Indesit ECO7L 109 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
37
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 40-41
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 42
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 43
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 44
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 45
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Onderhoud en verzorging, 46
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
ECO7L 109
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
38
NL
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raa-
dpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet
het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker
de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrij-
ke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft gele-
den gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet
hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de 4 schroeven
die het apparaat bescher-
men tijdens het vervoer en de
rubberen ring met bijbeho-
rende afstandsleider die zich
aan de achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit wor-
den vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en
laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet volledig
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster te
schroeven (zie afbeelding);
de inclinatiehoek, geme-
ten ten opzichte van het
werkvlak, mag de 2° niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de
automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedek-
king of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder
de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan op
de koudwaterkraan met een
mondstuk met schroefdraad
van 3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasautomaat
aansluit moet u het water la-
ten lopen totdat het helder is.
2. Verbind de watertoevo-
erbuis aan de wasautomaat
door hem op de betreffende
watertoevoer te schroeven,
rechtsboven aan de achter-
kant (zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van
de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden
tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
Installatie
39
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen de
65 en 100 cm van de grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de bijge-
leverde steun aan de kraan
(zie afbeelding). Het uitein-
de van de afvoerslang mag
niet onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact het maximum vermogen van de wasau-
tomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Techni-
sche Gegevens (zie hiernaast);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aan-
gegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het
stopcontact vervangen worden.
! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstal-
leerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het
gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact
gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
lateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt,
dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zon-
der wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
ECO7L 109
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 7 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1000 toeren per minuu
Controle-program-
ma’s volgens de
norm EN 60456
programma 6; temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 7 kg lading
Deze apparatuur voldoet aan de volgende
EEC voorschriften:
-2004/108/CE (Elektromagnetische com-
patiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
40
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets AAN/UIT: voor het in- en uitschakelen van de wa-
sautomaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de tempe-
ratuur of koud wassen
(zie “Persoonlijke Instellingen”).
CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten van
de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTEL-
DE START: voor het volgen van het verloop van het
wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Als de functie “Uitgestelde start” is ingesteld, tonen de
lampjes de tijd die resteert tot het starten van het program-
ma (zie pagina hiernaast).
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of
de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUZE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende contro-
lelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de
lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controle-
lampje DEUR GEBLOKKEERD
uit is, kunt u het deurtje
openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw
op deze toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de AAN/UIT toets en wacht tot de wasdroogma-
chine weer aangaat.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
TEMPERATUUR
KNOP
Wasmiddelbakje
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS/
UITGESTELDE START
Toetsen met controlelampjes
FUNCTIE
AAN/UIT toets
CENTRIFUGEKNOP
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
Toets met
controlelampje
START/PAUZE
Bedieningspaneel
PROGRAMMAKNOP
41
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd
(zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort
gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd
getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
lampje:
Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperen-
de controlelampje uit en begint het ingestelde programma.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan.
Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het betreffende controlelampje knipperen
en zal de functie niet worden geactiveerd.
Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere,
eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze
actief.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geo-
pend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent.
N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de
deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het appa-
raat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken.
! Als het controlelampje START/PAUZE (oranje) snel knip-
pert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing
(zie “Storingen en oplossingen”).
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de AAN/UIT knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUZE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen.
Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken en een
nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje
aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trom-
mel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets.
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Einde hoofdwas
42
NL
Programma’s
Programmatabel
Speciale programma’s
Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart
dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en
wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Hygiëne Cyclus 90° (programma 6). Een ontsmettend programma op hoge temperaturen dat het gebruik van bleekmiddel
voorziet, op temperaturen van meer dan 60°C. Giet om te bleken het bleekmiddel, het wasmiddel en de wasversterkers in de
betreffende bakjes (zie paragraaf “Wasmiddelbakje”).
Goodnight Cyclus (programma 7). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager
is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat
met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUZE toets drukken.
Indien u dit niet doet, zal de wasautomaat zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren.
Eco programma’s
Eco programma’s garanderen goede wasprestaties op lage temperaturen. Deze programma’s gebruiken minder elektrische
energie waardoor u zowel geld bespaart als het milieu.
De programma’s Eco (Katoen
, Synthetisch en Snelle was 30’ ) zijn ontwikkeld voor verschillende materialen en voor
niet zo vuile was.
Om een optimaal resultaat te garanderen bevelen we het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan. We raden u bovendien aan
manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen.
Beschrijving van het Programma
Maxi-
male
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren
per
minuut)
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voorwas
Bleek-
middel
Was-
sen
Wasver-
zachter
Speciale was
1
Katoen + Voorwas 90°: Zeer vuile witte was.
90° 1000
-
7 170
2
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1000 -
7 130
2
Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte fijne was.
40° 1000 -
7 165
3
Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1000 -
7 85
4
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 800 - -
3 85
4
Synthetisch: Niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800 - -
3 70
5
Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt
voor wol, zijde en handwas).
30 800 - -
1,5 15
Dagelijkse was
6
Hygiëne Cyclus 90°: Zeer vuile witte was.
90° 1000 -
7 165
6
Hygiëne Cyclus 90° (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1000 - -
7 170
7
Goodnight Cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was.
40° 800 - -
4 290
8
Overhemden/blouses
40° 600 - -
2 70
9
Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 - -
1 55
10
Wol: Voor wol, kasjmier, etc.
40° 600 - -
1,5 55
Eco programma’s
11
Katoen
Water-
afvoer
1000 - -
7 85
12
Synthetisch
Water-
afvoer
800 - -
3 75
13
Snelle was
Water-
afvoer
800 - -
3 30
Delprogramma’s
A
Spoelen - 1000 - - -
7 35
B
Centrifugeren - 1000 - - - -
7 15
C
Afpompen - 0 - - - -
7 2
Programma’s
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
43
NL
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen (
).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van de centrifuge
Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1000 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 600 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool
.
De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat
programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Uitgestelde Start
Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit.
Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de vijfde druk op
de toets wordt de functie uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUZE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes
van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUZE gaan (oranje) knipperen en de fase
zal vast aan blijven
staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUZE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
Bij het programma Zijde (10) beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. De con-
trolelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUZE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN
zal vast aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUZE toets
drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, B. C.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 13, B. C.
Super Wash
Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garande-
ert deze functie een zeer effectief wasresultaat.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, A, B. C.
Persoonlijke instellingen
44
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of
het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 2, 3, 6.
Giet het bleekmiddel in het extra bakje 4, het wasmiddel
en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel
vervolgens een van bovenstaande programma’s in.
Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 7 kg
Synthetische stoffen: max 3 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 1,5 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
M
AX
1
2
4
3
Bijzondere kledingstukken
Overhemden/blouses: gebruik het programma 8 om
overhemden/blouses van verschillende soorten stof en
kleur te wassen.
Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale
kreukvorming.
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in
een kussensloop of net. Gebruik het programma 9.
Wol: is het enige bedrijf dat een wasautomaat heeft
ontwikkeld die de prestigieuze Woolmark Platinum Care
(M.0508) onderscheiding heeft gekregen van The Wool-
mark Company. Dit garandeert dat u alle wollen kledingstu-
kken in de automaat kunt wassen, ook wasgoed met het
etiket “alleen handwas”
. Met het programma 10 kunt
u dus rustig al uw wollen wasgoed in de automaat wassen
(max. 1,5 kg) met de garantie van een optimaal resultaat.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.
45
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt
het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u
het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het water-
niveau in de automaat lager
is dan het deurtje; als dat
niet het geval is kunt het
water weg laten lopen door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het afdekpane-
el aan de voorkant van de
wasautomaat met behulp
van een schroevendraaier (zie
afbeelding).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding
naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem
daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
20
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Het apparaat mag niet worden gebruikt door perso-
nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
ne komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernie-
tigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren
en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu
te reduceren.
Het symbool op het product van de “afvalcontainer met
een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld.Consumenten moeten contact
opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over
de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
46
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat
gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkza-
amheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een
spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik
nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje door het
op te lichten en naar voren
te trekken (zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te
vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp
en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder-
kant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de
stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpa-
neel aan de voorkant van
de wasautomaat met
behulp van een schroeven-
draaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
Controleren van de buis van de water-
toevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
1
2
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst
(zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgen-
de lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (het controlelampje van de
eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
Het controlelampje START/PAUZE
(oranje) en de controlelampjes van
de functies knipperen snel.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT toets is niet ingedrukt.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart.
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van
het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Persoonlijke Instellingen).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “In-
stallatie”).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautoma-
at”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje open-
doet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 38-39 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma, 40-41 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Programma’s, 42 Programmatabel Persoonlijke instellingen, 43 ECO7L 109 Instellen van de temperatuur Instellen van de centrifuge Functies Wasmiddelen en wasgoed, 44 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading Voorzorgsmaatregelen en advies, 45 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur Onderhoud en verzorging, 46 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Hydraulische en elektrische aansluitingen Uitpakken en waterpas zetten Aansluiting van de watertoevoerbuis Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 38 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens Model ECO7L 109 Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 53,5 Vermogen van 1 tot 7 kg • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; Elektrische • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); aansluitingen Aansluiting waterleiding • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. Snelheid centrifuge Controle-programma’s volgens de norm EN 60456 zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters tot 1000 toeren per minuu programma 6; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 7 kg lading ! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. 39 NL Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/ UITGESTELDE START CENTRIFUGEKNOP AAN/UIT toets Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD TEMPERATUUR KNOP Toets met controlelampje Wasmiddelbakje Toetsen met controlelampjes FUNCTIE START/PAUZE PROGRAMMAKNOP Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets AAN/UIT: voor het in- en uitschakelen van de wasautomaat. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten van de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”). Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTELDE START: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. Als de functie “Uitgestelde start” is ingesteld, tonen de lampjes de tijd die resteert tot het starten van het programma (zie pagina hiernaast). Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). 40 Toets met controlelampje START/PAUZE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. Stand- by modus Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de AAN/UIT toets en wacht tot de wasdroogmachine weer aangaat. Controlelampjes De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Uitgestelde start Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd (zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort gaan knipperen: Controlelampjes lopende fase Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: Wassen Spoelen Centrifugeren Afpompen Einde hoofdwas Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd getoond, met het knipperen van het betreffende controlelampje: Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperende controlelampje uit en begint het ingestelde programma. Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere, eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief. Controlelampje deur geblokkeerd: Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geopend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent. N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het apparaat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken. ! Als het controlelampje START/PAUZE (oranje) snel knippert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing (zie “Storingen en oplossingen”). Een programma starten 1. Schakel de machine in met de AAN/UIT knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUZE. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets. 41 NL Programma’s NL Programma’s Programmatabel Beschrijving van het Programma Speciale was 1 Katoen + Voorwas 90°: Zeer vuile witte was. Maxi- Maximaal MaxiWasmiddel male toerental male Duur (toeren Temp lading cyclus per (°C) minuut) Voorwas Bleek- Was- Wasver- (kg) middel sen zachter  7 7 7 7 3 3 170 130 165 85 85 70 90° 1000  -   2 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1000 -    2 Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte fijne was. 40° 1000 -    3 Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1000 -    4 Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 - -   4 Synthetisch: Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 - -  5 Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Dagelijkse was 6 Hygiëne Cyclus 90°: Zeer vuile witte was. 30 800 - -   1,5 15 90° 1000 -    6 Hygiëne Cyclus 90° (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1000 - -   7 Goodnight Cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was. 40° 800 - -   8 Overhemden/blouses 40° 600 - -   9 Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -   40° 600 - -   7 7 4 2 1 1,5 165 170 290 70 55 55 Waterafvoer Waterafvoer Waterafvoer 1000 - -   7 85 800 - -   3 75 800 - -   3 30 7 7 7 35 15 2 10 Wol: Voor wol, kasjmier, etc. Eco programma’s 11 Katoen 12 Synthetisch 13 Snelle was Delprogramma’s A Spoelen - 1000 - - -  B Centrifugeren - 1000 - - - - C Afpompen - 0 - - - - De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C. Speciale programma’s Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Hygiëne Cyclus 90° (programma 6). Een ontsmettend programma op hoge temperaturen dat het gebruik van bleekmiddel voorziet, op temperaturen van meer dan 60°C. Giet om te bleken het bleekmiddel, het wasmiddel en de wasversterkers in de betreffende bakjes (zie paragraaf “Wasmiddelbakje”). Goodnight Cyclus (programma 7). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUZE toets drukken. Indien u dit niet doet, zal de wasautomaat zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren. Eco programma’s Eco programma’s garanderen goede wasprestaties op lage temperaturen. Deze programma’s gebruiken minder elektrische energie waardoor u zowel geld bespaart als het milieu. De programma’s Eco (Katoen , Synthetisch en Snelle was 30’ ) zijn ontwikkeld voor verschillende materialen en voor niet zo vuile was. Om een optimaal resultaat te garanderen bevelen we het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan. We raden u bovendien aan manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen. 42 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur NL Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. Instellen van de centrifuge Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn: Programma’s Maximum snelheid Katoen 1000 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 600 toeren per minuut Zijde alleen waterafvoer U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool . De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma. Functies De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Uitgestelde Start Stelt de start van de wasautomaat tot aan 12 uur uit. Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Bij de vijfde druk op de toets wordt de functie uitgeschakeld. N.B.: Als de START/PAUZE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden. ! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk. Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUZE gaan (oranje) knipperen en de fase zal vast aan blijven staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUZE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma Zijde (10) beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. De controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUZE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUZE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, B. C. Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 13, B. C. Super Wash Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garandeert deze functie een zeer effectief wasresultaat. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, A, B. C. 43 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Bijzondere kledingstukken Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. Overhemden/blouses: gebruik het programma 8 om overhemden/blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Gebruik het programma 9. Wol: is het enige bedrijf dat een wasautomaat heeft ontwikkeld die de prestigieuze Woolmark Platinum Care (M.0508) onderscheiding heeft gekregen van The Woolmark Company. Dit garandeert dat u alle wollen kledingstukken in de automaat kunt wassen, ook wasgoed met het etiket “alleen handwas” . Met het programma 10 kunt u dus rustig al uw wollen wasgoed in de automaat wassen (max. 1,5 kg) met de garantie van een optimaal resultaat. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de 4 wasversterker er als volgt in: MAX 1 3 2 bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of het bakje 4 is verwijderd. bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 4: Bleekmiddel Bleekcyclus U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 2, 3, 6. Giet het bleekmiddel in het extra bakje 4, het wasmiddel en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel vervolgens een van bovenstaande programma’s in. Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed. Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 7 kg Synthetische stoffen: max 3 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 1,5 kg Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. 44 Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld.Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Handmatige opening van de deur Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen: • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. 20 1. haal de stekker uit het stopcontact. 2. controleer dat het waterniveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten lopen door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding. 3. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding). • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. 4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur. 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. 45 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. 1 2 ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. 46 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De AAN/UIT toets is niet ingedrukt. De START/PAUZE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). De wasautomaat heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUZE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aanen afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart. • De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Persoonlijke Instellingen). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). Het controlelampje START/PAUZE (oranje) en de controlelampjes van de functies knipperen snel. • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 47 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Indesit ECO7L 109 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding