Electrolux EHT670X/2 Handleiding

Type
Handleiding
12
NEDERLANDS
Algemene waarschuwingen en adviezen
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou
het apparaat door u aan iemand anders gegeven of worden verkocht, of zou het apparaat in het
huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het
instruktieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Deze instructies gelden enkel voor de landen waarvan het indentificatiesymbool is aangebracht
op het titelblad van het instructieboekje en het apparaat zelf.
Het apparaat is geproduceerd in
overeenstemming met de volgende
EEG-richlijnen:
73/23 - 90/683 - 89/336 -
90/396 -
93/68
en de daarbij behorende besluiten.
Het installeren en aansluiten van het apparaat dient
door een erkend vakman, bekend met de daarvoor
geldende voorschriften, aangesloten te worden.
Trek altijd de steker van de vonkontsteking altijd uit
het stopcontact bij het schoonmaken en onderhoud
van de kookplaat.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie. Gebrek aan
ventilatie kan gebrek aan zuurstof veroorzaken.
Sluit het apparaat aan op het juiste type gas, zoals
vermeldt op de sticker naast de gasaansluiting van
de kookplaat.
Tijdens het gebruik produceert de kookplat
warmte en vocht. Zeker tijdens een langdurig
gebruik. Zet dan een raam open of zorg voor een
goede ventilatie door een afzuigkap te plaatsen
of door een raam open te zetten.
Controleer het apparaat na het uitpakken op
beschadigingen. Controleer het elektrische snoer
op beschadigingen. Mocht dat het geval zijn, neem
dan contact op met uw leverancier.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid ten
aanzien van schade of letsel af, indien
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet
werden getroffen of in acht genomen.
FABRIKANT:
ELECTROLUX ZANUSSI ELETTRODOMESTICI S.p.A.
Viale Bologna 298 - 47100 FORLI’ (Italia)
Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Dit toestel werd enkel ontworpen voor culinaire niet
professionele toepassingen en mag voor geen andere
doeleinden gebruikt worden.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of eigenschappen daarvan te veranderen.
Om hygienische- en veiligheidsredenen moet het
apparaat altijd schoon worden gehouden. Vet- en/of
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
Houd tijdens het in gebruik zijn van de kookplat
kinderen uit de buurt. Ook na het uitzetten blijft het
apparaat lang heet. Let op dat kinderen de warme
delen niet aanraken tijdens het afkoelen.
Tracht in geen geval een storing of een defect zelf te
repareren. Reparaties welke niet door deskundige
personen worden uitgevoerd, kunnen tot schade of
letsel leiden.
Controleer steeds dat de bedieningsknoppen in de
“UIT” stand staan, als de kookplat niet meer wordt
gebruikt.
Mocht er in de buurt van de kookplat een stopcontact
zijn, waarop af en toe een ander huishoudelijk
apparaat wordt aangesloten, zorg er dan coor, dat
het snoer niet contact komt met hete delen van de
kookplat.
Als de kookplat niet wordt gebruik, trek dan de steker
van de vonkontsteking uit het stopcontact.
13
1. Aanwijzingen voor de gebruiker
BEDIENINGSKNOPPEN
De bedieningsknoppen van de branders hebben drie
standen:
gesloten - uit
maximale gastoever
minimale gastoever
HET AANSTEKEN VAN DE BRANDERS
Ontsteek altijd de brander voordat U er een pan
opzet.
Druk de knop van de te gebruiken brander geheel in en
zet hem op de grote stand ddor naar links te draaien,
druk vervolgens de vonkontstekingknop in, de brander
zak aangaan, maar houdt vervolgens de knop nog 5
seconden geheel ingedrukt. Dat is nodig om de
vlambeveiliging (Fig. 1 - D) in te schakelen. De vlam
beveiliging voorkomt, dat het gas blijft doorstromen, als
de vlam uitwaait of uitgaat door een storing in het
gasnet. Zet vervolgens de knop in de gewenste stand.
Mocht na verschillende pogingen de brander niet aan
gaan, controleer dan of de vlamverdeler (Fig. 1 - B) en
de branderdeksel (Fig. 1 - A) goed op hun plaats liggen.
Om de brander uit te zetten draait u de knop naar rechts
op de UIT "" stand.
Zet altijd eerst de brander op de uitstand voordat
u de pan van het gas neemt.
OPTIMAAL RENDEMENT
Voor en optimaal rendement moet de diameter van de
pan aangepast zijn aan de brander, zodat de vlammen
niet langs de zijkant uitslaan. Wij adviseren ook om de
vlam lager te zetten zodra het kookpunt bereikt is.
Gebruik alleen potten en pannen met een vlakke
bodem.
Fig. 1
Inhoud
1. Aanwijzingen voor de gebruiker ... blz. 13
2. Onderhoud....................................... blz. 14
3. Technische kenmerken .................. blz.. 14
4. Aanwijzingen voor de installateur. blz. 15
5. Elektrische aansluiting................... blz. 16
6. Aanpassing aan verschillend
gastype ............................................ blz. 17
7. Inbouw ............................................. blz. 18
Garantiebepalingen ........................ blz. 21
Tabel van de minimale en maximale diameters
van de pannen
Wees voorzichting met het bakken wanneer u
olie of andere vetstoffen gebruikt (zoals bij het
frituren). Olie en vet ontbranden gemakkelijk bij
oververhitting.
Brander minimale maximale
diameter diameter
Grote 160 mm. 240 mm.
Middelgrote 120 mm. 220 mm.
Kleine 80 mm. 160 mm.
AFDEKPLAAT KOOKPLATEAU
De kookplateaus kunnen worden uitgerust met een
afdekplaat om op esthetisch vlak te worden afgestemd
op de rest van het keukenmeubiliar. Deze afdekplaten
eijn verkrijgbaar in optie.
Wij herinneren eraan dat het kookplateau nooit
mag worden gesloten wanneer de branders nog
heet zijn.
FO 0204
14
3. Technische kenmerken
2. Onderhoud
Voordat u de kookplaat gaat reinigen moet eerst
de stroomtoever van de vonkontsteking worden
afgesloten.
Voor het reinigen van de emaille delen mag nooit een
agressief middel gebruikt worden. Maak een sopje van
warm water met een afwasmiddel.
Maak zeer regelmatig de branders schoon, verwijder
voedselresten, maak de brander- ring en deksel goed
droog met een zacht doekje voor ze weer terug te
plaatsen.
De pannendragers zijn geod bestand tegen een
afewasmiddel.
Gebruik voor het verwijderen van lastige vlekken nooit
een pannenspons van staalwol.
De vonkontsteking, bestaand uit een electrode gevat
in een ceramisch omhulsel, moet vrij worden gehouden
van voetselresten en vocht, omdat enders de
ontsteking niet functioneert (Fig. 1 - C).
Controleer of de branderring poorten schoon zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD
Laat af en toe door een erkend vakman of ELGROEP
SERVICE controleren of de gasslang en/of
gasaansluiting nog in een goede staat verkeert. Ook
is het noodzakelijk om een goede en veilige werking
te waarborgen, dat de gasregelkranen regelmatig
worden gesmeerd..
Dit mag alleen gebeuren door een erkend vakman
of door ELGROEP SERVICE.
Fig. 2
FO 2110
Vermogen gasbranders
Sterkbrander (Grote) 3 kW (G20-G25) - 2,8 kW (G30-31)
Normaalbrander (Middelgrote) 2 kW
Kleinbrander (Kleine) 1 kW
Categorie II 2E+3+
Voeding gas Aardgas 20 mbar - G25 25 mbar
Koppeling gas G 1/2"
Voeding elektriciteit 230 V 50 Hz
APPARAAT VAN KLASSE 3
Afmetingen van de indouwopening - Uitsnijmaat
Breedte 550 mm.
Diepte 470 mm.
15
4. Aanwijzingen voor de installateur
De zijwanden van de meubels mogen niet hoger
komen dat het werkvlak van het toestel.
Plaats het toestel niet in de buurt van ontvlambare
materialen (zoals gordijnen, handdoeken enz.).
De hierna volgende instructies zijn bestemd voor
de erkende installateurs, om ervoor te zorgen
dat installatie en onderhoud optimaal verlopen,
volgens de geldende normen. De installatie moet
conform de norm NBN D 51.003 “Installaties
gevoed met stoolgas lichter dan lucht” worden
uitgevoerd.
Ontkoppel het kookplateau van de
stroomtoevoer. Ingeval het plateau op de
stroomtoevoer aangesloten moet blijven, moeten
alle nodige voorzorgsmaatregelen worden
getroffen.
AANSLUITING GAS
Monteer een afsluitkraan die erkend is door de AGB.
Starre aansluitingen verdienen de voorkeur. Bij
gebruik van een gasslang moet een door de AGB
erkende slang met metalen omhulsel worden
gebruikt.
Bij het gebruiken van flexiebele vaste verbindingen
moet men er op letten dat de pijpen niet kunnen worden
geplet of dichtgekneppen en niet in aanraking komen
met bewegende delen. Let hier ook op wanneer de
kookplaat wordt gecombineerd met een oven.
Deze kookplateaus kunnen zowel worden gevoed met
gas van Slochteren (G25) met een nominale druk van
25 mbar als met aardgas (G20) met een nominale druk
van 20 mbar. Om te werken met deze twee soorten gas
is geen extra afstelling nodig.
Alvorens de installatie uit te voeren moet u nagaan of de
gastoevoer volstaat voor de correcte voeding van het
plateau. Bij maximum verbruik mag de drukdaling
maximum 5% bedragen. Deze drukdaling is afhankelijk
van volgende factoren:
- maximum debiet van de gasmeter;
- diameter en lengte van de leidingen voor en achter
de meter;
- doorgangsopeningen van de verschillende kranen
in het circuit;
- diameter van de eventuele tussenstukken.
BELANGRIJK - Voor een correcte werking, een zuinig
verbruik en een grotere levensduur van het kookplateau
moet u ervoor zorgen dat de toevoerdruk overeenstemt
met de waarden in de tabel.
Aan het einde van de verstelbare pijp, waarop een GJ 1/
2" draadmoer gemonteerd is, wordt de elleboog zo
gemonteerd dat de afdichtingsring zich tussen de
onderdelen bevindt zoals aangegeven in figuur 3.
Schroef de onderdelen op elkaar zonder aan te spannen,
draai de elleboog in de gewenste richting en span dan
aan.
Dankzij de draaibare elleboog kan de toevoerleiding in
de speciale uitsparing in de zijkant van de beschermkast
van het kookplateau worden geplaast (Fig. 4). Hierdoor
past het hele kookplateau, samen met de
gastoevoerleiding, in een diepte van 30 mm.
BELANGRIJK - Om de installatie te voltooien, kijk altijd
de perfecte dirchtheid van de verbindingsstukken na
door een zeepachtige oplossing te gebruiken, nooit
een vlaam
A) Uiteinde van de pijp
met moer
B) Afdichtingsring
C) Draaibare elleboog
Fig. 3
FO 0264
Fig. 4
A) Pijpuiteinde met moer
B) Draaibare elleboog
C) Starre of buigzame aanvoerleiding
FO 0265
16
Het kookplateau is ontworpen om te werlen bij 220/ 230
V eenfasig.
De aansluiting moet worden uitgevoerd conform de
voorwaarden en normen, voorgeschreven door de
geldende wetgeving.
Alvorens aan te sluiten moet u nagaan of:
1) de elektrische voeding afgestemd is op het verbruik
van het kookplateau (zie het identificatieplaatje);
2) de bestaande elektrische toevoer voorzien is van
een aarding conform de geldende voorschriften;
3) de meerpolige stekker of de gebruikte schakelaar
gemakkelijk bereikbaar zijn nadat het kookplateau
gelnstalleerd is.
Bevestig een stekker aan de kabel, aangepast aan de
belasting, en sluit aan op een beveiligd contact.
Om de stekker met de kabel te verbinden, dienen de
aanbevelingen in Fig. 5 te worden gevolgd.
Als een directe aansluiting op het stroomnet vereist is,
moet een meerpolige stekker worden gebruikt met een
minimum afstand tussen de contacten van 3 mm,
aangepast aan de belasting en geldende voorschriften.
De bruine fasedraad (die aangesloten is op de “L” clip
van het plateau) moet altijd worden aangesloten op het
fasecontact van het stroomnet.
De stroomkabel moet zo geplaatst worden dat hij op
geen enkel punt 50°C warmer kan worden dan de
omgevingstemperatuur.
VERVANGEN VAN DE STROOMKABEL
Wanneer de stroomkabel moet worden vervangen,
mag alleen type H05RR-F worden gebruikt, en beide
types moeten aangepast zijn aan de belasting en de
temperatuur waarbij ze moeten functioneren.
Bovendien moet de groen/gele aardingsdraad zo’n 2
cm langer zijn dan de fasedraad en de neutrale draad
(fig 5).
5. Elektrische aansluiting
Fig. 5
FO 0073
Neutraal
Aarde (geel-groen)
17
VERVANGING VAN DE GASSPROEIERS
Verwijder de roosters.
Neem het bovenste gedeelte en de gasontstekers.
Met een steeksleutel van 7 schroeft U de gassproeiers
los en neemt U ze weg (Fig. 6), om ze te vervangen
door diegene die overeenstemmen met het type gas
(zie tabel 2).
Hermonteer de delen door dezelfde handelingen te
volgen, in tegengestelde zin.
Vervang het indentificatieplaatje (geplaatst vlakbij
de gastoevoerpijp) door het plaatje dat oveneenstemt
met het nieuwe gastype. Dit identificatieplaatje vindt
u in de verpakking van het inspuitstuk meegeleverd
met het toestel.
Indien de gasdruk verschillend is (of variabel) van
dewelke voorzien, is het noodzakelijk een gepaste
drukregelaar te plaatsen op de inlaattube, conform aan
de normen.
6. Aanpassing aan verschillend gastype
Fig. 6
FO 0392
REGELING MINIMUM GASPITTEN
Ontsteek de brander.
Breng de toets op de positie van de kleinste vlam.
Verwijder de toets.
Regel de bypass vijs (Fig. 7 - "a") met een dunne
schroevendraaier. Bij het omschakelen van aardgas
naar butaangas dient de schroef volledig in wijzerszin
worden vastgedraaid tot er een kleine regelmatige
vlam wordt bekomen.
Controleer tenslotte of er geen uitdovingen van de
gaspit zijn door snel de toets van de maximale stand
op de minimum stand te draaien.
Fig. 7
Brander Ø By-pass Tap
1/100 mm. colour
Kleinbrander 28 Groen/Bruin
Normaalbrander 32 Groen/Groen
Sterkbrander 40 Groen/Paars
Tabel 1 : diameters van by-pass
Tabel 2 : inspuitstukken - (*) ook geschikt voor G25
BRANDER MAXIMALE MINIMALE MAXIMALE CALORISCH
CALORISCH CALORISCH
DEBIET
DEBIET DEBIET AARDGAS GAS LPG
G20 - 20 mbar 28-30/37 mbar
kW kW mark 1/100 m
3
/h
mark 1/100
g/h - G30 g/h - G31
Kleinbrander 1 0,33 70(*) 0,095 50 72 71
Normaalbrander 2 0,45 96(*) 0,190 71 145 143
Aardgas :
Sterkbrander 3 0,65 119(*) 0,286 86 203 200
LPG : 2,8
FO 1045
a
18
INBOUW EN MONTAGE
De kookplateaus kunnen worden gemonteerd op alle
basismeublen met volgende openingen (Fig. 9).
Het kookplateau wordt als volgt bevestigd aan het
basismeublen:
plaats vervolgens de meegeleverde afdichting
rondom de uitsnijmaat.
zet het plateau precies op de juiste plaats;
bevestig met de speciale meegeleverde klemmen
(Fig. 10). De druk door het vastschroeven volstaat
om een groef aan te brengen in de afdichtig, waarvan
het teveel dan gemakkelijk kan worden verwijderd.
De rand van het plateau vormt een dubbele afdichting
die een betrouwbare garantie vormt tegen infiltratie van
vloeistoffen.
Fig. 10
FO 0199
a
a) Afdichting
7. Inbouw
A = Kleinbrander SR = Normaalbrander
R = SterkBrander
Deze kookplateaus zijn bestemd om te worden
ingebouwd in keukenmeublen met een diepte tussen
550 en 600 mm en angepaste kenmerken.
De afmetingen van de kookplaat worden weergegeven
in Fig. 8.
550
470
55 min.
30
Rückwand
Fig. 8
Fig. 9
FO 0926
Achterwand
FO 0815
SR
A
SR
R
500
580
19
Fig. 11
FO 0249
Fig. 12
FO 0250
Fig. 13
FO 0251
MONTAGE VAN HET DEKSEL
Handeling uit te voeren:
a. Neem de vijzen of stopsels weg die de gaten
achteraan het wekblad verstoppen.
b. Monteer de bevestigingen en de steunen van het
deksel deze te fixeren met schroeven in de kit (Fig.
11 en 12).
c. Brengt het linkerscharnier (aangeduid met "S") in
zijn bevestiging op het deksel (Fig. 13).
d. Doe hetzelfde voor het rechterscharnier (aangeduid
met "D").
e. Brengt het deksel nu aan op de steunen (Fig. 12).
REGELING VAN DE WEERSTAND VAN HET
DEKSEL
De weerstand van het deksel kan worden geregeld door
met een schroevendraaier de centrale regelvijs in de
scharnieren te verdraaien (Fig. 13).
20
INBOUWMOGELIJKHEDEN
Als het keukenmeubel een deur
heeft.
Zorg er altijd voor, dat de
onderzijde van de kookplaat
minimaal 20 mm. verwijderd is van
onderliggende kastdelen of
voorwerpen.
De kookplaat moet in een open
ruimte liggen om er voor eventuele
reparaties. Verwijder daarom de
bovenkant van de kast of zorg
ervoor dat een ovenkast geleverd
wordt (Fig. 14).
Boven een oven
Voor de inbouwopeningen, zie
Fig. 15 en 18.
Er zijn twee ventilatie-openingen
vereist. Figuren 16 en 17
illustreren twee mogelijke
oplossingen.
De elektrische aansluiting voor de
oven en het kookplateau moeten
toegankelijk blijven en afzonderlijk
gelegd worden.
Zorg ervoor dat de onderzijde van
een bovenkast altijd minimal 650
mm. verwijderd is van de
kookplaat (Fig. 19).
a) Verwijderbaar paneel
b) Eventuele ruimte voor de
aansluitingen
550 min.
560 min.
Fig. 18
FO 0198
Fig. 14
Fig. 15
Fig. 16
Fig. 17
Fig. 19
FO 1013 FO 0947
FO 0938
FO 0939
470
30
591
380
140
360 cm
2
50 cm
2
120 cm
2
180 cm
2
30
20 min
60
a
b
FO 2099
650 mm
21
België
Huishoudtoestellen
Bergensesteenweg 719
B - 1520 Halle (Lembeek)
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van
de betreffende aankoopnota, of kwitantie te worden
getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend vanaf de
koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing
voordoet, welke het gevolg is van een materiaal- en/of
konstruktiefouten, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt
een algemene garantieperiode van twee jaar. Accessoires zijn
aan direkte slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn
derhalve van garantie uitgesloten.
2 De fabrikant verleent een jaar garantie op door haar
servicedienst uitgevoerde herstelwerkzaamheden en het daarbij
nieuw aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de
hersteldatum. Indien zich binnen deze periode een storing
voordoet, welke het direkte gevolg is van de uitgevoerde
herstelwerkzaamheden of het daarbij nieuw aangebrachte
materiaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel. Door
de uitvoering van herstelwerkzaamheden wordt de algemene
garantieperiode, welke het gehele apparaat omvat, niet
verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor
grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per definitie:
wasautomaten, trommeldroogautomaten, afwasautomaten,
koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en
inbouwapparaten.
3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook voor
caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het apparaat
bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het
autoverkeer opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dienen
ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens
gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats
aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat
zoals bedoeld onder punt 3 naar haar servicewerkplaats
getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de
door de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en risiko
van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde apparaten,
alsmede apparaten welke wel de betreffende funktionele
kenmerken bezitten maar daarnaast juist bedoeld zijn voor
gemakkelijk transport, dienen franko aan het adres van de
servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de
algemene garantieperiode vindt terugzending voor rekening van
de fabrikant plaats.
6 Indien een onder de algemene garantieperiode vallend
defekt aan een apparaat niet meer hersteld kan worden, vindt
kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorkompressoren (exklusief startrelais en
motorbeveiliging) geldt een aflopende garantieperiode, in gelijke
percentages van 20 procent per jaar, van vijf jaar na koopdatum
van het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met
inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de algemene
garantieperiode. Na de algemene garantieperiode worden
bezoek-, arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in rekening
gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffende
hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- geen aankoopnota of, kwitantie, waaruit tenminste de
aankoopdatum en de identifikatie van het apparaat blijkt,
getoond kan worden of meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan
huishoudelijke doeleinden waarvoor het apparaat bestemd
is gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het
installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geinstalleerd,
bediend, gebruikt of behandeld wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet
bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd,
opgehangen of geplaatst is dat de benodigde tijd voor het uit-
en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de eigenaar in
rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de
eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een
apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald
worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk
van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde van de
aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen
niet onder garantie.
Belangrijk advies
De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid
daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen
echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een
blijvende veiligheid en ook om mogelijke schade te voorkomen,
is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door
personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of kontrolewerkzaamheden door uw
vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren
en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten
plaatsen.
Thuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax.: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax.: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
Nederland
Vennootsweg 1
Postbus 120
NL - 2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen:
Tel.: 0172-468300
Fax.: 0172-468366
Onderdelenverkoop:
Tel.: 0172-468400
Fax.: 0172-468376
Telex: 39906 elgr
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Electrolux EHT670X/2 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde artikelen