34
1. Het apparaat werkt niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Is de hoofdschakelaar ingeschakeld?
• Is de zekering doorgebrand?
• Staat de thermostaat op de goede stand?
• Is de inschakeling op de juiste wijze
uitgevoerd?
2. Abnormale ijsvorming.
• Is het afvoerkanaal voor het water op de
juiste wijze teruggeplaatst?
• Zit de deur goed dicht?
3. De gele, rode en groene controlelampjes
gaan niet branden. Controleer eerst de
aanwijzingen onder punt 1, en
vervolgens:
• Richt u zich tot de Klantenservice.
Opmerkingen:
• Als de voorste rand van het meubel warm
is, is er geen sprake van een defect; dit is
een normaal verschijnsel, het voorkomt
condensvorming.
• Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen, zoals gorgelende of
expansiegeluiden.
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (zie “Storingen opsporen”).
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of
het ongemak is verholpen. Is dit niet het
geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit
en herhaal de handeling na een uur.
3. Als dit ook niet helpt, wendt u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
• de aard van de storing,
• het model,
• het servicenummer (nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje in het
apparaat),
• uw volledige adres,
• uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking:
Het omkeren van de deur van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
• De vriezer niet in de buurt van
warmtebronnen installeren. Installatie in een
hete omgeving, rechtstreekse blootstelling
aan de zon of opstelling van het apparaat in
de buurt van een warmtebron (kachel,
fornuis) verhogen het stroomverbruik en
dienen te worden vermeden.
• Indien dit niet mogelijk is, moeten de min.
afstanden worden aangehouden:
• 30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen
of petroleum;
• 3 cm vanaf elektrische fornuizen en/of
gasfornuizen.
• Installeer het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats.
• Reinig de binnenkant (zie “Het vriesvak
ontdooien en reinigen”).
• Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
• Houdt u aan de plaatselijke voorschriften
tijdens de elektrische aansluiting.
• De gegevens met betrekking tot de spanning
en het opgenomen vermogen staan op het
typeplaatje in het apparaat.
•
De aarding van het apparaat is
wettelijk verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel
aan personen, dieren of voor schade aan
voorwerpen, die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze
voorschriften.
• Indien de stekker en het stopcontact niet
overeenkomen, het stopcontact laten
vervangen door een gekwalificeerde
technicus.
• Gebruik geen verlengingen of meervoudige
adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet
kunnen worden afgekoppeld door de stekker uit
het stopcontact te trekken of via de tweepolige
schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst.
STORINGEN OPSPOREN
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
40046bNl.fm5 Page 34 Tuesday, August 22, 2000 6:21 PM