Aeg-Electrolux F44080VI Handleiding

Type
Handleiding
FAVORIT 44080 Vi
Gebruiksaanwijzing Afwasautomaat
2
Geachte mevrouw, heer
Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft
een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel de
sign en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en bedie
ningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het
energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw
apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt kun
nen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets
kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende eige
naar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
1
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over
het voorkomen van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
2 Milieuinformatie
3Inhoud
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 5
Veiligheid 5
Apparaataanzicht 7
Bedieningspaneel 7
De eerste keer gebruiken 9
Waterontharder instellen 9
Speciaal zout doseren 11
Glansmiddel doseren 12
Signaaltoon in en uitschakelen 15
Het dagelijks gebruik 16
Bestek en servies in de machine plaatsen 16
Bovenste korf in hoogte verstellen 19
Afwasmiddel doseren 20
Gebruik van 3in1afwasmiddelen 21
Afwasprogramma kiezen (programmatabel) 23
Afwasprogramma starten 25
Starttijdkeuze instellen 26
Afwasautomaat uitschakelen 26
Onderhoud en reiniging 27
Wat te doen als… 29
Kleine storingen zelf verhelpen 29
Als het vaatwasresultaat niet bevredigend is 31
Afvalverwerking 32
Technische gegevens 32
Aanwijzingen voor testinstituten 33
Inhoud4
Opstel en aansluitaanwijzing 35
Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie 35
Opstellen van de afwasautomaat 36
Aansluiten van de afwasautomaat 37
Garantievoorwaarden 40
Adres serviceafdeling 41
Service 43
5Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid
Voor de eerste keer gebruiken
Volg de ”Opstel en aansluitaanwijzing” op.
Gebruik volgens de voorschriften
De afwasautomaat is alleen bestemd voor het afwassen van huishoudservies.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan de afwasautomaat zijn niet
toegestaan.
Alleen speciaal zout, afwasmiddel en glansmiddel gebruiken dat voor afwas
automaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is.
Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doseren. Explosiegevaar!
Veiligheid voor kinderen
Verpakkingsonderdelen buiten het bereik van kinderen houden. Verstikkings
gevaar!
Kinderen kunnen het gevaar dat aan het omgaan met elektrische apparaten
verbonden is, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht bij de
afwasautomaat.
Controleer of kinderen of huisdieren niet in de afwasautomaat kunnen klaute
ren. Levensgevaar!
Afwasmiddelen kunnen levensgevaarlijk zijn voor ogen, mond en keel. De vei
ligheidsaanwijzingen van de afwasmiddelenfabrikant moeten worden opge
volgd.
Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Gevaarlijk voor de gezond
heid!
Veiligheid6
Algemene veiligheid
Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uit
gevoerd.
Als de afwasautomaat niet gebruikt wordt, het apparaat uitschakelen en de
waterkraan dichtdraaien.
De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd aan de
stekker.
Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd dicht is. Zo
voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en zich bezeert.
Ga nooit op de geopende deur staan of zitten.
Staat de afwasautomaat in een ruimte waar het kan gaan vriezen, dan dient
na ieder gebruik de aansluitslang van de waterkraan gescheiden te worden.
7Apparaataanzicht
Apparaataanzicht
Bedieningspaneel
Voor de bediening van het apparaat moet altijd eerst de deur van de afwasauto
maat worden geopend.
Bovenkorfsproeiarm en
bodemsproeiarm
Schakelaar hardheids
bereik
V
oorraadvat
voor zout
V
akje voor
afwasmiddel
V
oorraadvakje
voor glansmiddel
Typeplaatje
Zeven
Bedieningsveld
AAN/UITtoets
Bedieningspaneel8
Met de AAN/UITtoets wordt de afwasautomaat in en/of uitgeschakeld.
Met de programmatoetsen wordt het gewenste afwasprogramma gekozen.
Functietoetsen: Naast het aangegeven afwasprogramma kunnen met behulp
van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
De glansmiddeltoevoer wordt alleen beïnvloed als de 3in1functie is geselec
teerd.
Controlelampjes hebben de volgende betekenis:
Functietoets 1 Waterontharder instellen
Functietoets 2
Glansmiddeltoevoer in en uitschakelen bij 3in1 in
geschakeld
Functietoets 3 Signaaltoon in en uitschakelen
1)
1) Deze controlelampjes branden niet tijdens het lopende afwasprogramma.
Zout bijvullen
1)
Glansmiddel bijvullen
Programmatoetsen
Functietoetsen
12 3
Indicatie programma
eind
e
Aantal uren
Starttijdkeuze
Starttijdkeuze
instellen
Controle
lampjes
3in1functie
kiezen
9De eerste keer gebruiken
De eerste keer gebruiken
3
Als u een 3in1afwasmiddel wilt gebruiken:
– Lees a.u.b. eerst hoofdstuk ”Gebruik van 3in1 afwasmiddelen”.
– Niet vullen met zout, noch met glansmiddel.
Als u geen 3in1vaatwasmiddel gebruikt, dient u alvorens de vaatwasser in
gebruikte nemen:
1. Waterontharder instellen
2. Zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
Waterontharder instellen
De wateronderharder moet mechanisch en elektronisch worden ingesteld.
3 Om kalkafzettingen op servies en in de afwasautomaat te voorkomen, moet het
servies met zacht d.w.z. kalkarm water worden afgewassen. De waterontharder
moet volgens de tabel op de waterhardheid binnen uw woongebied worden in
gesteld. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u bij het betreffende
waterleidingbedrijf verkrijgen.
De afwasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
Mechanische instelling:
1. De deur van de afwasautomaat openen.
2. De onderste korf uit de afwasautomaat ne
men.
3. De schakelaar voor het hardheidsbereik aan
de linkerzijde van de kuip op 1 of 2 draaien
(zie tabel).
Elektronische instelling:
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3 Als alleen de LEDindicatie van een programmatoets brandt, is dit afwaspro
gramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
De eerste keer gebruiken10
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Druk op functietoets 1.
De LEDindicatie van de functietoets 1 knippert.
Gelijktijdig knippert de LEDindicatie voor het einde van het programma:
Het aantal malen dat de LEDindicatie voor het programmaeinde knippert
komt overeen met de ingestelde hardheidsgraad.
Deze reeks knipperindicaties wordt verschillende keren om de 3 seconden her
haald.
4. Door op de functietoets 1 te drukken wordt de hardheidsgraad met 1 stap
verhoogd.
(Uitzondering: na hardheidsgraad 10 volgt hardheidsgraad 1).
5. Als de hardheidsgraad goed is ingesteld, drukt u op de toets AAN/UIT.
De hardheidsgraad wordt dan opgeslagen.
Wanneer de waterontharder elektronisch op “1” wordt ingesteld, dan wordt
daarmee de controleindicatie voor speciaalzout uitgeschakeld.
Waterhardheid
Instelling van de
hardheidsgraad
Aantal maal
knipperen
Aantal
signaal
tonen
1)
1) Alleen als de signaaltoon is ingeschakeld, wordt de waterhardheid met geluid weergegeven.
in
°d
2)
2) (°d) Duitse graden, meeteenheid voor de waterhardheid
in
mmol/l
3)
3) (mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid voor waterhardheid
Bereik mechanisch elektronisch
51 70
43  50
37  42
29  36
23  28
9,0  12,5
7,6  8,9
6,5  7,5
5,1  6,4
4,0  5,0
IV
2*
10
4)
9
8
7
6
4) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma iets langer worden.
*) instelling vanaf de fabriek
10
9
8
7
6
10
9
8
7
6
19  22
15  18
3,3  3,9
2,6  3,2
III
5*
4
5
4
5
4
1
11 14 1,9  2,5 II 3 3 3
4  10 0,7  1,8 I/II 2 2 2
onder 4 onder 0,7 I
1
geen zout
noodzakelijk
1 1
11De eerste keer gebruiken
Speciaal zout doseren
Om de waterontharder te ontkalken dient speciaal zout gedoseerd te worden.
Alleen zout dat voor afwasautomaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is ge
bruiken.
Als u geen 3in1afwasmiddel gebruikt, doseer dan zout:
Als u de afwasautomaat voor de eerste keer gebruikt.
Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor zout brandt.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen
2. Afsluitdop van het voorraadvat van het
zout linksom opendraaien.
3. Alleen de eerste keer:
Het zoutvoorraadvat geheel met water vul
len.
4. De meegeleverde trechter in de opening
van het voorraadvat steken.
Zout in het voorraadvat doseren, inhoud
afhankelijk van de korrelgrootte ca. 1,01,5
kg. Het voorraadvat niet overmatig vullen.
3 Het kan geen kwaad als bij het doseren van
het zout water overloopt.
5. De opening van het voorraadvat van zoutresten ontdoen.
6. De afsluitdop rechtsom dichtdraaien.
7. Na het doseren van het zout een afwasprogramma starten. Daardoor wor
den overgelopen zout water en zoutkorrels weggespoeld.
3 Afhankelijk van de korrelgrootte kan het enige uren duren voordat het zout in
het water is opgelost en het controlelampje voor zout weer uitgaat.
De eerste keer gebruiken12
Glansmiddel doseren
Omdat het glansmiddel het spoelwater beter laat aflopen krijgt u vlekvrij, glan
zend servies en heldere glazen.
Als u geen 3in1afwasmiddel gebruikt, doseer dan glansmiddel:
Als u voor de eerste keer de afwasautomaat gebruikt.
Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor glansmiddel brandt.
Gebruik alleen speciaal glansmiddel voor
afwasautomaten en geen andere vloeibare
reinigingsmiddelen.
1. De deur openen.
Het vakje voor het glansmiddel bevindt
zich op de binnenzijde van de deur van de
afwasautomaat.
2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddel
vak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. Glansmiddel langzaam en precies tot de
streepmarkering “max“ doseren;
dat komt ongeveer overeen met een hoe
veelheid van 140 ml
5. Deksel dichtdrukken tot deze vastklikt.
6. Als er glansmiddel naast is gelopen, moet
dit met een doek worden weggeveegd. An
ders vormt zich tijdens het afwassen te veel
schuim.
13De eerste keer gebruiken
Glansmiddeldosering instellen
3 De dosering alleen dan veranderen als op glazen en servies vegen, melkachtige
vlekken (dosering lager instellen) of opgedroogde waterdruppels (dosering hoger
instellen) te zien zijn (zie hoofdstuk “Als het afwasresultaat niet bevredigend is“).
De dosering kan van 16 worden ingesteld. Door de fabriek is de dosering op “4“
ingesteld.
1. De deur van de afwasautomaat openen.
2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddel
vak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. De dosering instellen.
5. Deksel dichtdrukken tot deze vastklikt.
6. Als er glansmiddel is uitgelopen, moet dit
met een doek worden weggeveegd.
De eerste keer gebruiken14
Glansmiddeltoevoer bij geselecteerd 3in1functie inschake
len
3 Als de 3in1functie niet is geselecteerd, is de glansmiddeltoevoer altijd inge
schakeld.
Als de 3in1functie door het gebruik van 3in1afwasmiddelen is geselecteerd,
wordt de glansmiddeltoevoer uitgeschakeld. Als het servies dan onvoldoende
wordt gedroogd, dient de glansmiddeltoevoer weer ingeschakeld te worden (zie
ook hoofdstuk “Gebruik van 3in1afwasmiddelen“).
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3 Als alleen de LEDindicatie van een programmatoets brandt, is dit afwaspro
gramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 2 indrukken.
De LEDindicatie van de functietoets 2 knippert.
De indicatie voor het einde van het afwasprogramma geeft de actuele instelling
aan:
4. Het drukken op de functietoets 2 schakelt de glansmiddeltoevoer in resp. uit.
5. Als de glansmiddeltoevoer correct is ingesteld, op de AAN/UITtoets drukken.
De instelling voor de glansmiddeltoevoer wordt dan opgeslagen.
De indicatie voor het einde van het af
wasprogramma brandt:
Glansmiddeltoevoer bij 3in1 ingeschakeld
De indicatie voor het einde van het af
wasprogramma brandt niet:
Glansmiddeltoevoer bij 3in1 uitgeschakeld
(instelling vanaf de fabriek)
15De eerste keer gebruiken
Signaaltoon in en uitschakelen
U kunt instellen of u, naast een zichtbare indicatie (bij bijvoorbeeld het pro
grammaeinde of storingen) ook een signaaltoon wilt horen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3 Als alleen de LEDindicatie van een programmatoets brandt, is dit afwaspro
gramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 3 indrukken.
De LEDindicatie van de functietoets 3 knippert.
De indicatie voor het programmaeinde geeft de huidige instelling aan:
4. Het indrukken van de functietoets 3 schakelt de signaaltoon in resp.
5. Druk nadat de signaaltoon als gewenst is ingesteld op de toets AAN/UIT.
De instelling voor de signaaltoon is dan opgeslagen.
De indicatie voor het programmaein
de brandt:
Signaaltoon ingeschakeld.
(instelling vanaf de fabriek)
De indicatie voor het programma
einde brandt niet:
Signaaltoon uitgeschakeld
Het dagelijks gebruik16
Het dagelijks gebruik
Bestek en servies in de machine plaatsen
1 Sponzen, huishouddoeken en alle voorwerpen die water opnemen mogen niet in
de afwasautomaat worden gereinigd. Servies voorzien van een kunststof en/of
teflonlaag houdt waterdruppels sterk vast. Daarom droogt dit type servies iets
minder goed dan porselein en edelstaal.
Voordat u het servies in de machine plaatst, moet u:
grove etensresten verwijderen.
pannen met ingebrande etensresten inweken.
Bij het plaatsen van het servies en het bestek op het volgende letten:
Het servies en het bestek mogen de sproeiarmen niet in hun draaibeweging
hinderen.
Schoteltjes, kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar onderen plaat
sen, opdat er geen water in kan achterblijven.
Servies en bestekdelen mogen niet in elkaar worden geplaatst of elkaar af
dekken.
Om glasbeschadigingen te voorkomen mogen glazen elkaar niet aanraken.
Kleine voorwerpen (bijv. deksels) niet in de servieskorven maar in de bestek
korf plaatsen zodat ze niet door de korf naar beneden kunnen vallen.
Voor het afwassen in de afwasautomaat is het volgende bestek/servies
niet geschikt: wel geschikt:
Bestek voorzien van een houten,
hoornen, porseleinen of paarlemoer
greep
Niet hittebestendige kunststofdelen
Ouder bestek waarvan de lijm
temperatuurgevoelig is
Gelijmd servies of bestekdelen
Voorwerpen van tin en koper
Kristal
Roestgevoelige staaldelen
Houten plankjes
Kunstvoorwerpen
Aardewerkservies alleen in de afwasautomaat reini
gen als dit door de fabrikant expliciet als daarvoor
geschikt is benoemd.
Op het glazuur aangebrachte versieringen kunnen
na zeer vaak machinaal afwassen verbleken.
Zilveren en aluminiumonderdelen kunnen als gevolg
van het afwassen verkleuren. Etensresten zoals eiwit,
eigeel en mosterd veroorzaken vaak verkleuringen of
vlekken op zilver. Zilver dient daarom, als het niet di
rect na het gebruik wordt afgewassen, onmiddellijk
van etensresten ontdaan te worden.
Glaswerk kan na vele afwasbeurten troebel worden.
17Het dagelijks gebruik
Bestek in de machine plaatsen
1 Waarschuwing: Messen met een scherpe punt en scherpkantig bestek dienen
door de kans op verwondingen in de bovenste korf geplaatst te worden.
Opdat alle bestekdelen in de bestekkorf door water worden omspoeld, moet u:
Voor grotere bestekdelen zoals bijv. een garde, kan een helft van het bestekroos
ter weggelaten worden.
Schalen, pannen, grote borden
Groter en sterk vervuild servies in de on
derste korf plaatsen
(Borden met een max. doorsnede van 29
cm).
1.Roosterinzet op de bestekkorf inste
ken
2.Vorken en lepels met de greep naar
onderen in de roosterinzet van de
bestekkorf plaatsen.
Het dagelijks gebruik18
Om groter vaatwerk makkelijker te kunnen
inruimen, kunnen de beide rechte borden
rekken van de onderste korf worden inge
klapt.
Kopjes, glazen
Klein, teer servies of lange, puntige bestek
delen in de bovenste korf plaatsen.
Serviesdelen op en onder het opklapbare
kopjesrek om en om plaatsen zodat het
water de diverse delen kan bereiken.
Voor hoge serviesdelen kunnen de kop
jesrekken omhoog worden geklapt.
Wijn of cognacglazen in de kopjesrekken
hangen of hiertegen laten steunen.
19Het dagelijks gebruik
Bovenste korf in hoogte verstellen
3 In hoogte verstellen is ook bij beladen korven mogelijk.
Hoger / Lager plaatsen van bovenste
korf
1. Bovenkorf geheel uittrekken.
2. Bovenkorf aan de greep tot de aanslag om
hoog heffen en recht naar beneden laten
zakken.
De bovenkorf klikt in de bovenste of onder
ste positie in.
maximale hoogte van het servies in
bovenste korf onderste korf
bij hoger geplaatste bovenste korf 22 cm 30 cm
bij lager geplaatste bovenste korf 24 cm 29 cm
Het dagelijks gebruik20
Afwasmiddel doseren
Afwasmiddelen lossen de vervuilingen van
servies en bestek op.
Het afwasmiddel moet vóór de start van
het programma worden gedoseerd.
1 Gebruik alleen afwasmiddel voor huis
houdafwasautomaten.
Het vakje voor het afwasmiddel bevindt
zich op de binnenzijde van de deur.
1. Als het deksel gesloten is:
Ontgrendelingsknop indrukken.
Deksel springt open.
2. Afwasmiddel in het vakje voor afwasmiddel
doseren. Als doseerhulp voor afwasmiddel
in poedervorm dienen de markeringen: “20/
30“ is gelijk aan ca. 20/30 ml afwasmiddel.
Doseer en bewaaradviezen van de fabri
kant opvolgen.
3. Deksel dichtklappen en aandrukken tot
deze vastklikt.
3 Bij zeer sterk vervuild servies moet extra af
wasmiddel in het zijvakje worden gedo
seerd (1). Dit afwasmiddel is reeds bij het
voorspoelen werkzaam.
21Het dagelijks gebruik
Compacte afwasmiddelen
Afwasmiddelen voor afwasautomaten zijn vandaag de dag bijna uitsluitend
compacte afwasmiddelen, in tablet of poedervorm, met een laag alkalisch ge
halte en natuurlijke enzymen.
2 50 °Cafwasprogramma’s in combinatie met deze compacte afwasmiddelen
ontlasten het milieu en sparen uw servies, omdat deze afwasprogramma’s spe
ciaal op de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen in compacte afwas
middelen zijn afgestemd. Daarom bereiken 50 °Cafwasprogramma’s in
combinatie met compacte afwasmiddelen dezelfde afwasresultaten die anders
alleen met 65 °Cprogramma’s bereikt kunnen worden.
Afwastabletten
3 Afwastabletten van verschillende fabrikanten hebben een andere oplostijd.
Daarom kunnen sommige afwastabletten bij korte programma’s niet tot hun
volledige werking komen. Gebruik daarom afwastabletten voor afwasprogram
ma’s met voorspoelen.
Gebruik van 3in1afwasmiddelen
Bij deze producten betreft het een afwasmiddel met een gecombineerde afwas
middel, glansmiddel en zoutfunctie.
Met het inschakelen van de 3in1functie
wordt het toevoegen van zout en glansmiddel vanuit het desbetreffende re
servoir onderbroken.
wordt ontbreken van zout of glansmiddel niet meer aangegeven.
kunnen de vaatwasprogramma’s maximaal 30 minuten langer duren.
3 Als u 3in1vaatwasmiddel wilt gebruiken, dient u te controleren of deze midde
len voor uw waterhardheid geschikt zijn (informatie fabrikant in acht nemen).
Is de waterhardheid bij u hoger dan de door de fabrikant geadviseerde hardheid
en u wilt desondanks 3in1reiniger gebruiken, ga dan als volgt te werk:
Stel bij geselecteerde 3in1functie de waterontharder een hardheidsniveau la
ger in dan bij vaatwassen zonder 3in1reiniger.
Vul het zout in het reservoir bij (als dit leeg is).
De vaatwasser onthoudt de twee verschillende instellingen van de hardheid voor
vaatwassen met 3in1functie en zonder 3in1functie.
Het dagelijks gebruik22
Als u 3in1producten gebruikt
1. Toets AAN/UIT indrukken.
2. 3in1 indrukken.
Indicatie van toets brandt: 3in1functie is geselecteerd.
Voor de start van het vaatwasprogramma het 3in1vaatwasmiddel in het vakje
voor het vaatwasmiddel doseren.
3 Omdat bij het inschakelen van de 3in1functie de glansmiddeltoevoer automa
tisch wordt uitgeschakeld, kan het vanwege de uiteenlopende kwaliteit van
3in1vaatwasmiddelen voorkomen dat de vaat niet voldoende droog wordt.
Ga in dat geval als volgt te werk (zie hoofdstuk ”Glansmiddel vullen“):
Glansmiddel in het reservoir vullen (als dit leeg is).
Dosering glansmiddel mechanisch op “2” instellen.
Glansmiddeltoevoer inschakelen.
Als u geen 3in1producten meer gebruikt
Als u geen 3in1producten meer wilt gebruiken, ga dan als volgt te werk:
Schakel de 3in1functie uit.
Vul het zoutvat en het vakje voor het glansmiddel.
Stel de waterontharder op de hoogste stand in en voer max. drie normale cycli
zonder belading uit.
Stel vervolgens de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in.
Als u 4in1producten gebruikt
Bij gebruik van "4 in 1" vaatwasmiddelen die ook een een antiglascorrosiemid
del naar een "3 in 1" formule bevatten, dezelfde aanwijzing opvolgen als gege
ven voor "3 in 1" vaatwasmiddelen.
23Het dagelijks gebruik
Afwasprogramma kiezen (programmatabel)
Afwas
programma
Geschikt
voor:
Soort
vervuiling
Programma
verloop
Verbruiks
waarden
1)
1) De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Deze zijn van de belading van de korven
afhankelijk. In de praktijk zijn afwijkingen daarom mogelijk.
Voorspoelen
Reinigen
Spoelen
Naspoelen
Drogen
Duur (minuten)
Energie (kWh)
Water (liter)
INTENSIV
CARE 7
2)
2) Bij het glansspoelen de temperatuurverhoging gedurende 10 minuten op 68° instellen voor het hygië
nisch of steriel reinigen van bijv. babyflessen, kunstsstof snijplanken of jampotten.
Servies en pannen
sterk vervuild,
opgedroogde etensresten,
met name eiwit en zetmeel
2x
120  130
1,80  2,00
22  24
AUTO
(50° 65°)
3)
3) Bij dit programma wordt aan de hand van de vertroebeling van het spoelwater vastgesteld hoe sterk het
servies vervuild is. Programmaduur, water en energieverbruik kunnen sterk variëren  afhankelijk van de
belading en de mate van vervuiling. Afhankelijk van de vervuiling wordt automatisch de temperatuur van
het spoelwater tussen 50°C en 65°C aangepast.
Servies en pannen
normaal vervuild,
opgedroogde etensresten
1 tot 2x
90  110
1,00  1,50
12  24
30 MIN
(60°)
4)
4) Bij dit programma de afwasautomaat slechts voor de helft beladen.
Servies zonder pan
nen
zojuist gebruikt, licht tot nor
maal vervuild
30
0,8
9
ECO 50°
5)
5) Testprogramma voor proefinstituten
Servies en pannen,
temperatuurge
voelig servies
normaal vervuild
130  160
0,95  1,05
14  16
Het dagelijks gebruik24
Programmakeuze
Wanneer uw vaatwerk er zo uitziet, kiest u
een intensief programma.
een normaal of energiebesparend program
ma.
een kort programma (bijvoorbeeld 30 min.
programma).
25Het dagelijks gebruik
Afwasprogramma starten
1. Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. De kraan helemaal opendraaien.
3. De toets AAN/UIT indrukken.
4. Gewenste programma kiezen.
De programmaindicatie brandt.
5. De deur sluiten. Het afwasprogramma begint.
Afwasprogramma onderbreken of afbreken
Onderbreek een lopend afwasprogramma alleen als het absoluut noodzakelijk is.
Afwasprogramma onderbreken door het openen van de deur van de afwa
sautomaat
1 Bij het openen van de deur kan hete damp naar buiten komen. Verbrandingsge
vaar!
1. De deur voorzichtig openen. Het afwasprogramma stopt.
2. De deur sluiten. Het afwasprogramma loopt verder.
Afwasprogramma afbreken
1. De functietoetsen 2 en 3 indrukken en ingedrukt houden.
De LEDindicaties van alle programmatoetsen die u nu kunt kiezen branden.
2. De functietoetsen loslaten. Het afwasprogramma is afgebroken.
3. Als u een nieuw afwasprogramma wilt starten, controleer dan eerst of er afwas
middel in het vakje aanwezig is.
Het dagelijks gebruik26
Starttijdkeuze instellen
Met de starttijdkeuze kunt u het begin van het programma met 3, 6 of 9 uur uit
stellen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
2. Druk de toets Starttijdkeuze zo vaak in tot de indicatie naast het aantal uren
brandt, waarmee de start van het programma moet worden uitgesteld, bijvoor
beeld
6h wanneer het programma pas over 6 uur moet beginnen.
3. Programma kiezen.
De LEDindicatie van het gekozen programma en de indicatie naast het aantal
uren branden.
4. De deur sluiten.
Na het verstrijken van de ingestelde uren start het programma automatisch.
Starttijdkeuze wijzigen:
Als het afwasprogramma nog niet is gestart kunt u door het indrukken van de
toets starttijdkeuze de instelling alsnog wijzigen:
Starttijdkeuze wissen:
Druk de toets Starttijdkeuze net zo vaak in tot er geen enkele van de drie urenin
dicaties meer brandt. Het gekozen programma begint nu onmiddellijk.
Afwasprogramma wijzigen
Als het afwasprogramma nog niet is gestart kunt u het alsnog wijzigen: eerst het
afwasprogramma onderbreken, vervolgens een nieuwe starttijdkeuze instellen
en als laatste een nieuw afwasprogramma kiezen.
Afwasautomaat uitschakelen
Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt aan het einde van het afwaspro
gramma een ca. 15 seconde lange, aanhoudende toon.
Als de deur van de afwasautomaat niet wordt geopend, dan wordt het signaal
na 3 minuten en na 6 minuten herhaald.
1 De deur voorzichtig openen, er kan hete damp naar buiten komen.
Heet servies is gevoelig voor stoten. Daarom het servies voor het uitruimen
eerst ca. 15 minuten laten afkoelen. Daardoor ontstaat er tevens een beter
droogresultaat.
Uw vaat droogt sneller als u de deur na afloop van het programma even hele
maal open zet en vervolgens laat aanstaan.
1. De toets AAN/UIT indrukken. Alle indicaties gaan uit.
2. De kraan dichtdraaien!
27Onderhoud en reiniging
Machine leeghalen
3 Het is normaal dat de binnendeur en het vakje voor afwasmiddel vochtig zijn.
Eerst de onderste korf, dan de bovenste korf uitruimen. Daardoor voorkomt u
dat restwater van de bovenste korf op servies in de onderste korf druppelt.
Onderhoud en reiniging
1
Geen meubelreinigingsmiddel of agressieve reinigingsmiddelen gebruiken.
De bedieningselementen van de afwasautomaat met een zachte doek en
warm, schoon water reinigen.
De vakjes voor reinigingsmiddel, deurafdichting en watertoevoerslang (indien
aanwezig) af en toe op vervuiling controleren en eventueel reinigen.
Reiniging van de zeven
3 De zeven moeten regelmatig worden gecon
troleerd en gereinigd. Vervuilde zeven beïn
vloeden het afwasresultaat.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen.
2. Greep ongeveer een kwart slag linksom (A)
draaien en het zeefsysteem uitnemen (B).
3. Fijne zeef (1) aan het greepoog vastpakken
en uit de microfilter (2) trekken.
4. Alle zeven onder stromend water grondig
reinigen.
Onderhoud en reiniging28
5. Platte zeef (3) uit de bodem van de afwasau
tomaat nemen en aan beide zijden grondig
reinigen.
6. Platte zeef weer plaatsen.
7. Fijne zeef in de microfilter plaatsen en in el
kaar drukken.
8. Zeefsysteem inzetten en vergrendelen door
de greep zover mogelijk rechtsom te draaien.
Opletten dat de platte zeef niet buiten de
kuipbodem uitsteekt.
1 Zonder zeven mag de afwasautomaat onder geen enkele voorwaarde worden
gebruikt.
29Wat te doen als…
Wat te doen als…
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de klantservice belt, dient u eerst te controleren of u de storing
zelf aan de hand van de volgende fouttabel kunt verhelpen
of
dat het probleem niet wordt veroorzaakt door verkeerde elektrische aanslui
tingen of wateraansluitingen.
Als u dit nalaat en een van de hierboven genoemde gevallen doet zich voor,
moet de monteur ondanks de garantieperiode toch kosten in rekening brengen.
Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt bij een storing een waarschu
wingssignaal.
Wanneer tijdens het bedrijf op het bedieningspaneel de indicaties knipperen of
branden die in de volgende tabel zijn beschreven, raadpleeg dan de tabel om de
fout op te lossen.
Nadat de fout die in een ritme van 1 of 2 korte knippersignalen wordt weerge
geven in de indicatie voor het programmaeinde is opgelost, drukt u op de toets
van het reeds gestarte programma. Het programma gaat verder.
Bij andere foutmeldingen:
Afwasprogramma annuleren.
Apparaat uit en weer inschakelen.
Afwasprogramma kiezen.
Als de fout opnieuw wordt aangegeven, dient u contact op te nemen met de
serviceafdeling en de foutmelding door te geven.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
1 korte signaaltoon is hoor
baar, die voortdurend wordt
herhaald,
programmaindicatie van het
gekozen afwasprogramma
knippert:
de indicatie voor het pro
grammaeinde knippert her
haaldelijk een keer.
(Problemen met de watertoe
voer.)
De kraan is verkalkt of is de
fect.
Controleer de kraan, indien no
dig laten repareren.
De kraan is gesloten. Open de kraan.
Zeef (indien aanwezig) in de
slangkoppeling aan de kraan is
verstopt.
Zeef in de slangkoppeling reini
gen.
De zeven in de kuipbodem zijn
verstopt.
Breek het programma af (zie
hoofdstuk: Vaatwasprogramma
starten),
reinig de zeven (zie hoofdstuk:
Reiniging van de zeven).
Start vervolgens het vaat
wasprogramma opnieuw.
Watertoevoerslang
ligt niet goed.
De ligging van de afvoerslang
controleren.
Wat te doen als…30
2 korte signaaltonen zijn
hoorbaar, die voortdurend
worden herhaald,
programmaindicatie van het
gekozen afwasprogramma
knippert,
de indicatie voor het pro
grammaeinde knippert her
haaldelijk twee keer.
(spoelwater staat in het bin
nenreservoir van de afwasma
chine).
De sifon is verstopt. De sifon reinigen.
Waterafvoerslang
ligt niet goed.
De ligging van de afvoerslang
controleren.
3 korte signaaltonen zijn
hoorbaar, die voortdurend
worden herhaald,
de indicatie voor het pro
grammaeinde knippert her
haaldelijk drie keer.
Het beveiligingssysteem tegen
wateroverlast is in werking ge
treden.
Draai eerst de kraan dicht, scha
kel vervolgens het apparaat uit
en neem contact op met de ser
viceafdeling.
Het programma start niet.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De stekker in het stopcontact
steken.
De zekering in de huisinstalla
tie is niet in orde.
De zekering vervangen.
Bij modellen met starttijdkeu
ze:
er is een starttijdkeuze inge
steld.
Als het servies direct afgewas
sen moet worden, de starttijd
keuze uitschakelen.
In de kuip zijn roestvlekken
zichtbaar.
De kuip is van roestvrij staal.
Roestvlekken in de kuip zijn op
vreemd roest terug te voeren
(roestdelen afkomstig uit de
waterleiding, van pannen, be
stek, enz.). Verwijder vlekken
met gangbare reinigingsmid
delen voor edelstaal.
Alleen daarvoor geschikt bestek
en servies in de afwasautomaat
reinigen.
Fluitend geluid tijdens het af
wassen.
Het fluiten geeft geen reden
tot zorgen.
Het apparaat met een in de
handel verkrijgbaar ontkalking
middel, geschikt voor het reini
gen van afwasautomaten,
ontkalken.
Als na het ontkalken de gelui
den nog steeds waarneembaar
zijn, gebruik dan een afwasmid
del van een ander merk voor
het reinigen van bestek en ser
vies.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
31Wat te doen als…
Als het vaatwasresultaat niet bevredigend is
De vaat wordt niet schoon.
U hebt niet het juiste vaatwasprogramma gekozen.
De vaat was zo in de machine geplaatst dat het water niet alle delen heeft
kunnen bereiken. De vaatkorven mogen niet te vol worden geladen.
De zeven op de bodem van de vaatwasser zijn niet schoon of verkeerd ge
plaatst.
Er is geen merkvaatwasmiddel gebruikt of te weinig vaatwasmiddel gedoseerd.
Bij kalkafzetting op de vaat: Het zoutreservoir is leeg of de wateronthardings
voorziening is verkeerd ingesteld.
De afvoerslang is niet correct gelegd.
Als in het vak voor het vaatwasmiddel na afloop van het programma nog
vaatwasmiddelresten aanwezig zijn, was ofwel de sproeiarm geblokkeerd of
zijn de sproeiarmopeningen door verontreinigingen in het spoelwater verstopt
geraakt.
U hebt de mogelijkheid de sproeiarmen voor reiniging uit hun bevestiging los
te maken (zie hoofdstuk ”Reiniging en onderhoud“).
De vaat wordt niet droog en krijgt geen glans.
Er is geen merkglansmiddel gebruikt.
Het glansmiddelreservoir is leeg.
Op glazen en overige vaat zijn vegen, strepen, melkachtige vlekken of een
blauwachtige aanslag zichtbaar.
Glansmiddeldosering lager instellen.
Op glazen en overige vaat blijven opgedroogde waterdruppels achter.
Glansmiddeldosering hoger instellen.
Het vaatwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de klantenservi
ce van de vaatwasmiddelfabrikant.
Glascorrosie
Neem contact op met de klantenservice van de vaatwasmiddelfabrikant.
Afvalverwerking32
Afvalverwerking
2
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De
kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder
de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de ge
meentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats
worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecy
cled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in
verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
1 Waarschuwing! Als u het apparaat afdankt dient de stekker uit het stopcontact
getrokken te worden. Het aansluitsnoer afsnijden en met de stekker verwijderen.
Het slot van de deur onklaar maken zodat de deur niet meer gesloten kan wor
den. Daardoor kunnen kinderen zich niet insluiten en zo in levensgevaar komen.
Technische gegevens
5
Capaciteit: 12 standaardcouverts inclusief dienbestek
Toegestane waterdruk: 0,11,0 MPa (= 10100 N/cm
2
= 110 bar )
Elektrische aansluiting: Zie ook het typeplaatje aan de rechterbinnenzijde van de deur van
de afwasautomaat.
Afmetingen: 820  880 x 596 x 555 (H x B x D in mm)
Max. gewicht: 45 kg
33Aanwijzingen voor testinstituten
Aanwijzingen voor testinstituten
De test volgens EN 60704 moet bij een volle belading met het testprogramma
(zie programmatabel) worden uitgevoerd.
De testen volgens EN 50242 moeten met een volledig gevuld zoutvakje van de
waterontharder, met een volledig gevuld vakje voor glansmiddel en met het
testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
Voorbeelden voor het beladen van de afwasautomaat:
Volle belading:
12 standaardcouverts incl. dienbestek
Dosering van het afwasmiddel: 5 g + 25 g (type B)
Instelling van het glansmiddel: 4 (type III)
Bovenste korf
*)
*) Eventueel de aan de linkerkant beschikbare kopjesrekken evenals de eventueel beschikbare be
stekhouder verwijderen.
Aanwijzingen voor testinstituten34
Onderste korf met bestekkorf
*)
Bestekkorf
*) Eventueel aan de linkerkant aanwezige kopjesrekken en eventueel aanwezige bierglashouders
inclusief frame verwijderen.
35Opstel en aansluitaanwijzing
Opstel en aansluitaanwijzing
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie
De afwasautomaat alleen staand transporteren omdat anders zout water uit
de machine kan lopen.
Voor de ingebruikname de afwasautomaat op transportschade controleren.
Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade
contact op met uw leverancier.
Neem de afwasautomaat nooit in gebruik als het aansluitsnoer, de toe of af
voerslang beschadigd zijn of als het bedieningspaneel, het bovenblad of de
sokkel dermate beschadigd zijn dat het apparaat open toegankelijk is.
De stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd randgeaard
stopcontact steken.
Controleer vóór de ingebruikname of de op het typeplaatje van het apparaat
aangegeven netspanning en stroomsoort met de netspanning en stroomsoort
op de opstellingsplaats overeenkomen. De vereiste elektrische zekering is
eveneens op het typeplaatje aangegeven.
Meerwegstekkers en/of verbindingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar als gevolg van oververhitting!
Het aansluitsnoer van de afwasautomaat mag alleen door de serviceafdeling
of een erkend vakman worden vervangen.
Een toevoerslang met veiligheidsventiel mag alleen door de serviceafdeling
worden vervangen.
Opstellen van de afwasautomaat36
Opstellen van de afwasautomaat
De afwasautomaat dient op een vaste vloer opgesteld te worden, stabiel en
horizontaal te staan en in alle richtingen uitgelijnd te worden.
Om oneffenheden in de vloer te compenseren en de apparaathoogte t.o.v. an
dere meubels aan te passen, kunnen de schroefvoeten met een schroeven
draaier worden uitgedraaid.
De achterst apparaatvoet kan met een schroevendraaier aan de voorzijde van
het apparaat worden ingesteld (zie montageaanwijzing).
Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de sokkeluitspa
ring achter vrij beweeglijk liggen opdat ze niet afgeklemd of platgedrukt wor
den.
De afwasautomaat moet bovendien aan het doorlopende keukenwerkblad of
de aangrenzende meubels vastgeschroefd worden. Deze maatregel is absoluut
noodzakelijk opdat de kiepveiligheid volgens VDEvoorschrift gegarandeerd is.
Geïntegreerde afwasautomaat
(zie bijgevoegd montagesjabloon)
De meegeleverde montageplaat is bedoeld voor het eenvoudig monteren en sta
biel bevestigen van een samengestelde deur bestaande uit een ladeblende en
onderdeur.
37Aansluiten van de afwasautomaat
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De afwasautomaat kan zowel aan koud water als aan warm water tot max. 60
°C aangesloten worden.
De afwasautomaat mag niet aan open warmwaterapparatuur of een geiser
worden aangesloten.
Toegestane waterdruk
Toevoerslang aansluiten
1 De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of ineenge
strengeld zijn.
De toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 2281:2000) aan een kraan met
buitenschroefdraad (¾ inch) aansluiten. De toevoerslang is of van een kunststof
of van een metalen aansluitmoer voorzien:
De aansluitmoer van de slangkoppeling alleen met de hand aandraaien.
Vervolgens visueel op lekken controleren (controleren of de kraan niet druppelt).
3 Opdat de beschikbaarheid van water in de keuken niet wordt beperkt adviseren
wij om een extra kraan te installeren.
1 Waarschuwing: gevaar voor elektrische
schok
(geldt alleen voor vaatwassers met veilig
heidsklep).
De elektrische kabel voor de veiligheidsklep
loopt door de dubbelwandige toevoerslang
en staat onder spanning.
De toevoerslang en de veiligheidsklep nooit
in water onderdompelen.
Laagste toegestane waterdruk:
0,1 MPa ( = 1 bar = 10 N/cm
2
)
Bij een waterdruk van minder dan
0,1 MPa verzoeken wij u contact met uw instal
lateur op te nemen.
Hoogste toegestane waterdruk:
1 MPa ( = 10 bar = 100 N/cm
2
)
Bij een waterdruk die hoger is dan 1 MPa dient
een drukverlagingsklep voorgeschakeld te wor
den (verkrijgbaar bij uw vakhandel).
Aansluiten van de afwasautomaat38
Waterafvoer
Afvoerslang
1 De afvoerslang mag niet geknikt, platgedrukt
of ineengestrengeld zijn.
Aansluiting van de afvoerslang:
maximale toegestane hoogte boven de
onderkant van het apparaat: 60 cm.
Verlengslangen
Verlengslangen zijn via de vakhandel of
onze serviceafdeling te verkrijgen. De bin
nendiameter van de verlengslang moet 19
mm zijn, opdat de functie van het appa
raat niet wordt verstoord.
De totale lengte incl. verlengingsslang
mag max. 4 meter bedragen.
Sifonaansluiting
De tuit van de afvoerslang (ø 19 mm) past op alle gangbare sifontypes. De bui
tendiameter van de sifonaansluiting moet ten minste 15 mm zijn.
De afvoerslang moet met de bijgeleverde slangklem aan de sifonaansluiting
worden bevestigd.
Beveiliging tegen wateroverlast
Ter voorkoming van waterschade is de afwasautomaat met een systeem ter be
veiliging tegen wateroverlast uitgerust.
In geval van storing onderbreekt het veiligheidsventiel in de toevoerslang direct
de watertoevoer.
toegestaan bereik
39Aansluiten van de afwasautomaat
Elektrische aansluiting
Gegevens over netspanning, stroomsoort en vereiste zekering zijn op het type
plaatje aangegeven. Het typeplaatje is aan de rechterbinnenkant van de deur
van de afwasautomaat aangebracht.
Om de afwasautomaat van het net te scheiden dient de stekker uit het stopcon
tact getrokken te worden.
Let op:
Veiligheidsnormen vereisen dat het apparaat wordt geaard.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor het nalaten van de hier
boven genoemde veiligheidsmaatregelen.
De stekker moet na het installeren van het apparaat toegankelijk blijven.
Garantievoorwaarden40
Garantievoorwaarden
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorko
men dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die
zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoor
waarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen
worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop en/of leveringsdatum te worden over
legd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof,
rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking van water,
abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is
ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht
nemen van de gebruiks of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze
klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor
het in en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten
aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in of uitbouw komt ten laste van
de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkos
ten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval
van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe
waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten
voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toe
stel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische
voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het be
treffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van
41Adres serviceafdeling
de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen
niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
Adres serviceafdeling
België
Onderdelen, toebehoren en verbruiksprodukten
Voor België: U kan onderdelen, toebehoren en verbruiksprodukten online bestel
len op adres http://www.aeghome.be
Telefon Telefax
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Email:
consumer.services@electrolux.be
Consumer services 02/363.04.44 02/363.04.00
02/363.04.60
Adres serviceafdeling42
43Service
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaan
wijzing (hoofdstuk ”Wat u moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze klan
tenservice of met een van onze servicepartners.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de
volgende gegevens nodig:
Modelaanduiding
Productnummer (PNC)
Serienummer (SNo.)
(u vindt deze nummers op het typeplaat
je)
Soort storing
Eventuele foutmelding die het apparaat
weergeeft
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde identificatienummers van uw apparaat
bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
SNo: .....................................
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
www.aeg-electrolux.be
117 995 39/0-00-070706-01 Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Aeg-Electrolux F44080VI Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten