Als het symbool Deur na enkele minuten
uitgaat, kan de deur worden geopend.
Als het lampje Deur niet uit gaat en de
deur vergrendeld blijft, betekent dit dat
de machine al aan het opwarmen is of
dat het waterniveau te hoog is. In dat
geval kan de deur niet worden geopend.
Als de deur niet opengaat, maar u moet
hem openen, doe dan het volgende:
1. Draai de programmaknop op om
het apparaat uit te schakelen.
2. Wacht een paar minuten en open de
deur voorzichtig (let op het
waterniveau en de temperatuur!).
3. Sluit de deur van het apparaat.
4. Stel het programma in en druk op de
knop Start/Pauze - Départ/Pause
om de wascyclus weer te starten.
10.8 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch. Als het
geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
In het display gaat het knipperende
aan en de indicatielampjes Hoofdwas en
Deur gaan uit.
Het lampje van toets Start/Pauze -
Départ/Pause gaat uit. De deur kan nu
geopend worden.
1. Draai de programmaknop op om
het apparaat uit te schakelen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Draai de waterkraan dicht.
4. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
• Het indicatielampje van de deur Deur
brandt. De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Kies het programma pompen of
centrifugeren. De
centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause. Het apparaat voert het water
af en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid en het
indicatielampje Deur uitgaat, kunt u
de deur openen.
4. Draai de programmaknop op
om
het apparaat uit te schakelen.
10.9 Standby
Als het programma is voltooid, wordt na
een paar minuten het
energiebesparende systeem
ingeschakeld. Het display wordt gedimd.
Druk op een willekeurige knop om de
standby-functie uit te schakelen.
11.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
NEDERLANDS 15