt, wordt weer met 9 °C begonnen.
uTemperatuurfunctie oproepen: Druk de instel‐
toets Fig. 2 (3) in.
wOp het temperatuurdisplay wordt de tot
nog toe ingestelde waarde knipperend aange‐
geven.
uTemperatuur in 1 °C stappen wijzigen: Druk de
insteltoets Fig. 2 (3) net zo vaak in, totdat de
gewenste temperatuur op het temperatuur
display oplicht.
uTemperatuur doorlopend veranderen: instel
toets ingedrukt houden.
wTijdens het instellen wordt de waarde knippe‐
rend weergegeven.
wCa. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en
de ingestelde temperatuur weer aangegeven. De tempe‐
ratuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de
nieuwe instelling aan.
5.3.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u naar het hoogste afkoel‐
vermogen. Hiermee worden lagere temperaturen
bereikt:
-in het koelgedeelte
-in het vriesvak*
Gebruik SuperCool om grote hoeveelheden levens‐
middelen snel te koelen.
Bediening
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Wanneer u levensmiddelen wilt invriezen, dient u SuperCool
in te schakelen wanneer u de producten in het apparaat
legt.*
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk
luider zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
SuperCool inschakelen
uToets SuperCool Fig. 2 (2) kort indrukken.
wHet symbool SuperCool Fig. 2 (7) brandt op het display.
wDe koeltemperatuur daalt naar de koudste waarde.
wSuperCool is ingeschakeld.
wSuperCool schakelt automatisch uit. Het apparaat werkt
in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
uToets SuperCool Fig. 2 (2) kort indrukken.
wHet symbool SuperCool Fig. 2 (7) in de display gaat uit.
wSuperCool is uitgeschakeld.
5.3.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 3
uTil het plateau op en trek het er naar voren toe uit.
uDraagplateau inschuiven, met de aanslagrand aan de
achterzijde en naar boven toe wijzend.
wDe levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
Draagplateaus demonteren
uDe draagplateaus
kunnen voor het
reinigen gedemonteerd
worden.
5.3.5 Opbergvakken
Opbergvakken verwijderen.
Fig. 4
Opbergvakken demonteren
Fig. 5
uDe opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.3.6 Flessenhouder gebruiken
uOm ervoor te zorgen dat
de flessen niet omvallen,
moet de flessenhouder
worden verschoven.
5.3.7 Eierhouder
De eierhouder kan eruit getrokken worden en is draaibaar.
De beide delen van de eierhouder kunnen bijvoorbeeld
worden gebruikt om verschillen qua aankoopdatum aan te
geven.
uGebruik de bovenste zijde voor de opslag van kippenei‐
eren.
uGebruik de onderste zijde voor de opslag van kwartelei‐
eren.
5.4 Vriesvak*
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C
en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen
meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse
levensmiddelen invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermo‐
meter of andere meetapparatuur, kan schommelen.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 7
5.4.1 Vriesvak openen
Fig. 6
Om het vriesvak te openen moet u de greep naar boven
drukken en dan het deurtje van het vriesvak naar voren
trekken.
Bij het sluiten van het vriesvak op de greep drukken om het
correct vastklikken van de sluiting te waarborgen.
5.4.2 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1 Het apparaat
in vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aange‐
geven.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
uFlessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u4 uur vóór het invriezen SuperCool inschakelen en de
temperatuur op 4 °C of kouder instellen.
uNa het invriezen kan de temperatuur weer worden terug‐
gezet en SuperCool worden uitgeschakeld.
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door
ingevroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per
verpakking niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg
uLevensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken
kunststof, metalen of aluminium bakjes in porties
verpakken.
5.4.3 Bewaartijden
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vette vis 2 tot 6 maanden
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Magere vis 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Pluimgedierte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.4.4 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
uNeem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
uOntdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzonde‐
ring weer invriezen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels maar ook een dunne rijp- of
ijslaag op de achterkant zijn functioneel en derhalve
volledig normaal.
uAfvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater
kan weglopen. (zie 6.2 Apparaat reinigen)
6.1.2 Vriesvak ontdooien*
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt
sneller gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of
indien de ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke
ijslaag doet echter het energieverbruik stijgen. Daarom moet
u het apparaat regelmatig ontdooien.
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!
Verwondingen en beschadigingen.
uOm het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
uGebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar
mings- of stoomreinigingsapparaten, open vuur of
ontdooisprays.
uIJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
uApparaat uitschakelen.
wDe temperatuurdisplay gaat uit.
wAls de temperatuurdisplay niet uitgaat, is de kinderbevei‐
liging ingeschakeld. (zie 5.1 Kinderbeveiliging) .
uNetstekker uit het stopcontact halen.
uWikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
deken en bewaar de producten op een koele plek.
uLaat de deur van het vak en van het apparaat open
tijdens het ontdooien.
uLosgeraakte ijsstukken uitnemen.
uLet erop, dat er geen dooiwater in de ombouw loopt.
uIndien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met
een spons of doek.
uHet vak reinigen. (zie 6.2 Apparaat reinigen)
Onderhoud
8 * afhankelijk van model en uitvoering
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
uGebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
uGebruik geen schurende of krassende sponsjes of
staalwol.
uGeen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
uGebruik geen chemische oplosmiddelen.
uBeschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Techni‐
sche Dienst.
uKabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
uLaat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie‐
roosters en elektrische delen terecht komen.
uGebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
uGebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen
levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhouds‐
producten.
uApparaat uitruimen.
uTrek de stekker uit.
uLuchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
wStof verhoogt het energieverbruik.
uUit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw‐
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
uAfvoeropening reinigen: afzet‐
tingen met een dun hulpmiddel,
bijv. een wattenstaafje verwijderen.
uDe meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
uDe laden met lauw water en een beetje afwasmiddel
handmatig reinigen.
uDe overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
worden gereinigd.
Na het reinigen:
uApparaat en onderdelen droogwrijven.
uApparaat weer aansluiten en inschakelen.
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
ude levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen
(zie 7 Storingen) . Als dit niet het geval is, dient u contact
op te nemen met de klantenservice. Het adres vindt u in
bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 6 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
uApparaataanduiding
Fig. 7 (1), servi‐
cenr. Fig. 7 (2) en
serienr. Fig. 7 (3)
van het typeplaatje
aflezen. Het type‐
plaatje bevindt zich
aan de linkerkant
binnen in het appa‐
raat.
Fig. 7
uContact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding Fig. 7 (1), servicenr.
Fig. 7 (2) en serienr. Fig. 7 (3) mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uHet apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
wDe levensmiddelen blijven langer koel.
uTrek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
6.4 Energie-efficiëntieklasse verlich‐
ting*
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een lichtbron met energie-
efficiëntieklasse G
Led
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren
of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In
dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantie‐
periode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf
verhelpen:
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
Storingen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat func‐
tioneert niet. De stekker zit niet goed in het stop‐
contact.
uStekker controleren.
De zekering van het stopcontact is
niet in orde.
uZekering controleren.
De compressor
blijft lopen.
De compressor schakelt bij een
verminderde koudebehoefte over
op een lager toerental. Hoewel de
looptijd daardoor langer is, wordt
energie bespaard.
uDat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperCool is ingeschakeld. uOm de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder
aan de achter‐
kant van het
apparaat (bij de
compressor) knip‐
pert regelmatig om
de 5 seconden*.
Het betreft een storing. uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder
houd) .
Geluiden zijn te
luid.
Toerentalgeregelde* compressoren
kunnen naar aanleiding van
de verschillende draaisnelheden
verschillende geluiden veroor
zaken.
uHet geluid is normaal.
Een borrelen en
klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel,
dat door het koelcircuit stroomt.
uHet geluid is normaal.
Een zacht klikken Het geluid ontstaat bij het automa‐
tisch in- en uitschakelen van het
koelaggregaat (de motor).
uHet geluid is normaal.
Een brommend
geluid. Kan
voor korte tijd
iets luider zijn,
wanneer het
koelaggregaat (de
motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw
opgeslagen levensmiddelen of
na lang geopende deur wordt
het koelvermogen automatisch
verhoogd.
uHet geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uOplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat)
Een lage bromtoon. Het geluid ontstaat door luchtstro‐
mingsgeluiden van de ventilator.
uHet geluid is normaal.
Trilgeluiden Het apparaat staat niet vast op de
vloer. Daardoor gaan voorwerpen
en meubels in de buurt van het
lopende koelaggregaat trillen.
uDe inbouw controleren en eventueel het apparaat
opnieuw uitlijnen.
uFlessen en bakken uit elkaar drukken.
Een stromingsge‐
luid aan de sluit‐
demper.
Het geluid ontstaat bij het openen
en sluiten van de deur.
uHet geluid is normaal.
In de tempera‐
tuurdisplay wordt
aangegeven: F0 tot
F9
Het betreft een storing. uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder
houd) .
In de tempera‐
tuurdisplay brandt
DEMO.
De demonstratie-modus is geacti‐
veerd.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder
houd) .
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelmiddelcir
cuit wordt gebruikt om condens‐
water te voorkomen.
uDit is normaal.
De deur is niet goed gesloten. uDeur van het apparaat sluiten.
Storingen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
Temperatuur is
niet laag genoeg. Niet voldoende be- en ontluchting. uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uOplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Techni‐
sche Dienst (zie 6 Onderhoud) .
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het apparaat werd niet juist in de
nis ingebouwd.
uControleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
goed sluit.
De binnenverlich‐
ting brandt niet.*
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min.
open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende
deur na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de
afdekking is beschadigd: WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
uLED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische
Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen
of repareren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met
risicogroep RG 2.
Als de afdekkap defect is:
uNiet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uNeem contact op met de technische dienst (zie 6 Onder
houd) :
Het apparaat
is bevroren of
er vormt zich
condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf
zijn weggegleden.
uDe deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
sleuf.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
uToets On/Off Fig. 2 (1) indrukken, totdat het display
donker wordt. Toets loslaten.
wWanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is
de kinderbeveiliging actief (zie 5.1 Kinderbeveiliging) .
8.2 Buiten werking stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen (zie 8 Uitzetten) .
uNetstekker eruit halen.
uApparaat reinigen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
uLaat de deuren een stukje open staan zodat er geen
onaangename geuren kunnen ontstaan.
9 Afvalverwijdering
9.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Uitzetten
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen. (zie 8.2 Buiten werking
stellen)
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
9.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland:* U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.*
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Afvalverwijdering
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Liebherr UIK 1514 Comfort Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor