AEG HG654440SM Handleiding

Type
Handleiding
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
9. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden ge-
plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: BE
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is bo-
ven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade vol-
doende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan wor-
den aangeraakt.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook uit-
voert.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het he-
te apparaat of heet kookgerei niet
4
www.aeg.com
aanraakt als u het apparaat op de na-
bijgelegen contactdozen aansluit
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Zorg ervoor dat er een schokbescher-
ming wordt geïnstalleerd.
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet bescha-
digt. Neem contact op met de service-
afdeling of een elektromonteur om
een beschadigde hoofdkabel te ver-
vangen.
• De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcircula-
tie in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat produc-
ten afvoert voor verbranding. Sluit het
apparaat aan volgens de geldende in-
stallatieregels. Let op de vereisten
voor voldoende ventilatie.
2.2 Gebruik van het apparaat
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik.
• Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ont-
vlambare damp afgeven. Houd vlam-
men of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kun-
nen spontane ontbranding veroorza-
ken.
• Gebruikte olie die voedselresten be-
vat kan brand veroorzaken bij een la-
gere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
• Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Activeer de kookzones niet met leeg
of zonder kookgerei erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv.
azijn, citroensap of reinigingsmiddelen
voor het verwijderen van kalkaanslag,
in aanraking komen met de kookplaat.
Hierdoor kunnen doffe plekken ont-
staan.
• Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is geënstal-
leerd.
NEDERLANDS 5
• Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
Er bestaat een risico op oververhitting
en breken van de glazen plaat (indien
toepasselijk).
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Zorg ervoor dat de pannen in het mid-
den van de ringen worden gezet en
niet uitsteken over de randen van het
kookoppervlak.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de bran-
der.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correc-
te afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Maak de externe gasleidingen plat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
2
34
1
1
Semi-snelle brander
2
Driekronenbrander
3
Sudderbrander
4
Bedieningsknoppen
6
www.aeg.com
3.2 Bedieningsknoppen
Symbool Beschrijving
geen gastoe-
voer / uit-stand
ontstekings-
stand / maximale
gastoevoer
Symbool Beschrijving
minimale gastoe-
voer
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
4.1 Ontsteking van de brander
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het ge-
bruik van branders (open vuur) in
de keuken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden in
geval van onjuist gebruik van de
vlam.
De brander steeds aansteken
voor u het kookgerei plaatst.
Om de brander aan te steken:
1.
Druk de bedieningsknop helemaal in
en draai de knop linksom naar de
maximale stand
.
2.
Houd de bedieningsknop ongeveer
5 seconden ingedrukt zodat het
thermokoppel kan opwarmen. An-
ders zal de gastoevoer worden on-
derbroken.
3.
Stel de vlam af zodra deze regelma-
tig brandt.
Als de brander na enkele pogin-
gen niet aan gaat, controleer dan
of de kroon en de deksel goed
op hun plaats zitten.
Elke bedieningsknop heeft een
waarschuwingslampje. Deze gaat
branden als u de bedienings-
knop draait.
A
B
C
D
A
B
C
D
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
WAARSCHUWING!
Houd de bedieningsknop niet
langer dan 15 seconden inge-
drukt.
Als de brander na 15 seconden
nog niet brandt, de bedienings-
knop loslaten en minstens 1 mi-
nuut wachten voordat u opnieuw
probeert de vlam te ontsteken.
NEDERLANDS 7
Bij afwezigheid van elektrische
stroom kunt u de brander ontste-
ken zonder elektrische inrichting.
Breng in dat geval een vlam in
de buurt van de brander, druk de
desbetreffende knop in en draai
ze tegen de wijzers van de klok
in; naar de stand voor een maxi-
male gasontwikkeling.
Als de brander per ongeluk uit-
gaat, draai de bedieningsknop
dan op de uit-stand en probeer
de brander nogmaals aan te ste-
ken na minimaal 1 minuut.
De ontstekingsknop kan automa-
tisch starten als u de netvoeding
inschakelt, na installatie of na
een stroomuitval. Dit is normaal.
4.2 De brander uitzetten
Om de vlam uit te zetten draait u de
knop op het symbool
.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of scha-
kel hem uit voordat u de pan van
de brander haalt
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
5.1 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd deksels op
de pannen.
• Draai de vlam lager als de vloeistof
begint te koken, zodat deze blijft sud-
deren.
Gebruiken alleen kookgerei met een bo-
demdiameter die geschikt is voor de af-
meting van de plaat.
Brander Diameter van het
kookgerei
Driekro-
nenbran-
der
180 - 260 mm
Halfsnel
voor
120 - 180 mm
Halfsnel
achter
120 - 220 mm
Sudder-
brander
80 - 180 mm
WAARSCHUWING!
Zorg dat de potten niet op de
bedieningsknoppen staan. Als de
bedieningsknoppen zich onder
de potten bevinden, dan zal de
vlam deze opwarmen.
Zet één pan niet op twee bran-
ders.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de handvaten van de
pot niet boven de voorste rand
van het werkblad komen. Zorg
dat de potten zich in het midden
van de ringen bevinden, voor
een maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
Zet geen instabiele of beschadigde pan-
nen op de pannendragers om morsen
en letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een vlammenwer-
per.
8
www.aeg.com
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het
schoonmaakt. Trek de stekker
van het apparaat uit het stopcon-
tact voordat u reinigings- of on-
derhoudswerkzaamheden aan
het apparaat gaat uitvoeren.
Krassen of donkere vlekken op
de oppervlakte hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
• U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
• Was de geëmailleerde delen, het dek-
sel en de kroon met een warm sopje
en laat ze goed drogen alvorens ze te-
rug te plaatsen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
• De pannendrager mag niet in de af-
wasautomaat worden afgewassen. Hij
moet met de hand worden afgewas-
sen.
• Als u de pansteunen afwast met de
hand, let dan op bij het afdrogen, om-
dat ze door het emailleerproces soms
scherpe randen hebben. Verwijder
hardnekkige vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
• Zorg ervoor dat u de pannendrager na
de reiniging correct terugplaatst.
• Om ervoor te zorgen dat de branders
goed werken, moeten de armen van
de pannendrager in het midden van
de brander worden geplaatst.
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pansteunen, dit
om schade te voorkomen aan het
oppervlak van de kookplaat.
Droog het apparaat na reiniging af met
een zachte doek.
Verwijderen van vuil:
1.
– Verwijder direct: gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten.
– Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het
schoonmaakt: kalk- en waterkrin-
gen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Gebruik
een speciaal schoonmaakmiddel
voor glas of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
Het roestvrij staal kan beschadigen als
het te heet wordt. Daarom moet u ook
niet koken met grillstenen, aardewerk
potten of pannen van gietijzer.
Om de pansteunen goed te plaatsen
dient u ervoor te zorgen dat de armen
van de pansteun uitlijnen met het gat
aan de onderkant van de brander. Op
deze wijze is de pansteun stabiel en vast.
6.1 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een kera-
mische ontstekingsbougie met een me-
talen elektrode. Reinig deze onderdelen
altijd grondig, om moeilijkheden bij het
aansteken te voorkomen, en controleer
of de branderkroonopeningen niet ver-
stopt zijn.
NEDERLANDS 9
6.2 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale service-
afdeling, om de staat van de gastoe-
voerleiding en de drukregelaar (indien
gemonteerd) te controleren.
7. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als de
brander wordt aangesto-
ken.
• Er is geen elektrische
voeding
• Controleer of het ap-
paraat goed is aange-
sloten en de elektri-
sche voeding is inge-
schakeld.
• Controleer de zeke-
ring. Als de zekering
meer dan één keer
doorslaat, raadpleeg
dan een bevoegde
elektricien.
• De branderdeksel en
kroon zitten niet goed
op hun plaats.
• Controleer of de bran-
derdeksel en kroon
goed op hun plaats
zitten.
De vlam gaat meteen na
de ontsteking uit.
• Het thermokoppel is
niet voldoende opge-
warmd
• Houd, na het ontste-
ken van de vlam, de
knop circa 5 seconden
ingedrukt.
De gasring brandt onre-
gelmatig.
• De branderkroon is
verstopt met etensres-
ten
• Controleer of de
hoofdsproeier niet ver-
stopt is en of de bran-
derkroon schoon is.
Als er een storing optreedt, probeer dan
eerst zelf een oplossing voor het pro-
bleem te vinden. Als u niet zelf het pro-
bleem kunt verhelpen, neem dan con-
tact op met uw verkoper of de serviceaf-
deling.
Als u het apparaat verkeerd heeft
gebruikt, of als de installatie niet
is uitgevoerd door een erkende
monteur, dan is het bezoek van
de klantenservicemonteur of van
uw leverancier mogelijk niet gra-
tis, zelfs niet in de garantieperio-
de.
Deze gegevens zijn nodig om u snel
en goed te kunnen helpen. Deze ge-
gevens vindt u op het typeplaatje.
• Modelbeschrijving ............
• Productnummer (PNC) .............
• Serienummer (S.N.)..............
Gebruik alleen originele reserveonder-
delen. Deze zijn verkrijgbaar bij onze
klantenservice en erkende winkels met
reserveonderdelen.
7.1 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
10
www.aeg.com
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MODELMODEL
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
230V-50Hz
IP20
0049
1 2 3
1
Plak de sticker op de garantiekaart
en verstuur dit deel.
2
Plak de sticker op de garantiekaart
en bewaar dit deel.
3
Plak de sticker op het instructie-
boekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over de
installatie en het onderhoud
moeten opgevolgd worden door
vakkundig personeel in overeen-
stemming met de geldende
voorschriften.
8.1 Gasaansluiting
De aansluiting op de gastoevoer moet
worden uitgevoerd met behulp van een
AGB-kraan. Kies vaste aansluitingen of
gebruik een flexibele leiding in AGB
(roestvrij staal), in overeenstemming met
de voorschriften die van kracht zijn. Als u
flexibele metalen leidingen gebruikt,
moet u opletten dat deze niet in aanra-
king komen met bewegende onderde-
len, of dat ze niet vastgeklemd worden.
Wees ook voorzichtig wanneer de kook-
plaat wordt samengebracht met een
oven.
De aansluiting moet worden uitgevoerd
in overeenstemming met voorschrift
NBN D 5I.003.
NEDERLANDS 11
Controleer of de gastoevoerdruk
van het apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De verstel-
bare aansluiting wordt op de uit-
breidingsbrug bevestigd met be-
hulp van een schroefdraadmoer
G 1/2". Alle onderdelen die ge-
toond worden op de afbeelding
zijn reeds in de fabriek gemon-
teerd. Het apparaat werd voor
het de fabriek verliet getest, om
voor u de beste resultaten te ver-
zekeren.
ABC
A)
Uiteinde van as met moer
B)
Wasautomaat
C)
Elleboog
Aansluiting van flexibele niet-
metalen leidingen:
Als het mogelijk is om de aansluiting
overal in de aansluitzone gemakkelijk te
controleren, kunt u een flexibele leiding
gebruiken. Bevestig de flexibele leiding
stevig met klemmen.
Vloeibaar gas: gebruik de rubberen lei-
dinghouder. Koppel altijd de pakking
vast. Ga vervolgens door met de gas-
aansluiting. De flexibele leiding is klaar
voor gebruik als de leiding:
– niet warmer wordt dan kamertempera-
tuur, warmer dan 30°C;
– niet langer is dan 1500 mm;
– geen knikken vertoont;
– niet onderworpen is aan tractie of tor-
sie;
– niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
– gemakkelijk onderzocht kan worden
om de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
– de leiding geen barsten, sneden, vlek-
ken of brandsporen vertoont op de
twee uiteinden en over de volledige
lengte;
– het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
– de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
– de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waar-
neembaar zijn, mag de leiding niet wor-
den gerepareerd, maar moet deze wor-
den vervangen.
Controleer wanneer de installatie
is voltooid of alle leidingfittingen
goed zijn afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
8.2 Vervanging van
gasinspuiters
1.
Verwijder de pannendrager.
2.
Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3.
Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door
de sproeiers die vereist zijn voor het
type gas dat u gebruikt (zie de tabel
in het hoofdstuk 'Technische gege-
vens').
4.
Zet de onderdelen in omgekeerde
volgorde terug.
5.
Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in het zakje
dat bij het apparaat geleverd is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of
verschilt van de vereiste druk, moet u
een geschikte drukregelaar op de gast-
oevoerleiding monteren.
8.3 Instellen van het
minimumniveau
Het minimumniveau van de branders af-
stellen:
1.
Steek de brander aan.
2.
Draai de knop naar de minimumpo-
sitie.
3.
Verwijder de knop.
4.
Stel de by-passschroefstand in met
een dunne schroevendraaier.
12
www.aeg.com
A
A)
De bypass-schroef
• Als u overschakelt van aardgas G20/
G25 20/25 mbar op vloeibaar gas,
draai de schroef dan helemaal vast.
• Als u overschakelt van vloeibaar gas
op aardgas G20/G25 20/25 mbar,
draai de bypass-schroef dan ongeveer
1/4 draai los (1/2 draai bij een Driekro-
nenbrander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale
stand naar de minimale stand
draait.
8.4 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Aard het apparaat volgens de veilig-
heidsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat het nominale voltage
en het type vermogen op het typepla-
tje overeenkomen met het voltage en
het vermogen van de stroomvoorzie-
ning in uw woning.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer. Dit moet zijn voorzien van
een geschikte stekker, die geschikt is
voor de belasting die vermeld is op
het identificatieplaatje. De stekker
moet in een geschikt stopcontact wor-
den gestoken.
• Alle elektrische onderdelen moeten
worden geïnstalleerd of worden ver-
vangen door een technicus van de ser-
vice-afdeling of door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na instal-
latie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Het apparaat moet niet worden aan-
gesloten op een verlengsnoer, een
adapter of een meervoudige aanslui-
ting (brandgevaar). Controleer of de
aarding conform de normen en regel-
geving is.
• De stroomkabel moet zo worden ge-
plaatst dat er geen contact wordt ge-
maakt met een heet oppervlak.
• Sluit het apparaat op de netvoeding
aan met behulp van een voorziening
waarmee het apparaat kan worden
losgekoppeld van de alle polen van
de netvoeding, met een contactope-
ning van minimaal 3 mm breed, b.v.
een automatische beschermende
stroomonderbreker, aardlekschake-
laars of een zekering.
• Geen enkel deel van de aansluitkabel
mag een temperatuur van 90°C berei-
ken. De blauwe neutrale draad moet
worden aangesloten op de eindklem
gemarkeerd met "N". De bruine (of
zwarte) fasedraad (gemonteerd in het
contact van de eindklem gemarkeerd
met "L") moet altijd worden aangeslo-
ten op de fase van het voedingsnet.
8.5 Vervanging van het
aansluitsnoer
Gebruik om de aansluitkabel te vervan-
gen alleen het type H05V2V2-F T90 of
een gelijksoortig type. Zorg ervoor dat
de doorsnede van het snoer geschikt is
voor het voltage en de bedrijfstempera-
tuur. De geel/groene aardedraad moet
ongeveer 2 cm langer zijn dan de bruine
(of zwarte) fasedraad.
NEDERLANDS 13
8.6 Inbouw
min. 55 mm
min. 650 mm
560 mm
min. 100 mm
30 mm
480 mm
600 mm
10 mm
86 mm
86 mm
A
3 mm
A
B
A)
meegeleverde afdichting
B)
meegeleverde steunen
LET OP!
Installeer het apparaat alleen op
een werkblad met een plat op-
pervlak.
8.7 Mogelijkheden voor
inbouw
Keukenmeubel met deur
Het paneel geïnstalleerd onder de kook-
plaat moet eenvoudig te verwijderen zijn
en eenvoudig toegang bieden indien
technische hulp nodig is.
min 20 mm
(max 150 mm)
30 mm
60 mm
B
A
A)
Verwijderbaar paneel
B)
Ruimte voor aansluitingen
Keukenmeubel met oven
De afmetingen van de uitsparing voor
de kookplaat moeten overeenkomen
met de voorgeschreven inbouwmaten
en het keukenmeubel moet voorzien zijn
van ventilatiegaten om een continue
luchttoevoer te kunnen garanderen. Om
veiligheidsredenen en om een gemakke-
lijke verwijdering van de oven uit het
meubel mogelijk te maken, moeten de
elektrische aansluitingen van de kook-
plaat en de oven afzonderlijk geïnstal-
leerd worden.
50 cm
2
360 cm
2
180 cm
2
120 cm
2
14
www.aeg.com
9. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen kookplaat
Breedte: 594 mm
Lengte: 510 mm
Inbouwafmetingen kookplaat
Breedte: 560 mm
Lengte: 480 mm
Brandervermogen
Driekronenbrander: 4,0 kW
Normale brander: 2,0 kW
Sudderbrander: 1,0 kW
TOTAAL VERMOGEN: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar = 9 kW
G30 (3+) 28-30 mbar = 654 g/h
G31 (3+) 37 mbar = 643 g/h
Elektrische voeding: 230 V ~ 50 Hz
Categorie: II2E+3+
Gasaansluiting: R 1/2"
Gastoevoer: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar
Apparaatklasse: 3
Diameters bypass
Brander Ø by-pass in
1/100 mm
Sudderbrander 28
Halfsnel 32
Brander Ø by-pass in
1/100 mm
Drievoudige
kroon
42
Gasbranders
BRAN-
DER
NOR-
MAAL
VER-
MO-
GEN
VER-
LAAG
D
VER-
MO-
GEN
NORMAAL VERMOGEN
AARDGAS
G20/G25 (2E+) 20/25
mbar (BE)
G20 (2E) 20 mbar (LU)
LPG (butaan/propaan)
G30/G31 (3+)
28-30/37 mbar
kW kW
inj.
1/100
mm
G20
20
mbar
G25
25
mbar
inj.
1/100
mm
G30
28-30
mbar
G31
37
mbar
m³/
uur
m³/
uur
g/uur g/uur
Sudder 1.0 0.33 70 0.095 0.111 50 73 71
Normaal 2.0 0.45 96 0.190 0.221 71 145 143
Driekro-
nen
4.0 1.4 146 0.381 0.443 98 291 286
NEDERLANDS 15
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
16
www.aeg.com

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com Registreer uw product voor een betere service: www.aeg.com/productregistration Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer. Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 3 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. • Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. • Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. 4 www.aeg.com • Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. • Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. • Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. • Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: BE 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet NEDERLANDS • • • • • • aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. Zorg ervoor dat het snoer niet wordt belast door trekken. Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met de serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. Gasaansluiting • Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. • Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer. • Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie. 2.2 Gebruik van het apparaat WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. 5 • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze zijn heet. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. WAARSCHUWING! Brand- of explosiegevaar. • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Activeer de kookzones niet met leeg of zonder kookgerei erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv. azijn, citroensap of reinigingsmiddelen voor het verwijderen van kalkaanslag, in aanraking komen met de kookplaat. Hierdoor kunnen doffe plekken ontstaan. • Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geënstalleerd. 6 www.aeg.com • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders. Er bestaat een risico op oververhitting en breken van de glazen plaat (indien toepasselijk). • Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait. • Zorg ervoor dat de pannen in het midden van de ringen worden gezet en niet uitsteken over de randen van het kookoppervlak. • Gebruik alleen de accessoires die zijn meegeleverd met het apparaat. • Plaats geen vlamverdeler op de brander. 2.3 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • De branders niet in de afwasautomaat reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.4 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Maak de externe gasleidingen plat. • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Indeling kookplaat 1 2 1 Semi-snelle brander 2 Driekronenbrander 3 Sudderbrander 4 Bedieningsknoppen 4 3 NEDERLANDS 3.2 Bedieningsknoppen Symbool Symbool 7 Beschrijving minimale gastoevoer Beschrijving geen gastoevoer / uit-stand ontstekingsstand / maximale gastoevoer 4. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. A 4.1 Ontsteking van de brander B WAARSCHUWING! Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam. C D De brander steeds aansteken voor u het kookgerei plaatst. Om de brander aan te steken: Druk de bedieningsknop helemaal in en draai de knop linksom naar de maximale stand . 2. Houd de bedieningsknop ongeveer 5 seconden ingedrukt zodat het thermokoppel kan opwarmen. Anders zal de gastoevoer worden onderbroken. 3. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt. A B 1. Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en de deksel goed op hun plaats zitten. Elke bedieningsknop heeft een waarschuwingslampje. Deze gaat branden als u de bedieningsknop draait. C D A) B) C) D) Branderdeksel Branderkroon Ontstekingsbougie Thermokoppeling WAARSCHUWING! Houd de bedieningsknop niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de bedieningsknop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken. 8 www.aeg.com Bij afwezigheid van elektrische stroom kunt u de brander ontsteken zonder elektrische inrichting. Breng in dat geval een vlam in de buurt van de brander, druk de desbetreffende knop in en draai ze tegen de wijzers van de klok in; naar de stand voor een maximale gasontwikkeling. Als de brander per ongeluk uitgaat, draai de bedieningsknop dan op de uit-stand en probeer de brander nogmaals aan te steken na minimaal 1 minuut. De ontstekingsknop kan automatisch starten als u de netvoeding inschakelt, na installatie of na een stroomuitval. Dit is normaal. 4.2 De brander uitzetten Om de vlam uit te zetten draait u de knop op het symbool . WAARSCHUWING! Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van de brander haalt 5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Energie besparen • Doe indien mogelijk altijd deksels op de pannen. • Draai de vlam lager als de vloeistof begint te koken, zodat deze blijft sudderen. Gebruiken alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de afmeting van de plaat. Brander Diameter van het kookgerei Driekronenbrander 180 - 260 mm Halfsnel voor 120 - 180 mm Halfsnel achter 120 - 220 mm Sudderbrander 80 - 180 mm WAARSCHUWING! Zorg dat de potten niet op de bedieningsknoppen staan. Als de bedieningsknoppen zich onder de potten bevinden, dan zal de vlam deze opwarmen. Zet één pan niet op twee branders. WAARSCHUWING! Zorg dat de handvaten van de pot niet boven de voorste rand van het werkblad komen. Zorg dat de potten zich in het midden van de ringen bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik. Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de pannendragers om morsen en letsel te voorkomen. WAARSCHUWING! Gebruik nooit een vlammenwerper. NEDERLANDS 9 6. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren. Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van het apparaat. • U kunt de pansteunen verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van het kookplaat. • Was de geëmailleerde delen, het deksel en de kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen. • Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek. • De pannendrager mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. Hij moet met de hand worden afgewassen. • Als u de pansteunen afwast met de hand, let dan op bij het afdrogen, omdat ze door het emailleerproces soms scherpe randen hebben. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger. • Zorg ervoor dat u de pannendrager na de reiniging correct terugplaatst. • Om ervoor te zorgen dat de branders goed werken, moeten de armen van de pannendrager in het midden van de brander worden geplaatst. • Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pansteunen, dit om schade te voorkomen aan het oppervlak van de kookplaat. Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek. Verwijderen van vuil: 1. – Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. – Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glas of roestvrij staal. 2. Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. 3. Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek. Het roestvrij staal kan beschadigen als het te heet wordt. Daarom moet u ook niet koken met grillstenen, aardewerk potten of pannen van gietijzer. Om de pansteunen goed te plaatsen dient u ervoor te zorgen dat de armen van de pansteun uitlijnen met het gat aan de onderkant van de brander. Op deze wijze is de pansteun stabiel en vast. 6.1 Reinigen van de ontstekingsknop Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn. 10 www.aeg.com 6.2 Periodiek onderhoud Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoe- voerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren. 7. PROBLEEMOPLOSSING Probleem Mogelijke oorzaak Er is geen vonk als de • Er is geen elektrische brander wordt aangestovoeding ken. Oplossing • Controleer of het apparaat goed is aangesloten en de elektrische voeding is ingeschakeld. • Controleer de zekering. Als de zekering meer dan één keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde elektricien. • De branderdeksel en kroon zitten niet goed op hun plaats. • Controleer of de branderdeksel en kroon goed op hun plaats zitten. De vlam gaat meteen na de ontsteking uit. • Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd • Houd, na het ontsteken van de vlam, de knop circa 5 seconden ingedrukt. De gasring brandt onregelmatig. • De branderkroon is • Controleer of de verstopt met etensreshoofdsproeier niet verten stopt is en of de branderkroon schoon is. Als er een storing optreedt, probeer dan eerst zelf een oplossing voor het probleem te vinden. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Als u het apparaat verkeerd heeft gebruikt, of als de installatie niet is uitgevoerd door een erkende monteur, dan is het bezoek van de klantenservicemonteur of van uw leverancier mogelijk niet gratis, zelfs niet in de garantieperiode. Deze gegevens zijn nodig om u snel en goed te kunnen helpen. Deze gegevens vindt u op het typeplaatje. • Modelbeschrijving ............ • Productnummer (PNC) ............. • Serienummer (S.N.).............. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Deze zijn verkrijgbaar bij onze klantenservice en erkende winkels met reserveonderdelen. 7.1 Labels meegeleverd in de zak met accessoires Bevestig de stickers zoals hieronder weergegeven: NEDERLANDS 1 2 3 MOD. MOD. PROD.NO. PROD.NO. SER.NO SER.NO 03 IT DATA DATA MADE IN ITALY MODEL 11 MOD. PROD.NO. SER.NO. 0049 TYPE 230V-50Hz IP20 MODEL 1 Plak de sticker op de garantiekaart en verstuur dit deel. 2 Plak de sticker op de garantiekaart en bewaar dit deel. 3 Plak de sticker op het instructie- boekje. 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAARSCHUWING! De volgende instructies over de installatie en het onderhoud moeten opgevolgd worden door vakkundig personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften. 8.1 Gasaansluiting De aansluiting op de gastoevoer moet worden uitgevoerd met behulp van een AGB-kraan. Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele leiding in AGB (roestvrij staal), in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden. Wees ook voorzichtig wanneer de kookplaat wordt samengebracht met een oven. De aansluiting moet worden uitgevoerd in overeenstemming met voorschrift NBN D 5I.003. 12 www.aeg.com Controleer of de gastoevoerdruk van het apparaat voldoet aan de aanbevolen waarden. De verstelbare aansluiting wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd met behulp van een schroefdraadmoer G 1/2". Alle onderdelen die getoond worden op de afbeelding zijn reeds in de fabriek gemonteerd. Het apparaat werd voor het de fabriek verliet getest, om voor u de beste resultaten te verzekeren. – het materiaal niet gehard is, maar de juiste elasticiteit vertoont; – de bevestigingsklemmen niet verroest zijn; – de vervaldatum niet is verstreken. Als er één of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen. Controleer wanneer de installatie is voltooid of alle leidingfittingen goed zijn afgedicht. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam! 8.2 Vervanging van gasinspuiters Verwijder de pannendrager. Verwijder de branderkappen en kronen. 3. Verwijder met een dopsleutel 7 de hoofdsproeiers, en vervang ze door de sproeiers die vereist zijn voor het type gas dat u gebruikt (zie de tabel in het hoofdstuk 'Technische gegevens'). 4. Zet de onderdelen in omgekeerde volgorde terug. 5. Vervang het typeplaatje (naast de gastoevoerleiding) door het plaatje voor het nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje vinden in het zakje dat bij het apparaat geleverd is. Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren. 1. 2. A B C A) Uiteinde van as met moer B) Wasautomaat C) Elleboog Aansluiting van flexibele nietmetalen leidingen: Als het mogelijk is om de aansluiting overal in de aansluitzone gemakkelijk te controleren, kunt u een flexibele leiding gebruiken. Bevestig de flexibele leiding stevig met klemmen. Vloeibaar gas: gebruik de rubberen leidinghouder. Koppel altijd de pakking vast. Ga vervolgens door met de gasaansluiting. De flexibele leiding is klaar voor gebruik als de leiding: – niet warmer wordt dan kamertemperatuur, warmer dan 30°C; – niet langer is dan 1500 mm; – geen knikken vertoont; – niet onderworpen is aan tractie of torsie; – niet in aanraking komt met scherpe randen of hoeken; – gemakkelijk onderzocht kan worden om de toestand ervan te controleren. De controle van de staat van de flexibele leiding bestaat erin te controleren of: – de leiding geen barsten, sneden, vlekken of brandsporen vertoont op de twee uiteinden en over de volledige lengte; 8.3 Instellen van het minimumniveau Het minimumniveau van de branders afstellen: 1. Steek de brander aan. 2. Draai de knop naar de minimumpositie. 3. Verwijder de knop. 4. Stel de by-passschroefstand in met een dunne schroevendraaier. NEDERLANDS A A) De bypass-schroef • Als u overschakelt van aardgas G20/ G25 20/25 mbar op vloeibaar gas, draai de schroef dan helemaal vast. • Als u overschakelt van vloeibaar gas op aardgas G20/G25 20/25 mbar, draai de bypass-schroef dan ongeveer 1/4 draai los (1/2 draai bij een Driekronenbrander). WAARSCHUWING! Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait. 8.4 Aansluiting op het elektriciteitsnet • Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen. • Zorg ervoor dat het nominale voltage en het type vermogen op het typeplatje overeenkomen met het voltage en het vermogen van de stroomvoorziening in uw woning. • Dit apparaat wordt geleverd met een netsnoer. Dit moet zijn voorzien van een geschikte stekker, die geschikt is voor de belasting die vermeld is op het identificatieplaatje. De stekker moet in een geschikt stopcontact worden gestoken. • Alle elektrische onderdelen moeten worden geïnstalleerd of worden vervangen door een technicus van de service-afdeling of door gekwalificeerd onderhoudspersoneel. 13 • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Het apparaat moet niet worden aangesloten op een verlengsnoer, een adapter of een meervoudige aansluiting (brandgevaar). Controleer of de aarding conform de normen en regelgeving is. • De stroomkabel moet zo worden geplaatst dat er geen contact wordt gemaakt met een heet oppervlak. • Sluit het apparaat op de netvoeding aan met behulp van een voorziening waarmee het apparaat kan worden losgekoppeld van de alle polen van de netvoeding, met een contactopening van minimaal 3 mm breed, b.v. een automatische beschermende stroomonderbreker, aardlekschakelaars of een zekering. • Geen enkel deel van de aansluitkabel mag een temperatuur van 90°C bereiken. De blauwe neutrale draad moet worden aangesloten op de eindklem gemarkeerd met "N". De bruine (of zwarte) fasedraad (gemonteerd in het contact van de eindklem gemarkeerd met "L") moet altijd worden aangesloten op de fase van het voedingsnet. 8.5 Vervanging van het aansluitsnoer Gebruik om de aansluitkabel te vervangen alleen het type H05V2V2-F T90 of een gelijksoortig type. Zorg ervoor dat de doorsnede van het snoer geschikt is voor het voltage en de bedrijfstemperatuur. De geel/groene aardedraad moet ongeveer 2 cm langer zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad. 14 www.aeg.com 8.6 Inbouw 600 mm min. 100 mm min. 650 mm A min. 55 mm 480 mm 30 mm 560 mm 10 mm 86 mm 3 mm 86 mm 30 mm A A 60 mm min 20 mm (max 150 mm) B B A) meegeleverde afdichting B) meegeleverde steunen LET OP! Installeer het apparaat alleen op een werkblad met een plat oppervlak. 8.7 Mogelijkheden voor inbouw Keukenmeubel met deur Het paneel geïnstalleerd onder de kookplaat moet eenvoudig te verwijderen zijn en eenvoudig toegang bieden indien technische hulp nodig is. A) Verwijderbaar paneel B) Ruimte voor aansluitingen Keukenmeubel met oven De afmetingen van de uitsparing voor de kookplaat moeten overeenkomen met de voorgeschreven inbouwmaten en het keukenmeubel moet voorzien zijn van ventilatiegaten om een continue luchttoevoer te kunnen garanderen. Om veiligheidsredenen en om een gemakkelijke verwijdering van de oven uit het meubel mogelijk te maken, moeten de elektrische aansluitingen van de kookplaat en de oven afzonderlijk geïnstalleerd worden. 50 cm2 120 cm2 360 cm2 180 cm2 NEDERLANDS 15 9. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen kookplaat Inbouwafmetingen kookplaat Breedte: 594 mm Breedte: 560 mm Lengte: 510 mm Lengte: 480 mm Brandervermogen Driekronenbrander: 4,0 kW Normale brander: 2,0 kW Sudderbrander: 1,0 kW TOTAAL VERMOGEN: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar = 9 kW G30 (3+) 28-30 mbar = 654 g/h G31 (3+) 37 mbar = 643 g/h Elektrische voeding: 230 V ~ 50 Hz Categorie: II2E+3+ Gasaansluiting: R 1/2" Gastoevoer: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar Apparaatklasse: 3 Diameters bypass Brander Ø by-pass in 1/100 mm Sudderbrander 28 Halfsnel 32 Brander Ø by-pass in 1/100 mm Drievoudige kroon 42 Gasbranders BRANDER NORMAAL VERMOGEN kW VERLAAG D VERMOGEN kW NORMAAL VERMOGEN AARDGAS G20/G25 (2E+) 20/25 mbar (BE) G20 (2E) 20 mbar (LU) inj. 1/100 mm G20 20 mbar G25 25 mbar m³/ uur m³/ uur LPG (butaan/propaan) G30/G31 (3+) 28-30/37 mbar inj. 1/100 mm G30 28-30 mbar G31 37 mbar g/uur g/uur Sudder 1.0 0.33 70 0.095 0.111 50 73 71 Normaal 2.0 0.45 96 0.190 0.221 71 145 143 Driekronen 4.0 1.4 146 0.381 0.443 98 291 286 16 www.aeg.com 10. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

AEG HG654440SM Handleiding

Type
Handleiding