Indien u de kap met luchtafvoer gebruikt, dient u een ontluchtingsopening aan te brengen.
Controleer punt 3.2 en 3.3.
Als aan de daar aangegeven voorwaarden is voldaan maakt u een ontluchtingsopening met
dezelfde diameter als van de afvoerpijp van de kap.
4.4.2 BEVESTIGING VAN DE METALEN HOUDER
Bij de eiland-afzuigkappen moeten de bevestiginspunten van de ophanging worden gemarkeerd
(zie afb. 7). Houdt u er rekening mee het deel van de metalen houder met de ovale gaten aan het
plafond dient te worden bevestigd en niet met de ronde gaten.
Handel als volgt:
• markeer – aan de hand van het technische plan – (of bij luchtafvoer-functie uitgaand van de
ontluchtingsopening) de plaats op het plafond voor de boorgaten t.b.v. de bevestiging van de
metalen houder. Markeer de exacte plaats met een kruisje zodat het geen problemen
veroorzaakt als bijv. de boormachine uitglijdt;
• met de boormachine en de exacte boor dient u de gaten voor de houder in het plafond te
boren;
• plaats de pluggen zonder schroeven in de gaten;
• druk het bovenste deel van de houder (die met de ovale gaten) precies over de gaten in het
plafond;
• steek de schroeven met de ringetjes eerst in de ovale gaten van de houder en daarna in de
pluggen in het plafond en de schroeven vastdraaien;
• monteer het onderste deel op de kap, steek de schroeven op hun plaats en bevestig deze
met de inbussleutel of met een kruiskopschroevendraaier;
4.4.3 AANBRENGEN VAN DE LUCHTAFVOERPIJP
Als u de afzuigkap met luchtafvoer gebruikt, dient u de afvoerpijp als volgt aan te brengen:
• meet de lengte van de pijp en zorg voor de juiste pijpstukken;
• verbind de pijpstukken met de ontluchtingsopening;
• verbind de pijp met de eindstuk dat uit het plafond steekt en bevestig het goed (ring,
schroeven) zodat het blijft hangen.
ATTENTIE: Het materiaal van de pijp moet corrosie-, hitte- en vuurbestendig
zijn. De fabrikant adviseert u dringend géén aansluitstuk of pijpen met een andere
diameter te gebruiken dan die van het aansluitpunt.
Het eindstuk van de pijp, d.w.z. het deel van de pijp dat zich aan de buitenmuur
bevindt moet een zodanige vorm hebben dat geen regen, wind of een vreemd
voorwerp naar binnen kan komen. Bovendien is het niet aan te raden flexibele pijpen
te gebruiken, omdat hierdoor de prestatie van het apparaat wordt verminderd. Bij
twijfel raadpleeg dan s.v.p. specialisten voor gas- en ventilatieinstallaties.
4.4.4 VOORBEREIDING VAN DE DECORATIESCHACHT
De decorschacht dient altijd gemonteerd te worden.
De decorschacht bestaat uit 2 delen, een deel is nauwer en een deel is breder en deze twee
delen passen in elkaar en om de bodem van het metalen stuk, rustend op het huis van de kap in
de passende inkeping. Het metalen stuk steekt altijd boven de twee delen van de decorschacht
uit. (zie afb.7).
4.4.5 BEVESTIGING VAN HET HUIS VAN DE AFZUIGKAP
De laatste montagefase is de bevestiging van het huis van de kap.
Let op het volgende:
• vraag 1 of 2 personen te hulp voor het vasthouden van het huis van de kap;
• positioneer de gaten van de kap op de gaten van de metalen houder;
• bij luchtafvoer dient u te controleren of de afvoeropening van de kap precies in de afvoerpijp
past;
• centreer het onderste deel van de metalen houder met het bovenste deel;
• laat de 2 delen van de houder in elkaar passen;
• aan hand van de op de tekening aangegeven maten van de kap en de minimale afstand van
het kookpunt (par. 3.1) kunt u de juiste hoogte vaststellen en kunnen de schroeven t.b.v. de
verticale regeling in de passende gaten;
• til het telescoopgedeelte van de schacht (het nauwe gedeelte) op totdat hij bij houder in het
plafond reikt en bevestig deze met de 2 zijschroeven;
• bevestig het onderste gedeelte van de schacht met de twee zijschroeven aan het huis van
de kap.
5 ELEKTRO-INSTALLATIE
5.1 ALGEMENE WENKEN
Zoals reeds genoemd, mag de elektro-installatie alleen door gekwalificeerde vaklieden worden
uitgevoerd en met materialen die aan de normen voldoen.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor installatie af, indien deze niet van competente
personen zijn uitgevoerd of voor die waarbij de wettelijke normen niet in acht zijn genomen (zowel
de uitvoering als ook wat de materialen betreft).
5.2 ELEKTRISCHE GEGEVENS
De technische gegeven zijn zichtbaar aan de binnenzijde van de schouwkap na het verwijderen
van de vetfilters (zie punt. 2).
5.3 VOORDAT DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE GESCHIEDT
Voordat de elektrische aansluitingen geïnstalleerd worden dient men:
• controleren, of de in de technische gegevens aangegeven elektrische gegevens met de
spanningswaarden en stroomfrequentiewaarden van de installatieplaats overeenkomen;
• controleren dat de plaats van installatie over een aarding beschikt;
• een stopcontact (of een aansluitpunt) met een genormeerde tweepolige schakelaar met een
contactopening van ten minste 3 mm installeren;
• wanneer men de wasemschouw met een stekker installeren wil en aan de voedingskabel
ontbreekt deze, moet men een genormeerde stekker aanschaffen;
• voordat u start met de aansluiting de stroom d.m.v. de tweepolige schakelaar uitschakelen en
eerst nadat e.e.a. gereed is weer inschakelen.