NL
39
• Plaats nooit ijsblokjes die net uit de diepvrieskast komen in uw
mond.
• Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met fysieke, sensorische of mentale
beperkingen, of die geen ervaring of kennis hebben, tenzij ze
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
begeleid worden bij of geïnstrueerd zijn over het gebruik van
het apparaat. Kinderen moeten gecontroleerd worden om te
zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
• Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de
plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt
kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat
oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd
via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de
gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op
de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging
van hun oude apparaat.
Het milieu sparen en respecteren
• Plaats het apparaat in een koele, goed geventileerde ruimte,
behoedt het voor directe zonnestralen, plaats het niet dichtbij
een warmtebron.
• Laat de deur, wanneer u etenswaren in de koel- of diepvrieskast
zet of eruit haalt, zo kort mogelijk openstaan.
Elke keer dat de deur opengaat ontstaat een aanzienlijk
energieverlies.
• Vul het apparaat niet met teveel etenswaren: voor een optimale
conservering moet de koude luchtstroom vrijuit kunnen
circuleren. Als u de circulatie belemmert, zal de compressor
constant blijven werken.
• Zet geen warme levensmiddelen in het apparaat: deze zouden
de binnentemperatuur verhogen waardoor de compressor
harder werkt en er een groter elektrisch verbruik ontstaat.
• Ontdooi het apparaat als er ijsvorming plaatsvindt (zie
Onderhoud); een dikke laag ijs vertraagt de koudeoverdracht
naar de levensmiddelen en verhoogt het energieverbruik.
Storingen en oplossingen
Het zou kunnen gebeuren dat het apparaat niet functioneert.
Voordat u de Servicedienst belt (zie Service), moet u controleren
dat het geen probleem is dat u kunt oplossen met behulp van
volgende lijst.
Het groene controlelampje ELEKTRISCHE VOEDING gaat
niet aan.
• De stekker zit niet in het stopcontact, of niet voldoende om
contact te maken. Wellicht zit het hele huis zonder stroom.
De motor start niet.
• Het apparaat is voorzien van een motorbeschermende controle
(zie Starten en gebruik).
De controlelampjes geven een zwak licht.
• Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem er weer in nadat
u hem 180° heeft gedraaid.
a) Het alarm gaat af
a) De koelkastdeur is langer dan twee minuten open geweest.
Het geluidssignaal houdt op als u de deur dichtdoet. Misschien
heeft u niet de juiste afsluitprocedure gevolgd (zie Onderhoud).
b) Het alarm gaat af en de twee gele controlelampjes
knipperen.
b) Het apparaat geeft een overmatige verhitting van de
diepvrieskast aan.
We raden u aan de staat van de etenswaren te controleren: het
zou kunnen dat u ze moet weggooien.
+ geluidssignaal = Overmatige verwarming
c) Het alarm gaat af en het groene en de twee gele
controlelampjes knipperen.
c) Het apparaat geeft een gevaarlijke verhitting van de
diepvrieskast aan: u moet de etenswaren weggooien.
+ geluidssignaal = Gevaarlijke verwarming
b/c) In beide gevallen zal de diepvrieskast een temperatuur van
ongeveer 0°C aanhouden om de levensmiddelen niet weer in te
laten vriezen. Om het geluidssignaal uit te zetten: open en sluit de
koelkastdeur. Om de normale werking te herstellen: zet de knop
WERKING DIEPVRIESKAST op stand
(uit) en zet het
apparaat weer aan.
Het groene controlelampje VOEDING knippert.
• Het apparaat functioneert niet goed. Roep er de Installateur bij.
De koelkast en de diepvrieskast zijn niet koud genoeg.
• De deuren sluiten niet goed of de afdichtingen zijn versleten.
• De deuren worden vaak geopend.
• De knoppen WERKING staan niet op de goede stand (zie
Beschrijving).
• De koelkast of de diepvrieskast zijn overmatig gevuld.
In de koelkast bevriezen de etenswaren.
• De knop WERKING KOELKAST staat niet op de goede stand
(zie Beschrijving).
• De levensmiddelen staan in contact met de achterwand.
De motor blijft doorlopend draaien
• U heeft per ongeluk op de toets SUPER FREEZE gedrukt (snel
invriezen): het gele controlelampje SUPER FREEZE staat aan of
knippert (zie Beschrijving).
• De deur is niet goed dicht of wordt constant geopend.
• De buitentemperatuur is erg hoog.
Het apparaat maakt veel lawaai.
• Het apparaat staat niet waterpas (zie Installatie).
• Het apparaat staat tussen meubels of objecten die trillen of
geluid maken.
• Het verkoelingsgas maakt een licht geluid ook wanneer de
compressor stil staat: dit is normaal, het is geen storing.
Enkele delen aan de buitenkant van de koelkast zijn zeer
warm.
• De hoge temperaturen zijn noodzakelijk om het vormen van
condens te voorkomen in bepaalde gedeeltes van het product.