Schwinn AD2i Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
i
Dit product voldoet aan de geldende
CE-eisen.
2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
- Montage 3
Waarschuwingsklevers / Serienummer 4
Specificaties 5
Voorafgaand aan de montage 5
Onderdelen 6
Montagemateriaal 7
Gereedschap 7
Montage 8
De fiets nivelleren 14
De fiets verplaatsen 14
Belangrijke veiligheidsvoorschriften - Voor de
gebruiker 15
Kenmerken 17
Consolekenmerken 18
Bedieningen 20
Afstellingen 20
Trainingsmodus 21
Pauzeren of stoppen 21
Onderhoudsmodus 23
Onderhoud 24
Batterijen vervangen 26
Problemen oplossen 27
INHOUDSOPGAVE
Nautilus, Inc., www.NautilusInc.com - Klantenservice: [email protected] | Nautilus, Inc., 18225 NE Riverside Parkway,
Portland, OR 97230 USA | Gedrukt in China | © 2016 Nautilus, Inc. | ® wijst op handelsmerken die in de Verenigde Staten
onder Nautilus, Inc. zijn geregistreerd. Deze merken mogen in andere landen worden geregistreerd of anderszins worden
beschermd door het gemeen recht.
Bewaar het oorspronkelijke bewijs van aankoop en noteer de volgende informatie om de
garantieondersteuning te valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale distributeur om uw productgarantie te registreren.
Voor meer informatie over uw productgarantie of als u vragen hebt of problemen ondervindt met
uw product, neem dan contact op met uw lokale Nautilus-distributeur.
Uw plaatselijke distributeur kunt u hier vinden: www.nautilusinternational.com
3
!
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig
letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
!
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
Lees aandachtig de montage-instructies.
Houd omstanders en kinderen te allen tijde uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren
bent.
Plaats de batterijen pas in het toestel wanneer dit in de montagehandleiding gevraagd wordt.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder
blootstelling van omstanders.
Sommige componenten van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp
in van een tweede persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk
hanteerbare onderdelen zonder de hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van
het toestel in gevaar kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u reserveonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserveonderdelen en
montagemateriaal dat door Nautilus geleverd is. Als u geen originele reserveonderdelen gebruikt,
dan kan dit een risico inhouden voor de gebruikers, het toestel verhinderen om correct te
functioneren en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking in
overeenstemming met de handleiding.
Lees voor de eerste ingebruikneming aandachtig de volledige handleiding die bij dit toestel is
meegeleverd. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Onjuiste montage kan leiden tot
lichamelijke letsels of onjuiste werking.
Dit product bevat magneten. Magnetische velden kunnen interfereren met het normale gebruik
van bepaalde medische hulpmiddelen in de directe nabijheid. Gebruikers kunnen in de nabijheid
van de magneten komen bij de montage, het onderhoud en/of het gebruik van het product.
Vanwege het voor de hand liggende belang van deze hulpmiddelen, zoals een pacemaker, is
het belangrijk dat u uw arts om advies vraagt in verband met het gebruik van deze apparatuur.
Raadpleeg het deel 'Waarschuwingsklevers en Serienummer' om de locatie van de magneten op
dit product te vinden.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
— MONTAGE
4
WAARSCHUWINGSKLEVERS EN
SERIENUMMER
Serienummer
Specificaties van het
toestel
5
SPECIFICATIES
127 cm
(50”)
63.5 cm (25”)
117 cm (46”)
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren
en gebruiken. Voor een veilige werking moet het
toestel op een harde en vlakke ondergrond worden
geïnstalleerd. Voorzie een trainingsruimte van
minimaal 2,4 x 1,9 m.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het monteren van uw
toestel:
1. Lees aandachtig de 'Belangrijke
veiligheidsvoorschriften' voor de montage.
2. Verzamel alle onderdelen die u nodig hebt bij
iedere montagestap.
3. Met behulp van de aanbevolen moersleutels draait
u de bouten en moeren naar rechts (met de klok
mee) om aan te spannen en naar links (tegen de
klok in) om los te draaien.
4. Wanneer u twee onderdelen vastmaakt, heft u de
constructie voorzichtig op en kijkt u door de bout-
gaten. Op die manier kunt u de bout gemakkelijker
door de gaten glijden.
5. Voor de montage zijn twee personen nodig.
Maximaal gebruikersgewicht:
113 kg
Totale benodigde ruimte (voetafdruk) van het toestel: 7430 cm
2
Gewicht van het toestel: 37 kg
Stroomvoorziening: 2 LR6-batterijen (AA)
Werkspanning: 1,0 - 3,3 V DC
Voldoet aan de volgende norm:
ISO 20957.
Zet dit toestel NIET bij het afval. Het toestel moet worden gerecycled. Volg de voorge-
schreven methoden op een erkend afvalinzamelpunt om dit product correct te recyclen.
0.6m
24”
1.9m
73”
2.4m
94”
0.6m
24”
0.6m
24”
0.6m
24”
6
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Hoofdframe 8 1 Handgreep, rechts
2 1 Voorste stabilisatiesteun 9 1 Handgreep, links
3 1 Achterste stabilisatiesteun 10 1 Console
4 1 Pedaal, rechts 11 1 Zadel
5 1 Pedaal, links 12 1 Zadelpen
6 1 Voetsteun, rechts 13 1 Transportriem
7 1 Voetsteun, links
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
ONDERDELEN
7
Gereedschap
Meegeleverd Niet meegeleverd
6 mm
Item Aantal Omschrijving
A 8 Zeskantbolkopschroef M8 x 20
B 8 Verende sluitring M8
C 8 Borgring M8
(aanbevolen)
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
8
1. Bevestig de stabilisatiesteunen aan de frameconstructie
MONTAGE
1
2
3
C
6 mm
X4
B
A
9
2. Bevestig de pedalen
Opmerking: Het linkerpedaal is uitgerust met een omgekeerde schroefdraad. Zorg dat de
pedalen aan de juiste kant van de fiets worden bevestigd. De richting moet
worden bepaald vanuit een zithouding op de fiets. Het linkerpedaal is gemar-
keerd met een 'L'; het rechterpedaal met een 'R'.
5
4
Pedaalriemen niet afgebeeld voor duidelijkheid.
10
3. Bevestig de voetsteunen en de handgreeparmen
9
8
6
7
C
B
A
X4
6 mm
11
+
-
X2
10
4. Plaats de batterijen in de console
Opmerking: Voor de console hebt u LR6-batterijen (AA) nodig. Zorg dat de batterijen in de
richting van de indicatoren +/– in het batterijvak wijzen.
12
5. Bevestig de console en sluit de consolekabel aan
NB: Krimp de consolekabel niet.
10
13
7. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de componenten correct gemonteerd zijn.
Noteer het serienummer in het daarvoor bedoelde veld vooraan in deze handleiding. Raadpleeg
het deel Waarschuwingsklevers en Serienummer in deze handleiding.
!
Gebruik het toestel niet of stel het niet in werking totdat het volledig gemonteerd en
gecontroleerd is op correcte werking in overeenstemming met de gebruikershandleiding.
6. Bevestig het zadel op de zadelpen en installeer het geheel op de frameconstructie
Opmerking: Het montagemateriaal is vooraf op het zadel geïnstalleerd en is niet aanwe-
zig op de montagekaart.
NB: Zorg dat het zadel rechtstaat en zet het montagemateriaal vast.
Controleer of de verstelknop (12a) zich vastzet in de gaten van de zadelpen.
11
12
12a
X3
14
De fiets nivelleren
Als de trainingsvloer oneffen is, dan moet u de
fiets nivelleren. Werkwijze voor het afstellen:
1. Maak de bovenste borgmoer los.
2. Draai aan het stelpootje om de hoogte te
verstellen.
3. Draai de bovenste borgmoer aan om het
stelpootje vast te zetten.
!
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waar-
door ze loskomen of van het toestel
worden afgeschroefd. Dit zou lichamelijk
letsel of schade aan het toestel kunnen
veroorzaken.
De fiets verplaatsen
1. Bevestig de crankarm aan de achterste stabilisatiesteun
met de transportriem (T).
!
Denk eraan dat de pedalen, de handgrepen en de
weerstandsventilator met elkaar zijn verbonden en dat
alle onderdelen bewegen wanneer een van deze
onderdelen wordt bewogen.
2. Til de achterkant van het toestel voorzichtig op om het op
de transportwielen te kantelen.
3. Duw het toestel voorzichtig naar de gewenste plaats. Zorg
dat het ventilatorblok niet over de vloer sleept.
4. Laat het toestel voorzichtig op zijn plaats zakken.
NB: Wees voorzichtig wanneer u het toestel verplaatst.
Abrupte bewegingen kunnen de werking van de computer
beïnvloeden.
VOORDAT U VAN START GAAT
T
15
!
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig
letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
!
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een
gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact
op met uw lokale distributeur om de klevers te vervangen.
Laat geen kinderen toe in de buurt van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere
voorzieningen van het toestel kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 14 jaar.
Onvoorzichtigheid tijdens het gebruik van dit toestel kan leiden tot lichamelijke letsels of de
dood.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma begint. Staak de training als u pijn
of benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Vraag uw arts om advies
voordat u het toestel opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer
van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter informatie.
Controleer voor elk gebruik of het toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage
vertoont. Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Controleer het zadel, de pedalen
en de crankarmen grondig. Neem contact op met uw lokale distributeur voor informatie over een
eventuele reparatie.
Maximale gebruikersgewicht: 113 kg. Gebruik het toestel niet wanneer u meer weegt.
Dit toestel is alleen geschikt voor thuisgebruik.
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw
vingers of andere voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van het trainingstoestel.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Maak de pedalen stabiel voordat u erop gaat staan. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen
van het toestel.
Houd de pedalen schoon en droog.
Bij onderhoud zorgt u ervoor dat het toestel niet meer op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen. Houd de voetpedalen schoon en
droog.
Bewaar aan beide zijden van het toestel een vrije ruimte van ten minste 0,6 m. Dit is de
aanbevolen veiligheidsafstand voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen
bij noodgevallen. Houd omstanders buiten deze ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
16
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de
voorschriften in deze handleiding.
Verstel en bevestig alle verstelbare onderdelen op een correcte en veilige manier. Zorg dat de
verstelbare onderdelen de gebruiker niet kunnen raken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids-
en weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en
mogelijk letsel te voorkomen.
Houd de batterijen uit de buurt van warmtebronnen of hete oppervlakken.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen
niet door elkaar.
Om het toestel veilig op te bergen verwijdert u de batterijen en bevestigt u de transportriem om
de weerstandsventilator vast te zetten. Bewaar het toestel op een veilige plaats, uit de buurt van
kinderen en huisdieren.
Op deze fiets kunnen de pedalen niet los van de weerstandsventilator worden gestopt. Verlaag
het tempo om de weerstandsventilator en de pedalen langzaam tot stilstand te brengen. Stap
niet af voordat de pedalen volledig gestopt zijn.
Lees de gebruikershandleiding aandachtig voordat u het toestel in gebruik neemt. Dit toestel
is niet bedoeld voor gebruik door personen met functionele beperkingen en stoornissen, een
verminderd lichamelijk, gevoels- of mentaal vermogen of gebrek aan ervaring en kennis.
17
A Console G Pedalen
B Handgrepen H Verstelbaar zadel
C Ventilatorblok I Ventilatieroosters
D Stabilisatiesteunen J Voetsteunen
E Transportwiel K Houder voor tijdschriften
F Stelpootjes L Batterijvak
KENMERKEN
A
B
C
D
D
E
F
G
H
I
J
K
L
18
Consolefuncties
De console verstrekt informatie over uw training op het displayscherm. U kunt ook de toets
gebruiken voor toegang tot informatie over de console-instellingen.
Voorkant Achterkant
START/RESET Hiermee kunt u een actieve training starten of stoppen en de tijd op 0:00
terugzetten.
WARNING: If you feel any unusual pain,
shortness of breath or dizziness, consult your physician.
Start Reset
Lcd-
display
START/RESET
Kabelaansluiting
Batterijvak
19
Lcd-displaygegevens
Op het consoledisplay verschijnt iedere trainingsmeetwaarde opeenvolgend gedurende 5
seconden:
Tijd
Het TIJD-displayveld toont de duur van de training. De maximale weergave bedraagt 99:59. Als
de training langer duurt, dan begint de tijd opnieuw vanaf 0:00 op te tellen.
CAL
Het CAL-display toont het aantal calorieën dat u naar schatting tijdens het trainen hebt verbrand.
De maximale weergave bedraagt 9999. Als het aantal calorieën hoger ligt, dan blijft het display op
9999 knipperen.
Afstand
Het AFSTAND-displayveld toont de afgelegde afstand (mijl of km) tijdens de training, tot twee
cijfers achter de komma (bv. 1,50). De maximale weergave bedraagt 99,99. Als de afstand langer
is, dan begint het display opnieuw vanaf 0:00 te tellen.
Opmerking: Raadpleeg het deel 'Onderhoudsmodus' van deze handleiding om de meeteenhe-
den te veranderen naar Engelse of metrische maten.
Snelheid
Het SNELHEID-displayveld toont de snelheid van het toestel in kilometer per uur (km/h) of mijl per
uur (mph), tot één cijfer achter de komma (bv. 10,5 of 0,0). De maximale weergave bedraagt 99,9.
Toerental
Het TPM-display toont de pedaalomwentelingen per minuut (TPM). De maximale weergave be-
draagt 200.
Tijd Calorieën Afstand Snelheid
Pedaalomwentelingen
Cijferdisplay
20
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u
vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
!
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u
pijn of benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Vraag uw arts
om advies voordat u het toestel opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die
door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
• 3 keer per week gedurende 30 minuten per dag.
• Plan uw trainingen op voorhand.
Afstellen van het zadel
De juiste afstelling van het zadel helpt u maximale trainingsefficiëntie en
-comfort te garanderen, terwijl het risico op lichamelijk letsel wordt vermin-
derd.
1. Met één pedaal naar voren plaatst u de bal van uw voet in het midden
van het pedaal. Uw been moet licht gebogen zijn ter hoogte van de knie.
2. Als uw been te recht staat of uw voet het pedaal niet raakt, zet het zadel
van de rechte fiets dan wat lager. Als uw been te veel gebogen is, zet
het zadel van de rechte fiets dan wat hoger.
!
Stap van de fiets af voordat u het zadel verstelt.
Draai en trek de verstelknop op de zadelbuis los. Stel het zadel op de gewenste hoogte af. Laat
de verstelknop los om de borgpen vast te zetten. Controleer of de pen volledig is vastgezet en
draai de knop helemaal aan.
!
Plaats de zadelpen niet hoger dan de MAX-markering op de buis.
Plaatsing van de voet / afstelling van de pedaalriem
Voetpedalen met riemen houden uw voeten veilig op de trainingsfiets.
1. Plaats de bal van elke voet in de voorvoethouders op de pedalen.
2. Maak de riem over uw schoen vast.
3. Herhaal dit voor de andere voet.
Richt uw tenen en knieën recht naar voren om een maximale trapkracht
21
te garanderen. U kunt de pedaalriemen verschillende
trainingen na elkaar gebruiken zonder ze te verstellen.
De armen vergrendelen / Opberging
Denk eraan om de crankarmen vast te zetten wanneer
het toestel niet in gebruik is. De pedalen en handgrepen
moeten worden vergrendeld bij het opbergen van het
toestel.
!
Om het toestel veilig op te bergen verwijdert u de
batterijen en gebruikt u de transportriem om de
pedalen vast te zetten. Bewaar het toestel op een
veilige plaats, uit de buurt van kinderen en huisdieren. Denk eraan dat de pedalen, de
handgrepen en de weerstandsventilator met elkaar zijn verbonden en dat alle onderdelen
bewegen wanneer een van deze onderdelen wordt bewogen.
1. Draai de pedalen totdat één crankarm naar achteren in de richting van de achterste stabilisa-
tiesteun wijst.
2. Sla de transportriem (T) om het uiteinde van de crankarm en de achterste stabilisatiesteun en
steek het uiteinde van de riem door de metalen ring. Trek de riem aan om beweging van de
pedalen te voorkomen en maak de riem vast.
Trainingsmodus
De console start de trainingsmodus als de starttoets wordt ingedrukt of als hij een signaal van
de toerentalsensor ontvangt als gevolg van trapbewegingen op het toestel. De tijd begint op te
tellen vanaf 0:00.
Opmerking: Als de batterij bijna leeg is, toont het consoledisplay 'Batt' gedurende 10
seconden of totdat de toets wordt ingedrukt.
De console berekent de trainingsgegevens terwijl u traint. Op het consoledisplay verschijnen de
huidige waarden voor: Tijd, Calorieën, Afstand, Snelheid en TPM.
De weerstand aanpassen
De weerstand wordt automatisch verhoogd wanneer u sneller begint te trappen.
De training pauzeren of stoppen
1. De console wordt gepauzeerd als u gedurende 3 seconden minder snel dan 5 TPM trapt. In
de pauzestand toont het consoledisplay Tijd, Calorieën, Totale afstand, Gemiddelde snelheid
en Gemiddelde TPM.
Begin met een snelheid van 5 TPM of meer te trappen om uw training voort te zetten.
T
22
Na 5 minuten in de pauzestand wordt de training gestopt en wordt de console in de slaap-
stand gezet.
2. Druk op de toets om de training te stoppen. De tijd wordt op 0:00 teruggezet en begint op-
nieuw op te tellen. De tijd- en afstandgegevens van de training worden aan de statistieken van
het toestel toegevoegd (Totale tijd en Totale afstand).
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Als de console in een tijdspanne van ongeveer 5 minuten geen enkele input ontvangt, dan wordt
hij automatisch uitgeschakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaap-
stand staat.
23
In de Onderhoudsmodus kunt u de meeteenheden instellen op Engelse of metrische maten. U
kunt er ook de statistieken van het toestel en de firmwareversie bekijken (alleen voor technici).
1. Houd de toets gedurende 5 seconden ingedrukt om naar de onderhoudsmodus te gaan
vanuit de trainings- of pauzestand van de console.
Opmerking: Tik op de toets om door de menu-opties van de Onderhoudsmodus te bewe-
gen. Wanneer op het consoledisplay 'dOnE' (klaar) verschijnt, houdt u de toets
gedurende 3 seconden ingedrukt om de trainingsgegevens te resetten en naar
de trainingsmodus terug te keren.
2. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'Units' (Meeteenheden). Houd de toets
ingedrukt om de optie 'Units' te starten. Druk op de toets om te schakelen tussen 'LbS'
(Engelse maten) en 'SI' (metrische maten).
3. Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt om de meeteenheden in te stellen. Op het
consoledisplay verschijnt de boodschap 'Units' (Meeteenheden).
4. Druk op de toets om naar de boodschap 'Stats' te gaan. Houd de toets ingedrukt om de
optie voor de statistieken van het toestel te starten. Op het consoledisplay verschijnt Totale
afstand. Druk op de toets om te schakelen tussen Totale afstand en Totale tijd.
Opmerking: De waarde van de Totale afstand is een geheel getal van mijl/km (geen komma).
5. Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt om naar de boodschap 'Stats' terug te
keren.
6. Druk op de toets om naar de boodschap 'Firmware Version' te gaan. Houd de toets
ingedrukt om de firmwareversie van de console te zien.
7. Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt om naar de boodschap 'Firmware Version'
terug te keren.
8. Druk op de toets om naar de optie 'Exit' (verlaten) te gaan. Op het consoledisplay verschijnt
'dOnE' (klaar).
Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt om naar de trainingsmodus terug te keren.
De trainingsgegevens worden gereset.
Tik op de toets om opnieuw door het menu van de Onderhoudsmodus te gaan. Op het
consoledisplay verschijnt de boodschap 'Units' (Meeteenheden).
Als de console in de Onderhoudsmodus gedurende ongeveer 5 minuten geen enkele input
ontvangt, dan wordt hij automatisch in de slaapstand gezet.
ONDERHOUDSMODUS
24
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u
alleen met de hulp van een tweede persoon uitvoeren.
!
Het toestel moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit
te voeren. De eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud.
Versleten, beschadigde of losse onderdelen moeten onmiddellijk worden gerepareerd of
vervangen. Er mogen uitsluitend door de fabrikant aangeleverde onderdelen worden gebruikt
om het product te onderhouden en te repareren.
Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar
worden of loskomen, neem dan contact op met uw lokale distributeur om de klevers te
vervangen.
Dagelijks:
Inspecteer het fitnesstoestel voor elk gebruik op loszittende, defecte, bescha-
digde of versleten onderdelen. Gebruik het toestel niet als u een probleem
vaststelt. Repareer of vervang alle onderdelen bij de eerste tekenen van
slijtage. Veeg na elke training zweet van het toestel en de console met behulp
van een vochtige doek.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
Wekelijks:
Maak het toestel schoon om stof of vuil te verwijderen. Controleer of het
zadel en de handgreep vlot kunnen worden versteld. Desnoods brengt u een
dun laagje siliconensmeermiddel aan om het verstellen te vergemakkelijken.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer de pedalen, crankarmen en handgrepen en draai ze eventueel
aan. Controleer of alle bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid. Zet ze
indien nodig beter vast.
NB: Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie of met een
reinigingsmiddel voor auto's. Zorg dat de console niet nat wordt.
ONDERHOUD
25
Onderhoudsonderdelen
A Console I Crankafdekkingen Q Toerentalsensor
B Handgrepen J Pedalen R Stelpootjes
C Ventilatorblok K Beschermkap, rechts S Zadel
D Afdekkingen ventilatorblok L Beschermkap, links T Zadelpen
E Voetsteunen M Aandrijfpoelie U Verstelknop
F Armassen N Aandrijfriem V Transportriem
G Connectorarmen O Snelheidssensormagneet
H Crankarmen P Datakabel
F
I
A
I
P
P
B
C
D
D
D
D
E
G
L
K
J
J
H
H
U
T
S
R
R
R
N
M
P
N
M
O
Q
H
E
B
A
V
26
Batterijen van de console vervangen
Op het consoledisplay verschijnt 'Batt' tijdens het opstarten als de batterij bijna leeg is. Houd bij
het vervangen van de batterijen rekening met de +/--indicaties in het batterijvak.
Opmerking: Voor de console hebt u LR6-batterijen (AA) nodig.
!
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) bat-
terijen niet door elkaar.
Denk eraan de batterijen te verwijderen om schade door corrosie te voorkomen als u het toestel
voor een langere tijd niet van plan bent te gebruiken.
+
-
X2
27
PROBLEMEN OPLOSSEN
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
De console wil niet
opstarten
Batterijen Zorg dat de batterijen correct zijn
geïnstalleerd. Als de batterijen
correct zijn geïnstalleerd, vervang ze
dan door nieuwe batterijen.
Controleer de integriteit van
de datakabel
Alle draden in de kabel moeten
intact zijn. Vervang de kabel als u
vaststelt dat er draden gekrompen
of doorgesneden zijn.
Controleer de aansluitingen/
oriëntatie van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is
aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de
connector moet juist zijn ingevoerd
en vastklikken.
Controleer of het
consoledisplay niet
beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat
het consoledisplay gebarsten of
anderszins beschadigd is. Vervang
de console, indien beschadigd.
Als de bovenstaande stappen het
probleem niet oplossen, neem
dan contact op met uw lokale
distributeur voor verdere hulp.
De weergegeven snelheid
is onnauwkeurig
Het display is ingesteld op
de verkeerde meeteenheid.
(Engels/Metrisch)
Verander de displayeenheden.
De weergegeven snelheid
is altijd '0'/blijft in de
pauzestand vastzitten
Datakabel Controleer of de datakabel is
aangesloten op de achterkant
van de console en op de
hoofdframeconstructie.
Geen weergave van snel-
heid/toerental
Controleer de integriteit van de
datakabel
Alle draden in de kabel moeten
intact zijn. Vervang de kabel als u
vaststelt dat er draden gekrompen
of doorgesneden zijn.
Controleer de aansluitingen/
oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aange-
sloten en goed georiënteerd is. De
kleine kabelsluiting op de connector
moet juist zijn ingevoerd en vastklik-
ken.
28
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor moet
de beschermkap worden
verwijderd)
De magneet moet op de poelie
bevestigd zijn.
Controleer de toerentalsensor
(hiervoor moet de bescherm-
kap worden verwijderd)
De toerentalsensor moet met de
magneet gelijk worden gezet en
met de datakabel zijn aangesloten.
Verplaats de sensor indien nodig.
Vervang de sensor als u schade
vaststelt aan de sensor of de aan-
sluitdraad.
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer de integriteit van de
datakabel
Alle draden in de kabel moeten
intact zijn. Vervang de kabel als u
vaststelt dat er draden gekrompen
of doorgesneden zijn.
Controleer de aansluitingen/
oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aange-
sloten en goed georiënteerd is. De
kleine kabelsluiting op de connector
moet juist zijn ingevoerd en vastklik-
ken.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor moet
de beschermkap worden
verwijderd)
De magneet moet op de poelie
bevestigd zijn.
Controleer de toerentalsensor Neem contact op met uw lokale
distributeur voor verdere hulp.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling van de
stelpootjes
De stelpootjes kunnen omhoog of
omlaag worden gedraaid om de fiets
gelijk te zetten.
Controleer de vloer onder het
toestel
Het verstellen van de stelpootjes is
mogelijk niet voldoende in het geval
van een extreem oneffen vloer. Ver-
plaats de fiets naar een effen ruimte.
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de crank
Het pedaal moet stevig op de crank
zijn gedraaid. Controleer of de
aansluiting niet verkeerd is vastge-
schroefd.
Controleer de aansluiting tus-
sen de crank en de as
De crank moet stevig op de as zijn
gedraaid.
Klikgeluid bij het trappen Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de crank
Verwijder de pedalen en monteer ze
opnieuw volledig.
Bewegen van de zadelpen Controleer de borgpen Controleer of de verstelpen in een
van de afstelgaten van de zadelpen
zit.
Controleer de verstelknop Zorg dat de knop stevig is aange-
draaid.
Nautilus® Bowflex® Schwinn® Universal®
8011929.040116.A
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Schwinn AD2i Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual