• Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes
leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes
wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het
flessenrek.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te
vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze
periode moet er geen ander in te vriezen
voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan
het snel en volledig worden ingevroren en zo
kunt u later alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en
zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen
het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat
dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan
vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de
vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo
snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten
staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de deurrubbers regelmatig en wrijf ze
schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van restjes zijn.
• Spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels
aan de binnenkant van de kast en
verplaats of beschadig ze niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen,
schuurpoeders, erg geparfumeerde
reinigingsproducten en
waspolijstmiddelen om de binnenkant
schoon te maken, aangezien deze het
oppervlak beschadigen en een sterke
geur achterlaten.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt elke keer als de compressormotor
tijdens normale werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig
schoon te maken om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
19