Zanussi ZRB36101WA Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
• Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt
zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
• Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze
door de fabrikant worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
13
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen van het
apparaat, het is zwaar. Draag altijd
veiligheidshandschoenen.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat
aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan
de olie terug in de compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet tegen de
muur worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te
vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen,
garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a),
aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
14
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
BINNENVERLICHTING
• Het type lampje gebruikt voor dit apparaat is
niet geschikt voor de verlichting van
huishoudelijke ruimten.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
PRODUCTOVERZICHT
De afbeelding geeft alleen een
algemeen productoverzicht. De interne
apparatuur kan verschillen.
15
531 42
7 6
1
Groentelades
2
Kastplateaus
3
Bedieningspaneel
4
Deurplateaus
5
Flessenrek
6
Vriezerlades
7
Typeplaatje
BEDIENING
INSCHAKELEN
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op een gemiddelde
stand
UITSCHAKELEN
Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het
apparaat uit te schakelen.
TEMPERATUURREGELING
Zet de temperatuurknop op een lagere stand om de
minimale koelte te verkrijgen, of een hogere stand
om de maximale koelte te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen worden,
rekening houdend met het feit dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur wordt geopend
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
16
Als de omgevingstemperatuur hoog is
of als het apparaat volledig gevuld is
en de thermostaatknop op de koudste
instelling staat, kan het apparaat
continu werken waardoor er ijs op de
achterwand wordt gevormd. In dat
geval moet de knop op een hogere
temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing mogelijk te
maken en zodoende het
energieverbruik te beperken.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE INSCHAKELING
LET OP! Laat, voordat u de stekker in
het stopcontact steekt en de koelkast
voor de eerste keer aanzer, het
apparaat eerst minimaal 4 uur rechtop
staan. De olie heeft dan genoeg tijd
om terug te keren naar de compressor.
Anders kunnen de compressor of de
elektronische onderdelen beschadigd
raken.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat
minstens 2 uur laten werken voordat u er producten
in plaatst.
De vriesmanden zorgen ervoor dat u het
voedselpakket dat u wenst, snel en makkelijk kan
vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten
worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve
de onderste korf die nodig is voor een goede
luchtcirculatie.
Het voedsel kan op alle legplateaus behalve het
bovenste plateau tot 15 mm ver naar de deur
uitsteken.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische kenmerken
onder 'maximale bewaartijd bij
stroomuitval' is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden
en dan weer worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te
bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde
instelling veranderd worden.
Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u
de thermostaatknop echter op een hogere stand
instellen om de maximale kou te verkrijgen.
In deze conditie komt de temperatuur
in het koelkastgedeelte mogelijk onder
de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de
thermostaatknop weer in op een
warmere instelling.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in het
onderste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje, een etiket dat zich aan de binnenkant
van het apparaat bevindt.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg tijdens deze
periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat
het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van
de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in
dat geval zal de bereiding iets langer duren.
VERPLAATSBARE LEGREKKEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de legrekken op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
17
HET PLAATSEN VAN DE DEURPLATEAUS
Om het bewaren van voedselverpakkingen van
verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes worden
geplaatst.
Trek het plateau geleidelijk in de richting van de
pijlen totdat het los komt en installeer het plateau
dan op een andere gewenste hoogte.
2
1
3
VERWIJDERING VAN DE VRRIEZERKORVEN
De vriesmandjes hebben een limietstop om te
voorkomen dat ze per ongeluk verschuiven of
vallen. Trek de korf naar u toe om het uit de vriezer
te halen, tot het niet verder kan, verwijder de korf
door de voorkant naar boven te kantelen.
Bij het terugzetten tilt u de voorkant van de korf een
beetje op en schuift u hem gekanteld in de vriezer.
Zodra het mandje over de eindpunten heen is, kunt
u hem terug op zijn plaats schuiven.
1
2
AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de
werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant
van het apparaat veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als
de compressor aan of uit gaat.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• De deur niet vaker openen of open laten staan
dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
thermostaatknop op een lage temperatuur staat
en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs
op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u
de thermostaatknop naar een warmere instelling
om de koelkast automatisch te laten ontdooien
en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder
als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er
vrijelijk omheen kan circuleren
TIPS VOOR HET KOELEN
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken
en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude gerechten:
bedekken en op een schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in een
speciale lade leggen. Bananen, aardappelen,
uien en knoflook moeten als deze niet verpakt
zijn niet in de koelkast worden bewaard.
18
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes
leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes
wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het
flessenrek.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te
vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze
periode moet er geen ander in te vriezen
voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan
het snel en volledig worden ingevroren en zo
kunt u later alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en
zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen
het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat
dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan
vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de
vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo
snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten
staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de deurrubbers regelmatig en wrijf ze
schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van restjes zijn.
• Spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels
aan de binnenkant van de kast en
verplaats of beschadig ze niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen,
schuurpoeders, erg geparfumeerde
reinigingsproducten en
waspolijstmiddelen om de binnenkant
schoon te maken, aangezien deze het
oppervlak beschadigen en een sterke
geur achterlaten.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt elke keer als de compressormotor
tijdens normale werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig
schoon te maken om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
19
DE VRIEZER ONTDOOIEN
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich
altijd vormen op de schappen van de
vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm
bereikt heeft. Het ontdooien kan
versneld worden door kommen met
heet water (niet kokend) in de vriezer
te zetten.
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp van
de verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Gebruik
geen mechanische of andere middelen
om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel
het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
3. Verwijder de vriesladen.
4. Breng isolatiemateriaal aan rond de lades, bijv.
dikke doeken of kranten.
5. Laat de deur open staan en steek de kunststof
schraper in de daarvoor bedoelde opening in
het midden van de bodem, plaats er een
opvangbak onder om het dooiwater op te
vangen.
6. Schraap het ijs voorzichtig los als dit begint te
dooien (gebruik een houten of plastic
schraper).
7. Na afloop van het ontdooien de binnenkant
grondig droog maken en de schraper bewaren
voor toekomstig gebruik.
8. Zet het apparaat aan en leg de ingevroren
levensmiddelen terug.
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien
nodig) en maak alles schoon.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
5. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING! Als u uw
apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en dan te
controleren, om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft, als de
stroom uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
20
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch appa-
raat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een ge-
kwalificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand-
by stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu. De temperatuur is goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedie-
ning'.
Er worden veel producten te-
gelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De omgevingstemperatuur is
te hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het appa-
raat werd geplaatst, was te
warm.
Laat voedsel afkoelen tot kamer-
temperatuur voordat u het be-
waart.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge-
sloten of de deurpakking is
vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer
bevindt zich niet op de juiste
plaats.
Plaats de dop voor de wateraf-
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedie-
ning'.
Er loopt water over de achter-
kant van de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces, ontdooit de
rijp tegen de achterwand.
Dit is juist.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop-
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
21
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam-
perbak boven de compres-
sor.
Maak de dooiwaterafvoer vast op
de verdamperbak.
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
Conserveer minder producten te-
gelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het no-
dig is.
Er is geen koude luchtcircu-
latie in het apparaat aanwe-
zig.
Zorg ervoor dat er koude lucht-
circulatie in het apparaat aanwe-
zig is.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
"Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met de
klantenservice.
HET LAMPJE VERVANGEN
Het apparaat is uitgerust met een
LED-binnenlampje dat een lange
levensduur heeft.
LET OP! Trek de stekker uit het
stopcontact.
1. Beweeg tegelijkertijd de transparante deksel
zachtjes omhoog en omlaag en haak deze
tegelijk los in de richting van de pijlen.
1
1
2
2. Vervang het kapotte lampje door een nieuw
lampje met hetzelfde vermogen en vorm dat
specifiek bedoeld is voor huishoudelijke
apparaten. (het maximale vermogen wordt
getoond op de afdekking van het lampje).
3. Plaats de afdekking van het lampje terug.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Open de deur.
Controleer of het lampje gaat branden.
22
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PLAATSING
Installeer het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van
het apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er
functionele problemen ontstaan als
deze temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste werking van
het apparaat kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels hebt over
waar het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper, de
klantenservice of de dichstsbijzijnde
erkende servicedienst.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels,
raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT EN HET
OMDRAAIEN VAN DE DEUR
Raadpleeg afzonderlijke instructies
voor installatie (ventilatievereisten,
waterpas zetten) en omdraaien van de
deur.
TECHNISCHE INFORMATIE
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte mm 1845
Breedte mm 595
Diepte mm 642
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 30
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
23
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en
op het energielabel.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
24

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. ALGEMENE VEILIGHEID • • • • • • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. 13 • • • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN MONTAGE • • • • • • • • • • • WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten. De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. • • • • • GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • • • AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • • 14 stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • • • • • • • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. BINNENVERLICHTING • Het type lampje gebruikt voor dit apparaat is niet geschikt voor de verlichting van huishoudelijke ruimten. • • VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT PRODUCTOVERZICHT De afbeelding geeft alleen een algemeen productoverzicht. De interne apparatuur kan verschillen. 15 1 2 3 4 7 5 6 1 Groentelades 2 Kastplateaus 5 Flessenrek 6 Vriezerlades 3 Bedieningspaneel 4 Deurplateaus 7 Typeplaatje BEDIENING INSCHAKELEN Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde stand UITSCHAKELEN Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen. TEMPERATUURREGELING Zet de temperatuurknop op een lagere stand om de minimale koelte te verkrijgen, of een hogere stand om de maximale koelte te verkrijgen. 16 Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter gekozen worden, rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • de kamertemperatuur • hoe vaak de deur wordt geopend • de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard • de plaats van het apparaat Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de thermostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken waardoor er ijs op de achterwand wordt gevormd. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. EERSTE INSCHAKELING LET OP! Laat, voordat u de stekker in het stopcontact steekt en de koelkast voor de eerste keer aanzer, het apparaat eerst minimaal 4 uur rechtop staan. De olie heeft dan genoeg tijd om terug te keren naar de compressor. Anders kunnen de compressor of de elektronische onderdelen beschadigd raken. HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur laten werken voordat u er producten in plaatst. De vriesmanden zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en makkelijk kan vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onderste korf die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Het voedsel kan op alle legplateaus behalve het bovenste plateau tot 15 mm ver naar de deur uitsteken. In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder 'maximale bewaartijd bij stroomuitval' is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). VERS VOEDSEL INVRIEZEN Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale kou te verkrijgen. In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling. Plaats het verse in te vriezen voedsel in het onderste vak. De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje, een etiket dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt. Het invriesproces duurt 24 uur: voeg tijdens deze periode geen ander voedsel toe om in te vriezen. ONTDOOIEN Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. VERPLAATSBARE LEGREKKEN De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de legrekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden. 17 HET PLAATSEN VAN DE DEURPLATEAUS Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en installeer het plateau dan op een andere gewenste hoogte. VERWIJDERING VAN DE VRRIEZERKORVEN De vriesmandjes hebben een limietstop om te voorkomen dat ze per ongeluk verschuiven of vallen. Trek de korf naar u toe om het uit de vriezer te halen, tot het niet verder kan, verwijder de korf door de voorkant naar boven te kantelen. Bij het terugzetten tilt u de voorkant van de korf een beetje op en schuift u hem gekanteld in de vriezer. Zodra het mandje over de eindpunten heen is, kunt u hem terug op zijn plaats schuiven. 2 1 1 3 2 AANWIJZINGEN EN TIPS NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN: De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking: • Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. • Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). • Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat. TIPS VOOR ENERGIEBESPARING • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. • Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling 18 om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen. TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL Om de beste prestatie te verkrijgen: • zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast • dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft • plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren TIPS VOOR HET KOELEN Nuttige tips: • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen. • Gekookte etenswaren, koude gerechten: bedekken en op een schap leggen. • Fruit en groeten: goed wassen en in een speciale lade leggen. Bananen, aardappelen, uien en knoflook moeten als deze niet verpakt zijn niet in de koelkast worden bewaard. • • Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek. TIPS VOOR HET INVRIEZEN Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips: • de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje; • het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd; • vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in; • bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft; • wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn; • leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt; • • • mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft; water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen; het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u • verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen; • zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden; • de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk; • als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren; • bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. PERIODIEKE REINIGING Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: • maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. • controleer de deurrubbers regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn. • Spoel ze af en maak ze grondig droog. HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten. 19 DE VRIEZER ONTDOOIEN Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. Het ontdooien kan versneld worden door kommen met heet water (niet kokend) in de vriezer te zetten. LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. 3. Verwijder de vriesladen. 4. Breng isolatiemateriaal aan rond de lades, bijv. dikke doeken of kranten. 5. Laat de deur open staan en steek de kunststof schraper in de daarvoor bedoelde opening in het midden van de bodem, plaats er een opvangbak onder om het dooiwater op te vangen. 6. Schraap het ijs voorzichtig los als dit begint te dooien (gebruik een houten of plastic schraper). 7. Na afloop van het ontdooien de binnenkant grondig droog maken en de schraper bewaren voor toekomstig gebruik. 8. Zet het apparaat aan en leg de ingevroren levensmiddelen terug. PERIODES DAT HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel. 3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien nodig) en maak alles schoon. 4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 5. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. WAARSCHUWING! Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAT MOET U DOEN ALS… Probleem Het apparaat werkt niet. 20 Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de standby stand. Sluit en open de deur. Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'. De temperatuur is goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er worden veel producten tegelijk geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het bewaart. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is niet correct gesloten of de deurpakking is vervormd/vies. Zie 'De deur sluiten'. De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats. Plaats de dop voor de waterafvoer op de juiste manier. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Tijdens het automatische ontdooiproces, ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dit is juist. De compressor werkt continu. Er is te veel rijp en ijs. Er loopt water over de achterkant van de koelkast. Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Producten verhinderen dat het water in de wateropvangbak loopt. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. 21 Probleem Mogelijke oorzaak Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamperbak boven de compressor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder producten tegelijk. De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. DE DEUR SLUITEN 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage". 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice. HET LAMPJE VERVANGEN Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft. LET OP! Trek de stekker uit het stopcontact. 22 Oplossing 1. Beweeg tegelijkertijd de transparante deksel zachtjes omhoog en omlaag en haak deze tegelijk los in de richting van de pijlen. 1 2 1 2. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen en vorm dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. (het maximale vermogen wordt getoond op de afdekking van het lampje). 3. Plaats de afdekking van het lampje terug. 4. Steek de stekker in het stopcontact. 5. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. MONTAGE AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen. WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. PLAATSING Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C INSTALLATIE VAN HET APPARAAT EN HET OMDRAAIEN VAN DE DEUR Raadpleeg afzonderlijke instructies voor installatie (ventilatievereisten, waterpas zetten) en omdraaien van de deur. Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. TECHNISCHE INFORMATIE TECHNISCHE GEGEVENS Hoogte mm 1845 Breedte mm 595 Diepte mm 642 Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 30 Spanning Volt 230 - 240 Frequentie Hz 50 23 De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. 24 Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Zanussi ZRB36101WA Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren