Documenttranscriptie
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten
de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al
uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
Inhoud
3
INHOUD
4
7
10
10
13
15
16
19
19
26
28
Veiligheidsinformatie
Bedieningspaneel
Het eerste gebruik
Dagelijks gebruik
Nuttige aanwijzingen en tips
Onderhoud en reiniging
Problemen oplossen
Technische gegevens
Montage
Geluiden
Het milieu
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
4
Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van
belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het
apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt
verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat.
Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen
uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door
het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen)
met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van
het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel
door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat
vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor
dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt
dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij
ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is
een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Veiligheidsinformatie
5
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het
apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is:
– open vuur en ontstekingsbronnen vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een
elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen om gevaar te voorkomen
uitsluitend worden vervangen door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1.
2.
•
•
•
•
Het netsnoer mag niet verlengd worden.
Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit
raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elektrische schok of brand.
6. U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje1) voor de
binnenverlichting.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn,
dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Gloeilampjes2) gebruikt voor dit apparaat is een speciaal lampje voor huishoudelijke apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
Dagelijks gebruik
•
•
•
•
•
•
Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. 3)
Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat
met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken
druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien.
2) Als er is voorzien in een lamp.
3) Als het apparaat vorstvrij is.
6
Veiligheidsinformatie
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een
kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen
nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan
als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u
het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie
terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de
installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en
brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding. 4)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er
dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
4) Indien er een wateraansluiting voorzien is.
Bedieningspaneel
7
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit
en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het
normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool zijn recyclebaar.
BEDIENINGSPANEEL
1 2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
3
4
5
6 7
8 9
10
11
Indicatielampje koelkast
Koelkast ON/OFF-schakelaar
Temperatuurregeling koelkast, +-toets
Temperatuurlampje koelkast
Temperatuurregeling koelkast, --toets
DYNAMICAIR-indicatielampje
DYNAMICAIR -toets
Controlelampje apparaat
Apparaat ON/OFF schakelaar
Temperatuurregeling vriezer, +-toets
Temperatuurlampje vriezer
Temperatuurregeling vriezer, --toets
FROSTMATIC -indicatielampje
FROSTMATIC -toets
Alarmlampje
Resettoets alarm
Inschakelen
1.
2.
3.
4.
5.
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de ON/OFF schakelaar.
Het controlelampje gaat branden.
Het alarmlampje knippert tot de temperatuur bereikt is.
De zoemer klinkt.
Druk op de alarmresettoets om het alarm uit te schakelen.
12 13 14 15 16
8
Bedieningspaneel
De koelkast uitschakelen
1.
2.
Houd de ON/OFF schakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt.
Een aftelling op het temperatuurdisplay, van -3 -2 -1 wordt weergegeven. Als “1” verschijnt, wordt de koelkast uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit.
Het apparaat uitschakelen
1.
2.
Houd de ON/OFF schakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt.
Een aftelling op het temperatuurdisplay, van -3 -2 -1 wordt weergegeven. Als “1” verschijnt, wordt het apparaat uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit.
Alarm hoge temperatuur
In het geval van een abnormale stijging van de temperatuur in de vriezer (bijv. stroomuitval) gaat het alarmlampje knipperen en klinkt er een zoemer.
Druk op de alarmresettoets om de zoemer uit te schakelen, het alarmlampje blijft knipperen.
De zoemer stopt automatisch als de temperatuur weer normaal is, het alarmlampje blijft
knipperen.
Druk op de alarmresettoets. Het alarmlampje gaat uit en tegelijkertijd wordt op het temperatuurdisplay van de vriezer gedurende ongeveer 5 seconden de hoogste temperatuur
weergegeven die in het vriesvak bereikt is.
Temperatuurinstellingstoetsen
De temperatuur wordt ingesteld met behulp van de temperatuurinstellingstoetsen. Deze
toetsen zijn verbonden met het temperatuurlampje.
• Elke keer dat op een van de twee toetsen wordt gedrukt, wordt de temperatuur met1°C
veranderd. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt.
Temperatuurweergave
De weergave van de temperatuur geeft de volgende informatie:
• Tijdens normale werking worden de op dit moment ingestelde temperaturen voor de
koelkast en de vriezer weergegeven.
• Als de temperatuur wordt aangepast, gaat de huidige voor de koelkast/vriezer ingestelde
temperatuur op het display knipperen.
Temperatuurregeling
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
1. Stel de gewenste temperatuur in door op de bijbehorende thermostaatknop te drukken. Het temperatuurdisplay geeft onmiddellijk de gewijzigde instelling weer en het
temperatuurlampje knippert.
2. Telkens wanneer u op de temperatuurregelaar drukt, wordt de temperatuur aangepast
met 1 °C. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt.
3. Het display verandert van knipperende naar continue verlichting.
Voor een juiste conservering van het voedsel moeten de volgende temperaturen worden ingesteld:
• +5 °C in de koelkast
Bedieningspaneel
9
• -18 °C in de vriezer.
Als de instelling is gewijzigd, start de compressor niet meteen als op dat moment automatisch ontdooien plaatsvindt. Aangezien de conserveringstemperatuur binnen in de koelkast
snel wordt bereikt, kunt u meteen na het inschakelen voedsel in de koelkast leggen.
DYNAMICAIR-functie in en uit
Om de functie aan te zetten:
1. Druk op de toets DYNAMICAIR .
2. Het DYNAMICAIR -lampje wordt getoond.
Om de functie uit te zetten:
1. Druk op de toets DYNAMICAIR .
2. Het DYNAMICAIR -lampje gaat uit.
Als de functie automatisch wordt geactiveerd, wordt het indicatielampje DYNAMICAIR niet
weergegeven (zie "Dagelijks gebruik").
Het activeren van de functie DYNAMICAIR verhoogt het energieverbruik.
COOLMATIC -functie in en uit
De COOLMATIC -functie is geschikt voor het snel koelen van grote hoeveelheden voedingsmiddelen in de koelkast.
Voer de volgende stappen uit om de functie te activeren:
1. Druk op de toets Koelkasttemperatuur - (indien nodig verschillende malen) totdat het
woord “SC” op de display wordt weergegeven.
Een temperatuur van +2°C wordt automatisch gekozen.
Voer de volgende stappen uit om de functie uit te schakelen:
1. Druk op de + temperatuurknop van de koelkast.
De COOLMATIC functie stopt automatisch na ongeveer 6 uur.
Als de COOLMATIC-functie is ingeschakeld kan de temperatuurinstelling niet veranderd
worden.
Vakantiefunctie
Met deze functie kunt u de koelkast gesloten en leeg houden tijdens een lange vakantieperiode (bijv. de zomervakantie) zonder dat er vieze luchtjes ontstaan.
Het koelvak moet leeg zijn als de vakantiefunctie is ingeschakeld.
Om de functie in te schakelen:
1. houd de temperatuurregelaar ( + toets) ingedrukt tot de letter "H" (Holiday/Vakantie)
op het temperatuurdisplay verschijnt. De Holiday functie stelt de temperatuur in op
ongeveer +15°C. De koelkast staat in de energiebesparende stand.
Om de functie uit te schakelen:
1. stel de gewenste temperatuur in door op de temperatuurregelaar te drukken.
10
Het eerste gebruik
FROSTMATICfunctie
De FROSTMATIC functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat
reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming.
Voer de volgende stappen uit om de functie in te schakelen:
1. Druk op de FROSTMATIC toets.
2. Het FROSTMATIC display wordt ingeschakeld.
De FROSTMATIC functie wordt na 52 uur automatisch uitgeschakeld.
U kunt de functie te allen tijde uitschakelen:
1. Druk op de FROSTMATIC toets.
2. Het FROSTMATIC display wordt uitgeschakeld.
HET EERSTE GEBRUIK
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een
nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Om levensmiddelen in te vriezen, activeert u de FROSTMATIC functie minimaal 24 uur voordat u deze in het vriesvak legt.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen in het bovenste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het
typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het
apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in
plaatst.
Als er grote hoeveelheden voedsel bewaard moeten worden, alle laden en korven uit het
apparaat verwijderen en het voedsel op de koelschappen zetten, hiermee verkrijgt u het
beste resultaat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat het voedsel de beladingslimiet, die op de zijkant van het bovenste gedeelte
is vermeld, niet overschrijdt (indien van toepassing)
Dagelijks gebruik
11
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen
dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet
het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan
weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
Kalender ingevroren voedsel
De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan
De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levensmiddelen Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing is,
hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd ingevroren.
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig
is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze
bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen.
Koude accumulators
De vriezer is voorzien van een of meer koudeaccumulators; hierdoor blijft het voedsel langer koud als de stroom uitvalt of als er een storing is.
12
Dagelijks gebruik
Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal geleiders zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Voor een beter gebruik van de ruimte kunnen de
voorste halve schappen over de achterste worden
geplaatst.
Het plaatsen van de deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken,
kunnen de schappen op verschillende hoogtes geplaatst worden.
Het schuifvak plaatsen
Het schuifvak kan op verschillende hoogtes worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
1. til het plateau met het schuifvak naar
boven gericht uit de houders in de deur
2. verwijder de opsluitbeugel uit de geleiding onder het plateau
3. Om het schuifvak op een andere hoogte
terug te plaatsen, doet u hetzelfde in
omgekeerde volgorde.
Nuttige aanwijzingen en tips
13
MAXIBOX lade
De lade is geschikt voor het bewaren van fruit en
groente.
Er zit een schotje in de lade dat in verschillende
standen gezet kan worden om aan persoonlijke
behoeftes te voldoen.
Er zit een rooster (indien aanwezig) op de bodem
van de lade om fruit en groente op afstand te
houden van eventuele vochtigheid op het oppervlak van de bodem.
Alle onderdelen in de lade kunnen verwijderd
worden om ze schoon te maken.
DYNAMICAIR
Het koelvak is voorzien van een functie die snelle
koeling van voedsel mogelijk maakt en zorgt voor
een gelijkmatigere temperatuur in het vak.
Het apparaat activeert zichzelf indien nodig, bijvoorbeeld voor een snel temperatuurherstel nadat
de deur is geopend of als de omgevingstemperatuur hoog is.
Stelt u in staat om het apparaat handmatig in te
schakelen indien nodig (zie ' DYNAMICAIR -functie').
Het DYNAMICAIR -apparaat stopt als de deur
open is en start onmiddellijk opnieuw nadat de
deur is gesloten.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor
er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
14
Nuttige aanwijzingen en tips
Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden.
Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic
zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in
de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het
typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen
voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit
in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren
en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht
zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang
houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe
lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar
uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
Onderhoud en reiniging
15
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact
trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen
uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat
ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat
schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in
dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de
buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel.
Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch
van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een
speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar
het verdampt.
16
Problemen oplossen
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken, om te voorkomen dat het
water overloopt en op het voedsel in de koelkast
gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
Het ontdooien van de vriezer
Het vriesvak van dit model is een "no-frost"-type. Dit betekent dat zich in het vriesvak geen
ijs vormt als deze in bedrijf is, noch tegen de wanden noch op de levensmiddelen.
Het voorkomen van ijsvorming wordt gerealiseerd door een continue circulatie van koude
lucht in het vak, die aangedreven wordt door een automatisch geregelde ventilator.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
• trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
• ontdooi de koelkast5), en maak het apparaat en alle accessoires schoon,
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te
voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om
te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u problemen gaat oplossen.
Alleen een gekwalificeerd elektrotechnicus of een bevoegd persoon mag problemen oplossen die niet in deze handleiding beschreven zijn.
Tijdens het normale gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
5) Indien nodig,
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
17
Oplossing
Het apparaat maakt lawaai Het apparaat staat niet stabiel
Controleer of het apparaat stabiel
staat (alle vier de voetjes moeten
op de vloer staan)
Het apparaat werkt niet.
Het lampje brandt niet.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Het apparaat krijgt geen stroom.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Het lampje staat in de stand-by
stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk.
Zie 'Het lampje vervangen'.
Het controlelampje knippert.
Het apparaat functioneert niet
goed.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
De zoemer klinkt. Het
alarmlampje knippert.
De temperatuur in de vriezer is
te hoog.
Zie 'Alarm hoge temperatuur'.
De compressor werkt continu.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak geopend.
Laat de deur niet langer openstaan dan noodzakelijk.
Het lampje werkt niet.
De temperatuur van het product Laat het product afkoelen tot kais te hoog.
mertemperatuur voordat u het
opbergt.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Verlaag de omgevingstemperatuur.
De compressor start niet
onmiddellijk na het drukken op de FROSTMATIC of COOLMATIC-schakelaar,
of na het veranderen van
de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen storing.
De compressor start na enige tijd.
Er loopt water over de
achterkant van de koelkast.
Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand.
Dit is normaal.
Er loopt water in de koelkast.
De waterafvoer is verstopt.
Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat water in de wateropvangbak kan
stromen.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
18
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
FROSTMATIC of COOLMATIC is
ingeschakeld.
De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog.
De thermostaatknop is niet goed Stel een hogere/lagere temperaingesteld.
tuur in.
De deur is niet goed gesloten.
SchakelFROSTMATIC ofCOOLMATIC handmatig uit, of wacht met
het instellen van de temperatuur
tot de functie automatisch wordt
uitgeschakeld. Zie "FROSTMATIC
of COOLMATIC-functie".
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het product Laat het product afkoelen tot kais te hoog.
mertemperatuur voordat u het
opbergt.
De temperatuur in de
koelkast is te hoog.
Er zijn veel producten tegelijk
opgeborgen.
Berg minder producten tegelijk
op.
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig
is.
De temperatuur in de vrie- Producten zijn te dicht op elkaar
zer is te hoog.
geplaatst.
Berg de producten zo op dat er
een koude luchtcirculatie is.
Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met uw
servicecentrum.
De deur sluiten
1.
2.
3.
Maak de afdichtingen van de deur schoon.
Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-afdeling.
Technische gegevens
19
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen van de uitsparing
Hoogte
1850 mm
Breedte
560 mm
Diepte
560 mm
Tijdsduur
21 h
Spanning
230-240 V
Frequentie
50 Hz
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het apparaat
en op het energielabel.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10°C tot + 32°C
N
+16°C tot + 32°C
ST
+16°C tot + 38°C
T
+16°C tot + 43°C
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien.
De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden nageleefd.
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
20
Montage
Omkeerbaarheid van de deur
De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat,
ga dan als volgt te werk, voordat u het apparaat installeert:
1. Maak de bovenste pen los en verwijder
de afstandhouder.
2. Verwijder de bovenste pen en de bovenste deur.
3.
Schroef de pennen (B) en de afstandhouders (C) los.
4.
Verwijder de onderste deur.
C
B
C
5. Maak de onderste pen los.
Op de tegenoverliggende kant:
1. Monteer de onderste pen.
2. Monteer de onderste deur.
3. Bevestig de pennen (B) en de afstandhouders (C) weer op het middelste
scharnier aan de tegenoverliggende
kant.
4. Monteer de bovenste deur.
5. Zet de afstandhouder en de bovenste
pen vast.
21
Montage
Ventilatievereisten
De luchtstroom achter het apparaat moet voldoende zijn.
50 mm
min.
200 cm2
min.
200 cm2
Het apparaat installeren
LET OP!
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer vrij kan bewegen.
Ga als volgt te werk.
1. Knip indien nodig de zelfklevende afdichtstrip op maat en bevestig het op
het apparaat zoals aangegeven op de
afbeelding.
x
x
2.
Boor gaten in het afdekplaatje van het
scharnier A, zoals weergegeven op de
afbeelding.
Breng de afdekplaatjes A en A1 aan (in
de zak met accessoires) op het middelste
scharnier.
A
A1
22
Montage
3.
Installeer het apparaat in de nis.
Duw het apparaat in de richting van de
pijl (1) totdat de de afdekplaat aan de
bovenkant van het apparaat tegen het
keukenmeubel aankomt.
Duw het apparaat in de richting van de
pijl (2) tegen de kast tegenover het
scharnier.
2
1
4.
5.
Stel het apparaat in de nis af.
Zorg ervoor dat de afstand tussen het
apparaat en de voorste rand van de kast
44 mm is.
De afdekking voor het onderste scharnier (in de zak met accessoires) zorgt ervoor dat de afstand tussen het apparaat
en het keukenmeubel correct is.
Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm
tussen het apparaat en de kast aanwezig
is.
Open de deur. Zet de afdekking van het
onderste scharnier op de juiste plek.
Bevestig het apparaat met 4 schroeven
aan de nis.
4mm
44mm
I
I
23
Montage
6.
Verwijder het juiste onderdeel van de
scharnierafdekking (E). Verwijder onderdeel DX als het scharnier rechts staat, of
onderdeel SX als het scharnier links
staat.
7.
Bevestig de afdekkingen (C, D) aan de
uitsteeksels en de gaten van de scharnieren.
Installeer het ventilatierooster (B).
Bevestig de scharnierafdekkingen (E) op
het scharnier.
D
C
E
E
8.
B
Als het apparaat aan de zijkant aan
moet sluiten op de deur van het keukenmeubel:
a) Maak de schroeven in de bevestigingshaken (H) los.
b) Verwijder de haken (H).
c) Draai de schroeven weer vast.
H
H
24
Montage
9.
Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en
(Hd) los
10. Monteer onderdeel (Ha) aan de binnenkant van het keukenmeubel.
ca. 50 mm
90°
21 mm
90°
ca. 50 mm
21 mm
11. Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
Ha
Hc
Montage
12. Zet de deur van het apparaat en de deur
van het keukenmeubel open in een hoek
van 90°.
Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de
geleider (Ha).
Zet de deur van het apparaat en de deur
van het keukenmeubel tegen elkaar en
markeer de gaten.
25
8 mm
Ha
Hb
13. Verwijder de haken en markeer een afstand van 8 mm vanaf de buitenrand
van de deur waar de nagel moet worden
vastgemaakt (K).
8 mm
K
Ha
14. Plaats het kleine vierkantje op de geleider terug en bevestig het met de bijgeleverde schroeven.
Lijn de deur van het keukenmeubel en
de deur van het apparaat uit met behulp
van onderdeel Hb.
Hb
26
Geluiden
15. Duw onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb).
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan
dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De afdichtingsstrip goed bevestigd is aan
de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Hb
Hd
GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
SSS
RRR
!
HISSS!
OK
B!
B
LU
B
CLICK!
K!
IC
CL
BRRR!
CR
AC
K!
CLICK!
28
Het milieu
CRACK!
CRACK!
HET MILIEU
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.