Nikon D5600 Referentie gids

Type
Referentie gids
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera
gebruikt.
Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet
niet “Voor uw Veiligheid” te lezen (pagina xiii).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een
gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
Your images. The world. Connected
Welkom bij SnapBridge — de nieuwe servicesfamilie van Nikon om uw
beeldervaring te verrijken. SnapBridge elimineert de barrière tussen uw
camera en compatibel smartapparaat, door middel van een combinatie
van Bluetooth® lage energie (BLE)-technologie en een speciale app. De
verhalen die u met uw Nikon-camera en objectieven vastlegt, worden
tijdens het maken automatisch naar het apparaat overgezet. Ze kunnen
zelfs moeiteloos naar cloud-opslagservices worden geüpload, zodat
toegang tot al uw apparaten mogelijk is. U kunt uw enthousiasme delen,
wanneer en waar u maar wilt.
Download de app SnapBridge en ga aan de slag!
Profiteer van het uitgebreide gebruiksgemak
door de SnapBridge app nu naar uw
smartapparaat te downloaden. Door middel
van enkele simpele stappen verbindt deze
app uw Nikon-camera met een compatibele
iPhone®, iPad® en/of iPod touch® of
smartapparaten die het besturingssysteem
Android™ gebruiken. SnapBridge is gratis
beschikbaar in de Apple App Store®, via
Google Play™ en via de volgende website:
http://snapbridge.nikon.com
Voor de meest recente informatie over
SnapBridge, bezoek de Nikon-website voor uw regio (0 xxi).
D5600 Model Name: N1538
i
De spannende beeldervaring die SnapBridge biedt…
Een reeks services die uw beeldbeleving verrijkt, inclusief:
Camera-afstandsbediening
Afdrukken van maximaal twee delen
aftitelingsinformatie (bijv. copyright,
commentaar, tekst en logo’s) op foto’s
Automatische update van datum- en
tijdinformatie van de camera en locatie-
informatie
Ontvang firmware-updates voor de camera
Automatische foto-overdracht van camera naar
smartapparaat dankzij de constante verbinding
tussen de twee apparaten — zo wordt online delen
van foto’s gemakkelijker dan ooit tevoren
Uploaden van foto's en miniatuurafbeeldingen naar
de cloudservice van NIKON IMAGE SPACE
ii
Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de
camera optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats
waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen.
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
In de cameramonitor weergegeven menu-items, opties en berichten worden
vetgedrukt getoond.
Camera-instellingen
De uitleg in deze handleiding gaat er steeds van uit dat de
standaardinstellingen worden gebruikt.
D
Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die
moet worden gelezen voor gebruik om schade aan de
camera te vermijden.
A
Dit pictogram staat bij opmerkingen; lees deze informatie
voordat u de camera gebruikt.
0
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s
in deze handleiding.
Nikon Manual Viewer 2
Installeer de app Nikon Manual Viewer 2 op uw smartphone of
tablet om digitale camerahandleidingen van Nikon overal en altijd
te bekijken. Nikon Manual Viewer 2 kan gratis worden
gedownload in de App Store en via Google Play. Downloaden van
de app en alle andere producthandleidingen vereist een
internetverbinding, waarvoor kosten in rekening kunnen worden
gebracht door uw telefoon- of internetprovider.
A Voor uw veiligheid
Lees voordat u de camera voor het eerst gebruikt de veiligheidsinstructies
in “Voor uw veiligheid” (0 xiii–xvi).
iii
Voor uw veiligheid .......................................................................... xiii
Kennisgevingen .............................................................................. xvii
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloos LAN)........................................... xxii
Inleiding 1
Kennismaking met de camera ......................................................... 1
De camerabody ............................................................................................ 1
De standknop ................................................................................................ 4
De zoeker ........................................................................................................ 5
De R (Informatie)-knop ............................................................................ 6
De P-knop..................................................................................................... 12
De monitor......................................................................................... 13
Het aanraakscherm gebruiken.............................................................. 15
Aanraakfotografie...................................................................................... 17
Foto’s bekijken............................................................................................ 23
De menu’s gebruiken ............................................................................... 25
Eerste stappen 26
De camerariem bevestigen .................................................................... 26
Laad de accu op.......................................................................................... 26
Plaats de accu en een geheugenkaart ............................................... 27
Open de monitor........................................................................................ 29
Bevestig een objectief.............................................................................. 30
Camera instellen......................................................................................... 33
Stel de zoeker scherp................................................................................ 41
Tutorial 42
Cameramenu’s: Een overzicht........................................................ 42
Het accuniveau en het aantal resterende opnamen ................. 46
Inhoudsopgave
vi
Standen P, S, A en M 118
Sluitertijd en diafragma ................................................................ 118
Stand P (Automatisch programma).................................................. 119
Stand S (Sluitertijdvoorkeuze) ............................................................ 121
Stand A (Diafragmavoorkeuze) .......................................................... 122
Stand M (Handmatig)............................................................................. 123
Lange tijdopnamen (Alleen stand M)............................................... 125
Belichting ......................................................................................... 128
Lichtmeting............................................................................................... 128
Vergrendeling automatische belichting ........................................ 130
Belichtingscorrectie ............................................................................... 132
Flitscorrectie ............................................................................................. 134
Details behouden in hoge lichten en schaduwen.................... 136
Actieve D-Lighting.................................................................................. 136
High Dynamic Range (HDR) ................................................................ 138
Witbalans ......................................................................................... 140
Fijnafstelling witbalans......................................................................... 143
Handmatige voorinstelling ................................................................. 145
Bracketing........................................................................................ 151
Picture Controls .............................................................................. 155
Een Picture Control selecteren........................................................... 155
Picture Controls aanpassen................................................................. 157
Eigen Picture Controls creëren .......................................................... 161
vii
Films opnemen en bekijken 164
Films opnemen ............................................................................... 164
De P-knop .................................................................................................. 166
Filminstellingen ....................................................................................... 168
Time-lapse-films ............................................................................. 171
Films bekijken................................................................................. 176
Films bewerken .............................................................................. 178
Films bijsnijden ........................................................................................ 178
Geselecteerde beelden opslaan ........................................................ 182
Weergave en verwijderen 184
Schermvullende weergave........................................................... 184
Miniatuurweergave ................................................................................ 185
Kalenderweergave.................................................................................. 186
De P-knop .................................................................................................. 187
Foto-informatie .............................................................................. 188
Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave .......................... 196
Foto’s tegen wissen beveiligen ................................................... 200
Foto’s van een score voorzien ..................................................... 201
Individuele foto’s van een score voorzien...................................... 201
Meerdere foto’s van een score voorzien......................................... 202
Foto’s selecteren voor uploaden ................................................ 203
Individuele foto’s selecteren............................................................... 203
Meerdere foto’s selecteren .................................................................. 204
Foto’s wissen................................................................................... 205
Tijdens weergave .................................................................................... 205
Het weergavemenu................................................................................ 206
Diashows.......................................................................................... 208
Opties diashow ........................................................................................ 209
viii
Verbindingen 210
ViewNX-i installeren....................................................................... 210
Foto’s naar de computer kopiëren.............................................. 211
Foto’s afdrukken............................................................................. 214
De printer aansluiten............................................................................. 214
Foto’s één voor één afdrukken .......................................................... 215
Meerdere foto’s afdrukken .................................................................. 216
Foto’s op een televisie bekijken .................................................. 218
Cameramenu’s 220
D Het weergavemenu: Beelden beheren ........................................ 220
Weergavemenu-opties ......................................................................... 220
Weergavemap.................................................................................. 221
Weergaveopties............................................................................... 221
Controlebeeld .................................................................................. 221
Automatische beeldrotatie ......................................................... 222
Draai portret...................................................................................... 222
C Het opnamemenu: Opnameopties .............................................. 223
Opnamemenu-opties............................................................................ 223
Opnamemenu terugzetten ......................................................... 225
Opslagmap ........................................................................................ 225
Naamgeving bestanden............................................................... 227
NEF (RAW)-opname........................................................................ 227
ISO-gevoeligheid instellen .......................................................... 228
Kleurruimte........................................................................................ 230
Ruisonderdr. lange tijdopname................................................. 230
Hoge ISO-ruisonderdrukk. ........................................................... 231
Vignetteringscorrectie .................................................................. 231
Autom. vertekeningscorrectie.................................................... 232
Optische VR ....................................................................................... 232
ix
A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen........ 233
Persoonlijke instellingen ...................................................................... 234
Herstel pers. instellingen .............................................................. 235
a: Autofocus.......................................................................................... 235
a1: Selectie AF-C-prioriteit............................................................ 235
a2: Aantal scherpstelpunten ....................................................... 236
a3: Ingeb. AF-hulpverlichting...................................................... 237
a4: Afstandsmeter ........................................................................... 237
a5: Handm. scherpstelring in AF-st........................................... 238
b: Belichting.......................................................................................... 239
b1: Stapgrootte inst. belichting ................................................. 239
b2: ISO-weergave ............................................................................ 239
c: Timers/AE-vergrendeling ............................................................ 239
c1: AE-vergrend. ontspanknop................................................... 239
c2: Timers automatisch uit ........................................................... 240
c3: Zelfontspanner .......................................................................... 241
d: Opnemen/weergeven.................................................................. 241
d1: Belichtingsvertragingsstand ................................................ 241
d2: Opeenvolgende nummering............................................... 242
d3: Rasterweergave in zoeker..................................................... 243
d4: Datumstempel .......................................................................... 243
d5: Aanduidingen omkeren......................................................... 245
e: Bracketing/flits................................................................................ 246
e1: Flitserregeling ingeb. flitser/Optionele flitser................ 246
e2: Inst. voor autom. bracketing ................................................ 251
f: Bediening........................................................................................... 252
f1: Fn-knop toewijzen .................................................................... 252
f2: AE-L/AF-L-knop toewijzen ..................................................... 254
f3: Aanraak-Fn toewijzen.............................................................. 255
f4: Rotatie instelschijf omkeren.................................................. 256
x
B Het setup-menu: Camera-instellingen............................................ 257
Setup-menu-opties ................................................................................ 257
Geheugenkaart formatteren....................................................... 259
Beeldcommentaar .......................................................................... 260
Copyrightinformatie ...................................................................... 261
Tijdzone en datum.......................................................................... 262
Taal (Language) ............................................................................... 262
Signaalopties .................................................................................... 263
Aanraakbediening .......................................................................... 263
Monitorhelderheid ......................................................................... 263
Indeling informatiescherm.......................................................... 264
Automatisch informatiescherm................................................. 265
Informatiescherm automat. uit.................................................. 265
Stof-referentiefoto.......................................................................... 266
Flikkerreductie ................................................................................. 268
Ontspannen bij geen kaart.......................................................... 268
Locatiegegevens ............................................................................. 269
Afstandsbediening ......................................................................... 270
Vliegtuigmodus ............................................................................... 271
Verbinden met smartapparaat................................................... 271
Verzenden n. smartapp. (autom.).............................................. 272
Wi-Fi ..................................................................................................... 272
Bluetooth ........................................................................................... 273
Uploaden via Eye-Fi........................................................................ 274
Conformiteitsmarkering............................................................... 276
Firmwareversie................................................................................. 276
xi
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken ................. 277
Retoucheermenu-opties....................................................................... 277
Geretoucheerde kopieën maken....................................................... 278
NEF (RAW)-verwerking .................................................................. 280
Bijsnijden ............................................................................................ 282
Formaat wijzigen............................................................................. 283
D-Lighting .......................................................................................... 285
Snel retoucheren ............................................................................. 286
Rode-ogencorrectie........................................................................ 286
Rechtzetten ....................................................................................... 287
Vertekeningscorrectie.................................................................... 287
Perspectiefcorrectie........................................................................ 288
Fisheye................................................................................................. 288
Filtereffecten..................................................................................... 289
Monochroom.................................................................................... 290
Beeld-op-beeld................................................................................. 291
Lijntekening....................................................................................... 293
Foto-illustratie .................................................................................. 294
Kleurenschets.................................................................................... 294
Miniatuureffect................................................................................. 295
Selectieve kleur ................................................................................ 296
Schilderij ............................................................................................. 298
Vergelijken ......................................................................................... 298
m Recente Instellingen/O Mijn Menu........................................ 300
Een menu kiezen ..................................................................................... 300
m Recente Instellingen ......................................................................... 301
O Mijn Menu............................................................................................. 301
xii
Technische opmerkingen 305
Compatibele objectieven.............................................................. 305
Compatibele CPU-objectieven .......................................................... 305
Compatibele objectieven zonder CPU............................................ 308
Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) ...................... 315
Overige accessoires........................................................................ 321
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen ............ 325
Behandeling van uw camera ........................................................ 327
Opslag ......................................................................................................... 327
Reinigen ..................................................................................................... 327
Reiniging van de beeldsensor............................................................ 328
Onderhoud van camera en accu: Waarschuwingen ................ 333
Beschikbare instellingen............................................................... 338
Problemen oplossen ...................................................................... 340
Accu/weergave........................................................................................ 340
Opname (Alle standen)......................................................................... 341
Opname (P, S, A, M) .................................................................................. 345
Weergave................................................................................................... 346
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloze netwerken)................................... 348
Overige ....................................................................................................... 348
Foutmeldingen ............................................................................... 349
Specificaties..................................................................................... 356
AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR-objectieven.......... 369
AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED VR- en
AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED-
objectieven ................................................................................ 375
AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR-
objectieven ................................................................................ 380
Capaciteit geheugenkaart ............................................................ 387
Gebruiksduur van de batterij....................................................... 388
Index ................................................................................................. 390
xiii
Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees
“Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken.
Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze
kan lezen.
Voor uw veiligheid
GEVAAR: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd
met dit pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen,
gemarkeerd met dit pictogram, kan de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
LET OP: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd
met dit pictogram, kan letsel of schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruik niet tijdens het lopen of het bedienen van een motorvoertuig.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken of ander letsel
veroorzaken.
Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne delen aan
die worden blootgesteld als gevolg van een val of ander ongeluk.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan een elektrische schok of
ander letsel tot gevolg hebben.
Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het produceren van
rook, hitte of ongebruikelijke geuren, ontkoppel dan onmiddellijk de accu
of voedingsbron.
Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Houd droog. Niet met natte handen vastpakken. Pak de stekker niet met
natte handen vast.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Laat uw huid niet langdurig in contact komen met dit product terwijl deze
in en uit het stopcontact wordt gehaald.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof of gas
zoals propaan, benzine of spuitbussen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een explosie of brand tot
gevolg hebben.
xiv
Kijk niet rechtstreeks in de zon of andere felle lichtbronnen door middel
van het objectief of camera.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beperkt
gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Richt de flitser of AF-hulpverlichting niet op de bestuurder van een motorvoertuig.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg
hebben.
Houd dit product uit de buurt van kinderen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan
het product tot gevolg hebben. Merk bovendien op dat kleine onderdelen
verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind onderdelen van dit product inslikken,
zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Wikkel, draai en raak niet verstrikt in de riemen om uw nek.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg
hebben.
Gebruik geen accu’s, laders of lichtnetadapters die niet specifiek zijn
bedoeld voor gebruik met dit product. Bij het gebruik van accu’s, laders en
lichtnetadapters die bedoeld zijn voor gebruik met dit product, ga geen:
- Snoeren of kabels beschadigen, aanpassen, met overmatige kracht
trekken aan of buigen van kabels of ze onder zware voorwerpen plaatsen
of ze blootstellen aan hitte of vlammen.
- Reisadapters of adapters gebruiken die speciaal ontworpen zijn om van
de ene spanning naar een andere spanning over te schakelen, of met DC-
naar-AC-omvormers.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak de stekker niet vast tijdens het opladen van het product of gebruik van
de lichtnetadapter tijdens onweersbuien.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Pak niet met blote handen vast op plaatsen die worden blootgesteld aan
extreem hoge en lage temperaturen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden of
bevriezingsverschijnselen tot gevolg hebben.
LET OP
Laat het objectief niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen gericht.
Licht dat wordt geconvergeerd door het objectief kan brand of schade aan de
interne onderdelen van het product veroorzaken. Houd de zon goed buiten beeld
bij het fotograferen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht geconvergeerd in de
camera wanneer de zon zich dicht bij het beeld bevindt, kan brand veroorzaken.
xv
Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel
draadloze functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
verboden is.
De radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen interfereren
met apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische
faciliteiten.
Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd
geen gebruik wordt gemaakt van dit product.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan
het product tot gevolg hebben.
Raak geen bewegende delen van het objectief of andere bewegende delen aan.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben.
Laat de flitser niet flitsen terwijl deze in contact is met of zich nabij de huid
of voorwerpen bevindt.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden of brand
tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd wordt
blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto
of in direct zonlicht.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan
het product tot gevolg hebben.
GEVAAR (Accu’s)
Voorkom onjuist gebruik van accu’s.
Het niet in acht nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen
dat de accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
- Gebruik uitsluitend oplaadbare accu’s die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
- Stel accu’s niet bloot aan vlammen of extreme hitte.
- Haal niet uit elkaar.
- Sluit de aansluitingen niet kort door ze in aanraking te laten komen met
kettingen, haarspelden of andere metalen voorwerpen.
- Stel accu’s of de producten waarin ze worden geplaatst, niet bloot aan
krachtige fysieke schokken.
Probeer EN-EL14a oplaadbare accu’s niet op te laden met behulp van laders
die niet specifiek bedoeld zijn voor dit doel.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de
accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als accuvloeistof in aanraking komt met de ogen, spoel dan met veel
schoon water en zoek onmiddellijk medische hulp.
Het uitstellen van deze handeling kan oogletsel tot gevolg hebben.
xvi
WAARSCHUWING (Accu’s)
Houd accu’s buiten bereik van kinderen.
Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Dompel accu’s niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan
het product tot gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek
of gelijkwaardig voorwerp, mocht deze nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de accu’s
opmerkt, zoals verkleuring en vervorming. Stop met het opladen van
EN-EL14a oplaadbare accu’s als ze niet binnen de opgegeven tijdsduur
worden opgeladen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen dat de
accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Isoleer de accupolen met tape alvorens deze weg te gooien.
Oververhitting, scheuren of brand kan het gevolg zijn indien metalen voorwerpen in
aanraking komen met de aansluiting. Recycle of gooi accu’s weg overeenkomstig de
lokale voorschriften.
Als accuvloeistof in aanraking komt met iemand zijn huid of kleding, spoel
het getroffen gebied dan onmiddellijk met veel schoon water.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan huidirritatie tot gevolg
hebben.
xvii
Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor het
uiterlijk en de specificaties van de
hardware en software die in deze
handleidingen worden beschreven op
elk moment te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikon-
vertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
Kennisgevingen voor klanten in Europa
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en
elektronische apparaten via
gescheiden inzameling
moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi niet samen met
het huishoudelijk afval weg.
Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu die
kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij/
accu duidt aan dat de
batterij/accu afzonderlijk
moet worden ingezameld.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Alle batterijen/accu’s, al dan niet
voorzien van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op
een geschikt inzamelpunt. Gooi dit
product niet weg als huishoudafval.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Kennisgevingen
WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS ACCU WORDT VERVANGEN VOOR
EEN ONJUIST TYPE. VOER ACCU’S AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
xviii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld,
munten, waardepapieren of obligaties
van (plaatselijke) overheden, zelfs niet
als dergelijke kopieën of reproducties
worden voorzien van een stempel
“Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door
de overheid uitgegeven postzegels en
gecertificeerde wettelijke documenten
is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
Auteursrechten
Onder de wet op het auteursrecht
kunnen foto’s en opnamen van
auteursrechtelijk beschermd werk
gemaakt met de camera niet worden
gebruikt zonder toestemming van de
auteursrechthebbende. Uitzonderingen
zijn van toepassing op persoonlijk
gebruik, maar houd er rekening mee dat
zelfs persoonlijk gebruik aan
beperkingen onderhevig kan zijn in het
geval van foto’s of opnamen van
tentoonstellingen of live-optredens.
xix
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia
formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat
misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is
zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis, voordat een gegevensopslagapparaat wordt weggegooid of het eigendom
wordt overgedragen aan een ander persoon, alle gegevens met behulp van
speciale verwijderingssoftware, of formatteer het apparaat en vul het vervolgens
met beelden die geen persoonlijke informatie (bijvoorbeeld foto’s van de lucht)
bevatten. Vergeet bovendien niet alle foto’s te vervangen die voor handmatige
voorinstelling zijn geselecteerd (
0
149). Voor het weggooien van de camera of
het overdragen van het eigendom aan een ander persoon, moet u ook de optie
Wi-Fi
>
Verbindingsinstellingen herstellen
(
0
272) in het camera-
instellingenmenu gebruiken om alle persoonlijke netwerkinformatie te wissen.
Neem de nodige voorzichtigheid in acht bij het fysiek vernietigen van
gegevensopslagapparaten zodat letsel wordt voorkomen.
AVC Patent Portfolio License
DIT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET
PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN
OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE
DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE
EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER
EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF
GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. VOOR MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG
LA, L.L.C. Z
IE http://www.mpegla.com
xx
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe
elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, accu’s, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon
speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om
binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen
te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-
garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van
andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische
zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of
ertoe leiden dat de accu’s oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
xxi
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik
met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan
de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN
NIET-ORIGINELE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN
UW GARANTIE DOEN VERVALLEN.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van
het product.
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met
het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is
voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende
sites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites om up-to-date te blijven met de nieuwste
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en
algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende
informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw
land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
xxii
Dit product valt onder de United States Export Administration Regulations (EAR).
Toestemming van de regering van de Verenigde Staten is niet vereist voor export
naar andere landen dan de hier vermelde landen waarvoor op het moment van
schrijven een embargo of speciale controles gelden: Cuba, Iran, Noord-Korea,
Soedan en Syrië (lijst onderhevig aan veranderingen).
Het gebruik van draadloze apparaten kan verboden zijn in sommige landen of
regio’s. Neem contact op met een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger alvorens gebruik te maken van de draadloze functies
van dit product buiten het land van aankoop.
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloos LAN)
xxiii
Kennisgevingen voor klanten in Europa
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat het radioapparatuurtype
D5600 overeenkomt met Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op
het volgende internetadres:
http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_D5600.pdf.
Beveiliging
Hoewel één van de voordelen van dit product is dat anderen vrijelijk verbinding
kunnen maken om overal draadloze gegevens uit te wisselen binnen het
betreffende bereik, kan het volgende zich voordoen als de beveiliging niet is
ingeschakeld:
Gegevensdiefstal: Kwaadwillige personen kunnen draadloze transmissies
onderscheppen om gebruiker-id’s, wachtwoorden en ander persoonlijke
informatie te stelen.
Onbevoegde toegang: Onbevoegde gebruikers kunnen toegang krijgen tot het
netwerk en gegevens wijzigen of andere kwaadwillige acties uitvoeren. Door het
ontwerp van draadloze netwerken kunnen gespecialiseerde aanvallen
onbevoegde toegang mogelijk maken, zelfs wanneer de beveiliging is
ingeschakeld.
Onbeveiligde netwerken: Verbinding maken met open netwerken kan leiden tot
ongeautoriseerde toegang. Gebruik alleen beveiligde netwerken.
xxiv
1Inleiding
Inleiding
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningen en
weergaveschermen van de camera. Leg eventueel een
boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt
terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.
De camerabody
Kennismaking met de camera
14
12
13
1516
8
9
11
10
18
67
3
4
5
2
1
17
1
AF-hulpverlichting................... 85, 237
Zelfontspannerlampje..................... 80
Lampje rode-ogenreductie
................................................... 102, 104
2
Hoofdschakelaar .........................34, 39
3
Ontspanknop ..................................... 52
4
E/N-knop...................... 124, 132, 134
5
Filmopnameknop ........................... 165
6
Livebeeldschakelaar................ 47, 164
7
Standknop .............................................4
8
Ingebouwde flitser ......................... 101
9
M/Y-knop..................... 101, 103, 134
10
Oogjes voor camerariem .................26
11
Fn-knop ............................................. 252
12
Bevestigingsmarkering ....................30
13
Objectiefontgrendeling ...................31
14
I/E-knop..................... 75, 76, 78, 79
15
Spiegel............................................... 330
16
Objectiefvatting ..........................30, 96
17
CPU-contacten
18
Bodydop......................................30, 323
2 Inleiding
29
30
31
28
27
26
20 2119
22 23 24
25
19
Stereomicrofoon ............................. 169
20
Accessoireschoen (voor optionele
flitsers).............................................. 315
21
Oogsensor ....................................8, 265
22
R (informatie)-knop .............6, 9, 115
23
Instelschijf
24
A/L-knop.............94, 130, 200, 254
25
Deksel aansluitingen
26
G-knop..........................42, 115, 220
27
Luidspreker
28
Filmvlakmarkering (E)....................96
29
USB-aansluiting ..................... 211, 214
30
Aansluiting voor externe microfoon
..........................................................170
31
Accessoire-aansluiting .................. 324
D Sluit het deksel van de aansluitingen
Sluit het deksel van de aansluitingen wanneer de aansluitingen niet in
gebruik zijn. Vuil in de aansluitingen kan de gegevensoverdracht verstoren.
D De luidspreker
Plaats de luidspreker niet in de buurt van magnetische apparaten. Het niet
in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de opgenomen gegevens
op de magnetische apparaten beïnvloeden.
3Inleiding
32
47
33 34 35
36
37
39
40
38
414244 43
51
50
49
48
46
45
32
Zoekeroculair .......................... 5, 41, 80
33
Dioptrieregelaar ................................ 41
34
K-knop...................................... 56, 184
35
P-knop............................... 12, 166, 187
36
Multi-selector........................ 34, 39, 43
37
J (OK)-knop......................... 34, 39, 43
38
N-Mark (NFC-antenne) .................... 35
39
O-knop ....................................... 57, 205
40
Toegangslampje geheugenkaart
.............................................................. 51
41
Ontgrendeling deksel batterijvak
...............................................27, 28, 325
42
Deksel van het batterijvak
...............................................27, 28, 325
43
W/Q-knop........................43, 185, 196
44
X-knop..................................... 185, 196
45
Statiefaansluiting
46
Kantelbare monitor
........................13, 15, 47, 56, 184, 255
47
Rubberen oogschelp ........................80
48
Deksel HDMI-aansluitingen ......... 218
49
Deksel geheugenkaartsleuf ..... 27, 28
50
Afdekking van de stroomaansluiting
voor optionele stroomaansluiting
........................................................... 325
51
Batterijvergrendeling ....... 27, 28, 325
4 Inleiding
De standknop
De camera biedt u de keuze uit de
volgende opnamestanden.
Standen P, S, A en M:
PAutomatisch programma (0 119)
SSluitertijdvoorkeuze (0 121)
ADiafragmavoorkeuze (0 122)
MHandmatig (0 123)
Stand speciale effecten (0 65)
Automatische standen:
i Automatisch (0 47)
j Automatisch (flitser uit) (0 47)
Onderwerpstanden (0 58)
5Inleiding
De zoeker
Opmerking: Alle aanduidingen in de
weergave branden voor illustratieve
doeleinden.
7
12
3
4
5
6
8
1816
19
2120
11 12 149
17
10 1513
1
Raster (weergegeven wanneer Aan
is geselecteerd voor Persoonlijke
instelling d3, Rasterweergave in
zoeker) ........................................... 243
2
Scherpstelpunten ..............50, 90, 236
3
AF-veldhaakjes ............................41, 49
4
Waarschuwing lage accuspanning
.............................................................. 46
5
Monochroomaanduiding
(weergegeven in %-stand of
wanneer de Picture Control
Monochroom of een Picture
Control gebaseerd op
Monochroom is geselecteerd)
..................................................... 65, 155
6
Aanduiding “Geen geheugenkaart”
.............................................................. 27
7
Scherpstelaanduiding................50, 96
8
Aanduiding vergrendeling
automatische belichting (AE).....130
9
Sluitertijd .......................................... 118
10
Diafragma (f-waarde)..................... 118
11
Aanduiding stand speciale effecten
.............................................................. 65
12
Bracketingaanduiding................... 151
13
Aantal resterende opnamen...........46
Aantal resterende opnamen voordat
buffergeheugen vult .......................77
Aanduiding witbalansopname ... 146
Belichtingscorrectiewaarde ......... 132
Flitscorrectiewaarde ...................... 134
ISO-gevoeligheid ................... 107, 239
Aanduiding opnamestand
14
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen) ...............................46
15
Flitsgereedaanduiding .....................54
16
Aanduiding flexibel programma
........................................................... 120
17
Belichtingsaanduiding .................. 124
Weergave belichtingscorrectie ... 132
Elektronische afstandsmeter ....... 237
18
Aanduiding flitscorrectie .............. 134
19
Aanduiding belichtingscorrectie
........................................................... 132
20
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding ........... 228
21
Waarschuwingsaanduiding ......... 349
6 Inleiding
De R (Informatie)-knop
Druk op de R-knop om het informatiescherm te bekijken of door de
weergaveopties te bladeren.
❚❚ Zoekerfotografie
Om sluitertijd, diafragma, het aantal
resterende opnamen, AF-veldstand en
andere opname-informatie weer te geven
in de monitor, druk op de R-knop.
R-knop
2
1
7
6
8
5
3
4
1
Opnamestand
i automatisch/
j automatisch (flitser uit) .......47
Onderwerpstanden ....................58
Stand speciale effecten..............65
Standen P, S, A en M ................. 118
2
Sluitertijd .......................................... 118
Sluitertijdweergave............... 121, 124
3
Aanduiding vergrendeling
automatische belichting (AE)..... 130
4
Ontspanstand.....................................75
5
Helppictogram................................ 349
6
Diafragma (f-waarde) .................... 118
Diafragmaweergave ............. 122, 124
7
ISO-gevoeligheid ............................ 107
ISO-gevoeligheidsweergave
.................................................. 107, 229
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding ........... 229
8
z-pictogram......................................22
7Inleiding
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor
illustratieve doeleinden.
19
20
21
22
24
23
910 11 12 13 14 15 16 17 18
9
Aanduiding satellietsignaal ......... 269
10
Aanduiding Wi-Fi-verbinding...... 272
Aanduiding Eye-Fi-verbinding .... 274
11
Aanduiding Bluetooth-verbinding
............................................................273
Vliegtuigmodus............................... 271
12
Toewijzing aanraak-Fn .................. 255
13
Aanduiding vignetteringscorrectie
............................................................231
14
Belichtingsvertragingsstand........ 241
15
Aanduiding datumstempel.......... 243
16
Vibratiereductie-aanduiding
..................................................... 32, 232
17
Aanduiding flitserregeling ...........246
Aanduiding flitscorrectie voor
optionele flitsers............................ 318
18
Batterijaanduiding............................ 46
19
Bracketingaanduiding................... 151
20
Aanduiding AF-veldstand ...............87
Scherpstelpunt..........................90, 236
21
Belichtingsaanduiding .................. 124
Aanduiding belichtingscorrectie 132
Aanduiding voortgang bracketing
........................................................... 154
22
Hoeveelheid ADL-bracketing ...... 152
23
Aantal resterende opnamen...........46
Aanduiding witbalansopname ... 146
Aanduiding opnamestand
24
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen) ...............................46
8 Inleiding
A De monitor uitschakelen
Om de opname-informatie van de monitor te wissen, druk op de R-knop of
druk de ontspanknop half in. De monitor schakelt automatisch uit als er
gedurende 8 seconden geen handelingen worden uitgevoerd (voor
informatie over hoe lang de monitor ingeschakeld blijft, zie Timers
automatisch uit op pagina 240). De monitor schakelt ook uit als u de
oogsensor afdekt of door de zoeker kijkt.
A Informatiescherm automatisch uit
De oogsensor schakelt het informatiescherm automatisch uit als u uw oog
tegen de zoeker houdt terwijl de stand-by-timer actief is. Het scherm
schakelt weer in wanneer u uw oog van de zoeker verwijdert. Indien
gewenst kunt u met behulp van de optie Informatiescherm automat. uit
(0 265) in het setup-menu voorkomen dat het informatiescherm wordt
uitgeschakeld. Merk echter op dat ongeacht de geselecteerde optie, het
informatiescherm zal uitschakelen wanneer de stand-by-timer afloopt.
9Inleiding
❚❚ Livebeeld en filmstand
Draai, om livebeeld te starten, aan de
livebeeldschakelaar tijdens
zoekerfotografie (0 47). U kunt dan op de
R-knop drukken om door de
weergaveopties te bladeren, zoals
hieronder aangeduid.
* Een uitsnede die het opgenomen gebied toont, wordt weergegeven tijdens
filmopname; omcirkelde gebieden duiden de randen van de
filmbeelduitsnede aan (het gebied buiten de filmbeelduitsnede wordt grijs
weergegeven wanneer filmaanduidingen worden weergegeven).
Toon gedetailleerde
fotoaanduidingen
Toon filmaanduidingen
(0 164)
*
Toon basisfotoaanduidingen
*
Verberg aanduidingen
*
Raster
*
R-knop
10 Inleiding
Het livebeeldscherm
Item Beschrijving 0
q
Opnamestand
De stand die momenteel is
geselecteerd met de standknop.
47, 58,
65, 118
w
Aanduiding handmatige
filminstellingen
Wordt weergegeven wanneer Aan is
geselecteerd voor Handmatige
filminstellingen in stand M.
169
e
Resterende tijd
De resterende tijd voordat livebeeld
automatisch eindigt. Wordt
weergegeven als de opname in 30
sec. of minder wordt beëindigd.
11
r
Onderdrukking windruis
Wordt weergegeven wanneer Aan is
geselecteerd voor Filminstellingen >
Onderdrukking windruis in het
opnamemenu.
169
t
Microfoongevoeligheid
Microfoongevoeligheid voor
filmopname.
169
y
Geluidsniveau
Geluidsniveau voor audio-opname.
Wordt rood weergegeven als het
niveau te hoog is; pas de
microfoongevoeligheid
dienovereenkomstig aan.
169
u
Scherpstelpunt
Het huidige scherpstelpunt. Het
scherm varieert afhankelijk van de
optie die is geselecteerd voor
AF-veldstand (0 89).
49
w
e
t
r
y
q
u
11Inleiding
Item Beschrijving 0
i
Beeldformaat voor films
Het beeldformaat voor films
opgenomen in de filmstand.
168
o
Scherpstelstand De huidige scherpstelstand. 83
!0
AF-veldstand De huidige AF-veldstand. 89
!1
“Geen film”-pictogram
Geeft aan dat u geen films kunt
opnemen.
!2
Resterende tijd
(filmstand)
De resterende opnametijd in de
filmstand.
165
!3
Belichtingsaanduiding
Duidt aan of de foto zal worden
onder- of overbelicht bij de huidige
instellingen (alleen M-stand).
124
D De tellerweergave
Dertig sec. voor automatische beëindiging van livebeeld wordt een teller
weergegeven (0 10); 5 sec. voordat de timer automatisch afloopt, wordt
de timer rood (0 240) of als livebeeld bijna ten einde is om de interne
schakelingen te beschermen. Afhankelijk van de opnameomstandigheden
wordt de timer mogelijk onmiddellijk weergegeven zodra livebeeld wordt
geselecteerd. De filmopname eindigt automatisch zodra de timer afloopt,
ongeacht de hoeveelheid beschikbare opnametijd.
!3
!2
!1
!0oi
12 Inleiding
De P-knop
Om de instellingen onderaan het
informatiescherm te wijzigen, druk op de
P-knop, markeer vervolgens items met
behulp van de multi-selector en druk op J
om opties voor het gemarkeerde item te
bekijken. U kunt de instellingen ook
wijzigen door op de P-knop te drukken
tijdens livebeeld.
Beeldkwaliteit (0 98)
Beeldformaat (0 100)
Automatische bracketing (0 151)
HDR (hoog dynamisch bereik) (0 138)
Actieve D-Lighting (0 136)
Witbalans (0 140)
ISO-gevoeligheid (0 107)
Picture Control (0 155)
Scherpstelstand (0 82)
AF-veldstand (0 87)
Lichtmeting (0 128)
Flitsstand (0 102, 104)
Flitscorrectie (0 134)
Belichtingscorrectie (0 132)
P-knop
Zoekerfotografie
Livebeeld
13Inleiding
De monitor kan worden gekanteld en gedraaid, zoals hieronder
aangeduid.
De monitor
Normaal gebruik: Vouw de monitor
tegen de buitenzijde van de
camera. Normaliter wordt de
monitor in deze positie gebruikt.
Fotograferen vanuit kikkerperspectief:
Kantel de monitor omhoog om
foto’s te maken in livebeeld met de
camera omlaag gehouden.
Fotograferen vanuit vogelperspectief:
Kantel de monitor omlaag om
foto’s te maken in livebeeld met de
camera omhoog gehouden.
Zelfportretten: Gebruik voor
zelfportretten in livebeeld. De
monitor toont een spiegelbeeld
van wat er in de uiteindelijke foto
zal verschijnen.
90°
180°
180°
14 Inleiding
D De monitor gebruiken
Draai de monitor voorzichtig binnen het aangegeven bereik. Oefen geen
kracht uit. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan de
camera of kaart beschadigen. Vouw de monitor omlaag tegen de
camerabody om de monitor te beschermen wanneer de camera niet in
gebruik is.
Til of draag de camera niet met behulp van de monitor. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de camera beschadigen.
15Inleiding
Het aanraakscherm gebruiken
De aanraakgevoelige monitor ondersteunt de volgende
bewerkingen:
Vegen
Schuiven
Spreiden/knijpen
Veeg met een vinger een klein eindje naar
links of rechts over de monitor.
Schuif met de vinger over de monitor.
Plaats twee vingers op de monitor en schuif
ze uit elkaar of knijp ze samen.
16 Inleiding
D Het aanraakscherm
Het aanraakscherm reageert op statische elektriciteit en reageert mogelijk
niet wanneer het scherm wordt bedekt door in de handel verkrijgbare
beschermfolies of bij aanraking met vingernagels of handen bedekt door
handschoenen. Gebruik geen overmatige kracht en raak het scherm niet
aan met scherpe voorwerpen.
D Het aanraakscherm gebruiken
Het aanraakscherm reageert mogelijk niet zoals verwacht als u deze
probeert te bedienen terwijl uw handpalm of andere vinger op een andere
plek op het scherm rust. Het kan zijn dat het scherm geen andere
bewegingen herkend als uw aanraking te zacht is, uw vingers te snel
worden verplaatst of over een te korte afstand of niet in contact blijven met
het scherm, of als de beweging van de twee vingers bij het knijpen of
spreiden niet gelijkmatig wordt uitgevoerd.
A Aanraakbediening inschakelen of uitschakelen
De aanraakbediening kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van de
optie Aanraakbediening in het setup-menu (0 263). Selecteer
Inschakelen om de aanraakbediening voor opname, weergave en
menunavigatie in te schakelen of Alleen weergave om alleen de
aanraakbediening voor weergave in te schakelen.
17Inleiding
Aanraakfotografie
Tik op pictogrammen in de opnameweergave om camera-
instellingen aan te passen (merk op dat niet alle pictogrammen
reageren op aanraakbedieningen). Tijdens livebeeld kunt u
bovendien foto’s maken door op de monitor te tikken.
❚❚ Zoekerfotografie
Gebruik het aanraakscherm om instellingen aan te passen in het
informatiescherm (0 6).
Selectie van scène/effect
In de scènestand en stand speciale effecten (0 58, 65) kunt u op het
pictogram van de opnamestand tikken om een scène of effect te
kiezen. Tik op x of y om verschillende opties te bekijken en tik op
een pictogram om te selecteren en terug te keren naar het vorige
scherm.
Sluitertijd en diafragma
In de standen S, A en M kunt u, naast de sluitertijd- en
diafragmaschermen, op het w-pictogram tikken om x- en y-
bedieningen te bekijken, en door er op te tikken kunt u een nieuwe
waarde kiezen. Tik op 1 om af te sluiten zodra de bewerking is
voltooid.
18 Inleiding
Opnameopties
Tik, om de camera-instellingen te wijzigen (0 12), op het z-
pictogram in de rechterbenedenhoek van het scherm en tik
vervolgens op pictogrammen om opties voor de desbetreffende
instelling weer te geven. Tik op de gewenste optie om deze te
selecteren en naar het vorige scherm terug te keren.
Als u wordt gevraagd een waarde te
kiezen, zoals rechts aangeduid, bewerk
dan de waarde door op u of v te tikken en
tik vervolgens op het getal of tik op 0 om
te selecteren en keer terug naar het vorige
scherm.
Tik op 2 om af te sluiten zonder instellingen te wijzigen.
19Inleiding
❚❚ Livebeeldfotografie
Gebruik het aanraakscherm om foto’s te maken en instellingen aan
te passen.
Foto’s maken (aanraaksluiter)
Tik op uw onderwerp in de monitor om
scherp te stellen. De scherpstelling
vergrendelt totdat u uw vinger van de
monitor tilt om de foto te maken (merk op
dat de aanraaksluiter niet kan worden
gebruikt om scherp te stellen wanneer MF—handmatige
scherpstelling—is geselecteerd voor de scherpstelstand). Voor
meer informatie over aanraakscherpstelling, zie pagina 83.
Om de aanraaksluiter uit te schakelen, tik
op het pictogram rechts. Het pictogram
verandert in 7, wat aanduidt dat de
sluiter niet langer wordt ontspannen
wanneer u uw vinger van de monitor tilt.
De aanraaksluiter blijft uit (7) tijdens filmopnamen, maar u kunt
op elk gewenst moment opnieuw scherpstellen door uw
onderwerp aan te raken in de monitor.
20 Inleiding
D Foto’s maken met behulp van aanraakopname-opties
De ontspanknop kan worden gebruikt om scherp te stellen en maak foto’s,
zelfs wanneer het 3-pictogram wordt weergegeven om aan te duiden dat
de aanraakopname-opties actief zijn. Gebruik de ontspanknop om foto’s te
maken in continu-opnamestand (0 76) en tijdens filmopname.
Aanraakopname-opties kunnen alleen worden gebruikt om één voor één
foto’s te maken in continu-opnamestand en kunnen niet worden gebruikt
om foto’s te maken tijdens filmopname.
In zelfontspannerstand (0 79) vergrendelt de scherpstelling op het
geselecteerde onderwerp wanneer u de monitor aanraakt en de timer start
wanneer u uw vinger van het scherm tilt. Bij standaardinstellingen wordt
de sluiter ongeveer 10 sec. nadat de timer start, ontspannen; de vertraging
en het aantal opnamen kan worden gewijzigd met behulp van Persoonlijke
instelling c3 (Zelfontspanner, 0 241). Als de optie geselecteerd voor
Aantal opnamen groter is dan 1, zal de camera automatisch de ene na de
andere foto maken totdat het geselecteerde aantal opnamen is vastgelegd.
21Inleiding
Selectie van scène/effect
In de scènestand en stand speciale effecten (0 58, 65) kunt u op het
pictogram van de opnamestand tikken om een scène of effect te
kiezen. Tik op x of y om verschillende opties te bekijken en tik op
een pictogram om te selecteren en keer terug naar het vorige
scherm.
Sluitertijd en diafragma
Tikken op sluitertijd of diafragma geeft de x- en y-bedieningen
weer in de standen S, A en M, en kunt u erop tikken om een nieuwe
waarde te kiezen. Tik op 1 om af te sluiten zodra de bewerking is
voltooid.
22 Inleiding
Opnameopties
Het indrukken van de P-knop of tikken op het z-pictogram in de
monitor in livebeeld activeert het informatiescherm (0 12, 166). Tik
op een instelling om opties te bekijken en tik vervolgens op de
gewenste optie om deze te selecteren en keer terug naar livebeeld.
Als u wordt gevraagd een waarde te
kiezen, zoals rechts aangeduid, bewerk
dan de waarde door op u of v te tikken en
tik vervolgens op het getal of tik op 0 om
te selecteren en keer terug naar het vorige
scherm.
Tik op 2 om af te sluiten zonder instellingen te wijzigen.
23Inleiding
Foto’s bekijken
Het aanraakscherm kan voor de volgende weergavebewerkingen
(0 56, 184) worden gebruikt.
Andere
beelden
bekijken
Veeg naar links of rechts om andere
foto’s te bekijken.
Snel door
andere
beelden
bladeren
In schermvullende weergave kunt
u de onderkant van de weergave
aanraken om een
beeldvoortgangsbalk weer te
geven, schuif vervolgens uw vinger
naar links of rechts om snel door
andere beelden te bladeren.
Beeldvoortgangsbalk
Inzoomen
(alleen
foto’s)
Gebruik spreid- en
knijpbewegingen om in en uit te
zoomen en schuif om te scrollen
(0 196).
24 Inleiding
Miniaturen
bekijken
Om “uit te zoomen” naar
miniatuurweergave (0 185),
gebruik een knijpbeweging in
schermvullende weergave.
Gebruik knijpen en spreiden om
het aantal beelden te kiezen dat
wordt weergegeven in 4, 12 of 80
foto’s.
Films
bekijken
Tik op de gids op het scherm om
filmweergave te starten (films
worden aangeduid door een 1-
pictogram). Tik op het scherm om
te pauzeren of te hervatten, of tik
op 1 om af te sluiten naar
schermvullende weergave (merk
op dat sommige pictogrammen in
het filmweergavescherm niet
reageren op
aanraakschermbewerkingen).
Gids
25Inleiding
De menu’s gebruiken
Het aanraakscherm kan voor de volgende menubewerkingen
worden gebruikt.
Bladeren
Schuif omhoog of omlaag om te
bladeren.
Kies een
menu
Tik op een menupictogram om een
menu te kiezen.
Selecteer
opties/pas
instellingen
aan
Tik op menu-items om opties weer
te geven en tik op pictogrammen
of schuifbalken om te wijzigen. Tik
op 1 om af te sluiten zonder
instellingen te wijzigen.
26 Eerste stappen
Eerste stappen
De camerariem bevestigen
Bevestig de riem stevig aan de twee cameraoogjes.
Laad de accu op
Als er een stekkeradapter is meegeleverd, til de lichtnetstekker op
en sluit de stekkeradapter volgens de afbeelding linksonder aan en
zorg dat de stekker volledig in de aansluiting is geplaatst. Plaats de
accu en steek de lader in het stopcontact. Een lege accu laadt in
ongeveer een uur en 50 minuten volledig op.
D De accu en oplader
Lees en volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s
xiii–xvi en 333–337 van deze handleiding.
27Eerste stappen
Plaats de accu en een geheugenkaart
Voordat de accu of geheugenkaarten worden geplaatst, controleer
of de hoofdschakelaar in de OFF (UIT)-positie staat. Plaats de accu
zoals aangeduid en gebruik de accu om de oranje
batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De
vergrendeling vergrendelt de accu op zijn plaats zodra de accu
volledig is geplaatst.
Houd de geheugenkaart in de getoonde richting en schuif deze in
totdat deze op zijn plaats klikt.
Batterijvergrendeling
A De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, oplaadbare
voedingsbron die indien nodig wordt opgeladen wanneer de hoofdaccu is
geplaatst. Drie dagen opladen is voldoende om de klok ongeveer een
maand van stroom te voorzien. Als een bericht wordt weergegeven met de
waarschuwing dat de klok niet is ingesteld zodra de camera ingeschakeld
is, dan is de klokbatterij leeg en is de klok teruggezet. Stel de klok in op de
juiste tijd en datum.
28 Eerste stappen
❚❚ De accu en geheugenkaarten verwijderen
De accu verwijderen
Zet de camera uit en open het deksel van
het batterijvak om de accu te verwijderen.
Druk de batterijvergrendeling in de richting
zoals aangeduid door de pijl om de accu vrij
te geven en verwijder de accu vervolgens
handmatig.
Geheugenkaarten verwijderen
Zet, na controle of het toegangslampje van
de geheugenkaart uit is, de camera uit,
open het deksel van de
geheugenkaartsleuf en druk op de kaart
om deze uit te werpen (q). De kaart kan
vervolgens handmatig worden verwijderd
(w).
D Geheugenkaarten
Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom
voorzichtig te werk wanneer u geheugenkaarten uit de camera
verwijdert.
Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de camera niet uit en
koppel de lichtnetadapter niet los tijdens het formatteren of terwijl
gegevens worden opgeslagen, verwijderd of naar een computer worden
gekopieerd. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan
gegevensverlies of schade aan de camera of kaart tot gevolg hebben.
Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
Buig de kaart niet, laat de kaart niet vallen en stel niet bloot aan hevige
schokken.
Oefen geen kracht uit op de behuizing van de kaart. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de kaart beschadigen.
Stel niet bloot aan water, hitte, hoge luchtvochtigheid of direct zonlicht.
Formatteer geen geheugenkaarten in een computer.
16
GB
29Eerste stappen
Open de monitor
Open de monitor zoals aangeduid. Oefen geen kracht uit.
30 Eerste stappen
Bevestig een objectief
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het
objectief of de bodydop is verwijderd. Het objectief dat doorgaans
voor illustratieve doeleinden in deze handleiding wordt gebruikt is
een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR.
Vergeet niet de objectiefdop te verwijderen alvorens foto’s te
maken.
31Eerste stappen
A Objectieven met knoppen voor intrekbare objectiefcilinders
Ontgrendel en verleng het objectief alvorens de camera te gebruiken.
Houd de knop voor de intrekbare objectiefcilinder ingedrukt (q) en draai
aan de zoomring zoals afgebeeld (w).
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt met
een ingetrokken objectief; als er een
foutbericht wordt weergegeven doordat de
camera met ingetrokken objectief werd
ingeschakeld, draait u aan de zoomring totdat
het bericht niet langer wordt weergegeven.
A Het objectief verwijderen
Vergeet niet de camera uit te schakelen bij het
verwijderen of verwisselen van objectieven.
Houd, om het objectief te verwijderen, de
objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl
het objectief naar rechts wordt gedraaid (w).
Plaats, na het verwijderen van het objectief, de
objectiefdoppen en de bodydop van de
camera terug.
A Schakelaars A-M, M/A-M en A/M-M
Schuif de schakelaar naar A bij het gebruik van
autofocus met een objectief voorzien van een
schakelaar voor de A-M-stand (heeft het
objectief een M/A-M- of A/M-M-schakelaar,
selecteer dan M/A of A/M). Voor informatie over
andere objectieven die geschikt zijn voor de camera, zie pagina 305.
Knop intrekbare objectiefcilinder
32 Eerste stappen
A Vibratiereductie (VR)
Vibratiereductie kan worden ingeschakeld
door Aan voor Optische VR te selecteren in het
opnamemenu (0 232), indien het objectief
deze optie ondersteunt, of door de
objectiefschakelaar voor de vibratiereductie
naar ON te zetten als het objectief is voorzien
van een vibratiereductieschakelaar. Een
vibratiereductie-aanduiding verschijnt in het
informatiescherm zodra vibratiereductie aan is.
A Objectieven met knoppen voor intrekbare objectiefcilinders intrekken
Om het objectief in te trekken wanneer de
camera niet in gebruik is, houd de knop voor de
intrekbare objectiefcilinder (q) ingedrukt en
draai de zoomring naar de “L” (vergrendeld)-
positie zoals afgebeeld (w). Trek het objectief
in alvorens het van de camera te verwijderen,
en let op dat u niet op de knop van de
intrekbare objectiefcilinder drukt bij het
bevestigen of verwijderen van het objectief.
33Eerste stappen
Camera instellen
❚❚ Installatie met behulp van een smartphone of tablet
Controleer, voordat u verder gaat, eerst de camera om er
zeker van te zijn dat de accu volledig is opgeladen en er
voldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart.
Installeer op uw smartphone of tablet (hieronder
“smartapparaat”) de SnapBridge-app zoals beschreven in het
voordeksel en schakel Bluetooth en Wi-Fi in. Merk op dat de
werkelijke verbinding met de camera tot stand wordt gebracht met
behulp van de SnapBridge-app; gebruik niet de Bluetooth-
instellingen in de instellingen-app op uw smartapparaat. De
instructies die volgen, verwijzen naar versie 2.0 van de SnapBridge-
app; zie voor informatie over de nieuwste versie de SnapBridge
Verbindingsgids (pdf), als download beschikbaar via de volgende
website:
http://downloadcenter.nikonimglib.com
34 Eerste stappen
De werkelijke camera- en smartapparaatweergaven kunnen
verschillen van de hieronder getoonde weergaven.
1 Camera: Zet de camera aan. Een
taalselectievenster wordt
weergegeven.
Gebruik de multi-selector en J-knop om door de menu’s te
navigeren.
Druk op 1 en 3 om een taal te markeren en druk op J om te
selecteren. De taal kan op elk moment worden gewijzigd met
behulp van de optie Taal (Language) in het setup-menu.
1 Omhoog
J-knop (selecteren)
4 Links 2 Rechts
3 Omlaag
Multi-selector
Hoofdschakelaar
35Eerste stappen
2 Camera: Wanneer het rechts getoonde
venster wordt weergegeven, druk op
J. Als het rechts getoonde venster
niet wordt weergegeven of u wilt de
camera opnieuw configureren,
markeer dan Verbinden met
smartapparaat in het setup-menu en druk op J. Als u geen
smartapparaat wilt gebruiken om de camera te configureren,
stel de klok dan handmatig in (0 40).
3 Camera/smartapparaat: Start het
koppelen.
Android-apparaten met NFC-ondersteuning:
Raak, nadat is gecontroleerd of NFC is
ingeschakeld op het smartapparaat,
de camera H (N-Mark) naar de NFC-
antenne aan op het smartapparaat om
de SnapBridge-app te starten en volg
daarna de instructies op het scherm
alvorens verder te gaan naar Stap 7. Als de Snapbridge-
downloadsite wordt weergegeven, download en installeer dan
de app alvorens bovenstaande stappen te herhalen.
iOS-apparaten en Android-apparaten zonder NFC-ondersteuning: Druk op
de J-knop van de camera om de camera gereed te maken
voor koppelen.
36 Eerste stappen
4 Camera: Controleer of de camera het
rechts getoonde bericht weergeeft en
maak het smartapparaat gereed.
5 Smartapparaat: Start de SnapBridge-app
en tik op Met camera koppelen. Wordt
u gevraagd een camera te kiezen, tik
dan op de cameranaam.
6 Smartapparaat: Tik op de cameranaam in
het venster “Met camera koppelen”.
Gebruikers die voor het eerst een
camera met een iOS-apparaat
koppelen, krijgen eerst de instructies
voor het koppelen te zien; blader, na
het lezen van de instructies, naar de
onderkant van het scherm en tik op
Begrepen. Wordt u vervolgens
gevraagd een accessoire te kiezen, tik
dan opnieuw op de cameranaam (er kan enige vertraging
optreden voordat de cameranaam wordt weergegeven).
37Eerste stappen
7 Camera/smartapparaat: Controleer of de camera en het
smartapparaat beiden hetzelfde zescijferige getal weergeven.
Sommige versies van iOS tonen mogelijk geen getal; ga naar
Stap 8 als er geen getal wordt weergegeven.
8 Camera/smartapparaat: Druk op J op de camera en tik op
KOPPELEN op het smartapparaat (de weergave verschilt
afhankelijk van het apparaat en het besturingssysteem).
38 Eerste stappen
9 Camera/smartapparaat: Voltooi het koppelen.
Camera: Druk op J wanneer het rechts
getoonde bericht wordt
weergegeven.
Smartapparaat: Tik op OK wanneer het
rechts getoonde bericht wordt
weergegeven.
10
Camera: Volg de instructies op het scherm om de setup te
voltooien.
Om de camera de gelegenheid te geven locatiegegevens aan foto’s toe te
voegen, selecteer Ja in reactie op “Locatiegegevens
downloaden van smartapparaat?” en schakel vervolgens
locatieservices in op het smartapparaat en schakel Auto
koppelingsopties > Locatiegegevens synchroniseren in de
SnapBridge-app tab.
Om de cameraklok te synchroniseren met de tijd die wordt verstrekt door
het smartapparaat, selecteer Ja in reactie opKlok synchroniseren
met smartapparaat?” en schakel vervolgens Auto
koppelingsopties > Klokken synchroniseren in de
SnapBridge-app tab.
Het smartapparaat en de camera zijn nu met elkaar verbonden.
Foto’s die u met de camera maakt, worden automatisch naar het
smartapparaat geüpload.
39Eerste stappen
❚❚ Instellen vanuit de cameramenu’s
De cameraklok kan handmatig worden ingesteld.
1 Zet de camera aan.
Er wordt een taalselectievenster
weergegeven.
Gebruik de multi-selector en J-knop om door de menu’s te
navigeren.
Druk op 1 en 3 om een taal te markeren en druk op J om te
selecteren. De taal kan op elk moment worden gewijzigd met
behulp van de optie Taal (Language) in het setup-menu.
1 Omhoog
J-knop (selecteren)
4 Links 2 Rechts
3 Omlaag
Multi-selector
Hoofdschakelaar
40 Eerste stappen
2 Druk op G wanneer het
rechtervenster wordt weergegeven.
3 Stel de cameraklok in.
Gebruik de multi-selector en J-knop om de cameraklok in te
stellen.
De klok kan op elk gewenst moment worden aangepast met
behulp van de optie Tijdzone en datum > Datum en tijd in het
setup-menu.
qw
Selecteer tijdzone Selecteer datumnotatie
er
Selecteer optie zomertijd Stel tijd en datum in (merk op dat de
camera een 24-uurs klok gebruikt)
G-knop
41Eerste stappen
Stel de zoeker scherp
Draai, na het verwijderen van de
objectiefdop, aan de
dioptrieregelaar totdat de
AF-veldhaakjes scherp in beeld
zijn. Let op dat u niet uw vingers
of vingernagels in uw oog
steekt wanneer u de regelaar
bedient met uw oog tegen de zoeker.
De camera is nu klaar voor gebruik. Ga verder naar pagina 47 voor
meer informatie over het maken van foto’s.
AF-
veldhaakjes
Zoeker niet scherp in beeld Zoeker scherp in beeld
42 Tutorial
Tutorial
De meeste opname-, weergave- en
instellingenopties zijn toegankelijk via de
cameramenu's. Druk op de G-knop om
de menu’s te bekijken.
Cameramenu’s: Een overzicht
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
D: Weergave (0 220) N: Retoucheren (0 277)
C: Opname (0 223) m/O: Recente instellingen of Mijn
Menu (standaard ingesteld op
Recente instellingen; 0 300)
A: Persoonlijke instellingen (0 233)
B: Instellingen (0 257)
Helppictogram (0 43)
G-knop
Huidige instellingen worden
aangegeven met
pictogrammen.
Schuifregelaar toont positie in
huidig menu.
Menuopties
Opties in huidig menu.
43Tutorial
Cameramenu’s gebruiken
❚❚ Menubedieningen
De multi-selector en J-knop worden gebruikt om door de
cameramenu’s te navigeren.
A Het d (Help)-pictogram
Als in de linkerbenedenhoek van de monitor een d-pictogram wordt
weergegeven, kan een beschrijving van de momenteel geselecteerde optie
of het menu worden weergegeven door op de W (Q)-knop te drukken.
Druk op 1 of 3 om door het scherm te bladeren. Druk opnieuw op W (Q)
om naar de menu’s terug te keren.
2: Selecteer gemarkeerd
item of geef submenu weer
1: Beweeg cursor omhoog
3: Beweeg cursor omlaag
J-knop: selecteer
gemarkeerd item
4: Annuleer en keer terug
naar vorig menu
W (Q)-knop
44 Tutorial
❚❚ Door de menu’s navigeren
Volg de onderstaande stappen om door de menu’s te navigeren.
1 Geef de menu’s weer.
Druk op de G-knop om de
menu’s weer te geven.
2 Markeer het pictogram
voor het huidige menu.
Druk op 4 om het
pictogram voor het huidige
menu te markeren.
3 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
4 Plaats de cursor in het
geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in
het geselecteerde menu te
plaatsen.
G-knop
45Tutorial
5 Markeer een menu-item.
Druk op 1 of 3 om een
menu-item te markeren.
6 Geef opties weer.
Druk op 2 om opties voor
het geselecteerde menu-
item weer te geven.
7 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een
optie te markeren.
8 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren.
Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een
selectie te maken.
Let op het volgende:
Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn momenteel niet
beschikbaar.
Het indrukken van 2 heeft in het algemeen hetzelfde effect als
het indrukken van J, maar in bepaalde gevallen kan het
selecteren alleen worden uitgevoerd door op J te drukken.
Druk de ontspanknop half in om de menu's af te sluiten en naar
de opnamestand terug te keren (0 52).
46 Tutorial
Druk op de R-knop en controleer het accuniveau en het aantal
resterende opnamen in het informatiescherm.
Accuniveau
Als de accu bijna leeg is, wordt er ook een waarschuwing
weergegeven in de zoeker. Als het informatiescherm niet verschijnt
zodra de R-knop wordt ingedrukt, dan is de accu leeg en moet deze
worden opgeladen.
Aantal resterende opnamen
Waarden hoger dan 1.000 worden in duizendtallen weergegeven,
aangeduid door de letter “k”.
Het accuniveau en het aantal resterende
opnamen
Informatiescherm Zoeker Beschrijving
L Accu volledig opgeladen.
K Accu gedeeltelijk ontladen.
H d
Accu bijna leeg. Leg een volledig
opgeladen reserve-accu klaar of tref
voorbereidingen voor het opladen van
de accu.
H
(knippert)
d
(knippert)
Accu leeg. Laad de accu op.
Accuniveau
R-knop Aantal resterende
opnamen
47Basisfotografie en afspelen
Basisfotografie en afspelen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe foto’s te
maken in de standen i en j. i en j zijn
automatische “richten-en-schieten”-standen
waarin het merendeel van de instellingen wordt
geregeld door de camera in reactie op de
opnameomstandigheden; het verschil tussen de
twee is dat de flitser niet flitst in de j-stand.
1 Draai de standknop naar i
of j.
Foto’s kunnen worden gekadreerd in de
zoeker of in de monitor (livebeeld).
Draai aan de livebeeldschakelaar om
livebeeld te starten.
“Richten-en-maken”-standen (i en j)
Foto’s kadreren in de
zoeker
Foto’s kadreren in de
monitor (livebeeld)
Standknop
Livebeeldschakelaar
48 Basisfotografie en afspelen
2 Maak de camera gereed.
Zoekerfotografie: Houd, bij het kadreren van foto’s in de zoeker, de
handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of
het objectief met uw linkerhand. Plaats uw ellebogen tegen de
zijkanten van uw borst.
Livebeeld: Houd, bij het kadreren van foto’s in de monitor, de
handgreep in uw rechterhand en ondersteun het objectief met
uw linkerhand.
A Foto’s kadreren in portretstand (staand)
Houd, bij het kadreren van foto’s in portretstand (staand), de camera vast
zoals hieronder aangeduid.
Foto’s kadreren in de zoeker Foto’s kadreren in de monitor
49Basisfotografie en afspelen
3 Kadreer de foto.
Zoekerfotografie: Kadreer een foto in de
zoeker met het hoofdonderwerp in de
AF-veldhaakjes.
Livebeeld: Bij standaardinstellingen
detecteert de camera automatisch
gezichten en selecteert het
scherpstelpunt. Als er geen gezicht
wordt gedetecteerd, stelt de camera
scherp op onderwerpen nabij het
midden van het beeld.
A Een zoomobjectief gebruiken
Draai, alvorens scherp te stellen, aan de
zoomring om de brandpuntsafstand aan te
passen en de foto te kadreren. Gebruik de
zoomring om op het onderwerp in te zoomen,
zodat het onderwerp een groter deel van het
beeld vult, of zoom uit voor een groter
zichtbaar gebied in de uiteindelijke foto
(selecteer een langere brandpuntsafstand op
de schaal van de brandpuntsafstand om in te
zoomen, en een kortere brandpuntsafstand om
uit te zoomen).
AF-veldhaakjes
Scherpstelpunt
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomring
50 Basisfotografie en afspelen
4 Druk de ontspanknop half in.
Zoekerfotografie: Druk de
ontspanknop half in om
scherp te stellen (als het
onderwerp slecht belicht is,
kan de flitser opklappen en
kan de AF-hulpverlichting
gaan branden). Zodra de
scherpstelbewerking is
voltooid, klinkt er een
signaal (een signaal is
mogelijk niet te horen als het onderwerp beweegt) en het
actieve scherpstelpunt en de scherpstelaanduiding (I)
verschijnen in de zoeker.
Livebeeld: Het scherpstelpunt knippert
groen terwijl de camera scherpstelt. Als
de camera kan scherpstellen, wordt het
scherpstelpunt groen weergegeven;
anders knippert het scherpstelpunt
rood.
Scherpstelaanduiding Beschrijving
I Onderwerp scherp in beeld.
I (knippert)
Camera kan niet scherpstellen met autofocus. Zie
pagina 86.
Scherpstelpunt
Scherpstelaanduiding
51Basisfotografie en afspelen
5 Maak de foto.
Druk de ontspanknop op
soepele wijze helemaal in
om de sluiter te ontspannen
en de foto vast te leggen.
Het toegangslampje van de
geheugenkaart gaat
branden en de foto wordt
gedurende enkele seconden
in de monitor weergegeven.
De geheugenkaart mag niet
worden uitgeworpen en de
voedingsbron niet verwijderd
of ontkoppeld voordat het
toegangslampje uit is en de
opname is voltooid.
Draai aan de livebeeldschakelaar om
livebeeld af te sluiten.
Toegangslampje
geheugenkaart
52 Basisfotografie en afspelen
A De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop. De camera stelt scherp zodra
de ontspanknop half wordt ingedrukt. Druk de ontspanknop volledig in om
de foto te maken.
Scherpstellen: half
indrukken
Vastleggen: volledig
indrukken
Het half indrukken van de ontspanknop beëindigt tevens de weergave en
maakt de camera gereed voor onmiddellijk gebruik.
A Automatische onderwerpselectie (automatische scènekeuzeknop)
Als livebeeld wordt geselecteerd in stand i
of j, dan analyseert de camera automatisch
het onderwerp en selecteert de juiste
opnamestand zodra de ontspanknop half
wordt ingedrukt om scherp te stellen met
behulp van autofocus. De geselecteerde
stand wordt in de monitor getoond.
c Portret Portretten van personen
d Landschap Landschappen en stadsgezichten
e Close-up Onderwerpen dicht bij de camera
f Nachtportret
Personen die tegen een donkere achtergrond
zijn gekadreerd
Z Automatisch
Onderwerpen geschikt voor de stand i of j, of
die niet in de bovenstaande categorieën vallen
b
Automatisch
(flitser uit)
53Basisfotografie en afspelen
A De stand-by-timer (zoekerfotografie)
De zoekerweergave schakelt uit als er gedurende ongeveer
acht seconden geen handelingen worden uitgevoerd,
waardoor de gebruiksduur van de accu wordt verlengd. Druk
de ontspanknop half in om het scherm opnieuw te activeren.
De tijdsduur voordat de stand-by-timer automatisch afloopt,
kan worden geselecteerd met behulp van Persoonlijke instelling
c2 (Timers automatisch uit; 0 240).
Belichtingsmeters uit Belichtingsmeters aan
A De stand-by-timer (livebeeld)
De monitor schakelt uit als er gedurende tien minuten geen handelingen
worden uitgevoerd. De tijdsduur voordat de monitor automatisch
uitschakelt, kan worden geselecteerd met behulp van Persoonlijke
instelling c2 (Timers automatisch uit; 0 240).
A Voorbeeld livebeeldzoom
Druk, om het beeld in de monitor tot maximaal 8,3× te vergroten voor
nauwkeurige scherpstelling, op de X-knop. Terwijl het beeld door het
objectief wordt ingezoomd, verschijnt een navigatiescherm in een grijs
beeld in de rechterbenedenhoek van het scherm. Gebruik de multi-selector
om door de delen van het beeld te scrollen die niet op de monitor te zien
zijn, of druk op W (Q) om uit te zoomen.
X-knop
Navigatievenster
54 Basisfotografie en afspelen
A De ingebouwde flitser
Mocht er extra verlichting nodig zijn voor
juiste belichting in stand i, dan klapt de
ingebouwde flitser automatisch op zodra de
ontspanknop half wordt ingedrukt (0 101).
Met een opgeklapte flitser kunnen alleen
foto’s worden gemaakt wanneer de
flitsgereedaanduiding (M) wordt
weergegeven. Als de flitsgereedaanduiding
niet wordt weergegeven, is de flitser aan het
laden; verwijder uw vinger kort van de
ontspanknop en probeer opnieuw.
Breng de flitser terug naar de gesloten positie
wanneer deze niet in gebruik is door de flitser
voorzichtig naar beneden te drukken tot de
vergrendeling vastklikt.
A Belichting
Afhankelijk van het onderwerp kan de belichting verschillen van de
belichting die wordt verkregen wanneer livebeeld niet wordt gebruikt.
55Basisfotografie en afspelen
D In de stand livebeeld fotograferen
Hoewel ze niet op de definitieve foto verschijnen, kunnen gekartelde
randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken in de monitor verschijnen,
terwijl heldere gebieden of banden kunnen verschijnen in bepaalde velden
met knipperende tekens en andere met tussenpozen verschijnende
lichtbronnen of als het onderwerp kort wordt verlicht door een
stroboscooplamp of andere heldere, kortstondige lichtbron. Bovendien
kan vertekening optreden bij bewegende onderwerpen, vooral als de
camera horizontaal gepand wordt of een object horizontaal op hoge
snelheid door het beeld beweegt. Flikkeringen en banden die zichtbaar zijn
in de monitor onder tl-licht, kwikdamp- of natriumlampen kunnen worden
verminderd met behulp van Flikkerreductie (0 268), hoewel ze bij
bepaalde sluitertijden nog steeds zichtbaar kunnen zijn in de definitieve
foto. Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de
interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
Livebeeld eindigt automatisch wanneer de monitor wordt gesloten (het
sluiten van de monitor maakt geen einde aan livebeeld op televisies of
andere externe schermen).
Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto
verschijnt of de belichting verstoort, raden we u aan de zoeker af te dekken
met uw hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje
voordat u foto’s maakt zonder uw oog tegen de zoeker (0 80).
A HDMI
Wanneer de camera op een HDMI-videoapparaat is aangesloten, geeft het
videoapparaat het beeld door het objectief weer. Als het apparaat HDMI-
CEC ondersteunt, selecteer Uit voor de optie HDMI > Apparaatbesturing
in het setup-menu (0 219) alvorens te fotograferen in livebeeld.
56 Basisfotografie en afspelen
1 Druk op de K-knop.
Er wordt een foto weergegeven in de
monitor.
2 Meer foto’s bekijken.
U kunt nog meer foto’s
weergeven door op 4 of 2
te drukken.
Om weergave te beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand, druk de ontspanknop half in.
Basisweergave
K-knop
57Basisfotografie en afspelen
Ongewenste foto’s wissen
Als u de foto wilt wissen die momenteel in de monitor wordt
weergegeven, druk op de O-knop. Merk op dat foto's niet kunnen
worden hersteld nadat ze zijn gewist.
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wilt wissen.
2 Wis de foto.
Druk op de O-knop. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
nogmaals op de O-knop om het beeld te
wissen en terug te keren naar weergave.
A Wissen
De optie Wissen in het afspeelmenu kan worden gebruikt om meerdere
beelden te wissen (0 206).
K-knop
O-knop
58
Instellingen die passen bij het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand)
Instellingen die passen bij het
onderwerp of de situatie
(Onderwerpstand)
De camera beschikt over verschillende onderwerpstanden. Bij het
kiezen van een onderwerpstand worden de instellingen
automatisch aan het geselecteerde onderwerp aangepast,
waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het
selecteren van een stand, het kadreren van een foto en het maken
van een foto zoals wordt beschreven op pagina 47.
De volgende onderwerpen kunnen worden geselecteerd door de
standknop naar h te draaien en draai aan de instelschijf totdat
het gewenste onderwerp in de monitor verschijnt.
Standknop Instelschijf Monitor
+
k Portret
l Landschap
p Kinderen
m Sport
n Close-up
o Nachtportret
r Nachtlandschap
s Party/binnen
t Strand/sneeuw
u Zonsondergang
v Schemering
w Dierenportret
x Kaarslicht
y Bloesem
z Herfstkleuren
0 Voedsel
59
Instellingen die passen bij het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand)
k Portret
Gebruik voor portretten met zachte,
natuurlijke huidtinten. Als het
onderwerp zich te ver van de
achtergrond bevindt of als een
teleobjectief wordt gebruikt, worden
de achtergronddetails verzacht om
de compositie een gevoel van diepte
te geven.
l Landschap
Gebruik voor levendige
landschapsopnamen bij daglicht.
A Opmerking
De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
p Kinderen
Gebruik voor snapshots van kinderen.
Kleding en achtergronddetails
worden levendig weergegeven,
terwijl huidtinten zacht en natuurlijk
blijven.
60
Instellingen die passen bij het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand)
m Sport
Korte sluitertijden bevriezen
beweging voor dynamische
sportopnamen waarin het
hoofdonderwerp duidelijk naar voren
komt.
A Opmerking
De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
n Close-up
Gebruik deze stand voor close-
upfoto’s van bloemen, insecten of
andere kleine voorwerpen (voor
scherpstellen op zeer korte afstand
kan een macro-objectief worden
gebruikt).
o Nachtportret
Gebruik voor een natuurlijke balans
tussen het hoofdonderwerp en de
achtergrond in portretten met weinig
licht.
61
Instellingen die passen bij het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand)
r Nachtlandschap
Verminder ruis en onnatuurlijke
kleuren bij het fotograferen van
nachtlandschappen, inclusief
straatverlichting en neonreclame.
A Opmerking
De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
s Party/binnen
Leg de effecten vast van
achtergrondverlichting binnenshuis.
Gebruik voor feesten en andere
scènes binnenshuis.
t Strand/sneeuw
Leg de helderheid vast van
zonovergoten oppervlakken zoals
water, sneeuw of zand.
A Opmerking
De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
64
Instellingen die passen bij het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand)
0 Voedsel
Gebruik voor levendige foto’s van
voedsel.
A Opmerking
Voor flitserfotografie, druk op de M (Y)-knop om de flitser op te klappen
(0 103).
A Onscherpte voorkomen
Gebruik een statief om onscherpte veroorzaakt door cameratrillingen bij
lange sluitertijden te voorkomen.
65Speciale effecten
Speciale effecten
Speciale effecten kunnen worden gebruikt bij het maken van foto’s
en opnemen van films.
De volgende effecten kunnen worden geselecteerd door de
standknop naar q te draaien en aan de instelschijf te draaien
totdat de gewenste optie in de monitor verschijnt.
Standknop Instelschijf Monitor
+
% Nachtzicht
S Superlevendig
T Pop
U Foto-illustratie
' Speelgoedcamera-effect
( Miniatuureffect
3 Selectieve kleur
1 Silhouet
2 High-key
3 Low-key
% Nachtzicht
Gebruik onder donkere
omstandigheden om monochrome
beelden bij hoge ISO-gevoeligheden
vast te leggen.
A Opmerking
Autofocus is alleen in livebeeld beschikbaar; handmatige scherpstelling kan
worden gebruikt als de camera niet kan scherpstellen. De ingebouwde flitser
en AF-hulpverlichting schakelen uit.
66 Speciale effecten
S Superlevendig
Algehele verzadiging en contrast
worden verhoogd voor een
levendiger beeld.
T Pop
De algehele verzadiging wordt
verhoogd voor een levendiger beeld.
U Foto-illustratie
Verscherp omtreklijnen en
vereenvoudig kleuren voor een
postereffect dat kan worden
aangepast in livebeeld (0 70).
A Opmerking
Films opgenomen in deze stand worden als een diashow van een serie
filmbeelden afgespeeld.
67Speciale effecten
' Speelgoedcamera-effect
Maak foto’s en films die er uitzien
alsof ze met een speelgoedcamera
zijn gemaakt. Het effect kan worden
aangepast in livebeeld (0 71).
( Miniatuureffect
Maak foto’s die op prenten of diorama’s
lijken.
Werkt het best bij het
fotograferen vanaf een hoog zichtpunt.
Films met miniatuureffecten spelen op
hoge snelheid af, waarbij circa 45
minuten aan filmopnamen,
opgenomen bij 1.920 × 1.080/30p,
worden gecomprimeerd naar een film
die in circa drie minuten wordt
afgespeeld.
Het effect kan worden
aangepast in livebeeld (
0
72).
A Opmerking
Geluid wordt niet opgenomen bij films. De ingebouwde flitser en
AF-hulpverlichting schakelen uit.
3 Selectieve kleur
Alle andere kleuren dan de
geselecteerde kleuren worden zwart-
wit vastgelegd. Het effect kan worden
aangepast in livebeeld (0 73).
A Opmerking
De ingebouwde flitser schakelt uit.
68 Speciale effecten
1 Silhouet
Silhouetonderwerpen tegen heldere
achtergronden.
A Opmerking
De ingebouwde flitser schakelt uit.
2 High-key
Gebruik bij het fotograferen van
heldere onderwerpen om heldere
beelden te creëren die met licht lijken
te zijn gevuld.
A Opmerking
De ingebouwde flitser schakelt uit.
3 Low-key
Gebruik voor donkere onderwerpen
om donkere, low-key beelden met
opvallende hoge lichten te creëren.
A Opmerking
De ingebouwde flitser schakelt uit.
69Speciale effecten
A NEF (RAW)
NEF (RAW)-opname is niet beschikbaar in de standen
%
,
S
,
T
,
U
,
'
,
(
en
3
.
Foto’s gemaakt terwijl er in deze standen een NEF (RAW)- of NEF (RAW) +
JPEG-optie is geselecteerd, worden opgeslagen als JPEG-beelden.
JPEG-
afbeeldingen gecreëerd bij NEF (RAW) + JPEG-instellingen worden bij de
geselecteerde JPEG-kwaliteit vastgelegd, terwijl beelden vastgelegd bij een
NEF (RAW)-instelling als beelden met fijne kwaliteit worden opgeslagen.
A Standen U en (
Autofocus is niet beschikbaar tijdens filmopname. De
vernieuwingssnelheid van livebeeld daalt samen met de beeldsnelheid
voor continue opnamestanden; het gebruik van autofocus tijdens
livebeeldfotografie verstoort de voorbeeldfunctie.
A Onscherpte voorkomen
Gebruik een statief om onscherpte veroorzaakt door cameratrillingen bij
lange sluitertijden te voorkomen.
70 Speciale effecten
Beschikbare opties in livebeeld
Instellingen voor het geselecteerde effect worden aangepast in het
livebeeldscherm.
❚❚ U Foto-illustratie
1 Selecteer livebeeld.
Draai aan de livebeeldschakelaar. Het
beeld door het objectief wordt in de
monitor weergegeven.
2 Pas de dikte van de omtreklijnen aan.
Druk op J om de rechts getoonde
opties weer te geven. Druk op de 4- of
2-knop om de omtreklijnen dikker of
dunner te maken.
3 Druk op J.
Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
Draai aan de livebeeldschakelaar om livebeeld af te sluiten.
Livebeeldschakelaar
71Speciale effecten
❚❚ ' Speelgoedcamera-effect
1 Selecteer livebeeld.
Draai aan de livebeeldschakelaar. Het
beeld door het objectief wordt in de
monitor weergegeven.
2 Pas opties aan.
Druk op J om de rechts getoonde
opties weer te geven. Druk op 1 of 3
om Levendigheid of Vignettering te
markeren en druk op 4 of 2 om te
wijzigen. Pas levendigheid aan om
kleuren meer of minder verzadigd te maken, vignettering om de
hoeveelheid vignettering te regelen.
3 Druk op J.
Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
Draai aan de livebeeldschakelaar om livebeeld af te sluiten.
Livebeeldschakelaar
72 Speciale effecten
❚❚ ( Miniatuureffect
1 Selecteer livebeeld.
Draai aan de livebeeldschakelaar. Het
beeld door het objectief wordt in de
monitor weergegeven.
2 Positioneer het scherpstelpunt.
Gebruik de multi-selector om het
scherpstelpunt in het scherp te stellen
gebied te plaatsen en druk vervolgens
de ontspanknop half in om scherp te
stellen. Om de opties voor
miniatuureffect tijdelijk uit het scherm te wissen en het beeld in
de monitor te vergroten om nauwkeurig te kunnen
scherpstellen, druk op X. Druk op W (Q) om de
miniatuureffectweergave te herstellen.
3 Geef opties weer.
Druk op J om de opties voor
miniatuureffect weer te geven.
4 Pas opties aan.
Druk op 4 of 2 om de richting te kiezen
van het scherp te stellen gebied en druk
op 1 of 3 om de breedte van het
gebied aan te passen.
Livebeeldschakelaar
73Speciale effecten
5 Druk op J.
Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
Draai aan de livebeeldschakelaar om livebeeld af te sluiten.
❚❚ 3 Selectieve kleur
1 Selecteer livebeeld.
Draai aan de livebeeldschakelaar. Het
beeld door het objectief wordt in de
monitor weergegeven.
2 Geef opties weer.
Druk op J om de opties voor selectieve
kleur weer te geven.
3 Selecteer een kleur.
Kadreer een voorwerp in het witte
vierkant in het midden van het scherm
en druk op 1 om de kleur van het
voorwerp te kiezen als een kleur die
behouden blijft in het uiteindelijke
beeld (de camera kan problemen
ondervinden bij het detecteren van onverzadigde kleuren; kies
een verzadigde kleur). Om in te zoomen op het midden van het
scherm voor meer nauwkeurige kleurselectie, druk op X. Druk op
W (Q) om uit te zoomen.
Livebeeldschakelaar
Geselecteerde kleur
74 Speciale effecten
4 Kies het kleurbereik.
Druk op 1 of 3 om het bereik van
gelijkwaardige tinten te verhogen of te
verlagen die in het uiteindelijke beeld
worden vastgelegd. Kies uit waarden
tussen 1 en 7; merk op dat hogere
waarden tinten van andere kleuren
kunnen bevatten.
5 Selecteer extra kleuren.
Draai, om extra kleuren te selecteren,
aan de hoofdinstelschijf om een van de
andere drie kleurvakken bovenaan het
scherm te markeren en herhaal Stap 3
en 4 om een andere kleur te selecteren.
Herhaal, indien gewenst, voor een
derde kleur. Druk op O om selectie van de gemarkeerde kleur
ongedaan te maken (houd O ingedrukt om alle kleuren te
verwijderen. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven;
selecteer Ja).
6 Druk op J.
Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
Tijdens het fotograferen worden alleen voorwerpen van de
geselecteerde tinten in kleur vastgelegd; alle overige kleuren
worden in zwart-wit vastgelegd. Draai aan de
livebeeldschakelaar om livebeeld af te sluiten.
Kleurbereik
75Meer over fotografie
Meer over fotografie
Druk, om te kiezen hoe de sluiter wordt
ontspannen (ontspanstand), op de
I (E)-knop en markeer vervolgens de
gewenste optie en druk op J.
Een ontspanstand kiezen
Stand Beschrijving
8
Enkel beeld: De camera maakt één foto telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
!
Continu L: De camera maakt foto’s op lage snelheid terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt (0 76).
9
Continu H: De camera maakt foto’s op hoge snelheid terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt (0 76).
J
Stil ontspannen: Als voor enkel beeld, alleen met minder cameraruis
(0 78).
E Zelfontspanner: Maak foto’s met de zelfontspanner (0 79).
A Een ontspanstand kiezen met de instelschijf
De ontspanstand kan ook worden geselecteerd door de I (E)-knop
ingedrukt te houden terwijl aan de instelschijf wordt gedraaid. Ontspan de
I (E)-knop om de gemarkeerde optie te selecteren en keer terug naar het
informatiescherm.
I (E)-knop
76 Meer over fotografie
In ! In de standen (Continu L) en 9 (Continu H) maakt de
camera continu foto’s terwijl de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt.
1 Druk op de I (E)-knop.
2 Kies een continue ontspanstand.
Markeer ! (Continu L) of
9 (Continu H) en druk op J.
3 Stel scherp.
Kadreer het beeld en stel scherp.
4 Maak foto’s.
De camera maakt foto’s terwijl de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
Continu opnemen (Seriestand)
I (E)-knop
77Meer over fotografie
A Het buffergeheugen
De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat
u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden
opgeslagen. Er kunnen maximaal 100 foto’s achtereen worden gemaakt
(een uitzondering is als een sluitertijd van 4 seconden of langer is
geselecteerd in stand S of M wanneer er geen limiet is voor het aantal
opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in één serieopname). Als
de accu leeg is terwijl de buffer nog beelden bevat, wordt de ontspanknop
uitgeschakeld en worden de beelden naar de geheugenkaart overgezet.
A Beeldsnelheid
Voor informatie over het aantal foto’s dat in de continue ontspanstanden
kan worden gemaakt, zie pagina 357. Beeldsnelheden kunnen afnemen
zodra het buffergeheugen vol is of de accu bijna leeg is.
A De ingebouwde flitser
De continue ontspanstanden kunnen niet worden gebruikt in combinatie
met de ingebouwde flitser; draai de standknop naar j (0 47) of schakel de
flitser uit (0 102).
A Buffergrootte
Terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt,
geeft de opnameteller in de zoeker het
geschatte aantal beelden aan dat bij de
huidige instellingen kan worden opgeslagen in het buffergeheugen.
78 Meer over fotografie
Kies deze stand om cameraruis tot een minimum te beperken. Er
klinkt geen signaal wanneer de camera scherpstelt.
1 Druk op de I (E)-knop.
2 Selecteer J (Stil ontspannen).
Markeer J (Stil ontspannen) en druk
op J.
3 Maak foto´s.
Druk de ontspanknop volledig in om te
fotograferen.
Stil ontspannen
I (E)-knop
79Meer over fotografie
De zelfontspanner kan worden gebruikt voor zelfportretten of
groepsfoto’s waar ook de fotograaf op staat. Bevestig, voordat u
verder gaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele,
vlakke ondergrond.
1 Druk op de I (E)-knop.
2 Selecteer E (Zelfontspanner)-stand.
Markeer E (Zelfontspanner) en druk op
J.
3 Kadreer de foto.
Zelfontspannerstand
I (E)-knop
80 Meer over fotografie
4 Maak de foto.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen en druk vervolgens de knop
volledig in. Het zelfontspannerlampje
begint te knipperen en er klinkt een
signaal. Twee seconden voordat de foto
wordt gemaakt, stopt het
zelfontspannerlampje met knipperen
en volgen de geluidssignalen elkaar
sneller op. De sluiter wordt ongeveer
tien seconden na het starten van de
timer ontspannen.
Merk op dat de timer mogelijk niet start of dat er mogelijk geen foto
kan worden gemaakt als de camera niet kan scherpstellen of als er
zich andere situaties voordoen waarin de sluiter niet kan worden
ontspannen. Schakel de camera uit om de timer te stoppen zonder
een foto te maken.
A De zoeker afdekken
Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto
verschijnt of de belichting verstoort, raden we u aan de zoeker af te dekken
met uw hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje
(0 322) bij het maken van foto’s zonder uw oog tegen de zoeker te
houden. Om het kapje te bevestigen, verwijder de rubberen oogschelp (q)
en plaats het kapje zoals aangeduid (w). Houd de camera stevig vast terwijl
u de oculairdop verwijdert.
Rubberen oogschelp Oculairkapje
81Meer over fotografie
A De ingebouwde flitser gebruiken
Druk, voordat een foto met flitslicht wordt gemaakt, in standen waarbij het
is vereist dat de flitser handmatig wordt opgeklapt, op de M (Y)-knop om
de flitser op te klappen en wacht tot de M-aanduiding wordt weergegeven
in de zoeker (0 54). Het fotograferen wordt onderbroken als de flitser
wordt opgeklapt nadat de zelfontspanner is gestart.
A Persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner)
Voor informatie over het kiezen van de zelfontspannerduur en het aantal
gemaakte foto's, zie Persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner; 0 241).
82 Meer over fotografie
Scherpstelling kan automatisch (zie hieronder) of handmatig
worden aangepast (0 95). Ook kan de gebruiker het scherpstelpunt
voor automatisch of handmatig scherpstellen (0 90) selecteren, of
gebruik scherpstelvergrendeling om de compositie van foto’s na
het scherpstellen te wijzigen (0 93).
Scherpstelstand
De volgende scherpstelstanden kunnen worden geselecteerd
tijdens zoekerfotografie:
Merk op dat AF-S en AF-C alleen beschikbaar zijn in de standen P, S, A
en M.
Scherpstelling
Optie Beschrijving
AF-A
Automatische
servo-AF
De camera selecteert automatisch enkelvoudige
servo-autofocus als het onderwerp stilstaat,
continue servo-autofocus als het onderwerp
beweegt. De sluiter kan alleen worden
ontspannen als de camera in staat is om scherp te
stellen.
AF-S
Enkelvoudige
servo-AF
Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelling
vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. De sluiter kan alleen worden
ontspannen als de camera in staat is om scherp te
stellen.
AF-C
Continue
servo-AF
Voor bewegende onderwerpen. De camera stelt
continu scherp terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Bij standaardinstellingen kan de sluiter
alleen worden ontspannen als de camera kan
scherpstellen, maar kan Persoonlijke instelling a1
(Selectie AF-C-prioriteit, 0 235) worden
gewijzigd om de sluiter de mogelijkheid te geven
op elk gewenst moment te ontspannen.
MF
Handmatige
scherpstelling
Stel handmatig scherp (0 95).
83Meer over fotografie
De volgende scherpstelstanden zijn beschikbaar in livebeeld:
Merk op dat fulltime-servo-AF niet beschikbaar is in de standen U, '
en (.
Optie Beschrijving
AF-S
Enkelvoudige
servo-AF
Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelling
vergrendelt wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt. U kunt ook scherpstellen door
uw onderwerp in de monitor aan te raken,
waarna scherpstelling vergrendelt totdat u uw
vinger van het scherm haalt om de foto te
maken.
AF-F Fulltime servo-AF
Voor bewegende onderwerpen. De camera stelt
continu scherp totdat de ontspanknop wordt
ingedrukt. Scherpstelling vergrendelt wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt. U kunt
ook scherpstellen door uw onderwerp in de
monitor aan te raken, waarna scherpstelling
vergrendelt totdat u uw vinger van het scherm
haalt om de foto te maken.
MF
Handmatige
scherpstelling
Stel handmatig scherp (0 95).
84 Meer over fotografie
❚❚ De scherpstelstand kiezen
Volg de onderstaande stappen om de scherpstelstand te kiezen.
1 Geef de opties voor de scherpstelstand
weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
de huidige scherpstelstand in het
informatiescherm en druk op J.
2 Kies een scherpstelstand.
Markeer een scherpstelstand en druk op J.
Zoekerfotografie Livebeeld
Zoekerfotografie Livebeeld
P-knop
85Meer over fotografie
A Anticiperende scherpstelling
In de AF-C-stand of wanneer continue servo-autofocus is geselecteerd in de
AF-A-stand tijdens zoekerfotografie, zal de camera anticiperende
scherpstelling in werking stellen als het onderwerp in de richting van de
camera beweegt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Hierdoor
kan de camera de scherpstelling opsporen terwijl deze probeert in te
schatten waar het onderwerp zich zal bevinden wanneer de sluiter wordt
ontspannen.
D Continue servo-autofocus
Wanneer Scherpstelling is geselecteerd voor Persoonlijke instelling a1
(Selectie AF-C-prioriteit; 0 235) en de camera bevindt zich in de AF-C-
stand of continue servo-autofocus is geselecteerd in de AF-A-stand, dan
geeft de camera hogere prioriteit aan scherpstellen (heeft een breder
scherpstelbereik) dan in de AF-S-stand en wordt de sluiter mogelijk al
ontspannen voordat de scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
A De AF-hulpverlichting
Als het onderwerp slecht belicht is, zal de
AF-hulpverlichting automatisch gaan
branden ter ondersteuning van de
scherpstelling wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt (er zijn een aantal
beperkingen van toepassing; 0 342). Merk
op dat de lamp heet kan worden wanneer
deze meerdere keren na elkaar wordt
gebruikt en automatisch zal uitschakelen na
een periode van continu gebruik om de lamp
te beschermen. Na een korte pauze wordt de normale functie hervat.
AF-hulpverlichting
86 Meer over fotografie
A Goede resultaten verkrijgen met autofocus
Autofocus werkt niet goed onder de hieronder vermelde omstandigheden.
De ontspanknop wordt mogelijk uitgeschakeld als de camera onder deze
omstandigheden niet kan scherpstellen, of wordt de scherpstelaanduiding
(I) mogelijk weergegeven en laat de camera een signaal horen, waardoor
de sluiter wordt ontspannen zelfs wanneer het onderwerp niet scherp in
beeld is. Stel in deze gevallen handmatig scherp (0 95) of gebruik
scherpstelvergrendeling (0 93) om op een ander onderwerp op dezelfde
afstand scherp te stellen en pas vervolgens de compositie van de foto aan.
Er is weinig tot geen contrast tussen het onderwerp en
de achtergrond.
Voorbeeld: Het onderwerp heeft dezelfde kleur als de
achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat voorwerpen op verschillende
afstanden van de camera.
Voorbeeld: Het onderwerp bevindt zich in een kooi.
Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige
geometrische patronen.
Voorbeeld: Lamellen of een rij vensters in een
flatgebouw.
Het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
contrasterende helderheid.
Voorbeeld: Het onderwerp bevindt zich half in de
schaduw.
Voorwerpen op de achtergrond zijn groter dan het
onderwerp.
Voorbeeld: Achter het onderwerp staat een gebouw in
beeld.
Het onderwerp bevat veel fijne details.
Voorbeeld: Een veld met bloemen of andere
onderwerpen die klein zijn of weinig variatie in
helderheid hebben.
87Meer over fotografie
AF-veldstand
Kies hoe het scherpstelpunt voor autofocus wordt geselecteerd. De
volgende opties zijn beschikbaar tijdens zoekerfotografie:
Optie Beschrijving
c Enkelpunts AF
Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelpunt
wordt handmatig geselecteerd; camera stelt
alleen scherp op onderwerp in geselecteerd
scherpstelpunt.
J
Dynamisch veld-
AF (9 pt)
Gebruik voor niet-stilstaande onderwerpen. In de
scherpstelstanden AF-A en AF-C selecteert de
gebruiker het scherpstelpunt met behulp van de
multi-selector (0 90), maar stelt de camera
scherp op basis van informatie van omliggende
scherpstelpunten zodra het onderwerp het
geselecteerde punt kortstondig verlaat. Het
aantal scherpstelpunten varieert afhankelijk van
de geselecteerde stand:
Dynamisch veld-AF (9 punten): Kies deze optie
wanneer er tijd is om de compositie van de foto
samen te stellen of bij het fotograferen van
onderwerpen die voorspelbaar bewegen (bijv.
hardlopers of raceauto’s op een parcours).
Dynamisch veld-AF (21 punten): Kies deze optie bij het
fotograferen van onderwerpen die
onvoorspelbaar bewegen (bijv. spelers op een
voetbalveld).
Dynamisch veld-AF (39 punten): Kies deze optie bij het
fotograferen van onderwerpen die snel bewegen
en moeilijk in beeld te houden zijn (bijv. vogels).
K
Dynamisch veld-
AF (21 pt)
L
Dynamisch veld-
AF (39 pt)
88 Meer over fotografie
Merk op dat de AF-veldstanden d (dynamisch veld) en f (3D-
tracking) niet beschikbaar zijn wanneer AF-S is geselecteerd als
scherpstelstand.
f 3D-tracking
In de scherpstelstanden AF-A en AF-C selecteert de
gebruiker het scherpstelpunt met behulp van de
multi-selector (0 90). Als het onderwerp
beweegt nadat de camera heeft scherp gesteld,
gebruikt de camera 3D-tracking om een nieuw
scherpstelpunt te selecteren en houd deze de
scherpstelling vergrendeld op het
oorspronkelijke onderwerp terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
e
Automatisch veld-
AF
Camera detecteert automatisch het onderwerp
en selecteert het scherpstelpunt.
A 3D-Tracking
Haal uw vinger van de ontspanknop als het onderwerp de zoeker verlaat en
stel de compositie van de foto opnieuw samen met het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt. Wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt, worden de kleuren in het gebied rond het scherpstelpunt in de
camera opgeslagen. Hierdoor levert 3D-tracking mogelijk niet het
gewenste resultaat op bij onderwerpen die dezelfde kleur hebben als de
achtergrond of die een zeer klein deel van het beeld in beslag nemen.
Optie Beschrijving
89Meer over fotografie
In andere standen dan i, j en ( kunnen de volgende
AF-veldstanden worden geselecteerd in livebeeld:
Optie Beschrijving
6
Gezichtprioriteit-
AF
Gebruik voor
portretten. De camera
detecteert en stelt
automatisch scherp;
het geselecteerde
onderwerp wordt
aangeduid door een
dubbele gele rand (bij het detecteren van
meerdere gezichten stelt de camera scherp op het
dichtstbijzijnde onderwerp; gebruik de multi-
selector om een ander onderwerp te kiezen). Als de
camera het onderwerp niet langer kan detecteren
(bijvoorbeeld omdat het onderwerp zich van de
camera heeft afgekeerd), wordt de rand niet langer
weergegeven.
7 Breedveld-AF
Gebruik voor het uit de
hand fotograferen van
landschappen en
andere situaties
zonder personen.
8 Normaal veld-AF
Gebruik om
nauwkeurig scherp te
stellen op een
geselecteerd punt in
het beeld. Een statief
wordt aanbevolen.
90 Meer over fotografie
Merk op dat AF met meevolg. scherpstelling niet beschikbaar is in
de standen %, U, ' en 3.
9
AF met meevolg.
scherpst.
Gebruik de multi-
selector om het
scherpstelpunt boven
uw onderwerp te
plaatsen en druk op J
om het volgen te
starten. Het
scherpstelpunt volgt het geselecteerde onderwerp
als deze door het beeld beweegt. Druk nogmaals
op J om het volgen te beëindigen. Merk op dat de
camera mogelijk niet in staat is onderwerpen te
volgen als deze snel bewegen, het beeld verlaten
of worden bedekt door andere voorwerpen,
zichtbaar in grootte, kleur of helderheid
veranderen of te klein, te groot, te helder, te
donker zijn of dezelfde kleur of helderheid hebben
als de achtergrond.
A Handmatige scherpstelpuntselectie
De multi-selector kan worden gebruikt om het scherpstelpunt te
selecteren. Behalve in AF met meevolg. scherpstelling wordt bij het
indrukken van J tijdens scherpstelpuntselectie het middelste
scherpstelpunt geselecteerd. In AF met meevolgende scherpstelling wordt
bij het indrukken van J in plaats daarvan onderwerp volgen gestart.
Handmatige scherpstelpuntselectie is niet beschikbaar in de automatisch
veld-AF.
Optie Beschrijving
91Meer over fotografie
❚❚ De AF-veldstand kiezen
Volg de onderstaande stappen om de AF-veldstand te kiezen.
1 Geef de opties voor AF-veldstand
weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
de huidige AF-veldstand in het
informatiescherm en druk op J.
2 Kies een AF-veldstand.
Markeer een optie en druk op J.
Zoekerfotografie Livebeeld
Zoekerfotografie Livebeeld
A AF-veldstand
Selecties voor AF-veldstand gemaakt in andere opnamestanden dan P, S, A
of M worden teruggezet wanneer een andere opnamestand wordt
geselecteerd.
P-knop
92 Meer over fotografie
D Autofocus gebruiken in livebeeld
De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met
teleconverters (0 305). Merk op dat in livebeeld autofocus trager is en de
monitor helderder of donkerder kan worden terwijl de camera scherpstelt.
Het scherpstelpunt wordt soms groen weergegeven wanneer de camera
niet in staat is om scherp te stellen. De camera kan mogelijk niet
scherpstellen in de volgende situaties:
Het onderwerp bevat lijnen die parallel lopen met de lange rand van het
beeld
Het onderwerp heeft te weinig contrast
Het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
contrasterende helderheid, of het onderwerp wordt verlicht door spots of
neonreclame, of door een andere lichtbron met een wisselende
helderheid.
Bij tl-verlichting, kwikdamplampen, natriumdamplampen of
vergelijkbare verlichting verschijnen flikkeringen of banden
Er wordt een sterfilter of een ander speciaal filter gebruikt
Het onderwerp lijkt kleiner dan het scherpstelpunt
Het onderwerp wordt gedomineerd door regelmatige geometrische
patronen (bijv. jaloezieën of een rij ramen in een wolkenkrabber)
Het onderwerp beweegt
93Meer over fotografie
Scherpstelvergrendeling
Scherpstelvergrendeling kan worden gebruikt om de compositie te
wijzigen na scherpstellen in de scherpstelstanden AF-A, AF-S en AF-C
(0 82), zodat het mogelijk is om op een onderwerp scherp te stellen
dat zich niet in een scherpstelpunt zal bevinden in de uiteindelijke
compositie. Als de camera niet in staat is scherp te stellen met
behulp van autofocus (0 86), kan scherpstelvergrendeling
bovendien worden gebruikt om de compositie van de foto opnieuw
samen te stellen na het scherpstellen op een ander onderwerp dat
zich op dezelfde afstand bevindt als uw oorspronkelijke onderwerp.
Scherpstelvergrendeling geeft het beste resultaat wanneer een
andere optie dan e (Automatisch veld-AF) is geselecteerd voor
AF-veldstand (0 87).
1 Stel scherp.
Plaats het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om
de scherpstelling te activeren. Controleer of de
scherpstelaanduiding (I) in de zoeker (zoekerfotografie)
verschijnt of dat het scherpstelpunt groen kleurt (livebeeld).
Zoekerfotografie Livebeeld
A Vergrendeling automatische belichting
Het indrukken van de A (L)-knop in Stap 2 vergrendelt ook de belichting
(0 130).
94 Meer over fotografie
2 Vergrendel de scherpstelling.
Scherpstelstanden AF-A en AF-C
(zoekerfotografie): Druk, met de
ontspanknop half ingedrukt (q) op de
A (L)-knop (w) om scherpstelling te
vergrendelen. Scherpstelling blijft
vergrendeld terwijl de A (L)-knop
wordt ingedrukt, zelfs als u later uw
vinger van de ontspanknop haalt.
AF-S (zoekerfotografie) en livebeeld: Scherpstelling vergrendelt
automatisch en blijft vergrendeld totdat u uw vinger van de
ontspanknop haalt. Scherpstelling kan ook worden vergrendeld
door op de A (L)-knop te drukken (zie hierboven).
3 Pas de compositie aan en maak de foto.
Scherpstelling blijft vergrendeld tussen opnamen als
u de ontspanknop half ingedrukt houdt of houd de
A (L)-knop ingedrukt, zodat er meerdere foto’s na
elkaar kunnen worden gemaakt bij dezelfde scherpstelinstelling.
Verander de afstand tussen de camera en het onderwerp niet
terwijl de scherpstelvergrendeling actief is. Als het onderwerp
beweegt, stel dan opnieuw scherp bij de nieuwe afstand.
Zoekerfotografie Livebeeld
Ontspanknop
A (L)-knop
95Meer over fotografie
Handmatige scherpstelling
Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer
autofocus niet beschikbaar is of niet de gewenste resultaten
produceert (0 86).
1 Selecteer handmatige scherpstelling.
Als het objectief is voorzien van een schakelaar voor de A-M-,
M/A-M- of A/M-M-stand, schuif dan de schakelaar naar M.
Als het objectief niet over een schakelaar voor de
scherpstelstand beschikt, selecteer MF (handmatige
scherpstelling) voor Scherpstelstand (0 82).
2 Stel scherp.
Om handmatig scherp te stellen, pas de
scherpstelring van het objectief aan
totdat het weergegeven beeld op het
doorzichtige matglas in de zoeker
scherp in beeld is. Er kunnen op elk
gewenst moment foto's worden
gemaakt, zelfs wanneer het beeld niet
scherp is.
A AF-P-objectieven
Wanneer een AF-P-objectief (0 305) wordt gebruikt in de stand
handmatige scherpstelling, zal de scherpstelaanduiding (I) knipperen in
de zoeker (of in livebeeld zal het scherpstelpunt knipperen in de monitor)
om te waarschuwen dat het verder draaien aan de scherpstelring in de
huidige richting het onderwerp niet scherp in beeld brengt.
Schakelaar A-M-stand Schakelaar M/A-M-stand
96 Meer over fotografie
❚❚ De elektronische afstandsmeter (Zoekerfotografie)
De zoekerbeeldscherpte-aanduiding kan
worden gebruikt om te controleren of het
onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt scherp in beeld is (het
scherpstelpunt kan worden geselecteerd
uit een van de 39 scherpstelpunten). Druk,
na het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt te hebben geplaatst, de ontspanknop half in en
draai aan de scherpstelring van het objectief tot de
scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven. Merk op dat bij de
onderwerpen die worden vermeld op pagina 86, de
scherpstelaanduiding in sommige gevallen ook wordt
weergegeven wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is;
controleer de scherpstelling in de zoeker alvorens te fotograferen.
A Handmatige scherpstelling selecteren met de camera
Als het objectief M/A (autofocus met
handcorrectie) of A/M (autofocus met
handmatige handcorrectie/AF-prioriteit)
ondersteunt, kan handmatige scherpstelling
ook worden geselecteerd door de
scherpstelstand van de camera op
MF (handmatige scherpstelling; 0 82) in te
stellen. De scherpstelling kan vervolgens handmatig worden aangepast,
ongeacht de stand die voor het objectief is geselecteerd.
A Filmvlakpositie
Meet vanaf de filmvlakmarkering (E) op de
camerabody om de afstand tussen uw
onderwerp en de camera te bepalen. De
afstand tussen het
objectiefbevestigingsvlak en het filmvlak
bedraagt 46,5 mm.
Filmvlakmarkering
46,5 mm
97Meer over fotografie
A Livebeeld
Druk op de knop X om in te zoomen voor
nauwkeurige scherpstelling in livebeeld
(0 53).
X-knop
98 Meer over fotografie
De beeldkwaliteit en het beeldformaat bepalen samen hoeveel
ruimte elke foto in beslag neemt op de geheugenkaart. Grotere
afbeeldingen met een hogere kwaliteit kunnen op groot formaat
worden afgedrukt maar vereisen tevens meer geheugen, wat
betekent dat er minder van dergelijke foto's op de geheugenkaart
kunnen worden opgeslagen (0 387).
Beeldkwaliteit
Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit).
Beeldkwaliteit en -formaat
Optie
Bestan
dstype
Beschrijving
NEF (RAW) +
JPEG Fijn
NEF/
JPEG
Er worden twee afbeeldingen vastgelegd: één NEF
(RAW)-afbeelding en één JPEG-afbeelding met de
kwaliteit Fijn.
NEF (RAW) +
JPEG Normaal
Er worden twee afbeeldingen vastgelegd: één NEF
(RAW)-afbeelding en één JPEG-afbeelding met de
kwaliteit Normaal.
NEF (RAW) +
JPEG Basis
Er worden twee afbeeldingen vastgelegd: één NEF (RAW)-
afbeelding en één basiskwaliteit JPEG-afbeelding.
NEF (RAW) NEF
Onbewerkte gegevens van de beeldsensor worden
zonder extra bewerking opgeslagen. Instellingen zoals
witbalans en contrast kunnen na de opname worden
aangepast.
JPEG Fijn
JPEG
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een
compressieverhouding van ruwweg 1 : 4 (fijne kwaliteit).
JPEG Normaal
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een
compressieverhouding van ruwweg 1 : 8 (normale
kwaliteit).
JPEG Basis
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een
compressieverhouding van ruwweg 1 : 16 (basiskwaliteit).
A NEF (RAW) + JPEG
Als foto’s gemaakt met de instellingen NEF (RAW) + JPEG op de camera
worden bekeken, wordt alleen de JPEG-afbeelding weergegeven. Wanneer
foto’s gemaakt bij deze instellingen worden verwijderd, worden zowel
NEF- als JPEG-afbeeldingen verwijderd.
99Meer over fotografie
1 Geef de opties voor beeldkwaliteit
weer.
Druk op de P-knop, markeer
vervolgens de huidige beeldkwaliteit in
het informatiescherm en druk op J.
2 Kies een bestandstype.
Markeer een optie en druk op J.
A NEF (RAW)-afbeeldingen
Het selecteren van NEF (RAW) voor Beeldkwaliteit stelt Beeldformaat in
op Groot (0 100). Witbalansbracketing (0 151), hoog dynamisch bereik
(HDR, 0 138) en Datumstempel (0 243) zijn niet beschikbaar bij
beeldkwaliteitsinstellingen NEF (RAW) of NEF (RAW) + JPEG.
A NEF (RAW)-afbeeldingen naar andere formaten converteren
JPEG-kopieën van NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen worden gecreëerd met
behulp van de optie NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu
(0 280) of met software zoals Capture NX-D (0 210).
P-knop
Informatiescherm
100 Meer over fotografie
Beeldformaat
Beeldformaat wordt gemeten in pixels. Kies uit # Groot, $ Middel
of % Klein:
1 Geef de opties voor beeldformaat
weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
het huidige beeldformaat in het
informatiescherm en druk op J.
2 Kies een beeldformaat.
Markeer een optie en druk op J.
Beeldformaat Formaat (pixels) Afdrukformaat (cm)
*
# Groot 6.000 × 4.000 50,8 × 33,9
$ Middel 4.496 × 3.000 38,1 × 25,4
% Klein 2.992 × 2.000 25,3 × 16,9
* Geschat formaat bij een afdruk van 300 dpi. Het afdrukformaat in inches is
gelijk aan het beeldformaat in pixels gedeeld door de printerresolutie in
dots per inch (dpi; 1 inch = circa 2,54 cm).
P-knop
Informatiescherm
101Meer over fotografie
De camera biedt ondersteuning voor verschillende flitsstanden
voor het fotograferen van slecht verlichte of met tegenlicht
verlichte onderwerpen.
Automatische pop-up-standen
In de standen i, k, p, n, o, s, w, S, T, U en ' klapt de
ingebouwde flitser automatisch op en flitst indien nodig.
1 Kies een flitsstand.
Houd de M (Y)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf tot de
gewenste flitsstand in het informatiescherm verschijnt.
2 Maak foto´s.
Indien nodig klapt de flitser
op wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt en flitst
wanneer er een foto wordt
gemaakt. Als de flitser niet
automatisch opklapt, probeer
de flitser dan
NIET handmatig op te klappen. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan de flitser beschadigen.
De ingebouwde flitser gebruiken
M (Y)-knop Instelschijf Informatiescherm
+
102 Meer over fotografie
❚❚ Flitsstanden
De volgende flitsstanden zijn beschikbaar:
No (automatisch): Wanneer er weinig licht is of bij tegenlicht
klapt de flitser automatisch op wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt en flitst indien nodig. Niet beschikbaar in de o-
stand.
Njo (automatisch + rode-ogenreductie): Gebruik voor
portretten. De flitser klapt op en flitst indien nodig, maar voordat
deze flitst gaat het lampje van de rode-ogenreductie branden om
het effect van “rode ogen” te verminderen. Niet beschikbaar in de
o-stand.
Njr (automatisch met lange sluitertijd + rode-
ogenreductie): zoals voor automatisch met rode-ogenreductie,
maar worden er lange sluitertijden gebruikt om
achtergrondverlichting vast te leggen. Gebruik voor portretten
die ‘s nachts of bij weinig licht zijn gemaakt. Beschikbaar in
o-stand.
Nr (automatisch met lange sluitertijd): Lange sluitertijden
worden gebruikt om achtergrondverlichting in foto’s vast te
leggen die ‘s nachts of bij weinig licht zijn gemaakt. Beschikbaar
in o-stand.
j (flitser uit): De flitser flitst niet.
A Het informatiescherm
De flitsstand kan ook in het informatiescherm
worden geselecteerd (0 6).
103Meer over fotografie
Handmatige pop-up-standen
In de standen P, S, A, M en 0 moet de flitser handmatig worden
opgeklapt. De flitser flitst niet als deze niet is opgeklapt.
1 Klap de flitser op.
Druk op de M (Y)-knop om de flitser op
te klappen.
2 Kies een flitsstand (alleen standen P, S, A en M).
Houd de M (Y)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf tot de
gewenste flitsstand in het informatiescherm verschijnt.
3 Maak foto´s.
De flitser flitst wanneer u een foto maakt.
M (Y)-knop Instelschijf Informatiescherm
M (Y)-knop
+
111Meer over fotografie
Voer het volgende uit om het aantal intervallen te kiezen:
Voer het volgende uit om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen:
Door het selecteren van Aan kan de camera de belichting
aanpassen aan de vorige opname in andere standen dan M
(merk op dat gelijkmatige belichting alleen in werking treedt in
stand M als automatische instelling voor ISO-gevoeligheid aan
is).
Markeer Aantal malen en druk
op 2.
Kies het aantal intervallen en
druk op J.
Markeer Gelijkmatige
belichting en druk op 2.
Markeer een optie en druk op J.
112 Meer over fotografie
3 Start de opname.
Markeer Starten en druk op J. De
eerste opname wordt op de
geselecteerde starttijd gemaakt, of na
circa 3 sec. als Nu werd geselecteerd
voor Startopties in Stap 2. De opname
wordt voortgezet bij het geselecteerde interval tot alle foto’s zijn
gemaakt; terwijl de opname bezig is, knippert het
toegangslampje van de geheugenkaart bij regelmatige
intervallen. Omdat sluitertijd en de benodigde tijd voor het
vastleggen van het beeld op de geheugenkaart per opname
verschillen, kunnen intervallen worden overgeslagen als de
camera nog steeds bezig is met het vastleggen van het vorige
interval; kies een interval langer dan de langst verwachte
sluitertijd. Als het fotograferen niet kan worden voortgezet bij de
huidige instellingen (als bijvoorbeeld “Bulb” of “Time (Tijd)” als
sluitertijd is geselecteerd in opnamestand M, het interval nul is of
de starttijd begint in minder dan een minuut), dan wordt in de
monitor een waarschuwing weergegeven.
113Meer over fotografie
❚❚ Intervalfotografie pauzeren
Intervalfotografie kan worden gepauzeerd tussen intervallen door
op J te drukken. Voer het volgende uit om de opname te
hervatten:
Nu starten
Op een specifiek tijdstip starten
❚❚ Intervalopname beëindigen
Om intervalfotografie te beëindigen en normaal opnemen te
hervatten voordat alle foto’s zijn gemaakt, pauzeer de opname en
selecteer Uit in het intervalmenu.
Markeer Herstarten en
druk op J.
Voor Startopties,
markeer Startdatum en
starttijd kiezen en druk
op 2.
Kies een startdatum en
tijd en druk op J.
Markeer Herstarten en
druk op J.
114 Meer over fotografie
❚❚ Geen foto
De camera slaat het huidige interval over als één van de volgende
situaties zich gedurende acht seconden of langer voordoet nadat
het interval had moeten starten: de foto voor het vorige interval
moet nog worden gemaakt, de geheugenkaart is vol of de camera
kan niet scherpstellen (AF-S, AF-A met enkelvoudige servo-AF
geselecteerd, of AF-C met Scherpstelling geselecteerd voor
Persoonlijke instelling a1 Selectie AF-C-prioriteit; merk op dat de
camera vóór elke opname opnieuw scherpstelt). De opname wordt
hervat bij het volgende interval.
D Onvoldoende geheugen
Als de geheugenkaart vol is, blijft de intervaltimer actief maar worden er
geen foto’s gemaakt. Hervat het opnemen (0 113) na het verwijderen van
een aantal foto’s of het uitzetten van de camera en het plaatsen van een
andere geheugenkaart.
A De zoeker afdekken
Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt, in de foto
verschijnt of de belichting verstoort, is het raadzaam dat u de zoeker afdekt
met uw hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje
(0 322) voordat foto’s worden gemaakt zonder uw oog tegen de zoeker
(0 80).
A Overige instellingen
Instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens intervalfotografie.
Ongeacht de geselecteerde ontspanstand maakt de camera één foto bij
elke interval; in stand J maakt de camera minder ruis. Bracketing (0 151)
en hoog dynamisch bereik (HDR; 0 138) kunnen niet worden gebruikt.
A Intervalfotografie onderbreken
Zet de camera uit of draai de standknop naar een nieuwe instelling om de
intervalopnamen te onderbreken. De monitor terugzetten naar de
opslagpositie onderbreekt niet de intervalopnamen.
115Meer over fotografie
De hieronder vermelde camera-
instellingen en die op pagina 117
kunnen naar de
standaardwaarden worden
teruggezet door de G- en R-
knoppen samen ingedrukt te
houden gedurende meer dan
twee seconden (deze knoppen
zijn gemarkeerd met een groene stip). Het informatiescherm
schakelt kortstondig uit terwijl de instellingen worden teruggezet.
❚❚ Instellingen toegankelijk vanuit het informatiescherm
Standaardinstellingen herstellen
Optie Standaard 0
Beeldkwaliteit JPEG Normaal 98
Beeldformaat Groot 100
Automatische bracketing
P, S, A, M Uit 151
HDR (hoog dynam. bereik)
P, S, A, M Uit 138
Actieve D-Lighting
P, S, A, M Automatisch 136
Witbalans
P, S, A, M Automatisch
1
140
ISO-gevoeligheid
P, S, A, M 100
107
Andere opnamestanden Automatisch
Instellingen Picture Control
P, S, A, M Ongewijzigd
2
158
1 Fijnafstelling wordt ook teruggezet.
2 Alleen huidige Picture Control.
G-knop R-knop
116 Meer over fotografie
Scherpstelstand
Zoeker
Andere opnamestanden dan % AF-A 82
Livebeeld/film AF-S 83
AF-veldstand
Zoeker
n, x, 0, 1, 2, 3 Enkelpunts AF
87
m, w Dynamisch veld-AF (39 pt)
i, j, k, l, p, o, r, s, t, u, v, y, z, S,
T, U, ', 3, P, S, A, M
Automatisch veld-AF
Livebeeld/film
k, l, p, o, s, t, u, v, x, y, z Gezichtprioriteit-AF
89m, r, w, %, S, T, U, ', 3, 1, 2, 3, P, S, A, M Breedveld-AF
n, 0 Normaal veld-AF
Lichtmeting
P, S, A, M Matrixmeting 128
Flitsstand
i, k, p, n, w, S, T, ' Automatisch
102,
104
o Automatisch met lange sluitertijd
s Automatisch + rode-ogenreductie
U Flitser uit
P, S, A, M Invulflits
Flitscorrectie
h, P, S, A, M Uit 134
Belichtingscorrectie
h, %, P, S, A, M Uit 132
Optie Standaard 0
117Meer over fotografie
❚❚ Overige instellingen
Optie Standaard 0
NEF (RAW)-opname 14-bits 227
Belichtingsvertragingsstand Uit 241
Ontspanstand
m, w Continu H
75
Andere opnamestanden Enkel beeld
Scherpstelpunt Midden 90
AE/AF-vergrendeling vast
Andere opnamestanden dan i en j Uit 254
Flexibel programma
P Uit 120
Stand speciale effecten
U
Omtrekken 70
'
Levendigheid 0
71
Vignettering 0
(
Oriëntatie Landschap
72
Breedte Normaal
3
Kleur Uit
73
Kleurbereik 3
118 Standen P, S, A en M
Standen P, S, A en M
De standen P, S, A en M bieden verschillende
regelniveaus voor sluitertijd en diafragma:
Sluitertijd en diafragma
Stand Beschrijving
P
Automatisch
programma (0 119)
Aanbevolen voor snapshots en in andere
situaties met weinig tijd voor het aanpassen
van de camera-instellingen. Camera stelt
sluitertijd en diafragma in voor optimale
belichting.
S
Sluitertijdvoorkeuze
(0 121)
Gebruik om bewegingen te bevriezen of
onscherp te maken. Gebruiker kiest
sluitertijd; camera selecteert diafragma voor
de beste resultaten.
A
Diafragmavoorkeuze
(0 122)
Gebruik om achtergrond onscherp te maken
of om zowel voorgrond als achtergrond
scherp in beeld te brengen. Gebruiker kiest
diafragma; camera selecteert sluitertijd voor
de beste resultaten.
M Handmatig (0 123)
Gebruiker stelt zowel sluitertijd als diafragma
in. Stel sluitertijd in op “Bulb” of “Time (Tijd)”
voor lange tijdopnamen.
119Standen P, S, A en M
Stand P (Automatisch programma)
Deze stand wordt aanbevolen
voor snapshots of wanneer u
sluitertijd en diafragma door de
camera wilt laten bepalen. De
camera past automatisch
sluitertijd en diafragma aan
voor optimale belichting in de
meeste situaties.
Draai de standknop naar P om te fotograferen in de stand
automatisch programma.
Standknop
120 Standen P, S, A en M
A Flexibel programma
In stand P kunnen verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma
worden geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (“flexibel
programma”). Draai de schijf naar rechts voor grote diafragma’s (lage f-
waarden) en korte sluitertijden, naar links voor kleine diafragma’s (hoge f-
waarden) en lange sluitertijden. Alle combinaties leveren dezelfde
belichting op.
Draai naar rechts om achtergronddetails
onscherp te maken of bewegingen te
bevriezen.
Instelschijf
Draai naar links om scherptediepte te vergroten
of bewegingen onscherp te maken.
Terwijl flexibel programma actief is, verschijnt
er een U (R)-aanduiding in de zoeker en het
informatiescherm. Om de
standaardinstellingen voor sluitertijd en
diafragma te herstellen, draai aan de instelschijf
totdat de aanduiding niet langer wordt
weergegeven of schakel de camera uit.
121Standen P, S, A en M
Stand S (Sluitertijdvoorkeuze)
In deze stand kunt u zelf de sluitertijd regelen: kies korte
sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”, lange sluitertijden om
bewegingen te suggereren door bewegende voorwerpen onscherp
te maken. De camera past automatisch sluitertijd en diafragma aan
voor een optimale belichting.
Kies als volgt een sluitertijd:
1 Draai de standknop naar S.
2 Kies een sluitertijd.
Draai aan de instelschijf om de gewenste sluitertijd te kiezen:
draai naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor
langere sluitertijden.
Korte sluitertijden (bijv.
1
/1.600 sec.)
bevriezen bewegingen.
Lange sluitertijden (bijv. 1 sec.) maken
bewegingen onscherp.
Standknop
Instelschijf
122 Standen P, S, A en M
Stand A (Diafragmavoorkeuze)
In deze stand kunt u het diafragma aanpassen om de
scherptediepte te regelen (de afstand voor of achter het
hoofdonderwerp dat scherp in beeld lijkt te worden gebracht). De
camera past automatisch de sluitertijd aan voor een optimale
belichting.
Kies als volgt een diafragma:
1 Draai de standknop naar A.
2 Kies een diafragma.
Draai de instelschijf naar links voor grotere diafragma’s (lage f-
waarden), naar rechts voor kleinere diafragma’s (hogere f-
waarden).
Grote diafragma’s (lage f-waarden,
bijv. f/5.6) maken details voor en achter
het hoofdonderwerp onscherp.
Kleine diafragma’s (hoge f-waarden,
bijv. f/22) brengen de voorgrond en
achtergrond scherp in beeld.
Standknop
Instelschijf
123Standen P, S, A en M
Stand M (Handmatig)
In de handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma.
Sluitertijden “Bulb” en “Time (Tijd)” zijn beschikbaar voor lange
tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of
vuurwerk (0 125).
1 Draai de standknop naar M.
Standknop
124 Standen P, S, A en M
2 Kies diafragma en sluitertijd.
Controleer de belichtingsaanduiding (zie onder) en pas
sluitertijd en diafragma aan. Sluitertijd wordt geselecteerd door
aan de instelschijf te draaien (naar rechts voor kortere
sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden). Om het
diafragma aan te passen, houd de E (N)-knop ingedrukt terwijl
aan de instelschijf wordt gedraaid (naar links voor grotere
diafragma’s/lagere f-waarden en naar rechts voor kleinere
diafragma’s/hogere f-waarden).
Sluitertijd
Instelschijf
Diafragma
E (N)-knop Instelschijf
A De belichtingsaanduiding
Als er een CPU-objectief is bevestigd (0 305) en er een andere sluitertijd
dan “Bulb” of “Time (Tijd)” is geselecteerd, toont de belichtingsaanduiding
in de zoeker en het informatiescherm of de foto onder- of overbelicht zou
zijn bij de huidige instellingen.
Optimale belichting Onderbelicht met
1
/3 LW
Overbelicht met meer dan
2 LW
125Standen P, S, A en M
Lange tijdopnamen (Alleen stand M)
Selecteer de volgende sluitertijden
voor lange tijdopnamen van
bewegend licht, de sterren,
nachtlandschappen of vuurwerk.
Bulb (A): De sluiter blijft open
zolang als de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt.
Gebruik een statief of een
optionele draadloze
afstandsbediening (0 323) of afstandsbedieningskabel (0 324)
om onscherpte te voorkomen.
Time (Tijd) (&): Start de belichting met behulp van de
ontspanknop op de camera of met een afstandsbedieningskabel
of draadloze afstandsbediening. De sluiter blijft open of totdat de
knop voor de tweede keer wordt ingedrukt.
Monteer, voordat u verder gaat, de camera op een statief of plaats
deze op een stabiele, vlakke ondergrond. Om te voorkomen dat
licht dat via de zoeker binnenvalt, in de foto verschijnt of de
belichting verstoort, is het raadzaam dat u de zoeker afdekt met uw
hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje
(0 322) voordat foto’s worden gemaakt zonder uw oog tegen de
zoeker (0 80). Gebruik een volledig opgeladen accu om te
voorkomen dat de stroom uitvalt voordat de opname is voltooid.
Merk op dat er ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of
waas) kan optreden in lange tijdopnamen. Heldere vlekken en waas
kunnen worden verminderd door Aan te kiezen voor Ruisonderdr.
lange tijdopname in het opnamemenu (0 230).
Sluitertijd: A (belichting van 35
seconden; 0 126)
Diafragma: f/25
126 Standen P, S, A en M
❚❚ Bulb
1 Draai de standknop naar M.
2 Kies de sluitertijd.
Draai aan de instelschijf om sluitertijd
Bulb te kiezen (A).
3 Maak de foto.
Druk na het scherpstellen de ontspanknop op de camera,
optionele draadloze afstandsbediening of
afstandsbedieningskabel volledig in. Haal uw vinger van de
ontspanknop zodra de opname is voltooid.
Standknop
Instelschijf
127Standen P, S, A en M
❚❚ Time (Tijd)
1 Draai de standknop naar M.
2 Kies de sluitertijd.
Draai de instelschijf naar links om
sluitertijd “Time (Tijd)” te kiezen (&).
3 Open de sluiter.
Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop op de camera of een
afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening
volledig in.
4 Sluit de sluiter.
Herhaal de bewerking uitgevoerd in Stap 3.
Standknop
Instelschijf
128 Standen P, S, A en M
Lichtmeting
Kies hoe de camera de belichting instelt.
1 Geef opties voor lichtmeting weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
de huidige lichtmeetmethode in het
informatiescherm en druk op J.
Belichting
Methode Beschrijving
L Matrixmeting
Produceert natuurlijke resultaten in de meeste
situaties. De camera meet een breed gebied van het
beeld en stelt de belichting in overeenkomstig de
verdeling van toonwaarden, kleur, compositie en
afstand.
M
Centrumgerichte
meting
Klassieke meting voor portretten. Camera meet
gehele beeld maar kent grootste nadruk toe aan
middengebied. Aanbevolen bij het gebruik van filters
met een belichtingsfactor (filterfactor) van meer dan
1×.
N Spotmeting
Kies deze stand om er zeker van te zijn dat het
onderwerp correct wordt belicht, zelfs wanneer de
achtergrond veel lichter of donkerder is. Camera meet
huidig scherpstelpunt; gebruik om onderwerpen te
meten die zich niet in het midden bevinden.
P-knop
Informatiescherm
129Standen P, S, A en M
2 Kies een lichtmeetmethode.
Markeer een optie en druk op J.
A Spotmeting
Als e (Automatisch veld-AF) is geselecteerd voor AF-veldstand tijdens
zoekerfotografie (0 87), dan meet de camera het middelste
scherpstelpunt.
130 Standen P, S, A en M
Vergrendeling automatische belichting
Gebruik vergrendeling automatische belichting om de compositie
van foto’s te wijzigen na het gebruik van M (Centrumgerichte
meting) en N (Spotmeting) om de belichting te meten; merk op
dat vergrendeling automatische belichting niet beschikbaar is in de
stand i of j.
1 Vergrendel de belichting.
Plaats het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt en druk
de ontspanknop half in. Druk, met de
ontspanknop half ingedrukt en het
onderwerp in het scherpstelpunt
geplaatst, op de A (L)-knop om de
belichting te vergrendelen.
Terwijl belichtingsvergrendeling actief
is, verschijnt de aanduiding AE-L in de
zoeker en de monitor.
2 Pas de compositie van de
foto aan.
Houd de A (L)-knop
ingedrukt, pas de compositie
van de foto aan en maak de
foto.
Ontspanknop
A (L)-knop
131Standen P, S, A en M
A Sluitertijd en diafragma aanpassen
Zolang de belichting is vergrendeld, kunnen de volgende instellingen
worden aangepast zonder dat dit van invloed is op de gemeten
belichtingswaarde:
Stand Instelling
Automatisch programma
Sluitertijd en diafragma (flexibel
programma; 0 120)
Sluitertijdvoorkeuze Sluitertijd
Diafragmavoorkeuze Diafragma
De lichtmeetmethode zelf kan niet worden gewijzigd terwijl
belichtingsvergrendeling actief is.
132 Standen P, S, A en M
Belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de belichting aan te passen
van de waarde die door de camera wordt aangeraden, zodat foto’s
lichter of donkerder worden (0 358). In het algemeen maken
positieve waarden het hoofdonderwerp lichter terwijl negatieve
waarden het hoofdonderwerp donkerder maken. Dit geeft het
meeste effect wanneer gebruikt met M (Centrumgerichte meting)
of N (Spotmeting) (0 128).
Om een waarde voor belichtingscorrectie te kiezen, houd de E (N)-
knop ingedrukt en draai aan de instelschijf totdat de gewenste
waarde in de zoeker of het informatiescherm is geselecteerd.
–1 LW Geen
belichtingscorrectie
+1 LW
E (N)-knop Instelschijf Informatiescherm
–0,3 LW +2 LW
+
133Standen P, S, A en M
Normale belichting kan worden hersteld door flitscorrectie op ±0 in
te stellen. Met uitzondering van stand h en % wordt
belichtingscorrectie niet teruggezet wanneer de camera wordt
uitgeschakeld (in stand h en % wordt belichtingscorrectie
teruggezet wanneer een andere stand wordt geselecteerd of de
camera wordt uitgeschakeld).
A Het informatiescherm
Opties voor belichtingscorrectie zijn eveneens
toegankelijk vanuit het informatiescherm
(0 12).
A Stand M
In de stand M is belichtingscorrectie alleen van invloed op de
belichtingsaanduiding.
A Het gebruik van een flitser
Bij het gebruik van een flitser heeft belichtingscorrectie zowel invloed op
de achtergrondbelichting als de flitssterkte.
A Bracketing
Voor informatie over het automatisch afwisselen van de belichting
gedurende een opnamereeks, zie pagina 151.
134 Standen P, S, A en M
Flitscorrectie
Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte aan te passen van
het niveau dat wordt aangeraden door de camera, waardoor de
helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de
achtergrond verandert. De flitssterkte kan worden verhoogd om het
hoofdonderwerp lichter te laten lijken, of worden verlaagd om
ongewenste hoge lichten of weerkaatsingen te voorkomen (0 360).
Houd de M (Y)- en E (N)-knoppen ingedrukt en draai aan de
instelschijf totdat de gewenste waarde in de zoeker of het
informatiescherm is geselecteerd. In het algemeen maken positieve
waarden het hoofdonderwerp lichter terwijl negatieve waarden het
hoofdonderwerp donkerder maken. De normale flitssterkte kan
worden hersteld door de flitscorrectie op ±0 in te stellen. Met
uitzondering van stand h wordt flitscorrectie niet teruggezet
wanneer de camera wordt uitgeschakeld (in stand h wordt
flitscorrectie teruggezet wanneer een andere stand wordt
geselecteerd of de camera wordt uitgeschakeld).
M (Y)-knop
Instelschijf Informatiescherm
E (N)-knop
0,3 LW +1 LW
+
137Standen P, S, A en M
2 Kies een optie.
Markeer een optie en druk op J
(0 359).
D Actieve D-Lighting
Bij sommige onderwerpen kunt u mogelijk onregelmatige schaduwen
rond heldere objecten waarnemen of kransen rond donkere voorwerpen.
Actieve D-Lighting is niet beschikbaar voor films.
A Actieve D-Lighting” versus “D-Lighting
Actieve D-Lighting past de belichting voorafgaand aan de opname aan
om zo het dynamische bereik te optimaliseren, terwijl de optie D-Lighting
in het retoucheermenu (0 285) schaduwen in beelden na de opname
helderder maakt.
A Bracketing
Voor informatie over het automatisch afwisselen van Actieve D-Lighting
tijdens een opnamereeks, zie pagina 151.
138 Standen P, S, A en M
High Dynamic Range (HDR)
High Dynamic Range (HDR) combineert twee opnamen om zo een
enkel beeld te vormen dat een breed scala aan tinten, van
schaduwen tot hoge lichten vastlegt, zelfs bij onderwerpen met een
hoog contrast. HDR werkt het best in combinatie met
L (Matrixmeting) (0 128). Het kan niet worden gebruikt voor het
vastleggen van NEF (RAW)-afbeeldingen. Terwijl HDR actief is, kan
de flitser niet worden gebruikt en is continu opnemen niet
beschikbaar.
1 Geef opties voor HDR (hoog
dynamisch bereik) weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
HDR (hoog dynamisch bereik) in het
informatiescherm en druk op J.
Eerste opname
(donkerder)
Tweede opname
(helderder)
Gecombineerd HDR-
beeld
+
P-knop
Informatiescherm
139Standen P, S, A en M
2 Kies een optie.
Markeer v Automatisch, 2 Extra
hoog, S Hoog, T Normaal,
U Laag of 6 Uit en druk op J.
Wanneer er een andere optie dan
6 Uit is geselecteerd, wordt u in de
zoeker weergegeven.
3 Kadreer, stel scherp en maak de foto.
De camera maakt twee opnamen
wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt. “l u” knippert in
de zoeker terwijl de beelden worden
gecombineerd; er kunnen geen foto’s worden gemaakt voordat
het vastleggen is voltooid. Na het maken van de foto schakelt
HDR automatisch uit; draai de standknop naar een andere
instelling dan P, S, A of M om HDR uit te schakelen voordat de
opname begint.
D HDR-foto’s kadreren
De randen van het beeld worden mogelijk uitgesneden. De gewenste
resultaten worden mogelijk niet behaald als de camera of het onderwerp
beweegt tijdens het vastleggen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen.
Afhankelijk van het onderwerp is het effect mogelijk niet zichtbaar,
verschijnen er mogelijk schaduwen rondom heldere objecten of
verschijnen er mogelijk halo’s rondom donkere objecten. Er kunnen
onregelmatige schaduwen in combinatie met bepaalde onderwerpen
zichtbaar zijn.
140 Standen P, S, A en M
Witbalans zorgt ervoor dat kleuren niet worden beïnvloed door de
kleur van de lichtbron. Voor de meeste lichtbronnen wordt
automatische witbalans aanbevolen; afhankelijk van het type bron
kunnen, indien nodig, andere waarden worden geselecteerd:
1 Geef witbalansopties weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
de huidige witbalansinstelling in het
informatiescherm en druk op J.
Witbalans
Optie Beschrijving
v Automatisch
Automatische aanpassing witbalans. Aanbevolen
voor de meeste situaties.
J Gloeilamplicht Gebruik bij gloeilampverlichting.
I Tl-licht
Gebruik met de lichtbronnen die op pagina 141 zijn
vermeld.
H Direct zonlicht
Gebruik voor onderwerpen die worden verlicht door
direct zonlicht.
N Flitslicht Gebruik met de flitser.
G Bewolkt Gebruik bij daglicht onder een bewolkte hemel.
M Schaduw
Gebruik bij daglicht met onderwerpen in de
schaduw.
L
Handmatige
voorinstelling
Meet witbalans of kopieer witbalans vanaf een
bestaande foto (0 145).
P-knop
Informatiescherm
141Standen P, S, A en M
2 Kies een optie voor witbalans.
Markeer een optie en druk op J.
A Het opnamemenu
Witbalans kan worden geselecteerd met
behulp van de optie Witbalans in het
opnamemenu (0 223), welke bovendien kan
worden gebruikt voor het verder verfijnen van
de witbalans (0 143) of het meten van een
waarde voor witbalansvoorinstelling (0 145).
De optie I Tl-licht in het menu Witbalans kan
worden gebruikt om de lichtbron te selecteren
uit de rechts getoonde lampsoorten.
A Navigatie aanraakmenu
Tik eenmaal op een optie in het witbalansmenu om deze te markeren en
nogmaals om te selecteren en geef een menu met lampsoorten (I Tl-licht)
weer of keer terug naar het opnamemenu.
142 Standen P, S, A en M
A Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per
beeldweergavescherm en andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is
een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, die wordt
gedefinieerd als de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten
worden verhit om licht met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl
lichtbronnen met een kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.500 K er
wit uitzien, beschikken lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur,
zoals gloeilamplicht, een enigszins gele of rode zweem. Lichtbronnen met
een hogere kleurtemperatuur hebben een blauwe zweem.
“Warmere” (meer rode) kleuren “Koelere” (meer blauwe) kleuren
q
I (natriumdamplampen): 2.700 K
w
J (gloeilamplicht)/ I (warm wit tl-licht): 3.000 K
e
I (wit tl-licht): 3.700 K
r
I (koel wit tl-licht): 4.200 K
t
I (dag wit tl-licht): 5.000 K
y
H (direct zonlicht): 5.200 K
u
N (flitslicht): 5.400 K
i
G (bewolkt): 6.000 K
o
I (daglicht tl-licht): 6.500 K
!0
I (kwikdamp op hoge temp.): 7.200 K
!1
M (schaduw): 8.000 K
Opmerking: Alle getallen zijn benaderingen.
A Bracketing
Voor informatie over het automatisch afwisselen van witbalansinstellingen
betreffende een opnamereeks, zie pagina 151.
3000 4000 5000 6000 8000 10000 [
K
]
q w retyui o!0 !1
143Standen P, S, A en M
Fijnafstelling witbalans
De instelling van de witbalans kan verder worden verfijnd om
variaties in de kleur van de lichtbron te corrigeren of om een foto
opzettelijk een kleurzweem te geven. Witbalans wordt verder
verfijnd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu.
1 Geef de opties voor fijnafstelling weer.
Markeer een gewenste witbalansoptie
en druk op 2 (als Tl-licht is
geselecteerd, markeer het gewenste
lichttype en druk op 2; merk op dat
fijnafstelling niet beschikbaar is voor
Handmatige voorinstelling).
2 Stel witbalans fijn af.
Gebruik de multi-selector om de
witbalans fijn af te stellen. Witbalans kan
verder worden verfijnd op de as amber
(A)–blauw (B) in stappen van 0,5 en de
as groen (G)–magenta (M) in stappen
van 0,25. De horizontale as (amber-
blauw) komt overeen met de
kleurtemperatuur, terwijl de verticale as
(groen-magenta) vergelijkbare effecten
heeft als de overeenkomstige kleurcorrectiefilters (CC). De
horizontale as is gelinieerd in stappen die equivalent zijn aan
circa 5 mired, de verticale as in stappen van circa 0,05 diffuse
dichtheidseenheden.
3 Sla wijzigingen op en sluit af.
Druk op J.
Coördinaten
Aanpassing
144 Standen P, S, A en M
A Fijnafstelling witbalans
De kleuren op de assen voor fijnafstelling zijn relatief, niet absoluut. Als de
cursor bijvoorbeeld naar B (blauw) wordt verplaatst wanneer een “warme”
instelling zoals J (gloeilamplicht) is geselecteerd, zullen de foto’s iets
“kouder” maar niet blauw worden.
A Aanraak-fijnafstelling
Om een optie fijn af te stellen in het witbalansmenu met behulp van het
aanraakscherm, tik eenmaal op de optie om deze te markeren en tik
vervolgens op de 2 Aanpas.-knop om de fijnafstellingweergave te
bekijken. Om een waarde te kiezen, tik op de coördinatenweergave of de
pictogrammen u, v, x of y. Tik op 0 OK om naar het opnamemenu terug
te keren zodra witbalans naar tevredenheid is aangepast.
A “Mired”
Elke aanpassing in kleurtemperatuur produceert een groter kleurverschil
bij lage kleurtemperaturen dan bij hogere kleurtemperaturen. Een
wijziging van bijvoorbeeld 1.000 K produceert een veel grotere
kleurverandering bij 3.000 K dan bij 6.000 K. Mired, berekend door de
inverse van de kleurtemperatuur te vermenigvuldigen met 10
6
, is een
kleurtemperatuurmeting die rekening houdt met dergelijke variaties en
wordt zodanig als unit gebruikt in correctiefilters voor kleurtemperatuur.
Bijv.:
4.000 K–3.000 K (een verschil van 1.000 K) = 83 mired
7.000 K–6.000 K (een verschil van 1.000 K) = 24 mired
145Standen P, S, A en M
Handmatige voorinstelling
U kunt handmatige voorinstelling gebruiken om aangepaste
witbalansinstellingen op te slaan en om opnamen bij verschillende
soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te
corrigeren. Er zijn twee methoden beschikbaar voor het instellen
van de witbalansvoorinstelling:
❚❚ Een waarde meten voor witbalansvoorinstelling
1 Belicht een referentievoorwerp.
Plaats een neutraal grijs of wit voorwerp in het licht dat voor de
uiteindelijke foto wordt gebruikt.
2 Geef witbalansopties weer.
Markeer Witbalans in het
opnamemenu en druk op 2 om
witbalansopties weer te geven. Markeer
Handmatige voorinstelling en druk op
2.
3 Selecteer Meten.
Markeer Meten en druk op 2.
Methode Beschrijving
Meten
Een neutraal grijs of wit voorwerp wordt geplaatst in het licht
dat voor de uiteindelijke foto zal worden gebruikt en de
witbalans wordt door de camera gemeten (zie onder).
Gebruik foto
De witbalans wordt van foto naar geheugenkaart gekopieerd
(0 149).
146 Standen P, S, A en M
4 Selecteer Ja.
Het rechts getoonde menu wordt
weergegeven; markeer Ja en druk op J.
De camera gaat naar de stand voor
vooringestelde meting.
Wanneer de camera klaar is om de
witbalans te meten, verschijnt een
knipperende D (L) in de zoeker en
het informatiescherm.
5 Meet de witbalans.
Voordat de aanduidingen stoppen met
knipperen, kadreer het
referentievoorwerp zodat de zoeker
wordt gevuld en druk de ontspanknop
volledig in. Er wordt geen foto vastgelegd; witbalans kan
nauwkeurig worden gemeten, zelfs wanneer de camera niet is
scherpgesteld.
147Standen P, S, A en M
6 Controleer de resultaten.
Als de camera een waarde voor
witbalans kon meten, wordt de rechts
getoonde melding weergegeven en
knippert a in de zoeker en keert de
camera terug naar de opnamestand.
Druk de ontspanknop half in om
onmiddellijk naar de opnamestand
terug te keren.
Als het te donker of te licht is, is de
camera mogelijk niet in staat de
witbalans te meten. Er verschijnt een
bericht in het informatiescherm en
verschijnt er een knipperende b a in
de zoeker. Keer terug naar Stap 5 en
meet de witbalans opnieuw.
148 Standen P, S, A en M
D Voorinstelling witbalans meten
Als er geen handelingen worden uitgevoerd terwijl de weergaveschermen
knipperen, wordt de stand voor direct meten beëindigd op het tijdstip dat
is geselecteerd voor Persoonlijke instelling c2 (Timers automatisch uit;
0 240).
D Voorinstelling witbalans
De camera kan slechts één waarde tegelijk voor witbalansvoorinstelling
opslaan; de bestaande waarde wordt vervangen wanneer een nieuwe
waarde wordt gemeten. Merk op dat de belichting automatisch wordt
verhoogd met 1 LW bij het meten van de witbalans; pas bij het fotograferen
in stand M de belichting aan, zodat de belichtingsaanduiding ±0 aangeeft
(0 124).
A Andere methoden voor het meten van voorinstelling witbalans
Druk enkele seconden op J om na het selecteren van de
witbalansvoorinstelling in het informatiescherm (0 140) de stand voor het
meten van de voorinstelling (zie boven) te selecteren. Als witbalans aan de
Fn-knop (0 252) is toegewezen, kan de stand voor het meten van de
witbalansvoorinstelling worden geactiveerd door de Fn-knop enkele
seconden na het selecteren van witbalansvoorinstelling ingedrukt te
houden met de Fn-knop en instelschijf.
A Grijskaarten
Voor meer nauwkeurige resultaten, meet witbalans met behulp van een
standaard grijskaart.
149Standen P, S, A en M
❚❚ Witbalans van een foto kopiëren
Volg de onderstaande stappen om een waarde voor witbalans van
een foto naar de geheugenkaart te kopiëren.
1 Selecteer Handmatige voorinstelling.
Markeer Witbalans in het
opnamemenu en druk op 2 om
witbalansopties weer te geven. Markeer
Handmatige voorinstelling en druk op
2.
2 Selecteer Gebruik foto.
Markeer Gebruik foto en druk op 2.
3 Kies Foto selecteren.
Markeer Foto selecteren en druk op 2
(om de resterende stappen over te slaan
en de laatst geselecteerde foto te
gebruiken voor witbalansvoorinstelling,
selecteer Deze foto).
4 Kies een map.
Markeer de map met de bronafbeelding
en druk op 2.
150 Standen P, S, A en M
5 Markeer de bronafbeelding.
Houd de knop X ingedrukt om de
gemarkeerde foto in volledig scherm
weer te geven.
6 Kopieer witbalans.
Druk op J om de witbalansvoorinstelling in te stellen op de
witbalanswaarde van de gemarkeerde foto.
151Standen P, S, A en M
Bracketing wisselt automatisch de instellingen voor belichting,
witbalans of Actieve D-Lighting (ADL) ietsjes af bij elke opname,
door “bracketing” toe te passen op de huidige waarde. Kies
bracketing in situaties waarin het moeilijk is de belichting of
witbalans in te stellen en er geen tijd is om de resultaten te
controleren en de instellingen voor elke opname aan te passen, of
om te experimenteren met verschillende instellingen voor hetzelfde
onderwerp.
1 Kies een bracketingoptie.
Markeer e2 (Inst. voor autom.
bracketing) in het menu Persoonlijke
instellingen en druk op 2.
Markeer het gewenste bracketingtype
en druk op J.
Bracketing
Optie Beschrijving
k AE-bracketing
Varieer de belichting voor een serie van drie foto’s.
Opname 1:
ongewijzigd
Opname 2:
belichting verlaagd
Opname 3:
belichting verhoogd
m Witbalansbracketing
Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, maakt
de camera drie beelden, elk met een andere witbalans.
Niet beschikbaar voor beeldkwaliteiten NEF (RAW).
! ADL-bracketing
Maak één foto met Actieve D-Lighting uitgeschakeld
en een andere bij de huidige Actieve D-Lighting-
instelling.
152 Standen P, S, A en M
2 Geef bracketingopties weer.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
de huidige bracketinginstelling en druk
op J.
3 Selecteer een stapgrootte voor
bracketing.
Markeer een stapgrootte voor
bracketing en druk op J. Kies uit
waarden tussen 0,3 en 2 LW
(AE-bracketing) of 1 tot 3
(witbalansbracketing), of selecteer ADL (ADL-bracketing).
P-knop
Informatiescherm
153Standen P, S, A en M
4 Kadreer, stel scherp en maak de foto.
AE-bracketing: De camera varieert de
belichting bij elke opname. De eerste
foto wordt bij de waarde gemaakt die
momenteel is geselecteerd voor belichtingscorrectie. De
stapgrootte voor bracketing wordt afgetrokken van de huidige
waarde in de tweede foto en toegevoegd aan de derde foto, wat
voor “bracketing” van de huidige waarde zorgt. De gewijzigde
waarden worden weergegeven in de waarden voor sluitertijd en
diafragma.
Witbalansbracketing: Elke foto wordt verwerkt om er drie kopieën
van te maken, één bij de huidige witbalansinstelling, één met
meer amber en één met meer blauw.
ADL-bracketing: De eerste foto na het activeren van bracketing
wordt vastgelegd met Actieve D-Lighting uit, de tweede bij de
huidige instelling van Actieve D-Lighting (0 136; als Actieve
D-Lighting uit is, wordt de tweede foto vastgelegd met Actieve
D-Lighting ingesteld op Automatisch).
In de standen continu hoge snelheid en continu lage snelheid wordt
de opname na elke bracketingcyclus gepauzeerd. Als de camera
wordt uitgeschakeld voordat alle foto’s in de bracketingreeks zijn
vastgelegd, dan wordt bracketing hervat vanaf de volgende foto in
de reeks zodra de camera wordt ingeschakeld.
154 Standen P, S, A en M
A De aanduiding voortgang bracketing
Tijdens AE-bracketing wordt bij elke foto de
balk uit de aanduiding voor de voortgang
van de bracketing (v > w > x)
verwijderd.
Tijdens ADL-bracketing wordt de instelling
die wordt gebruikt voor de volgende foto
onderstreept weergegeven in het
informatiescherm.
A Bracketing uitschakelen
Selecteer OFF in Stap 3 (0 152) om bracketing uit te schakelen en normaal
fotograferen te hervatten. Scherpstelling kan ook worden geannuleerd
door een reset met twee knoppen uit te voeren (0 115). Om bracketing te
annuleren voordat alle beelden zijn vastgelegd, draai de standknop naar
een andere instelling dan P, S, A of M.
A Belichtingsbracketing
De camera past de belichting aan door sluitertijd en diafragma (stand P),
diafragma (stand S) of sluitertijd (standen A en M) af te wisselen. Als Aan is
geselecteerd voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst ISO-
gevoeligheid (0 228) in de standen P, S en A, dan zal de camera de ISO-
gevoeligheid automatisch variëren voor een optimale belichting wanneer
de limieten van het camerabelichtingssysteem worden overschreden; in
stand M zal de camera eerst de automatische instelling voor ISO-
gevoeligheid gebruiken om zo dicht mogelijk bij de optimale belichting te
komen en vervolgens bracketing uitvoeren voor deze belichting door de
sluitertijd af te wisselen.
155Standen P, S, A en M
Picture Controls zijn vooraf ingestelde combinaties van
beeldverwerkingsinstellingen, bestaande uit verscherping, lokaal
contrast, helderheid, verzadiging en tint. U kunt een Picture Control
selecteren die past bij de scène, of kies instellingen die passen bij uw
creatieve wensen.
Een Picture Control selecteren
Kies een Picture Control die past bij het onderwerp of type scène.
Picture Controls
Optie Beschrijving
Q Standaard
Aanbevolen voor de meeste situaties gebruikt deze
optie standaard bewerking voor evenwichtige
resultaten.
R Neutraal
Een goede keuze voor foto’s die later zullen worden
bewerkt of geretoucheerd, gebruikt deze optie
minimale bewerking voor natuurlijke resultaten.
S Levendig
Kies deze optie voor foto’s die primaire kleuren
benadrukken. Foto’s worden verbeterd voor een
levendig fotoprint-effect.
T Monochroom Maak monochrome foto’s.
e Portret
Geeft een egaal gevoel en natuurlijke textuur van de
huid bij het verwerken van portretten.
f Landschap Voor levendige landschappen en stadsgezichten.
q Gelijkmatig
Kies voor foto’s die later uitgebreid worden bewerkt of
geretoucheerd. Details blijven behouden voor een
breed kleurtoonbereik, van hoge lichten tot
schaduwen.
156 Standen P, S, A en M
1 Geef opties voor Picture Control weer.
Druk op de P-knop, markeer
vervolgens de huidige Picture Control
en druk op J.
2 Selecteer een Picture Control.
Markeer een Picture Control en druk op
J.
A Navigatie aanraakmenu
Picture Controls kunnen ook in het opnamemenu worden geselecteerd
(0 223). Bij het kiezen van een optie uit het menu Picture Control
instellen met behulp van het aanraakscherm (0 25), tik eenmaal op de
optie om deze te markeren en nogmaals om te selecteren.
P-knop
Informatiescherm
157Standen P, S, A en M
Picture Controls aanpassen
Bestaande vooringestelde en eigen Picture Controls (0 161)
kunnen worden aangepast aan het onderwerp of aan de creatieve
wensen van de gebruiker. Kies een evenwichtige combinatie van
instellingen met behulp van Snel aanpassen of maak handmatige
aanpassingen aan individuele instellingen.
1 Selecteer een Picture Control.
Markeer Picture Control instellen in
het opnamemenu en druk op 2.
Markeer de gewenste Picture Control en
druk op 2.
2 Pas instellingen aan.
Druk op 1 of 3 om de gewenste
instelling te markeren en druk op 4 of
2 om een waarde in stappen van 1 te
kiezen, of draai aan de instelschijf om
een waarde in stappen van 0,25 te
kiezen (0 158). Herhaal deze stap totdat alle instellingen zijn
aangepast, of selecteer een vooringestelde combinatie van
instellingen met behulp van de multi-selector om Snel
aanpassen te kiezen. Standaardinstellingen kunnen worden
hersteld door op de O-knop te drukken.
3 Sla wijzigingen op en sluit af.
Druk op J.
Picture Controls waarvan de
standaardwaarden zijn gewijzigd,
worden aangeduid met een sterretje (“*”).
158 Standen P, S, A en M
❚❚ Instellingen Picture Control
Optie Beschrijving
Snel aanpassen
Verlaag of verhoog het effect van de geselecteerde
Picture Control (merk op dat hierdoor alle
handmatige aanpassingen worden hersteld). Niet
beschikbaar voor Neutraal, Monochroom,
Gelijkmatig of eigen Picture Controls (0 161).
Handmatige aanpassingen
(alle Picture Controls)
Verscherping
Bepaal de scherpte van omtreklijnen. Selecteer A
om de verscherping automatisch aan te passen aan
het type scène.
Lokaal contrast
Pas lokaal contrast handmatig aan of selecteer A om
de camera lokaal contrast automatisch aan te laten
passen. Afhankelijk van de scène kunnen er bij
bepaalde instellingen schaduwen verschijnen
rondom heldere objecten of halo’s rondom donkere
voorwerpen. Lokaal contrast wordt niet toegepast
op films.
Contrast
Pas het contrast handmatig aan of selecteer A om
de camera het contrast automatisch aan te laten
passen.
Helderheid
Verhoog of verlaag de helderheid zonder
detailverlies in hoge lichten of schaduwen.
Handmatige aanpassingen
(alleen niet-monochroom)
Verzadiging
Bepaal de levendigheid van kleuren. Selecteer A om
de verzadiging automatisch aan te passen aan het
type scène.
Tint Pas de tint aan.
Handmatige aanpassingen
(alleen monochroom)
Filtereffecten
Bootst het effect van kleurfilters op monochrome
foto’s na (0 160).
Kleurtoon
Kies de tint die wordt gebruikt in monochrome
foto’s (0 160).
159Standen P, S, A en M
D “A” (Automatisch)
De resultaten voor automatische verscherping, lokaal contrast, contrast en
verzadiging variëren afhankelijk van de belichting en de positie van het
onderwerp in het beeld.
A Schakelen tussen handmatig en automatisch
Druk op de X-knop om heen en weer te
schakelen tussen handmatige en automatische
(A) instellingen voor verscherping, lokaal
contrast, contrast en verzadiging.
A Eigen Picture Controls
Eigen Picture Controls worden gecreëerd door middel van aanpassingen
aan bestaande Picture Controls met behulp van de optie Picture Control
beheren in het opnamemenu (0 161) en kunnen worden opgeslagen op
een geheugenkaart en worden gedeeld met andere camera’s van hetzelfde
model en met compatibele software (0 163).
A Vorige instellingen
De j-aanduiding onder de waarde-aanduiding
in het instellingenmenu voor Picture Controls
duidt de vorige waarde voor de instelling aan.
Gebruik dit als referentie bij het aanpassen van
instellingen.
A Opties eigen Picture Control
De opties beschikbaar voor eigen Picture Controls zijn hetzelfde als die
waarop de eigen Picture Control was gebaseerd.
A Het aanraakscherm gebruiken
Tik, om het aanraakscherm te gebruiken voor
het aanpassen van een Picture Control in het
menu Picture Control instellen menu,
eenmaal op de Picture Control om deze te
markeren en tik vervolgens op de 2 Aanpas.-
knop om het menu, weergegeven in Stap 2 op
pagina 157, te bekijken. Tik eenmaal op een
parameter om deze te markeren en nogmaals om opties weer te geven,
gebruik vervolgens de bedieningen op het scherm om een waarde te
kiezen (de multi-selector kan niet worden gebruikt). Merk op dat het
aanraakscherm alleen voor dit doel kan worden gebruikt als Inschakelen is
geselecteerd voor Aanraakbediening.
160 Standen P, S, A en M
A Filtereffecten (Alleen Monochroom)
De opties in dit menu bootsen het effect van kleurfilters op monochrome
foto’s na. De volgende filtereffecten zijn beschikbaar:
Optie Beschrijving
Y Geel
Geeft meer contrast. Kan worden gebruikt om de
helderheid van de lucht in landschapsfoto’s te
verzachten. Oranje produceert meer contrast dan geel,
rood meer contrast dan oranje.
O Oranje
R Rood
G Groen
Verzacht huidtinten. Kan worden gebruikt voor
portretten.
A Kleurtoon (Alleen Monochroom)
Door op 3 te drukken wanneer Kleurtoon is
geselecteerd, worden de opties voor
verzadiging weergegeven. Druk op 4 of 2 om
verzadiging aan te passen in stappen van 1, of
draai aan de instelschijf om een waarde in
stappen van 0,25 te kiezen.
Verzadigingsregeling is niet beschikbaar
wanneer B&W (Z/W) (zwart-wit) is geselecteerd.
A Tekeninvoer aanraakscherm
Om te typen, tik op de letters in het toetsenbordveld (u kunt letters
selecteren door uw vinger over het scherm te schuiven: bij het aanraken
worden de letters gemarkeerd en worden in het tekstveld ingevoerd zodra
u uw vinger optilt). Om de cursor te positioneren, tik rechtstreeks in het
tekstveld of tik op de x- of y-knoppen.
161Standen P, S, A en M
Eigen Picture Controls creëren
De met de camera meegeleverde Picture Controls kunnen worden
aangepast en als eigen Picture Controls worden opgeslagen.
1 Selecteer Picture Control beheren.
Markeer Picture Control beheren in
het opnamemenu en druk op 2.
2 Selecteer Opslaan/bewerken.
Markeer Opslaan/bewerken en druk op
2.
3 Selecteer een Picture Control.
Markeer een bestaande Picture Control
en druk op 2 of druk op J om verder te
gaan naar Stap 5 om een kopie van de
gemarkeerde Picture Control op te slaan
zonder deze verder te wijzigen.
4 Bewerk de geselecteerde Picture
Control.
Zie pagina 158 voor meer informatie.
Druk op de O-knop om de wijzigingen
ongedaan te maken en start opnieuw
vanuit de standaardinstellingen. Druk
op J zodra de instellingen zijn voltooid.
162 Standen P, S, A en M
5 Selecteer een bestemming.
Markeer een bestemming voor de eigen
Picture Control (C-1 tot en met C-9) en
druk op 2.
6 Geef de Picture Control een naam.
Standaard worden nieuwe Picture
Controls benoemd door een
tweecijferig getal (automatisch
toegewezen) aan de naam van de
bestaande Picture Control toe te
voegen; ga verder naar Stap 7 om de
standaardnaam te gebruiken. Draai aan
de instelschijf om de cursor naar het
naamveld te verplaatsen. Om een
nieuwe letter bij de huidige cursorpositie in te voeren, gebruik
de multi-selector om het gewenste teken in het toetsenbordveld
te markeren en druk op J. Druk op de O-knop om het teken bij
de huidige cursorpositie te verwijderen.
Namen van eigen Picture Controls kunnen maximaal negentien
tekens lang zijn. Alle tekens na het negentiende teken worden
verwijderd.
7 Druk op X.
Druk op X om de wijzigingen op te slaan
en sluit af. De nieuwe Picture Control
verschijnt in de Picture Control-lijst.
Naamveld
Toetsenbordveld
163Standen P, S, A en M
A Picture Control beheren > Naam wijzigen
Eigen Picture Controls kunnen op elk gewenst moment van naam worden
veranderd met behulp van de optie Naam wijzigen in het menu Picture
Control beheren.
A Picture Control beheren > Wissen
De optie Wissen in het menu Picture Control beheren kan worden
gebruikt om de geselecteerde eigen Picture Controls te verwijderen
wanneer ze niet langer nodig zijn.
A Het pictogram van de originele Picture Control
De originele voorinstelling Picture Control
waarop de eigen Picture Control is gebaseerd,
wordt aangeduid door een pictogram in de
rechterbovenhoek van het
bewerkingsvenster.
A Eigen Picture Controls delen
Het item Laden/opslaan in het menu Picture
Control beheren bevat de hieronder
vermelde opties. Gebruik deze opties om
eigen Picture Controls naar en van
geheugenkaarten te kopiëren. Eenmaal
gekopieerd naar geheugenkaarten kunnen
Picture Controls met andere camera’s of
compatibele software worden gebruikt.
Kopiëren naar camera: Kopieer eigen Picture Controls van de geheugenkaart
naar eigen Picture Controls C-1 tot en met C-9 op de camera en geef ze
naar wens een naam.
Wissen van kaart: Wis geselecteerde eigen Picture Controls van de
geheugenkaart.
Kopiëren naar kaart: Kopieer een eigen Picture Control (C-1 tot en met C-9)
van de camera naar een geselecteerde bestemming (1 tot en met 99) op
de geheugenkaart.
Pictogram origineel
Picture Control
164 Films opnemen en bekijken
Films opnemen en bekijken
Films kunnen worden opgenomen in livebeeldstand.
1 Draai aan de livebeeldschakelaar.
Het beeld door het objectief wordt in de
monitor weergegeven.
2 Stel scherp.
Kadreer de beginopname en stel scherp.
Merk op dat het aantal te detecteren
onderwerpen in gezichtsprioriteit-AF
afneemt tijdens filmopname.
Films opnemen
D Het 0-pictogram
Een 0-pictogram (0 11) duidt aan dat er
geen films kunnen worden opgenomen.
A Voordat u gaat opnemen
Als u een type E of PC-E NIKKOR-objectief
(0 305, 307) gebruikt, kunt u het
diafragma kiezen voor standen A en M
tijdens livebeeld (0 122, 123).
Livebeeldschakelaar
165Films opnemen en bekijken
3 Start het opnemen.
Druk op de filmopnameknop om het
opnemen te starten. Een
opnameaanduiding en de beschikbare
tijd worden in de monitor
weergegeven. Geluid wordt
opgenomen via de ingebouwde
microfoon (0 2); let op dat de
microfoon niet wordt afgedekt tijdens
de opname. Uitgezonderd in de
standen i en j kan de belichting
worden vergrendeld door op de
A (L)-knop te drukken (0 130) of (in
onderwerpstand en standen h, P, S
en A en %) worden aangepast met
maximaal ±3 LW in stappen van
1
/
3 LW
door op de E (N)-knop te drukken en
aan de instelschijf te draaien (0 132; merk op dat afhankelijk van
de helderheid van het onderwerp, wijzigingen aan de belichting
geen zichtbaar effect kunnen hebben).
4 Beëindig de opname.
Druk nogmaals op de filmopnameknop om het opnemen te
beëindigen. De opname eindigt automatisch wanneer de
maximale lengte is bereikt, de geheugenkaart vol is, een andere
stand is geselecteerd of de monitor is gesloten (het sluiten van
de monitor beëindigt niet de opname op televisies of andere
externe schermen).
5 Beëindig livebeeld.
Draai aan de livebeeldschakelaar om livebeeld te beëindigen.
Filmopnameknop
Resterende tijd
Opnameaanduiding
166 Films opnemen en bekijken
De P-knop
Wanneer filmaanduidingen worden
weergegeven door op de R-knop te
drukken in livebeeldstand, dan zijn de
volgende instellingen toegankelijk door op
de P-knop te drukken:
Filmbeeldformaat/kwaliteit (0 168)
Microfoon (0 169)
Witbalans (0 140)
Belichtingscorrectie (0 132)
*
Picture Control (0 155)
Onderdrukking windruis (0 169)
Scherpstelstand (0 82)
AF-veldstand (0 87)
* ISO-gevoeligheid wordt weergegeven in plaats
van belichtingscorrectie als Aan is geselecteerd voor Filminstellingen >
Handmatige filminstellingen (0 169) in stand M.
A Foto’s maken tijdens de filmopname
Druk voor het beëindigen van de filmopname, het maken van een foto en
terugkeren naar livebeeld, de ontspanknop volledig in en houd de knop in
deze positie totdat de sluiter wordt ontspannen. De aanraaksluiter (0 19)
kan niet worden gebruikt om foto’s te maken tijdens filmopname.
A Maximale lengte
De maximale lengte voor individuele filmbestanden bedraagt 4 GB (voor
maximale opnametijden, zie 168); merk op dat afhankelijk van de
schrijfsnelheid van de geheugenkaart de opname mogelijk eindigt voordat
deze lengte is bereikt (0 324).
P-knop
167Films opnemen en bekijken
D Films opnemen
Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen zichtbaar zijn in de monitor
en in de uiteindelijke film onder tl-licht of lampen met kwikdamp of
natriumlampen, of met onderwerpen die in beweging zijn, vooral als de
camera horizontaal wordt gepand of een voorwerp op hoge snelheid
horizontaal door het beeld beweegt (voor informatie over het verminderen
van flikkeringen en banden, zie Flikkerreductie; 0 268). Er kunnen ook
gekartelde randen, kleurranden, moiré en heldere vlekken zichtbaar zijn. Er
kunnen heldere gebieden of banden verschijnen in bepaalde delen van het
beeld met knipperende tekens en andere met tussenpozen verschijnende
lichtbronnen of als het onderwerp kort wordt verlicht door een
stroboscooplicht of andere heldere, kortstondige lichtbron. Richt de
camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne
schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
De camera kan zowel video als geluid opnemen; dek de microfoon niet af
tijdens het opnemen. Merk op dat de ingebouwde microfoon mogelijk
geluiden van het objectief opneemt tijdens autofocus en vibratiereductie.
Er kan geen flitslicht worden gebruikt tijdens een filmopname.
Ongeacht de geselecteerde meetmethode wordt matrixmeting gebruikt.
Sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden automatisch aangepast, tenzij Aan
is geselecteerd voor Handmatige filminstellingen (0 169) en de camera
zich in de M-stand bevindt.
168 Films opnemen en bekijken
Filminstellingen
Gebruik de optie Filminstellingen in het opnamemenu (0 170) om
de volgende instellingen aan te passen.
Beeldformaat/beeldsnelheid en Filmkwaliteit: De maximale
lengte varieert afhankelijk van de geselecteerde opties.
Filmkwaliteit Beeldformaat/beeldsnelheid
1
Maximale lengte
2
Hoge kwaliteit
L 1920×1080; 60p
10 min.
M 1920×1080; 50p
N 1920×1080; 30p
20 min.
O 1920×1080; 25p
P 1920×1080; 24p
Q 1280× 720; 60p
R 1280× 720; 50p
Normaal
t 1920×1080; 60p
20 min.
u 1920×1080; 50p
r 1920×1080; 30p
29 min. 59 sec.
s 1920×1080; 25p
k 1920×1080; 24p
l 1280× 720; 60p
o 1280× 720; 50p
1 Vermelde waarde. Werkelijke beeldsnelheden voor 60p, 50p, 30p, 25p en 24p zijn respectievelijk
59,94, 50, 29,97, 25 en 23,976 bps.
2 Films opgenomen in de stand miniatuureffect zijn bij het afspelen maximaal drie minuten lang.
169Films opnemen en bekijken
Microfoon: Schakel de ingebouwde of optionele
stereomicrofoon (0 170, 323) in of uit, of pas de
microfoongevoeligheid aan. Kies Automatische gevoeligheid
om de gevoeligheid automatisch aan te passen, Microfoon uit
om geluidsopname uit te schakelen; om de
microfoongevoeligheid handmatig te selecteren, selecteer
Handmatige gevoeligheid en kies een gevoeligheid.
Onderdrukking windruis: Selecteer Aan om het
laagdoorlaatfilter voor de ingebouwde microfoon in te schakelen
(optionele stereomicrofoons blijven onaangetast; 0 170, 323),
zodat ruis geproduceerd door wind die over de microfoon waait
wordt verlaagd (merk op dat ook andere geluiden kunnen
worden beïnvloed). Onderdrukking windruis voor optionele
stereomicrofoons kunnen worden in- of uitgeschakeld met
behulp van de microfoonbediening.
Handmatige filminstellingen: Kies Aan om handmatige
aanpassingen aan sluitertijd en ISO-gevoeligheid mogelijk te
maken wanneer de camera zich in stand M bevindt. Sluitertijd kan
worden ingesteld op waarden met een snelheid van
1
/4.000 sec.; de
langst beschikbare snelheid varieert afhankelijk van de
beeldsnelheid:
1
/30 sec. voor beeldsnelheden van 24p, 25p en
30p,
1
/50 sec. voor 50p en
1
/60 sec. voor 60p. Als sluitertijd niet in
dit bereik ligt wanneer livebeeld start, zal deze automatisch op de
ondersteunde waarde worden ingesteld en blijft op deze waarde
wanneer livebeeld eindigt. Merk op dat de ISO-gevoeligheid op
de geselecteerde waarde is ingesteld; de camera past ISO-
gevoeligheid niet automatisch aan wanneer Aan is geselecteerd
voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst ISO-
gevoeligheid in het opnamemenu (0 228).
170 Films opnemen en bekijken
1 Selecteer Filminstellingen.
Markeer Filminstellingen in het
opnamemenu en druk op 2.
2 Kies filmopties.
Markeer het gewenste item en druk op
2, markeer vervolgens een optie en
druk op J.
A Een externe microfoon gebruiken
Optionele stereomicrofoons kunnen worden gebruikt om ruis te
verminderen, veroorzaakt door objectieftrilling die wordt opgenomen
tijdens autofocus.
A HDMI
Wanneer de camera op een HDMI-videoapparaat wordt aangesloten, zal
het videoapparaat het beeld door het objectief weergeven. Als het
apparaat HDMI-CEC ondersteunt, selecteer Uit voor de optie HDMI >
Apparaatbesturing in het setup-menu (0 219) alvorens te fotograferen in
livebeeld.
171Films opnemen en bekijken
De camera maakt automatisch foto's bij de geselecteerde
intervallen om een geluidloze time-lapse-film te maken met behulp
van de opties die momenteel zijn geselecteerd voor Beeldformaat/
beeldsnelheid en Filmkwaliteit onder Filminstellingen in het
opnamemenu (0 168).
1 Selecteer Time-lapse-film.
Markeer Time-lapse-film in het
opnamemenu en druk op 2 om time-
lapse-filminstellingen weer te geven.
Time-lapse-films
A Voor aanvang van de opname
Time-lapse-films worden opgenomen met behulp van de filmuitsnede;
maak vóór het opnemen van een time-lapse-film eerst een testopname bij
de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor. Kies voor
samenhangende kleuren een andere witbalansinstelling dan automatisch
(0 140).
Gebruik van een statief wordt aanbevolen. Monteer de camera op een
statief voordat de opname start. Gebruik, om er zeker van te zijn dat de
opname niet wordt onderbroken, een optionele lichtnetadapter en
stroomaansluiting of een volledig opgeladen accu. Om te voorkomen dat
licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op de belichting van foto’s,
dekt u de zoeker af met uw handen of bevestig het optionele oculairkapje
van de zoeker (0 80).
172 Films opnemen en bekijken
2 Pas time-lapse-filminstellingen aan.
Kies een interval, totale opnameduur en gelijkmatige
belichtingsoptie.
Om het interval tussen beelden te kiezen:
Om de totale opnameduur te kiezen:
Markeer Interval en druk op 2. Kies een interval dat langer is dan
de langst geanticipeerde sluitertijd
(minuten en seconden)
en druk op J.
Markeer Opnameduur
en druk op 2.
Kies opnameduur (maximaal
7 uur en 59 minuten) en druk
op J.
173Films opnemen en bekijken
Om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen:
Het selecteren van Aan verzacht abrupte veranderingen in
belichting in andere standen dan M (merk op dat gelijkmatige
belichting alleen in werking treedt in stand M als automatische
instelling voor ISO-gevoeligheid in het opnamemenu is
ingeschakeld).
3 Start de opname.
Markeer Starten en druk op J. De
opname start na ongeveer 3 sec. De
camera maakt foto’s bij het
geselecteerde interval voor de
geselecteerde opnameduur. Zodra
voltooid worden de time-lapse-films vastgelegd op de
geheugenkaart.
Markeer Gelijkmatige belichting
en druk op 2.
Markeer een optie en druk op J.
A De lengte van de definitieve film berekenen
Het totaal aantal beelden in de definitieve film
kan worden berekend door de opnameduur te
delen door het interval en naar boven toe af te
ronden. De lengte van de definitieve film kan
dan worden berekend door het aantal
opnamen te delen door de beeldsnelheid
geselecteerd voor Beeldformaat/
beeldsnelheid in het opnamemenu (0 168).
Een film van 48 beelden opgenomen bij
1920×1080; 24p zal bijvoorbeeld ongeveer
twee seconden lang zijn. De maximumlengte
voor time-lapse-films is 20 minuten.
Opgenomen lengte/
maximale lengte
Beeldformaat/
beeldsnelheid
Geheugenkaart-
aanduiding
179Films opnemen en bekijken
3 Selecteer Kies begin-/eindpunt.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
Kies begin-/eindpunt en druk op 2.
4 Selecteer Beginpunt.
Om een kopie te creëren die begint
vanaf het huidige beeld, markeer
Beginpunt en druk op J. De beelden
voor het huidige beeld worden
verwijderd zodra u de kopie opslaat in
Stap 9.
Beginpunt
P-knop
180 Films opnemen en bekijken
5 Bevestig het nieuwe beginpunt.
Als het gewenste beeld momenteel niet
wordt weergegeven, druk op 4 of 2
om vooruit of achteruit te gaan (draai de
instelschijf één stop om 10 sec. vooruit
of achteruit te gaan).
6 Kies eindpunt.
Druk op A (L) -knop om van het beginpunt (w) naar het
eindpunt (x) selectiegereedschap over te schakelen en selecteer
vervolgens het eindbeeld zoals beschreven in Stap 5. De beelden
na het geselecteerde beeld worden verwijderd zodra u de kopie
opslaat in Stap 9.
7 Maak de kopie.
Druk op 1 zodra het gewenste beeld wordt weergegeven.
8 Bekijk een voorbeeld van de film.
Om een voorbeeld van de kopie te
bekijken, markeer Voorbeeld en druk
op J (druk op 1 om het voorbeeld te
onderbreken en terug te keren naar het
optiemenu voor opslaan). Markeer, om
de huidige kopie te annuleren en een nieuw beginpunt of
eindpunt te selecteren zoals beschreven op de voorgaande
pagina’s, Annuleren en druk op J; om de kopie op te slaan, ga
verder naar Stap 9.
Eindpunt
181Films opnemen en bekijken
9 Sla de kopie op.
Markeer Opslaan als nieuw bestand en
druk op J om de kopie als een nieuw
bestand op te slaan. Om het originele
filmbestand te vervangen voor de
bewerkte kopie, markeer Bestaand
bestand vervangen en druk op J.
D Films bijsnijden
Films moeten ten minste twee seconden lang zijn. De kopie zal niet worden
opgeslagen als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de
geheugenkaart.
Kopieën hebben dezelfde aanmaaktijd en -datum als het origineel.
A Begin- en eindopnamen verwijderen
Om alleen de openingsopname van de film te verwijderen, ga verder naar
Stap 7 zonder op de A (L)-knop te drukken in Stap 6. Om alleen de
eindopname te verwijderen, selecteer Eindpunt in Stap 4, selecteer het
eindbeeld en ga verder naar Stap 7 zonder op de A (L) -knop te drukken
in Stap 6.
182 Films opnemen en bekijken
Geselecteerde beelden opslaan
Ga als volgt te werk om een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op
te slaan:
1 Pauzeer de film bij het gewenste
beeld.
Speel de film af zoals beschreven op
pagina 176, druk op J om het afspelen
te starten of te hervatten, en op 3 om te
pauzeren. Pauzeer de film bij het beeld
dat u wenst te kopiëren.
2 Kies Bewaar geselecteerd beeld.
Druk op de P-knop, markeer vervolgens
Bewaar geselecteerd beeld en druk op
2.
3 Maak een foto.
Druk op 1 om een foto van het huidige
beeld te maken.
P-knop
186 Weergave en verwijderen
Kalenderweergave
Druk op de W (Q)-knop wanneer er 80 foto’s worden weergegeven
om foto’s te bekijken die op een geselecteerde datum zijn gemaakt.
Welke bewerkingen kunnen worden uitgevoerd, hangt af van waar
de cursor zich bevindt in de kalender of de lijst met miniaturen:
Kalender
Lijst met miniaturen
Schermvullende
weergave
Miniatuurweergave Kalenderweergave
Knop Functie Beschrijving
Schakelen tussen
kalender en lijst met
miniaturen
W (Q) Druk op de W (Q)- of J-knop in de
kalender om de cursor in de
miniaturenlijst te plaatsen. Druk
nogmaals op W (Q) om naar de
kalender terug te keren.
Terugkeren naar de
miniatuurweergave/
inzoomen op de
gemarkeerde foto
X
Kalender: Terug naar weergave 80
beelden.
Lijst met miniaturen: Houd de X-knop
ingedrukt om op de gemarkeerde
foto in te zoomen.
Datums markeren/
Beelden markeren
Kalender: Markeer een datum.
Lijst met miniaturen: Markeer een foto.
Schermvullende
weergave in- of
uitschakelen
Lijst met miniaturen: Bekijk
gemarkeerde foto.
Keer terug naar
opnamestand
K /
Druk op de K-knop of druk de
ontspanknop half in om naar de
opnamestand terug te keren.
W (Q)
X
W (Q)
X
187Weergave en verwijderen
De P-knop
Het indrukken van de P-knop in
schermvullende, miniatuur- of
kalenderweergave geeft de hieronder
vermelde opties weer. Markeer items en
druk op 2 om opties te bekijken.
Score: Geef de huidige foto een score
(0 201).
Retoucheren (alleen foto’s): Gebruik de
opties in het retoucheermenu (0 277)
om een geretoucheerde kopie van de
huidige foto te creëren.
Film bewerken (alleen films): Bewerk films
met behulp van de opties in het menu
film bewerken (0 178). Films kunnen ook worden bewerkt door
de P-knop in te drukken wanneer filmweergave wordt
gepauzeerd.
Sel. v. verzend. n. smartapp./desel. (alleen foto’s): Selecteer foto’s voor
uploaden naar een smartapparaat.
Druk nogmaals op de P-knop om het P-knopmenu af te sluiten en
terug te keren naar weergave.
P-knop
188 Weergave en verwijderen
Foto-informatie wordt bovenop het beeld weergegeven in
schermvullende weergave. Druk op 1 of 3 om door de foto-
informatie te bladeren, zoals hieronder aangeduid. Merk op dat
“alleen beeld”, opnamegegevens, RGB-histogrammen, hoge lichten
en overzichtsgegevens alleen worden weergegeven als de
overeenkomstige optie is geselecteerd voor Weergaveopties
(0 221). Locatiegegevens worden alleen weergegeven als deze zijn
toegevoegd aan de foto (0 269).
Foto-informatie
Bestandsinformatie Geen (alleen beeld) Overzicht
Hoge lichten Locatiegegevens
RGB-histogram Opnamegegevens
189Weergave en verwijderen
❚❚ Bestandsinformatie
❚❚ Hoge lichten
*
* Knipperende velden duiden op hoge lichten (velden die mogelijk overbelicht zijn).
10
11
9
8
5
1 2 3
4
7
6
1 Beveiligingsstatus.....................200
2 Retouche-aanduiding .............279
3 Uploadsymbool .........................203
4 Beeldnummer/totaal aantal
beelden
5 Bestandsnaam............................227
6 Beeldkwaliteit................................98
7 Beeldformaat ..............................100
8 Opnametijd ..........................40, 262
9 Opnamedatum....................40, 262
10 Mapnaam .....................................225
11 Score ..............................................201
2
1
1 Mapnummer—beeldnummer
...................................................... 225
2 Beeld hoge lichten
190 Weergave en verwijderen
❚❚ RGB-histogram
5
1
2
4
3
1 Histogram (RGB-kanaal). In alle
histogrammen staat de
horizontale as voor de
helderheid van de pixels en de
verticale as voor het aantal
pixels.
2 Histogram (rood kanaal)
3 Histogram (groen kanaal)
4 Histogram (blauw kanaal)
5 Witbalans .....................................140
Fijnafstelling witbalans .......143
Handmatige voorinstelling
.................................................145
A Zoomweergave
Druk op X om op de foto in te zoomen wanneer
het histogram wordt weergegeven. Gebruik de
X- en W (Q)-knoppen om in- en uit te zoomen
en blader door het beeld met de multi-selector.
Het histogram wordt geactualiseerd en toont
alleen de gegevens voor het gedeelte van het
beeld dat zichtbaar is in de monitor.
191Weergave en verwijderen
A Histogrammen
De camerahistogrammen dienen alleen als richtlijn en kunnen afwijken van
de histogrammen in beeldbewerkingsprogramma’s. Hieronder worden
enkele voorbeeldhistogrammen getoond:
Als het beeld voorwerpen bevat
met een breed scala aan
helderheden, zal de verdeling van
de toonwaarden relatief
gelijkmatig zijn.
Als het beeld donker is, wordt de
verdeling van de toonwaarden
naar links verschoven.
Als het beeld helder is, wordt de
verdeling van de toonwaarden
naar rechts verschoven.
Als de waarde voor belichtingscorrectie wordt verhoogd, verschuift de
verdeling van toonwaarden naar rechts. Als de waarde voor
belichtingscorrectie wordt verlaagd, verschuift de verdeling van
toonwaarden naar links. Wanneer foto’s bij fel licht moeilijk in de monitor te
zien zijn, geven histogrammen een globaal beeld van de totale belichting.
192 Weergave en verwijderen
❚❚ Opnamegegevens
1 Wordt rood weergegeven als de foto is vastgelegd met de instelling automatische ISO-gevoeligheid
ingeschakeld.
2 Alleen weergegeven in foto’s die zijn gemaakt met accessoires die deze functie ondersteunen.
* Weergegeven items verschillen per geselecteerde Picture Control.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1 Lichtmeting................................. 128
Sluitertijd...................................... 118
Diafragma.................................... 118
2 Opnamestand ....... 47, 58, 65, 118
ISO-gevoeligheid
1
.................... 107
3 Belichtingscorrectie ................. 132
4 Brandpuntsafstand................... 314
5 Objectiefgegevens
6 Scherpstelstand ........................... 82
VR-objectief (vibratiereductie)
2
...............................................32, 232
7 Flitsertype ...........................246, 315
Commanderstand
2
..................246
8 Flitsstand.............................102, 104
9 Flitserregeling ............................246
Flitscorrectie................................134
10 Cameranaam
11
12
13
11 Witbalans..................................... 140
Fijnafstelling witbalans ....... 143
Handmatige voorinstelling
................................................. 145
12 Kleurruimte..................................230
13 Picture Control
*
..........................155
193Weergave en verwijderen
* Wordt alleen weergegeven als de copyrightinformatie samen met de foto werd vastgelegd met
behulp van de optie Copyrightinformatie in het setup-menu.
14
15
16
18
17
19
14 Hoge ISO-ruisonderdrukking
...................................................... 231
Ruisonderdr. lange tijdopname
...................................................... 230
15 Actieve D-Lighting.................... 136
16 HDR (hoog dynamisch bereik)
...................................................... 138
17 Vignetteringscorrectie.............231
18 Retouche-geschiedenis...........277
19 Beeldcommentaar ....................260
20
21
20 Naam van fotograaf
*
................261 21 Copyrighthouder
*
.....................261
194 Weergave en verwijderen
❚❚ Overzichtsgegevens
1 Wordt rood weergegeven als de foto is genomen met de instelling automatische ISO-gevoeligheid
ingeschakeld.
2 Alleen weergegeven in foto’s die zijn gemaakt met accessoires die deze functie ondersteunen.
8
15
9
22
28
27
1314 12 11 10
1342
6
7
5
26 25 24 23
16 17 18 19 20 21
1 Beeldnummer/totaal aantal
beelden
2 Uploadsymbool......................... 203
3 Beveiligingsstatus..................... 200
4 Cameranaam
5 Retouche-aanduiding .............279
6 Aanduiding beeldcommentaar
..................................................... 260
7 Aanduiding locatiegegevens
..................................................... 269
8 Histogram met de weergave van
de verdeling van de
toonwaarden in het beeld
(0 191).
9 Beeldkwaliteit................................98
10 Beeldformaat.............................. 100
11 Bestandsnaam............................227
12 Opnametijd.......................... 40, 262
13 Opnamedatum................... 40, 262
14 Mapnaam..................................... 225
15 Score.............................................. 201
16 Lichtmeting.................................128
17 Opnamestand........47, 58, 65, 118
18 Sluitertijd......................................118
19 Diafragma ....................................118
20 ISO-gevoeligheid
1
....................107
21 Brandpuntsafstand...................314
22 Actieve D-Lighting....................136
23 Picture Control...........................155
24 Kleurruimte..................................230
25 Flitsstand.............................102, 104
26 Witbalans .....................................140
Fijnafstelling witbalans...........143
Handmatige voorinstelling....145
27 Flitscorrectie................................134
Commanderstand
2
..................246
28 Belichtingscorrectie..................132
195Weergave en verwijderen
❚❚ Locatiegegevens
De breedte, lengte en andere locatiegegevens worden geleverd
door en variëren per GPS of smartapparaat (0 269). In het geval van
films worden de locatiegegevens aan het begin van de opname
vermeld.
196 Weergave en verwijderen
Druk op de X-knop om in te zoomen op het beeld weergegeven in
schermvullende weergave. De volgende bewerkingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl zoom in werking is:
Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave
Knop Functie Beschrijving
In- of uitzoomen X/W (Q)
Druk op
X
om in te zoomen op het
maximum van circa 33× (grote
afbeeldingen), 25× (middelgrote
afbeeldingen) of 13× (kleine
afbeeldingen).
Druk op
W
(
Q
) om uit te
zoomen.
Terwijl op de foto wordt
ingezoomd, kan de multi-selector
worden gebruikt om delen van het beeld
te bekijken die niet in de monitor
zichtbaar zijn.
Houd de multi-selector
ingedrukt om snel naar andere delen van
het beeld te gaan. Wanneer de
zoomfactor wordt gewijzigd, wordt kort
het navigatievenster weergegeven; het
gedeelte dat zichtbaar is in de monitor
wordt aangegeven met een gele rand.
Zoomfactor wordt getoond door de balk
onderaan het navigatievenster; bij een
zoomfactor van 100% wordt de balk
groen weergegeven.
Andere delen van
het beeld bekijken
Beeld uitsnijden P
Druk, om het beeld uit te snijden tot
het gebied dat momenteel zichtbaar is
in de monitor, op P en selecteer
Bijsnijden (0 198).
197Weergave en verwijderen
Inzoomen op
gezichten
P
Druk, om op gezichten in te zoomen
die zijn gedetecteerd door de camera,
op P en selecteer Inzoomen op
gezichten (0 199). Deze optie is alleen
beschikbaar als gezichten zijn
gedetecteerd. Als gezichten zijn
gedetecteerd wanneer op de RGB-
histogramweergave (0 190) wordt
ingezoomd, zal Inzoomen op
gezichten beschikbaar zijn in het P-
knopmenu (Bijsnijden zal echter niet
beschikbaar zijn).
Andere beelden
bekijken
Draai aan de instelschijf om hetzelfde
gedeelte in andere beelden bij de
huidige zoomfactor te bekijken.
Zoomweergave wordt geannuleerd
wanneer een
film wordt weergegeven.
Zoom annuleren
Annuleer zoom en keer terug naar
schermvullende weergave.
Keer terug naar
opnamestand
K /
Druk op de K-knop of druk de
ontspanknop half in om naar de
opnamestand terug te keren.
Knop Functie Beschrijving
198 Weergave en verwijderen
❚❚ Foto’s uitsnijden
Volg de onderstaande stappen om foto's uit te snijden die tijdens
zoomweergave worden weergegeven in het gebied dat momenteel
zichtbaar is in de monitor.
1 Druk op P.
Druk, na het aanpassen van zoom en
bladeren door de foto tot alleen het
gebied dat u wilt behouden, zichtbaar is
in de monitor, op de P-knop.
2 Selecteer Bijsnijden.
Markeer Bijsnijden en druk op 2.
3 Selecteer Gereed.
Markeer Gereed en druk op J om een
uitgesneden kopie te maken met alleen
het deel van het beeld dat wordt
weergegeven in de monitor.
P-knop
199Weergave en verwijderen
❚❚ Inzoomen op gezichten
Druk, om in te zoomen op een gezicht dat is
gedetecteerd door de camera, op de
P-knop in de zoomweergave en markeer
vervolgens Inzoomen op gezichten en
druk op J.
Het huidige onderwerp wordt aangeduid
door een wit kader in het navigatievenster.
Druk op X of W (Q) om in of uit te zoomen,
of gebruik de multi-selector om andere
gezichten te bekijken.
P-knop
200 Weergave en verwijderen
Druk op de A (L)-knop om de huidige foto te beveiligen tegen per
ongeluk wissen. Beveiligde bestanden zijn gemarkeerd met een
P-pictogram en kunnen niet worden gewist met behulp van de
O-knop of de optie Wissen in het weergavemenu. Merk op dat
beveiligde beelden worden gewist zodra de geheugenkaart is
geformatteerd (0 259). Geef, om de beveiliging van een foto op te
heffen zodat deze kan worden gewist, de foto weer of markeer deze
en druk op de A (L)-knop.
Foto’s tegen wissen beveiligen
A (L)-knop
A Beveiliging van alle beelden opheffen
Om de beveiliging van alle beelden op te heffen in de map of mappen
momenteel geselecteerd in het menu Weergavemap (0 221), druk circa
twee seconden gelijktijdig op de knoppen A (L) en O tijdens weergave.
201Weergave en verwijderen
Voorzie foto’s van een score of markeer ze als kandidaten voor later
wissen. Scores kunnen ook worden bekeken in ViewNX-i en
Capture NX-D. Score is niet beschikbaar voor beveiligde beelden.
Individuele foto’s van een score voorzien
1 Selecteer een beeld.
Toon of markeer het beeld.
2 Geef weergaveopties weer.
Druk op de P-knop om de
weergaveopties weer te geven.
3 Selecteer Score.
Markeer Score en druk op 2.
4 Kies een score.
Druk op 1 of 3 om een score van nul
tot vijf sterren te kiezen, of selecteer )
om de foto te markeren als kandidaat
voor later wissen. Druk op J om de
bewerking te voltooien.
Foto’s van een score voorzien
P-knop
202 Weergave en verwijderen
Meerdere foto’s van een score voorzien
Gebruik de optie Score in het weergavemenu om meerdere foto’s
van een score te voorzien.
1 Selecteer Score.
Markeer Score in het weergavemenu en
druk op 2.
2 Voorzie foto’s van een score.
Druk op 4 of 2 om foto’s te markeren
(houd de X-knop ingedrukt om de
huidige gemarkeerde foto
schermvullend te bekijken) en druk op
1 of 3 om een score van nul tot vijf
sterren te kiezen, of selecteer ) om de foto te markeren als
kandidaat voor later wissen. Druk op J om de bewerking te
voltooien.
203Weergave en verwijderen
Volg de onderstaande stappen om foto’s te selecteren voor
uploaden naar het smartapparaat alvorens verbinding te maken.
Films kunnen niet worden geselecteerd voor uploaden.
Individuele foto’s selecteren
1 Selecteer een foto.
Geef de foto weer of markeer de foto in de miniaturenlijst in
miniatuurweergave.
2 Geef weergaveopties weer.
Druk op de P-knop om weergaveopties
weer te geven.
3 Kies Sel. v. verzend. n. smartapp./
desel.
Markeer Sel. v. verzend. n. smartapp./
desel. en druk op J. Foto’s die zijn
geselecteerd voor uploaden, worden
aangeduid door een &-pictogram;
herhaal Stap 2 en 3 om de afbeelding te
deselecteren, weergeven of markeren.
Foto’s selecteren voor uploaden
P-knop
204 Weergave en verwijderen
Meerdere foto’s selecteren
Volg de onderstaande stappen om de uploadstatus van meerdere
foto’s te wijzigen.
1 Kies Beeld(en) selecteren.
Selecteer in het weergavemenu Sel. v.
verzending n. smartappar., markeer
vervolgens Beeld(en) selecteren en
druk op 2.
2 Selecteer foto’s.
Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren en druk op de
W (Q)-knop om te selecteren of de selectie ongedaan te maken
(houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig
scherm te bekijken). Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd door
een &-pictogram.
3 Druk op J.
Druk op J om de bewerking te voltooien.
A Alle foto’s deselecteren
Selecteer, om alle foto’s te deselecteren, Sel. v. verzending n.
smartappar. in het weergavemenu, markeer Alles deselecteren en druk
op 2. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk
op J om de uploadmarkering van alle foto's op de geheugenkaart te
verwijderen.
205Weergave en verwijderen
Druk op de O-knop om de huidige foto te wissen. Om meerdere
geselecteerde foto's, alle foto’s gemaakt op een geselecteerde
datum of alle foto’s in de huidige weergavemap te wissen, gebruik
de optie Wissen in het weergavemenu. Eenmaal gewiste foto’s
kunnen niet worden hersteld. Merk op dat beveiligde foto’s niet
kunnen worden gewist.
Tijdens weergave
Druk op de O-knop om de huidige foto te wissen.
1 Druk op de O-knop.
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven.
2 Druk nogmaals op de O-knop.
Druk nogmaals op de O-knop om de
foto te wissen. Druk op de K-knop om
af te sluiten zonder de foto te wissen.
Foto’s wissen
A Kalenderweergave
Tijdens kalenderweergave kunt u alle foto’s gemaakt op een geselecteerde
datum wissen door de datum in de kalender te markeren en vervolgens op
de O-knop te drukken (0 186).
O-knop
206 Weergave en verwijderen
Het weergavemenu
De optie Wissen in het weergavemenu bevat de volgende opties.
Merk op dat afhankelijk van het aantal beelden, het enige tijd kan
duren voordat de foto’s zijn gewist.
❚❚ Selectie: Geselecteerde foto’s wissen
1 Selecteer foto’s.
Gebruik de multi-selector om een foto
te markeren en druk op de W (Q)-knop
om te selecteren of de selectie
ongedaan te maken (houd de X-knop
ingedrukt om de gemarkeerde foto in
volledig scherm te bekijken).
Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd
door een O-pictogram. Herhaal naar
wens om meer foto’s te selecteren.
2 Druk op J om de bewerking te
voltooien.
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; markeer Ja en druk op J.
Optie Beschrijving
Q Selectie Wis geselecteerde foto’s.
n
Datum
selecteren
Wis alle foto’s die op een geselecteerde datum zijn
gemaakt (0 207).
R Alle
Wis alle foto’s in de map die momenteel is
geselecteerd voor weergave (0 221).
W (Q)-knop
207Weergave en verwijderen
❚❚ Datum selecteren: Foto’s wissen die op een geselecteerde datum zijn
gemaakt
1 Selecteer datums.
Markeer een datum en druk op 2 om
alle foto’s te selecteren die op de
gemarkeerde datum zijn gemaakt.
Geselecteerde datums worden
aangeduid door vinkjes. Herhaal naar
wens om meer datums te selecteren; markeer een datum en druk
op 2 om een datum ongedaan te maken.
2 Druk op J om de bewerking te
voltooien.
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; markeer Ja en druk op J.
208 Weergave en verwijderen
De optie Diashow in het weergavemenu wordt gebruikt om een
diashow van de foto’s in de huidige weergavemap weer te geven
(0 221).
1 Selecteer Diashow.
Markeer Diashow in het
weergavemenu en druk op 2.
2 Start de diashow.
Markeer Starten in het diashowmenu
en druk op J.
De volgende bewerkingen kunnen tijdens de diashow worden
uitgevoerd:
Diashows
Knop Functie Beschrijving
Vorige/
volgende beeld
Druk op 4 om naar het vorige beeld terug
te keren, of op 2 om naar het volgende
beeld te gaan.
Andere foto-
informatie
bekijken
Wijzig weergegeven foto-informatie
(0 188).
Pauzeren
Pauzeer de diashow. Selecteer Herstarten
om te hervatten.
Verhoog/
verlaag volume
X/W (Q)
Druk op X tijdens filmweergave om het
volume te verhogen, op W (Q) om te
verlagen.
Terug naar
weergavestand
K
Beëindig de diashow en keer terug naar
weergavestand.
209Weergave en verwijderen
Het rechterdialoogvenster wordt
weergegeven wanneer de diashow eindigt.
Selecteer Herstarten om te herstarten of
Afsluiten om terug te keren naar het
weergavemenu.
Opties diashow
Voordat een diashow wordt gestart, kunt u de opties in het
diashowmenu gebruiken om de beelden te selecteren,
weergegeven op type of score en kies hoe lang elk beeld wordt
weergegeven.
Beeldtype: Kies uit Foto's en films,
Alleen foto's, Alleen films en Op score.
Markeer Op score en druk op 2 om
alleen foto’s toe te voegen die van een
score zijn voorzien. Er wordt een lijst met
scores weergegeven; markeer scores en
druk op 2 om foto’s te selecteren of
maak de selectie ongedaan van foto’s
met een gemarkeerde score voor
toevoeging aan de diashow.
Geselecteerde scores zijn voorzien van
een vinkje. Druk op J om af te sluiten
zodra de gewenste scores zijn geselecteerd.
Beeldinterval: Kies hoe lang foto’s
worden weergegeven.
210 Verbindingen
Verbindingen
Wilt u foto’s verfijnen en foto’s uploaden en bekijken, download dan
de nieuwste versie van het ViewNX-i-installatieprogramma via de
volgende website en volg de instructies op het scherm om de
installatie te voltooien. Er is een internetverbinding vereist. Voor
systeemvereisten en andere informatie, zie de Nikon-website voor
uw regio.
http://downloadcenter.nikonimglib.com/
ViewNX-i installeren
A Capture NX-D
Gebruik Nikon’s Capture NX-D-software om foto’s te verfijnen of om
instellingen te wijzigen voor NEF (RAW)-foto’s en sla ze op in andere
formaten.
Capture NX-D is beschikbaar voor downloaden via:
http://downloadcenter.nikonimglib.com/
211Verbindingen
Controleer, alvorens u verdergaat, eerst of u ViewNX-i hebt
geïnstalleerd (0 210).
1 Sluit de USB-kabel aan.
Sluit, na het uitschakelen van de camera en controle of er een
geheugenkaart is geplaatst, een USB-kabel (apart verkrijgbaar)
volgens de aanwijzingen aan en schakel vervolgens de camera
in.
Foto’s naar de computer kopiëren
D USB-hubs
Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer; sluit de kabel niet aan
via een USB-hub of toetsenbord.
A Gebruik een betrouwbare voedingsbron
Controleer of de accu van de camera volledig is opgeladen, zodat de
gegevensoverdracht niet wordt onderbroken.
A Kabels aansluiten
Controleer of de camera uit is bij het aansluiten of loskoppelen van
interfacekabels. Oefen geen kracht uit en steek de stekker recht in de
aansluiting.
212 Verbindingen
2 Start het onderdeel Nikon Transfer 2 van ViewNX-i.
Als er een bericht wordt weergegeven met de vraag een
programma te kiezen, selecteer Nikon Transfer 2.
D Tijdens het overzetten
Schakel de camera niet uit en ontkoppel de USB-kabel niet terwijl
beelden worden overgezet.
A Windows 7
Selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven als het volgende
venster wordt weergegeven.
1 Onder Afbeeldingen en video’s
importeren, klik op Ander
programma. Er wordt een
programmaselectievenster
weergegeven; selecteer
Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op .
A Windows 10 en Windows 8.1
Windows 10 en Windows 8.1 geven
mogelijk een AutoPlay-melding weer
zodra de camera wordt aangesloten. Tik of
klik op het venster en tik of klik vervolgens
op Nikon Transfer 2 om Nikon Transfer 2
te selecteren.
A OS X
Als Nikon Transfer 2 niet automatisch start, controleer dan of de camera
is aangesloten en start vervolgens Image Capture (een toepassing die
met OS X wordt geleverd) en selecteer Nikon Transfer 2 als de
toepassing die opent wanneer de camera wordt gedetecteerd.
213Verbindingen
3 Klik op Overspelen starten.
Foto’s op de geheugenkaart worden naar de computer
gekopieerd.
4 Beëindig de verbinding.
Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel zodra de
overdracht is voltooid.
A Voor meer informatie
Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van
ViewNX-i.
Overspelen starten
214 Verbindingen
Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op
een PictBridge-printer (0 365) die rechtstreeks is verbonden met de
camera.
De printer aansluiten
Sluit de camera aan met behulp van een USB-kabel (apart
verkrijgbaar). Oefen geen kracht uit en steek de stekker recht in de
aansluiting.
Zodra de camera en printer zijn ingeschakeld, wordt een
welkomstscherm weergegeven in de monitor, gevolgd door een
PictBridge-weergavescherm.
Foto’s afdrukken
D Foto’s selecteren voor afdrukken
NEF (RAW)-foto’s (0 98) kunnen niet voor afdrukken worden geselecteerd.
JPEG-kopieën van NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen worden gecreëerd met
behulp van de optie NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu
(0 280).
D Datum afdrukken
Als u Aan selecteert voor Datum afdrukken in het PictBridge-menu bij het
afdrukken van foto’s die datuminformatie bevatten, opgenomen met
behulp van Persoonlijke instelling d4 (Datumstempel; 0 243), dan zal de
datum tweemaal verschijnen. De geprinte datum kan echter zijn
weggesneden als de foto’s zonder rand worden uitgesneden of afgedrukt.
215Verbindingen
Foto’s één voor één afdrukken
1 Geef de gewenste foto weer.
Druk op 4 of 2 om meer foto’s te bekijken. Druk op de X-knop
om op het huidige beeld in te zoomen
(
0 196
;
druk op K om
zoom af te sluiten). Druk op de W (Q)-knop om acht foto’s
tegelijkertijd te bekijken. Gebruik de multi-selector om foto’s te
markeren of druk op X om de gemarkeerde foto in volledig
scherm weer te geven.
2 Pas afdrukopties aan.
Druk op J om de volgende items weer te geven, druk
vervolgens op 1 of 3 om een item te markeren en druk op 2
om opties te bekijken (alleen opties ondersteund door de
huidige printer worden vermeld; om de standaardoptie te
gebruiken, selecteer Printerstandaard). Druk, na het selecteren
van een optie, op J om naar het instellingenmenu van de
printer terug te keren.
Optie Beschrijving
Paginagrootte Kies een paginagrootte.
Aantal
afdrukken
De optie wordt alleen vermeld wanneer foto’s één voor
één worden afgedrukt. Druk op 1 of 3 om het aantal
afdrukken te kiezen (maximaal 99).
Rand Kies of foto’s met witte randen worden gekadreerd.
Datum
afdrukken
Kies of de tijden en datums van opnamen op foto’s
worden afgedrukt.
Uitsnijden
De optie wordt alleen vermeld wanneer foto’s één voor
één worden afgedrukt. Om af te sluiten zonder uitsnijden,
markeer Niet uitsnijden en druk op J. Om de huidige
foto uit te snijden, markeer Uitsnijden en druk op 2. Er
wordt een uitsnedeselectievenster weergegeven; druk
op X om de uitsnede groter te maken, W (Q) om kleiner
te maken en gebruik de multi-selector om de uitsnede te
positioneren. Merk op dat de afdrukkwaliteit kan
afnemen als kleine uitsneden worden afgedrukt op groot
formaat.
216 Verbindingen
3 Start het afdrukken.
Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te
starten. Druk op J om te annuleren voordat alle kopieën zijn
afgedrukt.
Meerdere foto’s afdrukken
1 Geef het PictBridge-menu weer.
Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm.
2 Kies een optie.
Markeer één van de volgende opties en druk op 2.
Selectie afdrukken: Selecteer foto’s voor afdrukken. Druk op 4 of
2 om door de foto’s te scrollen (houd de X-knop ingedrukt om
de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken) en druk op
1 of 3 om het aantal afdrukken te kiezen. Om selectie van een
foto ongedaan te maken, stel het aantal afdrukken in op nul.
Datum selecteren: Druk één kopie af van alle foto's die op de
geselecteerde datum zijn gemaakt. Druk op 1 of 3 om een
datum te markeren en druk op 2 om te selecteren of de
selectie ongedaan te maken. Druk op W (Q) om de foto’s te
bekijken die op de geselecteerde datum zijn gemaakt. Gebruik
de multi-selector om door de foto's te bladeren of houd X
ingedrukt om de huidige foto in volledig scherm te bekijken.
Druk nogmaals op W (Q) om terug te keren naar het
datumselectievenster.
Indexprint: Ga naar Stap 3 om van alle JPEG-foto’s op de
geheugenkaart een indexprint te maken. Mocht de
geheugenkaart meer dan 256 foto’s bevatten, dan worden
alleen de eerste 256 foto’s afgedrukt. Er wordt een
waarschuwing weergegeven als de paginagrootte
geselecteerd in Stap 3 te klein is voor een indexprint.
217Verbindingen
3 Pas de printerinstellingen aan.
Pas de printerinstellingen aan zoals beschreven in Stap 2 op
pagina 215.
4 Start het afdrukken.
Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te
starten. Druk op J om te annuleren voordat alle kopieën zijn
afgedrukt.
218 Verbindingen
De optionele High-Definitie Multimedia Interface (HDMI)-kabel
(0 324) kan worden gebruikt om de camera met high-definition
videoapparaten te verbinden. Zet de camera altijd uit voordat u een
HDMI-kabel aansluit of loskoppelt.
Stem het apparaat af op het HDMI-kanaal, schakel vervolgens de
camera in en druk op de K-knop. Tijdens weergave zullen
beelden op het televisiescherm worden weergegeven. Merk op
dat randen van beelden mogelijk niet worden weergegeven.
Foto’s op een televisie bekijken
A Afspeelvolume
Het volume kan met behulp van de televisiebesturingen worden
aangepast; de camerabesturingen kunnen niet worden gebruikt.
A Weergave op televisie
Voor langdurige weergave wordt het gebruik van een lichtnetadapter
(apart verkrijgbaar) aanbevolen.
Aansluiten op high-definition-
apparaat (kies kabel met aansluiting
voor HDMI-apparaat)
Aansluiten op
camera
219Verbindingen
❚❚ Een uitvoerresolutie kiezen
Om de indeling te kiezen voor beelduitvoer
naar het HDMI-apparaat, selecteer HDMI >
Uitvoerresolutie in het setup-menu van
de camera (0 258). Als Automatisch is
geselecteerd, dan selecteert de camera
automatisch de juiste indeling.
❚❚ De camera bedienen met de afstandsbediening van de televisie
Als
Aan
is geselecteerd voor
HDMI
>
Apparaatbesturing
in het setup-
menu (
0
258) zodra de camera met een televisie wordt verbonden die
HDMI-CEC ondersteunt en waarbij zowel de camera als televisie
ingeschakeld zijn, kan de afstandsbediening van de televisie worden
gebruikt in plaats van de multi-selector van de camera en
J
-knop
tijdens weergave in volledig scherm en diashows.
Als
Uit
is
geselecteerd, kan de afstandsbediening van de televisie niet worden
gebruikt voor het bedienen van de camera, maar kan de camera
worden gebruikt om foto’s te maken en films op te nemen in livebeeld.
A HDMI-CEC-apparaten
HDMI-CEC (High-Definition Multimedia Interface–Consumer Electronics
Control) is een standaard die ervoor zorgt dat HDMI-apparaten de
aangesloten randapparatuur kunnen bedienen. Wanneer de camera is
aangesloten op een HDMI-CEC apparaat, dan verschijnt ) in de zoeker in
plaats van het aantal resterende opnamen.
A 1.920×1.080 60p/50p
Het selecteren van 1920×1080; 60p of 1920×1080; 50p voor
Filminstellingen > Beeldformaat/beeldsnelheid kan afwijkingen
veroorzaken in de resolutie en beeldsnelheid van de gegevensuitvoer naar
HDMI-apparaten tijdens het opnemen.
D HDMI > Uitvoerresolutie
Films kunnen niet worden uitgevoerd bij resoluties van 1920×1080; 60p of
1920×1080; 50p. Sommige apparaten ondersteunen mogelijk niet de
instelling Uitvoerresolutie van Automatisch.
220 D Het weergavemenu: Beelden beheren
Cameramenu’s
Druk op G en selecteer de tab D (weergavemenu) om het
weergavemenu weer te geven.
Weergavemenu-opties
Het weergavemenu bevat de volgende opties:
D Het weergavemenu: Beelden beheren
G-knop
Optie Standaard 0
Wissen 206
Weergavemap Alle 221
Weergaveopties 221
Controlebeeld Aan 221
Automatische beeldrotatie Aan 222
Draai portret Aan 222
Diashow
Beeldtype Foto's en films
208
Beeldinterval 2 sec.
Score 202
Sel. v. verzending n. smartappar. 204
221D Het weergavemenu: Beelden beheren
Kies een map voor weergave:
Kies de informatie die beschikbaar is in het
weergavescherm voor foto-informatie
(0 188). Druk op 1 of 3 om te markeren
en druk op 2 om te selecteren of de
selectie ongedaan te maken. Geselecteerde
items worden aangeduid door vinkjes. Druk
op J om terug te keren naar het weergavemenu.
Kies of foto’s direct na het fotograferen automatisch in de monitor
worden weergegeven. Als Uit is geselecteerd, kunnen foto’s alleen
worden weergegeven door op de D-knop te drukken.
Weergavemap
G-knop D weergavemenu
Optie Beschrijving
D5600
Foto’s in alle mappen aangemaakt met de D5600 zullen
zichtbaar zijn tijdens weergave.
Alle Foto’s in alle mappen zijn zichtbaar tijdens weergave.
Huidige
Alleen foto’s in de map die momenteel voor de optie
Opslagmap in het opnamemenu (0 225) is geselecteerd,
worden weergegeven tijdens weergave.
Weergaveopties
G-knop D weergavemenu
Controlebeeld
G-knop D weergavemenu
222 D Het weergavemenu: Beelden beheren
Foto’s gemaakt terwijl Aan is geselecteerd, bevatten informatie
over de richting van de camera, waardoor ze automatisch kunnen
worden gedraaid tijdens weergave of wanneer ze worden bekeken
in ViewNX-i of Capture NX-D (0 210). De volgende oriëntaties
worden vastgelegd:
De oriëntatie van de camera wordt niet vastgelegd als Uit is
geselecteerd. Kies deze optie bij het pannen of fotograferen met het
objectief omhoog of omlaag is gericht.
Als Aan is geselecteerd, worden “staande” (portretstand) foto’s
automatisch gedraaid voor weergave in de monitor (foto’s gemaakt
met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie worden
nog steeds in landschapstand weergegeven). Aangezien de camera
zelf al de geschikte richting heeft bepaald tijdens het fotograferen,
worden beelden niet automatisch gedraaid tijdens het controleren
van het beeld.
Automatische beeldrotatie
G-knop D weergavemenu
Liggend (landschap) Camera 90° naar rechts
gedraaid
Camera 90° naar links
gedraaid
Draai portret
G-knop D weergavemenu
223C Het opnamemenu: Opnameopties
Druk op G en selecteer de tab C (opnamemenu) om het
opnamemenu weer te geven.
Opnamemenu-opties
Het opnamemenu bevat de volgende opties:
C Het opnamemenu: Opnameopties
G-knop
Optie Standaard 0
Opnamemenu terugzetten —225
Opslagmap —225
Naamgeving bestanden DSC 227
Beeldkwaliteit JPEG Normaal 98
Beeldformaat Groot 100
NEF (RAW)-opname 14-bits 227
ISO-gevoeligheid instellen
ISO-gevoeligheid P, S, A, M 100
107
Overige standen Automatisch
Autom inst ISO-gevoeligheid Uit 228
Witbalans Automatisch 140
Tl-licht Koel wit tl-licht 141
Picture Control instellen Standaard 155
Picture Control beheren —161
Kleurruimte sRGB 230
Actieve D-Lighting Automatisch 136
HDR (hoog dynam. bereik) Uit 138
224 C Het opnamemenu: Opnameopties
* Alleen voor objectieven die dit item ondersteunen.
Opmerking: Afhankelijk van de camera-instellingen zijn sommige opties grijs
aangeduid en dus niet beschikbaar.
Ontspanstand
m, w Continu H
75
Overige standen Enkel beeld
Ruisonderdr. lange tijdopname Uit 230
Hoge ISO-ruisonderdrukk. Normaal 231
Vignetteringscorrectie Normaal 231
Autom. vertekeningscorrectie Uit 232
Optische VR
*
Aan 232
Intervalopname
Startopties Nu 110
Interval 1 min. 110
Aantal malen 1 111
Gelijkmatige belichting Uit 111
Time-lapse-film
Interval 5 sec. 172
Opnameduur 25 sec. 172
Gelijkmatige belichting Aan 173
Filminstellingen
Beeldformaat/beeldsnelheid 1920×1080; 60p
168
Filmkwaliteit Normaal
Microfoon Automatische gevoeligheid
Onderdrukking windruis Uit
Handmatige filminstellingen Uit
Optie Standaard 0
225C Het opnamemenu: Opnameopties
Selecteer Ja om de instellingen van het opnamemenu terug te
zetten.
Selecteer de map waarin navolgende foto’s worden opgeslagen.
❚❚ Mappen op mapnummer selecteren
1 Kies Map selecteren op nummer.
Markeer Map selecteren op nummer en druk op 2.
2 Kies een mapnaam.
Druk op 4 of 2 om een getal te markeren, druk op 1 of 3 om te
wijzigen. Als er al een map met het geselecteerde nummer
bestaat, zal links van de mapnaam een W-, X- of Y-pictogram
worden weergegeven:
W: Map is leeg.
X: Map is gedeeltelijk vol.
Y: Map bevat 999 foto’s of een foto met het nummer 9999. Er
kunnen geen foto’s meer worden opgeslagen in deze map.
3 Sla wijzigingen op en sluit af.
Druk op J om de bewerking te voltooien en keer terug naar het
hoofdmenu (om af te sluiten zonder de opslagmap te kiezen,
druk op de G-knop). Als er nog geen map bestaat met het
gespecificeerde nummer, zal een nieuwe map worden
aangemaakt. Navolgende foto’s worden in de geselecteerde
map opgeslagen, tenzij deze al vol is.
Opnamemenu terugzetten
G-knop C opnamemenu
Opslagmap
G-knop C opnamemenu
226 C Het opnamemenu: Opnameopties
❚❚ Mappen uit een lijst selecteren
1 Kies Map selecteren in lijst.
Markeer Map selecteren in lijst en druk
op 2.
2 Markeer een map.
Druk op 1 of 3 om een map te markeren.
3 Selecteer de gemarkeerde map.
Druk op J om de gemarkeerde map te selecteren en keer terug
naar het hoofdmenu. Volgende foto’s worden in de
geselecteerde map opgeslagen.
D Map- en bestandsnummers
Als de huidige map over nummer 999 beschikt en 999 foto’s of een foto met
het nummer 9999 bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en kunnen
er geen foto’s meer worden gemaakt. Om het fotograferen voort te zetten,
maak een map aan met een nummer lager dan 999 of selecteer een
bestaande map met nummer lager dan 999 of minder dan 999 beelden.
A Opstarttijd
De camera heeft mogelijk meer tijd nodig om op te starten als de
geheugenkaart een zeer groot aantal bestanden of mappen bevat.
227C Het opnamemenu: Opnameopties
Foto’s worden opgeslagen met behulp van bestandsnamen
bestaande uit “DSC_” of in het geval van beelden die de Adobe RGB
kleurruimte (0 230) gebruiken, “_DSC”, gevolgd door een
viercijferig getal en een drieletter extensie (bijv., “DSC_0001.JPG”).
De optie Naamgeving bestanden wordt gebruikt om drie letters te
selecteren om het “DSC”-gedeelte van de bestandsnaam te
vervangen. Zie pagina 162 voor informatie over het bewerken van
bestandsnamen.
Kies de bitdiepte voor NEF (RAW)-afbeeldingen.
Naamgeving bestanden
G-knop C opnamemenu
A Extensies
De volgende extensies worden gebruikt: “.NEF” voor NEF (RAW)-
afbeeldingen, “.JPG” voor JPEG-afbeeldingen, “.MOV” voor films en “.NDF”
voor stofreferentiegegevens. In elk paar foto’s gemaakt bij
beeldkwaliteitsinstellingen NEF (RAW) + JPEG hebben de NEF- en JPEG-
afbeeldingen dezelfde bestandsnamen maar verschillende extensies.
NEF (RAW)-opname
G-knop C opnamemenu
Optie Beschrijving
( 12-bits
NEF (RAW)-afbeeldingen worden bij een bitdiepte van
12-bits vastgelegd.
) 14-bits
NEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een
bitdiepte van 14 bits, waarbij grotere bestanden
worden geproduceerd dan die met een bitdiepte van
12 bits, maar waarbij de opgenomen kleurgegevens
worden vermeerderd.
228 C Het opnamemenu: Opnameopties
Pas ISO-gevoeligheid aan (0 107).
❚❚ Autom inst ISO-gevoeligheid
Als
Uit
is gekozen voor
Autom inst ISO-gevoeligheid
in de standen
P
,
S
,
A
en
M
, blijft ISO-gevoeligheid ingesteld op de waarde die is
geselecteerd door de gebruiker (
0
107).
Wanneer
Aan
is gekozen, zal
de ISO-gevoeligheid automatisch worden aangepast als de optimale
belichting niet tot stand kan worden gebracht met de waarde die
door de gebruiker werd geselecteerd.
De maximale waarde voor
automatische ISO-gevoeligheid kan worden geselecteerd met
behulp van de optie
Maximale gevoeligheid
in het menu
Autom
inst ISO-gevoeligheid
(kies lagere waarden om ruis te voorkomen
(willekeurige heldere pixels, waas of lijnen), maar mocht de door de
gebruiker geselecteerde ISO-gevoeligheid hoger zijn dan de
gevoeligheid gekozen voor
Maximale gevoeligheid
, dan wordt de
door de gebruiker geselecteerde waarde daarvoor in de plaats
gebruikt; de minimale waarde voor automatische ISO-gevoeligheid
wordt automatisch ingesteld op ISO 100).
In de standen
P
en
A
zal de
gevoeligheid alleen worden aangepast als er onderbelichting zou
optreden bij de sluitertijd die is geselecteerd voor
Langste sluitertijd
(
1
/
2.000
–30 sec. of
Automatisch
; in de standen
S
en
M
wordt de
gevoeligheid aangepast voor optimale belichting bij de sluitertijd die
door de gebruiker werd geselecteerd).
Als
Automatisch
(alleen
beschikbaar voor CPU-objectieven) is geselecteerd, zal de camera de
langste sluitertijd kiezen op basis van de brandpuntsafstand van het
objectief (automatische sluitertijdselectie kan worden fijnafgesteld
door het markeren van
Automatisch
en het indrukken van
2
).
Lange
sluitertijden worden alleen gebruikt als optimale belichting niet kan
worden verkregen bij de ISO-gevoeligheid die is geselecteerd voor
Maximale gevoeligheid
.
ISO-gevoeligheid instellen
G-knop C opnamemenu
229C Het opnamemenu: Opnameopties
Wanneer Aan is geselecteerd, toont de
zoeker ISO AUTO en het informatiescherm
ISO-A. Deze aanduidingen knipperen
wanneer gevoeligheid wordt aangepast
aan de waarde geselecteerd door de
gebruiker.
A Maximale gevoeligheid/langste sluitertijd
Wanneer automatische ISO-gevoeligheid
wordt ingeschakeld, tonen de ISO-
gevoeligheid- en sluitertijdgrafieken in het
informatiescherm de maximale
gevoeligheid en langste sluitertijd.
A Autom inst ISO-gevoeligheid
Merk op dat de ISO-gevoeligheid automatisch wordt verhoogd wanneer
automatische instelling voor ISO-gevoeligheid in combinatie met
flitsstanden voor synchronisatie met lange sluitertijd wordt gebruikt
(beschikbaar voor de ingebouwde flitser en de optionele flitsers die staan
vermeld op pagina 315), waardoor mogelijk wordt voorkomen dat de
camera een langere sluitertijd selecteert.
Langste sluitertijd
Maximale gevoeligheid
230 C Het opnamemenu: Opnameopties
De kleurruimte bepaalt het kleurengamma dat beschikbaar is voor
kleurreproductie. sRGB wordt aanbevolen voor algemene afdruk-
en weergavedoeleinden, Adobe RGB, met een breder kleurbereik,
voor professionele publicaties en commercieel drukwerk. Ongeacht
de geselecteerde optie worden films in sRGB opgenomen.
Als Aan is geselecteerd, worden foto’s die
zijn gemaakt bij sluitertijden van langer dan
1 sec. verwerkt om ruis te verminderen
(heldere vlekken of waas). De tijd vereist
voor het verwerken wordt grofweg verdubbeld; tijdens deze
bewerking knippert “l m” in de sluitertijdweergave/
diafragmaweergave en kunnen er geen foto’s worden gemaakt (als
de camera wordt uitgeschakeld voordat de bewerking is voltooid,
wordt de foto opgeslagen maar wordt ruisonderdrukking niet
uitgevoerd). In continue ontspanstand daalt de beeldsnelheid en
neemt tijdens het verwerken van foto’s de capaciteit van het
buffergeheugen af.
Kleurruimte
G-knop C opnamemenu
A Adobe RGB
Voor nauwkeurige kleurreproductie, vereisen Adobe RGB-beelden
toepassingen, schermen en printers die kleurmanagement ondersteunen.
A Kleurruimte
ViewNX-i en Capture NX-D selecteren automatisch de juiste kleurruimte bij
het openen van foto’s die met deze camera zijn gemaakt. Resultaten
kunnen niet worden gegarandeerd met software van een ander merk.
Ruisonderdr. lange tijdopname
G-knop C opnamemenu
231C Het opnamemenu: Opnameopties
Foto’s gemaakt bij hoge ISO-gevoeligheden kunnen worden
bewerkt om “ruis” te verminderen.
“Vignettering” is een daling van de helderheid bij de randen van een
foto.
Vignetteringscorrectie
vermindert vignettering voor type G-,
E- en D-objectieven (PC-objectieven uitgezonderd).
De effecten
verschillen van objectief tot objectief en zijn het meest zichtbaar bij
maximaal diafragma.
Kies uit
Hoog
,
Normaal
,
Laag
en
Uit
.
Hoge ISO-ruisonderdrukk.
G-knop C opnamemenu
Optie Beschrijving
Hoog
Verminder ruis (willekeurig heldere pixels) voornamelijk in
foto’s gemaakt bij hoge ISO-gevoeligheden. Kies uit de
hoeveelheid ruisonderdrukking uitgevoerd door Hoog,
Normaal en Laag.
Normaal
Laag
Uit
Ruisonderdrukking wordt alleen uitgevoerd als dit nodig is en
nooit bij een hoeveelheid die net zo hoog is als wanneer Laag is
geselecteerd.
Vignetteringscorrectie
G-knop C opnamemenu
A Vignetteringscorrectie
Afhankelijk van de scène, opnameomstandigheden en het type objectief,
kunnen JPEG-afbeeldingen ruis (waas) of afwijkingen in periferische
helderheid vertonen, terwijl eigen Picture Controls en vooringestelde
Picture Controls, aangepast vanuit standaardinstellingen, mogelijk niet het
gewenste effect produceren. Maak testopnamen en bekijk de resultaten in
de monitor. Vignetteringscorrectie is niet van toepassing op films (0 164)
of foto’s gemaakt met objectieven die FX-formaat ondersteunen.
232 C Het opnamemenu: Opnameopties
Selecteer Aan om tonvormige vertekening in foto’s gemaakt met
groothoekobjectieven en kussenvormige vervorming in foto’s
gemaakt met lange objectieven te verminderen (merk op dat de
randen van het zichtbare gedeelte in de zoeker mogelijk uit de
definitieve foto worden gesneden en dat de benodigde tijd voor het
verwerken van foto’s voordat het opnemen begint kan toenemen).
Deze optie is niet van toepassing op films en is alleen beschikbaar
voor type G-, E- en D-objectieven (pc, fisheye en bepaalde andere
objectieven uitgezonderd); resultaten worden niet gegarandeerd
met andere objectieven.
Dit item wordt alleen weergegeven voor objectieven die dit
ondersteunen. Het selecteren van Aan schakelt vibratiereductie in,
welke in werking treedt zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt
(0 372). Selecteer Uit om vibratiereductie uit te schakelen.
Autom. vertekeningscorrectie
G-knop C opnamemenu
A Retoucheren: Vertekeningscorrectie
Voor informatie over het maken van kopieën van bestaande foto's met
verminderde tonvormige vertekening en kussenvormige vertekening, zie
pagina 287.
Optische VR
G-knop C opnamemenu
A De vibratiereductie-aanduiding
Een vibratiereductie-aanduiding verschijnt in
het informatiescherm zodra Aan is
geselecteerd voor Optische VR.
233A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Druk op G en selecteer de tab A (menu Persoonlijke instellingen)
om het menu Persoonlijke instellingen weer te geven.
Persoonlijke instellingen worden gebruikt om de camera-
instellingen aan individuele wensen aan te passen.
A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-
instellingen
G-knop
Groepen Persoonlijke
instellingen
Hoofdmenu
Persoonlijke instellingen
terugzetten (0 235)
234 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Persoonlijke instellingen
De volgende Persoonlijke instellingen zijn beschikbaar:
Persoonlijke instelling Standaard 0
Herstel pers. instellingen 235
a Autofocus
a1 Selectie AF-C-prioriteit Scherpstelling 235
a2 Aantal scherpstelpunten 39 punten 236
a3 Ingeb. AF-hulpverlichting Aan 237
a4 Afstandsmeter Uit 237
a5 Handm. scherpstelring in AF-st.
*
Inschakelen 238
b Belichting
b1 Stapgrootte inst. belichting 1/3 stap 239
b2 ISO-weergave Uit 239
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend. ontspanknop Uit 239
c2 Timers automatisch uit Normaal 240
c3 Zelfontspanner Vertraging zelfontspanner:
10 sec.; Aantal opnamen: 1
241
d Opnemen/weergeven
d1 Belichtingsvertragingsstand Uit 241
d2 Opeenvolgende nummering Uit 242
d3 Rasterweergave in zoeker Uit 243
d4 Datumstempel Uit 243
d5 Aanduidingen omkeren
245
e Bracketing/flits
e1 Flitserregeling ingeb. flitser/
Optionele flitser
DDL 246
e2 Inst. voor autom. bracketing AE-bracketing 251
235A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
* Alleen voor objectieven die dit item ondersteunen.
Opmerking: Afhankelijk van de camera-instellingen zijn sommige opties grijs
aangeduid en dus niet beschikbaar.
Selecteer Ja om Persoonlijke instellingen terug te zetten naar hun
standaardwaarden.
Wanneer AF-C is geselecteerd voor zoekerfotografie (0 82), regelt
deze optie of foto’s kunnen worden vastgelegd wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt (prioriteit ontspannen) of alleen zodra
de camera is scherpgesteld (prioriteit scherpstellen).
f Bediening
f1 Fn-knop toewijzen ISO-gevoeligheid 252
f2 AE-L/AF-L-knop toewijzen AE/AF-vergrendeling 254
f3 Aanraak-Fn toewijzen Rasterweergave in zoeker 255
f4 Rotatie instelschijf omkeren Belichtingscorrectie: U
Sluitertijd/diafragma: U
256
Herstel pers. instellingen
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
a: Autofocus
a1: Selectie AF-C-prioriteit
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
G Ontspannen
Er kunnen foto’s worden gemaakt wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
F Scherpstelling
Er kunnen alleen foto’s worden gemaakt zodra de
camera heeft scherpgesteld.
Persoonlijke instelling Standaard 0
236 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies het aantal scherpstelpunten dat beschikbaar is voor
handmatige scherpstelpuntselectie.
a2: Aantal scherpstelpunten
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
# 39 punten
Kies uit de rechts
aangeduide
39 scherpstelpunten.
A 11 punten
Kies uit de rechts
aangeduide
11 scherpstelpunten.
Gebruik voor snelle
scherpstelpuntselectie.
237A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies of de ingebouwde AF-hulpverlichting
bij weinig licht gaat branden ter
ondersteuning van de scherpstelling.
Kies Aan om met behulp van de belichtingsaanduiding te bepalen
of de camera juist is scherpgesteld in handmatige scherpstelstand
(0 95; merk op dat deze functie niet beschikbaar is in de
opnamestand M wanneer de belichtingsaanduiding in plaats
daarvan toont of het onderwerp juist is belicht).
a3: Ingeb. AF-hulpverlichting
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
Aan
De AF-hulpverlichting brandt bij weinig licht (voor meer
informatie, zie pagina 342).
Uit
De AF-hulpverlichting gaat niet branden ter ondersteuning
van de scherpstelbewerking. Bij weinig licht kan de camera
mogelijk niet scherpstellen met autofocus.
a4: Afstandsmeter
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Aanduiding Beschrijving
Onderwerp scherp in beeld.
Scherpstelpunt ligt enigszins voor het onderwerp.
AF-hulpverlichting
238 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Dit item wordt alleen weergegeven voor objectieven die dit
ondersteunen. Het selecteren van Inschakelen zorgt ervoor dat de
scherpstelring van het objectief kan worden gebruikt voor
handmatige scherpstelling wanneer de camera zich in
autofocusstand bevindt; dit staat bekend als “autofocus met
handcorrectie” (M/A). Na het half indrukken van de ontspanknop
om scherp te stellen, houd de knop half ingedrukt en pas de
scherpstelling aan met de scherpstelring. Om opnieuw scherp te
stellen met behulp van autofocus, neemt u uw vinger van de
ontspanknop en drukt u hem vervolgens opnieuw half in. Om te
voorkomen dat de scherpstelring van het objectief wordt gebruikt
voor handmatige scherpstelling wanneer de camera zich in
autofocusstand bevindt, selecteer Uitschakelen.
Scherpstelpunt ligt ver voor het onderwerp.
Scherpstelpunt ligt enigszins achter het
onderwerp.
Scherpstelpunt ligt ver achter het onderwerp.
Camera kan de juiste scherpstelling niet bepalen.
A De elektronische afstandsmeter gebruiken
De elektronische afstandsmeter vereist een objectief met een maximaal
diafragma van f/5.6 of korter. De gewenste resultaten worden mogelijk niet
verkregen in situaties waarbij de camera niet scherp kan stellen met
autofocus (0 86). De elektronische afstandsmeter is niet beschikbaar
tijdens livebeeld.
a5: Handm. scherpstelring in AF-st.
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Aanduiding Beschrijving
239A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Selecteer de stapgroottes die worden gebruikt bij het maken van
aanpassingen aan sluitertijd, diafragma, belichting en flitscorrectie,
en bracketing.
Selecteer Aan om ISO-gevoeligheid in de zoeker weer te geven in
plaats van het aantal resterende opnamen.
Als Aan wordt geselecteerd, vergrendelt de belichting zo lang als de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
b: Belichting
b1: Stapgrootte inst. belichting
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
b2: ISO-weergave
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
c: Timers/AE-vergrendeling
c1: AE-vergrend. ontspanknop
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
240 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Deze optie bepaalt hoe lang de monitor aan blijft als er geen
handelingen worden uitgevoerd tijdens menuweergave en
afspelen (Weergave/menu's) zolang als foto’s na het opnemen in
de monitor worden weergegeven (Controlebeeld) en tijdens
livebeeld (Livebeeld), en hoe lang de stand-by-timer, zoeker en het
informatiescherm ingeschakeld blijven wanneer er geen
handelingen worden uitgevoerd (Stand-by-timer). Kies kortere
wachttijden voor automatisch uitschakelen om zo de gebruiksduur
van de accu te verlengen.
c2: Timers automatisch uit
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving (alle tijden zijn benaderingen)
C Kort
D Normaal
E Lang
De volgende waarden zijn ingesteld voor het automatisch
uitschakelen van de timers:
Weergave/
menu's
Controlebeeld Livebeeld
Stand-by-
timer
Kort 20 sec. 4 sec. 5 min. 4 sec.
Normaal 5 min. 4 sec. 10 min. 8 sec.
Lang 10 min. 20 sec. 20 min. 1 min.
F
Aangepast
Kies afzonderlijke wachttijden voor Weergave/menu's,
Controlebeeld, Livebeeld en Stand-by-timer. Druk op J
zodra de instellingen zijn voltooid.
A Timers automatisch uit
De monitor en zoeker worden niet automatisch uitgeschakeld wanneer de
camera met een computer of printer via USB is verbonden.
241A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies de lengte van de ontspanknopvertraging en het aantal
gemaakte foto's.
Vertraging zelfontspanner: Kies de lengte van de
ontspanknopvertraging.
Aantal opnamen: Druk op 1 en 3 om het aantal gemaakte foto’s te
kiezen bij het indrukken van de ontspanknop (van 1 tot 9; als er
een andere waarde dan 1 is geselecteerd, zullen foto's worden
vastgelegd bij intervallen van circa 4 sec.).
Selecteer, in situaties waarbij de geringste camerabeweging foto’s
onscherp kan maken, Aan om de sluiter vertraagd te ontspannen
tot circa 1 sec. nadat de ontspanknop is ingedrukt en de spiegel
opgeklapt.
c3: Zelfontspanner
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
d: Opnemen/weergeven
d1: Belichtingsvertragingsstand
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
242 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Wanneer er een foto wordt gemaakt, verhoogt de camera het laatst
gebruikte bestandsnummer met één en wordt deze naam voor het
nieuwe bestand gebruikt. Deze optie regelt of de
bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer
wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt
geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt
geplaatst.
d2: Opeenvolgende nummering
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
Aan
Wanneer een nieuwe map wordt aangemaakt, de
geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe
geheugenkaart in de camera wordt geplaatst, gaat de
bestandsnummering door vanaf het laatst gebruikte
nummer of van het hoogste bestandsnummer in de huidige
map, om het even welke hoger is. Als er een foto is gemaakt
terwijl de huidige map een foto met het nummer 9999 bevat,
wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt en begint
de bestandsnummering weer bij 0001.
Uit
De bestandsnummering begint weer bij 0001 wanneer een
nieuwe map wordt aangemaakt, de geheugenkaart wordt
geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera
wordt geplaatst. Merk op dat automatisch een nieuwe map
wordt aangemaakt als een foto wordt gemaakt terwijl de
huidige map 999 foto’s bevat.
Terugzetten
Als voor Aan, behalve dat de volgende gemaakte foto een
bestandsnummer wordt toegewezen dat één hoger is dan
het hoogste bestandsnummer in de huidige map. Als de map
leeg is, wordt bestandsnummering teruggezet naar 0001.
D Opeenvolgende nummering
Als de huidige map over nummer 999 beschikt en 999 foto’s of een foto met
het nummer 9999 bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en kunnen
geen foto’s meer worden gemaakt. Kies Terugzetten voor Persoonlijke
instelling d2 (Opeenvolgende nummering) en formatteer vervolgens de
huidige geheugenkaart of plaats een nieuwe geheugenkaart.
243A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies Aan om on-demand rasterlijnen ter referentie in de zoeker
weer te geven bij het samenstellen van foto’s (0 5).
Kies de datuminformatie die wordt afgedrukt op foto’s tijdens het
fotograferen. Datumstempels kunnen niet aan bestaande foto’s
worden toegevoegd of van bestaande foto’s worden verwijderd.
Bij andere instellingen dan Uit wordt de
geselecteerde optie aangeduid door een
d-pictogram in het informatiescherm.
d3: Rasterweergave in zoeker
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
d4: Datumstempel
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
Uit Tijd en datum verschijnen niet op de foto’s.
a Datum
Datum of datum en tijd
worden tijdens het
fotograferen afgedrukt
zo lang als deze optie
actief is.
b
Datum en
tijd
c Dagenteller
Op nieuwe foto's wordt een tijdstempel afgedrukt
waarop het aantal dagen tussen de datum van
opname en een geselecteerde datum wordt
weergegeven (zie hieronder).
A Datumstempel
De datum wordt vastgelegd in de volgorde geselecteerd voor
Tijdzone en
datum
(
0
262).
De afgedrukte datums worden mogelijk uitgesneden of
onleesbaar gemaakt in kopieën die zijn aangemaakt bij het retoucheren van
beelden (
0
277).
De datum verschijnt niet op NEF (RAW) of NEF (RAW) +
JPEG-afbeeldingen.
15
.
10
.
201615
.
10
.
2016
15
.
10
.
2016 10
:0215
.
10
.
2016 10
:02
244 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
❚❚ Dagenteller
Foto’s gemaakt terwijl deze optie actief is,
worden afgedrukt met het resterende
aantal dagen tot een toekomstige datum of
het aantal verstreken dagen sinds een
vorige datum. Gebruik de dagenteller om
het groeiproces van een kind te volgen of
om de dagen tot aan een verjaardag of huwelijk af te tellen.
De camera bevat drie tijdruimten voor het opslaan van datums.
1 Voer de eerste datum in.
De eerste keer dat u Dagenteller
selecteert, wordt u gevraagd om een
datum voor de eerste ruimte in te
voeren. Voer een datum in met behulp
van de multi-selector en druk op J om
de kalender af te sluiten.
2 Voer extra datums in of bewerk
bestaande datums.
Om een datum te wijzigen of extra
datums in te voeren, markeert u een
ruimte, druk op 2 en voer volgens
onderstaande beschrijving een datum
in.
3 Kies een datum.
Markeer een ruimte in de kalender en druk op J.
Toekomstige datum (twee dagen
resterend)
Datum in het verleden (twee dagen
verstreken)
02
/
15
.
10
.
201602
/
15
.
10
.
2016
02
/
19
.
10
.
201602
/
19
.
10
.
2016
245A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
4 Kies een indeling voor de dagenteller.
Markeer Weergaveopties en druk op
2, markeer vervolgens een
datumnotatie en druk op J.
5 Sluit het menu van de dagenteller af.
Druk op J om het menu van de dagenteller af te sluiten.
Als (V) is geselecteerd, worden de
belichtingsaanduidingen met positieve waarden links en negatieve
waarden rechts in de zoeker en het informatiescherm weergegeven.
Selecteer (W) om negatieve waarden links en
positieve waarden rechts weer te geven.
d5: Aanduidingen omkeren
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
250 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
6 Stel de opname samen.
Stel de opname samen en stel de flitsers op, zoals hieronder
aangeduid. Merk op dat de maximale afstand waarbinnen de
secundaire flitsers kunnen worden geplaatst, verschilt
afhankelijk van de opnameomstandigheden.
7 Configureer de secundaire flitsers.
Schakel alle secundaire flitsers in, pas de groepsinstellingen naar
wens aan en stel ze in op het kanaal geselecteerd in Stap 4. Zie de
instructiehandleidingen van de flitser voor meer informatie.
8 Kadreer, stel scherp en maak de foto.
Na te hebben gecontroleerd of het flitsgereedlampje van de
camera en de flitsgereedlampjes van alle flitsers branden,
kadreer de foto, stel scherp en maak de foto.
A De flitssynchronisatiestandweergave
M verschijnt niet in het informatiescherm wanneer – – is geselecteerd voor
Option. flitser > Stand.
60° of minder
Masterflitser (SB-500, bevestigd op camera)
Draadloze afstandssensors op flitsers
moeten naar de camera zijn gericht.
Groep B: 7 m of minder
Groep A: 10 m of minder
251A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies de instelling (belichting, witbalans of Actieve D-Lighting) die
wordt afgewisseld wanneer bracketing actief is (0 151).
A Flitscorrectie
De flitscorrectiewaarde, geselecteerd voor de knoppen M (Y) en E (N) en
instelschijf, wordt toegevoegd aan de flitscorrectiewaarden voor de
masterflitser, groep A en groep B in het menu Commanderstand menu. In
de zoeker wordt een Y-pictogram weergegeven wanneer een andere
flitswaarde dan ±0 is geselecteerd voor de master- of secundaire flitsers in
DDL- of %A-stand.
D Commanderstand
Plaats de sensorvensters op de secundaire flitsers om het licht van de
masterflitser te pakken (wees voorzichtig als de camera niet op een statief
is bevestigd). Normaal gesproken moeten de secundaire flitsers dichter bij
het onderwerp dan bij de camera worden geplaatst. Let op dat direct licht
of sterke reflecties van de secundaire flitsers niet het cameraobjectief (in
TTL-stand) of de fotocellen op de secundaire flitsers (%A-stand)
binnendringen, want dit kan de belichting verstoren. Kies, om te
voorkomen dat timerflitsen, afgegeven door de masterflitser, in foto’s
verschijnen die op korte afstand zijn gemaakt, lage ISO-gevoeligheden of
kleine diafragma’s (hoge f-waarden) of draai de flitserkop op de
masterflitser zodat deze naar boven wijst. Maak, na het positioneren van de
secundaire flitsers, een testopname en bekijk de resultaten in de
cameramonitor.
Hoewel er geen limiet is voor het aantal te gebruiken secundaire flitsers, is
drie het praktische maximum. Met meer dan dit aantal zal het licht dat
wordt afgegeven door de secundaire flitsers de prestaties verstoren.
e2: Inst. voor autom. bracketing
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
252 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies de functie van de Fn-knop.
f: Bediening
f1: Fn-knop toewijzen
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
v
Beeldkwaliteit/
-formaat
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om beeldkwaliteit en beeldformaat te
selecteren (0 98).
w
ISO-
gevoeligheid
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om ISO-gevoeligheid te selecteren
(0 107).
m Witbalans
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om witbalans te selecteren (alleen
standen P, S, A en M; 0 140).
!
Actieve
D-Lighting
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om Actieve D-Lighting te selecteren
(alleen standen P, S, A en M; 0 136).
$ HDR
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om HDR aan te passen (alleen standen P,
S, A en M; 0 138).
& + NEF (RAW)
Als beeldkwaliteit is ingesteld op JPEG Fijn, JPEG
Normaal of JPEG Basis, dan wordt er een NEF
(RAW)-kopie gemaakt bij de eerstvolgende foto die
wordt vastgelegd na het indrukken van de Fn-knop.
Druk nogmaals op de Fn-knop om af te sluiten
zonder een NEF (RAW)-kopie te maken. Deze optie
heeft geen invloed op de volgende standen voor
speciale effecten: %, S, T, U, ', ( en 3.
Fn-knop
253A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
t
Automatische
bracketing
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om de stapgrootte voor bracketing te
kiezen (bracketing voor belichting en witbalans) of
om ADL-bracketing in of uit te schakelen (alleen
standen P, S, A en M; 0 151).
" AF-veldstand
Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de
instelschijf om een AF-veldstand te kiezen (0 87).
'
Rasterweergave
in zoeker
Druk op de Fn-knop om
het raster van de zoeker
weer te geven of te
verbergen.
c Wi-Fi
Druk op de Fn-knop om het Wi-Fi-menu weer te
geven (0 272).
Optie Beschrijving
254 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Kies de functie voor de A (L)-knop.
f2: AE-L/AF-L-knop toewijzen
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
B
AE/
AF-vergrendeling
Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl
de A (L)-knop wordt ingedrukt.
C AE-vergrendeling
De belichting vergrendelt terwijl de A (L)-
knop wordt ingedrukt.
E
AE-vergrendeling
(vast)
De belichting vergrendelt wanneer de A (L)-
knop wordt ingedrukt en blijft vergrendeld
totdat de knop voor de tweede keer wordt
ingedrukt of de stand-by-timer afloopt.
F AF-vergrendeling
Scherpstelling vergrendelt terwijl de A (L)-
knop wordt ingedrukt.
A AF-ON
Het indrukken van de A (L)-knop stelt
autofocus in werking. De ontspanknop kan niet
worden gebruikt om scherp te stellen.
A (L)-knop
255A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Een aanraakgevoelig gebied van de monitor kan worden gebruikt
om de camera te besturen nadat de monitor automatisch is
uitgeschakeld. De positie van dit “aanraak-Fn”-gebied varieert
afhankelijk van de positie van de monitor; de functie ervan kan uit
de opties in de onderstaande tabel worden gekozen. Schuif uw
vinger naar links of rechts over het gebied aangeduid in de
afbeelding om de gekozen optie aan te passen (merk op dat
aanraak-Fn niet beschikbaar is wanneer de monitor naar voren
wijst). Komt uw gezicht in aanraking met het aanraak-Fn-gebied
wanneer u door de zoeker kijkt, gebruik de monitor dan in de
verlengde positie.
f3: Aanraak-Fn toewijzen
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Aanraak-Fn-gebied
Monitor in normale positie Monitor verlengd
Optie Beschrijving
#
Scherpstelpunt
selecteren
Wanneer een andere optie dan e (Automatisch
veld-AF) is geselecteerd voor AF-veldstand, schuif
dan een vinger over het aanraak-Fn-gebied om het
scherpstelpunt te positioneren (0 90).
w
ISO-
gevoeligheid
Schuif een vinger naar links of naar rechts over het
aanraak-Fn-gebied om ISO-gevoeligheid aan te
passen (0 107), of omhoog of omlaag om
automatische regeling ISO-gevoeligheid (0 228)
in of uit te schakelen (alleen de standen P, S, A en
M).
!
Actieve
D-Lighting
Schuif een vinger over het aanraak-Fn-gebied om
Actieve D-Lighting aan te passen (alleen standen P,
S, A en M; 0 136).
256 A Aangepaste instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen
Keer de rotatierichting van de instelschijf
om wanneer deze wordt gebruikt voor het
aanpassen van de belichting of
flitscorrectie (Belichtingscorrectie) en/of
sluitertijd en diafragma (Sluitertijd/
diafragma). Markeer opties en druk op 2
om te selecteren of de selectie ongedaan te maken, druk vervolgens
op J.
$ HDR
Schuif een vinger over het aanraak-Fn-gebied om
HDR aan te passen (alleen standen P, S, A en M;
0 138).
t
Automatische
bracketing
Schuif een vinger over het aanraak-Fn-gebied om
de bracketingstap te kiezen (bracketing voor
belichting en witbalans) of om ADL in of uit te
schakelen (alleen standen P, S, A en M; 0 151).
" AF-veldstand
Schuif een vinger over het aanraak-Fn-gebied om
een AF-veldstand te kiezen (0 87).
'
Rasterweergave
in zoeker
Tik op het aanraak-Fn-
gebied om het raster
van de zoeker weer te
geven of te verbergen.
% Diafragma
Schuif een vinger over het aanraak-Fn-gebied om
diafragma aan te passen (alleen standen A en M;
0 122, 123).
Geen Schakel aanraak-Fn uit.
D Aanraak-Fn
Aanraak-Fn is alleen beschikbaar als Inschakelen is geselecteerd voor
Aanraakbediening (0 263) en Informatiescherm automat. uit (0 265)
aan is.
f4: Rotatie instelschijf omkeren
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
Optie Beschrijving
257B Het setup-menu: Camera-instellingen
Druk op G en selecteer tab B (setup-menu) om het setup-menu
weer te geven.
Setup-menu-opties
Het setup-menu bevat de volgende opties:
B Het setup-menu: Camera-instellingen
G-knop
Optie Standaard 0
Geheugenkaart formatteren —259
Beeldcommentaar —260
Copyrightinformatie —261
Tijdzone en datum
1
Synchroniseren m. smartapparaat Uit
262
Zomertijd Uit
Taal (Language)
1
—262
Signaalopties
Signaal aan/uit Aan 263
Toonhoogte Laag 263
Aanraakbediening Inschakelen 263
Monitorhelderheid 0263
Indeling informatiescherm
AUTO/SCENE/EFFECTS Grafisch
264
P/S/A/M Grafisch
Automatisch informatiescherm Aan 265
Informatiescherm automat. uit Aan 265
Beeldsensor reinigen
Reinigen bij aan-/uitzetten Reinig bij aan- en uitzetten 328
258 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Spiegel omhoog (CCD reinigen)
2
330
Stof-referentiefoto 266
Flikkerreductie Automatisch 268
Ontspannen bij geen kaart Sluiter vergrendeld 268
HDMI
Uitvoerresolutie Automatisch
219
Apparaatbesturing Aan
Locatiegegevens
Downloaden van smartapparaat Nee
269
Positie
Opties extern GPS-apparaat
Stand-by-timer Inschakelen
Klok instellen via satelliet Ja
Afstandsbediening
Externe ontspanknop Foto's maken 270
Fn-knop toewijzen Zelfde als 4 op camera 270
Vliegtuigmodus Uitschakelen 271
Verbinden met smartapparaat 271
Verzenden n. smartapp. (autom.) Uit 272
Wi-Fi
Netwerkinstellingen
272Huidige instellingen
Verbindingsinstellingen herstellen
Bluetooth
Netwerkverbinding Uitschakelen
273Gekoppelde apparaten
Verzenden indien uitgeschakeld Aan
Uploaden via Eye-Fi
3
Inschakelen 274
Optie Standaard 0
259B Het setup-menu: Camera-instellingen
1 Standaardinstelling varieert afhankelijk van het land van aankoop.
2 Niet beschikbaar als de accu bijna leeg is.
3 Alleen beschikbaar wanneer een compatibele Eye-Fi-geheugenkaart is geplaatst.
Opmerking: Afhankelijk van de camera-instellingen zijn sommige opties grijs
aangeduid en dus niet beschikbaar.
Geheugenkaarten moeten eerst worden geformatteerd voordat ze
voor de eerste keer worden gebruikt of nadat ze in andere
apparaten zijn geformatteerd. Formatteer de kaart zoals hieronder
beschreven.
1 Markeer Ja.
Om af te sluiten zonder de
geheugenkaart te formatteren, markeer
Nee en druk op J.
2 Druk op J.
Het rechts aangeduide bericht wordt
weergegeven terwijl de kaart wordt
geformatteerd. Tijdens het formatteren
mag zowel de geheugenkaart als de
voedingsbron niet worden verwijderd
voordat het formatteren is voltooid.
Conformiteitsmarkering —276
Firmwareversie —276
Geheugenkaart formatteren
G-knop B setup-menu
D Geheugenkaarten formatteren
Bij het formatteren van geheugenkaarten worden alle gegevens op de kaart
voorgoed gewist. Vergeet niet foto’s en andere gegevens die u wilt bewaren
naar een computer te kopiëren alvorens verder te gaan (0 211).
Optie Standaard 0
260 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Voeg commentaar toe aan nieuwe foto’s terwijl ze worden gemaakt.
Commentaar kan als metadata worden bekeken in ViewNX-i of
Capture NX-D. Het commentaar is ook zichtbaar op de pagina met
opnamegegevens in het foto-informatiescherm (0 193). De
volgende opties zijn beschikbaar:
Commentaar invoeren: Voer commentaar in zoals beschreven op
pagina 162. Commentaar kan maximaal 36 tekens lang zijn.
Commentaar toevoegen: Selecteer deze
optie om het commentaar aan alle
volgende foto’s toe te voegen.
Commentaar toevoegen kan worden
in- of uitgeschakeld door deze optie te
markeren en op 2 te drukken. Druk op
J om af te sluiten na het kiezen van de gewenste instelling.
Beeldcommentaar
G-knop B setup-menu
261B Het setup-menu: Camera-instellingen
Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s terwijl ze worden
gemaakt. Copyrightinformatie is opgenomen in de
opnamegegevens die worden getoond in het foto-
informatiescherm en kunnen worden bekeken als metadata in
ViewNX-i of in Capture NX-D. De volgende opties zijn beschikbaar:
Fotograaf: Voer de naam van de fotograaf in zoals beschreven op
pagina 162. De naam van de fotograaf kan maximaal 36 tekens
lang zijn.
Copyright: Voer de naam van de copyrighthouder in zoals
beschreven op pagina 162. De naam van de copyrighthouder kan
maximaal 54 tekens lang zijn.
Copyrightinfo toevoegen: Selecteer deze
optie om copyrightinformatie aan alle
volgende foto’s toe te voegen.
Copyrightinfo toevoegen kan worden
in- of uitgeschakeld door deze optie te
markeren en op 2 te drukken. Druk op
J om af te sluiten na het kiezen van de
gewenste instelling.
Copyrightinformatie
G-knop B setup-menu
D Copyrightinformatie
Zorg, om ongeoorloofd gebruik van namen van fotografen of
copyrighthouders te voorkomen, dat Copyrightinfo toevoegen niet
geselecteerd is en de velden Fotograaf en Copyright leeg zijn alvorens de
camera aan iemand anders wordt uitgeleend of overgedragen. Nikon is
niet aansprakelijk voor schade of geschillen voortkomend uit het gebruik
van de optie Copyrightinformatie.
262 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Wijzig tijdzones, synchroniseer de klok met de klok op een
smartapparaat, stel de cameraklok in, kies de
datumweergavevolgorde en schakel zomertijd in of uit.
Kies een taal voor cameramenu’s en berichten.
Tijdzone en datum
G-knop B setup-menu
Optie Beschrijving
Tijdzone
Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch
ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone.
Datum en tijd Stel de cameraklok in (0 40).
Synchroniseren
m. smartapparaat
Kies of de cameraklok wordt bijgewerkt naar de tijd
(Coordinated Universal Time of UTC), tijdzone en
standaard of zomertijd gegeven door het
smartapparaat.
Datumnotatie
Kies de volgorde waarin dag, maand en jaar worden
weergegeven.
Zomertijd
Schakel zomertijd in of uit. De cameraklok wordt
automatisch een uur vooruit- of teruggezet.
Taal (Language)
G-knop B setup-menu
263B Het setup-menu: Camera-instellingen
Een geluidssignaal klinkt wanneer de camera scherpstelt, in
zelfontspannerstand staat en wanneer time-lapse-opname eindigt
of de aanraakschermbedieningen worden gebruikt.
❚❚ Signaal aan/uit
Selecteer Uit (alleen aanraakbediening)
om de geluiden die de camera maakt in
reactie op de aanraakbediening te dempen,
of kies Uit om alle geluidssignalen uit te
schakelen.
❚❚ Toonhoogte
Kies de toonhoogte (Hoog of Laag) van de geluiden gemaakt
wanneer de time-lapse-opname eindigt of in reactie op scherpstel-
en zelfontspannerhandelingen.
Selecteer Uitschakelen om per ongeluk gebruik van de
aanraakbediening te voorkomen (0 15), of Alleen weergave om de
aanraakbediening alleen in weergavemodus in te schakelen.
Druk op 1 of 3 om de monitorhelderheid te kiezen. Kies hogere
waarden om de helderheid te verhogen of lagere waarden om de
helderheid te verlagen.
Signaalopties
G-knop B setup-menu
Aanraakbediening
G-knop B setup-menu
Monitorhelderheid
G-knop B setup-menu
264 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Kies een indeling voor het informatiescherm (0 6). Voor de
automatische stand, onderwerpstand, stand voor speciale effecten
en voor de standen P, S, A en M kunnen afzonderlijke indelingen
worden gekozen.
1 Selecteer een optie voor de
opnamestand.
Markeer AUTO/SCENE/EFFECTS of
P/S/A/M en druk op 2.
2 Selecteer een ontwerp.
Markeer een ontwerp en druk op J.
Indeling informatiescherm
G-knop B setup-menu
Klassiek Grafisch
265B Het setup-menu: Camera-instellingen
Als Aan is geselecteerd, verschijnt het informatiescherm na het half
indrukken van de ontspanknop. Als Uit is geselecteerd, kan het
informatiescherm worden bekeken door op de R-knop te drukken.
Als Aan is geselecteerd, schakelt de oogsensor het
informatiescherm uit wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt. Het
selecteren van Uit voorkomt dat het scherm uitschakelt wanneer u
door de zoeker kijkt, maar verhoogt ook het verbruik van de accu.
Automatisch informatiescherm
G-knop B setup-menu
Informatiescherm automat. uit
G-knop B setup-menu
266 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Verzamel referentiegegevens voor de optie stofverwijdering in
Capture NX-D uit (voor meer informatie, raadpleeg de online
helpfunctie van Capture NX-D).
Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief
op de camera is bevestigd. Een objectief met een
brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen. Bij het
gebruik van een zoomobjectief moet helemaal worden ingezoomd.
1 Kies een startoptie.
Markeer één van de volgende opties en
druk op J. Druk op G om af te sluiten
zonder stofverwijderings-gegevens te
verzamelen.
Starten: Het rechts getoonde bericht
wordt weergegeven en “rEF”
verschijnt in de zoeker.
Sensor reinigen en dan starten: Selecteer
deze optie om de beeldsensor te
reinigen voordat de functie wordt
gestart. Het rechts getoonde bericht
wordt weergegeven en “rEF”
verschijnt in de zoeker zodra het reinigen is voltooid.
Stof-referentiefoto
G-knop B setup-menu
D Reiniging van de beeldsensor
Referentiegegevens voor stofverwijdering opgenomen vóór uitvoering
van beeldsensorreiniging, kunnen niet worden gebruikt voor foto’s
gemaakt nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd. Selecteer
Sensor reinigen en dan starten alleen als de referentiegegevens voor
stofverwijdering niet worden gebruikt met bestaande foto’s.
267B Het setup-menu: Camera-instellingen
2 Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker.
Houd het objectief op circa tien cm afstand van een goed
verlicht, egaal wit voorwerp. Neem het voorwerp zo in beeld dat
het de zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in.
Bij autofocus wordt automatisch scherpgesteld op oneindig; bij
handmatige scherpstelling moet de scherpstelling handmatig
op oneindig worden ingesteld.
3 Verzamel referentiegegevens voor stofverwijdering.
Druk de ontspanknop volledig in om referentiegegevens voor
stofverwijdering te verzamelen. De monitor wordt uitgeschakeld
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Als het referentievoorwerp te licht of te
donker is, kan de camera mogelijk geen
referentiegegevens voor
stofverwijdering verzamelen en wordt
het rechts getoonde bericht
weergegeven.
Kies een ander
referentievoorwerp en herhaal de procedure vanaf Stap 1.
D Referentiegegevens voor stofverwijdering
Dezelfde referentiegegevens kunnen worden
gebruikt voor foto’s die zijn gemaakt met
andere objectieven of bij andere diafragma’s.
Referentiefoto’s kunnen niet worden bekeken
met behulp van beeldbewerkingssoftware. Een
rasterpatroon wordt weergegeven wanneer
referentiefoto's op de camera worden bekeken.
268 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Verminder flikkering en banden bij het fotograferen onder tl-licht of
kwikdamplampen tijdens livebeeld (0 55) of filmopname (0 164).
Kies Automatisch om de camera automatisch de juiste frequentie
te laten kiezen, of kies handmatig de frequentie voor het lokale
lichtnet.
Als Sluiter vergrendeld is geselecteerd, werkt de ontspanknop
alleen als er een geheugenkaart in de camera is geplaatst. Door het
selecteren van Sluiter ontgrendeld kan de sluiter worden
ontspannen als er geen geheugenkaart is geplaatst, hoewel er geen
foto's worden vastgelegd (ze worden echter wel in de demostand in
de monitor weergegeven).
Flikkerreductie
G-knop B setup-menu
A Flikkerreductie
Als Automatisch niet in staat is de gewenste resultaten te produceren en u
niet weet over welke frequentie het lokale lichtnet beschikt, test dan zowel
de optie 50 als 60 Hz en kies de optie die de beste resultaten produceert.
Flikkerreductie produceert mogelijk niet de gewenste resultaten als het
onderwerp erg helder is. In dat geval moet u stand A of M selecteren en kies
een kleiner diafragma (hogere f-waarde) voordat livebeeld wordt gestart.
Merk op dat flikkerreductie niet beschikbaar is wanneer Aan is
geselecteerd voor Filminstellingen > Handmatige filminstellingen
(0 169) in stand M.
Ontspannen bij geen kaart
G-knop B setup-menu
269B Het setup-menu: Camera-instellingen
Pas de gebruiksinstellingen voor locatiegegevens aan wanneer de
camera met een GPS- of smartapparaat is verbonden.
Locatiegegevens
G-knop B setup-menu
Optie Beschrijving
Downloaden
van
smartapparaat
Selecteer Ja om locatiegegevens van het smartapparaat
te downloaden en ze toe te voegen aan foto’s gemaakt in
de komende twee uur. Als de camera zowel met een
smartapparaat als een GPS-apparaat is verbonden,
worden locatiegegevens van het GPS-apparaat
gedownload. Locatiegegevens kunnen niet worden
verkregen als de camera uit is of de stand-by-timer is
verlopen.
Positie
Bekijk de locatiegegevens die zijn meegeleverd door de
GPS of het smartapparaat (de weergegeven items
verschillen per apparaat en in het geval van films voor de
start van de opname).
Opties extern
GPS-apparaat
Pas instellingen aan voor aansluiting op optionele GPS-
apparaten.
Stand-by-timer: Kies of de stand-by-timer actief blijft
terwijl een GPS-apparaat is aangesloten. Als
Inschakelen is geselecteerd, schakelen de
belichtingsmeters automatisch uit als er gedurende de
periode zoals gespecificeerd in Persoonlijke instelling
c2 (Timers automatisch uit, 0 240) geen handelingen
worden uitgevoerd, zodat de accu minder snel leeg
raakt. Als een GP-1- of GP-1A-eenheid is verbonden,
blijft de eenheid gedurende een ingestelde periode
actief nadat de timer afloopt; om de camera tijd te
geven locatiegegevens op te halen, wordt de
vertraging met maximaal één minuut verlengt nadat de
belichtingsmeters zijn geactiveerd of de camera is
ingeschakeld. Selecteer Uitschakelen om de stand-by-
timer uit te schakelen wanneer een GPS-apparaat is
aangesloten.
Klok instellen via satelliet: Selecteer Ja om de cameraklok
te synchroniseren met de tijd geregistreerd door het
GPS-apparaat.
270 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Kies de functies uitgevoerd met behulp van optionele
afstandsbedieningskabels of draadloze afstandsbedieningen
(0 323, 324).
❚❚ Externe ontspanknop
Kies of de ontspanknop op de optionele accessoire voor fotografie
of filmopname wordt gebruikt.
❚❚ Fn-knop toewijzen
Kies de functie van de Fn-knoppen op draadloze
afstandsbedieningen.
Afstandsbediening
G-knop B setup-menu
Optie Beschrijving
y Foto's maken
De ontspanknop op de optionele accessoire wordt
voor het maken van foto’s gebruikt.
z Films opnemen
De ontspanknop op de optionele accessoire wordt
voor het maken van filmopnamen gebruikt. Druk
de knop half in om livebeeld te starten of om
scherp te stellen in de standen AF-S en AF-F. Druk de
knop volledig in om de opname te starten of te
beëindigen. Gebruik de livebeeldschakelaar van
de camera om livebeeld te beëindigen.
Optie Beschrijving
=4
Zelfde als 4 op
camera
De Fn-knop op de draadloze afstandsbediening
voert de functie uit die momenteel is toegewezen
aan A (L)-knop van de camera (0 254).
a Livebeeld
De Fn-knop op de draadloze afstandsbediening
kan voor het starten en beëindigen van livebeeld
worden gebruikt.
271B Het setup-menu: Camera-instellingen
Selecteer Inschakelen om de draadloze functies van Eye-Fi-kaarten
en Bleutooth- en Wi-Fi-verbindingen met smartapparaten uit te
schakelen. Verbindingen met andere apparaten met behulp van
een draadloze zender kunnen alleen worden uitgeschakeld door de
zender van de camera te verwijderen.
Pas instellingen aan voor verbinding met
smartapparaten.
Vliegtuigmodus
G-knop B setup-menu
Verbinden met smartapparaat
G-knop B setup-menu
A Veiligheid
Hoewel één van de voordelen van dit product is dat anderen vrijelijk
verbinding kunnen maken voor draadloze gegevensuitwisseling waar dan
ook binnen het betreffende bereik, kan het volgende optreden als de
beveiliging niet is ingeschakeld:
Gegevensdiefstal: Kwaadwillige personen kunnen draadloze transmissies
onderscheppen om gebruiker-ID’s, wachtwoorden te stelen en andere
persoonlijke informatie te stelen.
Onbevoegde toegang: Onbevoegde gebruikers kunnen toegang krijgen tot
het netwerk en gegevens wijzigen of andere kwaadwillige acties
uitvoeren. Merk op dat door het ontwerp van draadloze netwerken,
gespecialiseerde aanvallen aanleiding kunnen geven tot onbevoegde
toegang, zelfs wanneer de beveiliging is ingeschakeld.
272 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Als Aan is geselecteerd, worden nieuwe foto’s automatisch naar het
smartapparaat geüpload (als de camera op dit moment niet is
verbonden met het smartapparaat, dan worden de foto’s
gemarkeerd voor uploaden en geüpload zodra de eerstvolgende
keer een draadloze verbinding tot stand wordt gebracht). Films
worden niet geüpload.
Pas Wi-Fi (draadloos LAN)-instellingen aan.
Verzenden n. smartapp. (autom.)
G-knop B setup-menu
A Uploadmarkering
Niet meer dan 1.000 foto's tegelijk kunnen worden gemarkeerd voor
uploaden.
Voordat de score van foto’s, gemarkeerd voor uploaden, wordt gewijzigd,
selecteer Uitschakelen voor Bluetooth > Netwerkverbinding of schakel
draadloos uit door Inschakelen voor Vliegtuigmodus te selecteren.
Wi-Fi
G-knop B setup-menu
Optie Beschrijving
Netwerkinstellingen Pas instellingen voor Wi-Fi-verbindingen aan.
Huidige instellingen Bekijk huidige Wi-Fi-instellingen.
Verbindingsinstellingen
herstellen
Herstel Wi-Fi-instellingen naar haar
standaardwaarden.
273B Het setup-menu: Camera-instellingen
Lijst met gekoppelde apparaten en pas instellingen aan voor
verbinding met smartapparaten.
Bluetooth
G-knop B setup-menu
Optie Beschrijving
Netwerkverbinding Schakel Bluetooth in of uit.
Gekoppelde
apparaten
Bekijk gekoppelde apparaten.
Verzenden indien
uitgeschakeld
Selecteer Uit om draadloze transmissies op te
schorten wanneer de camera wordt uitgeschakeld
of de stand-by-timer afloopt.
274 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Fi-
geheugenkaart (apart verkrijgbaar van een willekeurig merk) in de
camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s naar een vooraf
geselecteerde bestemming te uploaden. Let op: bij ontoereikende
signaalsterkte worden er geen foto’s geüpload. Alvorens foto’s te
uploaden via Eye-Fi, selecteer Uitschakelen voor Vliegtuigmodus
(0 271) en Bluetooth > Netwerkverbinding (0 273).
Neem alle lokale wetten betreffende draadloze apparaten in acht en
kies Uitschakelen waar draadloze apparaten verboden zijn.
Uploaden via Eye-Fi
G-knop B setup-menu
D Eye-Fi-kaarten
Eye-Fi-kaarten kunnen toch draadloze signalen uitzenden wanneer
Uitschakelen is geselecteerd. Een g-pictogram weergegeven wanneer
Uitschakelen is geselecteerd, duidt aan dat de camera niet in staat is de
Eye-Fi-kaart te bedienen (0 275); schakel de camera uit en verwijder de
kaart.
Selecteer langere waarden voor Persoonlijke instelling c2 (Timers
automatisch uit) > Aangepast > Stand-by-timer (0 240) bij het gebruik
van een Eye-Fi-kaart.
Zie de handleiding meegeleverd met de Eye-Fi-kaart en stel uw vragen aan
de fabrikant. De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te
schakelen, maar is mogelijk niet in staat andere Eye-Fi-functies te
ondersteunen.
D Vliegtuigmodus (0 271)
Het inschakelen van de vliegtuigmodus schakelt uploaden via Eye-Fi uit.
Om uploaden via Eye-Fi te hervatten, selecteer Uitschakelen voor
Vliegtuigmodus alvorens Inschakelen voor Uploaden via Eye-Fi te
selecteren.
275B Het setup-menu: Camera-instellingen
Als er een Eye-Fi-kaart is geplaatst, wordt
de status aangeduid door een pictogram in
het informatiescherm:
d: Uploaden via Eye-Fi uitgeschakeld.
e: Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld
maar geen foto’s beschikbaar voor
uploaden.
f (statisch): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; wacht om
uploaden te beginnen.
f (animatie): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met
uploaden gegevens.
g: Fout — de camera kan de Eye-Fi-kaart niet bedienen. Als een
knipperende ( in de zoeker verschijnt, controleer dan of de
firmware van de Eye-Fi-kaart up-to-date is; als de fout aanhoudt
nadat de kaartfirmware is bijgewerkt, plaats dan een andere kaart
of formatteer de kaart in de camera nadat alle foto’s op de kaart
naar een computer of ander opslagapparaat zijn gekopieerd. Als
de (-aanduiding niet knippert, kan op normale wijze worden
gefotografeerd, maar kunt u mogelijk geen Eye-Fi-instellingen
wijzigen.
A Ondersteunde Eye-Fi-kaarten
Sommige kaarten zijn mogelijk niet beschikbaar in bepaalde landen of
regio’s; raadpleeg de fabrikant voor meer informatie. Eye-Fi-kaarten zijn
uitsluitend bedoeld voor gebruik in het land van aankoop. Controleer of de
firmware van de Eye-Fi-kaart is geüpdatet naar de nieuwste versie.
276 B Het setup-menu: Camera-instellingen
Bekijk een selectie van de standaarden waaraan de camera voldoet.
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
Conformiteitsmarkering
G-knop B setup-menu
Firmwareversie
G-knop B setup-menu
277N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Druk op G en selecteer de tab N (retoucheermenu) om het
retoucheermenu weer te geven.
Retoucheermenu-opties
De opties in het retoucheermenu worden gebruikt om bijgesneden
of geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s te maken. Het
retoucheermenu wordt alleen weergegeven wanneer een
geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst.
* Alleen beschikbaar als het retoucheermenu wordt weergegeven door het
indrukken van P en het selecteren van Retoucheren wanneer een
geretoucheerd beeld of origineel wordt weergegeven in schermvullende
weergave.
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën
maken
G-knop
Optie 0
0 NEF (RAW)-verwerking 280
k Bijsnijden 282
1 Formaat wijzigen 283
i D-Lighting 285
2 Snel retoucheren 286
j Rode-ogencorrectie 286
e Rechtzetten 287
( Vertekeningscorrectie 287
r Perspectiefcorrectie 288
) Fisheye 288
m Filtereffecten 289
l Monochroom 290
o Beeld-op-beeld 291
q Lijntekening 293
U Foto-illustratie 294
g Kleurenschets 294
u Miniatuureffect 295
3 Selectieve kleur 296
) Schilderij 298
f Film bewerken 178
p Vergelijken
*
298
Optie 0
278 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Geretoucheerde kopieën maken
Voer het volgende uit om een geretoucheerde kopie te maken:
1 Geef retoucheeropties weer.
Markeer het gewenste item in het
retoucheermenu en druk op 2.
2 Selecteer een foto.
Markeer een foto en druk op J (houd
de X-knop ingedrukt om de
gemarkeerde foto in volledig scherm te
bekijken).
3 Selecteer retoucheeropties.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf voor het
geselecteerde item. Druk op G om af te sluiten zonder een
geretoucheerde kopie te maken.
A Retoucheren
De camera is mogelijk niet in staat om foto’s gemaakt met andere
toestellen weer te geven of te retoucheren. Als het beeld werd
vastgelegd met de beeldkwaliteitsinstelling NEF (RAW) + JPEG (0 98),
dan zijn de retoucheeropties alleen van toepassing op de RAW-kopie.
279N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
4 Maak een geretoucheerde kopie.
Druk op J om een geretoucheerde
kopie te maken. Met uitzondering van
de foto-informatiepagina “alleen beeld”
(0 188) worden geretoucheerde
kopieën aangeduid door een
Z-pictogram.
A Geretoucheerde kopieën maken tijdens weergave
Om een geretoucheerde kopie van de foto te maken die momenteel in
schermvullende weergave wordt weergegeven (0 184), druk op P,
markeer vervolgens Retoucheren en druk op 2 en selecteer een
retoucheeroptie (Beeld-op-beeld uitgezonderd).
A Kopieën retoucheren
De meeste opties kunnen worden toegepast op kopieën die zijn
aangemaakt met behulp van andere retoucheeropties, maar met
uitzondering van Beeld-op-beeld en Film bewerken > Kies begin-/
eindpunt, waarbij elke optie slechts één keer kan worden toegepast (merk
op dat meerdere bewerkingen tot detailverlies kan leiden). Opties die niet
kunnen worden toegepast op het huidige beeld worden grijs weergegeven
en zijn dus niet beschikbaar.
A Beeldkwaliteit en -formaat
Behalve in het geval van kopieën gemaakt met Bijsnijden en Formaat
wijzigen, hebben kopieën gemaakt van JPEG-afbeeldingen hetzelfde
formaat en dezelfde kwaliteit als het origineel, terwijl kopieën van NEF
(RAW)-foto’s worden opgeslagen als grote fijne-kwaliteit JPEG-
afbeeldingen.
280 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s.
1 Selecteer NEF (RAW)-verwerking.
Markeer NEF (RAW)-verwerking in het
retoucheermenu en druk op 2 om een
fotoselectievenster weer te geven
waarin alleen NEF (RAW)-afbeeldingen
worden weergegeven die met deze
camera zijn gemaakt.
2 Selecteer een foto.
Gebruik de multi-selector om een foto
te markeren (houd de X-knop ingedrukt
om de gemarkeerde foto in volledig
scherm weer te geven). Druk op J om
de gemarkeerde foto te selecteren en ga
verder naar de volgende stap.
NEF (RAW)-verwerking
G-knop N retoucheermenu
281N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
3 Kies instellingen voor de JPEG-kopie.
Pas de hieronder vermelde instellingen aan. Merk op dat
witbalans en vignetteringscorrectie niet beschikbaar zijn voor
foto’s gecreëerd met beeld-op-beeld (0 291) en dat de effecten
van belichtingscorrectie kunnen verschillen van de effecten die
verwacht zouden mogen worden toen de foto werd gemaakt.
4 Kopieer de foto.
Markeer Uitvoeren en druk op J om
een JPEG-kopie van de geselecteerde
foto te maken. Druk op de G-knop
om af te sluiten zonder de foto te
kopiëren.
Kleurruimte (0 230)
Beeldformaat (0 100)
Beeldkwaliteit (0 98)
Witbalans (0 140)
Belichtingscorrectie (0 132)
Picture Control (0 155)
Hoge ISO-ruisonderdrukking (
0
231)
D-Lighting (0 285)
Vignetteringscorrectie (0 231)
282 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak een uitgesneden kopie van de
geselecteerde foto. De geselecteerde foto
wordt weergegeven, waarbij de
geselecteerde uitsnede in geel wordt
aangegeven; maak een uitgesneden kopie
zoals beschreven in de volgende tabel.
Bijsnijden
G-knop N retoucheermenu
Knop Functie Beschrijving
Formaat van
uitsnede vergroten
X
Druk op de X-knop om het formaat van de
uitsnede te vergroten.
Formaat van
uitsnede verkleinen
W (Q)
Druk op de W (Q)-knop om het formaat van
de uitsnede te verkleinen.
Beeldverhouding
van uitsnede
wijzigen
Draai aan de instelschijf om de
beeldverhouding te kiezen.
Uitsnede
verplaatsen
Gebruik de multi-selector om de uitsnede te
positioneren. Houd ingedrukt om de
uitsnede snel naar de gewenste positie te
verplaatsen.
Kopie maken
Sla de huidige uitsnede op als een
afzonderlijk bestand.
A Beeldformaat
Het formaat van de kopie (welke varieert afhankelijk van het formaat en de
beeldverhouding) verschijnt in de linkerbovenhoek in de
uitsnedeweergave.
A Uitgesneden kopieën bekijken
Mogelijk is zoomweergave niet beschikbaar wanneer uitgesneden kopieën
worden weergegeven.
A Bekijk ook
Zie pagina 198 voor informatie over het uitsnijden van foto’s tijdens
zoomweergave.
283N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s.
1 Selecteer Formaat wijzigen.
Markeer Formaat wijzigen in het
retoucheermenu en druk op 2 om
geselecteerde beelden een nieuw
formaat te geven.
2 Kies een formaat.
Markeer Kies formaat en druk op 2.
Markeer een optie en druk op J.
Formaat wijzigen
G-knop N retoucheermenu
284 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
3 Kies foto’s.
Markeer Foto selecteren en druk op 2.
Markeer foto’s met behulp van de multi-
selector en druk op de W (Q)-knop om
te selecteren of de selectie ongedaan te
maken (houd de X-knop ingedrukt om
de gemarkeerde foto in volledig scherm
te bekijken). Geselecteerde foto’s zijn
gemarkeerd door een 1-pictogram.
Druk op J zodra de selectie is voltooid.
4 Sla de kopieën met gewijzigd formaat
op.
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven. Markeer Ja en druk op J
om de kopieën met gewijzigd formaat
op te slaan.
A Kopieën met gewijzigd formaat bekijken
Mogelijk is zoomweergave niet beschikbaar wanneer kopieën met
gewijzigd formaat worden weergegeven.
W (Q)-knop
285N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal
is voor donkere foto’s of foto’s die met tegenlicht zijn gemaakt.
Druk op 4 of 2 om de hoeveelheid uitgevoerde correctie te kiezen;
het effect kan vooraf als voorbeeld in het bewerkingsscherm
worden bekeken. Druk op J om de foto te kopiëren.
❚❚ “Portret”
Om deze optie in of uit te schakelen,
markeer Portret en druk op 2. Wanneer
Portret wordt ingeschakeld, zal de camera
D-Lighting alleen toepassen op personen,
waarbij maximaal drie personen helderder
worden gemaakt terwijl de achtergrond
onbewerkt blijft voor een effect dat vergelijkbaar is met het effect
dat wordt bereikt met een reflector.
D-Lighting
G-knop N retoucheermenu
Voor D-Lighting (U Portret
uitgeschakeld)
D-Lighting (M Portret
ingeschakeld)
A Personen
De camera selecteert automatisch maximaal drie onderwerpen voor
portret-D-Lighting (merk op dat portret-D-Lighting niet kan worden
toegepast op foto’s gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische
beeldrotatie in het weergavemenu; 0 222). Afhankelijk van de compositie
en hoe de onderwerpen poseren, worden de gewenste resultaten mogelijk
niet verkregen; als u niet tevreden bent, kunt u het vinkje voor Portret
verwijderen.
286 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak kopieën waarvan de verzadiging en
het contrast zijn verbeterd. Waar nodig
wordt D-Lighting toegepast om donkere of
met tegenlicht belichte onderwerpen
helderder te maken.
Druk op 4 of 2 om de mate van
verbetering te kiezen. Druk op J om de foto te kopiëren.
Deze optie wordt gebruikt om “rode-ogen” te corrigeren die
worden veroorzaakt door de flitser en is alleen beschikbaar voor
foto’s die met de flitser zijn gemaakt. De foto geselecteerd voor
rode-ogencorrectie kan vooraf als voorbeeld in het
bewerkingsvenster worden bekeken. Controleer de effecten van
rode-ogencorrectie en druk op J om een kopie te maken. Merk op
dat rode-ogencorrectie mogelijk niet altijd het verwachte resultaat
oplevert en in zeer uitzonderlijke gevallen wordt toegepast op
delen van de foto die geen rode-ogencorrectie nodig hebben;
controleer het voorbeeld grondig alvorens verder te gaan.
Snel retoucheren
G-knop N retoucheermenu
Rode-ogencorrectie
G-knop N retoucheermenu
287N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak een rechtgezette kopie van het
geselecteerde beeld. Druk op 2 om de foto
maximaal vijf graden rechtsom te draaien
in stappen van ca. 0,25 graden, of op 4 om
de foto linksom te draaien (merk op dat
randen van het beeld worden bijgesneden
om een rechthoekige kopie te maken). Druk op J om een
geretoucheerde kopie te maken.
Maak kopieën met minder perifere
vertekening. Selecteer Automatisch om de
camera de vertekening automatisch te
laten corrigeren en voer daarna
fijnafstelling uit met behulp van de multi-
selector, of selecteer Handmatig om
vertekening handmatig te corrigeren (merk op dat Automatisch
niet beschikbaar is voor foto’s die gemaakt zijn met automatische
vertekeningscorrectie; zie pagina 232).
Druk op 2 om tonvormige vertekening te verminderen, op 4 om
kussenvormige vervorming te verminderen (merk op dat hoe groter
de mate van vertekeningscorrectie, des te meer er van de randen
van de foto zal worden weggesneden). Druk op J om een
geretoucheerde kopie te maken.
Rechtzetten
G-knop N retoucheermenu
Vertekeningscorrectie
G-knop N retoucheermenu
D Automatisch
Automatisch is uitsluitend bedoeld voor gebruik met foto’s die zijn
genomen met G-, E- en D-type objectieven (pc, fisheye en sommige andere
objectieven uitgezonderd); resultaten zijn niet gegarandeerd voor andere
objectieven.
288 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak kopieën die de effecten verminderen
van een perspectief gemaakt vanaf de basis
van een hoog object. Gebruik de multi-
selector om het perspectief aan te passen
(hoe groter de mate van
perspectiefcorrectie, des te meer er van de
randen van de foto wordt uitgesneden).
Druk op J om een geretoucheerde kopie te maken.
Maak kopieën die lijken alsof ze met een
fisheye-objectief zijn genomen. Druk op 2
om het effect te vergroten (dit vergroot
bovendien de mate van uitsnijden bij de
randen van het beeld), 4 om het effect te
verkleinen. Druk op J om een
geretoucheerde kopie te maken.
Perspectiefcorrectie
G-knop N retoucheermenu
Voor Na
Fisheye
G-knop N retoucheermenu
289N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Druk op J om de foto te kopiëren na het aanpassen van de
filtereffecten, zoals hieronder beschreven.
Filtereffecten
G-knop N retoucheermenu
Optie Beschrijving
Skylight
Creëert het effect van een
skylightfilter, waarbij de foto
minder blauw wordt.
Warm filter
Maakt een kopie met het
filtereffect van warme tinten,
waardoor de kopie een
“warme”, rode kleurzweem
krijgt.
Ster
Voeg aan lichtbronnen het
effect van een stralenkrans
toe.
Aantal punten: Kies uit vier, zes
of acht.
Filtersterkte: Kies de
helderheid van de
lichtbronnen waarop het effect moet worden toegepast.
Filterhoek: Kies de hoek van de punten.
Lengte van punten: Kies de lengte van de punten.
Bevestigen: Bekijk een voorbeeld van de effecten van het
filter. Druk op X om de kopie als voorbeeld
schermvullend te bekijken.
Opslaan: Maak een geretoucheerde kopie.
Zacht
Voeg een zacht filtereffect toe.
Druk op 4 of 2 om de
filtersterkte te kiezen.
290 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak een kopie van foto’s in Zwart-wit,
Sepia of Koelblauw (blauw-wit
monochroom).
Bij het selecteren van Sepia of Koelblauw
wordt een voorbeeld van de geselecteerde
afbeelding weergegeven; druk op 1 om
kleurverzadiging te vergroten, op 3 om te
verkleinen. Druk op J om een
monochrome kopie te maken.
Monochroom
G-knop N retoucheermenu
Verzadiging verhogen
Verzadiging verlagen
291N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om
een enkele foto te maken die afzonderlijk van de originele foto’s
wordt opgeslagen. De resultaten, die gebaseerd zijn op RAW-
gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk
beter dan over elkaar geplaatste beelden die met een
beeldverwerkingsprogramma worden gemaakt. De nieuwe foto
wordt opgeslagen bij de huidige instellingen voor beeldkwaliteit-
en formaat; stel eerst de beeldkwaliteit en het beeldformaat in
alvorens beelden over elkaar te plaatsen (0 98, 100; alle opties zijn
beschikbaar). Kies beeldkwaliteit NEF (RAW) om een NEF (RAW)-
kopie te creëren.
1 Selecteer Beeld-op-beeld.
Markeer Beeld-op-beeld in het
retoucheermenu en druk op 2.
Het rechts getoonde dialoogvenster
wordt weergegeven, waarin Beeld 1 is
gemarkeerd; druk op J om een lijst met
de NEF (RAW)-foto’s weer te geven die
met deze camera zijn gemaakt.
Beeld-op-beeld
G-knop N retoucheermenu
+
292 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
2 Selecteer het eerste beeld.
Gebruik de multi-selector om de eerste
foto voor beeld-op-beeld te markeren.
Houd de X-knop ingedrukt om de
gemarkeerde foto in volledig scherm te
bekijken. Druk op J om de
gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de
voorbeeldweergave.
3 Selecteer het tweede beeld.
De geselecteerde afbeelding verschijnt als Beeld 1. Markeer
Beeld 2 en druk op J en selecteer vervolgens de tweede foto,
zoals beschreven in Stap 2.
4 Pas versterking aan.
Markeer
Beeld 1
of
Beeld 2
en
optimaliseer de belichting voor beeld-op-
beeld door op
1
of
3
te drukken en de
versterkingsfactor uit waarden tussen 0,1
en 2,0 te selecteren.
Herhaal dit voor het
tweede beeld.
De standaardwaarde is 1,0; selecteer 0,5 voor een
halve versterking of 2,0 om de versterking te verdubbelen.
De
effecten van de versterking zijn zichtbaar in de
Voorbld
-kolom.
5 Voorbeeld van beeld-op-beeld.
Druk, om de rechts getoonde
compositie als voorbeeld te bekijken, op
4 of 2 om de cursor in de Voorbld-
kolom te plaatsen, druk vervolgens op
1 of 3 om Bld>bld te markeren en
druk op J (merk op dat de kleuren en helderheid in het
voorbeeld kunnen afwijken van de kleuren en helderheid in de
uiteindelijke foto). Selecteer Opslaan om de over elkaar
geplaatste beelden zonder voorbeeldweergave op te slaan. Druk
op W (Q) om naar Stap 4 terug te keren en selecteer nieuwe
foto’s of pas de versterking aan.
293N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
6 Sla het beeld-op-beeld op.
Druk op J terwijl het voorbeeld wordt
weergegeven om de over elkaar
geplaatste beelden op te slaan. Nadat
een beeld-op-beeld is gemaakt, wordt
het beeldresultaat in volledig scherm in
de monitor weergegeven.
Maak een lijntekeningkopie van een foto
om als basis te dienen voor een schilderij.
Druk op J om een geretoucheerde kopie
te maken.
D Beeld-op-beeld
Alleen NEF (RAW)-foto’s met dezelfde bitdiepte kunnen worden
gecombineerd (0 227). Het beeld-op-beeld heeft dezelfde foto-informatie
als de foto geselecteerd voor Beeld 1. Het huidige beeldcommentaar
wordt toegevoegd aan de over elkaar geplaatste beelden wanneer deze
worden opgeslagen; copyrightinformatie wordt echter niet gekopieerd.
Lijntekening
G-knop N retoucheermenu
Voor Na
294 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak omtreklijnen scherper en
vereenvoudig de kleuren voor een
postereffect. Druk op de 2- of 4-knop om
de omtreklijnen dikker of dunner te maken.
Druk op J om een geretoucheerde kopie
te maken.
Maak een kopie van een foto die lijkt op een
schets gemaakt met kleurpotloden. Druk
op 1 of 3 om Levendigheid of
Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2
om te wijzigen. Levendigheid kan worden
verhoogd om kleuren meer verzadigd te
maken, of verlaagd voor een vervaagd,
monochroom effect terwijl de omtreklijnen dikker of dunner
kunnen worden gemaakt. Dikkere omtreklijnen zorgen voor meer
verzadigde kleuren. Druk op J om een geretoucheerde kopie te
maken.
Foto-illustratie
G-knop N retoucheermenu
Voor Na
Kleurenschets
G-knop N retoucheermenu
295N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak een kopie die lijkt op een foto van een diorama. Dit effect
werkt het best bij foto’s die vanuit een hoog camerastandpunt zijn
genomen. Het gedeelte dat scherp in beeld wordt gebracht in de
kopie wordt aangeduid door een gele rand.
Miniatuureffect
G-knop N retoucheermenu
Knop Druk op Beschrijving
Oriëntatie
kiezen
W (Q)
Druk op W (Q) om de oriëntatie van het
scherpgestelde gebied te kiezen.
Scherp te
stellen veld
kiezen
Druk, als het betreffende
gebied liggend wordt
weergegeven op 1 of 3
om het kader dat het
scherp te stellen gebied
toont, te verplaatsen.
Druk, als het betreffende
gebied staand wordt
weergegeven op 4 of 2
om het kader dat het
scherp te stellen gebied
toont, te verplaatsen.
Kies formaat
Druk, als het betreffende gebied liggend wordt
weergegeven op 4 of 2 om de hoogte te kiezen.
Druk, als het betreffende gebied staand wordt
weergegeven op 1 of 3 om de breedte te kiezen.
Kopie maken Maak een kopie.
Scherpgesteld gebied
296 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Creëer een kopie waarin alleen geselecteerde tinten in kleur
verschijnen.
1 Selecteer Selectieve kleur.
Markeer Selectieve kleur in het
retoucheermenu en druk op 2.
2 Selecteer een foto.
Markeer een foto en druk op J (houd
de X-knop ingedrukt om de
gemarkeerde foto in volledig scherm te
bekijken).
3 Selecteer een kleur.
Gebruik de multi-selector om de cursor
boven een object te positioneren en
druk op A (L) om de kleur van het
voorwerp als de kleur in de definitieve
kopie te selecteren (de camera kan
moeite hebben met het detecteren van
onverzadigde kleuren; kies een
verzadigde kleur). Druk op X om in te
zoomen op de foto voor nauwkeurige
kleurselectie. Druk op W (Q) om uit te
zoomen.
Selectieve kleur
G-knop N retoucheermenu
A (L)-knop
Geselecteerde kleur
297N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
4 Markeer het kleurbereik.
Draai aan de hoofdinstelschijf
om het kleurbereik voor de
geselecteerde kleur te
markeren.
5 Kies het kleurbereik.
Druk op 1 of 3 om het bereik van
gelijkwaardige tinten die in de
uiteindelijke foto worden vastgelegd, te
verhogen of te verlagen. Kies uit
waarden tussen 1 en 7; merk op dat
hogere waarden tinten van andere
kleuren kunnen bevatten.
6 Selecteer extra kleuren.
Draai, om extra kleuren te
selecteren, aan de
hoofdinstelschijf om een van
de andere drie kleurvakken
bovenaan het scherm te
markeren en herhaal Stap 3–5
om een andere kleur te selecteren. Herhaal, indien gewenst, voor
een derde kleur. Druk op O om selectie van de gemarkeerde
kleur ongedaan te maken (houd O ingedrukt om alle kleuren te
verwijderen. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven;
selecteer Ja).
7 Bewaar de bewerkte kopie.
Druk op J om de foto te kopiëren.
Kleurbereik
298 N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
Maak een kopie die details en kleur
benadrukken voor een schilderijeffect.
Druk op J om de geretoucheerde kopie op
te slaan.
Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze
optie is alleen beschikbaar als het retoucheermenu door het
indrukken van de P-knop en het selecteren van Retoucheren wordt
weergegeven wanneer een kopie of origineel in volledig scherm
wordt afgespeeld.
1 Selecteer een foto.
Selecteer een geretoucheerde kopie
(aangeduid met een Z-pictogram) of
een foto die werd geretoucheerd in
schermvullende weergave. Druk op P,
markeer vervolgens Retoucheren en
druk op 2.
Schilderij
G-knop N retoucheermenu
Voor Na
Vergelijken
P-knop
299N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken
2 Selecteer Vergelijken.
Markeer Vergelijken in het
retoucheermenu en druk op J.
3 Vergelijk de kopie met het origineel.
De bronfoto wordt links weergegeven
en de geretoucheerde kopie rechts,
waarbij de opties die zijn gebruikt om
de kopie te maken bovenaan het
scherm worden weergegeven. Druk op
4 of 2 om tussen het bronbeeld en de
geretoucheerde foto te schakelen. Houd
de X-knop ingedrukt om de
gemarkeerde foto in volledig scherm te
bekijken. Als de kopie van twee beelden
werd gemaakt met behulp van Beeld-
op-beeld, druk dan op 1 of 3 om het andere bronbeeld te
bekijken. Als er meerdere kopieën van het huidige bronbeeld
zijn, druk dan op 1 of 3 om de overige kopieën te bekijken.
Druk op J om terug te keren naar weergave terwijl het
gemarkeerde beeld wordt weergegeven.
D Vergelijken
Het bronbeeld zal niet worden weergegeven wanneer de kopie werd
gemaakt van een foto die ondertussen werd gewist of was beveiligd toen
de kopie werd gemaakt (0 200).
Opties die zijn gebruikt om
een kopie te maken
Bronfoto Geretouch-
eerde kopie
300 m Recente Instellingen/O Mijn Menu
Zowel recente instellingen, een menu met de 20 meest recent
gebruikte instellingen, als Mijn menu, een aangepast menu met
maximaal 20 door de gebruiker geselecteerde opties, zijn
toegankelijk door op de G-knop te drukken zodat de laatste tab
in de menulijst wordt gemarkeerd (m of O).
Een menu kiezen
Gebruik de optie Tab kiezen om het weergegeven menu te kiezen.
1 Selecteer Tab kiezen.
Markeer Tab kiezen en druk op 2.
2 Selecteer een menu.
Markeer O MIJN MENU of m RECENTE
INSTELLINGEN en druk op J om het
geselecteerde menu weer te geven.
m Recente Instellingen/O Mijn Menu
G-knop
301m Recente Instellingen/O Mijn Menu
m Recente Instellingen
Wanneer m RECENTE INSTELLINGEN is
geselecteerd voor Tab kiezen, toont het
menu de 20 meest recent gebruikte
instellingen, waarbij de meest recent
gebruikte items bovenaan staan vermeld.
Druk op 1 of 3 om een optie te markeren
en druk op 2 om te selecteren.
O Mijn Menu
Het selecteren van O MIJN MENU voor Tab kiezen geeft u toegang
tot een aangepast menu van maximaal 20 opties geselecteerd uit de
weergave-, opname-, Persoonlijke instellingen-, setup- en
retoucheermenu’s. Volg de onderstaande stappen om items toe te
voegen aan, items te verwijderen uit en items te herschikken in Mijn
menu.
❚❚ Opties aan Mijn menu toevoegen
1 Selecteer Opties toevoegen.
Markeer Opties toevoegen en druk op
2.
2 Selecteer een menu.
Markeer de naam van het menu dat de
optie bevat die u wilt toevoegen en druk
op 2.
A Items uit het menu Recente instellingen verwijderen
Markeer een item en druk op de O-knop om het item uit het menu Recente
instellingen te verwijderen. Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; druk nogmaals op O om het geselecteerde item te
verwijderen.
302 m Recente Instellingen/O Mijn Menu
3 Selecteer een item.
Markeer het gewenste menu-item en
druk op J.
4 Positioneer het nieuwe item.
Druk op 1 of 3 om het nieuwe item
naar boven of beneden te verplaatsen in
Mijn menu. Druk op J om het nieuwe
item toe te voegen. Herhaal Stap 1–4
om extra items te selecteren.
A Opties aan Mijn menu toevoegen
De momenteel in Mijn menu weergegeven
items worden aangeduid met een vinkje. Items
aangeduid door een V-pictogram kunnen niet
worden geselecteerd.
303m Recente Instellingen/O Mijn Menu
❚❚ Opties uit Mijn menu verwijderen
1 Selecteer Opties verwijderen.
Markeer Opties verwijderen en druk op 2.
2 Selecteer items.
Markeer items en druk op 2 om te
selecteren of om de selectie ongedaan
te maken. Geselecteerde items worden
aangeduid door een vinkje.
3 Verwijder de geselecteerde items.
Druk op J. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
nogmaals op J om de geselecteerde
items te verwijderen.
304 m Recente Instellingen/O Mijn Menu
❚❚ Opties in Mijn menu herschikken
1 Selecteer Opties sorteren.
Markeer Opties sorteren en druk op 2.
2 Selecteer een item.
Markeer het item dat u wilt verplaatsen
en druk op J.
3 Positioneer het item.
Druk op 1 of 3 om het item naar boven
of beneden te verplaatsen in Mijn menu
en druk op J. Herhaal Stap 2–3 om
extra items te verplaatsen.
4 Keer terug naar Mijn menu.
Druk op de G-knop om naar Mijn
menu terug te keren.
G-knop
305Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele
accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet
doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik
van de camera op problemen stuit.
Compatibele CPU-objectieven
Deze camera ondersteunt autofocus alleen met AF-S, AF-P en en
AF-I CPU-objectieven. De namen van AF-S-objectieven beginnen
met AF-S, AF-P-objectieven met AF-P en AF-I-objectieven met AF-I.
Autofocus wordt niet ondersteund voor andere autofocus (AF)-
objectieven. De volgende lijst bevat een overzicht van de functies
die beschikbaar zijn met compatibele objectieven in
zoekerfotografie:
Compatibele objectieven
Camera-instelling
Scherpstelstand
Opnamestand
Lichtmeting
AF
MF (met
elektronische
afstandsmeter)
MF M
Overige
standen
L
M
N
Objectief/accessoire 3D Kleur
AF-S, AF-P, AF-I NIKKOR zzzzzz z
1
Overige G- of D-type AF
NIKKOR
zzzzz z
1
PC-E NIKKOR-serie
2, 3
z
4
zz z z z
1
PC NIKKOR 19mm f/4E ED
3, 5
z
4
zz z z z
1
PC Micro 85mm f/2.8D
6
z
4
zz z z
1
AF-S/AF-I-teleconverter
z
7
z
7
zz z z z
1
Overige AF NIKKOR (behalve
objectieven voor F3AF)
z
8
zz z z
1
AI-P NIKKOR z
9
zz z z
1
1 Spotmeting meet het geselecteerde scherpstelpunt (0 128).
306 Technische opmerkingen
2 De shiftknop voor de PC-E NIKKOR 24mm f/3.5D ED kan in aanraking komen met de camerabody
wanneer het objectief wordt gedraaid. Bovendien zijn sommige combinaties van verplaatsing en
rotatie mogelijk niet beschikbaar als gevolg van het objectief dat in aanraking komt met de
camerabody.
3 Verschuiven en/of kantelen van het objectief hindert de belichting.
4 Kan niet worden gebruikt bij verschuiven of kantelen.
5 Sommige combinaties van verplaatsing en rotatie zijn mogelijk niet beschikbaar als gevolg van het
objectief dat in aanraking komt met de camerabody.
6 Optimale belichting wordt alleen verkregen als het objectief op maximaal diafragma staat en het
objectief niet wordt verschoven of gekanteld.
7 Bij maximaal effectief diafragma van f/5.6 of korter.
8 Wanneer op minimale scherpstelafstand de objectieven AF 80–200mm f/2.8, AF 35–70mm f/2.8,
AF 28–85mm f/3.5–4.5 (nieuw) of AF 28–85mm f/3.5–4.5 volledig worden ingezoomd, wordt
mogelijk de scherpstelaanduiding (I) weergegeven wanneer het beeld op het matglas in de
zoeker niet scherp in beeld wordt gebracht. Controleer voor het opnemen of het beeld in het
zoekerscherm scherp in beeld is.
9 Bij maximaal diafragma van f/5.6 of korter.
Ruis in de vorm van lijnen wordt mogelijk weergegeven tijdens
autofocus wanneer films bij hoge ISO-gevoeligheden worden
opgenomen. Gebruik handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling.
307Technische opmerkingen
D IX NIKKOR-objectieven
IX NIKKOR-objectieven kunnen niet worden gebruikt.
A CPU- en G-, E- en D-type objectieven herkennen
CPU-objectieven zijn te herkennen aan de aanwezigheid van CPU-contacten,
G-, E- en D-type objectieven aan een letter op de objectiefvatting.
G- en E-
type objectieven zijn niet uitgerust met een diafragmaring.
CPU-contacten Diafragmaring
CPU-objectief G- en E-type objectief D-type objectief
Vergrendel de diafragmaring bij het kleinste diafragma (hoogste f-waarde)
wanneer een CPU-objectief met een diafragmaring wordt gebruikt.
A Matrixmeting
Voor matrixmeting gebruikt de camera een RGB-sensor met 2.016 pixels om
de belichting in te stellen volgens de verdeling van toonwaarden, kleur,
compositie en met type G-, E- of D-objectieven, afstandsinformatie (3D-
kleurenmatrixmeting II; met andere CPU-objectieven gebruikt de camera
kleurenmatrixmeting II waarbij de 3D-afstandsinformatie niet is inbegrepen).
308 Technische opmerkingen
Compatibele objectieven zonder CPU
Objectieven zonder CPU mogen alleen worden gebruikt wanneer
de camera zich in de M-stand bevindt. Het selecteren van een
andere stand schakelt de ontspanknop uit. Het diafragma moet
handmatig worden aangepast via de diafragmaring en het
lichtmeetsysteem van de camera, i-DDL-flitssturing en andere
functies waarvoor een CPU-objectief nodig is, kunnen niet worden
gebruikt. Bepaalde objectieven zonder CPU kunnen niet worden
gebruikt; zie “Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder
CPU”, hieronder.
Camera-instelling Scherpstelstand Opnamestand
Objectief/accessoire AF
MF (met
elektronische
afstandsmeter) MF M
Overige
standen
AI-, AI-gewijzigd NIKKOR- of Nikon-
serie E-objectieven
z
1
zz
2
Medische NIKKOR 120mm f/4 zzz
2, 3
Reflex NIKKOR zz
2
PC NIKKOR z
4
zz
2
AI-type teleconverter z
5
zz
2
Balgapparaat PB-6
6
z
1
zz
2
Automatische tussenringen (PK-
serie 11A, 12 of 13; PN-11)
z
1
zz
2
1 Bij maximaal diafragma van f/5.6 of korter.
2 Belichtingsaanduiding kan niet worden gebruikt.
3 Kan worden gebruikt bij sluitertijden die ten minste één stap langer zijn dan de
flitssynchronisatiesnelheid.
4 Kan niet worden gebruikt bij verschuiven of kantelen.
5 Bij maximaal effectief diafragma van f/5.6 of korter.
6 Bevestig in verticale richting (eenmaal bevestigd ook in horizontale richting te gebruiken).
309Technische opmerkingen
D Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder CPU
De volgende accessoires en objectieven zonder CPU kunnen NIET worden
gebruikt voor de D5600:
TC-16A AF-teleconverter
Niet-AI-objectieven
Objectieven die alleen werken met de AU-1-scherpsteleenheid (400mm
f/4.5, 600mm f/5.6, 800mm f/8, 1.200mm f/11)
Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6, 8mm f/8, OP 10mm f/5.6)
2,1cm f/4
Tussenring K2
180–600mm f/8 ED (serienummers 174041–174180)
360–1.200mm f/11 ED (serienummers 174031–174127)
200–600mm f/9.5 (serienummers 280001–300490)
AF-objectieven voor de F3AF (AF 80mm f/2.8, AF 200mm f/3.5 ED,
AF-teleconverter TC-16)
PC 28mm f/4 (serienummer 180900 of eerder)
PC 35mm f/2.8 (serienummers 851001–906200)
PC 35mm f/3.5 (oud model)
Reflex 1.000mm f/6.3 (oud model)
Reflex 1.000mm f/11 (serienummers 142361–143000)
Reflex 2.000mm f/11 (serienummers 200111–200310)
310 Technische opmerkingen
D AF-hulpverlichting
De AF-hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 0,5–3,0 m; gebruik bij
het gebruik van de verlichting een objectief met een brandpuntsafstand
van 18–200 mm en verwijder de zonnekap. Voor de volgende objectieven
is geen AF-hulpverlichting beschikbaar:
AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.8G ED
AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR
AF-S DX NIKKOR 55–300mm f/4.5–5.6G ED VR
AF-S VR Zoom-Nikkor 70–200mm f/2.8G IF-ED
AF-S NIKKOR 70–200mm f/2.8G ED VR II
AF-S Zoom-Nikkor 80–200mm f/2.8D IF-ED
AF-S NIKKOR 80–400mm f/4.5–5.6G ED VR
AF-S VR Nikkor 200mm f/2G IF-ED
AF-S NIKKOR 200mm f/2G ED VR II
AF-S VR Zoom-Nikkor 200–400mm f/4G IF-ED
AF-S NIKKOR 200–400mm f/4G ED VR II
311Technische opmerkingen
Bij afstanden van minder dan 1 m kunnen de volgende objectieven de
AF-hulpverlichting blokkeren met autofocus wanneer er weinig licht is:
AF-S DX NIKKOR 10–24mm f/3.5–4.5G ED
AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR
AF-S Zoom-Nikkor 17–35mm f/2.8D IF-ED
AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED
AF-S NIKKOR 18–35mm f/3.5–4.5G ED
AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR
AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED
AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II
AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.6G ED VR
AF-S DX NIKKOR 18-300mm f/3.5-6.3G ED VR
AF-S NIKKOR 20mm f/1.8G ED
AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8G ED
AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G IF-ED
AF-S NIKKOR 24–120mm f/4G ED VR
AF-S NIKKOR 28mm f/1.8G
AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED
AF-S NIKKOR 35mm f/1.4G
AF-S NIKKOR 70–200mm f/4G ED
AF-S NIKKOR 70–200mm f/4G ED VR
AF-S NIKKOR 85mm f/1.4G
AF-S NIKKOR 85mm f/1.8G
AF-S VR Micro-Nikkor 105mm f/2.8G IF-ED
312 Technische opmerkingen
D De ingebouwde flitser
De ingebouwde flitser kan worden gebruikt voor objectieven met een
brandpuntsafstand van 18–300 mm, waarbij moet worden opgemerkt dat
de flitser bij sommige afstanden of brandpuntsafstanden het onderwerp
niet volledig zal kunnen verlichten als gevolg van de door het objectief
opgeworpen schaduw (zie onderstaande afbeelding), terwijl objectieven
die het zicht van het onderwerp op de lamp voor rode-ogenreductie
belemmeren het goed functioneren van rode-ogenreductie kunnen
hinderen. Verwijder zonnekappen om schaduwen te voorkomen.
Schaduw Vignettering
De flitser heeft een minimumbereik van circa 0,6 m en kan niet worden
gebruikt in het macrobereik van macrozoomobjectieven. Bij de volgende
objectieven kan de flitser mogelijk niet het hele onderwerp belichten op
afstanden die korter zijn dan de afstanden in de onderstaande tabel:
Objectief Zoomstand
Minimumafstand
zonder vignettering
AF-S DX NIKKOR 10–24mm f/3.5–4.5G ED 24 mm 1,5 m
AF-S DX Zoom-Nikkor 12–24mm f/4G IF-ED 24 mm 1,0 m
AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR 35 mm 1,0 m
AF-S DX NIKKOR 16–85mm f/3.5–5.6G ED VR 24–85 mm Geen vignettering
AF-S Zoom-Nikkor 17–35mm f/2.8D IF-ED
28 mm 1,0 m
35 mm Geen vignettering
AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED
28 mm 1,5 m
35 mm 1,0 m
45–55 mm Geen vignettering
AF-S NIKKOR 18–35mm f/3.5–4.5G ED
24 mm 1,5 m
28 mm 1,0 m
35 mm Geen vignettering
AF Zoom-Nikkor 18–35mm f/3.5–4.5D IF-ED
24 mm 1,0 m
28–35 mm Geen vignettering
313Technische opmerkingen
Objectief Zoomstand
Minimumafstand
zonder vignettering
AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR,
AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G
18 mm 1,0 m
24–55 mm Geen vignettering
AF-S DX Zoom-Nikkor 18–70mm f/3.5–4.5G IF-ED
18 mm 1,0 m
24–70 mm Geen vignettering
AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR
18 mm 2,5 m
24 mm 1,0 m
35–105 mm Geen vignettering
AF-S DX Zoom-Nikkor 18–135mm f/3.5–5.6G IF-ED
18 mm 2,0 m
24–135 mm Geen vignettering
AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR
24 mm 1,0 m
35–140 mm Geen vignettering
AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED,
AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II
24 mm 1,0 m
35–200 mm Geen vignettering
AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.6G ED VR 35–300 mm 1,0 m
AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–6.3G ED VR 35–300 mm Geen vignettering
AF-S NIKKOR 20mm f/1.8G ED 20 mm 1,5 m
AF Zoom-Nikkor 20–35mm f/2.8D IF
24 mm 2,5 m
28 mm 1,0 m
35 mm Geen vignettering
AF-S NIKKOR 24mm f/1.4G ED 24 mm 1,0 m
AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8G ED
35 mm 1,5 m
50–70 mm Geen vignettering
AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G IF-ED
24 mm 1,0 m
28–120 mm Geen vignettering
AF-S NIKKOR 24–120mm f/4G ED VR
24 mm 1,5 m
28–120 mm Geen vignettering
AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED
35 mm 1,5 m
50–70 mm Geen vignettering
AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR
28 mm 1,5 m
35 mm 1,0 m
50–300 mm Geen vignettering
314 Technische opmerkingen
Objectief Zoomstand
Minimumafstand
zonder vignettering
AF-S VR Zoom-Nikkor 200–400mm f/4G IF-ED,
AF-S NIKKOR 200–400mm f/4G ED VR II
200 mm 4,0 m
250 mm 3,0 m
300 mm 2,5 m
PC-E NIKKOR 24mm f/3.5D ED
*
24 mm 3,0 m
* Niet verschoven of gekanteld.
Bij gebruik van de AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.8G ED kan de flitser niet op
alle afstanden het hele voorwerp verlichten.
A De beeldhoek berekenen
De grootte van het gebied dat wordt belicht door een kleinbeeldcamera is
36 × 24 mm. De grootte van het gebied dat wordt belicht door de D5600, in
contrast, is 23,5 × 15,6 mm, wat betekent dat de beeldhoek van een
kleinbeeldcamera ongeveer 1,5 keer dat van de D5600 is. De geschatte
brandpuntsafstand van objectieven voor de D5600 in kleinbeeldformaat
kan bij benadering worden berekend door de brandpuntsafstand van het
objectief te vermenigvuldigen met 1,5.
Beeldgrootte (kleinbeeldformaat)
Objectief
(36 × 24 mm)
Beelddiagonaal
Beeldgrootte (D5600)
(23,5 × 15,6 mm)
Beeldhoek (kleinbeeldformaat)
Beeldhoek (D5600)
315Technische opmerkingen
Nikons geavanceerde Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) biedt
een verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele
flitsers voor betere flitsfoto’s. De ingebouwde flitser zal niet flitsen
wanneer een optionele flitser is bevestigd.
❚❚ CVS-compatibele flitsers
De hierboven genoemde CVS-compatibele flitsers ondersteunen de
volgende functies:
Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem
(CVS)
SB-5000
SB-910, SB-900,
SB-800
SB-700
SB-600
SB-500
SU-800
SB-R200
SB-400
SB-300
Enkel flitsen
i-TTL
i-DDL-uitgebalanceerde
invulflits voor digitale
SLR
1
zzzzz——zz
Standaard i-DDL-
invulflits voor digitale
SLR
z
2
z
2
zz
2
z ——zz
%A Automatisch diafragma zz
3
———————
A Niet-DDL automatisch
4
z
3
———————
GN
Handmatig met
afstandsprioriteit
zzz——————
M Handmatig zzzzz
5
——z
5
z
5
RPT Stroboscopisch flitsen zz———————
Optische geavanceerde
draadloze flitssturing
Master
Externe flitserregeling zzz z
5
z ———
i-TTL i-DDL zzz z
5
————
[A:B]
Snelle draadloze
flitserregeling
z z ——z
6
———
%A Automatisch diafragma zz
7
———————
A Niet-DDL automatisch z ———————
M Handmatig zzz z
5
————
RPT Stroboscopisch flitsen zz———————
316 Technische opmerkingen
1 Niet beschikbaar voor spotmeting.
2 Kan tevens worden geselecteerd voor flitser.
3 Selectie van %A/A-stand uitgevoerd op flitser met behulp van aangepaste instellingen. “A” is
geselecteerd wanneer een objectief zonder CPU wordt gebruikt.
4 “A” is geselecteerd wanneer een objectief zonder CPU wordt gebruikt.
5 Kan alleen voor de camera worden geselecteerd (0 246).
6 Alleen beschikbaar tijdens close-up-fotografie.
7 “A” wordt gebruikt voor objectieven zonder CPU, ongeacht de stand geselecteerd voor de flitser.
8Kiezen uit %A en A hangt af van de optie geselecteerd voor hoofdflitser.
9 Alleen beschikbaar in commanderstand.
10 Firmware-updates voor de SB-910 en SB-900 kunnen worden uitgevoerd vanaf de camera.
De SU-800 draadloze Speedlight commander: Als de SU-800 op een CVS-
compatibele camera is bevestigd, kan deze worden gebruikt als
commander voor de flitsers SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800,
SB-700, SB-600, SB-500 of SB-R200 in maximaal drie groepen. De
SU-800 zelf is niet voorzien van een flitser.
Optische geavanceerde
draadloze flitssturing
Extern
i-TTL i-DDL zzzzz z ——
[A:B]
Snelle draadloze
flitserregeling
zzzzz z ——
%A/A
Automatisch
diafragma/Niet-DDL
automatisch
z
8
z
7
———————
M Handmatig zzzzz z ——
RPT Stroboscopisch flitsen zzzzz————
Radiogestuurde geavanceerde draadloze
flitssturing
———————
Doorgave van kleurinformatie (flitslicht) zzzzz——zz
Doorgave van kleurinformatie (LED-lamp) z ————
AF-hulp voor meervelds-AF zzzz z
9
———
Rode-ogenreductie zzzzz——z
Selectie flitsstand camera z ——zz
Firmware-update cameraflitser zz
10
z z ———z
SB-5000
SB-910, SB-900,
SB-800
SB-700
SB-600
SB-500
SU-800
SB-R200
SB-400
SB-300
317Technische opmerkingen
❚❚ Overige flitsers
De volgende flitsers kunnen worden gebruikt in niet-DDL
automatisch en handmatige standen. Gebruik met de camera in
stand S of M en een sluitertijd van
1
/200 sec. of langer geselecteerd.
Flitser SB-80DX,
SB-28DX, SB-28,
SB-26, SB-25,
SB-24 SB-50DX
1
SB-30, SB-27
2
,
SB-22S, SB-22,
SB-20, SB-16B,
SB-15
SB-23, SB-29
3
,
SB-21B
3
,
SB-29S
3
Flitsstand
A
Niet-DDL
automatisch
z z
M Handmatig zzz z
G
Stroboscopisch
flitsen
z ——
REAR
Synchronisatie op
het tweede gordijn
4
zzz z
1 Selecteer de stand P, S, A of M, klap de ingebouwde flitser neer en gebruik alleen de optionele
flitser.
2 De flitsstand wordt automatisch ingesteld op DDL en de ontspanknop wordt uitgeschakeld. Stel de
flitser in op A (DDL zonder automatisch flitsen).
3 Autofocus is alleen beschikbaar voor AF-S VR Micro-NIKKOR 105mm f/2.8G IF-ED en AF-S Micro
NIKKOR 60mm f/2.8G ED objectieven.
4 Beschikbaar wanneer de camera wordt gebruikt om een flitsstand te selecteren.
A De AS-15-synchronisatieflitsadapter
Wanneer de AS-15-synchronisatieflitsadapter (apart verkrijgbaar) op de
accessoireschoen is gemonteerd, kunnen flitsaccessoires met behulp van
een synchronisatiekabel worden aangesloten.
D Gebruik alleen originele Nikon-flitsaccessoires
Gebruik alleen Nikon-flitsers. Wanneer de accessoireschoen wordt
blootgesteld aan een negatieve spanning of een spanning van meer dan
250 V, kan dit niet alleen de normale werking verstoren, maar kunnen ook
de synchronisatieschakelingen van de camera of de flitser beschadigd
raken. Voor gebruik van een Nikon-flitser die niet in deze paragraaf wordt
vermeld, raadpleeg eerst een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger voor meer informatie.
318 Technische opmerkingen
D Opmerkingen over optionele flitsers
Raadpleeg de Speedlight-handleiding voor gedetailleerde instructies. Als
de flitser CVS ondersteunt, raadpleeg de paragraaf over CVS-compatibele
digitale SLR-camera’s. In de handleidingen van de SB-80DX, SB-28DX en
SB-50DX wordt de D5600 niet vermeld in de categorie “digitale SLR”.
Als er een optionele flitser wordt bevestigd in een andere opnamestand
dan j, % en 3, dan flitst de flitser bij iedere opname, zelfs in standen
waarin de ingebouwde flitser niet kan worden gebruikt.
i-DDL-flitserregeling kan worden gebruikt bij ISO-gevoeligheden tussen
100 en 12800. Bij hoge ISO-gevoeligheden kan ruis (lijnen) verschijnen in
foto’s gemaakt met sommige optionele flitsers; kies een lagere waarde als
dit zich voordoet. Als de flitsgereedaanduiding na het maken van de foto
ongeveer drie seconden knippert, heeft de flitser op maximale sterkte
geflitst en is de foto mogelijk onderbelicht (alleen CLS-compatibele flitsers;
voor informatie over de belichting en flitserlaadaanduidingen op andere
eenheden, zie de handleiding van de flitser).
Bij het gebruik van een synchronisatiekabel 17, 28 of 29 uit de SC-serie voor
off-camera flitserfotografie wordt in de i-DDL-stand mogelijk niet de juiste
belichting verkregen. We raden u aan spotmeting te kiezen om standaard i-
DDL-flitssturing te selecteren. Maak een testopname en bekijk de
resultaten in de monitor.
Gebruik in de i-DDL-stand het flitsvenster of de reflectiekaart van de flitser.
Gebruik geen andere schermen, zoals reflectieschermen, aangezien dit tot
een onjuiste belichting kan leiden.
Als de besturingen van de optionele SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800,
SB-700 of SB-600 flitser of SU-800 draadloze Speedlight commander
worden gebruikt om de flitscorrectie in te stellen, verschijnt Y in het
informatiescherm.
319Technische opmerkingen
De SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600, SB-500 en SB-400
beschikken over rode-ogenreductie, terwijl de SB-5000, SB-910, SB-900,
SB-800, SB-700, SB-600 en SU-800 over AF-hulpverlichting beschikken met
de volgende beperkingen:
SB-5000: AF-hulpverlichting is
beschikbaar voor 24–135 mm AF-
objectieven, autofocus is echter alleen
beschikbaar voor de rechts getoonde
scherpstelpunten.
SB-910 en SB-900: AF-hulpverlichting is
beschikbaar voor 17–135 mm
AF-objectieven, autofocus is echter
alleen beschikbaar voor de rechts
getoonde scherpstelpunten.
SB-800, SB-600 en SU-800:
AF-hulpverlichting is beschikbaar voor
24–105 mm AF-objectieven, autofocus
is echter alleen beschikbaar voor de
rechts getoonde scherpstelpunten.
24–49 mm
50–69 mm
70–135 mm
17–19 mm
20–105 mm
106–135 mm
24–34 mm
35–49 mm
50–105 mm
320 Technische opmerkingen
SB-700: AF-hulpverlichting is
beschikbaar voor 24–135 mm
AF-objectieven, autofocus is echter
alleen beschikbaar voor de rechts
getoonde scherpstelpunten.
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opgenomen scène, wordt
mogelijk de scherpstelaanduiding (I) weergegeven wanneer het
onderwerp niet scherp in beeld is, of de camera is niet in staat om scherp te
stellen en de ontspanknop wordt uitgeschakeld.
24–135 mm
321Technische opmerkingen
Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren
voor de D5600 de volgende accessoires beschikbaar.
Overige accessoires
Voedingsbronnen Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL14a (0 26): Extra EN-EL14a-
accu’s zijn verkrijgbaar in de detailhandel en bij Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordigers. Er kunnen
EN-EL14-accu’s worden gebruikt.
Batterijlader MH-24 (0 26): Laad EN-EL14a- en EN-EL14-
accu’s op.
Stroomaansluiting EP-5A, lichtnetadapter EH-5b/EH-5c: Deze
accessoires kunnen worden gebruikt om de camera
gedurende langere tijd van stroom te voorzien (ook
kunnen EH-5a- en EH-5-lichtnetadapters worden
gebruikt). Een EP-5A-stroomaansluiting is vereist om de
camera op de EH-5c, EH-5b, EH-5a of EH-5 aan te sluiten;
zie pagina 325 voor meer informatie.
Afdekkapjes
accessoireschoen
Afdekkapje accessoireschoen BS-1: Een afdekkapje dat de
accessoireschoen beschermt. De accessoireschoen wordt
voor optionele flitsers gebruikt.
Filters Filters bedoeld voor fotografie met speciale effecten
kunnen mogelijk interfereren met autofocus of de
elektronische afstandsmeter.
De D5600 kan niet worden gebruikt met lineaire
polarisatiefilters. Gebruik in plaats daarvan de C-PL of
C-PL II circulaire polarisatiefilters.
Neutral Color (NC)-filters worden aanbevolen voor het
beschermen van het objectief.
Als u een onderwerp in sterk tegenlicht fotografeert of
als zich een sterke lichtbron in het beeld bevindt, wordt
het gebruik van een filter afgeraden om spookbeelden
te voorkomen.
Centrumgerichte meting wordt aanbevolen voor filters
met een belichtingsfactor (filterfactors) van meer dan
1× (Y44, Y48, Y52, O56, R60, X0, X1, C-PL, ND2S, ND4,
ND4S, ND8, ND8S, ND400, A2, A12, B2, B8, B12).
Raadpleeg de filterhandleiding voor meer informatie.
322 Technische opmerkingen
Accessoires voor
zoekeroculair
DK-5 oculairkapje (0 80): Voorkomt dat licht dat via de
zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting
verstoort.
DK-20C oculaircorrectielenzen: Lenzen zijn beschikbaar voor
dioptrieën van –5, –4, –3, –2, 0, +0,5, +1, +2 en +3 m
–1
wanneer de dioptrieregelaar van de camera zich in de
neutrale positie bevindt (–1 m
–1
). Gebruik alleen
zoekercorrectielenzen als de gewenste scherpstelling
niet kan worden verkregen met de ingebouwde
dioptrieregelaar (–1,7 tot + 0,5 m
–1
). Test de
zoekercorrectielenzen voor aanschaf om zeker te zijn
dat de gewenste scherpstelling kan worden verkregen.
De rubberen oogschelp kan niet worden gebruikt in
combinatie met zoekercorrectielenzen.
Zoekerloep DG-2: De DG-2 vergroot het onderwerp dat
wordt weergegeven in het midden van de zoeker voor
grotere nauwkeurigheid tijdens het scherpstellen.
Oculairadapter vereist (apart verkrijgbaar). Omdat de
DG-2 de oogsensor hindert, is het misschien
noodzakelijk Uit voor het item Informatiescherm
automat. uit te selecteren in het setup-menu (0 265)
wanneer dit accessoire is bevestigd.
Oculairadapter DK-22: De DK-22 wordt gebruikt bij het
bevestigen van de DG-2 zoekerloep. De monitor kan
niet worden gedraaid terwijl de adapter is geplaatst.
Hoekzoeker DR-6: De DR-6 wordt in een rechte hoek op het
zoekeroculair bevestigd zodat u het beeld in de zoeker
in een rechte hoek ten opzichte van het objectief kunt
bekijken (bijvoorbeeld van bovenaf met de camera in
horizontale opnamestand). De monitor kan niet worden
gedraaid terwijl het hulpstuk is geplaatst. Omdat
bovendien de DR-6 de oogsensor hindert, is het
misschien noodzakelijk Uit voor het item
Informatiescherm automat. uit te selecteren in het
setup-menu wanneer dit accessoire is bevestigd.
323Technische opmerkingen
Software Camera Control Pro 2: Bedien de camera op afstand vanaf een
computer om films op te nemen en foto’s vast te leggen
en om foto’s rechtstreeks op de harde schijf van de
computer op te slaan.
Opmerking: Gebruik de nieuwste versies van Nikon-
software; zie de websites vermeld op pagina xxi voor de
nieuwste informatie over ondersteunde
besturingssystemen. Bij standaardinstellingen
controleert Nikon Message Center 2 periodiek op
updates van Nikon-software en -firmware terwijl u bent
ingelogd op een account op de computer en de
computer is met het internet verbonden. Er wordt
automatisch een bericht weergegeven wanneer een
update is gevonden.
Bodydoppen Bodydop BF-1B/Bodydop BF-1A: De bodydop houdt de spiegel,
het zoekerscherm en de beeldsensor stofvrij wanneer er
geen objectief is geplaatst.
Draadloze
afstandsbedieningen
Draadloze afstandsbediening WR-R10/draadloze
afstandsbediening WR-T10: Wanneer er een WR-R10
draadloze afstandsbediening is bevestigd, kan de
camera draadloos worden bediend met behulp van een
WR-T10 draadloze afstandsbediening (0 270).
Draadloze afstandsbediening WR-1 (0 270): De WR-1 kan als
zender of ontvanger functioneren en wordt in
combinatie met een andere WR-1 of een WR-R10 of
WR-T10 draadloze afstandsbediening gebruikt. Een
WR-1 kan bijvoorbeeld op een accessoire-aansluiting
worden aangesloten voor gebruik als ontvanger zodat
de sluiter op afstand kan worden ontspannen door een
andere WR-1 die als zender fungeert.
Microfoons Stereomicrofoon ME-1 (0 170)
Draadloze microfoon ME-W1 (0 170)
324 Technische opmerkingen
❚❚ Goedgekeurde geheugenkaarten
De camera ondersteunt SD-, SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten, inclusief SDHC- en SDXC-kaarten die
compatibel zijn met UHS-I. Kaarten gewaardeerd met
SD Snelheidsklasse 6 of hoger worden aanbevolen voor het
opnemen van films; gebruik van langzamere kaarten kan ervoor
zorgen dat de opname wordt onderbroken. Controleer, bij het
kiezen van kaarten voor gebruik in kaartlezers, of ze compatibel zijn
met het apparaat. Neem contact op met de fabrikant voor
informatie over functies, werking en gebruiksbeperkingen.
Accessoires voor de
accessoire-
aansluiting
De D5600 is voorzien van
een accessoire-
aansluiting voor WR-1 en
WR-R10 draadloze
afstandsbedieningen, MC-DC2
afstandsbedieningskabels
(0 125) en GP-1/GP-1A GPS-
apparaten (0 269), welke
aansluiten op de H-markering op de aansluiting die op
één lijn wordt gebracht met de F naast de accessoire-
aansluiting (sluit het deksel van de aansluitingen
wanneer de aansluiting niet in gebruik is).
USB-kabels UC-E20 USB-kabel (0 211, 214)
HDMI-kabels
(0 218)
HC-E1 HDMI-kabel: Een HDMI-kabel met een type C-
aansluiting voor verbinding met de camera en een type
A-aansluiting voor verbinding met HDMI-apparaten.
A Optionele accessoires
Beschikbaarheid kan per land of regio variëren. Raadpleeg onze website of
brochures voor de meest recente informatie.
325Technische opmerkingen
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter
bevestigen
Zet de camera uit voordat u de optionele stroomaansluiting en
lichtnetadapter aansluit.
1 Maak de camera gereed.
Open de deksels van het
batterijvak (q) en de
stroomaansluiting (w).
2 Plaats de EP-5A-stroomaansluiting.
Plaats de aansluiting in de aangegeven
richting en gebruik de accu om de
oranje batterijvergrendeling naar één
zijde ingedrukt te houden. Zorg dat de
aansluiting in zijn geheel is geplaatst.
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
Leid de kabel van de
stroomaansluiting door de
daarvoor bestemde gleuf en
sluit het deksel van het
batterijvak.
326 Technische opmerkingen
4 Sluit de EH-5b/EH-5c-lichtnetadapter aan.
Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de
wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) en het
netsnoer van de gelijkstroomaansluiting (r). Het pictogram P
verschijnt in de monitor wanneer de camera via de
lichtnetadapter en de stroomaansluiting wordt gevoed.
327Technische opmerkingen
Opslag
Wanneer de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt,
verwijder de accu, plaats het afdekkapje terug en bewaar de accu op
een koele, droge plek. Voorkom vorming van schimmel of
meeldauw door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte
te bewaren. Berg de camera niet op met nafta- of
kamfermottenballen of op plaatsen die:
slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid hoger is dan
60%
zich in de nabijheid van apparaten bevinden die sterke
elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of
radiotoestellen
worden blootgesteld aan temperaturen hoger dan 50 °C of lager
dan –10 °C
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Behandeling van uw camera
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof en pluisjes te verwijderen en
veeg vervolgens voorzichtig schoon met een zachte, droge
doek. Verwijder na gebruik van de camera op het strand of aan
zee eventueel zand of zout met een doek die licht bevochtigd
is in gedistilleerd water.
Belangrijk: Stof of ander vuil in de camera kan schade veroorzaken
die niet door de garantie wordt gedekt.
Objectief,
spiegel en
zoeker
Deze glaselementen raken gemakkelijk beschadigd. Verwijder
stof en pluisjes met een blaasbalgje. Als u een luchtspuitbus
gebruikt, houd de bus dan verticaal om te voorkomen dat er
vloeistof uit de bus lekt. Verwijder vingerafdrukken en andere
vlekken door een beetje lensreiniger op een zachte doek aan
te brengen en het glas voorzichtig schoon te vegen.
Monitor
Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje. Voor het
weghalen van vingerafdrukken en andere vlekken, veeg het
oppervlak voorzichtig schoon met een zachte doek of zeem.
Duw hierbij niet te hard, aangezien dit kan leiden tot schade of
storing.
328 Technische opmerkingen
Reiniging van de beeldsensor
Als u vermoedt dat vuil- of stofdeeltjes die op het filter zitten op de
foto’s te zien zijn, dan kunt u het filter reinigen met behulp van de
optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu. De sensor kan op
elk gewenst moment worden gereinigd met behulp van de optie
Nu reinigen, of reiniging kan automatisch worden uitgevoerd
wanneer de camera wordt in- of uitgeschakeld.
❚❚ “Nu reinigen”
Houd de basis van de camera omlaag,
selecteer Beeldsensor reinigen in het
setup-menu, markeer vervolgens Nu
reinigen en druk op J. De camera
controleert de beeldsensor en begint
vervolgens met reinigen. 1 knippert in
de zoeker en andere bewerkingen kunnen
niet worden uitgevoerd terwijl het reinigen
bezig is. Verwijder of ontkoppel niet de
voedingsbron voordat het reinigen is
voltooid en het setup-menu wordt
weergegeven.
329Technische opmerkingen
❚❚ “Reinigen bij aan-/uitzetten”
1 Selecteer Reinigen bij aan-/uitzetten.
Select Beeldsensor reinigen, markeer
vervolgens Reinigen bij aan-/uitzetten
en druk op 2.
2 Selecteer een optie.
Markeer een optie en druk op J. Kies uit
Reinigen bij aanzetten, Reinigen bij
uitzetten, Reinig bij aan- en uitzetten
en Reiniging uit.
D Reiniging van de beeldsensor
Het gebruik van camerabedieningen tijdens het opstarten, onderbreekt
reiniging van de beeldsensor.
Reiniging wordt uitgevoerd door het laten trillen van de beeldsensor. Als
stof niet volledig kan worden verwijderd via de opties in het menu
Beeldsensor reinigen, reinig de beeldsensor dan handmatig (0 330) of
raadpleeg een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Als de beeldsensor enkele keren achter elkaar wordt gereinigd, kan de
reinigingsfunctie tijdelijk worden geblokkeerd om de interne schakelingen
van de camera te beschermen. Na een korte pauze kan de beeldsensor
opnieuw worden gereinigd.
330 Technische opmerkingen
❚❚ Handmatig reinigen
Als stof of vuil niet van de beeldsensor kan worden verwijderd via de
optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu (0 328), dan kan de
sensor handmatig worden gereinigd zoals hieronder beschreven.
Denk er echter aan dat de sensor uitermate kwetsbaar is en
gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon raadt aan het reinigen van
de sensor alleen over te laten aan Nikon geautoriseerd
servicepersoneel.
1 Laad de accu op.
Gebruik een betrouwbare stroombron wanneer u de
beeldsensor controleert of reinigt. Zorg dat de accu volledig is
opgeladen voordat u bij koud weer buiten foto’s maakt.
2 Verwijder het objectief.
Zet de camera uit en verwijder het objectief.
3 Selecteer Spiegel omhoog (CCD
reinigen).
Zet de camera aan en markeer Spiegel
omhoog (CCD reinigen) in het setup-
menu en druk op 2 (merk op dat deze
optie niet beschikbaar is bij H-
accuniveaus of lager).
4 Druk op J.
Het rechts getoonde bericht wordt in de
monitor weergegeven.
5 Klap de spiegel omhoog.
Druk de ontspanknop volledig in. De
spiegel wordt omhoog geklapt en het
sluitergordijn wordt geopend, zodat de
beeldsensor zichtbaar wordt.
331Technische opmerkingen
6 Onderzoek de beeldsensor.
Houd de camera zodanig vast dat er
licht op de beeldsensor valt en
onderzoek de binnenkant van de
camera op stof en vuil. Ga naar Stap 8 als
er geen vuil of stof aanwezig is.
7 Reinig de sensor.
Verwijder stof en pluisjes met een
blaasbalgje van de sensor. Gebruik geen
blaaskwastje, aangezien de haartjes van
het kwastje de sensor kunnen
beschadigen. Alleen door Nikon
geautoriseerd servicepersoneel mag
vuil verwijderen dat niet kan worden verwijderd met een
blaasbalgje. De sensor mag onder geen enkel beding worden
aangeraakt of schoongeveegd.
8 Schakel de camera uit.
De spiegel wordt neergeklapt en het sluitergordijn gaat dicht.
Plaats het objectief of de bodydop terug.
A Gebruik een betrouwbare voedingsbron
Het sluitergordijn is kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigd raken. Als
de camera wordt uitgeschakeld terwijl de spiegel is opgeklapt, wordt het
sluitergordijn automatisch gesloten. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om schade aan het sluitergordijn te
voorkomen:
Zet de camera niet uit en verwijder of ontkoppel de voedingsbron niet
wanneer de spiegel is opgeklapt.
Als de accu leeg raakt terwijl de spiegel is opgeklapt, klinkt er een
geluidssignaal en gaat het zelfontspannerlampje knipperen om u te
waarschuwen dat na circa twee minuten het sluitergordijn dichtgaat en
de spiegel wordt neergeklapt. Beëindig onmiddellijk de reiniging of
inspectie.
332 Technische opmerkingen
D Vuil op de beeldsensor
Vuil dat de camera binnendringt wanneer objectieven of bodydoppen
worden verwijderd of verwisseld (of in zeldzame omstandigheden
smeermiddel of fijne deeltjes van de camera zelf) kan aan de beeldsensor
hechten, waardoor dit in foto’s kan verschijnen die onder bepaalde
omstandigheden zijn gemaakt. Om de camera te beschermen wanneer er
geen objectief is geplaatst, moet u de bij de camera meegeleverde
bodydop terugplaatsen, waarbij u voorzichtig eerst al het stof en ander vuil
verwijdert dat mogelijk op de cameravatting, objectiefvatting en bodydop
zit. Vermijd het bevestigen van de bodydop of het verwisselen van
objectieven in stoffige omgevingen.
Mocht er toch stof of vuil op de beeldsensor terechtkomen, gebruik dan de
reinigingsoptie voor de beeldsensor zoals beschreven op pagina 328. Als
het probleem zich blijft voordoen, reinig de sensor handmatig (0 330) of
laat de sensor reinigen door Nikon geautoriseerd servicepersoneel. Foto’s
die zijn aangetast door aanwezig vuil op de sensor, kunnen worden
geretoucheerd met behulp van de beeldreinigingsopties beschikbaar in
sommige beeldbewerkingstoepassingen.
D Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist.
Nikon beveelt aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken
door de leverancier of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te
geven (merk op dat er kosten in rekening worden gebracht voor deze
diensten). Regelmatige inspectie en onderhoud worden vooral aanbevolen
als de camera voor professionele doeleinden wordt gebruikt. Het wordt
aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera eventuele accessoires die u
veel gebruikt, zoals objectieven of optionele flitsers, te laten nakijken en
onderhouden.
333Technische opmerkingen
Laat niet vallen: Blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen
leiden.
Houd droog: Dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of
blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roesten
van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Vermijd plotselinge temperatuursverschillen: Plotselinge temperatuurverschillen,
zoals die zich voordoen bij het binnenkomen of verlaten van een verwarmd
gebouw op een koude dag, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U
voorkomt condensatie door de camera in een cameratas of in een plastic tas
te plaatsen voordat deze aan plotselinge temperatuurverschillen wordt
blootgesteld.
Houd uit de buurt van sterke magnetische velden: Gebruik of bewaar dit apparaat niet
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische straling of
sterke magnetische velden produceren. Sterke statische ladingen of de
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld
zendapparatuur, kunnen storingen veroorzaken op de monitor, informatie
op de geheugenkaart beschadigen of de interne schakelingen van het
product aantasten.
Richt het objectief niet naar de zon: Richt het objectief niet gedurende lange tijd
naar de zon of een andere sterke lichtbron. Blootstelling aan intens licht kan
beschadiging van de beeldsensor of een witte onscherpte op de foto’s tot
gevolg hebben.
Schakel het product uit voordat de voedingsbron wordt verwijderd of ontkoppelt: Trek de
stekker van de lichtnetadapter niet uit het stopcontact en verwijder de accu
niet wanneer de camera aan staat of terwijl beelden worden opgeslagen of
gewist. In deze gevallen kan een gedwongen stroomonderbreking leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het
geheugen. Om onbedoeld onderbreken van de stroom te voorkomen, dient
u het product niet met een aangesloten lichtnetadapter van de ene naar de
andere locatie te verplaatsen.
Onderhoud van camera en accu:
Waarschuwingen
334 Technische opmerkingen
Reinigen: Gebruik een blaasbalgje om stof en pluisjes voorzichtig te
verwijderen en veeg de camerabody voorzichtig schoon met een zachte,
droge doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee dient u
eventueel aanwezig zand of zout te verwijderen met een doek die licht
bevochtigd is met schoon water en droog de camera vervolgens grondig af.
Het objectief en de spiegel kunnen gemakkelijk beschadigd raken. Verwijder
stof en pluisjes voorzichtig met een blaasbalgje. Houd bij het gebruik van een
luchtspuitbus de bus verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit de bus
lekt. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken van het objectief door een
beetje lensreiniger op een zachte doek aan te brengen en het glas
voorzichtig schoon te vegen.
Raadpleeg “Beeldsensor reinigen” (0 328, 330) voor informatie over het
reinigen van de beeldsensor.
Raak het sluitergordijn niet aan: Het sluitergordijn is extreem dun en kan
gemakkelijk beschadigd raken. Oefen onder geen enkel beding druk uit op
het sluitergordijn, duw er niet op met reinigingshulpmiddelen en stel het
nooit bloot aan de sterke luchtstroom van een blaasbalgje. Dit kan krassen,
vervorming of scheuren veroorzaken.
Opslag: Voorkom vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een
droge, goed geventileerde ruimte te bewaren. Gebruikt u een
lichtnetadapter, trek dan de stekker uit het stopcontact om brand te
voorkomen. Wanneer u niet van plan bent de camera binnen afzienbare tijd
te gebruiken, verwijder dan de accu om lekkage te voorkomen en berg de
camera op in een plastic zak met een droogmiddel. Plaats de cameratas
echter niet in een plastic zak, aangezien het materiaal hierdoor kan worden
aangetast. Denk er ook aan dat het droogmiddel na verloop van tijd zijn
vermogen om vocht te absorberen verliest en daarom regelmatig dient te
worden vervangen.
U voorkomt schimmel of aanslag door de camera ten minste één keer per
maand uit de opslag te halen. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een
aantal malen voordat u de camera weer opbergt.
Bewaar de accu op een koele, droge plaats. Plaats het afdekkapje wanneer u
de accu vervoert.
335Technische opmerkingen
Opmerkingen over de monitor: De monitor is met extreem hoge precisie
gefabriceerd; ten minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer dan 0,01%
ontbrekende of defecte pixels. Vandaar dat deze schermen pixels kunnen
bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit (zwart) zijn;
dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn vastgelegd
met dit apparaat.
Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien dit schade of storing tot
gevolg kan hebben. Stof of pluisjes op de monitor kunnen worden
verwijderd met een blaasbalgje. Vlekken kunnen worden verwijderd door het
oppervlak zachtjes schoon te wrijven met een zachte doek of zeem. Mocht de
monitor breken, pas dan op dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en
dat de vloeibare kristallen uit de monitor niet in aanraking komen met uw
huid, ogen of mond.
Moiré: Moiré is een interferentiepatroon dat ontstaat door de wisselwerking
tussen het raster in de beeldsensor van de camera en beelden waarin
regelmatig gevormde rasters voorkomen, zoals weefpatronen in stoffen of
ramen in een gebouw. Ziet u moiré in uw foto’s, probeer dan de afstand tot
het onderwerp te veranderen, in en uit te zoomen of de hoek tussen
onderwerp en camera te veranderen.
De accu en lader: Accu’s kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen.
Lees en volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s
xiii–xvi van deze handleiding. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van accu’s:
Gebruik alleen accu's die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Stel de accu niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Houd de contacten van de accu's schoon.
Zet de camera uit voordat u de accu verwisselt.
Haal de accu uit de camera of de lader wanneer deze niet in gebruik is en
plaats het afdekkapje terug. Deze apparaten onttrekken, zelfs als de camera
is uitgeschakeld, een geringe hoeveelheid stroom aan de accu zodat de
accu zodanig kan leegraken dat deze niet langer functioneert. Als de accu
voor langere tijd niet wordt gebruikt, plaats deze in de camera en laat de
accu leeglopen terwijl u de camera gebruikt. Verwijder daarna de accu en
berg deze op bij een omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C (vermijd
hete of extreem koude locaties). Herhaal dit proces ten minste eens in de
zes maanden.
336 Technische opmerkingen
Het herhaaldelijk in- en uitschakelen van de camera bij een volledig
ontladen accu verkort de gebruiksduur van de batterij. Accu’s die volledig
leeg zijn moeten voor gebruik worden opgeladen.
De interne temperatuur van de accu kan tijdens gebruik aanzienlijk
oplopen. Het opladen van een accu met een te hoge temperatuur, heeft
een negatieve invloed op de prestaties van de accu en de accu laadt
mogelijk niet op of wordt slechts gedeeltelijk opgeladen. Wacht met
opladen totdat de accu is afgekoeld.
Laad de accu binnenshuis op bij omgevingstemperaturen van 5 °C–35 °C.
Gebruik de accu niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger
dan 40 °C; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de accu
beschadigen of de prestaties doen verslechteren. De capaciteit kan
afnemen en de oplaadtijden kunnen toenemen bij accutemperaturen van
0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C. De accu zal niet opladen bij
temperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
Als het CHARGE-lampje snel knippert (ongeveer acht keer per seconde)
tijdens het opladen, controleer of de temperatuur zich binnen het juiste
bereik bevindt en ontkoppel vervolgens de lader en verwijder de accu.
Plaats de accu daarna terug. Als het probleem zich blijft voordoen, stop dan
onmiddellijk het gebruik en breng de accu en lader naar uw winkelier of een
door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de accu niet aan tijdens het opladen. Het niet
in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan in zeer zeldzame gevallen
tot gevolg hebben dat de lader aanduidt dat het laden is voltooid terwijl de
accu slechts gedeeltelijk is opgeladen. Verwijder de accu en plaats deze
terug om het opladen opnieuw te starten.
Als u een volledig opgeladen accu blijft opladen, kunnen de prestaties van
de accu afnemen.
Een merkbare daling van de tijd waarin een volledig opgeladen accu zijn
lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt
gebruikt, duidt aan dat de accu vervanging vereist. Koop een nieuwe
EN-EL14a-accu.
Gebruik de lader alleen met compatibele accu's. Haal de lader uit het
stopcontact wanneer deze niet in gebruik is.
U mag de ladercontacten niet kortsluiten. Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot oververhitting en schade aan de lader.
337Technische opmerkingen
Laad de accu voor gebruik op. Houd voor het fotograferen van belangrijke
gebeurtenissen een volledig opgeladen reserve-accu bij de hand.
Afhankelijk van waar u zich bevindt, kan het soms moeilijk zijn om snel een
vervangende accu te kopen. Bij koud weer nemen de prestaties van accu's
vaak af. Zorg dat de accu volledig is opgeladen voordat u bij koud weer
buiten foto’s maakt. Bewaar een reerve-accu op een warme plaats en
vervang zo nodig de twee accu's. Zodra opgewarmd kan een koude accu
soms een deel van haar lading terugkrijgen.
Gebruikte accu's zijn een waardevolle hulpbron; recycle volgens de
plaatselijke regels voor klein chemisch afval.
338 Technische opmerkingen
De volgende tabel bevat de instellingen die in de diverse standen
beschikbaar zijn. Merk op dat sommige instellingen mogelijk niet
beschikbaar zijn afhankelijk van de geselecteerde opties.
Beschikbare instellingen
i j
P, S,
A, M
k,
p,
n,
o,
s,
w,
0
l,
m,
r,
t,
u,
v,
x,
y,
z %
S,
T U ' ( 3
1,
2,
3
Opnamemenu
ISO-gevoeligheid ——zz
1
z
1
z
1
z
1
z
1
z
1
z
1
z
1
Witbalans ——z —————————
Picture Control
instellen
——z —————————
Actieve D-Lighting
2
2
z
2
2
——
2
————
HDR (hoog dynam.
bereik)
——z —————————
Ruisonderdr. lange
tijdopname
zzzzz zzzzzz
Hoge ISO-
ruisonderdrukk.
zzzzz zzzzzz
Time-lapse-film zzzzz———————
Overige instellingen
Scherpstelstand
(zoeker)
zzzzz zzzzzz
AF-veldstand (zoeker) zzzzz zzz zz
Scherpstelstand
(livebeeld/film)
zzzzzzzzzzzz
AF-veldstand
(livebeeld/film)
——zzzz
3
zz
3
z
3
z
3
z
339Technische opmerkingen
1 Autom inst ISO-gevoeligheid is niet beschikbaar.
2 Vast ingesteld op Automatisch.
3 AF met meevolg. scherpst. is niet beschikbaar.
4 Niet beschikbaar in de 0-stand.
5 Niet beschikbaar in w-stand.
6 Alleen beschikbaar in standen x, y en z.
Overige instellingen
Lichtmeting ——z —————————
Bracketing ——z —————————
Flitscorrectie ——zzz———————
Belichtingscorrectie ——zzzz——————
Flitsstand z zz
4
——zzz———
Menu Persoonlijke instellingen
a3: Ingeb.
AF-hulpverlichting
zzzz
5
z
6
zzz zz
e1: Flitserregeling
ingeb. flitser/Optionele
flitser
——z —————————
e2: Inst. voor autom.
bracketing
——z —————————
i j
P, S,
A, M
k,
p,
n,
o,
s,
w,
0
l,
m,
r,
t,
u,
v,
x,
y,
z %
S,
T U ' ( 3
1,
2,
3
340 Technische opmerkingen
Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de
onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw
winkelier of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger raadpleegt.
Accu/weergave
Problemen oplossen
De camera is aan, maar reageert niet: Wacht totdat de opname is beëindigd. Zet de
camera uit als het probleem zich blijft voordoen. Als de camera niet
uitschakelt, verwijder de accu en plaats deze terug of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, ontkoppel de lichtnetadapter en sluit de
lichtnetadapter weer aan. Hoewel zojuist opgenomen gegevens verloren
gaan, zullen al opgenomen gegevens niet aangetast worden door het
verwijderen of ontkoppelen van de voedingsbron.
Zoeker is niet scherp: Pas zoekerbeeldscherpte aan (0 41). Als dit het probleem
niet verhelpt, selecteer enkelvoudige servo-autofocus (AF-S; 0 82),
enkelpunts AF (c; 0 87) en het middelste scherpstelpunt en kadreer
vervolgens een onderwerp met hoog contrast in het middelste
scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te
stellen. Gebruik de dioptrieregelaar met scherpgestelde camera om het
onderwerp duidelijk scherp te stellen in de zoeker. Indien nodig kan de
zoekerbeeldscherpte met gebruik van optionele correctielenzen verder
worden aangepast (0 322).
Zoeker is donker: Plaats een volledig opgeladen accu (0 26, 27).
Weergaves schakelen uit zonder waarschuwing: Kies langere vertragingstijden voor
Persoonlijke instelling c2 (Timers automatisch uit; 0 240).
Informatiescherm verschijnt niet in de monitor: Ontspanknop is half ingedrukt of
oogsensor heeft weergave uitgeschakeld. Als het informatiescherm niet
verschijnt zodra u de vinger van de ontspanknop haalt of de oogsensor niet
meer afdekt, controleer dan of Aan is geselecteerd voor Automatisch
informatiescherm (0 265) en of de accu is opgeladen (0 26).
Zoekerweergave reageert niet en dimt: De reactietijden en helderheid van deze
weergave kunnen verschillen naargelang de temperatuur.
341Technische opmerkingen
Opname (Alle standen)
Dunne lijnen zijn zichtbaar rond het actieve scherpstelpunt of de weergave wordt rood
wanneer het scherpstelpunt is gemarkeerd: Deze verschijnselen zijn normaal voor
dit type zoeker en duiden niet op een storing.
Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen.
Ontspanknop uitgeschakeld:
Geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 27, 351).
Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart
(0 268) en er is geen geheugenkaart geplaatst (0 27).
Ingebouwde flitser wordt opgeladen (0 54).
Camera is niet scherpgesteld (0 50).
CPU-objectief met bevestigde diafragmaring maar diafragma niet
vergrendeld bij hoogste f-waarde (0 307).
Objectief zonder CPU is bevestigd, maar de camera bevindt zich niet in de
stand M (0 308).
Er wordt slechts één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt in de
continu-opnamestand: Continu opnemen is niet beschikbaar als de ingebouwde
flitser flitst (0 77, 101).
De uiteindelijke foto is groter dan het gebied aangeduid in de zoeker: Horizontale en
verticale beelddekking van zoeker is circa 95%.
Foto’s zijn niet scherp:
AF-S-, AF-P- of AF-I-objectief is niet bevestigd: gebruik AF-S-, AF-P- of AF-I-
objectief of stel handmatig scherp.
Camera kan niet scherp stellen met autofocus: gebruik handmatige
scherpstelling of scherpstelvergrendeling (0 86, 93, 95).
Camera bevindt zich in de stand handmatige scherpstelling: stel handmatig
scherp (0 95).
Scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: Gebruik de
A (L)-knop om scherpstelling te vergrendelen wanneer livebeeld uit is en
AF-C is geselecteerd voor de scherpstelstand of tijdens het fotograferen van
bewegende onderwerpen in de stand AF-A (0 93).
342 Technische opmerkingen
Kan geen scherpstelpunt selecteren:
e (Automatisch veld-AF; 0 88) is geselecteerd: Kies een andere
AF-veldstand.
Druk de ontspanknop half in om stand-by-timer te starten (0 53).
Kan AF-veldstand niet selecteren: Handmatige scherpstelling geselecteerd (0 82,
95).
AF-hulpverlichting brandt niet:
AF-hulpverlichting brandt niet als AF-C is geselecteerd voor autofocusstand
(0 82) of als continue servo-autofocus is geselecteerd wanneer de camera
zich in de stand AF-A bevindt. Kies AF-S. Als er een andere optie dan
e (Automatisch veld-AF) is geselecteerd voor AF-veldstand, selecteer
dan het middelste scherpstelpunt (0 87, 90).
De camera bevindt zich momenteel in livebeeld.
Uit is geselecteerd voor Persoonlijke instelling a3 (Ingeb.
AF-hulpverlichting, 0 237).
De verlichting werd automatisch uitgeschakeld. De verlichting kan heet
worden bij voortdurend gebruik; wacht tot deze is afgekoeld.
Beeldformaat kan niet worden gewijzigd: Beeldkwaliteit ingesteld op NEF (RAW)
(0 99).
Camera is traag bij het fotograferen:
Afhankelijk van de opnameomstandigheden en geheugenkaartprestaties,
kan het toegangslampje van de geheugenkaart gedurende ongeveer een
minuut gaan branden nadat het fotograferen eindigt in continue
ontspanstanden.
Schakel ruisonderdrukking voor lange tijdopname uit (0 230).
343Technische opmerkingen
Er verschijnt ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) op foto’s:
Heldere vlekken, willekeurige heldere pixels, waas en lijnen kunnen worden
verminderd door ISO-gevoeligheid te verlagen.
Gebruik de optie Ruisonderdr. lange tijdopname in het opnamemenu om
het optreden van heldere vlekken of waas in foto’s gemaakt bij sluitertijden
langer dan 1 sec. te beperken (0 230).
Waas en heldere vlekken kunnen aanduiden dat de interne temperatuur
van de camera hoog is door te hoge omgevingstemperaturen, lange
belichtingen of soortgelijke oorzaken: zet de camera uit en wacht tot deze
is afgekoeld alvorens het fotograferen te hervatten.
Bij hoge ISO-gevoeligheden, kunnen lijnen verschijnen in foto’s gemaakt
met sommige optionele flitsers; kies een lagere waarde als dit zich
voordoet.
Bij hoge ISO-gevoeligheden, inclusief hoge waarden geselecteerd voor
automatische regeling ISO-gevoeligheid, kunnen willekeurige heldere
pixels worden verminderd door Hoog, Normaal of Laag voor Hoge ISO-
ruisonderdrukk. te selecteren in het opnamemenu (0 231).
Bij hoge ISO-gevoeligheden kunnen heldere vlekken, willekeurige heldere
pixels, waas of lijnen meer zichtbaar zijn in lange tijdopnamen en foto’s
gemaakt bij hoge omgevingstemperaturen of met Actieve D-Lighting
ingeschakeld, Gelijkmatig geselecteerd voor Picture Control instellen
(0 155) of extreme waarden geselecteerd voor Picture control-parameters
(0 158).
In stand % kunnen willekeurige heldere pixels, waas of lijnen meer
zichtbaar zijn in foto’s gemaakt bij weinig licht.
Kan geen ontspanstand kiezen: Ontspanstandselectie is niet beschikbaar wanneer
de monitor uit is (0 75). Merk op dat de oogsensor mogelijk automatisch
uitschakelt wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt.
344 Technische opmerkingen
Signaal gaat niet af:
Uit is geselecteerd voor Signaalopties > Signaal aan/uit (0 263).
Camera bevindt zich in de stand stil ontspannen (0 78) of er wordt een film
opgenomen (0 164).
MF of AF-C is geselecteerd als de scherpstelstand of het voorwerp beweegt
wanneer AF-A is geselecteerd (0 82).
Er verschijnen vlekken in foto’s: Reinig de voorste en achterste
objectiefelementen. Mocht het probleem zich blijven voordoen, reinig dan
de beeldsensor (0 328).
Datum wordt niet afgedrukt op foto’s: De optie NEF (RAW) is geselecteerd voor
beeldkwaliteit (0 99, 243).
Geluid wordt niet opgenomen bij films: Microfoon uit is geselecteerd voor
Filminstellingen > Microfoon (0 169).
Livebeeld eindigt onverwacht of start niet: Livebeeld wordt mogelijk automatisch
beëindigd om schade aan de interne schakelingen te voorkomen als:
De omgevingstemperatuur hoog is
De camera voor langere perioden in livebeeld of voor het opnemen van
films is gebruikt
De camera voor langere perioden in continue ontspanstanden is gebruikt
Als livebeeld niet start wanneer u livebeeld probeert te starten, wacht dan
totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens
opnieuw. Merk op dat de camera warm kan aanvoelen, maar dit duidt niet op
een defect.
Er verschijnen beeldartefacten tijdens livebeeld: “Ruis” (willekeurige heldere pixels,
waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u tijdens
livebeeld inzoomt op het beeld door het objectief (0 53); in films wordt de
hoeveelheid en verdeling van willekeurige heldere pixels, waas en heldere
vlekken beïnvloedt door beeldformaat en -snelheid (0 168). Willekeurige
heldere pixels, waas of heldere vlekken kunnen ook zichtbaar zijn als gevolg
van toenemende temperaturen van de interne schakelingen van de camera
tijdens livebeeld; sluit livebeeld af wanneer de camera niet in gebruik is.
345Technische opmerkingen
Opname (P, S, A, M)
Flikkering of banden verschijnen tijdens livebeeld of filmopname: Kies een optie voor
Flikkerreductie overeenkomstig de frequentie van het lokale lichtnet
(0 268).
Er verschijnen heldere banden tijdens livebeeld of filmopname: Een knipperend
symbool, de flitser of andere kortdurende lichtbron werd tijdens livebeeld of
filmopname gebruikt.
Menu-item kan niet worden geselecteerd: Sommige opties zijn niet in alle standen
beschikbaar.
Ontspanknop uitgeschakeld:
Draai de standknop van de camera naar M (0 308).
Standknop is naar S gedraaid na sluitertijd “Bulb” of “Time (Tijd)”
geselecteerd in stand M: Kies nieuwe sluitertijd (0 121).
Als witbalansbracketing actief is, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en
knippert zoekerbelichting-tellerweergave als er onvoldoende ruimte
beschikbaar is op de geheugenkaart om alle beelden in de bracketingserie
vast te leggen. Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Niet alle sluitertijden zijn beschikbaar:
Flitser in gebruik (0 106).
Wanneer Aan is geselecteerd voor Filminstellingen > Handmatige
filminstellingen in het opnamemenu, variëren de beschikbare sluitertijden
afhankelijk van de beeldsnelheid (0 169).
Kan gewenste diafragma niet selecteren: Reeks beschikbare diafragma’s variëren
afhankelijk van het gebruikte objectief.
Kleuren zijn onnatuurlijk:
Pas witbalans aan overeenkomstig de lichtbron (0 140).
Pas de instellingen Picture Control instellen aan (0 155).
Kan witbalans niet meten: Onderwerp is te donker of te licht (0 147).
346 Technische opmerkingen
Weergave
Beeld kan niet worden geselecteerd als bron voor voorinstelling witbalans: Beeld werd
niet aangemaakt met D5600 (0 149).
Bracketing van witbalans niet beschikbaar: Optie NEF (RAW)- of NEF + JPEG-
beeldkwaliteit geselecteerd voor beeldkwaliteit (0 98).
Effecten van Picture Control verschillen van beeld tot beeld: A (automatisch) is
geselecteerd voor verscherping, lokaal contrast, contrast of verzadiging.
Selecteer een andere instelling voor consistente resultaten bij een reeks
foto’s (0 159).
Lichtmeting kan niet worden gewijzigd: Vergrendeling automatische belichting is
in werking (0 130).
Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt: Camera bevindt zich in stand M. Kies
een andere stand. (0 118, 132).
Ruis (roodachtige gebieden of andere artefacten) verschijnen in lange tijdopnamen:
Schakel ruisonderdrukking voor lange tijdopname in (0 230).
NEF (RAW)-afbeelding wordt niet afgespeeld: Foto gemaakt bij beeldkwaliteit NEF
(RAW) + JPEG (0 98).
Kan geen foto’s bekijken die met andere camera’s zijn gemaakt: Foto’s gemaakt met
andere merken camera’s worden mogelijk niet correct weergegeven.
Sommige foto’s worden niet weergegeven tijdens weergave: Selecteer Alle voor
Weergavemap (0 221).
Staande foto’s (portretstand) worden liggend (landschap) weergegeven:
Selecteer Aan voor Draai portret (0 222).
De foto werd gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische
beeldrotatie (0 222).
Foto wordt in controlebeeld weergegeven (0 221).
Camera was omhoog of omlaag gericht toen foto werd gemaakt (0 222).
Kan foto niet wissen:
Foto is beveiligd: verwijder beveiliging (0 200).
Geheugenkaart is vergrendeld (0 350).
347Technische opmerkingen
Kan foto niet retoucheren: Foto kan niet verder worden bewerkt met deze camera
(0 279).
Kan geen foto selecteren voor afdrukken: Foto is in NEF (RAW)-formaat. Zet foto’s
over naar een computer en druk af met behulp van Capture NX-D (0 210).
NEF (RAW)-foto’s kunnen worden opgeslagen in JPEG-formaat met behulp
van NEF (RAW)-verwerking (0 280).
Foto wordt niet weergegeven op tv: HDMI (0 218)-kabel is niet juist aangesloten.
Camera reageert niet op afstandsbediening voor HDMI-CEC-televisie:
Selecteer Aan voor HDMI > Apparaatbesturing in het setup-menu
(0 219).
Pas HDMI-CEC-instellingen aan voor de televisie zoals beschreven in de
documentatie meegeleverd met het apparaat.
Kan geen foto’s overzetten naar computer: Besturingssysteem niet compatibel met
camera of overdrachtsoftware. Gebruik kaartlezer om foto’s naar computer te
kopiëren.
Optie stofverwijdering in Capture NX-D heeft niet het gewenste effect:
Beeldsensorreiniging verandert de positie van stof op de beeldsensor.
Referentiegegevens voor stofverwijdering opgenomen voordat reiniging
van de beeldsensor wordt uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt op foto’s
gemaakt nadat het reinigen van de beeldsensor is uitgevoerd.
Referentiegegevens voor stofverwijdering opgenomen nadat beeldsensor
reinigen wordt uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt op beelden
gemaakt voordat beeldsensor reinigen is uitgevoerd (0 266).
Computer geeft NEF (RAW) -afbeeldingen anders weer dan camera: Software van een
ander merk geeft geen effecten van Picture Controls, Actieve D-Lighting of
vignetteringscorrectie weer. Gebruik Capture NX-D (0 210).
348 Technische opmerkingen
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloze netwerken)
Overige
Smartapparaten geven niet de SSID (netwerknaam) van de camera weer:
Controleer of Uitschakelen is geselecteerd voor Vliegtuigmodus in het
setup-menu van de camera (0 271).
Controleer of Inschakelen is geselecteerd voor Bluetooth >
Netwerkverbinding in het setup-menu van de camera.
Probeer op het smartapparaat Wi-Fi uit te schakelen en vervolgens weer in
te schakelen.
Kan geen verbinding maken met smartapparaten met behulp van NFC: Kies andere
verbindingsmethode.
Kan geen verbinding maken met draadloze printers en andere draadloze apparaten: Deze
camera kan alleen verbinding maken met apparaten waarop de SnapBridge
app is geïnstalleerd.
Opnamedatum is onjuist: Stel cameraklok in (0 40, 262).
Menu-item kan niet worden geselecteerd: Sommige opties zijn niet beschikbaar bij
bepaalde instellingencombinaties of wanneer er geen geheugenkaart is
geplaatst (0 27, 277, 338).
349Technische opmerkingen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de
waarschuwingsaanduidingen en foutmeldingen in de zoeker en op
de monitor.
Foutmeldingen
A Waarschuwingspictogrammen
Een knipperende d in de monitor of s in de zoeker duidt aan dat er, door
het indrukken van de W (Q)-knop, in de monitor een waarschuwing of
foutbericht kan worden weergegeven.
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
Vergrendel de
diafragmaring van het
objectief op het kleinste
diafragma (grootste f/-
waarde).
B
(knippert)
Stel de diafragmaring van het
objectief in op kleinste diafragma
(hoogste f-waarde).
307
Geen objectief bevestigd
F/s
(knippert)
Bevestig niet-IX NIKKOR-
objectief.
307
AIs er een objectief zonder CPU is
bevestigd, selecteer dan stand M.
123
Draai voordat u foto's
maakt aan de zoomring
om het objectief uit te
schuiven.
F
(knippert)
Er is een objectief met een knop
voor het intrekbare objectief
bevestigd met de objectiefcilinder
ingetrokken. Houd de knop voor
de intrekbare objectiefcilinder
ingedrukt en draai aan de
zoomring om het objectief te
verlengen.
31
Ontspannen van de sluiter
uitgeschakeld. Laad de
batterij op.
d/s
(knippert)
Zet de camera uit en laad de accu
op of vervang de accu.
26, 27
Kan deze batterij
nietgebruiken. Hij
communiceert niet correct
met deze camera. Kies een
batterij die geschikt is voor
deze camera.
d
(knippert)
Gebruik een Nikon-goedgekeurde
accu.
321
350 Technische opmerkingen
Initialisatiefout. Schakel
de camera uit en weer in.
d/k
(knippert)
Schakel de camera uit, verwijder
de accu, plaats de accu terug en
zet de camera weer aan.
27
Batterijniveau laag.
Voltooi de bewerking en
schakel de camera
onmiddellijk uit.
Beëindig het reinigen, zet de
camera uit en laad de accu op of
vervang de accu.
331
Klok niet ingesteld
s
(knippert)
Stel de cameraklok in.
40,
262
Geen geheugenkaart
gepl.
S/s
(knippert)
Schakel de camera uit en
controleer of de kaart correct is
geplaatst.
27
Geheugenkaart is
vergrendeld.
Zet de vergrendeling in de
schrijfstand.
(
(knippert)
Geheugenkaart is vergrendeld
(tegen schrijven beveiligd). Schuif
de schakelaar van de
schrijfbeveiliging naar de “schrijf”-
positie.
Geen toegang tot deze
geheugenkaart. Plaats
een andere kaart.
(/k
(knippert)
Gebruik een goedgekeurde
kaart.
324
Formatteer de kaart. Als het
probleem zich blijft voordoen, is
de kaart mogelijk beschadigd.
Neem contact op met een door
Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
259
Fout bij het aanmaken van een
nieuwe map. Wis bestanden of
plaats een nieuwe
geheugenkaart.
27,
205
Plaats een nieuwe
geheugenkaart.
27
Eye-Fi-kaart blijft een draadloos
signaal uitzenden nadat
Uitschakelen is geselecteerd
voor Uploaden via Eye-Fi.
Schakel de camera uit en
verwijder de kaart om draadloze
overdracht te beëindigen.
274
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
351Technische opmerkingen
Niet beschikbaar als
Eye-Fi- kaart is
vergrendeld.
(/k
(knippert)
Eye-Fi-kaart is vergrendeld
(beveiligd tegen schrijven). Schuif
de schakelaar van de
schrijfbeveiliging naar de “schrijf”-
positie.
Deze kaart is niet
geformatteerd.
Formatteer de kaart.
T
(knippert)
Formatteer de kaart of schakel de
camera uit en plaats een nieuwe
geheugenkaart.
27,
259
Kaart is vol
j/A/s
(knippert)
Verlaag beeldkwaliteit of -
formaat.
98
Wis foto’s. 205
Plaats een nieuwe
geheugenkaart.
27
(knippert)
Camera kan niet scherpstellen met
autofocus. Verander de
compositie of stel handmatig
scherp.
50,
86, 95
Onderwerp te helder
s
(knippert)
Gebruik een lagere ISO-
gevoeligheid.
107
Gebruik in de handel
verkrijgbaar ND-filter.
321
In stand:
S Kies een kortere sluitertijd 121
A Kies een kleiner diafragma
(hogere f-waarde)
122
% Kies een andere
opnamestand
4, 65
Onderwerp te donker
Gebruik een hogere ISO-
gevoeligheid.
107
Gebruik de flitser. 101
In stand:
S Kies een langere sluitertijd 121
A Kies een groter diafragma
(lagere f-waarde)
122
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
352 Technische opmerkingen
Geen 'Bulb' in S-stand
A/s
(knippert)
Wijzig sluitertijd of selecteer stand
M.
121,
123
Geen 'Tijd' in S-stand
&/s
(knippert)
Geen 'Bulb' in HDR-stand
A/s
(knippert)
Wijzig sluitertijd.
Zet HDR uit.
124,
125
138
Geen 'Tijd' in HDR-stand
&/s
(knippert)
Intervalopname
Menu’s en weergave zijn niet
beschikbaar terwijl
intervalfotografie bezig is. Druk op
J om te pauzeren.
109
Time-lapse-fotografie
Menu’s en weergave zijn niet
beschikbaar terwijl time-lapse-
fotografie bezig is.
175
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
353Technische opmerkingen
N
(knippert)
De flitser heeft op vol vermogen
geflitst. Controleer de foto in de
monitor; indien onderbelicht, pas
dan de instellingen aan en
probeer opnieuw.
N/s
(knippert)
Gebruik de flitser. 101
Wijzig de afstand tot het
onderwerp, het diafragma, het
flitserbereik of de ISO-
gevoeligheid.
106,
107,
122
Brandpuntsafstand van het
objectief is minder dan 18 mm:
gebruik een langere
brandpuntsafstand.
Optionele flitser SB-400 of
SB-300 bevestigd: Flitser bevindt
zich in de reflectiepositie of
scherpstelafstand is erg kort. Blijf
fotograferen; vergroot zo nodig
de scherpstelafstand om te
voorkomen dat er schaduwen op
de foto verschijnen.
Fout. Druk opnieuw op de
ontspanknop.
O
(knippert)
Ontspan de sluiter. Als de fout zich
blijft voordoen, neem dan contact
op met een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Opstartfout. Neem contact
op met een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Raadpleeg een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Meetfout
Kan livebeeld niet
starten. Wacht tot de
camera is afgekoeld.
Wacht totdat alle interne
schakelingen zijn afgekoeld
voordat livebeeld of filmopname
wordt hervat.
344
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
354 Technische opmerkingen
Map bevat geen beelden.
De map geselecteerd voor
weergave bevat geen beelden.
Selecteer de map met beelden in
het menu Weergavemap of plaats
een geheugenkaart met beelden.
27,
221
Kan dit bestand niet
weergeven.
Bestand kan niet worden
afgespeeld op de camera.
Kan dit bestand niet
selecteren.
Beelden die met andere apparaten
zijn gemaakt, kunnen niet worden
geretoucheerd.
278
Deze film kan niet worden
bewerkt.
Films gemaakt met andere
apparaten kunnen niet worden
bewerkt.
278
Films moeten ten minste twee
seconden lang zijn.
178
Geen beeld om te
retoucheren.
De geheugenkaart bevat geen
NEF (RAW)-afbeeldingen voor
gebruik met NEF (RAW)-
verwerking.
280
Netwerktoegang is pas
beschikbaar nadat de
camera is afgekoeld.
Schakel de camera uit en probeer
opnieuw nadat de camera is
afgekoeld.
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
355Technische opmerkingen
Controleer de printer.
Controleer de printer. Selecteer
Doorgaan (indien beschikbaar)
om te hervatten.
*
Controleer het papier.
Papier is niet het geselecteerde
formaat. Plaats papier met het
juiste formaat en selecteer
Doorgaan.
*
Het papier zit vast.
Verwijder vastgelopen papier en
selecteer Doorgaan.
*
Het papier is op.
Plaats papier met het
geselecteerde formaat en
selecteer Doorgaan.
*
Controleer de inkt.
Controleer de inkt. Selecteer
Doorgaan om te hervatten.
*
De inkt is op.
Vervang de inkt en selecteer
Doorgaan.
*
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer informatie.
Aanduiding
Oplossing 0Monitor Zoeker
356 Technische opmerkingen
❚❚ Nikon D5600 digitale camera
Specificaties
Type
Type Digitale spiegelreflexcamera
Objectiefvatting Nikon F-vatting (met AF-contacten)
Effectieve beeldhoek Nikon DX-formaat; brandpuntsafstand equivalent
aan ca. 1,5× de brandpuntsafstand van
objectieven met FX-formaat beeldhoek
Effectieve pixels
Effectieve pixels 24,2 miljoen
Beeldsensor
Beeldsensor 23,5 × 15,6 mm CMOS-sensor
Totaal aantal pixels 24,78 miljoen
Stofreductiesysteem Reiniging beeldsensor, referentiegegevens voor
stofverwijdering (Capture NX-D vereist)
Opslag
Beeldformaat (pixels) 6.000 × 4.000 (Groot)
4.496 × 3.000 (Middel)
2.992 × 2.000 (Klein)
Bestandsindeling NEF (RAW): 12- of 14-bits, gecomprimeerd
JPEG: JPEG-Baseline compatibel met fijn (ca. 1 : 4),
normaal (ca. 1 : 8) of basis (ca. 1 : 16) compressie
NEF (RAW) + JPEG: Enkele foto vastgelegd in zowel
NEF (RAW)- als JPEG-formaten
Picture
Control-systeem
Standaard, Neutraal, Levendig, Monochroom,
Portret, Landschap, Gelijkmatig; geselecteerde
Picture Control kan worden aangepast; opslag
voor eigen Picture Controls
Media SD (Secure Digital) en UHS-I compatibel SDHC- en
SDXC-geheugenkaarten
Bestandssysteem DCF 2.0, Exif 2.3, PictBridge
357Technische opmerkingen
Zoeker
Zoeker Spiegelreflexzoeker met pentaspiegel op
ooghoogte
Beelddekking Ca. 95% horizontaal en 95% verticaal
Vergroting Ca. 0,82× (50 mm f/1.4 objectief op oneindig,
–1,0 m
–1
)
Oogafstand 17 mm (–1,0 m
–1
; vanuit het middenoppervlak van
het zoekeroculairobjectief)
Dioptrieregelaar –1,7+0,5 m
–1
Scherpstelscherm B-type Brite View Clear Matte Mark VII matglas
Reflexspiegel Snel terugkerend
Objectiefdiafragma Direct terugkerend, elektronisch gestuurd
Objectief
Autofocusondersteuning Autofocus is beschikbaar voor AF-S-, AF-P- en AF-I-
objectieven.
Sluiter
Type Elektronisch gestuurde verticaal aflopende
filmvlaksluiter
Snelheid
1
/4.000–30 sec. in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW; Bulb;
Time (Tijd)
Flitssynchronisatiesnelheid
X =
1
/200 sec.; synchroniseert met sluiter bij
1
/200 sec. of langer
Ontspannen
Ontspanstand 8 (enkel beeld), ! (continu L), 9 (continu H),
J (stil ontspannen), E (zelfontspanner);
intervalfotografie ondersteund
Beeldsnelheid !: Maximaal 3 bps
9: Maximaal 5 bps (JPEG en 12-bits NEF/RAW)
of 4 bps (14-bits NEF/RAW)
Opmerking
: Beeldsnelheden veronderstellen continue
servo-AF, handmatig of sluitervoorkeuze
automatische belichting, een sluitertijd van
1
/
250
sec.
of korter,
Ontspannen
geselecteerd voor
Persoonlijke instelling a1 (
Selectie AF-C-prioriteit
)
en andere instellingen bij standaardwaarden.
Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec., 20 sec.; 1–9 opnamen
358 Technische opmerkingen
Belichting
Lichtmeetstand DDL-lichtmeting met RGB-sensor met 2.016 pixels
Lichtmeetmethode Matrixmeting: 3D-kleurenmatrixmeting II (G-, E- en
D-type objectieven); kleurenmatrixmeting II
(andere CPU-objectieven)
Centrumgerichte meting: 75% van het beeld wordt
gemeten in een cirkel van 8-mm in het midden
van het beeld
Spotmeting: Meet een cirkel van 3,5-mm (circa
2,5% van het beeld) gecentreerd op het
geselecteerde scherpstelpunt
Bereik (ISO 100,
f/1.4 objectief, 20 °C)
Matrix- of centrumgerichte meting: 020 LW
Spotmeting: 220 LW
Lichtmeterkoppeling CPU
Stand Automatische standen (i automatisch;
j automatisch, flitser uit); automatisch
programma met flexibel programma (P);
sluitertijdvoorkeuze (S); diafragmavoorkeuze (A);
handmatig (M); onderwerpstanden (k portret;
l landschap; p kinderen; m sport; n close-up;
o nachtportret; r nachtlandschap; s party/
binnen; t strand/sneeuw; u zonsondergang;
v schemering; w dierenportret; x kaarslicht;
y bloesem; z herfstkleuren; 0 voedsel); standen
met speciale effecten (% nachtzicht;
S superlevendig; T pop; U foto-illustratie;
' speelgoedcamera-effect; ( miniatuureffect;
3 selectieve kleur; 1 silhouet; 2 high-key;
3 low-key)
Belichtingscorrectie Kan worden aangepast met –5–+5 LW in stappen
van
1
/3 of
1
/2 LW in standen P, S, A, M, h en %
359Technische opmerkingen
Belichtingsvergrendeling Gemeten lichtwaarde vergrendeld bij
gedetecteerde waarde met A (L)-knop
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
ISO 100–25600 in stappen van
1
/3 LW. Autom inst
ISO-gevoeligheid beschikbaar
Actieve D-Lighting Y Automatisch, Z Extra hoog, P Hoog,
Q Normaal, R Laag, ! Uit
Scherpstelling
Autofocus Nikon Multi-CAM 4800DX-
autofocussensormodule met DDL-fasedetectie, 39
scherpstelpunten (inclusief 9 kruistype sensors) en
AF-hulpverlichting (bereik ca. 0,5–3 m)
Detectiebereik –1–+19 LW (ISO 100, 20 °C)
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): Enkelvoudige servo-AF (AF-S);
continue servo-AF (AF-C); automatische AF-S/
AF-C-selectie (AF-A); anticiperende scherpstelling
automatisch geactiveerd overeenkomstig
onderwerpstatus
Handmatige scherpstelling (MF): Elektronische
afstandsmeter kan worden gebruikt
Scherpstelpunt Kan worden geselecteerd uit 39 of 11
scherpstelpunten
AF-veldstand Enkelpunts AF, 9-, 21- of 39- punten dynamisch
veld-AF, 3D-tracking, automatisch veld-AF
Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door de
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige
servo-AF) of door op de A (L)-knop te drukken
Belichting
360 Technische opmerkingen
Flitser
Ingebouwde flitser i, k, p, n, o, s, w, S, T, U, ': Automatische
flitsen met automatische pop-up
P, S, A, M, 0: Handmatige pop-up met knop
ontspannen
Richtgetal
Ca. 12, 12 met handmatige flitser (m, ISO 100, 20 °C)
Flitserregeling DDL: i-DDL-flitserregeling met behulp van RGB-
sensor met 2.016 pixels is beschikbaar voor
ingebouwde flitser; i-DDL-uitgebalanceerde
invulflits voor digitale SLR wordt gebruikt met
matrixmeting en centrumgerichte meting,
standaard i-DDL-flitser voor digitale SLR met
spotmeting
Flitsstand
Automatisch, automatisch met rode-ogenreductie,
automatisch met lange sluitertijd, automatisch met
lange sluitertijd met rode-ogenreductie, invulflits,
rode-ogenreductie, synchronisatie met lange
sluitertijd, synchronisatie met lange sluitertijd met
rode-ogenreductie, synchronisatie op het tweede
gordijn met synchronisatie met lange sluitertijd,
synchronisatie op het tweede gordijn, uit
Flitscorrectie Kan worden aangepast met –3–+1 LW in stappen
van
1
/3 of
1
/2 LW in standen P, S, A, M en h
Flitsgereedaanduiding Brandt wanneer de ingebouwde flitser of
optionele flitser volledig opgeladen is; knippert
nadat dat flitser heeft geflitst op volle sterkte
Accessoireschoen ISO 518 flitsschoencontact met synchronisatie en
vergrendeling
Nikon Creatief
Verlichtingssysteem (CVS)
Nikon CLS ondersteund
Synchronisatieflits Synchronisatieflitsadapter AS-15 (apart
verkrijgbaar)
Witbalans
Witbalans Automatisch, gloeilamplicht, tl-licht
(7 soorten), direct zonlicht, flitslicht, bewolkt,
schaduw, handmatige voorinstelling, alle met
fijnafstelling behalve handmatige voorinstelling.
Bracketing
Bracketingtypes Belichting, witbalans en ADL
361Technische opmerkingen
Livebeeld
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): Enkelvoudige servo-AF (AF-S);
fulltime servo-AF (AF-F)
Handmatige scherpstelling (MF)
AF-veldstand Gezichtprioriteit-AF, breedveld-AF, normaal veld-
AF, AF met meevolgende scherpstelling
Autofocus Contrastdetectie-AF over het volledige beeld
(camera selecteert automatisch het
scherpstelpunt wanneer gezichtsprioriteit-AF of
AF met meevolgende scherpstelling is
geselecteerd)
Automatische
onderwerpselectie
Beschikbaar in standen i en j
Film
Lichtmeting DDL-lichtmeting met hoofdbeeldsensor
Lichtmeetmethode Matrix
Beeldformaat (pixels) en
beeldsnelheid
1.920 × 1.080; 60p (progressief), 50p, 30p, 25p,
24p
1.280 × 720; 60p, 50p
Werkelijke beeldsnelheden voor 60p, 50p, 30p,
25p en 24p zijn respectievelijk 59,94, 50, 29,97, 25
en 23,976 bps; opties ondersteunen zowel hoge
als normale beeldkwaliteit
Bestandsindeling MOV
Videocompressie H.264/MPEG-4 Advanced Video Coding
Geluidsindeling Lineair PCM
Geluidsrecorder Ingebouwde of externe stereomicrofoon;
gevoeligheid aanpasbaar
ISO-gevoeligheid ISO 100–25600
Andere opties Time-lapse-films
Monitor
Monitor 8,1 cm/3,2-in. (3 : 2), ca. 1.037.000-beeldpunten
(720 × 480 × 3 = 1.036.800 beeldpunten), TFT
varihoek lcd-aanraakscherm met 170° kijkhoek, ca.
100% beelddekking, helderheidsaanpassing en
oogsensorbesturing aan/uit
362 Technische opmerkingen
Weergave
Weergave Schermvullende en miniatuurweergave (4, 12 of
80 beelden of kalender) met zoomweergave,
zoomweergave uitsnijden, weergave inzoomen
op gezichten, filmweergave, foto- en/of
filmdiashows, histogramweergave, hoge lichten,
foto-informatie, locatiegegevensweergave,
automatische beeldrotatie, fotoscore en
beeldcommentaar (maximaal 36 tekens)
Interface
USB Hi-Speed USB met micro-USB-aansluiting;
aansluiting op ingebouwde USB-poort wordt
aanbevolen
HDMI-uitgang Type C HDMI-aansluiting
Accessoire-aansluiting Draadloze afstandsbedieningen: WR-1, WR-R10 (apart
verkrijgbaar)
Afstandsbedieningskabels: MC-DC2 (apart
verkrijgbaar)
GPS-apparaten: GP-1/GP-1A (apart verkrijgbaar)
Audio-ingang Aansluiting stereo-ministekker (diameter
3,5 mm); ondersteunt optionele stereomicrofoon
ME-1
Draadloos/Bluetooth
Draadloos Normen: IEEE 802.11b, IEEE 802.11g
Werkingsbereik: 2.412–2.462 MHz (kanalen 1–11)
Maximale stroomsterkte: 6,6 dBm (EIRP)
Verificatie: Open systeem, WPA2-PSK
Bluetooth Communicatieprotocollen: Bluetooth-
specificatieversie 4.1
Werkingsbereik
Bluetooth: 2.402–2.480 MHz
Bluetooth Low Energy: 2.402–2.480 MHz
Bereik (zichtlijn) Circa 10 m zonder interferentie; bereik kan
variëren naargelang signaalsterkte en
aanwezigheid of afwezigheid van obstakels
NFC
Bediening NFC Forum Type 3 Tag
Werkingsbereik 13,56 MHz
363Technische opmerkingen
Tenzij anders vermeld, zijn alle metingen uitgevoerd conform de normen of richtlijnen van de
Camera and Imaging Products Association (CIPA).
Alle getallen hebben betrekking op een camera met een volledig opgeladen accu.
De voorbeeldfoto's die worden weergegeven op de camera en de afbeeldingen en illustraties in
de handleiding zijn uitsluitend bedoeld voor verklarende doeleinden.
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software
die in deze handleiding worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving. Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit
eventuele fouten in deze handleiding.
Ondersteunde talen
Ondersteunde talen Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees,
(Vereenvoudigd en Traditioneel), Deens, Duits,
Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi, Hongaars,
Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi,
Nederlands, Noors, Oekraïens, Perzisch, Pools,
Portugees (Portugal en Brazilië), Roemeens,
Russisch, Servisch, Spaans, Tamil, Telugu, Thais,
Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Voedingsbron
Accu Eén EN-EL14a oplaadbare Li-ionbatterij
Lichtnetadapter Lichtnetadapter EH-5b/EH-5c; vereist
stroomaansluiting EP-5A (apart verkrijgbaar)
Statiefaansluiting
Statiefaansluiting
1
/4 in. (ISO 1222)
Afmetingen/gewicht
Afmetingen
(B × H × D)
Ca. 124 × 97 × 70 mm
Gewicht Ca. 465 g met accu en geheugenkaart, maar
zonder bodydop; ca. 415 g (alleen camerabody)
Gebruiksomgeving
Temperatuur 0 °C–40 °C
Luchtvochtigheid 85% of minder (geen condensatie)
364 Technische opmerkingen
❚❚ Batterijlader MH-24
De symbolen op dit product geven het volgende weer:
m AC, p DC, q Klasse II-apparatuur (De constructie van het product is dubbel geïsoleerd.)
❚❚ EN-EL14a oplaadbare Li-ionbatterij
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software die in deze
handleiding worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. Nikon
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit eventuele fouten in deze
handleiding.
Nominale invoer 100–240 V wisselstroom, 50/60 Hz, maximaal 0,2 A
Nominale uitvoer 8,4 V gelijkstroom/0,9 A
Ondersteunde accu’s EN-EL14a Nikon oplaadbare Li-ionbatterijen
Oplaadtijd Ca. 1 uur en 50 minuten bij een
omgevingstemperatuur van 25 °C wanneer de accu
leeg is
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 70 × 26 × 97 mm, exclusief stekkeradapter
Gewicht Ca. 96 g, exclusief stekkeradapter
Type Oplaadbare lithium-ionaccu
Nominale capaciteit 7,2 V/1.230 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 38 × 53 × 14 mm
Gewicht Ca. 49 g, exclusief afdekkapje
365Technische opmerkingen
❚❚ Ondersteunde normen
DCF-versie 2.0: De Design Rule for Camera File Systems (DCF) is een
algemeen erkende norm voor digitale camera’s waarmee de
compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt
gewaarborgd.
Exif-versie 2.3: De camera ondersteunt Exif-versie 2.3
(Exchangeable Image File Format voor digitale fotocamera’s),
een norm voor informatie die bij foto’s wordt opgeslagen en
wordt gebruikt voor optimale kleurreproductie wanneer de foto’s
worden afgedrukt met Exif-compatibele printers.
PictBridge: Een norm ontwikkeld door fabrikanten van digitale
camera’s en printers en die het mogelijk maakt foto’s rechtstreeks
op een printer af te drukken, zonder de camera op een computer
aan te sluiten.
HDMI: High-Definition Multimedia Interface is een norm voor
multimedia interfaces in consumentenelektronica en AV-
apparatuur waarmee audiovisuele gegevens en stuursignalen via
één kabel kunnen worden overgebracht naar HDMI-compatibele
apparaten.
366 Technische opmerkingen
A Handelsmerkinformatie
IOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems,
Inc., in de Verenigde Staten en/of andere landen en wordt onder licentie
gebruikt. Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
Corporation of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen. Mac, OS X, Apple®, App Store®, de
Apple-logo’s, iPhone®, iPad®, en iPod touch® zijn handelsmerken van Apple
Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Android is
een handelsmerk van Google Inc. De Android-robot wordt gereproduceerd
of aangepast op basis van materiaal dat door Google is gemaakt en
gedeeld, en wordt gebruikt volgens de voorwaarden van de Creative
Commons-licentie 3.0 Attribution License. Het PictBridge-logo is een
handelsmerk. De SD-, SDHC- en SDXC-logo’s zijn handelsmerken van SD-
3C, LLC. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. N-Mark is een handelsmerk of
geregistreerd handelsmerk van NFC Forum, Inc., in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk en de logo’s zijn geregistreerde
handelsmerken die eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik
van dergelijke merken door Nikon Cooperation is onder licentie.
Alle overige handelsmerken in deze handleiding of in de overige
documentatie die met uw Nikon product is meegeleverd, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende
rechthebbenden.
“Made for iPod,” “Made for iPhone,” and “Made for iPad” mean that an
electronic accessory has been designed to connect specifically to iPod,
iPhone, or iPad, respectively, and has been certified by the developer to
meet Apple performance standards. Apple is not responsible for the
operation of this device or its compliance with safety and regulatory
standards. Please note that the use of this accessory with iPod, iPhone, or
iPad may affect wireless performance.
367Technische opmerkingen
A Conformiteitsmarkering
De normen waaraan de camera voldoet kunnen worden bekeken met
behulp van de optie Conformiteitsmarkering in het setup-menu (0 276).
A FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
A MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2016 The
HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle
rechten voorbehouden.
368 Technische opmerkingen
A Certificaten
369Technische opmerkingen
Lees dit deel als u de camera inclusief de AF-P DX NIKKOR 1855mm
f/3.5–5.6G VR-objectiefset hebt gekocht, alleen verkrijgbaar in
bepaalde landen en regio’s. De onderdelen van het objectief
worden hieronder vermeld.
Dit intrekbare objectief is uitsluitend voor gebruik met DX-formaat
digitale SLR-camera’s van Nikon; SLR-filmcamera’s en D3-serie,
D2-serie, D1-serie, D700, D300-serie, D200, D100, D90, D80,
D70-serie, D60, D50, D40-serie, D7000, D5100, D5000, D3200,
D3100, D3000 digitale SLR-camera’s worden niet ondersteund. Bij
gebruik met een D5, D4-serie, D810-serie, D800-serie, Df, D750,
D610, D600, D7200, D7100, D5500, D5300 of D3300, dient u ervoor
te zorgen dat de camerafirmware is bijgewerkt naar de nieuwste
versie.
AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G
VR-objectieven
1
Objectiefdop
2
Bevestigingsmarkering voor
zonnekap
3
Knop intrekbare objectiefcilinder
..............................................................31
4
Schaal brandpuntsafstand
5
Markering brandpuntsafstand
6
Objectiefbevestigingsmarkering
.............................................................. 30
7
CPU-contacten.................................307
8
Scherpstelring.................................... 95
9
Zoomring ............................................ 49
10
Achterste objectiefdop
370 Technische opmerkingen
❚❚ Scherpstelling
De scherpstelstand kan worden geselecteerd met behulp van de
camerabediening (0 82).
Autofocus
Scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera
zich in autofocusstand bevindt (
0
82). De scherpstelring kan ook
worden gebruikt om de camera scherp te stellen als de ontspanknop
half wordt ingedrukt (of als de AF-ON-knop ingedrukt wordt
gehouden); de zogeheten “autofocus met handcorrectie” (M/A).
Autofocus wordt hervat zodra de ontspanknop voor de tweede keer
half wordt ingedrukt (of de AF-knop wordt ingedrukt). Houd er
rekening mee dat het aanraken van de scherpstelring terwijl
autofocus in werking is, ervoor zorgt dat de scherpstelpositie wordt
veranderd.
Handmatige scherpstelling
Wanneer de camera zich in handmatige scherpstelstand bevindt,
kan scherpstelling worden aangepast door aan de scherpstelring
van het objectief te draaien (0 95). Wanneer de camera uit is of de
stand-by-timer is verlopen, kan de scherpstelring niet worden
gebruikt om scherp te stellen en aan de zoomring draaien verandert
de scherpstelpositie; draai, voorafgaand aan het scherpstellen, de
camera in of druk op de ontspanknop om de stand-by-timer te
reactiveren.
Gebruikers van de camera’s D5200 moeten er rekening mee houden
dat als de stand-by-timer het toelaat om af te lopen, de
scherpstelpositie zal veranderen wanneer de timer wordt herstart.
Stel opnieuw scherp alvorens te fotograferen. Langere stand-by-
tijden worden aanbevolen voor handmatige scherpstelling en in
andere situaties waarin u de sluiter niet kunt ontspannen,
onmiddellijk na het scherpstellen.
371Technische opmerkingen
❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken
Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich
op een afstand van ten minste 0,6 m bevinden en verwijder
zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen ontstaan
waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt).
Wanneer de lens op de volgende camera’s is gemonteerd, is de
ingebouwde mogelijk niet in staat het hele onderwerp te belichten
op afstanden die korter zijn dan hieronder aangegeven:
Schaduw Vignettering
Camera Zoomstand
Minimumafstand
zonder vignettering
D5600/D5500/D5300/D5200/
D3400/D3300
18 mm 1,0 m
24, 35, 45 en
55 mm
Geen
vignettering
372 Technische opmerkingen
❚❚ Vibratiereductie (VR)
Wanneer een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR op de
camera is bevestigd, kan vibratiereductie worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de optie Optische VR in het
opnamemenu (0 232). Als Aan is geselecteerd, treedt
vibratiereductie in werking wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Vibratiereductie vermindert onscherpte veroorzaakt
door cameratrilling, zodat sluitertijden tot 4.0 stops langer duren
dan anders het geval zou zijn, waardoor het bereik van beschikbare
sluitertijden toeneemt. De effecten van VR op sluitertijd worden
gemeten overeenkomstig de Camera and Imaging Production
Association (CIPA)-normen; FX-formaat objectieven worden
gemeten met behulp van FX-formaat digitale camera’s, DX-formaat
objectieven met behulp van DX-formaat camera’s.
Zoomobjectieven worden bij maximale zoom gemeten.
D Vibratiereductie
Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en
wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd voordat de
ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt.
Wanneer vibratiereductie in werking is, kan het beeld in de zoeker
onscherp worden nadat de sluiter wordt ontspannen. Dit duidt niet op
een defect.
Wanneer de camera wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen
toegepast op bewegingen die geen deel uitmaken van de bewuste
panhandeling (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, zal
vibratiereductie alleen op verticale trilling worden toegepast), zodat u de
camera veel gemakkelijker zonder haperingen in een grote boog kunt
pannen.
Als de camera is uitgerust met een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld terwijl de flitser laadt.
Vibratiereductie wordt doorgaans aanbevolen wanneer de camera op
een statief is bevestigd, maar u kunt er ook de voorkeur aan geven om
deze functie uit te schakelen, afhankelijk van de opnameomstandigheden
en het type statief.
Vibratiereductie wordt aanbevolen wanneer de camera op een monopod
is bevestigd.
373Technische opmerkingen
❚❚ Meegeleverde accessoires
LC-55A 55 mm voorste objectiefdop met klikbevestiging
Achterste objectiefdop
❚❚ Compatibele accessoires
55 mm schroeffilters
LF-4 Achterste objectiefdop
CL-0815 Objectieftas
HB-N106 Bajonetkap
Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap () op één lijn
met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in
Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de -
markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de
zonnekap (—).
Bij het bevestigen of verwijderen van de kap houdt u deze
dichtbij het symbool aan de basis en pak daarbij de kap niet te
stevig vast. Er kan vignettering optreden als de kap onjuist is
bevestigd. De kap kan worden omgekeerd en op het objectief
worden bevestigd wanneer deze niet in gebruik is.
374 Technische opmerkingen
❚❚ Specificaties
Type G-type AF-P DX-objectief met ingebouwde CPU en
F-vatting
Brandpuntsafstand 18–55 mm
Maximaal diafragma f/3.5–5.6
Objectiefopbouw 12 elementen in 9 groepen (2 asferische
lenselementen)
Beeldhoek 76°–28° 50´
Schaal brandpuntsafstand Gradaties in millimeters (18, 24, 35, 45, 55)
Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Zoom Handmatige zoom met onafhankelijke zoomring
Scherpstellen Autofocus geregeld door een stappenmotor;
afzonderlijke scherpstelring voor handmatige
scherpstelling
Vibratiereductie Objectiefverschuiving met voice coil motors
(VCMs)
Kortste scherpstelafstand 0,25 m van filmvlakmarkering (0 96) bij alle
zoomstanden
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragmaopening)
Diafragma Volautomatisch
Diafragmabereik 18 mm brandpuntsafstand: f/3.5–22
55 mm brandpuntsafstand: f/5.6–38
Het kleinst weergegeven diafragma kan afwijken
afhankelijk van de grootte van de belichtingsstap
die is geselecteerd voor de camera.
Lichtmeting Volledig diafragma
Maat voor filters/
voorzetlenzen
55 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen Ca. 64,5 mm maximumdiameter × 62,5 mm
(afstand vanaf objectiefbevestigingsvlak van
camera met ingetrokken objectief)
Gewicht Ca. 205 g
375Technische opmerkingen
Lees dit deel als u de camera inclusief de AF-P DX NIKKOR
70–300mm f/4.5–6.3G ED VR- of AF-P DX NIKKOR 70–300mm
f/4.5–6.3G ED-objectiefset hebt gekocht, alleen verkrijgbaar in
bepaalde landen of regio’s. De onderdelen van het objectief worden
hieronder vermeld.
Deze objectieven zijn uitsluitend voor gebruik met DX-formaat
digitale SLR-camera’s van Nikon; SLR-filmcamera’s en D3-serie,
D2-serie, D1-serie, D700, D300-serie, D200, D100, D90, D80,
D70-serie, D60, D50, D40-serie, D7000, D5100, D5000, D3200,
D3100, D3000 digitale SLR-camera’s worden niet ondersteund. Bij
gebruik van deze objectieven met een D5, D4-serie, D810-serie,
D800-serie, Df, D750, D610, D600, D7200, D7100, D5500, D5300 of
D3300, dient u ervoor te zorgen dat de camerafirmware is
bijgewerkt naar de nieuwste versie.
AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G
ED VR- en AF-P DX NIKKOR 70–300mm
f/4.5–6.3G ED-objectieven
1
Objectiefdop
2
Bevestigingsmarkering voor
zonnekap
3
Scherpstelring ....................................95
4
Zoomring.............................................49
5
Schaal brandpuntsafstand
6
Markering brandpuntsafstand
7
Objectiefbevestigingsmarkering
.............................................................. 30
8
CPU contacten .................................307
9
Achterste objectiefdop
376 Technische opmerkingen
❚❚ Scherpstelling
De scherpstelstand kan worden geselecteerd met behulp van de
camerabediening (0 82). Autofocus- en afstandsmeterfuncties
worden ondersteund bij alle brandpuntsafstanden. Negeer bij het
gebruik van dit objectief alle delen van de camerahandleiding
waarin autofocus- en afstandsmeterrestricties voor objectieven met
een maximaal diafragma kleiner dan f/5.6 worden vermeld.
Autofocus
Scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera
zich in autofocusstand bevindt (0 82). De scherpstelring kan ook
worden gebruikt om de camera scherp te stellen als de
ontspanknop half wordt ingedrukt (of als de AF-ON-knop ingedrukt
wordt gehouden); de zogeheten “autofocus met handcorrectie”
(M/A). Autofocus wordt hervat zodra de ontspanknop voor de
tweede keer half wordt ingedrukt (of de AF-ON-knop wordt
ingedrukt). Houd er rekening mee dat het aanraken van de
scherpstelring terwijl autofocus in werking is, ervoor zorgt dat de
scherpstelpositie wordt veranderd.
Handmatige scherpstelling
Wanneer de camera zich in handmatige scherpstelstand bevindt,
kan scherpstelling worden aangepast door aan de scherpstelring
van het objectief te draaien (0 95). Wanneer de camera uit is of de
stand-by-timer is verlopen, kan de scherpstelring niet worden
gebruikt om scherp te stellen en aan de zoomring draaien verandert
de scherpstelpositie; schakel, voorafgaand aan het scherpstellen, de
camera in of druk op de ontspanknop om de stand-by-timer te
reactiveren.
Gebruikers van de camera’s D5200 moeten er rekening mee houden
dat als de stand-by-timer het toelaat om af te lopen, de
scherpstelpositie zal veranderen wanneer de timer wordt herstart.
Stel opnieuw scherp alvorens te fotograferen. Langere stand-by-
tijden worden aanbevolen voor handmatige scherpstelling en in
andere situaties waarin u de sluiter niet kunt ontspannen,
onmiddellijk na het scherpstellen.
377Technische opmerkingen
❚❚ Vibratiereductie (alleen VR, AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED
VR)
Wanneer een AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED VR op de
camera is bevestigd, kan vibratiereductie worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de optie Optische VR in het
opnamemenu (0 232). Als Aan is geselecteerd, treedt
vibratiereductie in werking wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Vibratiereductie vermindert onscherpte veroorzaakt
door cameratrilling, zodat sluitertijden tot 4.0 stops langer duren
dan anders het geval zou zijn, waardoor het bereik van beschikbare
sluitertijden toeneemt. De effecten van VR op sluitertijd worden
gemeten overeenkomstig de Camera and Imaging Production
Association (CIPA)-normen; FX-formaat objectieven worden
gemeten met behulp van FX-formaat digitale SLR-camera’s, DX-
formaat objectieven met behulp van DX-formaat camera’s.
Zoomobjectieven worden bij maximale zoom gemeten.
D Vibratiereductie
Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en
wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd voordat de
ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt.
Wanneer vibratiereductie in werking is, kan het beeld in de zoeker
onscherp worden nadat de sluiter wordt ontspannen. Dit duidt niet op
een defect.
Wanneer de camera wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen
toegepast op bewegingen die geen deel uitmaken van de bewuste
panhandeling (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, zal
vibratiereductie alleen op verticale trilling worden toegepast), zodat u de
camera veel gemakkelijker zonder haperingen in een grote boog kunt
pannen.
Als de camera is uitgerust met een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld terwijl de flitser laadt.
Vibratiereductie wordt doorgaans aanbevolen wanneer de camera op
een statief is bevestigd, maar u kunt er ook de voorkeur aan geven om
deze functie uit te schakelen, afhankelijk van de opnameomstandigheden
en het type statief.
Vibratiereductie wordt aanbevolen wanneer de camera op een monopod
is bevestigd.
378 Technische opmerkingen
❚❚ Meegeleverde accessoires
LC-58 58 mm voorste objectiefdop met klikbevestiging
Achterste objectiefdop
❚❚ Compatibele accessoires
58 mm schroeffilters
LF-4 Achterste objectiefdop
CL-1020 Objectieftas
HB-77 Bajonetkap
Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap () op één lijn
met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in
Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de -
markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de
zonnekap (—).
Bij het bevestigen of verwijderen van de kap houdt u deze
dichtbij het symbool aan de basis en pak daarbij de kap niet te
stevig vast. Er kan vignettering optreden als de kap onjuist is
bevestigd. De kap kan worden omgekeerd en op het objectief
worden bevestigd wanneer deze niet in gebruik is. Als de kap
wordt omgedraaid, kan deze worden bevestigd en verwijderd
door eraan te draaien terwijl het nabij de
vergrendelingsmarkering wordt gehouden (—).
379Technische opmerkingen
❚❚ Specificaties
Type G-type AF-P DX-objectief met ingebouwde CPU en F-
vatting
Brandpuntsafstand 70–300 mm
Maximaal diafragma f/4.5–6.3
Objectiefopbouw 14 elementen in 10 groepen (inclusief 1 ED-
lenselement)
Beeldhoek 22° 50´–5° 20´
Schaal
brandpuntsafstand
Gradaties in millimeters (70, 100, 135, 200, 300)
Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Zoom Handmatige zoom met onafhankelijke zoomring
Scherpstellen Autofocus geregeld door een stappenmotor;
afzonderlijke scherpstelring voor handmatige
scherpstelling
Vibratiereductie (alleen
AF-P DX NIKKOR 70–300mm
f/4.5–6.3G ED VR)
Objectiefverschuiving met voice coil motors (VCMs)
Kortste scherpstelafstand 1,1 m van filmvlakmarkering (0 96) bij alle
zoomstanden
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragmaopening)
Diafragma Volautomatisch
Diafragmabereik 70 mm brandpuntsafstand: f/4.5–22
300 mm brandpuntsafstand: f/6.3–32
Het kleinst weergegeven diafragma kan afwijken
afhankelijk van de grootte van de belichtingsstap die
is geselecteerd voor de camera.
Lichtmeting Volledig diafragma
Maat voor filters/
voorzetlenzen
58 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen Ca. 72 mm maximumdiameter × 125 mm (afstand
vanaf objectiefbevestigingsvlak van camera)
Gewicht AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED VR: ca. 415 g
AF-P DX NIKKOR 70–300mm f/4.5–6.3G ED: ca. 400 g
380 Technische opmerkingen
Lees dit deel als u de camera inclusief de AF-S DX NIKKOR
18–140mm f/3.5–5.6G ED VR-objectiefset hebt gekocht, alleen
verkrijgbaar in bepaalde landen of regio’s. De onderdelen van het
objectief worden hieronder vermeld.
Dit objectief is uitsluitend bedoeld voor gebruik met Nikon DX-
formaat digitale camera’s.
❚❚ Scherpstelling
Scherpstelstand wordt bepaald door de scherpstelstand van de camera
en de positie van de schakelaar A-M-stand van het objectief (
0
82, 95).
AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED
VR-objectieven
A Scherpstellen met AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR-objectieven
Wanneer enkelvoudige servo-AF (AF-S) is geselecteerd terwijl de
scherpstelstand van de camera en de A-M-schakelaar van het objectief op A
zijn ingesteld, dan kan de scherpstelling worden aangepast door de
ontspanknop half ingedrukt te houden, nadat de autofocusbewerking is
voltooid, en handmatig aan de scherpstelring te draaien. Om opnieuw scherp
te stellen, druk de ontspanknop opnieuw half in.
11 12
1
Objectiefdop
2
Bevestigingsmarkering voor zonnekap
3 Zoomring.............................................49
4 Schaal brandpuntsafstand
5
Markering brandpuntsafstand
6 Scherpstelring ....................................95
7 Objectiefbevestigingsmarkering...30
8
Rubberen afdichting voor
objectiefbevestiging
9 CPU-contacten ..............................307
10 Schakelaar A-M-stand............... 31, 95
11 ON/OFF-schakelaar vibratiereductie
............................................................382
12
Achterste objectiefdop
381Technische opmerkingen
❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken
Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich
op een afstand van ten minste 0,6 m bevinden en verwijder
zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen ontstaan
waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt).
Wanneer het objectief op de volgende camera’s is gemonteerd, is
de ingebouwde flitser mogelijk niet in staat het hele onderwerp te
belichten op afstanden die korter zijn dan hieronder aangegeven:
Schaduw Vignettering
Camera Zoomstand
Minimumafstand
zonder vignettering
D7200/D7100/D7000/
D300-serie/D200/D100
18 mm 1,0 m
24–140 mm
Geen
vignettering
D90/D80/D50
18 mm 2,5 m
24 mm 1,0 m
35–140 mm
Geen
vignettering
D5600/D5500/D5300/D5200/
D5100/D5000/D3400/D3300/
D3200/D3100/D3000/D70-serie/
D60/D40-serie
24 mm 1,0 m
35–140 mm
Geen
vignettering
382 Technische opmerkingen
❚❚ Vibratiereductie (VR)
Vibratiereductie kan worden ingeschakeld door de
vibratiereductieschakelaar naar ON te schuiven en
treedt in werking zodra de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Vibratiereductie vermindert onscherpte
veroorzaakt door cameratrilling, zodat sluitertijden
tot 4,0 stops langer duren dan anders het geval zou zijn (zoals
gemeten bij 140 mm met een D300s-camera overeenkomstig de
Camera and Imaging Products Association [CIPA]-normen; effecten
verschillen per foto en opnameomstandigheden). Dit verhoogt het
bereik van beschikbare sluitertijden.
D Vibratiereductie
Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en
wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd voordat de
ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt.
Wanneer vibratiereductie in werking is, kan het beeld in de zoeker
onscherp worden nadat de sluiter wordt ontspannen. Dit duidt niet op
een defect.
Wanneer de camera wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen
toegepast op bewegingen die geen deel uitmaken van de bewuste
panhandeling (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, zal
vibratiereductie alleen op verticale trilling worden toegepast), zodat u de
camera veel gemakkelijker zonder haperingen in een grote boog kunt
pannen.
Schakel de camera niet uit en verwijder niet het objectief terwijl
vibratiereductie in werking is. Als de voeding naar het objectief wordt
onderbroken terwijl vibratiereductie aan is, kan het objectief rammelen
wanneer u ermee schudt. Dit is geen defect en kan worden gecorrigeerd
door het objectief opnieuw te bevestigen en de camera in te schakelen.
Als de camera is uitgerust met een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld terwijl de flitser laadt.
Selecteer OFF wanneer de camera op een statief is bevestigd, tenzij de
statiefkop niet is vergrendeld of de camera op een monopod is bevestigd.
In dat geval wordt ON aanbevolen.
383Technische opmerkingen
❚❚ Meegeleverde accessoires
LC-67 67 mm voorste objectiefdop met klikbevestiging
Achterste objectiefdop
❚❚ Compatibele accessoires
67 mm schroeffilters
LF-4 Achterste objectiefdop
CL-1018 Flexibele objectieftas
HB-32 Bajonet Hood
Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap () op één lijn
met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in
Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de -
markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de
zonnekap (—).
Bij het bevestigen of verwijderen van de kap houdt u deze
dichtbij het symbool aan de basis en pak daarbij de kap niet te
stevig vast. Er kan vignettering optreden als de kap onjuist is
bevestigd.
De kap kan worden omgekeerd en op het objectief worden
bevestigd wanneer deze niet in gebruik is.
384 Technische opmerkingen
❚❚ Specificaties
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software die in deze
handleiding worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. Nikon
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit eventuele fouten in deze
handleiding.
Type G-type AF-S DX-objectief met ingebouwde CPU
en F-vatting
Brandpuntsafstand 18–140 mm
Maximaal diafragma f/3.5–5.6
Objectiefopbouw 17 elementen in 12 groepen (inclusief 1 ED-
lenselement, 1 asferisch lenselement)
Beeldhoek 76°–11° 30´
Schaal brandpuntsafstand Gradaties in millimeters (18, 24, 35, 50, 70, 140)
Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Zoom
Handmatige zoom met onafhankelijke zoomring
Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met
autofocus geregeld door Silent Wave Motor en
afzonderlijke scherpstelring voor handmatige
scherpstelling
Vibratiereductie
Objectiefverschuiving met voice coil motors
(VCMs)
Kortste scherpstelafstand 0,45 m van filmvlakmarkering (0 96) bij alle
zoomstanden
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragmaopening)
Diafragma Volautomatisch
Diafragmabereik 18 mm brandpuntsafstand: f/3.5–22
140 mm brandpuntsafstand: f/5.6–38
Het kleinst weergegeven diafragma kan afwijken
afhankelijk van de grootte van de belichtingsstap
die is geselecteerd voor de camera.
Lichtmeting Volledig diafragma
Maat voor filters/
voorzetlenzen
67 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen Ca. 78 mm maximumdiameter × 97 mm
(afstand vanaf objectiefbevestigingsvlak van
camera)
Gewicht Ca. 490 g
385Technische opmerkingen
D Onderhoud van het objectief
Houd de CPU-contacten schoon.
Mocht de rubberen afdichting voor de objectiefbevestiging beschadigd
raken, stop dan onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor
reparatie naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
Verwijder stof en pluisjes op objectiefoppervlakken met een blaasbalgje.
Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken brengt u een kleine
hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger aan op een zachte, schone
katoenen doek of op een lensdoekje en veegt u vanuit het midden in een
cirkelvormige beweging naar de buitenkant over het objectiefglas.
Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals verfverdunner of benzeen
om het objectief te reinigen.
De zonnekap of Neutral Color (NC)-filters kunnen worden gebruikt om het
voorste objectiefelement te beschermen.
Bevestig de voor- en achterlensdoppen alvorens het objectief in de tas te
plaatsen.
Als er een zonnekap is bevestigd, dient u het objectief of de camera niet
alleen hieraan vast te houden.
Als het objectief gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bewaar het
objectief op een koele, droge plaats om schimmel- en roestvorming te
voorkomen. Berg het objectief niet op met nafta- of kamfermottenballen
of waar het wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Houd het objectief droog. Roesten van het interne mechanisme kan tot
onherstelbare schade leiden.
Als het objectief wordt blootgesteld aan extreme warmte, kunnen de
versterkte plastic onderdelen kromtrekken of beschadigd worden.
386 Technische opmerkingen
A Een opmerking over groothoek- en supergroothoekobjectieven
Autofocus levert mogelijk niet de gewenste resultaten in situaties zoals
hieronder afgebeeld.
1 Voorwerpen op de achtergrond nemen meer bezit van het scherpstelpunt dan het
hoofdonderwerp:
Als het scherpstelpunt zowel
voorgrond- als achtergrondobjecten
bevat, stelt de camera mogelijk scherp
op de achtergrond en valt het
onderwerp mogelijk buiten de
scherpstelling, voornamelijk met
groothoek- en
supergroothoekobjectieven.
Voorbeeld: Een portretonderwerp
in de verte dat zich op enige
afstand van de achtergrond
bevindt
2 Het onderwerp bevat veel fijne details.
De camera kan moeite hebben met het
scherpstellen op onderwerpen die heel
veel fijne details bevatten.
Voorbeeld: Een veld met bloemen
Gebruik in deze gevallen handmatige scherpstelling of gebruik de
scherpstelvergrendeling om op een ander onderwerp op dezelfde afstand
scherp te stellen en pas dan de compositie van de foto aan. Zie “Goede
resultaten met autofocus” (0 86) voor meer informatie.
387Technische opmerkingen
De volgende tabel toont het aantal foto’s dat bij benadering kan
worden opgeslagen op een 16 GB SanDisk Extreme Pro 95 MB/sec.
SDHC UHS-I-kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit
en beeldformaat.
Capaciteit geheugenkaart
Beeldkwaliteit Beeldformaat Bestandsgrootte
1
Aantal beelden
1
Buffercapaciteit
2
NEF (RAW),
gecomprimeerd,
14-bits
— 26,3 MB 428 11
NEF (RAW),
gecomprimeerd,
12-bits
— 21,3 MB 511 17
JPEG Fijn
Groot 13,4 MB 929 100
Middel 8,0 MB 1.500 100
Klein 4,1 MB 2.900 100
JPEG Normaal
Groot 6,8 MB 1.800 100
Middel 4,1 MB 3.000 100
Klein 2,1 MB 5.600 100
JPEG Basis
Groot 2,6 MB 3.500 100
Middel 1,9 MB 5.700 100
Klein 1,2 MB 10.300 100
1 Alle getallen zijn benaderingen. Resultaten zullen variëren naargelang het kaarttype, de camera-
instellingen en de opgenomen scène.
2 Maximaal aantal opnamen dat bij ISO 100 kan worden opgeslagen in het buffergeheugen. Neemt af
wanneer ruisonderdrukking lange tijdopnamen (0 230), automatische vertekeningscorrectie
(0 232) of Datumstempel (0 243) is ingeschakeld.
388 Technische opmerkingen
Het aantal filmopnamen of foto’s dat kan worden gemaakt met een
volledig opgeladen accu, varieert afhankelijk van de staat van de
accu, temperatuur, het interval tussen de opnamen en de tijdsduur
dat de menu’s worden weergegeven. Hieronder vindt u enkele
voorbeeldgetallen voor EN-EL14a-accu’s (1.230 mAh).
Foto’s, enkel beeld ontspanstand (CIPA-norm
1
): circa 970 opnamen
Films: ca. 70 minuten bij 1.080/60p
2
1 Gemeten bij 23 °C (±2 °C) met een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR-
objectief onder de volgende testomstandigheden: objectief liep van oneindig naar
minimaal bereik en eens per 30 sec. werd één standaard ingestelde foto gemaakt;
nadat foto is gemaakt, wordt monitor ingeschakeld; tester wacht tot monitor wordt
uitgeschakeld; flitser flitst bij vol vermogen bij elke volgende opname. Livebeeld niet
gebruikt.
2 Gemeten bij 23 °C (±2 °C) met de camera standaard ingesteld en een AF-P DX
NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR-objectief onder omstandigheden zoals
gespecificeerd door de Camera and Imaging Products Association (CIPA). Individuele
films kunnen maximaal 20 minuten lang en 4 GB groot zijn; als de temperatuur van
de camera stijgt, kan de opname worden beëindigd voordat deze limieten zijn
bereikt.
Gebruiksduur van de batterij
389Technische opmerkingen
Het volgende kan de gebruiksduur van de batterij verkorten:
Gebruik van de monitor
Het half ingedrukt houden van de ontspanknop
Herhaaldelijk bedienen van autofocus
Bij het maken van NEF (RAW)-foto’s
Bij lange sluitertijden
Het gebruik van Wi-Fi (draadloos LAN) en Bluetooth-functies op
de camera
Gebruik van de camera terwijl optionele accessoires aangesloten
zijn
Gebruik van vibratiereductie (VR) met VR-objectieven
Herhaaldelijk in- en uitzoomen met een AF-P-objectief.
Let op het volgende als u de gebruiksduur van Nikon EN-EL14a
oplaadbare accu's optimaal wilt benutten:
Houd de accucontacten schoon. Bij vuile contacten kunnen de
prestaties van de accu afnemen.
Gebruik accu's onmiddellijk nadat ze zijn opgeladen. Accu's
verliezen hun lading als ze niet worden gebruikt.
390 Technische opmerkingen
Symbolen
i (Stand Automatisch)................ 4, 47
j (Stand Automatisch (flitser uit)) 4,
47
h (Scène)................................... 4, 58
k (Portret) .............................................59
l (Landschap)......................................59
p (Kinderen).........................................59
m (Sport).................................................60
n (Close-up)..........................................60
o (Nachtportret) .................................60
r (Nachtlandschap)...........................61
s (Party/binnen).................................61
t (Strand/sneeuw).............................61
u (Zonsondergang)...........................62
v (Schemering) ...................................62
w (Dierenportret)................................62
x (Kaarslicht)..........................................63
y (Bloesem) ..........................................63
z (Herfstkleuren) ................................63
0 (Voedsel).............................................64
q (Speciale effecten)............. 4, 65
% (Nachtzicht)......................................65
S (Superlevendig) ..............................66
T (Pop) ..................................................66
U (Foto-illustratie).......................66, 70
' (Speelgoedcamera-effect) ...67, 71
( (Miniatuureffect).....................67, 72
3 (Selectieve kleur).....................67, 73
1 (Silhouet)...........................................68
2 (High-key) .........................................68
3 (Low-key) ..........................................68
P (Automatisch programma)...4, 118,
119
S (Sluitertijdvoorkeuze).....4, 118, 121
A (Diafragmavoorkeuze)...4, 118, 122
M (Handmatig)......................4, 118, 123
U (flexibel programma).................. 120
8 (Enkel beeld)................................... 75
! (Continu L) ............................. 75
, 76
9 (Continu H) ............................ 75
, 76
E (Zelfontspanner)..................... 75, 79
J (Stil ontspannen) ................... 75, 78
c (Enkelpunts-AF)............................ 87
d (Dynamisch veld-AF) .................. 87
e (Automatisch veld-AF)............... 88
f (3D-tracking) ................................. 88
6 (Gezichtprioriteit-AF)................... 89
7 (Breedveld-AF)................................ 89
8 (Normaal veld-AF) ......................... 89
9 (AF met meevolg. scherpst.) ... 90
L (Matrixmeting) .............................128
M (Centrumgerichte meting).......128
N (Spotmeting).................................128
o (automatisch flitsen) ...........102
j (rode-ogenreductie) .......102, 104
p (synchronisatie met lange
sluitertijd) .................................102, 104
q (synchronisatie op het tweede
gordijn)...............................................104
Y (Flitscorrectie).............................134
E (Belichtingscorrectie).................132
e (AE-bracketing)....................151
f (Witbalansbracketing) .....151
g (ADL-bracketing)...............151
d (Help) ................................................. 43
m (Witbalans)....................................140
L (Handmatige voorinstelling) 145
I (scherpstelaanduiding) . 50, 93, 96
N (flitsgereedaanduiding) . 5, 54, 318
a (livebeeld)...............................47, 164
t (geheugenbuffer)..................77, 387
P-knop..................................12, 166, 187
R-knop........................................... 6, 115
Index
391Technische opmerkingen
Cijfers
2016-pixel RGB-sensor 247, 307, 358,
360
3D-kleurenmatrixmeting............... 307
3D-tracking (AF-veldstand) .............88
A
Aanduidingen omkeren................. 245
Aanraakbediening ...........15, 160, 263
Aanraak-Fn toewijzen..................... 255
Aanraakscherm....................................15
Aanraaksluiter ......................................19
Aantal afdrukken (PictBridge)...... 215
Aantal opnamen............................... 388
Aantal resterende opnamen...........46
Aantal scherpstelpunten............... 236
Accessoire-aansluiting accessoires ...
324
Accessoires......................................... 321
Accu ...............................26, 27, 321, 364
Actieve D-Lighting........................... 136
ADL-bracketing (Inst. voor autom.
bracketing)........................................ 151
Adobe RGB.......................................... 230
AE-bracketing (Inst. voor autom.
bracketing)........................................ 151
AE-L .......................................................130
AE-L/AF-L-knop.....................94, 130, 254
AE-L/AF-L-knop toewijzen............ 254
AE-vergrend. ontspanknop..........239
AE-vergrendeling............................. 130
AF.............................................8294, 235
AF met meevolg. scherpst. ..............90
AF-A..........................................................82
AF-C................................................82, 235
Afdrukken ........................................... 214
AF-F ..........................................................83
AF-hulpverlichting...........85, 237, 310
AF-S ...................................................82, 83
Afstandsbediening .................270, 323
Afstandsbedieningskabel ....125, 324
Afstandsmeter ...................................237
AF-veldhaakjes ............................. 41, 49
AF-veldstand ........................................ 87
Alle geselecteerde beelden wissen ...
206
Apparaatbesturing (HDMI)............219
Autofocus ............................. 8294, 235
Autom inst ISO-gevoeligheid.......228
Autom. bracketing ................. 151, 251
Autom. scènekeuzekn....................... 52
Automatisch (Witbalans) ...............140
Automatisch flitsen..........................102
Automatisch informatiescherm ..265
Automatisch programma ..............119
Automatisch veld-AF (AF-veldstand)
88
Automatische beeldrotatie...........222
Automatische servo-AF.................... 82
Automatische vertekeningscorrectie
232
B
Beeldcommentaar............................260
Beeldformaat......................................100
Beeldformaat/beeldsnelheid .......168
Beeldhoek............................................314
Beeldinterval (Diashow).................209
Beeldkwaliteit ...................................... 98
Beeld-op-beeld..................................291
Belichting..........................128, 130, 132
Belichtingsaanduiding.............11, 124
Belichtingsbracketing.....................151
Belichtingscorrectie.........................132
Belichtingsmeter................................. 53
Belichtingsstand ...............................118
Belichtingsvergrendeling..............130
Belichtingsvertragingsstand.........241
Beoordeling.............................. 201, 209
Beschikbare instellingen................338
Bestandsinformatie..........................189
392 Technische opmerkingen
Bevestigingsmarkering. 30, 369, 375,
380
Bewaar geselecteerd beeld.......... 182
Bewolkt (Witbalans) ........................ 140
Bijsnijden.................................... 198, 282
Bluetooth....................................xxii, 273
Bodydop..........................................1, 323
Bracketing..................................151, 251
Brandpuntsafstand.......................... 314
Breedveld-AF........................................89
Buffergeheugen ..................................77
Bulb..............................................125, 126
C
Camera Control Pro 2 ..................... 323
Capaciteit geheugenkaart............ 387
Capture NX-D .................................... 210
CEC ........................................................ 219
Centrumgericht lichtmeting........ 128
CLS......................................................... 315
Commanderstand............................ 247
Compatibele objectieven ............. 305
Conformiteitsmarkering.......276, 367
Continu (Ontspanstand)............75, 76
Continue servo-AF.................... 82, 235
Controlebeeld................................... 221
Copyright...................................193, 261
CPU-contacten.................................. 307
CPU-objectieven............................... 305
Creatief Verlichtingssysteem....... 315
D
Dagenteller................................243, 244
Datum afdrukken (PictBridge)..... 215
Datum en tijd..................................... 262
Datumnotatie............................. 40, 262
Datumstempel.................................. 243
DCF-versie 2.0.................................... 365
Diafragma .........................118, 122, 124
Diafragmavoorkeuze...................... 122
Diashow............................................... 208
Dioptrieregelaar.........................41, 322
Direct zonlicht (Witbalans)............140
D-Lighting...........................................285
Draadloos.............................................xxii
Draadloze afstandsbediening.....270,
324
Draai portret.......................................222
Druk de ontspanknop half in .. 50, 52
Druk de ontspanknop volledig in 51,
52
D-type objectief ................................307
Dynamisch veld-AF............................ 87
E
Elektronische afstandsmeter.96, 237
Enkel beeld (Ontspanstand)........... 75
Enkelpunts AF (AF-veldstand) ....... 87
Enkelvoudige servo-AF.............. 82, 83
E-type objectief.................................307
Exif-versie 2.3 .....................................365
Externe microfoon ..................170, 323
Externe ontspanknop .....................270
F
Fijnafstelling witbalans ..................143
Film bewerken..........................178, 182
Filminstellingen ................................168
Filmkwaliteit.......................................168
Filmopnameknop.............................165
Films ......................................................164
Films bijsnijden .................................178
Filmvlakmarkering ............................. 96
Filtereffecten...................158, 160, 289
Filters.....................................................321
Firmwareversie..................................276
Fisheye..................................................288
Flexibel programma........................120
Flikkerreductie..........................167, 268
Flitsbereik............................................106
Flitscorrectie.......................................134
Flitser.....................................54, 101, 315
393Technische opmerkingen
Flitser (Witbalans)............................. 140
Flitserregeling ................................... 247
Flitserregeling ingeb. flitser.......... 246
Flitsgereedaanduiding........5, 54, 318
Flitsstand....................................102, 104
Flitssynchronisatiesnelheid.106, 357
Fn-knop ................................................ 252
Fn-knop toewijzen........................... 252
Formaat wijzigen..............................283
Foto’s beveiligen.............................. 200
Foto-illustratie............................ 70, 294
Foto-informatie........................188, 221
Fulltime-servo-AF................................83
f-waarde............................................... 122
G
Geheugenkaart....... 27, 259, 324, 387
Geheugenkaart formatteren........ 259
Gelijkmatig (Picture Control
instellen)............................................ 155
Gelijkmatige belichting.........111, 173
Gevoeligheid.............................107, 228
Gezichtprioriteit-AF............................89
Gloeilamplicht (Witbalans) ........... 140
GPS-apparaat..................................... 269
Groot (Beeldformaat)...................... 100
Grootte.............................. 100, 168, 282
G-type objectief................................ 307
H
H.264..................................................... 361
Handmatig................................... 95, 123
Handmatige filminstellingen....... 169
Handmatige scherpstelling.....83, 95,
238
Handmatige voorinstelling
(Witbalans)...............................140, 145
HDMI............................................218, 365
HDMI-CEC............................................ 219
HDR (hoog dynamisch bereik) .... 138
Helderheid van de monitor.......... 263
Help ......................................................... 43
Herstel pers. instellingen ...............235
High-definition ........................ 218, 365
Histogram.................................. 190, 221
Hoge ISO-ruisonderdrukk..............231
Hoge lichten............................. 189, 221
Hoog dynamisch bereik (HDR) ....138
Huidig beeld wissen ........................205
I
i-DDL............................................ 246, 247
i-DDL-uitgebalanceerde invulflits
voor digitale SLR ................... 247, 315
Informatiescherm........................ 6, 264
Informatiescherm automat. uit8, 265
Infoweergave-indeling...................264
Ingebouwde AF-hulpverlichting.. 85,
237, 310
Ingebouwde flitser................. 101, 312
Intervalopnamen ..............................109
Inzoomen op gezichten .................199
ISO-gevoeligheid.................... 107, 228
ISO-weergave.....................................239
Items beoordelen (Mijn menu)....304
Items toevoegen (Mijn menu) .....301
Items verwijderen (Mijn menu) ...303
J
JPEG......................................................... 98
JPEG Basis.............................................. 98
JPEG Fijn................................................. 98
JPEG Normaal.......................................98
K
Kalenderweergave ...........................186
Kantelbare monitor............................ 13
Kies begin-/eindpunt ......................178
Klein (Beeldformaat)........................100
Kleurenschets.....................................294
Kleurruimte.........................................230
Kleurtemperatuur.............................142
394 Technische opmerkingen
Klok................................................. 40, 262
Klokbatterij............................................27
Knop intrekbare objectiefcilinder 31,
32
Koelblauw........................................... 290
L
Lader.....................................26, 321, 364
Landschap (Picture Control instellen)
155
Langste sluitertijd............................ 228
Levendig (Picture Control instellen) .
155
Lichtmeting........................................ 128
Lichtnetadapter.......................321, 325
Lijntekening....................................... 293
Livebeeld...................................... 47, 164
Locatiegegevens.....................195, 269
M
Matrixmeting..................................... 128
Maximale gevoeligheid ................. 228
Microfoon ........................................... 169
Middel (Beeldformaat)................... 100
Mijn menu........................................... 301
Miniatuureffect.......................... 72, 295
Miniatuurweergave......................... 185
Mired .................................................... 144
Monitor................................13, 184, 263
Monochroom..................................... 290
Monochroom (Picture Control
instellen)............................................ 155
N
Naamgeving ...................................... 227
NEF (RAW)...........................98, 227, 280
NEF (RAW)-opname......................... 227
NEF (RAW)-verwerking................... 280
Neutraal (Picture Control instellen)...
155
Nikon Transfer 2 ............................... 212
Normaal veld-AF................................. 89
O
Objectief ..............................30, 305, 369
Objectief zonder CPU......................308
Objectiefschakelaar vibratiereductie
32
, 382
Objectiefvatting.......................1, 30, 96
Oculairkapje van de zoeker ............ 80
Onderdrukking windruis................169
Onderwerpstand ................................ 58
Ontspanknop.......51, 52, 93, 130, 239
Ontspannen bij geen kaart ...........268
Ontspanstand ...................................... 75
Oogsensor...................................... 8, 265
Opeenvolgende nummering.......242
Opnamegegevens............................192
Opnamemenu ...................................223
Opnamemenu terugzetten...........225
Opnamen vanuit kikkerperspectief...
13
Opnamen vanuit vogelperspectief13
Opslagmap .........................................225
Optionele flitser ................................315
Optische VR ........................................232
Overzichtgegevens..........................194
P
Paginagrootte (PictBridge) ...........215
Persoonlijke instellingen ...............233
Perspectiefcorrectie.........................288
PictBridge...................................214, 365
Picture Control beheren ................161
Picture Control instellen ................157
Picture Controls........................155, 157
Portret (Picture Control instellen)155
R
Rand (PictBridge)..............................215
Raster ............................................... 9, 243
Rasterweergave in zoeker.............243
395Technische opmerkingen
Recente instellingen ....................... 300
Rechtzetten........................................ 287
Reiniging beeldsensor.................... 328
Retoucheermenu ............................. 277
RGB...............................................190, 230
RGB-histogram.................................. 190
Rode-ogencorrectie ........................ 286
Rode-ogenreductie ................102, 104
Rotatie instelschijf omkeren......... 256
Ruisonderdr. lange tijdopname.. 230
S
Schaal brandpuntsafstand..369, 375,
380
Schaduw (Witbalans) ...................... 140
Schakelaar A-M-stand.............. 95, 380
Schakelaar voor scherpstelstand..31,
95
Schermvullende weergave........... 184
Scherpstelaanduiding .........50, 93, 96
Scherpstelling............................... 8297
Scherpstelpunt50, 87, 90, 93, 96, 236
Scherpstelring van het objectief ..95,
369, 375, 380
Scherpstelscherm.............................357
Scherpstelstand...................................82
Scherpstelvergrendeling..................93
Schilderij.............................................. 298
Sel. v. verzending n. smartappar.203,
204
Selectie afdrukken ........................... 216
Selectieve kleur.......................... 73, 296
Sepia ..................................................... 290
Serieopname.........................................76
Setup-menu ....................................... 257
Signaalopties ..................................... 263
Skylight (Filtereffecten).................. 289
Sluitertijd.......................... 118, 121, 123
Sluitertijdvoorkeuze........................ 121
SnapBridge.........................................i, 33
Snel retoucheren.............................. 286
Speedlight...........................................315
Spiegel............................................. 1, 330
Spiegel omhoog (CCD reinigen) .330
Spotmeting.........................................128
sRGB.......................................................230
Stand speciale effecten .................... 65
Standaard (Picture Control instellen)
155
Standaard i-DDL invulflits voor
digitale SLR.............................. 247, 315
Stand-by-timer ...........................53, 240
Standknop................................................4
Stapgrootte inst. belichting..........239
Start met printen (PictBridge) .....216,
217
Ster (Filtereffecten) ..........................289
Stil ontspannen ............................ 75, 78
Stof-referentiefoto ...........................266
Stroomaansluiting.................. 321, 325
Synchronisatie met lange sluitertijd .
102, 104
Synchronisatie op het eerste gordijn
104
Synchronisatie op het tweede
gordijn ................................................104
Synchroniseren m. smartapparaat.....
262
T
Taal (Language).................................262
Televisie................................................218
Terugzetten .....................115, 225, 235
Tijd ............................................... 125, 127
Tijdzone.........................................40, 262
Tijdzone en datum ....................40, 262
Time-lapse-film..................................171
Timer ..............................................79, 109
Timers automatisch uit...................240
Tl-licht (Witbalans) ................. 140, 141
Toegangslampje ................................. 51
Toon ............................................ 158, 160
396 Technische opmerkingen
U
Uitsnede (PictBridge)...................... 215
Uitvoerresolutie (HDMI)................. 219
Uploaden via Eye-Fi......................... 274
USB-kabel..........................211, 214, 324
V
Verbinden met smartapparaat.... 271
Vergelijken.......................................... 298
Vergrendeling automatische
belichting.......................................... 130
Vertekeningscorrectie...........232, 287
Verwijderen........................................ 205
Verzenden n. smartapp. (autom.)272
Vibratiereductie......32, 232, 372, 377,
382
ViewNX-i.............................................. 210
Vignetteringscorrectie ................... 231
Vliegtuigmodus................................ 271
Volume........................................177, 208
W
Warm filter (Filtereffecten) ........... 289
Weergave............................................ 184
Weergave-informatie ............188, 221
Weergavemap................................... 221
Weergavemenu................................ 220
Weergaveopties ............................... 221
Wi-Fi..............................................xxii, 272
Wis alle beelden ............................... 206
Witbalans ............................................ 140
Witbalansbracketing (inst. voor
autom. bracketing)........................ 151
Z
Zacht (Filtereffecten) ...................... 289
Zelfontspanner ....................75, 79, 241
Zelfportret .............................................13
Zoeker.......................................5, 41, 357
Zomertijd ..................................... 40, 262
Zoomweergave ................................ 196
Zwart-wit .............................................290
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
SB8A02(1F)
6MB3671F-02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401

Nikon D5600 Referentie gids

Type
Referentie gids